0
© 2014 Jan van Gestel, Maarten Hermans Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-‐book bestede zorg kunnen de auteurs geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.
NEEDS TO SUCCEED IN SPORTS & BUSINESS
Jan van Gestel Maarten Hermans
1
INHOUD blz VOORWOORD 2 INLEIDING 3 HOOFDSTUK 1 DE SUCCESFACTOREN 4 1.1 Oefening 5 1.2 Passie 5 1.3 Ambitie 5 1.4 102% 6 1.5 Winning Team 6 1.6 Balans 7 1.7 Mindset of a Winner 7 1.8 Samenvattend 8 2 OEFENING 9 2.1 Oefening, het begin 9 2.2 Maarten en zijn training 9 2.3 Oefening baart kunst 10 3 PASSIE 14 3.1 Passie, het begin 14 3.2 Maartens’ passie 14 3.3 Herken je talent en ga voor je passie 15 4. AMBITIE 21 4.1 Ambitie, het begin 21 4.2 Maarten en ambitie 21 4.3 Ambitie als motor voor succes 22 5 102% 24 5.1 102%, het begin 24 5.2 Maarten en de 2% extra 24 5.3 102%, Continue verbetering. Lean denken en werken 26 6. WINNING TEAM 28 6.1 Winning Team, het begin 28 6.2 Maarten en zijn ambassadeurs 29 7 BALANS 31 7.1 Balans, het begin 31 7.2 Maarten en zijn balans 31 7.3 Balans en flow in het dagelijkse en werkende leven 31 8 THE MINDSET OF A WINNER 37 8.1 Mindset, het begin 37 8.2 Maartens’ mindset 37 8.3 Het belang van mindset 38 9 NEEDS TO SUCCEED IN SPORTS AND BUSINESS 40
LITERATUUROPGAVE 41 NOTEN, links naar Youtube films 42
2
VOORWOORD Dit e-‐boek is tot stand gekomen naar aanleiding van de ‘Road to Rio’ van topsporter Maarten Hermans. Jan van Gestel en Maarten Hermans kennen elkaar al jaren vanuit de kanosport.
Maarten Hermans, World Cup 2013, Augsburg Jan van Gestel, World Cup 2012, Cardiff
Maarten is een gepassioneerd topsporter die vanaf zijn 7e jaar in een watermolen woont, zo’n 100 meter van de Volmolense Kano Club waarvan Jan sinds 1984 lid is. Jan is ondernemer, team trainer, talent coach en schrijver en sponsort al vele jaren kano topsporters, waaronder enkele kanovaarders die voor Nederland uitgekomen zijn op de Olympische spelen (Floris Braat, 17e op de OS Athene 2004 en Robert Bouten, 9e op de OS Beijing 2008). Verder is hij Internationaal Scheidsrechter Kano Slalom. De basis voor dit boek is gelegd door Maarten Hermans met de presentatie van zijn succesfactoren. Jan van Gestel heeft als auteur de vertaalslag gemaakt naar toepassing in het bedrijven en organisaties. Dit boek is vooral een ondersteuning voor de ambitie van Maarten Hermans om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in 2016. Het boek is gratis beschikbaar voor deelnemers aan de clinics en trainingen van Maarten Hermans en/of Jan van Gestel. Komt u op een andere manier in bezit van dit e-‐book; doneer dan s.v.p. € 5,-‐ of meer via www.4just1.com op het account (235) van Maarten Hermans onder vermelding van “e-‐book”.
3
INLEIDING Op een regenachtige middag in het najaar van 2013 presenteerde Maarten Hermans mij zijn visie op de succesfactoren van topsport. Een visie die getuigt van inzicht in het eigen kunnen, geloof in de toekomst en die hij ondersteunt weet door referenties van topsporter en Olympisch Kampioen Pieter van den Hoogenband en gouden waterpolo coach Robin van Galen. Direct na deze presentatie van Maarten legde ik de verbinding tussen zijn verhaal en talent ontwikkeling in het bedrijfsleven. Hieruit ontstond een enthousiaste samenwerking om de droom van Maarten te ondersteunen. Samen gaven we in december 2013 een seminar aan een 20-‐tal mensen wat warm ontvangen werd. Hier ontstond het idee voor dit e-‐book. Topsport en bedrijfsleven kunnen veel van elkaar leren waar het gaat om het werken aan succesverhalen en het daadwerkelijk behalen van succes. ‘Needs to Succeed’ is daarom niet alleen het verhaal van Maarten, maar een verhaal dat van toepassing is op alle Nederlanders die het beste uit zichzelf willen halen; ieder op hun eigen terrein en met hun eigen talent. Wij gaan er van uit dat alle mensen erkenning willen voor hun prestaties, in welke omgeving dan ook. Dat geldt voor kleuters, maar ook voor CEO’s van onze grote corporaties en alles en iedereen die daar tussen zit. Moet iedereen prestaties leveren die het uiterste vragen? Nee, het leveren van topprestaties heeft een houdbaarheidsdatum. En ook voor de topsporter geldt, zoals we in dit boek zullen zien, dat balans in het leven van uitermate groot belang is om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. De theorieën in dit boek kunnen helpen om ook jouw succes te vergroten. Succes komt niet vanzelf, maar als je lol hebt in het spelletje en dingen doet die in het verlengde liggen van je talenten dan is de inspanning meer dan de moeite waard. Dit e-‐book is bestemd voor iedereen die het optimale uit zijn leven en loopbaan wil halen. Tevens kan de theorie op een hoger abstractieniveau toegepast worden binnen professionele organisaties. We hopen met dit e-‐book bij te kunnen dragen aan Nederlands succes in Rio 2016 en aan loopbanen van vele Nederlanders, al dan niet werkzaam binnen organisaties die hun talenten op een unieke manier centraal stellen.
4
Hoofdstuk 1. DE SUCCESFACTOREN De diverse succesfactoren die Maarten Hermans heeft geformuleerd zijn opzichzelfstaand niet nieuw of bijzonder. De manier waarop hij de succesfactoren bij elkaar heeft gebracht is dat wel. Aan elke succesfactor heeft Maarten een inschatting gekoppeld van het percentage dat de betreffende factor bijdraagt aan het succesvol kunnen zijn als topsporter en aan zijn onderscheidend vermogen ten opzichte van zijn sportieve rivalen uit binnen-‐ en buitenland. Daarbij is de som der delen (110%) groter dan de bijdrage van elk deel afzonderlijk. Immers uitzonderlijke prestaties vragen een bovengemiddelde inspanning. Dit is ook de reden waarom topsport boven een bepaalde leeftijd fysiek lastiger wordt. De onderstaande percentages zijn dan ook niet meer dan een sterke indicatie van de bijdrage aan “het verschil uitmaken” en kunnen per persoon en situatie een licht andere invulling en waarde toekenning hebben.
In dit e-‐book nemen we je stap voor stap mee langs de hierboven genoemde succesfactoren. We beginnen daarbij met een kort overzicht per factor waarna we in elk volgend hoofdstuk elke factor nader uitwerken en waar we management theorie en praktijkvoorbeelden uit de sport of het
What I need to succeed
• Practising 5% • Passion 15% • Ambition 10% • 102% 20% • Winning team 20% • Balance 10% • The Mindset of a winner 30%
Waar komen deze % vandaan, onderbouwing?
5
bedrijfsleven gebruiken om de vertaalslag te maken van Maartens succesfactoren naar succesfactoren voor mensen binnen organisaties. 1. Oefening Als je aan een topsporter denkt, dan is het eerste wat je te binnen schiet vast en zeker het aantal uren dat hij moet trainen om zijn ultieme doel, goud op de Olympische Spelen of op wereldkampioenschappen, te kunnen bereiken. Zes tot zeven dagen per week, vele uren per dag, noeste trainingsarbeid verrichten, in weer en wind. Als we Maarten beluisteren dan is trainen vanzelfsprekend noodzakelijk om de top te bereiken en om, als je eenmaal bij de top behoort, je niveau vast te houden. Toch draagt volgens Maarten ‘oefening’ maar 5% bij aan het succesvol zijn als sporter. Alle topsporters trainen immers elke dag vele uren. Veel trainen is een absolute noodzaak, maar geen activiteit waarmee je opzichzelfstaand onderscheidend bent ten opzichte van je collega topsporters. 2. Passie Als je dag in, dag uit bezig bent met één activiteit, dan moet dat wel een activiteit zijn die je leuk vindt. Iets waar je jouw hele ziel en zaligheid in kunt leggen en wat je leven betekenis geeft. Dat lukt alleen als je je eigen talent gebruikt, dingen doet die je makkelijk af gaan en waar je plezier aan blijft beleven. Met andere woorden het moet bij je passen en er moet zingeving aan gekoppeld zijn. Dat kan een externe factor zijn, maar kan ook diep liggende waarden betreffen. Passie kan volgens Maarten maar liefst 15% bijdragen aan succes! Waarschijnlijk hebben de collega topsporters ook een vorm van passie voor hun sport. Toch denkt Maarten dat hier een groter onderscheid kan liggen dan bij oefening. In het bedrijfsleven zien we dit terug. Bedrijven waarbinnen medewerkers met passie werken presteren beter dan bedrijven die geen aandacht besteden aan het ‘waarom’ van het werk. 3. Ambitie Een open deur zou je denken, zeker in de topsport. Toch zit hier een addertje onder het gras. Ambitie heeft te maken met het stellen van duidelijke doelen, en het maken van daarop gebaseerde keuzes. Met andere woorden het gaat hier om focus. Focus op een concreet resultaat. Het gaat
6
ook over meten van prestaties en daarop bijsturen, met het oog op het bereiken van het ultieme doel. Ambitie gaat ook over het nemen van eigenaarschap en het daarmee slechten van muurtjes en overwinnen van belemmerende factoren. Het gaat om initiatief en durf. Volgens Maarten een aspect dat 10% bij kan dragen aan ‘het verschil’ ten opzichte van collega concurrenten. 4. 102% 102%??? Honderdtweeprocent betekent niet meer of niet minder dan het voortdurend op zoek gaan naar 2% extra. Waar liggen kansen? Sommige sporters zoeken het in dit verband in doping. Dat is natuurlijk niet de weg. Het is iets anders wat we hier bedoelen. Wat zijn hulpmiddelen of instrumenten, methodes, voeding, activiteiten en praktijken of voorbeelden uit eigen of andere disciplines die gebruikt kunnen worden om net iets slimmer, beter, efficiënter te kunnen omgaan met bepaalde facetten van de sport, of in het werk, en daarmee de prestatie aanzienlijk kunnen verbeteren. Maarten is continu op zoek naar hulpmiddelen die hem kunnen helpen om sterker, meer gebalanceerd, fysiek fitter te kunnen trainen en presteren. Hier ligt een kans om 20% te winnen ten opzichte van de concurrentie, aldus Maarten. Ook gouden hockey coach Marc Lammers wist dit punt fantastisch uit te nutten in zijn voorbereiding op de Olympische Spelen van Beijing. Het gaat om creatief denken, buiten de kaders (out-‐of-‐the-‐box), denken in kansen en het werken met de beste coaches en ondersteuners die er beschikbaar zijn. 5. Winning Team De kanosport is een individuele sport, tenminste grotendeels. Een topsporter kan echter niet zonder begeleiding. Volgens Maarten gaat dit verder dan een coach en een trainer en een fysiotherapeut. Het gaat hier om de totale ondersteuning. Maarten heeft een team om zich heen gevormd van ex-‐topsporters uit de kanowereld zoals Olympisch sporters Jürgen Kohler (München 1972 en Londen 2012 als coach) Sam Oud (Athene 2004) en Robert Bouten (Beijing 2008) die hem bijstaan als trainer, coach of ondersteuner. Daarnaast heeft Maarten een aantal topsporters en coaches aan zich weten te verbinden als
