Studenten die een uitdaging zoeken kunnen terecht bij de honoursprogramma’s zoals FG-
TopClass, Summer School en talloze minoren en pre-masters. Ondanks dit grote aanbod zoeken
veel farmakunde studenten nóg meer verdieping of verbreding tijdens hun studie. Dat blijkt uit on-
derzoek van vierdejaars farmakunde student Sharis Westmaas.
In opdracht van het lectoraat heeft Sharis onderzocht of er interesse is bij hoofdfase farmakunde studen-
ten om zich te verdiepen of te verbreden binnen of buiten hun studie. Sharis: “Dit onderzoek creëert niet
alleen inzicht in de interesses en behoeften van de hoofdfase studenten, maar schept ook een beeld over
de aansluiting van het huidige curriculum op het toekomstige beroepsveld van een farmakundige”.
Uit de studentenquête blijkt dat studenten tevreden zijn over het huidige curriculum. Wel hadden vrijwel
alle ondervraagde farmakunde studenten interesse in
meer verdieping of verbreding van de opleiding. Gezond-
heidsvoorlichting, farmacologie en farmacotherapie zijn
daarvoor populaire vakgebieden. 90% van de studenten
gaf aan geen begeleiding te hebben gehad tijdens hun
zoekproces naar een uitdaging. Geïnterviewde docenten
gaven aan dat het momenteel voor hen onduidelijk is via
welke weg studenten hierbij hulp moeten vragen en bij wie
studenten daarmee terecht kunnen.
Sharis adviseert daarom om een richtlijn te ontwikkelen
voor uniforme begeleiding van studenten bij hun zoekpro-
ces naar verdieping of verbreding. “De begeleiding van
studenten kan worden geoptimaliseerd door inzet van tu-
toren. En het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten
over verdiepings- en verbredingsmogelijkheden voor alle leerjaren en het aanbieden van extra (gast)
colleges over de lesstof, stimuleert farmakunde studenten om meer uit zichzelf te halen tijdens hun stu-
die”, aldus Sharis.
Namens de leden van de KennisKring,
Ad van Dooren, Rik Ensing, Hans Vehof, Nanda Levert, Peter Vermeulen, Carolien Muijs, Tuğba Çoban, Ellen Molewijk en Esther du Pon.
Website Lectoraat | [email protected] | @lectorfarma (Ad van Dooren)
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Interview
In elke nieuwsbrief komt een lid van de Raad van Advies van het lectoraat aan het woord. De Raad
van Advies bestaat uit vijf leden die tweemaal per jaar samenkomen om ontwikkelingen binnen het
lectoraat te bespreken. In deze editie een interview met Dr. Frans van de Vaart, directeur bij de
KNMP. Sinds eind 2011 is Frans van de Vaart lid van de Raad van Advies. In dit interview vertelt hij
over zijn visie op het lectoraat.
Wat was drie jaar geleden uw motivatie om deze rol bij de
Raad van Advies te vervullen?
“Zorginnovatie in apotheken is een belangrijke doelstelling voor
de KNMP, waarbij disseminatie (implementatie) vaak complex is
en van veel factoren afhankelijk. Eén daarvan is: goede proces-
begeleiding in de apotheek zelf. Farmakundigen zouden hierbij
een heel belangrijke rol kunnen vervullen. Daarnaast is de
KNMP sowieso geïnteresseerd in succes- en faalfactoren voor
implementatie van zorgvernieuwing”.
In hoeverre vindt u de drie onderzoekslijnen van het lecto-
raat uniek en onderscheidend?
