Module 5 – Hoofdstuk 1
Toepassingen van datacommunicatie
Datacommunicatie
• Waarom?– Hardware gemeenschappelijk gebruiken– Software gemeenschappelijk gebruiken– Gegevensverzamelingen eenvoudiger
consistent houden
Datacommunicatie
Code / Protocol
MediumBron Bestemming
ZenderCodeer
OntvangerDecodeer
Datacommunicatie
• Wat is de bron, het medium en de bestemming bij het internet?
• Ruis bij datacommunicatie
Bron Medium Bestemming
Lucht
Computer netwerken
• LAN– Local Area Network
• WAN– Wide Area Network
Het internet
• Kunnen jullie je een wereld zonder internet(toepassingen) voorstellen?
• Internet voor huishoudens kwam pas halverwege de jaren ‘90!
Het internet
• Wereldomspannend computernetwerk
• Basis bestaat al sinds 1970– Verenigde Staten– Universiteiten onderling verbonden
• ARPAnet– Advanced Research Project Agency
• Project van het Amerikaanse leger
Is het internet gelijk aanhet World Wide Web?
World Wide Web
• Is niet hetzelfde als internet!
• Gemaakt om makkelijker via internet te communiceren– Door middel van HTML pagina’s en
webbrowsers
Domains
• Top-level domain
• Voorbeelden:– de voor Duitsland – gr voor Griekenland – no voor Noorwegen – my voor Maleisië – cn voor China
Populiare top-level domains• tv
– van het eiland Tuvalu
• to– vanwege het Engelse ‘to’, de letters zijn afkomstig van
Tonga
• tk– afkomstig van de Tokelau-eilanden; een tk-website kan in
ruil voor een banner kosteloos worden opgezet en geëxploiteerd
• nu– afkomstig van het eiland Niue
Domains
• developer.apple.com• Topdomain
– com
• Second-level domain– apple
• Third-level domain of subdomain– developer
Internet telefonie
• Voice over IP (Internet Protocol)– VoIP
• Skype• Google Talk• Gizmo5
Nieuwsgroepen
• USENET
• Duizenden computers delen nieuws met elkaar
Downloaden en uploaden
• Uploaden– Het versturen van bestanden van je eigen
computer naar een andere computer (of server)
• Downloaden– Het ophalen van bestanden van een andere
computer (of server) naar je eigen computer
• FTP– File Transfer Protocol
Intranet
• Klein ‘internet’ binnen bijvoorbeeld een bedrijf
• Niet hetzelfde als een lokaal netwerk!
• Bijvoorbeeld– Intranet voor leerlingen met o.a. roosters en
cijfers
Extranet
• Uitbreiding van intranet naar andere bedrijven of instellingen
• Toepassingen– Klanten– Leveranciers
Videoconferencing
• Tijdbesparing• Kostenvermindering• Minder belasting
voor het milieu
E-learning
• Leren op afstand
• Via internet
• Delen van cursusmateriaal
• Contact met docenten en studenten
E-Learning
• Voordelen– Meer flexibiliteit– Studeren in eigen
tempo– Gebruik van
verschillende media– Geen reiskosten en
reistijd
• Nadelen– Veel zelfdiscipline
vereist– Minder direct contact
met docenten en medeleerlingen
– Docenten niet altijd direct beschikbaar
Telewerken
• Door middel van internet en intranet thuis werken
• Voordelen– Flexibiliteit– Hogere productie– Vermindering van reistijd en
reiskosten
• Nadelen– Zelfdiscipline– De kosten van de inrichting
van een telewerkplek– Minder contact met collega’s
Mobiele communicatie
• Smartphone– Apple iOS– Android– Windows Phone
• GSM– Global System for Mobile communications
Mobiele communicatie
• GPRS• UMTS• C2000• 3G
GPRS
• Aanvulling op GSM
• Maakt internetten op mobiel mogelijk
• Inmiddels achterhaald vanwege snelheid– Maximaal 114 kbps
UMTS
• ‘Opvolger’ van GPRS
• In combinatie met HSDPA snelheden van maximaal 7,2 mbps
• In beginfase mogelijke stralingsproblemen
UMTS-mastencamouflage
C2000
• Niet openbaar netwerk
• Wordt gebruikt door o.a.– Politie– Brandweer– Ambulance
GPS
• Global Positioning System
• Bepaalt je huidige locatie op circa 10 meter nauwkeurig
• Ontwikkeld in 1967
• Oorspronkelijk voor het Amerikaanse leger
GPS
• Door middel van meerdere satellieten een overlappend gebied
• Ontvanger bevindtzich in hetoverlappendegebied
GPS
• Europa is bezig met een tegenhanger– Galileo
• Sinds kort ook China met een concurrent– Beidou
RFID
• Radio Frequency IDentification
• Automatisch identificatiemiddel
• Kleine chip waarvan informatie op afstand is te lezen en/of schrijven
• Meer mogelijkheden dande streepjescode (barcode)
RFID tag
• De RFID- tag bestaat uit– een chip (als een speldenknop)– een antenne
Werking RFID• Antenne (1) vangt radiosignalen (3) op,
uitgezonden door leesapparaat (2)
• Inhoud van bericht isde informatie van dechip: uniek nummerof productinformatie
• Leesapparaat stuurt informatie door naar informatieverwerkend systeem (4)
Werking RFID
Toepassingen RFID
• Meest bekende– OV Chipkaart
• Maar ook– Supermarkten– Honden en katten– In de horeca– Kaartjesverkoop
E-commerce
• Kopen en verkopen, en ook betalen, van diensten en producten via het internet
• iDEAL is een standaard voor internetbetalingen, opgezet door de grote Nederlandse banken
Top Related