Zelf onderzoek
in de traditie van de
Advaita Vedanta
Jan Koehoorn
samsara
© 2012 Jan Koehoorn ©Deze uitgave: Samsara Uitgeverij bv 2012
Omslagontwerp: Erik Thé: www.erikthedesign.com Lay-out: Studio 28, Hillegom
ISBN: 978-90-77228-95-1 / NUR 728
Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam www.samsarabooks.com
Voorwoord
Ik had nooit gedacht dat ik spiritueel zou worden
en gelukkig is dat ook niet gebeurd. Ik heb gewoon
tussen mijn twintigste en dertigste jaar een periode
meegemaakt waarin mijn interesse in zelfonderzoek
gewekt werd. Maar laat ik bij het begin beginnen.
Het begon zo rond mijn vijfenentwintigste. Af en
toe was ik ineens duizelig. Er waren ook momenten waarop ik zonder aanwijsbare reden angstig werd, of benauwd. Ik vroeg me natuurlijk af wat er aan de hand
was en liet me checken door de huisarts, die me vertelde dat het hoogstwaarschijnlijk hyperventilatie was.
Ik besloot eerst te kijken of ik het op eigen houtje kon
oplossen, want ik wilde niet afhankelijk worden van
kalmerende middelen, en therapie kon altijd nog.
Ik kocht wat boeken over het onderwerp en ging ademhalingsoefeningen doen. Ook yoga had mijn
interesse en op een goede dag kwam ik in de boekhandel een boek tegen, getiteld: 'Yoga als kunst van het ontspannen'. Ik las een paar fragmenten en werd gegrepen door de stijl van schrijven. Er stonden wel ontspanningsoefeningen in, maar het boek had ook een diepere laag waarin werd ingegaan op de vraag: 'Wie ben ik?' En dan heel letterlijk. Dus niet bij volle maan over je rechter middelvinger plassen onder het slaken van diepzinnige kreten, maar werkelijk kijken naar deze basisvraag.
Immers, alle eventuele problemen in je leven zijn te herleiden tot de ideeën die je over jezelf hebt. Ik ontdekte dat eigenlijk alle ideeën die ik over mezelf had op aannames waren gebaseerd. En zo kwam ik terecht bij boeken over zelfonderzoek en ontdekte ik de traditie van advaita vedanta.
Het eigenaardige van advaita is, dat er wel leraren zijn maar dat je geen les krijgt. Want les krijgen houdt in dat je iets van iemand anders aanneemt. Als je naar een satsang gaat (zo heten bijeenkomsten met advaitaleraren) wordt je geen nieuwe informatie aangereikt, maar komen je aannames ter discussie te staan. Allemaal.
Mijn advaitaleraar heette Alexander Smit. Hij leefde van 1948 tot 1998 en gaf jarenlang satsang aan iedereen die zelfonderzoek wilde doen, met als voorwaarde een integere belangstelling voor het onderwerp. Je zult zijn naam in dit boek veel tegenkomen, want de pointers die hij gaf waren zó krachtig dat ik ze jaren later
nog moeiteloos kan quoten.
Advaita heeft soms de naam intellectueel of steriel te zijn, maar zo ik heb ik het nooit ervaren. Wat mij betreft is het de meest directe traditie die er is, wars van opsmuk en toeters en bellen. Het kan zeker confron
terend zijn en mogelijk zet het je wereld op zijn kop. Maar als iets zo gemakkelijk op zijn kop te zetten is, is het dan geen onderzoek waard?
jan Koehoorn, maart 2012
Zien dat er niets te bereiken valt
is realisatie
A He vragen die met 'hoe' beginnen, houden een �anier of een methode in. En een manier of een methode betekenen op hun beurt weer dat je gaat proberen om van hier naar daar te komen, om iets te bereiken. Het idee dat we iets moeten bereiken, dat het 'ergens naartoe' moet, heeft te maken met de illusie dat we ons in de een of andere toestand zouden bevinden. Je kunt namelijk alleen in een andere toestand terechtkomen, als je je op dit moment in de ene toestand bevindt. We hebben eigenlijk geen aandacht voor onderzoek naar die basismisverstand. We zijn alleen maar bezig om van de ene in de andere toestand terecht te
komen. Al die moeite om onze zelfverzonnen problemen op te lossen.
Totdat de vraag gesteld wordt: 'Is het wel zo dat ik me in de een of andere toestand bevind?' Een diep-
9
gaand onderzoek naar die vraag is iets heel anders dan proberen een beter mens te worden. Het is eenvoudig kijken of een aanname klopt of niet. Ik kan alle
toestanden beschrijven, ik kan alle eigenschappen van
welke toestand dan ook opnoemen. Ben ik dan niet in
eerste instantie de waarnemer van al die toestanden? Dat is een kwestie van onderzoeken, niet van geloven.
Want geloven ligt in de aannamesfeer en onderzoeken
is kijken, voor jezelf zien. Dat is de uitnodiging van
advaita.
10
Ik ben een fragmentje
A fen toe verschijn ik, maar snel daarna verdwijn .r\.ik weer. Van mijn lichaam is er geen één mole
cuul hetzelfde als een paar jaar geleden, maar toch
denk ik dac ik dat lichaam ben. Ik ben voornamelijk bezig mezelf ce verbeteren, want ik ben niet goed ge
noeg zoals ik ben. Het kan altijd mooier, rijker, snel
ler, geliefder, meer gerespecteerd, jeugdiger, knapper
of leuker. De meeste gevoelens onderdruk ik. Angst, woede,
verdriet en jaloezie zijn niet welkom. Toch is het me nog niet gelukt om ze helemaal uit mijn leven te ver
bannen. Ik heb ontelbaar veel manieren uitgeprobeerd om een beter mens te worden. Hypnose, meditatie, astrologie, acupunctuur, tarot, pendelen, channelen,
lichtwerk, quantum touch, rebirthing, NLP, therapie, het rijtje is eindeloos.
11
Toch hou ik het gevoel dat er nog iets ontbreekt aan mijn leven. Ik voel me niet vervuld, niet begrepen, niet geliefd. Op momenten dat het wél goed gaat, ben ik achterdochtig. Ik ben namelijk gewend dat er altijd wel iets kan gebeuren waardoor een meevaller toch weer een tegenvaller kan worden. Om niet de hele tijd herinnerd te worden aan de eindigheid van mijn bestaan en aan alles dat ik kan verliezen, probeer ik mijn ge
dachten op iets anders te richten. Op allerlei manieren heb ik geprobeerd mijn denkpatronen te veranderen. Ik probeer positief re denken, in alles het goede te zien. Of ik probeer om niet te denken, ronder gedachten te zijn. Zo leven de meeste mensen.
12
Manieren om toch weer
de doener te zijn
Het idee de doener van 'jouw' acties te zijn, zit diep geworteld. Met als gevolg dat we 'goede'
acties proberen te claimen, en 'foute' acties proberen te ontkennen. Het wil er maar niet in dat al
les spontaan verschijnt, en dat er geen doenerschap aan ten grondslag ligt. De persoon als doener is óók een verschijnsel, en niet de veroorzaker van gebeur
tenissen. Hij is zelf een gebeurtenis. De acteurs kijken niet naar de film, maar bevinden zich in de film.
Maar we zijn meesters geworden in het onszelf voor de gek houden. En er zijn altijd wel manieren te vinden om stiekem toch weer een doener te introduceren. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die proberen alles goed te praten onder het mom van spiritualiteit. Lekker alles doen waar je zin in hebt, en dan roepen dat het
13
niet uitmaakt omdat alles immers 'Bewustzijn' is, en spontaan gebeurt.
Niets meer doen of ondernemen is ook zo'n trucje dat vaak toegepast wordt. Dan word je een passieve doener die een beloning voor die passiviteit verwacht. 'Waarom zou ik nog iets doen, als het toch niet uitmaakt?' Het is geen kwestie van wel of niet iets ondernemen. Die zogenaamde 'ik', die wel of niet iets gaat ondernemen is het probleem.
14
Zoeken
Zoeken betekent: over het nu heen kijken. Denken dat er een andere mogelijkheid is dan nu, en daar
op focussen. Een statische gedachteconstructie prefereren boven het dynamische nu. Een ideale situatie verzinnen, datgene wat er verschijnt daarmee vergelijken, en vervolgens oordelen dat 'wat is', niet voldoet.
Wat is, zal per definitie nooit voldoen aan wat voor voorwaarden je ook stelt. Voorwaarden zijn namelijk gedachtespinsels. Je neemt een aantal momentopnamen uit het geheugen en daarmee construeer je een 'ideale situatie'. Die situatie heeft meestal te maken met geluk, macht, controle, geld, veiligheid, allerlei garanties, bevestiging, liefde, en ga zo maar door.
En dat alleen maar omdat je gelooft dat je een persoon, een ego, bent. En voor een ego is de wereld uitermate onveilig, zijn er geen garanties, is er bevestiging
15
nodig, en moet er steeds maar weer aandacht naar toe.
De persoon en de zoekbeweging hebben met elkaar te maken. Zolang je gelooft dat je dat ego bent, en meer niet, is er die zoekbeweging. Harder zoeken, of op een andere manier zoeken, of net doen of je niet
meer zoekt, is allemaal geen oplossing. Zie het misver
stand, doorzie de persoon en herken de idioterie van het zoeken.
16
Analyseren en bereiken
We zijn op een dusdanige manier geconditioneerd dat we alles in termen van bereiken zien.
Bovendien zijn we gewend geraakt aan de illusie dat
iets er duidelijker op wordt naarmate we er meer denkplaatjes bij verzinnen.
Maar een uit-een-zetting levert nog geen eenheid op, en een ver-klaring brengt nog geen klaarheid. Vandaar dat in de advaita traditie niet het accent ligt op
bereiken en intellectuele verklaringen, maar op de werking van het denk.mechanisme an sich.
Omdat we zijn gaan geloven een persoon te zijn en meer niet, hebben we een fobie opgelopen voor niet-verklaren en de afwezigheid van denkpatronen. En dus moeten we op een krampachtige manier aan
de gang om alles, maar dan ook letterlijk alles, in te vullen.
17
Overal moet een verklaring bij, een beschrijving, een kader, anders kunnen we het niet 'plaatsen'. Dan 'kunnen we er niets mee', en kunnen we het 'geen plek geven'. En, minstens zo belangrijk, we kunnen ook niet meer 'zonder doel' zijn. De afurezigheid van projectie zijn we als probleem gaan zien, tetwijl projectie nu net de oorzaak is van alle problemen.
De fout die bijna elke spirituele zoeker maakt, is het najagen van toestanden 'zonder gedachten', 'zonder doelen' en 'zonder verklaringen'. En dan maar de hele dag hardop roepen dat je 'niets weet'. Van een 'weter' word je dan ineens een 'niet-weter'.