“Het is de vraag of die onderzoekslijnen uniek en onderschei-
dend zouden moeten zijn. Er is al heel veel onderzoek gedaan
en nog onderweg op het gebied van therapietrouwbevordering,
maargezien de diversiteit en de complexiteit is er voorlopig alle
ruimte en behoefte om daar extra op in te zetten. Hetzelfde geldt voor de lijn over patiënteninformatie. De
context daarvoor verandert voortdurend, met het beschikbaar komen van steeds meer informatie
(Internet) en informatie-uitwisseling (the wisdom of the crowd). Apotheken zullen daarop in moeten spe-
len, onderzoek dat daarbij de richting aangeeft is zeer welkom. De lijn WAIT time is wat anders van in-
steek, misschien wel de meest unieke, hoewel er zeker een relatie is met het Escher-project van het TOP
instituut Farma, dat de afgelopen jaren heeft gelopen”.
Hoe zou u de verbinding tussen het lectoraat en de opleiding Farmakunde beschrijven?
“Van een afstandje gezien lijkt mij dat een lectoraat op het gebied van innovatie bijna per definitie een
verrijking moet zijn voor een opleiding, en die studenten moet kunnen uitdagen die van de opleiding meer
willen maken dan een plichtmatig traject richting een diploma. In hoeverre die verbinding er echt (al) is
kan ik niet zo goed inschatten”.
Wat zijn volgens u enkele positieve, recente ontwikkelingen binnen het lectoraat?
“Het werkelijk van start gaan van enkele promotietrajecten lijkt mij van doorslaggevende betekenis, mede
omdat daardoor ook de verbinding tot stand komt met de faculteit Farmacie.”
Hoe ziet u het lectoraat over vijf jaar?
“Ik denk dat het lectoraat toekomstbestendig is. In ieder geval is er voorlopig een grote behoefte aan men-
sen die verstand hebben van vernieuwen/veranderen/implementeren in de apotheek, in een situatie dat er
sprake is van schaarse middelen. Als farmakundigen zich op die manier profileren, komt het met het lecto-
raat ook wel goed”.
De Nederlandse Vereniging van Farmakundigen (NeVeFa) heeft na zijn doorstart de eerste Alge-
mene Leden Vergadering (ALV) georganiseerd op 12 maart 2014. Enkele enthousiaste farmakundi-
gen hebben deelgenomen aan deze vergadering.
NeVeFa wil het komend jaar werken aan drie hoofddoelen: vernieuwing en publicatie website, het maken
van een beroepsprofiel/code voor farmakundigen en het organiseren van ledenactiviteiten. Tevens zijn
nieuwe bestuursleden benoemd: Marja van den Berge (voorzitter), Christine Keur (secretaris), Ellen den
Hertog (penningmeester), Renate Paak (bestuurslid) en Tuğba Çoban (bestuurslid). Wij feliciteren de be-
stuursleden met hun nieuwe functie!
Bent u farmakundige en zou u ook graag bij willen dragen aan
het verwezenlijken van de doelen van NeVeFa? Dan kunt u
een e-mail sturen naar: [email protected]. Wij houden
u graag op de hoogte van de activiteiten van de NeVeFa, zo-
als symposia, cursussen of lezingen.
Column lector Ad van Dooren
“In een vorig docentenoverleg van de opleiding Farmakunde viel de term ‘lectorbias’, ter aanduiding van
de gedachte dat wanneer een lector iets zegt of stelt, dat wel waar zal zijn, of meer gezag heeft dan wan-
neer een ander het zegt, gewoon omdat je van een lector mag verwachten dat hij ‘het’ beter weet. Geluk-
kig was de opmerking ironisch bedoeld.
Dit is inderdaad een vorm van bias. Bias betekent vooringe-
nomenheid. Een algemener woord is: affectheuristiek (een
heuristiek kan het eenvoudigst vertaald worden als: vuistre-
gel, manier van oplossen, soms ook: ezelsbruggetje). Het
betekent dat wanneer je afgaat op het uiterlijk of de positie
van iemand, je meteen je oordeel klaar hebt over hoe die
persoon is en wat voor waarde je aan hem moet toekennen.