7
‘ambassadeur’. Hieronder zijn de bekendste namen Pieter van de Hoogenband, Robin van Gaalen en Johan Cruijf. Daarnaast zijn natuurlijk de directe familie, zijn vriendin en een team van sponsoren en supporters van groot belang. Als lezer van dit e-‐boek bent u daar een van; “Welcome to the Dream.” Zonder financiële ondersteuning haalt geen enkele sporter het hoogste doel. Het Winning Team maakt volgens Maarten opnieuw 20% uit van zijn onderscheidend vermogen. De omgeving is veel meer dan alleen het speelveld. Ook voor u, in uw baan of binnen uw bedrijf, geldt dat u ambassadeurs nodig heeft, gebaat bent bij een goede coach en pas goed tot uw recht kunt komen met de juiste ondersteuning vanuit uw privé situatie of directe omgeving. 6. Balans Het kunnen blijven leveren van top prestaties staat en valt met balans. Veel trainen, maar niet overtraind raken. Aandacht voor signalen, fysiek en mentaal, om op tijd te ontspannen en te ‘recupereren’ zoals ze in het wielrennen zeggen. Maar het gaat ook om waarden, persoonlijke waarden, die in balans moeten zijn met de doelstelling die voor ogen is. Is je doelstelling SMART dus ook haalbaar, of moet je hem bijstellen? Met andere woorden is je doel in lijn met je capaciteiten? Vind je nog steeds leuk wat je aan het doen bent? En , hoe ga je om met veranderingen vanuit je omgeving die een impact kunnen hebben op jou als persoon of op je doelstelling, zoals het dichtdraaien van de geldkraan door NOC | NSF. Maarten kent hier, mede vanuit zijn persoonlijke ervaring maar 10% aan toe als onderscheidende factor. Hiermee kan hij het best bij het rechte eind hebben waar het gaat om het positieve onderscheid indien alles naar wens verloopt. Zitten er dingen, al dan niet buiten de eigen invloedssfeer, tegen dan heeft dit punt echter een zeer grote afbreuk risico, die alle andere aspecten sterk negatief kan beïnvloeden. 7. The Mindset of a Winner De mentale instelling van iemand die wil winnen is in de topsport als vanzelfsprekend van enorm belang. Het gaat echter hierbij niet om alleen het willen winnen. Het gaat zeker ook om het durven falen, het niet blijven hangen in het fantaseren over een mooie toekomst, maar vooral leven in het nu, het opzoeken van stimulerende omgevingen en zorgen dat je alles wat je doet kunt doen in een vorm die ‘flow’ genereert.
8
Volgens Maarten draagt het hebben van een goede mindset als succesfactor maar liefst 30% bij. Volg dus vooral, vanuit je innerlijke drijfveren en overtuigingen en in het hier en nu, je dromen. Durf te visualiseren. En ben blij en dankbaar met alle waardering die je krijgt voor je prestaties. Samenvattend Voor het presteren op top niveau is heel wat nodig. Toevalligheden haal je naar je toe en zet je om in kansen. Kansen creëer je dus zelf. Je leeft vanuit passie en duidelijke dromen vanuit een dieper liggende ambitie. Je mindset helpt je verder, van tegenslagen kun je leren, als je maar open staat voor vernieuwing en de discipline hebt om door te zetten. Borduur voort op je talenten door training en oefening, dag in dag uit. Investeer in zelfkennis, laat je spiegelen en zoek mensen op die bereid zijn jou verder te helpen met voortdurend leren en maak weloverwogen keuzes vanuit deze steeds groter wordende zelfkennis. Deel jouw ambitie, jouw droom met je omgeving en zorg voor supporters die je ondersteunen bij het verwezenlijken van jouw levenswerk, zoals ook Maarten dat doet: http://www.youtube.com/watch?v=CPVwe1133MM.
9
Hoofdstuk 2. OEFENING 2.1. Het begin. Als je aan een topsporter denkt, dan is het eerste wat je te binnen schiet vast en zeker het aantal uren dat hij moet trainen om zijn ultieme doel, goud op de Olympische Spelen of op wereldkampioenschappen, te kunnen bereiken. Zes tot zeven dagen per week, vele uren per dag, noeste trainingsarbeid verrichten, in weer en wind. Als we Maarten beluisteren dan is trainen vanzelfsprekend noodzakelijk om de top te bereiken en om, als je eenmaal bij de top behoort, je niveau vast te houden. Toch draagt volgens Maarten ‘oefening’ maar 5% bij aan het succesvol zijn als sporter. Alle topsporters trainen immers elke dag vele uren. Veel trainen is een absolute noodzaak, maar geen activiteit waarmee je opzichzelfstaand onderscheidend bent ten opzichte van je collega topsporters. 2.2. Maarten en zijn training Maarten traint ongeveer 650 uren per jaar in zijn kano. Daarbij komen nog 65 uur per jaar in de sportschool. Voor deze trainingen en voor zijn wedstrijden reist hij ongeveer 27.000 kilometer per jaar. Deze arbeid kost hem 1.500.000 kilocalorieën per jaar, een normaal mens verbruikt ongeveer twee derde daarvan; 1.000.000 kilocalorieën per jaar.
Maarten Hermans in actie.
10
Kijkend naar Maartens totale historie kunnen we zijn trainingsuren in zijn boot extrapoleren. Hij is actief met zijn sport vanaf zijn zevende jaar. In de eerste jaren als scholier en junior zat hij natuurlijk minder frequent in zijn kano dat in de jaren dat hij zich ging toeleggen op topsport. Samen hebben we een berekening gemaakt dat hij tot 1 januari 2014 ongeveer 8000 vaar uren heeft gemaakt in zijn kano. Bij deze uren zitten veel speelse uren in zijn jeugd en veel serieuze uren op latere leeftijd. Alle uren bij elkaar zorgen ervoor dat Maarten een eenheid is gaan vormen met zijn boot. Als je Maarten bezig ziet in het wilde water vormt hij een eenheid met zijn kano; hij voelt de stroming aan vanuit zijn voeten, knieën, heupen en armen zoals wij onze fiets aanvoelen of zoals wij balans houden bij het lopen. De ervaring die Maarten in de loop van de jaren heeft opgedaan heeft zijn hersens getraind om de signalen die hij vanuit zijn ledematen krijgt vanuit zijn onderbewuste te vertalen naar noodzakelijke handelingen. De grote vraag is echter of dit voldoende is voor een gouden medaille in Rio! 2.3. 10.000 Uren regel Oefening baart kunst is het bekende spreekwoord. Onderzoeksjournalist Malcolm Gladwell is heel duidelijk over het nut van oefening en uren maken. Als we Gladwell’s theorie serieus nemen, komt maarten nog zeker 2000 uur te kort om ‘excellent’ te zijn. Gladwell heeft onderzoek gedaan naar het aantal uur dat toppers in hun werk, sport of passie hebben gestoken voordat zij internationaal doorbraken. De bekendste voorbeelden die Gladwell hierbij gebruikt zijn Bill Gates en The Beatles. Zowel Gates als The Beatles hadden ruim 10.000 uur ervaring voordat zij doorbraken en hun stempel drukten op respectievelijk de computer-‐industrie en de popmuziek. Gladwell geeft daarbij aan dat het, in tegenstelling tot het brede geloof, niet genialiteit of intrinsiek talent is dat het verschil uitmaakt om succesvol te worden, maar noeste arbeid. Het gaat om de uren die je in een bepaalde activiteit stopt. Als je maar genoeg uren een activiteit uitvoert kan volgens Gladwell iedereen de top van dat domein bereiken. Het aantal uur dat hiervoor nodig is, is statistisch gezien 10.000 uur, aldus Gladwell op basis van zijn onderzoek. Deze 10.000 uur moet dan wel ingericht zijn met gerichte activiteiten om ervaring op te doen met als doel een expert te worden. Het gaat dus niet alleen om oefenen, oefenen en oefenen maar zeker ook om het voortdurend streven naar het verbeteren van je prestaties, het monitoren van je
11
performance, het evalueren van je succes en het werken aan die dingen die van belang zijn voor je prestatie die je nog niet goed beheerst. Het is dus niet het uitsluitend trainen, trainen, trainen met alleen repetitief karakter dat tot resultaat leidt. Je moet ook kritisch naar jezelf durven kijken en werken aan voortdurende verbetering van je kennis en vaardigheden en buiten de gebaande paden van je comfort zone durven gaan. Wat kun je doen om je succes te versnellen? Begin met het zorgen voor een goede coach. Iemand die je vertrouwt en die je een spiegel voor kan houden. Zorg er ook voor dat je jezelf omringt met mensen die hetzelfde denken als jij, mensen die je begrijpen en je ondersteunen in je ambitie. Hierdoor kun je je focus behouden. Vertel je verhaal en je ambitie en laat deze mensen met je mee dromen. Zeker je naaste familie moet meegaan in jouw droom, maar ook van je partner vraag je veel flexibiliteit. Hij of zij moet je volledig ondersteunen, anders wordt je onderweg geheid op een zijspoor getrokken waardoor je blijft steken in middelmatigheid. Met dat laatste is overigens niets mis als dat je wens is. Ik geloof echter sterk in het najagen van je geluk door je werk zo in te richten dat je bezig bent met dingen die je leuk vindt, dingen die in je passie zitten. Als je daarvan afgeleid wordt dan kun je op enig moment in je leven spijt krijgen. Spijt van die dingen die je had willen doen, maar waarvan je mogelijk door afkeuring vanuit je directe omgeving, afgehouden bent. Uiteindelijk ben je het zelf die de regie moet nemen over jouw eigen leven. En dat is niet zelfzuchtig of narcistisch. Nee dat is kiezen voor jouw kwaliteit van leven en voor jouw dromen en overtuigingen.
