Download - Mohammed, magie en - · PDF fileDat leidt tot si- tuaties waarbij de ... aanmoeten met vragen en verhalen over religie en magie. ... hun religie wordt neergekeken, maar voor mi

Transcript
Page 1: Mohammed, magie en -   · PDF fileDat leidt tot si- tuaties waarbij de ... aanmoeten met vragen en verhalen over religie en magie. ... hun religie wordt neergekeken, maar voor mi

22 Z AT E R DAG & C E T E R A N R C H A N D E L S B L A D

22 Z AT E R D A G 1 2 JA N U A R I & Z O N D A G 1 3 JA N U A R I 2 0 0 8

Z AT E R DAG & C E T E R A N R C H A N D E L S B L A D 23Z AT E R D A G 1 2 JA N U A R I & Z O N D A G 1 3 JA N U A R I 2 0 0 8 23

Veel moslims wenden zich

in tijden van malheur tot

een gebedsgenezer. Ahmed

Essabar drijft in een

omgebouwde garage

geesten uit. „Als tabletten

niet helpen, kan ik het

toch proberen?”

Dimitri Tokmetzis

‘De echte gave zit hier’, zegt Ahmed Essabar, kijkend naar zijn handen Fo t o ’s Leo van Velzen

Het is een bont gezelschap

van handopleggers,

paragnosten, amulettenmakers

en excorcisten

‘Haar verloofde heeft de benen

genomen. Misschien is er een

djinn aan het werk’

Iedere genezing is voor Ahmed Essabar ookeen show. Als hij een djinn (geest) uitdrijft,wrijft hij zijn handen warm, roept een paarspreuken die al jaren in de familie circule-ren, legt zijn handen op de patiënt en dan

gebeurt het: de boze geest verlaat het lichaamen de patiënt geneest. Wonderbaarlijk. Door dewil van Allah, die aan Essabar ‘baraka’, ze-genende kracht schonk.

De islamitisch genezer houdt zijn praktijk inde omgebouwde garage van zijn Zoetermeersewoning en in zijn kleine, volgepropte winkeltjeop de Beverwijkse Bazaar. De garage is eenknusse ruimte met Arabische sofa’s, glazen bol-len, koperen potjes, een Marokkaanse vlag, Ne-derlandse klompen en lege wierrookbakjes dienog steeds een zoete lucht verspreiden. Het zijnsfeervolle, maar nutteloze parafernalia, louterbedoeld om de patiënt gerust te stellen. De ech-te gave zit hier, zegt Essabar, wijzend naar zijnhoofd en kijkend naar zijn handen.

En die handen worden flink aan het werk ge-zet. Wekelijks ontvangt hij vijf tot twintig pa-tiënten die twee tientjes per uur betalen voor

een consult. Telefonisch advies is gratis. Hijwordt daarom continu gebeld, gesprekken diehij, zittend in zijn luie stoel, sprekend in zijnheadset en spelend met de pootjes van zijn brilafhandelt. Aan het einde van het interview beltbijvoorbeeld een vrouw op. Ze is overstuur en intranen. Haar verloofde heeft na drie jaar relatiede benen genomen. Hij ging even terug naarMarokko en eenmaal daar zag hij ineens van hetvoorgenomen huwelijk af. De vrouw heeft geenNederlandse verblijfsvergunning en vreest ookde schande die de familie zal toevallen.

Is dit een kwestie voor een islamitische gene-zer? Kom maar langs, zegt Essabar tegen devrouw. „Misschien is een djinn aan het werk”,zegt hij terwijl hij ophangt. „Je moet eens wetenhoe dat in Marokko gaat. Een man gaat terug,eet daar in het bijzijn van een andere vrouw eenmaaltijd en is ineens op haar verliefd. De vrouwkan hem hebben laten betoveren. Mensen inMarokko zijn arm en willen graag naar Europa.En door armoede doet men rare dingen. Mis-schien is er niets aan de hand, maar dan kan ikhaar op zijn minst aan een maatschappelijk

werker helpen. Ik ken wel een paar goede.”