Het maakt dat bijvoorbeeld ouderen bij een sollicitatie minder
kans maken op de functie, omdat een oudere ‘toch niet meer
vooruit te branden is’, minder productief is.
Of die aardige dokter Jansen Steur, die je dag en nacht mag bellen en die altijd zo met zijn patiënten
meeleeft, zal dus – omdat hij zo aardig is – ook wel een kundige arts zijn en steeds de juiste diagnose
stellen. Eigenlijk is dit een vorm van kort door de bocht denken, van automatisme. Een vorm van luiheid
dus. Er zijn tientallen soorten van bias. Volgende keer bespreek ik een andere.”
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
NB: Denk je dat een meisje van
negen jaar, dat een liedje 'zoekte'
om op de koninginnemarkt ten
gehore te brengen samen met
haar vioolspelende broertje, in
staat is om een aria van Puccini te
zingen?
Luister en geniet!
Even voorstellen
Het lectoraat verwelkomt docente Ellen Molewijk. Zij werkt aan een nieuw onderzoeksonderwerp
over de chronische aandoening hypothyreoïdie, oftewel een traag werkende schildklier.
In februari is de eerste student in de onderzoekslijn ‘Hypo maar niet Happy’ begonnen.
De lijn omvat naast kwaliteit van leven van hypothyreodie patiënten ook tevredenheid
over de behandeling, arbeidsparticipatie, epidemiologie, perceptie van de arts en pu-
blieke bekendheid. Ellen is als biologe afgestudeerd aan de RUG in Groningen. Nadat
zij jaren in de farmaceutische industrie heeft gewerkt, heeft zij haar promotie afgerond
bij de UU Farmacie. In 2007 is Ellen begonnen met werken bij de opleiding Farmakun-
de, waar zij met veel enthousiasme bezig is met het vernieuwen en geven van de minor IPS.
Ellen stort zich vol overgave op dit nieuwe onderzoek. Zij verdiept zich momenteel in instrumenten voor
het meten van ‘kwaliteit van leven’ en is bezig met het opzetten van een netwerk met de patiëntenvereni-
ging en andere onderzoekers. “Ik heb er veel zin in, het werken als docent/onderzoeker ervaar ik als heel
inspirerend”, aldus Ellen.
Tuğba Çoban, Peter Vermeulen en student Sharis Westmaas verzorgden een workshop onder de
titel ‘van Les tot Lering’ namens het lectoraat op het HGZO-congres. Het congres, dat plaatsvond
op 28 maart in Lunteren, stond dit jaar in het teken van ‘Les(s) is more’.
Het HGZO-congres wordt ieder voorjaar georganiseerd door EXPOSZ. Het richt zich op iedereen die be-
trokken is bij het Hoger GezondheidsZorg Onderwijs (HGZO) en biedt thematisch een programma dat
aandacht besteedt aan recente ontwikkelingen binnen het HGZO. Drie generaties waren er dit jaar betrok-
ken bij het HGZO onderwijs: een studente (Sharis), een nieuwe collega met recente ervaringen met en
rond het onderwijs, het lectoraat en de ontwikkelingen daarbinnen (Tuğba) en een docent met meer dan
dertig jaar ervaring met doceren in vele vakgebieden (Peter). Deze gezamenlijke wijze van presenteren
waarbij Sharis het spits afbeet en de trend kon zetten voor het verhaal, werd door de aanwezigen bijzon-
der gewaardeerd.
Het thema ‘Les(s) is more’ heeft de drie presentatoren geïnspireerd om onder de titel ‘van Les tot Lering’
te belichten welke enorme vooruitgang het gezondheidszorg onderwijs in de afgelopen decennia heeft
geboekt en op welke wijze docenten nu in het onderwijs kunnen staan met een belangrijke regisserende
rol voor de student zelf en veel minder nadruk op de intensieve voorbereiding op “kennisoverdracht” tij-
dens lessen. Van experience based is de vakopleiding evidence based geworden met een centrale focus
op competentieontwikkeling, coaching en begeleiding.