Take ownership to improve
Compelling vision and clear goals alignment
focus on the right, differentiating activities”
Follow-‐through on your performance
“Implement new ways of working”
“unleash your full potential ”
“break the walls”
Reconnect with the competition / adjust your strategy
“Needs to Succeed”
12
Ik geloof erin dat iedereen in zekere mate kan excelleren en dat als we allemaal bezig zijn met onze passies en talenten we de economie een gigantische impuls kunnen geven, net als Maarten een gigantische impuls kan geven aan de betekenis van zijn sport in Nederland, zeker als het hem lukt een medaille te halen in Rio. Dus, verlies geen tijd, verspil geen tijd met kleine dingen die je afleiden van je doel maar concentreer je op jouw succes en investeer in het opbouwen van vaardigheden en kennis die jou ondersteunen bij het bereiken van je persoonlijke doel. Hierboven schrijf ik alle teksten naar mogelijkheden die individuele mensen zoals jij en ik naar grote prestaties kunnen brengen. Het is evengoed mogelijk om dit verhaal te vertalen naar organisaties. Heb je als bedrijf voldoende focus? Hoe zit het met jouw bedrijf als lerende organisatie? Maak je gebruik van externe expertise en coaches om te spiegelen en de processen en producten voortdurend te verbeteren? Is je team zodanig samengesteld dat iedereen in zijn kracht staat en krijgt iedereen voldoende support, zowel van binnen uit de organisatie als vanuit hun persoonlijke omgeving? En als dat (nog) niet het geval is hoe ga je daar dan werk van maken? Tot slot hebben we, net als Maarten, ook allemaal een stok achter de deur nodig. Wat maakt dat Maarten elke dag, dag in dag uit om 5.30 uur zijn bed uit stapt om te gaan trainen en ’s avonds weer vroeg er in ligt om de volgende dag weer fit te zijn? Hij heeft een stok achter de deur; om hem heen staan mensen, coaches, trainers, sponsoren die hem afrekenen als hij de met zichzelf gemaakte beloftes niet na komt. Als hij even van het pad af raakt dat hem naar zijn droom moet brengen. Heb jij ook een stok achter de deur, als mens of als organisatie? Iets of iemand die jou op het pad houdt? Een coach, een mentor, een advisory board of aandeelhouders. En zijn zij volledig aligned met jouw dromen en doelen? Wat is jouw missie, jouw visie, jouw strategie en hoe breng je die de komende duizenden en duizenden uren in praktijk? En Maarten? Maarten heeft nog een opdracht te vervullen! Hij zal zijn dagelijkse aantal trainingsuren moeten verhogen om in Rio aan de 10.000 uur te zitten. Pieter van den Hoogenband geeft in de video die hij voor Maarten heeft opgenomen aan dat hij in een bepaalde periode vierenhalf uur per dag in “de bak met water” lag om op en neer te zwemmen. Als ik de
13
uren van Maartens jaarlijkse trainingsinspanningen (zoals hierboven in hoofdstuk 2.2 vermeld en gebaseerd 650 kano-‐uren per jaar) terug reken naar kano-‐uren per dag (de uren in de sportschool tellen hierbij niet mee) dan kom ik gemiddeld, aan een krappe 2 uur per dag. Met nog twee jaar te gaan en 2000 uur voor de boeg om aan de 10.000 uren regel te voldoen, ligt er een opdracht: Maarten zal zijn dagelijkse trainingsuren, in zijn kano en liefst op Olympisch water, vanaf het voorjaar van 2014 moeten uitbreiden naar zo’n 3 tot 4 uur per dag gerichte training, zeven dagen per week. Alleen dan zal hij zich, als Malcolm Gladwell gelijk heeft en onze benadering van het aantal achterliggende vaar-‐uren klopt (8000 uur is een erg ruwe en voorzichtige schatting, mogelijk heeft hij reeds meer boot-‐uren gemaakt), in de top 10 kunnen plaatsen voor de spelen van Rio.
14
Hoofdstuk 3. PASSIE 3.1 Het begin Als je dag in, dag uit bezig bent met één activiteit, dan moet dat wel een activiteit zijn die je leuk vindt. Iets waar je jouw hele ziel en zaligheid in kunt leggen en wat je leven betekenis geeft. Dat lukt alleen als je je eigen talent gebruikt, dingen doet die je makkelijk af gaan en waar je plezier aan blijft beleven. Met andere woorden het moet bij je passen en er moet zingeving aan gekoppeld zijn. Dat kan een externe factor zijn, maar kan ook diep liggende waarden betreffen. Passie kan volgens Maarten maar liefst 15% bijdragen aan succes! Waarschijnlijk hebben de collega topsporters ook een vorm van passie voor hun sport. Toch denkt Maarten dat hier een groter onderscheid kan liggen dan bij oefening. In het bedrijfsleven zien we dit terug. Bedrijven waarbinnen medewerkers met passie werken, presteren beter dan bedrijven die geen aandacht besteden aan het ‘waarom’ van het werk. 3.2 Maartens’ passie Toen Maarten 7 jaar was kocht zijn vader een watermolen, De Volmolen op de grens van de gemeente Waalre en Riethoven (gemeente Bergeijk). Een droom van Maartens vader werd werkelijkheid. Hij realiseerde zich echter ook dat wonen in een watermolen gevaren met zich mee bracht voor zijn vier kinderen. Hij wist dat de kinderen vertrouwd moesten raken met het water en de stromingen die onder aan de watermolen in de rivier aanwezig zijn. Kort na de verhuizing liet hij zijn zoons en dochter kanolessen nemen bij de kano club die vijftig meter van zijn nieuwe huis gevestigd was. Hier kreeg zijn oudste zoon Maarten, maar ook Maartens broers Hugo en Dirk, de smaak te pakken van het wildwater kanovaren en meer specifiek kanoslalom. De Volmolense Kano Club is een vereniging die al sinds haar oprichting op 13 mei 1944 nationale kampioenen levert en hoog aangeschreven staat in de Nederlandse kano-‐slalom wereld. Een vereniging met de beste trainers en veel ervaren wedstrijd vaarders, waarmee Maarten als scholier al snel in contact kwam. Een passie was geboren. Vanaf zijn vroege jeugd was Maarten, alle seizoenen, op het slalomparcours en in de stroming onder aan de molen in zijn boot te vinden.
15
Energiecentrum De Volmolen, vergadercentrum en woonhuis van Maarten Hermans
Ook Maartens vader is een actief sporter. Zijn roots liggen in de bergsport. Ook hij ging samen met zijn zoons varen en ondersteunde hen bij de nieuw ontstane passie. Het feit dat een van Maartens broers door een ongeval in de stroming onder de molen maar net van verdrinkingsdood gered kon worden, kon geen rem zetten op de lol die zij samen aan het water beleefden en nog steeds beleven. Maarten won als junior een belangrijke wedstrijd in Monschau, Duitsland. Hier kwam hij er achter dat als je jezelf doelen stelt en je hard voor die doelen werkt, deze haalbaar zijn. Op zijn 15e werd hij 14e op het EK junioren, die dag is zijn ambitie geboren om tot de top-‐10 van de wereld te behoren.
Maarten na zijn winst in Monschau, waar de droom begon.
3.3 Herken je talent en ga voor je passie Zoals hierboven al aangegeven, als je dag in dag uit bezig bent met één activiteit dan moet dat wel een activiteit zijn die je leuk vindt en je leven
16
betekenis geeft. Dag in dag uit bezig zijn met één activiteit lukt dan ook alleen als je je eigen talent gebruikt, dingen doet die je makkelijk af gaan en waar je plezier aan blijft beleven. Pieter van den Hoogenband zei hierover bij Maarten: “Wat absoluut het verschil heeft gemaakt in mijn carrière was, in mijn team met de mensen met wie ik samenwerkte op het droge maar ook in het water en met mijn ploeggenoten, de beleving. Al deze mensen waren absoluut intrinsiek gemotiveerd. Zwemmen is een mentaal zware sport. Je moet je voorstellen: vierenhalf uur per dag met je kop in een bak met water heen en terug zwemmen. Maar wij vonden het allemaal heel erg gaaf om met die sport bezig te zijn en de direct betrokkenen vonden het heel erg gaaf om ons te helpen en te ondersteunen. En, daarin hebben we ook heel vaak geselecteerd. Beleving -‐ als synoniem voor passie? -‐ is hier dan ook het sleutelwoord. In het bedrijfsleven zien we dit terug. Bedrijven waarbinnen medewerkers met passie werken presteren beter dan bedrijven die geen aandacht besteden aan het ‘waarom’ van het werk. Ik kan me er dus wel wat bij voorstellen. De missie, visie en de identiteit van de organisatie spelen hierbij, in combinatie met het inzetten op de talenten van de medewerkers, een belangrijke rol. Deze aspecten moeten op elkaar aansluiten. De medewerkers moeten zich binnen de organisatie als vissen in het water voelen, in hun kracht staan, alleen dan komen zij volledig tot hun recht, alleen dan stroomt de energie en leveren zij een waardevolle en effectieve bijdrage aan het geheel. Dit lijkt voor veel mensen een utopie. Toch hoeft dat niet zo te zijn. Wel zijn veel mensen en bedrijven vastgeroest in oude gewoontes, in oude patronen en zijn ze hun idealen vergeten. Een nieuw elan, een nieuwe kijk op de organisatie van werk en inkomen is welkom. In de huidige tijd van “het nieuwe werken” en “duurzame inzetbaarheid” zien we de aandacht voor het welzijn van de mens gelukkig terugkomen. De talenten van onze medewerkers komen weer centraal te staan en het is goed dat universiteiten zoals Nyenrode zelfs een leerstoel voor Strategisch Talent Management in het leven hebben geroepen die verder gaat dan alleen het vizier richten op de top potentials van organisaties. Ook bedrijven zoals Philips, waar ik de laatste jaren regelmatig lange periodes voor actief ben geweest, zijn het oude competentie denken aan het loslaten en richten zich meer en meer op de ontplooiing van de talenten in brede zin. Philips kent geen vast omlijnde talent-‐pools meer. De mensen die men in de gaten houdt voor promoties en doorgroei zijn alle mensen die bovengemiddeld scoren op hun beoordeling, dat zijn de nieuwe talenten. Dat kan zijn omdat zij gezien worden als een rolmodel voor de door het
17
bedrijf geformuleerde gewenste gedragskenmerken, passend binnen de bedrijfscultuur of door dat ze exceptionele resultaten boeken of nog beter, een combinatie van beiden.