E ssabar is één van de circa honderd islami-tische genezers die in Nederland vijftig-tot honderdduizend moslims bijstaan in

malheur en ernstige ziekten. Soms ziet hij men-sen met simpele lichamelijke klachten en ver-wijst die meestal snel naar de huisarts. Immers,ieder zijn winkel. Een groot deel van Essabarspatiënten komt met psychische klachten, va-riërend van een milde depressie en boosheid totschizofrenie en chronische psychosomatischeaandoeningen. Voor sommige patiënten is Essa-bar het eindpunt van een lange mars door de in-stanties. De meeste klanten komen naar hemomdat ze hetzelfde aankijken tegen ziekte engenezing en ook uit een milieu komen waar de-monen, magie en het boze oog veel kwaad werkv e r r i ch t e n .

Zo ook het jonge echtpaar dat ineens voor dedeur staat. De modern uitziende man en vrouwzijn in grote nood en daarom wellicht veel tevroeg voor hun consult. De vrouw heeft sindskort ernstige psychische problemen. Ze is apa-

thisch en wil niets meer van haar man weten.Als ze naar hem kijkt, ziet ze een monster, eenwalgelijk figuur. En dat zomaar, van de ene opde andere dag. Ze kan niet meer voor de kinde-ren zorgen en de vader maakt lange dagen op dezaak. „Ik moet ze snel weer op de been helpen”,zegt Essabar beslist. Maar ze moeten nog evenbuiten wachten tot het interview is afgelopen.

Kan deze vrouw niet beter naar het RIAGGgaan? Essabar denkt van niet. Hij zag meteen aldat ze bezeten is van een djinn. Hij zal een paargesprekken met het echtpaar voeren om te ach-terhalen waar de djinn vandaan komt, wat hijwil en wie hem wellicht heeft bevolen in het li-chaam van de vrouw te gaan zitten. Het zou eenrivale in de liefde kunnen zijn. Bij het RIAGGhebben ze voor bovennatuurlijke zaken weinigoog .

Voor veel westerse zorgverleners is deze ho-listische en bovennatuurlijke benadering eengruwel. „Het is pure kwakzalverij, daar moet jeniet in meegaan”, zegt Cees van der Smagt,huisarts in ruste en bestuurslid van de Vereni-ging tegen Kwakzalverij. „Je moet je als artskunnen verplaatsen in de achtergrond van al-lochtone patiënten. Maar je moet deze mensenook uit hun leefwereld halen en ontmoedigendat ze naar een volksgenezer gaan. Uiteindelijkwil je toch dat allochtonen opgaan in jouw cul-tuur. Die onzin van volksgenezer hoeft niet tel-kens bevestigd te worden.”

Het ziet er uit dat die aanpassing, waar Vander Smagt op rekent, nog wel even op zich laatwachten. Uit recent onderzoek van het ErasmusMedisch Centrum in Rotterdam blijkt dat al-lochtonen vaker een psychiatrische stoornishebben, maar over het algemeen in minderemate gebruik maken van de geestelijke gezond-heidszorg (ggz) dan autochtonen. De verbeter-de toegankelijkheid van de zorg sinds begin ja-ren negentig heeft daar niet veel aan veranderd,zeggen de onderzoekers. Turkse en Marokkaan-se mannen weten weliswaar vaker de weg te vin-den naar de reguliere zorg. Maar andere bevol-kingsgroepen en met name vrouwen zoekennog dikwijls hulp in het alternatieve circuit.

Cor Hoffer, cultureel-antropoloog bij ggz-in-stelling Bavo Europoort in Rotterdam, ziet eengroeiende belangstelling van jongere genera-ties voor islamitische geneeswijzen. „Tot nu toe

is altijd aangenomen dat de nieuwe generatieszich zouden aanpassen aan de heersende ge-dachten over gezondheid en ziekte. De jongeregeneratie allochtonen is immers opgegroeidmet het westerse denken.”

N avraag onder Marokkaanse jongerenleidt meestal tot ongemakkelijke stiltes:het is geen onderwerp waar heel open

over gepraat wordt. Diverse internetfora biedenmeer inzicht. Geregeld worden oproepen ge-plaatst waarin een forumlid een betrouwbarefqih (genezer) zegt te zoeken, die zwarte magiekan bestrijden. ‘Salimaz’ bijvoorbeeld is teneinde raad. „Een familielid heeft toegegevendat ze shour (magie) bij mij gedaan heeft om mijte beschermen, om mannen bij mij uit de buurtte houden. Het gevolg is dat mannen nu nietnaar mij omkijken.” Vaak leiden dit soort op-roepen ook tot scherpe vermaningen van vromemoslimjongeren die de geneeswijzen als haramafdoen. Sympathiserende forumleden dragenkoranpassages aan die ‘Salimaz’ kan reciteren.Anderen helpen haar aan adresjes van goedefqih’s in Nederland en België.

