Download - Muziekgeschiedenis 19-04

Transcript
Page 1: Muziekgeschiedenis 19-04

Muziekgeschiedenis 19/04

Brahms: Muzikaal zinvolle is belangrijker dan pianistieke Luistervoorbeeld: 2e pianoconcerto Concerti zijn niet gericht op het paradepaard zijn voor de solist, symfonisch, niet

virtuoos Haydnvariaties: 8 x V-I-cadens Enorm veel bewondering voor Beethoven Conclusie:

o Chromatiek als expressie binnen de tonaliteit (i.t.t. Liszt)o Imitari (imiteert Beethoven zijn modellen daar waar mogelijk) et aemulario Structureel denken (intervallen; cf. Symfonie 4)o Beethoven: expressie is belangrijker dan eufonieo Brahms: structuur is belangrijker dan expressie en eufonieo Gebruiksmuziek/kunstmuziek: Hongaarse dansen

Absolute muziek: tönend bewegte formen

Nationale Scholen:

Moessorgskij: De ‘vijf’ (‘het machtige hoopje’): Moessorgskij, Cui, Balakirev, Borodin, Rimskij-

Korsakov Liederen: declamatorisch, intervaldenken Symfonische gedichten (teleologische romantiek, zie Liszt) Schilderijententoonstelling: beroemd pianowwerk waarin het verhaal verteld wodt

van iemand die van het ene schilderij naar het andere gaat. Boris Godoenov: opera, kritische reflectie over tsarendom Sonoriteit wordt belangrijker dan harmonisch denken (impressionisme) Telos = Russische muziek Negatie van vorm/regels/welluidende (expressionisme)

Tsjajkovskij: Invloed Schumann Symfonieën: 1-3 nationalistisch, 4-6 artistiek/ technisch hoogstaand Concerti: grote populariteit Baletten: traditiebevestigend Sterke melodieën zijn zijn handelsmerk

Dvorak: Invloed Liszt/Wagner Nadien invloed van Brahms Nationalistisch in opera’s (in het Tsjechisch) 9 symfonieën Kamermuziek: strijkkwartet, trio Traditiebevestigend Integratie volksidioom

Page 2: Muziekgeschiedenis 19-04

Hoogromantiek:Algemeen:Kleur en sterkte:

‘sfeer’: geheel van details die waargenomen worden, maar niet rationeel geduidt.

Laatromantiek:

Alleen in muziek (elders: 1890-1910 begin modernisme) 1890:

o Feitelijk: einde hoogromatische productie, begin Mahler/Strauss, Satie, Debussy

o Stilistisch: andere stijlmiddelen treden naar voren

Rimskij-Korsakov: Orkestrator Geen expressie-esthetiek, esthetische theorieën maar techniciteit

Puccini: Belcanto gekoppeld aan het verisme Bewust van het modernisme, citaatdenken (neocassicistisch)

Wolf: Lied: stijl als stijlmiddel, pluralistisch