Het denken wordt dan tot vijand gemaakt (wat het niet is) en krijgt daardoor een onevenredig grote waarde toegekend (die het niet heeft). Je bent nog steeds aan het proberen een toestand te bereiken, namelijk
een gedachteloze toestand.
Wil je serieus zelfonderzoek doen? Kijk dan naar al deze mechanismen en herken ze als zodanig. Dan ontdek je ook dat het niet uitmaakt of ze er wel of niet zijn.
18
Het denken kan niet voor het
waarnemen komen
Denken wordt waargenomen. Vanuit de onbeperktheid die we zijn kijken we naar alle gedach
tes die langskomen. Vragen als: 'Hoe ga ik ergens mee
om?', zijn vragen op denkniveau. Je hoeft nergens mee om te gaan, je ziet dingen gebeuren, moeiteloos en spontaan.
Er is geen 'beste' manier om met dingen om te gaan, er is niet een houding die de beste is in alle mogelijke gevallen. Je kunt geen denksysteem verzinnen waarmee je tussen de waarnemer en het waargenomene kunt
kruipen. Het denken is als instrument ongeschikt om dat wat verschijnt een stapje vóór te zijn.
Dat betekent dat de vraag: 'Hoe moet ik leven?' een onzinnige vraag is.
Er is geen hoe. Je ziet het verschijnen, dat is alles.
19
Zelf onderzoek is eenvoudig,
maar we houden van moeilijk
Wat doe je, als je iets wilt onderzoeken? Je kijkt, zonder te weten waarnaar je kijkt. Als je name
lijk wél meent te weten waar je naar kijkt, onderzoek je niet. Dan projecteer je, en dat is iets anders dan onderzoeken.
Iemand die werkelijk onderzoekt, heeft ook geen enkel idee over de uitkomst van dat onderzoek. Het
introduceren van een gewenst eindresultaat betekent ogenblikkelijk het einde van onderzoeken.
Zelfonderzoek zal ook niet leiden tot conclusies, want dat zijn verstandelijk beredeneerde optelsommen. Je zult er geen setje leefregels aan overhouden.
Voor mensen die in de huidige westerse maatschappij zijn opgegroeid volgens de gebruikelijke conditioneringen, zal zelfonderzoek dan ook niet echt leuk zijn. Want wij zijn opgegroeid met 'meten is weten', en met
21
'je moet een mening hebben' en met 'wat is je doel?'
Onderzoeken betekent niet dat je een aantal aha-momenten! probeert te creëren, en dat je daar steeds meer
uitroeptekens bij krijgt en 'kennis' verwerft. De een
voud van het kijken en niet-weten is zo dichtbij, dat je er bijna altijd overheen kijkt.
22
Een 'belangrijke' gebeurtenis
in de toekomst
Ik interesseer me niet of nauwelijks voor voorspellingen. Hooguit voor het weer, een paar uur van te
voren. Ik moet dan ook altijd vrolijk lachen wanneer
het weerbericht van zondag over donderdag gaat. Ik las ooit in een boek van Piet Vroon dat je vaker dan het
KNMI gelijk hebt als je het hele jaar lang voorspelt dat het morgen precies hetzelfde weer als vandaag zal zijn.
Voor wat betreft deze desinteresse ben ik een buitenbeentje, is me in de loop van mijn leven gebleken. Horden mensen laten zich juist dolgraag vertellen wat de toekomst in petto heeft. En daar zijn allerlei 'middelen' voor, zoals astrologie, handlezen en tarot, maar
die laten we even buiten beschouwing. Wat mij intrigeert, is dat er mensen zijn die net doen
of ze weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, en dan zijn er ook nog eens mensen die daarin geloven.
23
Hoe vaak in de geschiedenis is her al niet voorgekomen dat er voorspellingen waren dat de wereld zou vergaan? Of dat er een belangrijke ommekeer zou plaatsvinden? Waarom zijn er zoveel mensen die net doen of ze weten wat komen gaar?
Mijn ervaring is dat de oorzaak van dit soort verschijnselen meestal veel simpeler is dan je zou verwachten. Volgens mij zijn de meeste mensen gewoon op zoek naar een vorm van controle of veiligheid, zekerheid. 'Ik weet wat er gaat gebeuren, bij mij ben je veilig.' Of: 'Ik sluit me bij jou aan, want jij biedt veiligheid en zekerheid.' Soms neemt het zelfs de vorm aan van manipulatie en dreiging: 'Als je de Tien Geboden niet opvolgt, kom je in de hel!'
Eigenlijk zijn dit allemaal bewegingen weg van de angst. In plaats van te kijken wat angst is, verzinnen we zo snel mogelijk strategieën om van die angst af te komen, om er niet naar te hoeven kijken. Gek eigenlijk. Je gegeven is angst, maar je verzint er een verhaal bij omdat we geleerd hebben dat angst per definitie negatief zou zijn. Dat is niet zo , want waarom zijn er anders spannende films, gaan we bungeejumpen of een thriller lezen? Angst is op zichzelf niet goed of verkeerd, angst is gewoon angst.
24
New age goeroe?
0 nlangs kwam ik een artikel tegen naar aanleiding van het overlijden van mijn leermeester Alexan
der Smit. Meteen bij de titel gaat het al fout; hij was helemaal geen 'new age goeroe'. Wikipedia zegt het volgende over de term 'new age':
'New age is een verzamelterm voor bewegingen van een nieuw mensbeeld die vanaf de tweede helft van de jaren 1960 in opkomst zijn. De aanhangers van new age trachten vanuit zichzelf de eigen persoon en daarmee de hele wereld op een hoger plan te brengen. Men ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. Men hecht waarde aan intuïtieve en gevoelsmatige benadering van problemen en zaken. New age wordt gezien als een reactie op traditionele monotheïstische religies, maar ook op materialisme, rationalisme en individu-
25
alisme. Uit deze bewegingen is ook een muziekstijl
voortgekomen, zie new age (muziek).'
Advaita gaat niet over een 'nieuw mensbeeld'. Advaita gaat juist over het doorzien van alle beelden die we van onszelf proberen te maken.
Advaita probeert ook niet om 'vanuit zichzelf de eigen persoon en daarmee de hele wereld op een hoger plan te brengen'. Wat Alexander juist overduidelijk
maakte, was dat er niet zoiets bestaat als 'vanuit de eigen persoon', laat staan dat de wereld op een 'hoger plan' gebracht moest worden. Het hele idee dat het anders zou moeten zijn dan het nu is, berust op een misverstand. Als er iemand was die dat helder kon uitleggen, was het Alexander wel.
1n de villa van Rama Polderman in Baarn gaf Smit vanaf zijn 'verlichting' in 1978 (hij was toen dertig) voordrachten over de hindoeïstische advaita vedanta-filosofie, die alle dualiteit ontkent. '
Advaita ontkent dualiteit niet, en dat heeft Alexander dan ook nooit gedaan. Hij zei juist altijd: 'Om iets te
kunnen ontkennen, moet je het eerst gekend hebben'. Het ontkennen van de dualiteit is onzin. Dualiteit
verschijnt, dat kan iedereen onmiddellijk zien. Het enige dat advaita in het algemeen en Alexander in het bijzonder beweert, is dat dualiteit wordt gedragen in iets dat geen dualiteit is. En dat is je ware natuur.
26
Weten dat je stilte bent is iets anders
dan het ontbreken van activiteit
De stilte waarover in advaita gesproken wordt is iets anders dan war er in het dagelijks leven mee
bedoeld wordt. Ten onrechte wordt vaak gedacht dar zelfkennis stilte, of het ontbreken van gedachten op zou leveren. Er zijn veel meditatietechnieken waarbij
het doel niet-denken is. En ik hoor vaak van bezoekers van mijn satsangs dat ze het graag wat rustiger zouden
hebben 'in hun hoofd'. De denkfout die hier gemaakt wordt is dat je be
paald zou worden door wat er verschijnt. Als er veel gedachten of heftige gevoelens verschijnen, trekken we de conclusie dat we daardoor uit ons centrum gehaald worden. Maar dat is een onjuiste conclusie.
Essentie kan nooit verstoord worden door vorm. Het maakt niet uit hoeveel vormen er verschijnen, hoe interessant ze lijken, of hoe imponerend ze overko-
27
men. Een tsunami kan nooit schade toebrengen aan
water. Als je verwacht dat je gevoelsleven heel vlak en
rustig zal worden als je eenmaal ontdekt hebt wat je in
wezen bent, zit je ernaast. Het kan alle kanten op, en
het zal altijd boeiend zijn zonder dat jij erdoor geboeid
wordt.
28
Je kunt alleen in discussie gaan over
datgene waarover je onzeker bent
Een discussie is een gesprek waarin twee deelnemers elk hun eigen mening verdedigen. Je kunt over van
alles en nog wat een mening hebben, maar dat is iets anders dan weten. Een mening heeft te maken met persoonlijke voorkeur, of met conditionering, of met geloof. Hoe serieuzer de deelnemers hun eigen mening nemen, des te groter de kans dat de discussie op ruzie uitloopt.
Wat betreft het hebben van meningen zijn we de meest opportunistische wezens die er bestaan. We meten ons gewoon die mening aan die ons op dat moment het beste uitkomt. Neem als voorbeeld de ruzies die je in een relatie kunt hebben. Het ene moment roepen we dat we ruimte nodig hebben, het andere moment dat de ander te weinig belangstelling toont. Of we klagen dat we aandacht tekort komen, en later dat de ander ons verstikt of stalkt.
29
Als onze mening niet gerespecteerd wordt, grijpen we
naar machtsmiddelen zoals manipulatie, intimidatie
en dreigingen. Dan krijg je uitspraken als: 'Wacht
maar afl', of: 'Je zult het nog wel zien!', of: 'Je komt
jezelf nog wel tegen!'. . Meningen en overtuigingen zijn relanef. Je kunt te-
gen ultrarechtse politiek zijn, dat is e�� meni�g. Maar
je kunt niet tegen de zwaartekracht z1Jn, dat is een ge-
geven. . .. Twee mensen die weten wat ze in essentte ZIJn, kun-
nen er uiteraard over praten. Maar er zal nooit een dis
cussie ontstaan. Van beide kanten is er geen onzeker
heid, dus waar zou je over moeten discussiëren? Wat
we zijn kan op talloze manieren beschreven worden.
30
Vanuit je zelfbeeld kom je nooit tot Bewustzijn
Het lastige van zelfonderzoek is dat we het bijna altijd benaderen vanuit de illusie dat we denken een
persoon te zijn, terwijl werkelijk zelfonderzoek juist de vraag: 'Bén ik eigenlijk wel een persoon?' bekijkt. Een benadering vanuit een persoonlijk perspectief kenmerkt zich door een groot 'bereiken' -gehalte. En het vervelende van bereiken is dat het per definitie in de toekomst ligt, waardoor we over het nu heen kijken.
