Nieuwsbrief nummer 5 - april 2014

5
Studenten die een uitdaging zoeken kunnen terecht bij de honoursprogramma’s zoals FG- TopClass, Summer School en talloze minoren en pre-masters. Ondanks dit grote aanbod zoeken veel farmakunde studenten nóg meer verdieping of verbreding tijdens hun studie. Dat blijkt uit on- derzoek van vierdejaars farmakunde student Sharis Westmaas. In opdracht van het lectoraat heeft Sharis onderzocht of er interesse is bij hoofdfase farmakunde studen- ten om zich te verdiepen of te verbreden binnen of buiten hun studie. Sharis: “Dit onderzoek creëert niet alleen inzicht in de interesses en behoeften van de hoofdfase studenten, maar schept ook een beeld over de aansluiting van het huidige curriculum op het toekomstige beroepsveld van een farmakundige” . Uit de studentenquête blijkt dat studenten tevreden zijn over het huidige curriculum. Wel hadden vrijwel alle ondervraagde farmakunde studenten interesse in meer verdieping of verbreding van de opleiding. Gezond- heidsvoorlichting, farmacologie en farmacotherapie zijn daarvoor populaire vakgebieden. 90% van de studenten gaf aan geen begeleiding te hebben gehad tijdens hun zoekproces naar een uitdaging. Geïnterviewde docenten gaven aan dat het momenteel voor hen onduidelijk is via welke weg studenten hierbij hulp moeten vragen en bij wie studenten daarmee terecht kunnen. Sharis adviseert daarom om een richtlijn te ontwikkelen voor uniforme begeleiding van studenten bij hun zoekpro- ces naar verdieping of verbreding. “De begeleiding van studenten kan worden geoptimaliseerd door inzet van tu- toren. En het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten over verdiepings- en verbredingsmogelijkheden voor alle leerjaren en het aanbieden van extra (gast) colleges over de lesstof, stimuleert farmakunde studenten om meer uit zichzelf te halen tijdens hun stu- die”, aldus Sharis. Namens de leden van de KennisKring, Ad van Dooren, Rik Ensing, Hans Vehof, Nanda Levert, Peter Vermeulen, Carolien Muijs, Tuğba Çoban, Ellen Molewijk en Esther du Pon. Website Lectoraat | [email protected] | @lectorfarma (Ad van Dooren) ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Transcript of Nieuwsbrief nummer 5 - april 2014

Studenten die een uitdaging zoeken kunnen terecht bij de honoursprogramma’s zoals FG-

TopClass, Summer School en talloze minoren en pre-masters. Ondanks dit grote aanbod zoeken

veel farmakunde studenten nóg meer verdieping of verbreding tijdens hun studie. Dat blijkt uit on-

derzoek van vierdejaars farmakunde student Sharis Westmaas.

In opdracht van het lectoraat heeft Sharis onderzocht of er interesse is bij hoofdfase farmakunde studen-

ten om zich te verdiepen of te verbreden binnen of buiten hun studie. Sharis: “Dit onderzoek creëert niet

alleen inzicht in de interesses en behoeften van de hoofdfase studenten, maar schept ook een beeld over

de aansluiting van het huidige curriculum op het toekomstige beroepsveld van een farmakundige”.

Uit de studentenquête blijkt dat studenten tevreden zijn over het huidige curriculum. Wel hadden vrijwel

alle ondervraagde farmakunde studenten interesse in

meer verdieping of verbreding van de opleiding. Gezond-

heidsvoorlichting, farmacologie en farmacotherapie zijn

daarvoor populaire vakgebieden. 90% van de studenten

gaf aan geen begeleiding te hebben gehad tijdens hun

zoekproces naar een uitdaging. Geïnterviewde docenten

gaven aan dat het momenteel voor hen onduidelijk is via

welke weg studenten hierbij hulp moeten vragen en bij wie

studenten daarmee terecht kunnen.

Sharis adviseert daarom om een richtlijn te ontwikkelen

voor uniforme begeleiding van studenten bij hun zoekpro-

ces naar verdieping of verbreding. “De begeleiding van

studenten kan worden geoptimaliseerd door inzet van tu-

toren. En het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten

over verdiepings- en verbredingsmogelijkheden voor alle leerjaren en het aanbieden van extra (gast)

colleges over de lesstof, stimuleert farmakunde studenten om meer uit zichzelf te halen tijdens hun stu-

die”, aldus Sharis.