De manier waarop talent tot uiting komt hangt sterk af van het klimaat waarin iemand opgroeit en verblijft. Was Maarten op zijn zevende niet met zijn familie naar De Volmolen verhuist, was hij dan gaan kanovaren? Waarschijnlijk niet. Je kunt jezelf zelfs de vraag stellen of hij dan met een sport in aanraking zou zijn gekomen die de Olympische ambitie in hem zou hebben aangewakkerd. De kans is klein. Zijn talent voor kanovaren zou zich waarschijnlijk niet ontwikkeld hebben en hij zou, nog steeds met latente talenten op diverse gebieden, zich mogelijk ergens in de grijze massa van een reguliere opleiding bevinden. Maar talent is ook relatief en maakbaar, als we tenminste afgaan op het werk van Gladwell, dus misschien hadden we Maarten wél terug gezien in een andere tak van sport. Dat is de werking van kansen krijgen en toeval die deel uit maken van talent herkenning en talent ontwikkeling. Professor Lidewey van der Sluis van Nyenrode heeft een model ontwikkeld waarin ze vanuit het individu geredeneerd de stappen aangeeft die nodig zijn om als talent herkend te worden en om talent te ontwikkelen. Ze noemt dit het 3K model, later is dat het 3K+1 model geworden en inmiddels zijn er 8 K’s geformuleerd die allen hun invloed hebben op het tot uiting komen van talent (zie het model hierboven). Talent begint bij je karakter. Een gegeven wat, volgens de huidige neurowetenschappen voor bijna 50% genetisch bepaald is. Vanuit je vroege
Passion (15%)
© 2012 ACTRA Human Capital BV
Deliberate practice
Carriers
Choices
Opportunities
Childhood
Knowledge
Skills
Character
8K Model
1. Karakter 2. Kunde 3. Kennis 4. Kindertijd 5. Kansen 6. Keuzes 7. Kruiwagens 8. Kei-hard werken
18
jeugd doe je vaardigheden en kennis op. Het leren van vaardigheden en het vergaren van kennis kan je hele leven voortgezet worden maar met name je eerste levensjaren, je kindertijd, zijn hierin heel belangrijk. Bij wetenschappelijk onderzoek onder eeneiige tweelingen blijkt dat 15% van het karakter, bovenop de aanwezige genetische bepaaldheid, wordt bepaald door het klimaat waarin de kinderen opgroeien in de eerste levensjaren. De kansen die je krijgt en de keuzes die je maakt zijn ook belangrijk voor het uiteindelijke wel of niet tot uiting komen van je talent, of voor de manier waarop je talent zich manifesteert. Dit geldt niet alleen voor de kinderjaren, maar gedurende je hele levensloop blijft dit een bepalend proces. In je omgeving zitten ook mensen die je behulpzaam kunnen zijn, die je verder kunnen helpen op weg naar succes. Dat kunnen ouders zijn, maar ook managers bij wie je een streepje voor hebt, politici, coaches, trainers, of in het geval van Maarten ambassadeurs zoals Robin of Pieter dan wel ontvangen prijzen zoals de Student Athlete of the Year Award die Maarten uit handen van Johan Cruijf ontving. Een Award die hij waarschijnlijk niet had ontvangen als hij niet aan de Johan Cruijf Academy Sportmarketing was gaan studeren. Over keuzes en kansen gesproken. Als je eenmaal je talent ontdekt hebt, er naar leeft en werk hebt dat daar bij aansluit kan het nog zo zijn dat je niet optimaal tot je recht komt, omdat je niet het juiste klimaat om je heen hebt; niet werkt in een organisatiecultuur die bij jou past. Ook kan het zijn dat de match tussen jou en je manager, of tussen jou en je collega’s niet optimaal is. Dan is het zaak om eens goed te analyseren waar dat in zit. Soms biedt inzicht in elkaars talenten en in elkaars karakter al een oplossing om werkrelaties sterk te verbeteren. In lezingen van Marc Lammers, de gouden hockey coach van Beijing 2008, heb ik het verhaal opgetekend waarin hij vertelde over twee speelsters die elkaar niet konden luchten of zien. Marc heeft ze een psychologische test laten doen waarin ze duidelijkheid kregen over de tegenstellingen in hun beider karakter. Dit gaf zoveel inzicht dat de samenwerking aanzienlijk verbeterde, ze elkaar meer gingen respecteren en ondanks het feit dat het nooit de beste vriendinnen zouden worden, sliepen beide dames zelfs bij elkaar op één kamer in Beijing. Een ander voorbeeld dat Marc aanhaalt in zijn lezingen is van een speelster met een heel slechte backhand. De andere teamleden begonnen zich zelfs af te vragen waarom iemand met zo’n slechte backhand geselecteerd was voor het Nederlandse Olympische Hockey Team. Wat gebeurde er? In de training gingen ze zich extra richten op het verbeteren van de backhand, wat tot gevolg had dat er een patroon ingesleten werd om deze speelster ook in de wedstrijden op de backhand aan te spelen. De problemen
19
stapelden zich op, totdat Marc het idee kreeg om eens verder te kijken en te analyseren waar de echte kracht van deze speelster lag. Waarom was ze ook alweer geselecteerd voor dit olympische team? De speelster gaf aan dat haar kracht in de aanval zat, in de cirkel, voor het doel. “Speel mij in de cirkel een strakke bal aan op de binnenkant van mijn rechtervoet en ik kan je verzekeren dat ik scoor.” Vanaf dat moment zijn ze daarop gaan trainen, en hebben ze de backhand gelaten voor wat hij was. Uiteindelijk is de speelster zelf weer met de vraag naar Marc gekomen om na de reguliere trainingen ook weer haar backhand te gaan trainen. In Beijing maakte juist deze speelster de winnende goal in de finale, vanuit een strakke bal aangespeeld op haar rechtervoet. Wat kunnen we hiermee in het bedrijfsleven? Wat zegt dit over passie? Iedereen heeft wel eens van teamrollen gehoord. Er zijn verschillende manieren om naar kwaliteiten van mensen in organisaties te kijken. Dat kan om te beginnen in hoofdlijnen met eenvoudige tests zoals de MBTI, teamrollen van Belbin, Insights Discovery of met het tegengestelde waarden model van Quinn wat ik zelf voor grove analyses gebruik. Verdergaande psychologische assessments en aanvullende coaching gesprekken over bijvoorbeeld successen in de jeugd en kernkwadranten van Ofman kunnen verdere verdieping geven. Uiteindelijk is het doel te herkennen waar talenten liggen en hoe mensen in organisaties zo optimaal mogelijk in te zetten. Of, door naar jezelf te kijken, je eigen talenten te ontdekken, je passie te vinden en zelf keuzes te maken op jouw pad naar succes, wat dat ook mag zijn. Inzet op kracht, op talent, leidt als vanzelf tot verbetering van prestaties en uiteindelijk excelleren. Als je op dit pad zit in je werk dan hervind je je passie als vanzelf. Maarten Hermans hebben we eind november 2011 een assessment laten ondergaan. Binnen mijn organisatie gebruiken wij zijn rapport als voorbeeldrapportage naar onze relaties. Uit het assessment hebben we ontzettend veel informatie kunnen halen dat typerend is voor de manier waarop Maarten, vanuit zijn cognitieve talenten en zijn karakter, met zijn sport omgaat. Het assessment heeft zelfs zijn moeder inzichten gegeven waardoor ze bepaalde eigenschappen van Maarten ineens een plek kon geven.
20
Octogram | werkstijl, Maarten Hermans Organisatie Cultuur Gewenst, Maarten Hermans
Wat bij Maarten direct opvalt is zijn 7 op presteerder. Wij hadden dit hoger verwacht. Toen we dit aan Maarten terugkoppelden verwees hij naar het diagram zoals weergegeven op de volgende pagina. Er is in 2007 een diepe dip te zien in zijn prestatie. Maarten had te veel van zichzelf gevraagd in een korte periode. Dit is hem duur komen te staan met veel fysieke, maar ook met mentale klachten. Als gevolg daarvan is hij gedwongen om meer balans op te gaan zoeken in zijn trainingsarbeid, ambitie en wedstrijdritme. Ondanks zijn hoge ambitie heeft hij het voor elkaar gekregen om zijn inspanningen beter te reguleren, Dit komt tot uiting in hoe Maarten zijn prestatiedrang naar buiten laat treden. Een ander opvallend aspect is de score van 9 op Pionier. Meer hierover tref je aan in Hoofdstuk 4, 102%. Maarten zou in een teamsport nooit succesvol zijn geworden getuige zijn lage scores in het gele kwadrant. Talent gebruiken en passie hebben, liggen duidelijk in elkaars verlengde, ze hangen nauw met elkaar samen. Doe de dingen waar je goed in bent, die je makkelijk afgaan en je vindt wat je doet als vanzelf ook leuk. De passie komt daarop los. Stop je tijd in de dingen die goed kunt, die je leuk vindt, investeer 10.000 uren noeste arbeid in een voor jou plezierig domein. Alleen door die uren in je talentgebied te stoppen kun je succesvol worden, authentiek succesvol zijn in de voetsporen van Pieter van den Hoogenband, Maarten Hermans, Bill Gates en The Beatles. Het is nooit te laat om je carrière bij te sturen. Ook als je 50 bent kun je veranderen, mits je het met passie doet in een herkend talent gebied, wordt je er altijd beter van! Of zoals Steve Jobs het formuleerde: “Do what you believe is great work. The only way to do great work is to love what you do. If you haven’t found it yet, keep looking and don’t settle.”
21
Hoofdstuk 4. AMBITIE 4.1 Het begin Een open deur zou je denken, zeker in de topsport. Toch zit hier een addertje onder het gras. Ambitie heeft te maken met het stellen van duidelijke doelen, en het maken van daarop gebaseerde keuzes. Met andere woorden het gaat hier om focus. Focus op een concreet resultaat. Het gaat ook over meten van prestaties en daarop bijsturen, met het oog op het bereiken van het ultieme doel. Ambitie gaat ook over het nemen van eigenaarschap en het daarmee slechten van muurtjes en overwinnen van belemmerende factoren. Het gaat om initiatief en durf. Volgens Maarten een aspect dat 10% bij kan dragen aan ‘het verschil’ ten opzichte van collega concurrenten. 4.2 Maarten en ambitie In een video die Maarten heeft gemaakt samen met Robin van Galen (gouden coach, Dames waterpolo 208) geeft Robin aan dat alle sporters en coaches werken met resultaatdoelstellingen, prestatiedoelstellingen, procesdoelstellingen maar ook met droomdoelstellingen. Ook Robin had als klein mannetje droomdoelstellingen die hij na 24 jaar als coach in vervulling zag gaan met het Olympisch goud in 2008. Robin is altijd gegrepen geweest door de Olympische spelen. Ook dat is ambitie. Maarten heeft een duidelijk doel. Allereerst is dat een stabiele plek bij de beste tien kanoslalom vaarders van de wereld behoren. Hiervoor houdt Maarten zijn eigen statistiek bij.