Als het grootste deel van onze aandacht bij bereiken en projecteren ligt, onderzoeken we niet, maar zijn we al aan de slag gegaan, op zoek naar een betere situatie voor de persoon. We passen gewoon dezelfde truc toe op zelfonderzoek die ons ons hele leven al verteld is; er ligt een beloning in de toekomst.
Het volkomen helder inzien van deze strategie betekent onmiddellijk ontspanning. En dan hoef je niet
31
vanuit een zelfbeeld tot Bewustzijn te komen. Dan zie je dat het helemaal niet nodig is, omdat je nooit iets anders dan Bewustzijn bent geweest. In plaats van dat je vanuit de illusie een deeltje te zijn het geheel probeert te zien, zie je dat het juist precies andersom is.
Zelfrealisatie voor een persoon is onmogelijk. We zien die persoon verschijnen en verdwijnen, maar omdat die verschijnselen op elkaar lijken concluderen we ten onrechte dat die persoon continu is. Maar verschijnen en verdwijnen impliceert discontinuïteit.
Zelfonderzoek betekent dan ook niet dat je er steeds meer inzichten en wijsheden bij krijgt. Het betekent dat je steeds meer bijgeloof kwijtraakt.
32
Een persoon heeft nooit
genoeg aan zichzelf
Vanuit de wetenschap dat ik Bewustzijn ben, kan er nooit een zoekbeweging ontstaan. Vanuit de
illusie dat ik een persoon zou zijn, wel. De reden daarvoor, is dat een persoon discontinu is. Soms is hij/zij er wel, soms niet.
Als we ons identificeren met die persoon, ontstaat er ook onmiddellijk de behoefte aan continuïteit en geluk voor die persoon. En dan ontstaat de onmogelijke situatie dat er naar iets blijvends gezocht wordt, voor iets dat in zijn aard veranderlijk is.
De oplossing voor dit probleem is niet dat je nog harder moet zoeken, of dat je op een andere manier zou moeten zoeken. De oplossing ligt in het ontdekken wat zoeken eigenlijk is en hoe het begint.
33
Meeschuivende referentiekaders
In onze maatschappij is ons geleerd dat we op zoek moeten naar verbetering. Verbetering is een eigen
aardig fenomeen. We kunnen namelijk alleen bepalen of iets verbeterd is als we het kunnen vergelijken met een vorige situatie. Dat werkt als volgt: we proberen in te schatten wat onze huidige situatie is, en gaan daarna energie steken in het verbeteren van die situatie. Als dat lukt, zijn we even tevreden.
Al vrij snel daarna gaan we de nieuwe verbeterde situatie als normaal ervaren en niet meer als een verbetering. Ons referentiekader schuift mee en er wordt
een nieuwe, betere situatie verzonnen, en dan begint het spelletje weer van voren af aan.
Als je merkt dat je probeert jezelf te verbeteren, vraag je dan eens af: Wat is mijn huidige situatie? En dan heb ik het niet over omstandigheden, want dat
35
zijn waargenomen verschijnselen. Wat is de situatie van diegene die al die omstandigheden waarneemt?
Als je een beetje intelligent bent, zul je er snel achter komen dat je geen eigenschappen kunt toekennen aan datgene wat alle eigenschappen waarneemt. Hoe zou je iets, dat geen eigenschappen bezit, willen verbeteren? Er is geen referentiekader voor wat we wezenlijk zijn, en daar valt dus ook niets aan te verbeteren.
36
Hoe houd je realisatie in stand?
Een vraag die ik nogal eens krijg is: 'Ik heb ooit wel
heldere momenten gehad, maar die verdwenen altijd weer'. Het kan natuurlijk zijn dat je ineens een inzicht krijgt, wat vaak gepaard gaat met gevoelens van helderheid en transparantie. Op die momenten is het
allemaal zó simpel en duidelijk, dat je je absoluut niet voor kunt stellen dat het ooit onduidelijk was.
Des te groter is dan de teleurstelling als al die gevoelens die bij zo'n helder moment horen, ook weer blijken te verdwijnen. Het zijn van die momenten van de waarheid (mijn leraar noemde het altijd 'realitychecks'), waarop eventuele ideeën die je gemaakt hebt over hoe 'het zal zijn' als je het eenmaal gezien hebt, boven water komen.
Tijdens de laatste satsang schoot me een voorbeeld te binnen van iemand die stopt met roken. De versla-
37
ving van het roken heeft wel parallellen met de egoaddictie. Zodra je stopt met roken, ben je in het begin nog een roker, maar dan eentje die niet rookt. Maar: je bent gestopt! En dan kan er een overwinningsgevoel opkomen omdat je het voor elkaar hebt gekregen om niet meer te roken. Naast alle afkickverschijnselen is er ook een gevoel van triomf.
Een maand later is dat gevoel al een stuk minder. Van een roker die niet rookt, ben je al bijna een nietroker geworden. Er zullen momenten zijn dat je snakt naar een sigaret, dus er is nog wel strijd. Maar stel dat je het trucje van de rookverslaving doorzien hebt, dan
is die strijd al een heel stuk minder dan een maand daarvoor.
Een jaar later denk je niet eens meer aan roken. Als iemand je zou vragen: 'Hoe speel je het voor elkaar om
niet te roken?', zou je niet weten wat je moet zeggen, terwijl die triomfantelijke gevoelens van de eerste tijd dat je niet rookte allang verdwenen zijn. Het niet-roken is niet meer afhankelijk van die gevoelens.
En zo is het ook met zelfrealisatie. Denk niet dat al die mooie gevoelens, die bij inzichten optreden, zullen blijven hangen. Ook die verdwijnen, want wat een begin heeft, heeft ook een einde. Ook iemand die weet wat hij is heeft rotdagen en mooie dagen. De vraag: 'Waarom moet MIJ dit nou overkomen?' is weliswaar afwezig, maar ups en downs gaan gewoon door. Dat is dualiteit en dat noemen we 'leven'.
38
Aantrekken of afstoten
Het beginsel dat de persoon waarneemt, noem ik Absoluut Bewustzijn. Maar wat we waarnemen
is niets anders dan onsZelE Vandaar dat het heel merkwaardig is dat we sommige dingen naar ons coe proberen te halen en andere dingen proberen weg te duwen. Een gevoel als angst is geen anomalie in Bewustzijn, het is gewoon Bewustzijn dat de vorm aanneemt van
het waarnemen van een verschijnsel. In essentie ben
je nergens niet en zou je voortdurend kunnen zeggen: 'Hé, ik hier?' of: 1t is 1!' Dat we dingen naar ons toe zouden kunnen halen of juist van ons af zouden kunnen duwen, is dan ook strikt genomen onmogelijk. Het waarnemen van een gevoel is exact hetzelfde als het waarnemen van een wegduwbeweging. De instinker is dat er een scheiding zou kunnen bestaan tussen ik en niet-ik. Zolang nog niet duidelijk is dar er niets
39
anders is dan Bewustzijn, zullen de aantrek- en wegduwbewegingen voor werkelijk aangenomen worden.
Aantrekbewegingen, omdat je meent dat je iets mist en probeert om meer of beter te worden. Afstootbewegingen, omdat je denkt dat het mogelijk is om ergens niets mee te maken te hebben. En allemaal omdat niet is ingezien dat de grondstof (Absoluut Bewustzijn) en de vorm (verschijnselen als gedachten en gevoelens) in essentie niet verschillen.
Hout zal nooit een plank proberen af te stoten, water zal nooit proberen een golf naar zich toe te trekken, goud zal nooit proberen zoveel mogelijk sieraden te verzamelen. What's the point? Je bént het al, dus je kunt niet meer, of minder jezelf worden. You are what
youis!
40
Zelf onderzoek doen
Zelfonderzoek doen is wezenlijk anders dan aan de slag gaan met jezelf Zelfonderzoek houdt in dat je
kijkt wie of wat je bent en dat je nog niet weet wat de uitkomst zal zijn. Je weet zelfs niet óf er wel een uitkomst zal zijn. Als je durft toe te geven dat je weinig tot niets weet en tegelijkertijd een enorme nieuwsgierigheid hebt naar zelfkennis, ben je toe aan wezenlijk zelfonderzoek.
Met jezelf aan de slag gaan is iets anders. Je denkt dan namelijk te weten wat je huidige situatie is, en ook wat de gewenste situatie is.
Dat is geen onderzoeken, dat is naar een resultaat toewerken. Bij deze vorm komt juist heel veel 'kennis' kijken, in die zin dat je veel informatie leert onthouden en die ook toepast. Zo kun je bijvoorbeeld veranderen van iemand die moeite heeft om over zijn gevoelens te praten in een assertief iemand.
41
Veel mensen denken dat het het één of het ander moet
zijn. Maar dat hoeft helemaal niet. Er zijn wel verschillen, maar zelfonderzoek en werken aan jezelf hoeven
elkaar helemaal niet wederzijds uit te sluiten. Er is al
leen één probleem: hoe kun je werken aan jezelf als je
niet honderd procent twijfelloos weet wie je bent? Ik
weet niet hoe een motor werkt, maar ik ga er toch aan
sleutelen. Het antwoord is vrij simpel: dat kan even
goed.
Chirurgen weten nog lang niet hoe ons lichaam
precies werkt, maar ze kunnen er toch aan sleutelen,
door bijvoorbeeld je blindedarm te verwijderen. De
oplossing die dat oplevert, is natuurlijk wel een tijde
lijke. En dat is precies hoe het werkt met werken aan
jezelf: omdat je met een fragment bezig bent, krijg je
een fragmentarische oplossing.
Het leuke van wezenlijk zelfonderzoek is dat je di
rect naar de bron gaat. Dus voordat we oplossingen
gaan zoeken, gaan we eerst eens kijken of er überhaupt
wel een oplossing nodig is. We gaan dus niet aan de slag met het een of ander, we gaan kijken wat er al
lemaal gebeurt in Bewustzijn. Niet om een resultaat te
bereiken, maar gewoon uit nieuwsgierigheid. Belang
stelling is al een gek woord, want het gaat niet om be
lang. Kijken, dat is belang-rijk.