Namens de leden van de KennisKring,

Ad van Dooren, Rik Ensing, Hans Vehof, Nanda Levert, Peter Vermeulen, Carolien Muijs, Tuğba Çoban, Ellen Molewijk en Esther du Pon.

Website Lectoraat | [email protected] | @lectorfarma (Ad van Dooren)

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Interview

In elke nieuwsbrief komt een lid van de Raad van Advies van het lectoraat aan het woord. De Raad

van Advies bestaat uit vijf leden die tweemaal per jaar samenkomen om ontwikkelingen binnen het

lectoraat te bespreken. In deze editie een interview met Dr. Frans van de Vaart, directeur bij de

KNMP. Sinds eind 2011 is Frans van de Vaart lid van de Raad van Advies. In dit interview vertelt hij

over zijn visie op het lectoraat.

Wat was drie jaar geleden uw motivatie om deze rol bij de

Raad van Advies te vervullen?

“Zorginnovatie in apotheken is een belangrijke doelstelling voor

de KNMP, waarbij disseminatie (implementatie) vaak complex is

en van veel factoren afhankelijk. Eén daarvan is: goede proces-

begeleiding in de apotheek zelf. Farmakundigen zouden hierbij

een heel belangrijke rol kunnen vervullen. Daarnaast is de

KNMP sowieso geïnteresseerd in succes- en faalfactoren voor

implementatie van zorgvernieuwing”.

In hoeverre vindt u de drie onderzoekslijnen van het lecto-

raat uniek en onderscheidend?

“Het is de vraag of die onderzoekslijnen uniek en onderschei-

dend zouden moeten zijn. Er is al heel veel onderzoek gedaan

en nog onderweg op het gebied van therapietrouwbevordering,

maargezien de diversiteit en de complexiteit is er voorlopig alle

ruimte en behoefte om daar extra op in te zetten. Hetzelfde geldt voor de lijn over patiënteninformatie. De

context daarvoor verandert voortdurend, met het beschikbaar komen van steeds meer informatie

(Internet) en informatie-uitwisseling (the wisdom of the crowd). Apotheken zullen daarop in moeten spe-

len, onderzoek dat daarbij de richting aangeeft is zeer welkom. De lijn WAIT time is wat anders van in-

steek, misschien wel de meest unieke, hoewel er zeker een relatie is met het Escher-project van het TOP

instituut Farma, dat de afgelopen jaren heeft gelopen”.

Hoe zou u de verbinding tussen het lectoraat en de opleiding Farmakunde beschrijven?

“Van een afstandje gezien lijkt mij dat een lectoraat op het gebied van innovatie bijna per definitie een

verrijking moet zijn voor een opleiding, en die studenten moet kunnen uitdagen die van de opleiding meer

willen maken dan een plichtmatig traject richting een diploma. In hoeverre die verbinding er echt (al) is

kan ik niet zo goed inschatten”.

Wat zijn volgens u enkele positieve, recente ontwikkelingen binnen het lectoraat?

“Het werkelijk van start gaan van enkele promotietrajecten lijkt mij van doorslaggevende betekenis, mede

omdat daardoor ook de verbinding tot stand komt met de faculteit Farmacie.”

Hoe ziet u het lectoraat over vijf jaar?

“Ik denk dat het lectoraat toekomstbestendig is. In ieder geval is er voorlopig een grote behoefte aan men-

sen die verstand hebben van vernieuwen/veranderen/implementeren in de apotheek, in een situatie dat er

sprake is van schaarse middelen. Als farmakundigen zich op die manier profileren, komt het met het lecto-

raat ook wel goed”.

De Nederlandse Vereniging van Farmakundigen (NeVeFa) heeft na zijn doorstart de eerste Alge-

mene Leden Vergadering (ALV) georganiseerd op 12 maart 2014. Enkele enthousiaste farmakundi-

gen hebben deelgenomen aan deze vergadering.

NeVeFa wil het komend jaar werken aan drie hoofddoelen: vernieuwing en publicatie website, het maken

van een beroepsprofiel/code voor farmakundigen en het organiseren van ledenactiviteiten. Tevens zijn

nieuwe bestuursleden benoemd: Marja van den Berge (voorzitter), Christine Keur (secretaris), Ellen den

Hertog (penningmeester), Renate Paak (bestuurslid) en Tuğba Çoban (bestuurslid). Wij feliciteren de be-

stuursleden met hun nieuwe functie!