Aan genezers is geen gebrek in Nederland.Volgens cultureel antropoloog Hoffer, die al ja-renlang onderzoek doet naar deze geneeswijzenen hulpverleners adviseert over interculturelecommunicatie, zijn er ongeveer honderd gene-zers in Nederland actief. Het is een bont gezel-schap van Turkse en Marokkaanse handopleg-gers, amulettenmakers, paragnosten, exorcis-ten en West-Afrikaanse marabouts, die in de gro-te steden met beloftevolle briefjes langs de hui-zen trekken.

De blijvende populariteit van de alternatievegeneeskunst ontgaat de reguliere hulpverle-ning niet. Patiënten houden er dikwijls ook nogeen alternatieve genezer op na. Dat leidt tot si-tuaties waarbij de reguliere behandeling wordtverstoord, bijvoorbeeld omdat een genezer hetgebruik van medicatie ontraadt. Het gebeurtook dat reguliere hulpverleners hun patiëntenhelemaal kwijt raken, omdat die het idee heb-ben dat hun klachten van bovennatuurlijke enreligieuze aard niet serieus worden genomen.Andersom weten hulpverleners vaak niet wat zeaanmoeten met vragen en verhalen over religieen magie. Hoffer krijgt geregeld verzoeken ‘of

hij nog een goede genezer kent’, die bij de be-handeling kan worden betrokken.

Dit wederzijdse onbegrip komt volgens hemvoort uit verschillende denkbeelden over ziekteen genezing, waarbij vooral de reguliere ggz eenflinke stap in de richting van allochtone patiën-ten moet nemen. „Binnen de ggz overheerst hetwetenschappelijke biomedische model. Daar isweinig mis mee, maar het negeert dat ziekte engezondheid ook belangrijke culturele en religi-euze aspecten hebben. Schizofrenie is natuur-lijk een ziekte die volgens wetenschappelijkeinzichten behandeld moet worden. Maar demanifestatie van de symptomen kan wel dege-lijk cultureel gekleurd zijn. Een Nederlanderzal zich eerder Jezus of Lou de Palingboer wa-nen. Een Marokkaan heeft het over djinns ofmagie. Dan moet je als behandelaar wel wetenwaar hij het over heeft.”

Daarnaast is volgens hem ook de ggz helaasniet immuun voor de populaire opvatting dat‘allochtonen zich maar hebben aan te passen’.„Je kunt niet van iemand die ziek is verwachtendat die ineens vlekkeloos Nederlands spreekt ofgeheel volgens de westerse lijnen denkt. Ook iser bij veel mensen, en niet alleen allochtonen,nog veel onwetendheid over psychische aandoe-ningen en de rol die de ggz kan spelen. Mensenweten bijvoorbeeld niet wat schizofrenie in-houdt en zullen zelf met andere verklaringenkomen. Om patiënten effectief hulp te bieden,moeten veel zorgverleners toch echt stappenzetten in de richting van de patiënt.” Of andersgezegd: de reguliere zorg kan nog best wat vande islamitische genezers leren, vooral hoe reli-gie en cultuur een bestanddeel te laten zijn vande behandeling. „Al zeker twintig jaar wordtover deze interculturele psychiatrie gesproken,maar het komt nog nauwelijks van de grond.”

Tenminste niet binnen de muren van de ggz-instellingen. Een paar maanden geleden is I-psygestart in het Slotervaartziekenhuis in Amster-dam-West. Daar worden behandelingen voor al-lochtonen door allochtonen gegeven en in dieopzet is I-psy nieuw. Er zijn ook twee vestingenin Rotterdam en Den Haag. Eenmaal op vollesterkte zullen ongeveer duizend patiënten perjaar worden behandeld.

De psychiaters, psychologen en maatschap-pelijk werkers komen uit Roemenië, Rusland,Polen, Algerije, Somalië, Marokko, Turkije,Iran, Afghanistan en Suriname. Een Antilliaan-se psychiater begint binnenkort. Ze staan de pa-tiënten zonodig in hun eigen taal te woord.