42
Dualiteit
Het hebben van ervaringen is onlosmakelijk ver
bonden met dualiteit. Als er geen beweging zou
zijn in Bewustzijn, ervaren we niets. Afgelopen week
had ik een leerling op pianoles die een heel lekker
luchtje op had
(Bruno Banani), dus ik zei tegen haar: 'Goh, wat
een heerlijk geurtje heb je op!' Ze zei: �a. dus je
ruikt het wel? Zelf ruik ik het niet meer, namelijk.' Zo werkt het met ervaringen. Als er geen verschil is met iets dat daarvoor kwam, ervaren we niets. Koop
maar eens een nieuw horloge en doe het om. In het
begin ben je je zeer bewust van het bandje om je pols,
maar al vrij snel voel je niets meer. We kunnen uren
zoeken naar een bril die achteraf op ons voorhoofd
blijkt te staan. Als er alleen maar één tint groen zou
zijn en verder niets, zouden we niet weten wat kleu-
43
ren zijn. Juist omdat er diversiteit is, kunnen we kleu
ren ervaren. Hoe mooi en prachtig sommige ervaringen ook
kunnen zijn, ze hebben allemaal de eigenschap dat ze
voorbij gaan. Dat kan ook niet anders, want er kan
alleen een ervaring zijn wanneer er een verschil is met een voorafgaande. Voor minder leuke ervaringen is dat
natuurlijk voordelig. En voor leuke ervaringen is het jammer als ze voorbij zijn.
We maken een denkfout als we op zoek gaan naar
degene die ervaart. Dat wat alle ervaringen waarneemt, kan zelf nooit een ervaring zijn. We kunnen niet er
varen wat we in essentie zijn. Dat houdt in, dat wat we in werkelijkheid zijn, geen begin heeft en ook geen
einde, zoals ervaringen dat wél hebben. We kunnen alleen zijn wat we zijn, onbegrensd, niet afgebakend, niet beïnvloed door omstandigheden.
44
Uitzicht op inzicht
Het hebben v�n inzichten op het gebied van zelf
onderzoek is een merkwaardig verschijnsel.
Neem alleen het woord zelf al. Het gaat over in-zien,
wat al een beetje aangeeft dat het dieper gaat dan gewoon ergens naar kijken. Als iemand zegt: 'Ik zie het, ik snap wat je bedoelt', dan heeft dat niet het eureka
gehalte van een alles doordringend inzicht.
Wat er optreedt bij een helder inzicht zou je een soort supergeleiding kunnen noemen. Je hoort iets, of je leest iets en ineens is het glashelder waar naar verwezen wordt. Waarschijnlijk kun je het niet eens uitleggen of
verklaren, maar om die helderheid kun je niet heen.
Wat nog wel eens problemen op kan leveren is het proberen te herhalen van momenten van helder in
zicht. Je gaat dan uit zitten kijken naar een herbeleving van iets dat allang weer weg is. Uitzicht op inzicht.
45
Iets proberen te herhalen is altijd niet-begrijpen. Je
hebt dan namelijk niet door dat het nu altijd nieuw
is. Van iemand die zelfonderzoek doet word je een ge
nieter van spirituele toestanden. Maar inzichten treden spontaan op en verdwijnen weer spontaan.
Is zelfrealisatie dan geen inzicht? Ach, het is maar hoe je het formuleert. Maar het zal niet tot gevolg heb
ben dat je gaat proberen bepaalde gebeurtenissen te
herhalen, of mooie momenten vast te houden. Bij zelfrealisatie zie je van top tot teen en door en
door dat je als Bewustzijn de essentie van alle dingen
bent, dus het gevoel dat je iets ontbreekt en elke zoek
beweging die daaruit voortvloeit wordt onmogelijk
vanwege de absurditeit ervan.
46
Herinneren en onmiddellijk weten
Zelfonderzoek is geen kwestie van dingen onthouden en ze, indien nodig, op kunnen dreunen. Het
betekent dat je onderzoekt wat je nu eigenlijk weet. Welke kennis in je is twijfelloos? En welke kennis bestaat uit aannames die (impliciet) niet onderzocht
zijn?
Meningen, stellingen en overtuigingen horen allemaal tot het terrein van denken, dus van herinnering
en geheugen. En geheugen is uiterst onbetrouwbaar. Ga bijvoorbeeld maar eens na hoeveel procent je je nog exact herinnert van vandaag, acht weken geleden.
Herinnering is: 'Oh ja, dat was ook zo.' Dat is het
vergelijken van concepten en tot de slotsom komen dat ze overeenstemmen. Onmiddellijke kennis is anders. Het is weten, kennen, waarnemen zelf. Als geheugen 'oh jà is, is onmiddellijk weten 'ja'. Je weet
47
twijfelloos dat je bent, dat hoef je niet uit je geheugen op te vissen.
Gevoelens worden onmiddellijk gezien. De etiketjes die erbij horen (zoals woede of blijdschap), zijn geheugen. Dat is trouwens geen pleidooi voor onmiddellijk weten en ook geen aanklacht tegen het geheugen. Er is geheugen, en er is het onmiddellijke zien.
Geheugen is prima geschikt om momentopnamen van voorbije gebeurtenissen tevoorschijn te toveren, maar geheel ongeschikt om exact in kaart te brengen wat we in essentie zijn.
48
De persoon is een hokje
Niemand vindt het leuk om in een hokje gestopt te worden. Zodra iemand anders probeert ons
tot een concept te reduceren gaan onze nekharen overeind staan. Dan zegt iemand bijvoorbeeld: 'Oh, dat is typisch wat voor jou!' Daarmee proberen ze dan aan te geven dat ze je door en door kennen, maar in feite is het kleinerend. Wanneer iemand tegen je zegt: 'Ik weet precies hoe jij bent!' denken ze dat ze doorhebben hoe 'jij' in elkaar zit. In feite zijn ze alleen maar geïnteresseerd in hun eigen projecties over jou.
Waarschijnlijk is het bovenstaande niet al te ingewikkeld om te volgen.
Dat heeft ermee te maken dat het gaat over wat er eigenaardig is aan het gedrag van ándere mensen. Maar als we de blik op onszelf richten wordt het nog veel gekker. Als we het niet leuk vinden dat andere mensen
49
ons in een hokje stoppen, waarom doen we het dan zelf wél? Want het geloof slechts een persoon te zijn,
komt op precies hetzelfde neer. Een persoon is net zo goed een hokje als elk ander hokje.
Een hokje is een concept, en de persoon is evenzogoed een concept. Niets aan de hand, tot we er meer van proberen te maken dan het is. Tot we het tot norm
gaan verheffen. Zolang we het herkennen voor wat het
is - een concept - blijft het speels en relatief. Hoe seri
euzer en belangrijker de persoon wordt, des te groter de kans op problemen. En vergis je niet: ook het wegwensen van de persoon is het serieus nemen van de
persoon.
50
Begrippen en begrijpen
Iemand begrijpen is in feite niet meer dan een aantal
begrippen op een rijtje zetten en denken dat je daarmee die ander in kaart hebt gebracht.
Je vergelijkt je eigen denkbeelden met de concepten
van de ander en als het ongeveer overeenkomt, denk je
dat je die ander begrepen hebt. Eigenlijk is dat heel kleinerend, want je denkt dat
die ander tot een begrip, tot een concept, terug te brengen is. Wanneer twee mensen ruzie hebben en op hun strepen gaan staan, krijg je exact hetzelfde verhaal.
Of het nu gaat om aantrekken of afstoten, het gaat nog steeds om niets meer dan de concepten die je van de ander maakt en, belangrijker, de waarde die je aan
die concepten toekent. Denken dat je iemand anders begrijpt is dus een
misverstand. Proberen door iemand anders begrepen
51
te worden ook. Begrepen worden lijkt fijn, maar het is het nét niet. Als je dit niet door hebt, zul je op zoek gaan naar steeds meer begrip vanuit je omgeving. Dat werkt contraproductief en zo creëer je een vicieuze
cirkel. Hoe meer je probeert begrip, bevestiging en aandacht te kweken, hoe vaker men zal proberen je te ontlopen.
Al deze misverstanden hebben ermee te maken dat we vergeten zijn dat we niet alleen maar concepten zijn. Persoonlijkheid, ego, het zijn allemaal concepten. En wij zijn datgene waarin al deze dingen waargenomen worden.
Ik noem het Absoluut Bewustzijn, maar elke benaming is opnieuw een concept. En het draait niet om de concepten, maar om datgene waarnaar ze verwijzen.
52
Acceptatie is nooit denkwerk
Vaak gebeuren er dingen die we niet willen,
maar waar we niet omheen kunnen. Er is een aantal gevoelens waaraan standaard het etiketje 'niet in orde' hangt. Angst is bijvoorbeeld zo'n gevoel.
Zodra dat verschijnt komt even later de gedachte 'weg hiermee' op.
De gedachte over een gevoel komt dus altijd later dan het gevoel. Nu hebben we van vrij veel gevoelens geleerd dat ze negatief zijn. Toch heeft iedereen van tijd tot tijd gevoelens als angst, verdriet, kwaadheid
enzovoort. Hoe zwaarder het oordeel over deze gevoelens gaat wegen, hoe groter ook het conflict met deze gevoelens.
Velen van ons proberen het conflict op te lossen door de negatieve gedachten over bepaalde gevoelens te vervangen door positieve gedachten.
53
We gaan 'positief denken'. Er komt dan bijvoorbeeld
verdriet op, en iets later zeggen we: 'Dat was goed, want dat moet je uiten. Dat verdriet mag er zijn'.
Met acceptatie heeft dit echter niets te maken. We
hebben gewoon het negatieve oordeel verruild met een positief oordeel. Het blijft oordelen, en ook de posi
tieve gedachten komen ná het gevoel op.
Op het moment dat een gevoel opkomt zijn wij gewoon de Openheid waarin dat gevoel verschijnt. We
zijn eenvoudig de Beschikbaarheid die het mogelijk maakt dat er gevoelens verschijnen. Het onmiddellijke
waarnemen van een gevoel is de acceptatie ervan. Aangezien het denken per definitie achter de feiten aanloopt, is het voor het denken onmogelijk om nog iets
met een gevoel te doen dat allang verschenen (en dus
geaccepteerd) is.
Acceptatie is geen actie van het denken. Ook gedachten worden geaccepteerd.
54
Honger en eten
Van tijd tot tijd krijg je honger en heeft je lichaam voedsel nodig. Na het eten voel je je voldaan en
is het hongergevoel verdwenen. Je zou dus zeggen dat
eten dé oplossing is voor honger. Maar dat is maar
ten dele waar. Eten zorgt er inderdaad voor dat het
hongergevoel tijdelijk verdwijnt, met de nadruk op
tijdelijk. Als je een paar uur wacht, krijg je al weer
trek. En als je nog langer wacht, wordt het vanzelf
weer honger. Zit ik nu ingewikkeld te doen op niets af? Een
beetje wel. Want wat is het probleem nou eigenlijk? Als je honger hebt, eet je. Klaar. Wij hebben het geluk
dat we in een deel van de wereld wonen waar voedsel genoeg is.
Maar stel nu dat we niet op zoek gaan naar een tijdelijke oplossing voor honger, maar een blijvende.
55
Je zou kunnen proberen om vaker te eten. Of om andere dingen te eten.
Maar het feit blijft dat je niet definitief kunt op
houden met eten. Als we van honger een probleem
zouden maken, ontdekken we dat er geen definitieve oplossing voor is.