Bent u farmakundige en zou u ook graag bij willen dragen aan

het verwezenlijken van de doelen van NeVeFa? Dan kunt u

een e-mail sturen naar: [email protected]. Wij houden

u graag op de hoogte van de activiteiten van de NeVeFa, zo-

als symposia, cursussen of lezingen.

Column lector Ad van Dooren

“In een vorig docentenoverleg van de opleiding Farmakunde viel de term ‘lectorbias’, ter aanduiding van

de gedachte dat wanneer een lector iets zegt of stelt, dat wel waar zal zijn, of meer gezag heeft dan wan-

neer een ander het zegt, gewoon omdat je van een lector mag verwachten dat hij ‘het’ beter weet. Geluk-

kig was de opmerking ironisch bedoeld.

Dit is inderdaad een vorm van bias. Bias betekent vooringe-

nomenheid. Een algemener woord is: affectheuristiek (een

heuristiek kan het eenvoudigst vertaald worden als: vuistre-

gel, manier van oplossen, soms ook: ezelsbruggetje). Het

betekent dat wanneer je afgaat op het uiterlijk of de positie

van iemand, je meteen je oordeel klaar hebt over hoe die

persoon is en wat voor waarde je aan hem moet toekennen.

Het maakt dat bijvoorbeeld ouderen bij een sollicitatie minder

kans maken op de functie, omdat een oudere ‘toch niet meer

vooruit te branden is’, minder productief is.

Of die aardige dokter Jansen Steur, die je dag en nacht mag bellen en die altijd zo met zijn patiënten

meeleeft, zal dus – omdat hij zo aardig is – ook wel een kundige arts zijn en steeds de juiste diagnose

stellen. Eigenlijk is dit een vorm van kort door de bocht denken, van automatisme. Een vorm van luiheid

dus. Er zijn tientallen soorten van bias. Volgende keer bespreek ik een andere.”

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

NB: Denk je dat een meisje van

negen jaar, dat een liedje 'zoekte'

om op de koninginnemarkt ten

gehore te brengen samen met

haar vioolspelende broertje, in

staat is om een aria van Puccini te

zingen?

Luister en geniet!

Even voorstellen

Het lectoraat verwelkomt docente Ellen Molewijk. Zij werkt aan een nieuw onderzoeksonderwerp

over de chronische aandoening hypothyreoïdie, oftewel een traag werkende schildklier.

In februari is de eerste student in de onderzoekslijn ‘Hypo maar niet Happy’ begonnen.

De lijn omvat naast kwaliteit van leven van hypothyreodie patiënten ook tevredenheid

over de behandeling, arbeidsparticipatie, epidemiologie, perceptie van de arts en pu-

blieke bekendheid. Ellen is als biologe afgestudeerd aan de RUG in Groningen. Nadat

zij jaren in de farmaceutische industrie heeft gewerkt, heeft zij haar promotie afgerond

bij de UU Farmacie. In 2007 is Ellen begonnen met werken bij de opleiding Farmakun-

de, waar zij met veel enthousiasme bezig is met het vernieuwen en geven van de minor IPS.

Ellen stort zich vol overgave op dit nieuwe onderzoek. Zij verdiept zich momenteel in instrumenten voor

het meten van ‘kwaliteit van leven’ en is bezig met het opzetten van een netwerk met de patiëntenvereni-

ging en andere onderzoekers. “Ik heb er veel zin in, het werken als docent/onderzoeker ervaar ik als heel

inspirerend”, aldus Ellen.

Tuğba Çoban, Peter Vermeulen en student Sharis Westmaas verzorgden een workshop onder de

titel ‘van Les tot Lering’ namens het lectoraat op het HGZO-congres. Het congres, dat plaatsvond

op 28 maart in Lunteren, stond dit jaar in het teken van ‘Les(s) is more’.

Het HGZO-congres wordt ieder voorjaar georganiseerd door EXPOSZ. Het richt zich op iedereen die be-

trokken is bij het Hoger GezondheidsZorg Onderwijs (HGZO) en biedt thematisch een programma dat

aandacht besteedt aan recente ontwikkelingen binnen het HGZO. Drie generaties waren er dit jaar betrok-

ken bij het HGZO onderwijs: een studente (Sharis), een nieuwe collega met recente ervaringen met en

rond het onderwijs, het lectoraat en de ontwikkelingen daarbinnen (Tuğba) en een docent met meer dan

dertig jaar ervaring met doceren in vele vakgebieden (Peter). Deze gezamenlijke wijze van presenteren

waarbij Sharis het spits afbeet en de trend kon zetten voor het verhaal, werd door de aanwezigen bijzon-

der gewaardeerd.