| ’04 12
| ’06 14
| ’08 16
| ’10 18
| ’12 20
| ’14 22
| ’18 26
| ’20 28
’ Year Age Maarten
90 --
100 --
110 --
120 --
130 --
140 --
average. race time
Pupil senior junior
| ’16 24
Top 100 World
Ambition: top 10 of the world
< O
S L
ondo
n
< O
S R
io
22
4.3 Ambitie als motor voor succes Ambitie begint met weten wat je kunt en van daaruit bepalen wat je wilt bereiken. Hiermee is ambitie iets wat gedurende de loop der tijd veranderlijk is. Toen Maarten nog bij de pupillen zat, was zijn ambitie Nederlands Kampioen worden. De Olympische ambitie is pas later tot stand gekomen. Natuurlijk was deelname op de Olympische Spelen al wel een droom voor hem, een droom van het niveau van veel jongensdromen over bijvoorbeeld een voetbalcarrière bij een topclub of in het Nederlands elftal. In elk geval was het zijn ontluikende ambitie de start van zijn kano carrière die hem heeft gebracht tot waar hij nu staat. Prof. Dr. Lidewey van der Sluis beschrijft in haar boek “Talent is goed, ambitie is beter” een aantal factoren die invloed hebben op het tot uiting komen van talent en de plaats die onder andere ambitie daarbij inneemt. Maarten is bereid te werken voor zijn ambitie en om offers te brengen om zijn doel te behalen. Hij bezit de zelfkennis, het zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en omgevingsbewustzijn die, aldus van der Sluis, de grootste aandrijvers zijn voor het behalen van succes. Aandrijvers die op de voet gevolgd worden door karaktertrekken als doorzettingsvermogen en aanpassingsvermogen. Dit zijn ook de factoren die Robin van Gaalen opsomt in de eerder genoemde video voor Maarten. De mix van wat mensen willen, kunnen, mogen en durven bepaalt of iemand een talent is of niet. De wil van iemand om te werken is relevanter dan het talent dat iemand heeft. Succes behalen vergt het brengen van offers. Voorgaande ligt ook in lijn met de maakbaarheid van succes zoals Malcolm Gladwell die heeft weergegeven en zoals we in hoofdstuk 2 hebben beschreven. Ken Blanchard en Sheldon Bowles hebben een mooi boekje geschreven over het bereiken van succes door organisaties; “Gung Ho”. Hierin beginnen zij met te beschrijven dat werk op de eerste plaats ‘waardevol’ moet zijn. Er moet een reden zijn om dag in, dag uit met enthousiasme te doen wat je doet. Of, zoals Pieter van den Hoogenband omschrijft “vier uur per dag met je hoofd in een bak water te liggen om op en neer te zwemmen” (zie hoofdstuk 2). Dit hoort al bij ambitie. Wat is de waarde van je werk. Waar doe je het voor. Maarten doet het duidelijk voor een eigen doel, een medaille op de Olympische Spelen van Rio in 2016. En, als hij onverhoopt die doelstelling moet bijstellen, wellicht voor een podium plaats op de spelen van Tokio in 2020.
23
Werkt een sporter voor eer en glorie van het vaderland? Sommige sporters wel, maar ik denk dat vooral de eigen prestatiedrang op de eerste plaats overheerst, de eigen olympische droom waaraan de sporter een enorme waarde toekent en die hem vooral ook zelfrespect oplevert, “een emotie die net zo sterk is als liefde of haat”, aldus Blanchard en Bowles. In het verhaal van Blanchard en Bowles zijn doelen belangrijk. Een doel onderschrijf je als een belofte en doelen werken als mijlpalen die je aandacht vast houden op productiviteit. Belangrijk hierbij is dat je werkt volgens normen en waarden, maar ook dat je zelf kunt bepalen hoe je het doel wilt behalen, binnen de regels van het spel. Als je precies weet wat je werkterrein is, krijg je de vrijheid om in actie te komen. Hierbij moet je volledige toegang hebben tot alle beschikbare gegevens en informatie. Alleen dan kun je jezelf tijdig bijsturen op weg naar jouw ultieme doel. “De wil van iemand om te werken is hierbij relevanter dan het talent dat iemand heeft. Talent zijn is een keuze van het individu zelf waarbij de omgeving meer is dan alleen het decor. De omgeving werpt licht op het talent en zet het in bloei, of niet” lezen we in het boek van professor van der Sluis.
24
Hoofdstuk 5. 102% 5.1. Het begin 102%??? Honderdtweeprocent betekent niet meer of niet minder dan het voortdurend op zoek gaan naar 2% extra. Waar liggen kansen? Sommige sporters zoeken het in dit verband in doping. Dat is natuurlijk niet de weg. Het is iets anders wat we hier bedoelen. Wat zijn hulpmiddelen of instrumenten, methodes, voeding, activiteiten en praktijken of voorbeelden uit eigen of andere disciplines die gebruikt kunnen worden om net iets slimmer, beter, efficiënter te kunnen omgaan met bepaalde facetten van de sport, of in het werk, en daarmee de prestatie aanzienlijk kunnen verbeteren. Maarten is continu op zoek naar hulpmiddelen die hem kunnen helpen om sterker, meer gebalanceerd, fysiek fitter te kunnen trainen en presteren. Hier ligt een kans om 20% te winnen ten opzichte van de concurrentie, aldus Maarten. Ook gouden hockey coach Marc Lammers wist dit punt fantastisch uit te nutten in zijn voorbereiding op de Olympische Spelen van Beijing. Het gaat om creatief denken, buiten de kaders (out-‐of-‐the-‐box), denken in kansen en het werken met de beste coaches en ondersteuners die er beschikbaar zijn. 5.2. Maarten Maarten is dus voortdurend op zoek naar 2% extra die 20% van zijn totale onderscheidend vermogen uit kunnen maken. Hieronder tref je een selectie aan van dingen die Maarten heeft opgezocht, gevonden en uitgeprobeerd of nog steeds toepast in zijn dagelijkse leven. De manier waarop Maarten om gaat met het zoeken naar nieuwe dingen, oplossingen voor problemen of vanuit drang naar verbetering past helemaal in zijn karakter zoals in hoofdstuk 3.3. weergegeven in zijn Octogram. Maarten scoort een 9, de hoogst mogelijke score, op pionier. Een pionier is iemand die voortdurend op verandering is naar vernieuwing, altijd bezig met frisse ideeën en om dingen op een andere manier te proberen. Ze zijn voortrekkers bij het doorvoeren van veranderingen. Toen spelers in het Nederlands voetbal elftal zogenaamde Balans bandjes gingen dragen, ging Maarten deze ook proberen.
25
Maarten heeft al vanaf jonge leeftijd bepaalde problemen met zijn darmen. De rug is bij veel kanovaarders een zwaarbelaste en dus blessure gevoelige plek. Het onder controle krijgen van stress voor wedstrijden is essentieel zoals ook een zo optimaal mogelijke ademhaling. Op al deze punten is Maarten in aanraking gekomen met middelen die hem helpen om zijn prestaties dag in, dag uit met 2% te verbeteren, elke dag kleine stapjes te maken. Continue verbetering is zijn doel. Yakult helpt hem om de flora van zijn gevoelige darmen op orde te houden. Zeker in tijden dat zijn wedstrijden of trainingen plaats vinden op rivieren waar de kwaliteit van het water slecht is. De back stretcher gebruikt hij om zijn rugspieren te rekken, scheefgroei of het krom groeien vanuit de enorme spieropbouw in de rug en schouders te voorkomen. De emWave is een instrument om de hartritme frequentie in een coherent spectrum te krijgen met de ademhaling. Een manier om hart en longfunctie te trainen om snel in een staat van ‘flow’ te komen. Maarten is steeds op zoek naar nieuwe prikkels, dingen die beter kunnen en neemt geen genoegen met een standaard programma. Elke dag 2% verbeteren betekent ook zelf het heft in eigen hand nemen. Opnieuw refereer ik aan de werkwijze van Marc Lammers in aanloop naar en in Beijing 2008. Marc is typisch iemand die continu op zoek is naar mogelijkheden voor verbetering, continu op zoek naar de 2% die we hier bedoelen. Hierbij kijkt hij buiten de kaders, gaat hij buiten de gebaande paden en heeft bijvoorbeeld gekeken naar hoe Anky van Grunsven traint. Na elke training werden de benen van haar paard gekoeld met ijs. Hierdoor trad een sneller herstel op van de spieren waardoor Anky drie keer in plaats van twee keer per dag met Salinero kon trainen. Marc paste dit toe bij de hockey dames. Hij liet bakken met ijswater aandragen waar de dames hun spieren in konden koelen. Een pijnlijke methode, maar mogelijk wel een aspect wat bijgedragen heeft aan het behalen van de gouden medaille.
26
5.3 102%, continue verbetering, lean denken en werken Geluk speelt vaak een belangrijke rol, maar geluk dwing je ook af. Zeker waar het gaat om het wel of niet aan de oppervlakte komen van talent of het behalen van succes. In succes verhalen is het bijna altijd mogelijk om kleine veranderingen te identificeren, onze 2% extra, die een buitengewone prestatie hebben gemaakt tot een exceptioneel resultaat. Veranderingen die, as ze er niet waren geweest de prestatie even goed hadden kunnen veranderen in een middelmatig resultaat. De Volkskrant van 5 mei 2014 beschrijft het verhaal van voetballer Dirk Kuyt met de kop “Het geluk van Mister Duracell” en start na de intro met de zin: “Je moet als voetballer wat geluk hebben wil je boven in de kaartenbak van een betaald voetbalclub belanden.” Bill Gates had het geluk in de buurt van een van de eerste grote mainframe computers ter wereld te wonen, en deze te kunnen gebruiken. Marc Lammers heeft dyslectie wat hem in zijn schoolperiode automatisch richting een sport opleiding dreef. Ook voor talent in het bedrijfsleven is het een mooie opdracht om voortdurend 2% verbetering te zoeken. Kijken hoe dingen eenvoudiger en efficiënter kunnen zoals in lean methodes als Six Sigma gebruikelijk. Voortdurend open staan voor nieuwe dingen, creatief zijn en buiten de gevestigde kaders denken; out-‐of-‐the-‐box. Denken dus in kansen in plaats van in bedreigingen, en daar naar leven. Maar ook het gebruik maken van een coach als spiegel om naar jezelf te kijken en je functioneren te verbeteren, je talenten te herkennen en te onderkennen welke hefboomvaardigheden je moet ontwikkelen om zo optimaal mogelijk in je kracht te functioneren. Een bekende methode om naar 102% te kijken in het bedrijfsleven is de Deming Circle. In dit model gaan we uit van continuous improvement; voortdurende verbetering. Verbeteren begint altijd met het hebben van een plan, gevolgd door het uitvoeren van dat plan. In de uitvoering kijk je of dat wat je doet succesvol is. Je checkt de tussentijdse voortgang en afhankelijk van je observaties normaliseer je (je borgt de voortgang daar waar in lijn met de wensen), stuur je bij en kijk je opnieuw naar je plan. De kunst hierbij is om het lange termijn doel voor ogen te houden en de stappen op korte termijn zo klein mogelijk en overzichtelijk te houden. Om korte termijn SMART doelen te formuleren die je Plan-‐Do-‐Check-‐Act (PDCA) toepast. Als je een plan niet opdeelt in kleine stapjes (milestones) loop je de kans om te verzanden in een lastige bijsturing. Hou het klein, 2% per dag,
27
en blijf flexibel. Dit doen topsporters ook. Ze hebben een plan om op een bepaald moment te kunnen pieken. Ze werken daar naar toe, monitoren hun progressie, consolideren hun programma of sturen het programma of de ambitie bij als het gewenste resultaat niet behaald wordt. Uiteindelijk leidt dit tot een bijsturing van het plan of het maken van een nieuw plan, waarna de cirkel weer opnieuw start. Het is de kunst om korte termijn plannen te maken, met de lange termijn doelstelling voor ogen. Werken naar een piek moment op de Olympische Spelen betekent zorgvuldig omgaan met tijd, kosten en inspanningen. Het leggen van tussentijdse WK en EK doelen, keuzes maken om wel of niet deel te nemen aan bepaalde World Cup wedstrijden of nationale competities om zo optimaal mogelijk in vorm te zijn op die momenten dat het er echt toe doet. Het gaat hier dus ook om het voorkomen van ‘uitval’ of ‘verspilling’. Dat behoort tot het zogenaamde ‘lean’ denken en heeft te maken met het voortdurend optimaliseren van je efficiency en effectiviteit. De PDCA cirkel maakt onderdeel uit van ‘lean’. Besteedt je tijd alleen aan die dingen die er echt toe doen. Focus je inspanningen en voorkom dat je een (groot) deel van je tijd bezig moet zijn met zaken die niet in je talentgebied liggen, dingen die je veel energie en moeite kosten. Zoek mensen om je heen die juist die gebieden waar jij moeite mee hebt leuk vinden en daar wel energie uit halen. Iedereen is anders; verdeel en heers. Voortdurende verbetering en optimalisatie is, per definitie, buiten de gebaande paden gaan, buiten de kaders en beperkingen denken. Het is vooral het verkrijgen van oplossingen vanuit nieuwe inzichten. Om in een organisatie iedereen hierin mee te krijgen is een duidelijke visie, missie en strategie nodig met duidelijke, meetbare, haalbare, realistische en tijdgebonden (SMART) doelstellingen en milestones zoals in de sport een EK, WK of Olympische Spelen. Met andere woorden het werk moet te doen zijn, maar ook uitdagend. De verwachtingen die je aan jezelf stelt, of die de organisatie aan je stelt moeten aansluiten op je vermogen en talent.