Precies op dezelfde manier is het met het zoeken
naar bevestiging, status, macht en erkenning. Als je
daar echt een probleem van maakt en probeert langs
die weg tot een definitieve oplossing te komen, zul je
merken dat er op die golflengte geen oplossing bestaat. Hoeveel bevestiging je ook zult krijgen, hoeveel erken
ning er ook zal zijn voor wat je gedaan en bereikt hebt, je zult altijd op zoek gaan naar meer. Je komt nooit op
een punt waarop het genoeg is.
Er is dus geen blijvende oplossing voor honger naar
voedsel of een zoektocht naar bevestiging of status. Is
dit erg? Welnee. Je ziet gewoon het patroon: honger
- eten - honger - eten. Het is een cyclus die zichzelf
in balans houdt. Met zoeken naar psychologisch geluk is het patroon ook zo: zoeken - bevestiging - zoeken
- bevestiging. Wat op zichzelf geen probleem is, namelijk zo'n
waargenomen beweging in Openheid, kan het wel
worden als je denkt dat je onderdeel van zo'n bewe
ging bent. Dat je in een cyclus mee zou draaien. Als je zo'n cirkelbeweging ziet, en jezelf afvraagt: 'Hoe kom
ik daar uit?', dan is het antwoord: je bént er al uit, anders zou je het niet waar kunnen nemen.
56
Verschijnen en verdwijnen
Gevoelens verschijnen in ons en wij nemen ze waar.
Met gedachten is het net zo. Er kunnen veel din
gen ingewikkeld lijken aan zelfonderzoek, maar dit
onderdeel is vrij simpel te zien. Denken en voelen ver
schijnen niet alleen in ons, ze verdwijnen ook weer in
ons. Tot zover allemaal eenvoudig, geen vuiltje aan de
lucht.
Maar dan vraagt iemand bijvoorbeeld op satsang plotseling aan mij: 'Hoe zorg ik ervoor dat ik niet meer zo word meegesleept door mijn gevoelens?' En dan is
er ineens iets geks gebeurd: we draaien de boel om en
beweren dat wij in onze gevoelens kunnen verdwijnen.
Dat objecten als denken en voelen in óns verschijnen
was meteen helder, maar blijkbaar gaat er geen belletje
rinkelen als we dan later zeggen dat we verdrinken in
heftige emoties.
57
Je kunt niet verdwijnen in een gevoel. Je kunt ook niet
verschijnen in een gevoel. Wat er wél gebeurt is dat
de persoonlijkheid vaak even afwezig is wanneer er
sterke gevoelens optreden. Aangezien we onszelf per
abuis voor de persoonlijkheid aanzien, denken we dat
we erin kunnen verdrinken. Maar hoe zouden we kun
nen verdwijnen, als we juist datgene zijn waarin alles
verdwijnt?
Alles verdwijnt in ons, niet andersom.
58
Geen Tef al pan,
maar de ultieme oplossing
v:eel mensen denken dat niets je meer raakt als je
gerealiseerd bent, en dat zich dat uit in een ge
lijkmatige houding en een harmonieus gevoelsleven. Volkomen stoïcijns en onaangeraakt gaan ze door het
leven, die verlichten. Wat er ook gebeurt, ze blijven er
absoluut onverschillig onder.
Het is een veel voorkomende projectie en natuur
lijk klopt hij niet. Je wordt geen Tefal pan, waar niets
vat op heeft en alles vanaf glijdt. Natuurlijk, ik ben Absoluut Bewustzijn. Maar die
ontdekking vervreemdt mij niet van de wereld zoals
die verschijnt. Zelfrealisatie betekent niet dat je je af
sluit voor de wereld, maar juist dat je ontdekt dat je de
totale openheid bent waarin de wereld verschijnt. Vroeger werd elk gevoel meteen aan een persoon
gekoppeld, gevolgd door allerlei projecties over het
59
hele gebeuren. Het hele proces voelde aan als een
kramp. Volgens de Tefal pan strategie zou ik nergens
meer door geraakt moeten worden. Maar precies het
tegenovergestelde is gebeurd.
Alles raakt me. Ik ben elk gevoel en elk gevoel wordt
honderd procent geaccepteerd en ervaren. Ik kan nooit
meer zeggen: 'Dat is mijn pakkie an niet', want ik ben
alles. Ik ben dus niet in een gepantserde houding te
rechtgekomen waarin ik volkomen onkwetsbaar op veilige afstand naar de wereld kijk.
Alles verschijnt in Mij, wordt in Mij gezien en lost ook weer op in Mij.
Ik ben de Ultieme oplossing.
60
De persoonlijkheid als doener
In het denken is een subtiel misverstand aan de hand
, namelijk dat de persoonlijkheid de doener der din
gen zou zijn. Dingen gebeuren vanzelf, maar we ne
men aan dat er een 'iemand' is die het doet. We ken
nen da'armee de persoon een zelfstandigheid toe die er helemaal niet is. De truc van een doener hangt samen
met de poging controle te krijgen over ons leven.
Als er dan iets leuks of goeds gebeurt, kunnen we zeggen: 'Dat komt door mij, dat heb ik gedaan'. Natuurlijk kunnen er ook minder leuke dingen gebeuren,
en dan moeten we zorgen dat we niet als de schuldige
worden aangewezen. Er zitten twee kanten aan.
'Natuurlijk ben ik de persoonlijkheid niet', hoor
ik vaak roepen door mensen die zelfonderzoek doen. 'Dat snap ik allang.' Maar het probleem van de per
soonlijkheid ligt genuanceerd. Het best ontwikkelde
61
vermogen van de mens is het vermogen om zichzelf voor de gek te houden (Alexander Smit). Op allerlei slinkse manieren komt die zogenaamde doener vaak tóch weer om de hoek kijken.
Je hoort spirituele zoekers bijvoorbeeld nog wel eens roepen: 'Laat het maar gewoon gebeuren'. Dat is volkomen de plank mis slaan en introduceert op een subtiele manier toch weer een doener, namelijk een spirituele doener die de dingen zou laten gebeuren. Alsof gebeurtenissen toestemming nodig hebben om te verschijnen.
Het is ook zinloos om er naar te streven dat de persoonlijkheid verdwijnt of verandert. Het is gewoon een serie concepten die verschijnt en verdwijnt. Het wegwensen van de persoonlijkheid is doorschieten naar de andere kant. Ego is niet de vriend, maar ook niet de vijand. Proberen er vanaf te komen komt voort uit een overwaardering.
Wat ik ook nog wel eens zie, is dat mensen de persoonlijkheid als een soort acteur zien waar zij zelf niets mee te maken hebben. Dan zeggen ze bijvoorbeeld: 'John is boos, laat hem maar lekker'. Onder het mom van: '.Alles is Bewustzijn, hier ben ik en dáár is de wereld' heb je de perfecte uitvlucht gecreëerd (voor wie?) en ben je niet meer aanspreekbaar voor je omgeving.
Snappen hoe het zit met de illusie van de doener houdt in dat er geen bemoeienis is met die doener.
62
Kijken en bereiken
Zodra ik mezelf eigenschappen toeken, valt er iets te verbeteren.
Wanneer ik denk dat ik leuk ben, kan het altijd nog een stuk leuker.
Alle verbetering die er mogelijk is, bevindt zich op het niveau van de eigenschappen. Je kunt geen eigenschap opnoemen of hij is wel voor verbetering vatbaar. Er is dan ook een hele wereld aan cursussen te vinden waarmee je aan de slag kunt.
Kijken is van een andere orde. We kijken naar alles, inclusief alle verbeteringsmechanismen, alle denkspelletjes, alle strategieën ter decoratie van het ego, en bovendien alle oordelen daarover. In kijken zélf zit geen oordeel, want ook diezelfde oordelen worden gezien.
Het leuke van dit kijken is dat je er niet 'uit' kunt. Je kunt niet besluiten te gaan kijken, je bént al gewaar.
63
Waarnemen is geen acuv1te1t, het is onmiddellijk. Soms lijkt het zo te zijn dat we 'meegenomen' kunnen
worden door heftige verschijnselen. Dat we uit 'ons centrum' weggesleurd kunnen worden. Maar hoe kan het dan dat we later exact kunnen navertellen wat er
gebeurd is? Omdat we bewust zijn.
Dit schouwen van dingen valt buiten de sfeer van 'bereiken', omdat het al zo fs. Als je deze waarheid uit het oog verloren bent, en denkt dat je een rijtje eigenschappen bent, ga je als een dolle te keer om te bereiken wat je al bent. Als een kip zonder kop ga je van alles ondernemen, op zoek naar 'jezelf'.
Bereiken is tijdelijk, kijken is tijdloos.
64
Meditatie
Sommige mensen denken dat je door te mediteren
in een andere geestestoestand terechtkomt waarin alles rustig en harmonieus wordt.
Dat de persoonlijkheid oplost en dat je 'de eenheid ervaart'. Meditatie, op die manier gezien, is dan
gewoon hetzelfde als stemmingmakerij of een geleide
fantasie. Je creëert dan namelijk een aantal voorwaarden en
als daaraan voldaan is zou je de juiste state of mind bereikt hebben. Als je een toestand wilt oproepen waarin alles rustig en harmonieus is en waarin de persoon is
opgelost, zou je net zo goed een dutje kunnen doen. Dat heeft exact hetzelfde effect.
Werkelijke meditatie is niet afhankelijk van het wel of niet verschijnen van de persoonlijkheid, of van het
scheppen van een fijne sfeer en/of de juiste omstandig-
65
heden. Het is de realisatie dat onze ware natuur niet verstoord kan worden. Je kunt er dus geen oefening van maken. Iemand die zegt dat hij 'meditatie beoe
fent', heeft het dan ook niet begrepen. Misschien een leuk experiment om eens uit te voe
ren: zorg voor een mooie ruimte met zachte kleuren en een fraaie lichtval. Zorg dat het lekker ruikt, met een
wierookstokje of een geurkaars of etherische olie. Zet heel zachtjes mooie muziek op en ga in een ge
makkelijke houding zitten. Let op je ademhaling en laat je gedachten langzaam wegzakken.
Op welk moment is je meditatie nu precies begon
nen?
66
Maniërisme
Hoe lang zijn we al op zoek naar de beste manier om te leven? Oud en nieuw staat voor de deur.
Heb je voornemens? En hoeveel van die voornemens
hebben te maken met je manier van leven? En waarom maken we deze voornemens elke keer weer?
Het feit dat we ze maken, houdt in dat we erin geloven. Elke keer opnieuw nemen we ons voor het dit keer
anders, beter te gaan doen. En keer op keer komen we bedrogen uit, want we zijn nog niet halverwege januari en alle goede voornemens zijn alweer als sneeuw voor
de zon verdwenen. Vreemd genoeg trekken op zo'n moment veel men
sen de conclusie dat ze te zwak zijn en geen ruggen
graat hebben. Maar dat is maar één manier van kijken. Je zou net zo makkelijk kunnen zeggen: 'Er deugt iets niet aan het maken van voornemens'.