Het thema ‘Les(s) is more’ heeft de drie presentatoren geïnspireerd om onder de titel ‘van Les tot Lering’

te belichten welke enorme vooruitgang het gezondheidszorg onderwijs in de afgelopen decennia heeft

geboekt en op welke wijze docenten nu in het onderwijs kunnen staan met een belangrijke regisserende

rol voor de student zelf en veel minder nadruk op de intensieve voorbereiding op “kennisoverdracht” tij-

dens lessen. Van experience based is de vakopleiding evidence based geworden met een centrale focus

op competentieontwikkeling, coaching en begeleiding.

Tijdens de presentatie werden er voorbeelden uitgewisseld van veranderingen en best practices binnen

o.a. de opleiding Farmakunde en rond de komst van het lectoraat, zoals de vele afstudeeronderzoeken,

het vier-ogenbeleid en de komst van journal-clubs en natuurlijk de verworvenheden van de LOEP leerlijn

en het methodologische onderwijs. Er was een leuke interactie met het publiek dat door middel van een

kleine enquête ook voorbeelden van eigen best practices kon geven en informatie op het gebied van on-

derwijs uitwisselen.

Naast de eigen presentatie waren er veel interessante lezingen, onder andere over vooruitgang op het

gebied van ICT, kwaliteiten van docenten, onderzoeksprojecten en werken met criterialijsten!

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Verslag

In de eerste week van april vond de TUAS International Week for

Teachers plaats in Turku, Finland. Esther du Pon was aanwezig

om de mogelijkheden voor internationale samenwerking te be-

spreken en een gastcollege te geven.

Tijdens de International Week van Turku University of Applied Sciences (TUAS) kregen collega onderzoe-

kers en docenten uit heel Europa de kans om vakspecifieke informatie uit te wisselen en hun netwerk uit

te breiden. En dat leverde interessante gesprekken op; verschillen en overeenkomsten op het gebied van

gezondheidszorg tussen landen als Frankrijk, Turkije, Griekenland, Litouwen, Engeland en Finland wer-

den uitgebreid bediscussieerd.

Gedurende een rondleiding door de afdelingen Verloskunde en Kraamzorg van het ziekenhuis in Salo

werd duidelijk hoe groot de verschillen tussen landen zijn. Zo wordt er in Finland volop gebruik gemaakt

van de ‘baarkruk’, maar is een dergelijk hulpmiddel in Griekenland alleen te bewonderen in het historisch

museum. In Salo is een speciale ‘familiekamer’ ingericht waar het nieuwe gezin in alle rust van de ver-

pleegkundigen kan leren de baby te verzorgen. In veel andere landen wordt de patiënt zodra de situatie

stabiel is met kind en partner weer naar huis gestuurd.

TUAS heeft veel belangstelling voor de promotiestudie van Esther over het

verbeteren van de participatie van de patiënt tijdens het medisch consult.

“Het enthousiasme straalde er vanaf, leuk om te zien! Wat mij betreft zijn

er zeker mogelijkheden voor internationale samenwerking. Het zou inte-

ressant zijn om een dergelijk project ook in Finland uit te voeren en achter-

af de resultaten te vergelijken”, vertelt Esther. “We gaan nu zelfs kijken of

het ook mogelijk is meerdere landen bij het project te betrekken, missie

geslaagd dus”.

Naast het officiële gedeelte was er ook een uitgebreid sociaal programma.

Internationale gasten kregen de kans om de Finse steden Turku en Salo

te verkennen, en bovendien de meest typische kenmerken van de Nordic

lifestyle te ervaren. Esther: “Wat dat precies inhoudt? Zweten in de Finse

‘smoke sauna’ gevolgd door een verkoelende duik in een ijsmeer met als

afsluiting een traditioneel Fins diner. Een bijzondere ervaring en al met al

een geslaagde International Week.”

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

De website over Onderzoek bij de HU is in een nieuwe jas gestoken. Hierdoor is het een stuk gemak-

kelijker om bijvoorbeeld te navigeren naar de pagina van het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverle-

ning, waartoe ons lectoraat behoort. Ook kun je hier een overzicht van alle onderzoekers en hun on-

derzoeken bij de verschillende lectoraten vinden.

Het lectoraat timmert inmiddels ook aardig aan de Social Media-weg! Zo is lector Ad van Dooren on-

langs gestart met een blog en ook via Twitter laat Ad steeds regelmatiger van zich horen.