Tijdens de presentatie werden er voorbeelden uitgewisseld van veranderingen en best practices binnen
o.a. de opleiding Farmakunde en rond de komst van het lectoraat, zoals de vele afstudeeronderzoeken,
het vier-ogenbeleid en de komst van journal-clubs en natuurlijk de verworvenheden van de LOEP leerlijn
en het methodologische onderwijs. Er was een leuke interactie met het publiek dat door middel van een
kleine enquête ook voorbeelden van eigen best practices kon geven en informatie op het gebied van on-
derwijs uitwisselen.
Naast de eigen presentatie waren er veel interessante lezingen, onder andere over vooruitgang op het
gebied van ICT, kwaliteiten van docenten, onderzoeksprojecten en werken met criterialijsten!
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Verslag
In de eerste week van april vond de TUAS International Week for
Teachers plaats in Turku, Finland. Esther du Pon was aanwezig
om de mogelijkheden voor internationale samenwerking te be-
spreken en een gastcollege te geven.
Tijdens de International Week van Turku University of Applied Sciences (TUAS) kregen collega onderzoe-
kers en docenten uit heel Europa de kans om vakspecifieke informatie uit te wisselen en hun netwerk uit
te breiden. En dat leverde interessante gesprekken op; verschillen en overeenkomsten op het gebied van
gezondheidszorg tussen landen als Frankrijk, Turkije, Griekenland, Litouwen, Engeland en Finland wer-
den uitgebreid bediscussieerd.
Gedurende een rondleiding door de afdelingen Verloskunde en Kraamzorg van het ziekenhuis in Salo
werd duidelijk hoe groot de verschillen tussen landen zijn. Zo wordt er in Finland volop gebruik gemaakt
van de ‘baarkruk’, maar is een dergelijk hulpmiddel in Griekenland alleen te bewonderen in het historisch
museum. In Salo is een speciale ‘familiekamer’ ingericht waar het nieuwe gezin in alle rust van de ver-
pleegkundigen kan leren de baby te verzorgen. In veel andere landen wordt de patiënt zodra de situatie
stabiel is met kind en partner weer naar huis gestuurd.
TUAS heeft veel belangstelling voor de promotiestudie van Esther over het
verbeteren van de participatie van de patiënt tijdens het medisch consult.
“Het enthousiasme straalde er vanaf, leuk om te zien! Wat mij betreft zijn
er zeker mogelijkheden voor internationale samenwerking. Het zou inte-
ressant zijn om een dergelijk project ook in Finland uit te voeren en achter-
af de resultaten te vergelijken”, vertelt Esther. “We gaan nu zelfs kijken of
het ook mogelijk is meerdere landen bij het project te betrekken, missie
geslaagd dus”.
Naast het officiële gedeelte was er ook een uitgebreid sociaal programma.
Internationale gasten kregen de kans om de Finse steden Turku en Salo
te verkennen, en bovendien de meest typische kenmerken van de Nordic
lifestyle te ervaren. Esther: “Wat dat precies inhoudt? Zweten in de Finse
‘smoke sauna’ gevolgd door een verkoelende duik in een ijsmeer met als
afsluiting een traditioneel Fins diner. Een bijzondere ervaring en al met al
een geslaagde International Week.”
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
De website over Onderzoek bij de HU is in een nieuwe jas gestoken. Hierdoor is het een stuk gemak-
kelijker om bijvoorbeeld te navigeren naar de pagina van het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverle-
ning, waartoe ons lectoraat behoort. Ook kun je hier een overzicht van alle onderzoekers en hun on-
derzoeken bij de verschillende lectoraten vinden.
Het lectoraat timmert inmiddels ook aardig aan de Social Media-weg! Zo is lector Ad van Dooren on-
langs gestart met een blog en ook via Twitter laat Ad steeds regelmatiger van zich horen.
Top Related