67
Een voornemen, een plan over hoe te leven, een 'manier waarop', zijn allemaal kleineringen van de spontaniteit waarmee het leven zich van moment tot moment openbaart. Het leven is nooit te vangen binnen een concept of een systeem van regels. Wanneer je dus mèent dat het leven volledig te reguleren is, verval je tot een soort ultieme vorm van maniërisme. Er is geen
manier om te leven.
Alle regels en systemen afschaffen dan maar? Liever niet. Regels en systemen zijn een bijproduct en een afspiegeling van het leven. Niet de hoofdmoot, niet
de essentie, maar een afspiegeling. Kijk om je heen: overal ter wereld hanteert men een verschillende mind
set waar het regelgeving betreft. Maar overal ter wereld is de spontaniteit van het leven zelf aanwezig.
Mocht je met alle geweld toch een voornemen wil
len hebben, dan zou je je kunnen voornemen spontaan
te zijn. Tegelijkertijd zou dat het gekste voornemen al
ler tijden zijn.
68
Ontspanning
A ls je van ontspanning naar spanning gaat, mer� je
..t"\.duidelijk een verschil. Maak maar eens een vuist,
dan voel je duidelijk wat er gebeurt met de spieren in
dat gebied. Je voelt de spanning opbouwen, en weer
afnemen als je vingers zich weer openen.
Maar stel nu dat je de hele dag een vuist zou ma
ken? Dan ervaar je die spanning op den duur als de normale situatie, als de uitgangspositie. Je vergeet dan hoe het was toen die ontspanning daar was, en kent alleen nog maar de situatie MET spanning. Hoe langer
dit duurt, hoe normaler je het gaat vinden. Wat in feite
een kramp is, wordt niet meer als zodanig ervaren.
Mensen die hyperventileren hebben bijvoorbeeld
een kramp ontwikkeld in het middenrif, maar voelen
niet meer dat daar een spanning zit. Het lijf reageert
wel, met aanvallen van duizeligheid en andere sympto-
69
men, en zodoende word je toch alert gemaakt op het feit dat er iets aan de hand is. Nu kun je de symptomen gaan bestrijden en bijvoorbeeld een kalmerend middel nemen om de angstaanvallen tegen te gaan, of je slikt iets tegen duizeligheid. Dat zal ook wel werken, en ik zie daar dan ook helemaal geen bezwaar in.
Maar je kunt ook dieper gaan, en kijken waar de symptomen vandaan komen.
Je hoeft niet eens te kiezen, je kunt het ene doen en het andere niet nalaten. En dan kun je ontdekken dat er zich een spanning in het middenrif heeft opgebouwd en wellicht vind je dan een manier om de weg terug te gaan naar de ontspanning die ooit de meest natuurlijke zaak was.
Je voelt hem al van mijlenver aankomen, maar met je zelfonderzoek is het net zo. De illusie een persoon te zijn, is je ZO ingeprent, dat het bijna een eigen leven is gaan leiden. Het is een krampachtig gebeuren, waarvan we geleerd hebben dat het normaal is. De symptomen van deze kramp zijn er natuurlijk wel, zoals zoeken, proberen te bereiken, denken dat er iets te halen vale, allemaal vanuit het perspectief dat we een persoon zouden zijn.
Symptoombestrijding is volop aanwezig; er zijn ik weet niet hoeveel cursussen op het gebied van zelfVerbecering te vinden. En net als met de kalmerende middelen zie ik daar helemaal geen bezwaar in. Maar er is ook de mogelijkheid om dieper te gaan, en te kijken wat je ware natuur is, voordat de kramp van de persoonlijkheid tot gewoonte werd.
70
Problemen, oplossingen
en aandacht
Je kunt alleen op zoek gaan als je het idee hebt dat je iets ontbreekt. Wanneer er geen gevoeld tekort is, of een bepaald
gemis, is zoeken onmogelijk. Zo ga je op zoek naar bijvoorbeeld liefde, en/of aandacht. Van tijd tot tijd zul
je ook wel vinden wat je zoekt, maar hoeveel aandacht je ook ontvangt, het zal nooit leiden tot een situatie waarin je geen aandacht meer nodig hebt.
Dus ontwikkel je allerlei strategieën om aandacht te krijgen uit je omgeving. Eén zo'n strategie, is het hebben van problemen. Zodra je een probleem hebt, is er altijd wel iemand te vinden die er aandacht aan wil geven. Men gaat proberen je te helpen om het probleem op te lossen.
Mocht dit lukken, dan is het middel om aandacht naar je toe te trekken opgehouden te bestaan, dus
71
moet je een nieuw probleem verzinnen. Of je moet een
probleem verzinnen waarvoor geen oplossing bestaat,
zodat het nier uitmaakt hoeveel je geholpen wordt.
Je bent niet gebaat bij een oplossing voor je problemen, want dan houdt de attentie van je kennissenkring onmiddellijk op. Maar juist omdat je maar blijft hangen in de sfeer van het hebben en het in stand
houden van problemen, pleeg je een soort roofbouw op je omgeving. Mensen zullen steeds minder graag in contact met je staan omdat het niet uitmaakt hoeveel
aandacht ze aan je geven, het is nooit afdoende.
De situatie die dan ontstaat is eigenlijk een self fulfillingprophecy: 'Zie je wel, de hele wereld is tegen mij'. Je
zit in een hopeloze positie, overigens wel eentje waarin je jezelf gemanoeuvreerd hebt. En alleen maar omdat
je uitgangspositie de aanname was: 'Er ontbreekt wat in mijn leven'.
Als je opereert vanuit een bepaalde uitgangsposi
tie, vanuit een aanname, eindig je per definitie in een
kramp of in halsstarrigheid. We zijn geen denkbeeld of hypothese, dus elk draaiboek, plan de campagne, elke tactiek of methode die daarop gebaseerd is, is een doodlopende weg.
72
Vergelijken
Vergelijk je jezelf wel eens met anderen? Dat betekent dat je gelooft in een bepaald beeld van
jezelf. Een vergelijking is alleen mogelijk tussen het ene concept en het andere. Je kunt bijvoorbeeld de
ene temperatuur vergelijken met de andere, en dan kun je praten over 'warmer dan', of 'kouder dan'.
Maar wat gebeurt er als je jezelf met iemand anders vergelijkt?
Dan probeer je je eigenwaarde te ontlenen aan een denkbeeld. Je hebt ten onrechte geconcludeerd dat jij
en die ander twee verschillende personen zijn, en niet
meer dan dat. Je hebt jezelf en die ander op een schaal
geplaatst en probeert nu door te vergelijken tot een
voor jou zo voordelig mogelijke uitslag te komen. Dit mechanisme kan allerlei vormen aannemen, van arro
gantie tot valse bescheidenheid.
73
Zijn er dan geen vergelijkingen mogelijk tussen personen? Natuurlijk wel, heel goed zelfs. Dat is gewoon dualiteit. Het addertje onder het gras is die eigenwaarde die eraan gekoppeld wordt. Daar ga je de mist in.
En dan denk je dat je 'beter' of 'minder' bent dan die ander.
Ironisch genoeg is datgene waarin alle vergelijkingen optreden zelf met niets te vergelijken. Bewustzijn is met niets te vergelijken. Het heeft geen tegendeel, er
is geen Bewustzijnsschaal.
74
Aandacht
Aandacht op het denken
Wanneer je aandacht gericht is op het denken,
krijg je de sensatie dat je met kaders te maken hebt.
Er zijn referentiepunten en duidelijk afgebakende
grenzen. Dit is het gebied van redeneren, analyseren,
beoordelen en conclusies. Hier bevinden zich beschrij
vingen, eigenschappen, herinneringen, projecties, con
ditioneringen en associaties. Denken is een prachtig instrument, maar op som
mige gebieden is het niet toereikend. Als iemand zegt:
'Ik denk dat ik van je houd', zie je waar het tekort
schiet.
Aandacht op het zijn
Wanneer je aandacht gericht is op het gevoel aanwezig
te zijn, op het bewuste zijn, ervaar je alleen de sensaties
75
op het gebied van horen, zien, ruiken, voelen en proe
ven. Denken kan als ondertitelaar langskomen, maar de focus ligt in dit geval vooral op de verschijnselen
die via één van de vijf zintuigen opkomen. Wat veel
zoekers naar waarheid zich misschien niet realiseren, is dat je hier eigenlijk al zonder problemen bent. Ver
schijnselen zijn nooit een probleem op zich.
Pas wanneer we gaan projecteren dat het anders zou moeten zijn, is er sprake van conflict.
Aandacht op het waarnemen
Wanneer de aandacht bij het waarnemen zelf ligt, zie je dat er eigenlijk alleen het waarnemen van dingen
bestaat. We kunnen alleen zeggen dat er waarnemen is, niet dat de waargenomen objecten ook op zichzelf
kunnen bestaan. Maar er is waarnemen, daar kun je
niet onderuit. Je zou waarnemen kunnen vergelijken
met het licht waardoor objecten zichtbaar worden. Het denken is dan de schaduw van de objecten.
Aandacht op Bewustzijn
Voordat er denken, zijn, of het waarnemen van dingen kan zijn, moet er iets zijn waarin dit allemaal mogelijk
is. Hier ligt de basis van je bestaan, van de wereld, van
jeZelf. Verder terug kun je niet. Dit is je thuis, waar je
nooit vandaan kunt of van weg geweest bent. In deze Beschikbaarheid is alles mogelijk. Elk verschijnsel is een bijverschijnsel van dat beginsel.
76
Ervaringen opsparen
Soms lijkt het zo te zijn dat ervaringen zich kun
nen opstapelen. Alsof er steeds meer 'nu' bij kan
komen. Vooral de momenten die we als vervelend
ervaren hebben deze eigenschap. Aan de andere kant
ervaren we regelmatig dat het leven als zand door onze
vingers glipt en dat we het niet kunnen vasthouden. Dan hebben we het meestal over de zogenaamd leukere
momenten. Zou dat iets met elkaar te maken hebben?
Als je het ervaren onderzoekt en gaat kijken wie eigenlijk degene is die ervaart, kom je tot de verrassende
ontdekking dat er geen waarnemer te lokaliseren is. Er is dus wel ervaren, maar geen 'ervaarder'. Immers, elke keer als je een entiteit gevonden hebt die verantwoordelijk zou zijn voor het waarnemen, kun je de vraag stellen:
'Waar verschijnt die entiteit dan in?' Alles wat we aan
kunnen wijzen is per definitie een object in Bewustzijn.