28
Hoofdstuk 6. WINNING TEAM 6.1. Het begin De kanosport is een individuele sport, tenminste grotendeels. Een topsporter kan echter niet zonder begeleiding. Volgens Maarten gaat dit verder dan een coach en een trainer en een fysiotherapeut. Het gaat hier om de totale ondersteuning. Maarten heeft een team om zich heen gevormd van ex topsporters uit de kanowereld zoals Olympisch sporters Jürgen Kohler (Olympisch finalis, 6e plaats, München 1972, coach Londen 2012) Sam Oud (Olympisch finalist, 8e plaats, Athene 2004) en Robert Bouten (Olympisch finalist, 9e plaats, Beijing 2008) die hem bijstaan als trainer coach of ondersteuner.
Daarnaast heeft Maarten een aantal topsporters en coaches aan zich weten te verbinden als ‘ambassadeur’. Hieronder zijn de bekendste namen: Pieter van de Hoogenband, Robin van Gaalen en Johan Cruijf.
Maarten Hermans ontvangt de
Male Athlete Student of the Year Award uit handen van Johan Cruijff
Winning team A team of experts
Jürgen Köhler (D) Ex coach, 2012
German Olympic Team Olympic Finalist C1
Munich 1972 Robert Bouten (NL) Olympic Finalist K1
Beijing 2012
Sam Oud (NL) Olympic Finalist K1
Athens 2004
29
Daarnaast zijn natuurlijk de directe familie en een team van sponsoren en supporters van groot belang. Als lezer van dit e-‐boek bent u daar een van; “Welcome to the Dream.” Zonder financiële ondersteuning haalt geen enkele sporter het hoogste doel. Het Winning Team maakt volgens Maarten opnieuw 20% uit van zijn onderscheidend vermogen. De omgeving is veel meer dan alleen het speelveld. Ook voor u, in uw baan of binnen uw bedrijf, geldt dat u ambassadeurs nodig heeft, gebaat bent bij een goede coach en pas goed tot uw recht kunt komen met de juiste ondersteuning vanuit uw privé situatie of directe omgeving. 6.2. Maarten en zijn ambassadeurs Pieter van den Hoogenband en Robin van Galen zijn ambassadeurs van Maarten. Beiden hebben samen met Maarten films1 opgenomen waarin ze Maarten ondersteunen en mensen aanmoedigen datzelfde te doen, al dan niet financieel.
Zowel Pieter als Robin onderkennen dat een goed team om je heen, van mensen met verstand van zaken, van heel groot belang is. Pieter heeft de periode van 1993 toen hij Europees Jeugd Olympisch kampioen werd tot 1996, zijn eerste Olympische Spelen, als zeer mooi en leerzaam ervaren. In dat traject richtte hij , samen met zijn vader en trainer Jacco Verharen, een stichting op waarin ze sponsoren samenbrachten die hun ambitieuze plan hebben ondersteund om met één zwemmer te kunnen zwemmen op de spelen van Atlanta. Uiteindelijk werden dat elf zwemmers, omdat ze zo goed bezig waren. Dat was een periode waarin Pieter aangeeft heel hard te hebben gewerkt en heel hard te hebben getraind (zie hoofdstuk 2, oefening): “De periode daarna was heel erg leerzaam, omdat ik er toen achter kwam dat als ik die stap wilde maken, en ik bij de internationale top wilde blijven, een heel goed team met specialisten nodig had. Een team met
30
specialisten bestaat uit een dokter, fysiotherapeut, een voedingsdeskundige, een krachttrainer, et cetera; alles wat je nodig hebt om het maximale uit je talent te halen. Die mensen haalde ik uit verschillende takken van sport. Het motto was, laat Pieter zo hard mogelijk zwemmen. Door hun taal te leren spreken kon ik hen feedback geven en bleven zij de beste op hun vakgebied en kon mijn trainer dus maatwerk leveren. Daardoor kon ik gericht mijn piekmomenten uitkiezen en op die piekmomenten ook toeslaan en goed zijn. Wat absoluut het verschil heeft gemaakt in mijn carrière, met de mensen met wie ik samenwerkte in mijn team, op het droge maar ook in het water en met mijn ploeggenoten, was de beleving. Deze mensen waren absoluut intrinsiek gemotiveerd. Zwemmen is een mentaal zware sport, je moet je voorstellen: vierenhalf uur per dag met je kop in een bak met water heen en terug zwemmen. Wij vonden het allemaal heel erg gaaf om met die sport bezig te zijn en de direct betrokkenen vonden het heel erg gaaf om ons te helpen en te ondersteunen en daarin hebben we ook heel vaak geselecteerd. Toen ik Maarten voor de eerste keer tegenkwam, dat was op het sportgala, vond ik het heel erg leuk om hem in zijn ogen te kijken en te zien dat hij absoluut intrinsiek gemotiveerd is.” Robin van Galen noemt een drietal belangrijke succesfactoren: Het begint bij een goed programma, maar daarnaast is het erg belangrijk om de goede mensen om je heen te verzamelen. Robin heeft dat ook gedaan bij het dames waterpolo team. Want zo zegt Robin: “Uiteraard kun je het niet alleen als coach, en de spelers ook niet.” Als derde punt geeft Robin aan dat het hebben van aanleg of “talent” van essentieel belang is, waarbij hij impliciet ook nog even aanstipt dat een belangrijke factor hierbij het intrinsieke doorzettingsvermogen is2.
31
Hoofdstuk 7. BALANS 7.1 Het begin Het kunnen blijven leveren van topprestaties staat en valt met balans. Veel trainen, maar niet overtraind raken. Aandacht voor signalen, fysiek en mentaal, om op tijd te ontspannen en te ‘recupereren’ zoals ze in het wielrennen zeggen. Maar het gaat ook om waarden, persoonlijke waarden, die in balans moeten zijn met de doelstelling die voor ogen is. Is je doelstelling SMART, dus ook haalbaar, of moet je hem bijstellen? Met andere woorden is je doel in lijn met je capaciteiten? Vind je nog steeds leuk wat je aan het doen bent? En , hoe ga je om met veranderingen vanuit je omgeving die een impact kunnen hebben op jou als persoon of op je doelstelling, zoals het dichtdraaien van de geldkraan door NOC | NSF. Maarten kent hier, mede vanuit zijn persoonlijke ervaring, maar 10% aan toe als onderscheidende factor. Ik wil hier graag aan toevoegen dat hij daar best goed mee kan zitten als het gaat om het positieve onderscheid dat je kunt hebben als alles goed gaat. Zitten er dingen, al dan niet buiten de eigen invloedssfeer, tegen dan heeft dit punt echter een zeer grote risico factor, die alle andere aspecten sterk negatief kan beïnvloeden. 7.2 Maarten Een van de zaken die van belang zijn bij het vinden van balans is het voldoende inbouwen van rustmomenten. In het volgende hoofdstuk komen we hier ook op terug waar het gaat om het hebben en behouden van een “mindset of a winner”. Om Balans te bereiken is het streven naar Flow een belangrijk goed. Flow gaat over de eenvoud waarmee je jouw acties kunt uitvoeren. Flow heeft ook te maken met de 10.000 uren regel. Als je in flow zit gaat alles vanzelf, zonder er bij na te denken. Maarten zoekt in alles wat hij doet die dingen op die voor hem van belang zijn en waar hij lol in heeft om “in het nu” te doen. Dit betreft zijn studie en de inrichting van zijn totale tijd. Hij leeft voor zijn sport en voor het resultaat dat hij wil neerzetten. 7.3 Balans en flow in het dagelijkse en werkende leven We hoeven niemand te vertellen dat balans in het dagelijkse leven belangrijk is. Toch kampen veel mensen met een onbalans. Vaak heeft dit te maken met keuzes op het gebied van structuur en rust. Hierbij hoeven we niet, zoals topsporters, voortdurend te streven naar Flow, toch kan een
32
benadering van het leven waarin we een zekere mate van flow nastreven zeer goed helpen om het dagelijkse evenwicht te beheren. Flow is echter niet zaligmakend. Ook structuur is nodig. Een vast dagritme voor eten, ontspanning en slapen is essentieel voor een goede balans. Als we het hebben over de relatie tussen balans en flow dan zoomen we met name in op ontspanning. Een essentiële activiteit om geestelijk gezond te blijven en opbouw van stress te voorkomen. Ontspanning kan op vele manieren. Hieronder beschrijven we een manier die voor mensen die voortdurend prestaties moeten leveren goed kan werken. Ook GGZ begeleiders en arbeidsdeskundigen die adviseren bij stress en burn-‐out focussen voor het bevorderen van herstel vaak op ontspanning door middel van concentratie oefeningen. Een mens beschikt, vanuit de werking en energie behoefte van onze hersenen, maar over een beperkt budget aan voor activiteiten beschikbare aandacht. Als je over dat budget heen gaat, gaat het mis. Het geven van geconcentreerde aandacht aan een bepaalde activiteit is een complexe en energie vretende aangelegenheid voor je hersenen. Ons brein verbruikt in een normale situatie al zo’n 20% van onze energie. Als we focussen op een opdracht gaat alle energie daarheen. De reserve capaciteit komt van seconde tot seconde vrij, mits daar ruimte voor is. En hoewel het brein een grote consument is van energie (met name glucose) benadrukken wetenschappers ook steeds meer dat je ‘denken’ met je hele lichaam gebeurd. Je denkt met je lichaam door bijvoorbeeld alle signalen die vanuit je huid, spieren en zintuigen informatie geven aan je brein. Deze visie op denken gaat dus veel verder dan alleen wat in je hoofd afspeelt. Je hele zenuwstelsel (en meer) is erbij betrokken. Daar komt nog bij dat we vanuit onze lichaamsfuncties vooral ons onderbewuste aansturen. De meeste activiteit van ons brein vindt niet bewust plaats, maar is verborgen voor ons bewustzijn. In de sport, maar ook in ons werk en ons dagelijkse leven, betekent dit dat je een deel van je activiteiten moet kunnen bedrijven op de automatische piloot. Je lichaam vraagt bij het leveren van topprestaties, zeker in de sport maar ook in andere veeleisende situaties, alle energie die je beschikbaar hebt. Er is op zo’n moment gewoonweg weinig tot geen energie meer om nog rationeel te kunnen denken en handelen. Elke gedachte kost een sporter energie die ten koste gaat van zijn prestatie. Ook in ons werk moeten we bij veeleisende omstandigheden hier alert op zijn! Je kunt weliswaar verschillende dingen tegelijk doen, maar alleen als ze weinig tot niets van je concentratievermogen vergen. Denk hierbij ook aan het hardlopen op een loopband, terwijl je gelijktijdig relatief eenvoudige
33