Bij I-psy wordt eerst gekeken in hoeverre wes-terse behandelingen voor hun allochtone pa-tiënten werken, zegt psycholoog en zorgmana-ger Moshen Edrisi. „Is het antwoord: het werktniet, dan kijken we welke elementen van de be-handeling nuttig zijn en waar we alternatievenmoeten verzinnen.” Dat kan betekenen dat uit-voerig over geloof wordt gepraat in de behande-ling. „Patiënten hebben vaak het idee dat er ophun religie wordt neergekeken, maar voor mi-grantengroepen is geloof nu eenmaal zeer be-l a n g r ij k . ”

E en ander verschil met de reguliere zorgin-stellingen is dat I-psy actief patiëntenwerft. Volgens directeur Tanja Struik is

de grens om een ggz-instelling binnen te stap-pen voor allochtonen vaak nog groot. „De Ne-derlandse samenleving is veel meer gepsycholo-giseerd. Allochtone groepen zijn vaak veel min-der goed geïnformeerd over aandoeningen enbehandelingen. Wij bezoeken actief huisartsendie mogelijke patiënten op ons bestaan kunnenwijzen. Ook bezoeken we moskeeën en zijn on-ze behandelaars in hun eigen netwerken heela c t i e f. ”

Joop de Jong, medisch directeur bij GGD Am-sterdam en hoogleraar transculturele psychia-trie aan de Vrije Universiteit en Boston Univer-sity, kan dit soort initiatieven alleen maar toe-juichen, al ziet hij liever dat ‘interculturaliteit’diep in de haarvaten van de reguliere zorgkomt. „Wij hebben de pretentie dat onze ge-neeskunde op harde wetenschap stoelt, terwijluiteindelijk maar twintig tot dertig procent evi-dence based is. Alternatieve genezers werkenmeer vanuit hun praktijkervaring, maar het feitdat het nooit academisch is getoetst, maakt hunwerkwijzen nog niet meteen achterlijk. Op veelfronten doen ze het goed. Niet voor niets vindenbepaalde alternatieve behandelingen zoals acu-punctuur langzaam hun weg in het regulierecircuit.”

De Jong ziet graag dat de ziekteverzekeraarsop termijn bepaalde behandelingen van gene-zers gaan vergoeden, mits de genezers zich ver-enigen in een beroepsgilde dat aan kwaliteits-bewaking doet en ze bereid zijn om hun metho-den wetenschappelijk te laten toetsen. De regu-liere instellingen en genezers kunnen dan opeen meer gestructureerde manier proberen sa-men te werken.

Hoffer is daar niet meteen een voorstandervan. „Een paar jaar geleden zijn zo hier en daarvoorzichtige pogingen gedaan om tot samen-werking te komen. Het mislukte meestal omdathet onduidelijk is welke genezer betrouwbaar isen welke niet. Ik heb zelf mijn neus ook wel eensgestoten. Ik dacht te maken te hebben met eenintegere genezer, maar later vernam ik dat hijvrouwen zou hebben misbruikt. Andere gene-zers gingen zich weer met medicatie bemoei-en.”

Cijfers over incidenten of kwakzalvers zijnniet beschikbaar. De Inspectie voor de Gezond-heidszorg houdt geen toezicht op de islamiti-sche alternatieve sector. Hoffer denkt dat ervooral veel dilettanten aan het werk zijn, die hetvast goed bedoelen, maar niet erg kundig zijn.

Essabar noemt ze gewoon kwakzalvers. Hijzakt achterover in zijn luie stoel, kijkt op zijnhorloge en zucht diep. Straks heeft hij nog eenafspraak met een echtpaar dat door een Afri-kaanse kwakzalver is opgelicht voor duizendeneuro’s. „Echt heel triest. De zoon van het echt-paar moest voor een paard sparen dat geschon-ken wordt aan het geboortedorp van de Afri-kaan. Die mensen zullen dan voor hen bidden.Alsof dat helpt!”

Verzekeraars en het ministerie van Volksge-zondheid zouden moeten helpen om een lijstop te stellen met betrouwbare genezers, waar-mee kwakzalvers buiten de deur gehoudenkunnen worden. De RIAGG’s kunnen dan za-ken doen met bonafide genezers. Dat is goedvoor die genezers, want dat betekent erkenningen meer inkomsten. En voor de klanten schepthet duidelijkheid over welke genezers als be-trouwbaar bekend staan. Essabar vangt graagde mensen op die in de reguliere zorg geen aan-sluiting vinden, of voor wie de behandeling niethelpt. „Als tabletten niet helpen, kunnen wijhet toch proberen?”

Mohammed,magie enmedicijnen

Westerse zorgverleners weten zich geen raad

met bovennatuurlijke geneeskracht