77
78
De consequenties van deze ontdekking zijn behoorlijk verstrekkend. We kunnen helemaal niet verstrikt raken in ervaringen of opgesloten raken in onze gevoelens. War er op zo'n moment gebeurt is dat we de illusie geloven dar er een persoon is, die de dingen overkomt. Dat er een ervaarder is die dit alles overkomt. Vervolgens gaan we dan verzinnen hoe die schijngestalte uit de problemen zou moeten raken, terwijl het geloof in die figuur juist de bron van het probleem is.
Een andere ontdekking die onmiddellijk voortvloeit uit de vorige, is dat er absoluut niets is dat je kunt 'doen'. Wie zal wat gaan doen? En met welk doel en voor wie? Wat voor verhalen, acties en plannen er ook langskomen, de persoonlijkheid is onderdeel van het verhaal en niet degene die het verhaal meemaakt.
Door te richten op het eindpunt,
kijk je over wat nu is heen
'\ f roeger, als ik een pianostuk moest instuderen, V begon ik het pas leuk te vinden als ik het stuk
helemaal kende. Studeren was een kwestie van door de zure appel heen bijten tot je aan het einde van de rit de beloning mocht incasseren in de vorm van een mooi stuk muziek. Er kwam vrij veel discipline bij kijken. Ik was voornamelijk bezig met het eindresultaat.
Op les bleken er dan altijd wel weer dingen fout te zijn, en die moesten dan in de week daarna gecorrigeerd worden.
Tegenwoordig gaat dat heel anders. Ik ben in feite alleen maar bezig met wat op dat moment aan de hand is. Voor piano betekent dat bijvoorbeeld, dat je helemaal in één loopje kunt duiken, verschillende vingerzettingen uitprobeert, terwijl je heel alert bent op wat er dan precies in je handen gebeurt. Of ik probeer
79
verschillende tempo's uit, of verschillende soorten balans tussen linker- en rechterhand. Dat lijkt misschien
ook wel op discipline, maar het is meer zo dat ik als een kind in de speeltuin ben dat alle apparaten mag
uitproberen. Dat kan heel erg 'ingezoomd' zijn, dus misschien maar een deel van een maat, of juist helemaal 'uitgezoomd'. Een heel stuk vluchtig doorspelen om een indruk te krijgen van de grote lijn.
Terwijl je op die manier met muziek bezig bent komt er van alles langs.
Je bent eigenlijk de hele tijd benieuwd naar wat er
allemaal gebeurt. Op deze manier is piano studeren geen opdracht of corvee, maar iets dat je bijna niet
kunt laten. In plaats van te geloven in de projectie naar het einddoel toe, ontdekte ik dat je meteen al kunt ge
nieten van alles wat er langskomt. En gek genoeg geeft
dat nog een beter resultaat ook
80
Iets blijvends vinden in het
veranderlijke is onmogelijk
Iemand die probeert om in het veranderlijke iets blijvends tot stand te brengen zal per definitie
mislukken. Het veranderlijke heet niet voor niets het veranderlijke. En wat is er allemaal veranderlijk? Alle
verschijnselen, alles wat we waarnemen, elk object
dat in Bewustzijn verschijnt. Wat we 'de wereld' zijn gaan noemen is niets anders dan een serie indrukken. Die indrukken bestaan uit waarnemingen op
het gebied van zien, horen, voelen, ruiken, proeven en denken.
Eén van de moeilijke dingen van zelfonderzoek is dat ook die 'iemand' bij het veranderlijke hoort. Zo
lang je denkt dat je goed bezig bent omdat je op wat
voor manier dan ook spiritueel bent geworden, heb je de hele wereld tot illusie gemaakt behalve je persoonlijkheid, terwijl dat nou net de grootste illusie van al-
81
lemaal is. Het lijkt allemaal heel heilig en zuiver, maar
in feite is de split-mind situatie niet doorzien.
Een heel leuke ontdekking is, dat elke scheiding
ook denkwerk is en alleen maar bestaat zolang de ge
dachte waargenomen wordt. Maar let op: ook dan is de scheiding niet werkelijk. Er is alleen maar het waar
nemen van de gedachte aan afgescheidenheid: ik hier en de wereld daar. Zelfrealisatie is niet het herenigen
van delen die eerst gescheiden waren; het is de ontdek
king dat elke vorm van afgescheidenheid alleen als een gedachte op kan komen. Het zijn flitsen, meer niet.
Vanuit de illusie afgescheiden te zijn, kunnen zich
allerlei strategieën ontwikkelen. Er kan een zoektocht
ontstaan naar liefde, naar bevestiging, naar erkenning,
naar begrip, naar aandacht, en ga zo maar door. Bij die
zoektocht speelt de illusie dat er iets blijvends tot stand
kan komen ook een rol. Deze zoektocht kan elke vorm
aannemen: spiritueel, materieel, of emotioneel. Of je
wordt een machtswellusteling, of een controlefreak; ei
genlijk alles wat de illusie van iets blijvends kan creëren
of in stand kan houden.
De oplossing ligt niet in de vervulling van deze
projecties, maar in het herkennen van het misverstand dat aan de wortel ligt. Je bent niet afgescheiden, nooit
geweest ook. Er hoeft niets herenigd te worden. Hoe
kun je herenigen wat nooit gescheiden was? Moet een
golf één worden met water? De essentie van alles is
Bewustzijn en dat ben Jij. Tat tvam asi.
82
Ontwaken in drie fases
Fase een Je denkt dat je een deel van de verschijnselen bent.
Zo meen je bijvoorbeeld dat je wél de persoonlijkheid
en het lichaam bent, maar niet de rest. Je beleeft jezelf
als een fragment te midden van allerlei andere frag
menten en gaat op zoek naar geluk voor het fragment dat je denkt te zijn. Omdat blijvend geluk voor een
fragment onmogelijk is, komt er geen einde aan je zoe
ken. Elke keer als er iets bereikt lijkt te zijn, is er weer de ontdekking dat elk bereiken op het gebied van de
verschijnselen per definitie tijdelijk en relatief is. Het
maakt niet uit welke manier je uitprobeert om geluk
te vinden voor het ego, ze blijven allemaal steken op
hetzelfde basisprincipe; ego is een verschijnsel en dus
tijdelijk. Alles wat op dat gebied tot stand komt, kan ook weer verdwijnen.
83
Fase twee Je komt in aanraking met de een of andere spirituele richting via een boek, het internet of een leraar. Er wordt je verteld dat je geen verschijnsel bent, maar dat je juist datgene bent dat alle verschijnselen waarneemt. De aandacht verschuift van de serie verschijnselen die je dacht te zijn naar datgene waarin alles verschijnt. In het begin lijkt het eng, want er is immers geen referentiekader meer (het is moeilijk refereren vanuit de Leegte), maar al snel kom je erachter dat dit de ideale manier is om verstoppertje te spelen. Je begint dingen te roepen als: 'Het maakt niet uit, alles is toch Bewustzijn!' Op den duur is er geen gesprek meer met je te voeren.
Je hebt een spiritueel ego gecreëerd en elke interactie met je omgeving ga je uit de weg. 'Stille wateren hebben diepe gronden' wordt je lijfspreuk en je beantwoordt elke vraag met een wedervraag. Humor is in deze fase niet je sterkste kant en zelfspot is ook al ver te zoeken.
Fase drie Je ontdekt dat er geen wezenlijk verschil is tussen verschijnselen en datgene waarin verschijnselen plaatsvinden. Je ziet dat je niet alleen maar een fragmentje bent, maar ook het waarnemen van het fragmentje, en ook datgene wat het waarnemen van het fragmentje mogelijk maakt. Je bent niet meer 'hier' de Leegte, terwijl 'daar' de wereld der verschijnselen is. Verschijnselen zijn gewoon Bewustzijn mee vorm. Je ziet als het ware
84
overal jeZelf en jeZelf overal als het Ware. Je weet dat op het gebied van het veranderlijke niets wezenlijks tot stand kan komen, en juist daarom kun je erom lachen en alle spelletjes van harte meespelen. En, paradoxaal genoeg, in deze fase zie je dat elk idee over fases volkomen onzin is.
85
Het stappenplan
Omdat wij menen dat we ons in situaties kunnen bevinden hebben we ook systemen verzonnen
om van ongewenste situaties naar gewenste situaties te kunnen komen. Eén van die systemen is het stappenplan. Een stappenplan verdeelt een doel dat niet in één keer haalbaar is in een aantal wél haalbare tussendoelen. Dat is de manier die ons aangeleerd is en dat is ook de manier die we toepassen als we aan onszelf gaan werken.
Even Googlen naar 'stappenplan persoonlijke ontwikkeling' levert dik een miljoen resultaten op. Er zijn niet voor niets zoveel methodes; omdat ze namelijk niet werken moet je steeds iets anders kunnen proberen. Je zult altijd bereid zijn om nog eens een ander stappenplan te proberen. Wie weet levert het deze keer wél op wat je ervan verwacht.
87
Het verschil tussen de ongewenste situatie en een ge
wenste ideale situatie noem ik conflict. Hoe groter het
verschil, hoe heviger het projectiemechanisme, en hoe
groter het conflict. Nu zou je zeggen dat het conflict
minder wordt naarmate je meer stappenplannen hebt
gevolgd, maar als je even om je heen kijkt weet je dat
dat niet zo is. We hoeven alleen maar te ontdekken dat wij ons
niet in situaties bevinden, dat is alles. Het is precies omgekeerd; situaties bevinden zich in ons.
88
Dingen overkomen je niet
Het lijkt zo te zijn dat wij gebeurtenissen meema
ken. Dat we ervaringen opdoen. Dat kan alleen
als er een ervaring en een ervaarder is. Als er een ervaarder is, dan kunnen we ook spreken over iemand
die dit alles meemaakt en overkomt. En zo introduceren we oorzaak en gevolg, beloning en schuld, karma, goede en foute keuzes, de hele rataplan.
Zodra we dus aannemen dat er een splitsing is in ervaren en een ervaarder, doemt er een hele wereld aan
consequenties en problemen op. In plaats van te onderzoeken of die eerste aanname
wel klopt, houden we onszelfliever bezig met alle gevolgen van die aanname en gaan we aan de gang voor per
soonlijk geluk. We geven dat zoeken naar persoonlijk
geluk natuurlijk niet gewoon die naam. Nee, we verzinnen er mooie spirituele namen voor.
89
We willen immers 'goed bezig' zijn. Maar het blijft een feit dat 'bezig zijn' inhoudt dat we menen dat er iets te bereiken valt, voor de persoon.
Dingen overkomen je niet, je ziet gebeurtenissen. Moeiteloos, gratis en onmiddellijk. Je kunt het niet inof uitschakelen, het gaat vanzelf.
Voor, tijdens en na de gebeurtenis ben je Bewustzijn. Je wordt niet meer of minder van een gebeurtenis. Als Beschikbaarheid voor alle verschijnselen ben je niet onderhevig aan het waarnemen. Er overkomt je dus helemaal niets.