sommen moet oplossen zoals je bijvoorbeeld ziet in jeugdprogramma’s als ‘Mijn vader is de beste’ en ‘Wij zijn de beste’. Hoe harder je moet lopen (fysieke inspanning) hoe moeilijker je de sommen kunt oplossen (mentale inspanning). Als fysiek alles van je gevraagd wordt kun je moeilijker nadenken. Ik heb eens een manager van een buitensport bedrijf ontmoet die al zijn sollicitatiegesprekken afnam terwijl de kandidaat een jeep moest besturen op een moeilijk terrein. Doordat de sollicitant een groot deel van zijn aandacht nodig had voor het besturen van de 4x4 had hij weinig tot geen gelegenheid om zijn antwoorden te overdenken en had hij dus ook geen gelegenheid om sociaal wenselijk te antwoorden op de vragen van de manager. Voorgaande onderstreept het belang van 10.000 uren maken in je specialisme, jezelf trainen om je activiteiten volledig op de automatische piloot te kunnen doen, in flow, zodat je weinig concentratievermogen nodig hebt en je brein ruimte heeft om, alleen daar waar nodig, bij te sturen. Als je ervaren raakt in het uitvoeren van fysieke of mentale taak neemt de energie behoefte van de hersenen daarvoor af. Hersenstudies hebben uitgewezen dat het activiteitenpatroon dat samenhangt met een actie verandert als de vaardigheden toenemen waardoor minder gebieden in je brein mee hoeven te doen. Het hebben van talent, ofwel natuurlijke aanleg, voor die activiteit heeft hetzelfde effect. Voor de rest van je opdracht is het zaak je gedachten te minimaliseren. Oefening door yoga, tai-‐chi of mindfulness kan de sporter, en ook jou als professional helpen bij het bereiken hiervan. Het is bewezen dat door elke dag een aantal minuten een van deze brein ontspannende activiteiten te doen, je jezelf kunt trainen om ‘flow’ de ruimte te geven. Als je kalm en vriendelijk bent naar jezelf, ongeacht hoe je jezelf voelt, dan wordt je als vanzelf beloond met een gevoel van kalmte en vriendelijkheid. Als je iets denkt of associaties hebt van iets dan ga je daar onbewust naar handelen, een selffulfilling prophecy treedt in werking. In deze context kunnen we ‘focus’ ook een vorm van mentale voorbereiding noemen. Door het bewust inroosteren van rustmomenten en pauzes breng je jezelf meer in balans en laadt je jouw batterij op voor de momenten dat je de energie moet aanspreken. Een pauze nemen kan helpen, maar nog beter is het dus om in die pauze even te gaan wandelen of een concentratie oefening te doen als tai-‐chi, mindfulness of een vorm van meditatie. Terug naar de ultieme concentratie, terug naar flow. Flow kun je omschrijven als een staat van inspanningsloze concentratie, zo diep dat het
34
gevoel voor tijd, het gevoel van jezelf en je problemen verdwijnt. Het is de optimale ervaring. Flow staat voor een piek van zelfregulering, de maximale ontplooiing van emoties ten dienste van presteren of leren. Tijdens flow maak je positieve emoties los voor een energieke aanpak van de taak die je onderhanden hebt. Je kan jezelf volledig concentreren en je voelt een spontane vreugde. De kenmerken van flow zijn: gespannen maar onverstoorbare concentratie, flexibiliteit bij het reageren op wisselende uitdagingen, functioneren op de toppen van je vermogens en vooral ook plezier in waar je mee bezig bent. Kijk hierbij even terug naar de opmerking van Pieter van den Hoogenband in het filmpje voor Maarten. “Zwemmen is een mentaal zware sport, je moet je voorstellen: vierenhalf uur per dag met je kop in een bak met water heen en terug zwemmen. Wij vonden het allemaal heel erg gaaf om met die sport bezig te zijn…”. Wat mij betreft een voorbeeld van werken aan functioneren op de toppen van je vermogens, met plezier en waarschijnlijk in flow! Om een dergelijk niveau te kunnen bereiken is een evenwicht nodig en een naadloze synchrone en efficiënte samenwerking tussen verschillende delen van je brein. In flow ben je instaat de talenten die je bezit op topniveau in te zetten. Ook hier komt de 10.000 uren regel van Gladwell dus weer om de hoek kijken. Deze uren zijn nodig om perfectie te genereren en alleen als je lijf en je hersenen optimaal getraind zijn door de vele, vele uren kun je zonder mentale inspanning en op de automatische piloot presteren op het absolute topniveau. Binnen organisaties geldt min of meer hetzelfde. Een organisatie of team functioneert in de mate waarin medewerkers hun talenten in hun volle kracht kunnen inzetten. Hoe meer momenten van flow – of zelfs maar een voortdurend verblijf in het gebied van betrokkenheid en motivatie – hoe beter. Om flow te kunnen bereiken is het belangrijk om je concentratievermogen te ontwikkelen. Een strategie om de kansen op het vaker behalen of benaderen van flow te vergroten is het beoefenen van concentratie versterkende oefeningen en lichaamsontspanning. Dit zijn oefeningen die zo veel mogelijk in je dagelijkse patroon moeten worden ingebakken: zoals al eerder aangegeven: een uurtje (met de hond) lopen, mindfulness, tai-‐chi. Maar ook een ronde op de golfbaan, schilderen of musiceren kan helpen. Zelfs als het elke dag maar een relatief korte periode is die je aan die activiteit besteedt. In 102% maakten we melding van het feit dat Maarten onder andere gebruik maakt van de emWave. Een apparaatje om de hart-‐long frequenties met elkaar in lijn te brengen. Je hartritme verandert voortdurend omdat je
35
centrale en je autonome zenuwstelsel reageert op interne en externe stimuli. Dit hartritme heeft een willekeurig patroon rond een gemiddelde frequentie. Het ademhalen met een bepaald ritme stopt het willekeurige patroon van het hartritme en laat het hartritme het ritme van de ademhaling volgen. Hierdoor ontstaat een ‘coherentie’ tussen ademhaling en hartslag. Deze coherentie is de harmonieuze flow van informatie, samenwerking en volgorde binnen de subsystemen die ons in staat stellen om complexe functies op een makkelijke manier vorm te geven. Het gaat hierbij om de hogere orde van samenwerking van fysieke subsystemen zoals het hart, het brein en organen, maar ook tussen cognitieve, emotionele en fysieke systemen. Maarten gebruikt deze techniek die voortkomt uit de neuro feedback om zijn lichaam te trainen teneinde flow makkelijker te kunnen bereiken. Naast de emWave zijn er tegenwoordig ook goedkopere en makkelijk bruikbare oplossingen vindbaar in de Appstores voor iPhone en Android. Een goede App is bijvoorbeeld HeartRate+. Wat verder kan helpen bij het mentaal voorbereiden van je activiteiten, en dus het bevorderen van flow, is visualiseren. Sporters als bijvoorbeeld kanovaarders, turners, schoonspringers en skiërs visualiseren vrijwel altijd hun wedstrijden vooraf. Ze visualiseren elke beweging en actie. Als ik als scheidsrechter op de oever sta van een kanoslalom wedstrijd lopen er voortdurend sporters achter me langs die in diepe concentratie alle slagen en bewegingen die ze op het parcours willen maken visualiseren. Daarnaast visualiseren ze de wedstrijd ook nog vaak op rustige plekken, dus zonder daadwerkelijk langs de wildwater baan te lopen. Hierdoor zijn ze in staat de wedstrijd vooraf een groot aantal keren te doorlopen en hun brein te trainen op datgene wat komen gaat, inclusief mogelijke vooraf in te calculeren alternatieven. De neurologische verbindingen die de aansturing van de spieren reguleren worden zo al ruim voor de wedstrijd voorbereid op de prestatie. In hersenscans is aangetoond dat er in het brein al daadwerkelijke activiteit is op die plekken die in de wedstrijd zullen worden aangesproken. Door middels visualisering de wedstrijd of de activiteit voor te bereiden zet je dus al mentaal dingen in gang die er voor zorgen dat je in de actie, in de wedstrijd, minder hoeft te denken. De route is immers al zodanig in je brein ingeprent dat de acties als vanzelf kunnen komen. Als sporter hoef je daardoor alleen nog maar te anticiperen op de echt onvoorziene, onverwachte gebeurtenissen. Hierdoor wordt er zo min mogelijk energie gevraagd van je brein, alles gebeurd hoofdzakelijk op de automatische piloot. Zodra de onverwachte gebeurtenis voorbij is, gaat de sporter weer verder in de ‘flow’ van datgene dat hij in zijn voorbereiding heeft gevisualiseerd. In kanoslalom komt het aan op de juiste techniek, het
36
juiste lezen van het water en de juiste slagen met de juiste kracht op de juiste plek in het water zetten. Visualisatie is iets dat hierbij heel erg goed ondersteunt. In een visualisatie kun je dus mogelijke onvoorziene gebeurtenissen, variaties meenemen. Je kunt meerdere routes visualiseren. Belangrijk is hierbij om een hoofdroute te kiezen, de optimale. Afhankelijk van de inschattingen van variabelen die je onderweg tegen kunt komen visualiseer je daarnaast een paar alternatieven. De nadruk blijft echter op de hoofdroute. De alternatieven zijn er enkel zodat je voorbereid bent op eventuele noodzakelijke aanpassingen als daar noodzaak voor zou ontstaan. Ook in het bedrijfsleven is bovenstaande praktijk uit de topsport zeer goed toepasbaar, bijvoorbeeld bij het voorbereiden van presentaties, vergaderingen of gesprekken. Laten we hierbij niet overdrijven. Zelfs een paar minuten per dag vrij maken voor oefeningen in geconcentreerde aandacht door tai-‐chi, mindfulness of hart coherentie kan al een groot verschil uitmaken. Het verscherpt je focus en effectiviteit zodanig dat je voorbij gaat aan de gebruikelijke status quo. Hierdoor kun je bepaalde situaties en je resultaten zeker positief beïnvloeden. Ook van ex sporters weten we dat ze hun ervaring meenemen in latere functies in organisaties, in hun post-‐career werkzaamheden. Wat betreft visualisatie kun je bijvoorbeeld voor belangrijke meetings even een rust moment inbouwen om over het betoog of de presentatie te visualiseren. Visualiseer hierbij de mogelijke moeilijke vragen en tegenwerpingen en daarbij de manier waarop je daarop kunt anticiperen en reageren. Het gaat hierbij niet eens zo zeer om de inhoud van de vragen en tegenwerpingen als wel om hoe je daar mee om gaat. In hoeverre je rust inbouwt om de vraag te laten bezinken, samenvat en vervolgens je overdachte reactie geeft.
37
Hoofdstuk 8. THE MINDSET OF A WINNER 8.1. Het begin De mentale instelling van iemand die wil winnen is natuurlijk in de topsport van groot belang. Het gaat echter hierbij niet om alleen het willen winnen. Het gaat zeker ook om het durven falen, het niet blijven hangen in het fantaseren over een mooie toekomst, maar vooral leven in het nu, het opzoeken van stimulerende omgevingen en zorgen dat je alles wat je doet kunt doen in een vorm die ‘flow’ genereert. Volgens Maarten draagt het hebben van een goede mindset als succesfactor maar liefst 30% bij. Volg dus vooral, vanuit je innerlijke drijfveren en overtuigingen en in het hier en nu, je dromen. Durf te visualiseren. En ben blij en dankbaar met alle waardering die je krijgt voor je prestaties. 8.2 Maarten Robin van Galen geeft in een filmpje opgenomen voor Maarten Hermans aan dat talent zit in doorzettingsvermogen. Doorzettingsvermogen is bij iedereen anders ontwikkeld en is van grote impact op situaties waarin het aankomt op mentaliteit, mind-‐set dus. Het lichaam en het brein van een sporter, maar ook de technische en tactische kwaliteiten van een sporter spelen daarbij een rol. Dat Maarten deze mindset heeft is overduidelijk. Als Maarten niet aan het trainen is, dan is hij met allerlei andere activiteiten bezig die hij nodig heeft voor zijn succes. Het zoeken naar mogelijkheden voor de 102%, het voortdurend aandacht geven aan zijn winning team en het uitbouwen daarvan door het bedenken van allerlei promotionele acties om sponsors te werven, onder andere door het persoonlijk opzoeken van media aandacht. Ik denk dat Maarten maar weinig doet in zijn leven dat niet in het teken staat van zijn droom en ambitie. Hierin gaat hij heel ver. Dat is het onderscheidend vermogen van een echte topsporter. Geloven in je missie, gaan voor het resultaat en geen genoegen nemen met half werk. Om deze mindset te onderhouden is wel wat nodig. Als je veel weerstand ervaart, kost het energie. Dat is iets wat je als topsporter absoluut moet voorkomen. Alles wat je doet in de periferie van je sport moet bijdragen en energie opleveren. Mindset heeft dus betrekking op de periferie. Maarten weet dit als geen ander.
38
8.3 Het belang van Mindset Robin van Galen noemt het doorzettingsvermogen. Stamina is ook een begrip dat hier bruikbaar is. Mindset is wellicht meer dan alleen een psychische factor die we terug kunnen vinden in dimensies en subschalen van het Five Factor Model (Big5). Het heeft ook een fysieke factor. Hoe kun je langdurig een mentale of fysieke effort opbrengen voor bepaalde activiteiten. Hoeveel pijn kun je weerstaan. Hoe sterk sta je in je schoenen als het op keuzes aankomt die jij maakt. Wat wil je doen en laten voor jouw ambitie en droom? Wie is je sterkste concurrent3? Mindset is het Engelse woord voor wat wij ‘mentaliteit’ noemen en heeft dus betrekking op onze denk-‐ en gedragspatronen. In de theorie over mindset komen we twee vormen tegen: fixed mindset en growth mindset. Fixed mindset betreft mensen die er van uitgaan dat intelligentie en karakter en ook fysieke aanleg ergens voor een ‘fixed’ ofwel vaststaand gegeven is. Dat ‘talent’ met andere woorden allesbepalend is voor succes, zonder dat daar veel extra inspanning voor nodig is. In dit kader kunnen we dus naar de psychologie kijken, naar karakter of gedrag in aanleg als iets dat we als persoon voor een groot deel in ons DNA en in onze vroege jeugd hebben mee gekregen. Growth mindset is de tegenpool. In deze mindset ga je er van uit dat je mogelijkheden ontwikkeld kunnen worden door onder andere toewijding en kei-‐hard werken. Intelligentie en fysieke mogelijkheden worden hierbij gezien als niet meer dan het startpunt. Growth mindset gaat daarom over het geloof jezelf te kunnen ontwikkelen. Het begint hier weer met het doen van die dingen waarvoor jij passie hebt, zoals Maarten een passie heeft gekregen voor kanovaren. Vanuit die passie maak je keuzes en zet je een ambitie voor jezelf. Hier geldt dat dit nauw aansluit op de 10.000 uren regel van Malcolm Gladwell en ook de visie achter Neuro Linguistisch Programmeren (NLP). We gaan hierbij uit van de maakbaarheid van de mens en dat we allemaal min of meer hetzelfde kunnen bereiken, omdat we in aanleg allen over dezelfde functies beschikken (mits we fysiek en mentaal gezond zijn natuurlijk). Hier komen een heleboel zaken bij elkaar die samen bepalen of iets succesvol kan zijn. Uiteindelijk is het jouw investering in mensen, tijd en
39
geld die maakt of je jouw ambitie gaat halen. Het gaat om jouw keuzes. Wat je wilt kun je bereiken. Maar hoe graag wil je het? Of er nu een fixed mindset of een growth mindset bestaat is wat mij betreft niet relevant. Ik zie het vooral als een samenspel tussen gedeeltelijke fixed componenten en gedeeltelijke growth componenten. Passie is de basis, een basis die voortkomt uit aanleg dus uit een fixed gegeven. Maar ook uit kansen. Als Maartens ouders geen watermolen hadden gekocht, was hij nu niet de top kanovaarder die hij is geworden. Misschien had hij in een andere sport uitgeblonken of had hij gekozen voor een andersoortige studie carrière. Niemand die het weet. Voor een topsporter en voor iemand die op een ander vak de top wil bereiken, geldt maar een ding: het hoogste podium halen. Dit is niet alleen ambitie. Dit is keihard werken en elke ochtend om 5.30 uur het bed uit om in alle vroegte te gaan trainen. Precies zoals Bill Gates als tiener de keuze maakte om midden in de nacht (van 2 uur tot 6 uur ’s-‐ochtends) te gaan programmeren op de mainframe computer, die alleen dan vrij was. Mindset en passie liggen dicht tegen elkaar aan. Maar daar waar tegenslag geldt is het mindset die uiteindelijk de doorslag geeft tot wel of niet succesvol zijn. Mindset kan op veel manieren geboren worden, intern en extern. Ondersteuning vanuit een winning team, iemand die je een trap onder de kont geeft als je van je pad afwijkt, is hierbij van essentieel belang. Hier komt dan ook alles bij elkaar. Alle hoofdstukken uit dit e-‐book samen eindigen bij mindset. Het sluitstuk om de top te bereiken nadat alle andere zaken een plek in je leven hebben gevonden.
40
Hoofdstuk 9. Needs to Succeed in Sports and Business Voor het presteren op top niveau is, zo blijkt, heel wat nodig: Borduur voort op je talenten door training en oefening, dag in dag uit. Toevalligheden haal je naar je toe en zet je om in kansen. Kansen creëer je zelf. Je leeft vanuit passie en duidelijke dromen vanuit een dieper liggende ambitie. Investeer in zelfkennis, laat je spiegelen en zoek mensen op die bereid zijn jou verder te helpen met voortdurend leren. Maak weloverwogen keuzes vanuit deze steeds groter wordende zelfkennis. Je mindset helpt je verder, van tegenslagen kun je leren, als je maar open staat voor vernieuwing en de discipline hebt om door te zetten. Deel jouw ambitie, jouw droom met je omgeving en zorg voor supporters die je ondersteunen bij het verwezenlijken van jouw levenswerk, zoals ook Maarten dat doet: http://www.youtube.com/watch?v=CPVwe1133MM.
41
GEBRUIKTE LITERATUUR: Uitblinkers, Malcolm Gladwell, Uitgeverij Contact 2008, Amsterdam/Antwerpen Gung Ho!, Ken Blanchard & Sheldon Bowles, Uitgeverij Business Contact, Amsterdam/Antwerpen, tiende druk, november 2005 Talent is Goed, ambitie is beter, Prof. Dr. Lidewey E.C. van der Sluis, Van Gorcum, 2012 Thinking Fast, thinking Slow, Daniel Kahneman, Pinguin Books, 2011 Het Brein en Emotionele Intelligentie, Daniel Goleman, Uitgeverij Business Contact, maart 2013. De Geluksfabriek, Maurits Bruel & Clemens Colsen, Scriptum Books Schiedam, 2e druk januari 1999. Kaizen, Masaaki Imai, Kluwer, Deventer, 1992, 4e oplage Quit Influence, Jennifer B. Kahnweiler, PhD, Bret Kohler Publishers Inc., San Fransisco, 2013 Ik kies voor mijn talent, Luk Dewulf, Lannoo Campus Scriptum, 2011, 5e druk
42
NOTEN 1 Pieter van den Hoogenband als ambassadeur van Maarten Hermans: http://www.youtube.com/watch?v=MnMo1TnbI6A 2 Robin van Galen als ambassadeur van Maarten Hermans: http://www.youtube.com/watch?v=5Kp8hazFsXM 3 Maartens sterkste concurrent: http://www.youtube.com/watch?v=2DzU4gmZPDI
Top Related