90
Delen van het leven uitsluiten?
Het dilemma waar wij mensen mee te maken hebben lijkt te zijn: hoe maak ik zo veel mogelijk
leuke ervaringen mee en w min mogelijk vervelende. De neiging om het vervelende buiten de deur te
houden en het leuke binnen te halen lijkt heel van
zelfsprekend. Eigenlijk probeert iedereen hierover een
houding te ontwikkelen. Die houdingen kunnen verschillen, maar de achterliggende gedachte blijft hetzelfde: leven volgens een bepaalde houding, een plan, een recept. De vormen die zo'n strategie aan kan nemen kunnen heel bedrieglijk zijn. Veel zogenaamde spiritualiteit is gewoon een levenshouding waarvoor men een beloning vetwacht.
Er zijn in het leven precies evenveel dingen leuk als vervelend. Dat is een balans waar wij helemaal niets aan hoeven te doen. Het einde van iets leuks is ver-
91
velend, en her einde van iets vervelends is leuk. Het
najagen van alleen maar het leuke en het vermijden van het vervelende is gebaseerd op de illusie van een onafhankelijk handelende entiteit in het centrum van
ons bestaan. De meeste mensen noemen die entiteit 'ik'. Voordat werkelijk onderzocht is wat dat 'ik' dan
is, gaan we aan de slag en proberen we geluk re vinden voor dit 'ik' volgens de levenshouding waarvan we ver
moeden dat die de meeste kans van slagen heeft.
Het punt is dat een levenshouding denkwerk is. En
denkwerk is geheugen. We proberen dus een manier
van leven te verzinnen, voortbordurend op moment
opnamen uit het verleden. Alsof je op vakantie bent in
een prachtig land, maar alleen maar fotoboeken over datzelfde land zit door te bladeren.
Nog een ander punt is dat 'leuk' bestaat omdat er
ook 'niet-leuk' is. Dat heet dualiteit. Je kunt alleen
'hoog' ervaren, omdat je weet wat 'laag' is. Het leven
laat zich kennen door de paren der tegenstellingen. Sluiten we de ene kant uit, dan missen we ook de
andere kant. Willen we alleen de ene kant, dan krijgen we ook de andere.
Een uitzichtloze situatie dus? Bepaald niet. Hoe komt het dat we de dualiteit als zodanig kunnen beschrijven? Omdat we hem waarnemen. We zijn datgene waarin dualiteit zich openbaart. Alles, inclusief strategieën, houdingen, misverstanden, leuke dingen, vervelende dingen, wordt moeiteloos en onmiddellijk waargenomen. We zijn één en al uitzicht. Dat is nog
eens een inzicht!
92
Gevoelens zijn genuanceerd, niet
ingewikkeld
OP de een of andere manier heeft 'gevoel' de laat
ste decennia een status gekregen die het vroeger
nooit had. Wellicht is dat een reactie op tijden waarin gevoel systematisch onderdrukt werd. Je kunt tegen
woordig ongeveer elke discussie beëindigen met het
statement: 'Ja, maar ik voel het zo!' Ook hoor je vaak: 'Blijf bij je gevoel', of: 'Je moet je gevoelens delen.'
Blijkbaar willen we van alles met een gevoel. Verkleinen, uitvergroten, delen, serieus nemen, relativeren, verzin het maar. Als je een 'gevoelig' mens bent, is het goed. Ben je 'overgevoelig' dan wordt het al iets min
der. Daarom hebben we sinds een jaar of vijf de term 'HSP'.
Dan ben je niet overgevoelig, maar een 'highly sensi
tive person'. Gek genoeg zien we niet in dat alles, maar
dan ook alles wat we met een gevoel willen, een afwij-
93
zing, ontkenning van dat gevoel is. Het gevoel is er, en vervolgens willen we er iets mee. We gaan ermee aan de slag, we leren hoe we ermee om moeten gaan.
'Denial is not only a river in Egypt. '
94
Zonder waarnemen bestaat er niets
Een heel hardnekkige illusie in advaita is dat dingen
een 'eigen bestaan' leiden. Met andere woorden: dar iets er is, zelfs als het niet waargenomen wordt.
Wanneer we een aantal waarnemingen doen en de verschijnselen zijn vergelijkbaar, concluderen we (ten onrechte) dat we met continuïteit te maken hebben.
Zo kunnen we bijvoorbeeld menen dat een bepaalde angst ons 'jarenlang achtervolgt', of dat we 'in een sleur' leven. Dat dingen op elkaar lijken is absoluut geen bewijs voor continuïteit. Als dat zo zou zijn word ik al mijn hele leven achtervolgd door dezelfde pannekoek die ik elke keer weer opnieuw opeet om er vanaf te komen. Nu zijn er vermoedelijk weinig mensen met een pannekoekenfobie, dus dat zal niet zo snel problemen opleveren. Maar met angsten ligt het heel anders.
95
Die 'achtervolgen' ons, tenminste, dat denken we. Op
de een of andere manier hebben we de conclusie getrokken dat die angsten een zelfstandig bestaan leiden, onafhankelijk van het waarnemen van de angst. Maar we kunnen alleen zeggen dat iets er pas is als we het
waarnemen. Zodra we het waarnemen, is het er, bestaat her. Als
we het niet waarnemen, bestaat het niet. Objecten gaan niet een blokje om als ze uit ons waarnemingsveld verdwijnen.
Een golf kan geen vakantie nemen van water, want dat is zijn essentie.
En verschijnselen kunnen niet onafhankelijk bestaan van Bewustzijn.
96
Groepsdynamieken
Veel mensen volgen een cursus waarbij ze zich
door andere mensen laten vertellen wat ze moeten doen onder het mom van 'zelfonderzoek'. Je laten
vertellen wat je moet doen, is geen zelfonderzoek. Dat is goedgelovigheid, slaafse volgzaamheid.
Op zich is dat helemaal niet erg. Je bent bang en zoekt naar veiligheid.
In ruil voor die veiligheid lever je jezelf uit aan ie
mand die leiding geeft. Puur evolutionair gezien is dat waarschijnlijk ooit de enige manier om te overleven geweest. Als je niet bij een stam hoorde, kreeg je het erg moeilijk. Maar met een grote club mensen tegelijk
kun je wel op mammoets gaan jagen.
Op het gebied van religie zie je die groepsvorming ook, maar dan op psychologisch niveau. Er zijn eigen
lijk geen geloofssystemen met maar één aanhanger. Als
97
een (liefst grote) groep mensen hetzelfde gelooft als jij,
is dat bevorderlijk voor her groepsgevoel, het 'wij' ge
voel.
Probleem is natuurlijk wél, dar wanneer twee ver
schillende groepen elkaar tegenkomen er maar eentje gelijk kan hebben. Dus probeert de ene groep de andere
dan uit te roeien. Ironisch genoeg leidt die groepsvor
ming vaak tor oorlogen, en dar terwijl het er juist om
begonnen was een gevoel van veiligheid te creëren.
Groepen en clubs hebben een bepaalde dynamiek
met voor- en nadelen. Om je staande te kunnen hou
den in de wereld is het handig om in een groep te zit
ten, maar de groep gaat je niet voor altijd gelukkig maken, en brengt je geen stap dichter bij jezelf.
98
Is de wereld nu echt,
of is hij een illusie?
De woorden 'echt' en 'illusie' geven binnen de ad
vaica de meeste aanleiding tot misverstanden.
'De wereld is illusie' is een veel gehoorde en gelezen
kreet. Maar wat betekent dat eigenlijk? Houdt het in
dar de wereld niet bestaat? Wil het zeggen dat je niet
verdrietig bent als er een dierbare overleden is? Of mag
die wereld wel weg omdat hij tóch niet 'echt' is?
De hele spraakverwarring zit hem in de associaties
die we hebben met de woorden 'echt' en 'illusie'. Een aantal verschijnselen noemen wij 'echt', bijvoorbeeld
onze huizen, ouders, kinderen, enzovoort. Die 'bestaan'. Andere verschijnselen, zoals spoken, ufo's, ka
bouters, fata morganàs, Sinterklaas, de Kerstman en
hallucinaties noemen wij een 'illusie'. Sommige din
gen bestaan dus en andere niet, terwijl het eigenlijk
allemaal verschijnselen in Bewustzijn zijn.
99
In de advaita verwijst het woord 'echt' naar het onver
anderlijke. 'Illusie' verwijst naar het veranderlijke. Zo verwoord zijn alle verschijnselen illusie, want veranderlijk. Iets is dan ook niet echt omdat het bestaat, iets is juist illusie omdat het bestaat. Bestaan is namelijk synoniem met verschijnen en daarom veranderlijk. In dit verband is de etymologie van het woord ver-schijnen ook wel grappig.
Als iemand beweert: 1\.ch, alles is toch maar illusie' (vergezeld van een diepe zucht), dan heeft hij of zij het
niet begrepen. Natuurlijk, alle verschijnselen zijn veranderlijk, maar dat is helemaal niet frustrerend.
Voor wie zou het frustrerend moeten zijn? De constatering dat alle verschijnselen veranderlijk zijn is
gewoon een feit, niet een waardeoordeel. Het is niet 'jammer' dat alles veranderlijk is, het is een gegeven.
100
Onderzoeken en vragen stellen
De kunst van zelfonderzoek zit hem in het stellen
van goede vragen. Een goede vraag is een vraag waar geen aanname in zit. Een vraag waar een aanname in zit kun je ontleden tot één of meer deelvragen zonder aannames.
Een gangbare vraag is bijvoorbeeld: 'Hoe kom ik
van mijn angsten af?' Aanname 1: de angst is van mij Aanname 2: de angst moet weg De volgende stap is, een vraag maken van de veronderstellingen, dus:
- Is de angst van mij? - Moet de angst weg? Je doet dus eigenlijk een stap terug tot je bij een
vraag zonder aannames uitkomt. Zo voorkom je dat je veel tijd en energie in vragen stopt, terwijl je misschien niet eens goed gekeken hebt of je vraag wel een echte
vraag was.
101
Nog een voorbeeld: 'Ik probeer me bewust te zijn dat
ik datgene ben waarin alles verschijnt, maar ik Iaat
me toch steeds weer meeslepen.' Aanname 1: ik kan proberen bewust te zijn Aanname 2: ik ben datgene
waarin alles verschijnt Aanname 3: ik kan meegesleept
worden De vragen worden dan, respectievelijk:
- Kan ik proberen bewust te zijn?
- Ben ik datgene waarin alles verschijnt?
- Kan ik meegesleept worden?
Waarschijnlijk heb ik nog één of meer premissen
over het hoofd gezien, but you get the genera! idea.
102
Het woord is niet het ding
Wat de een zelfverzekerd noemt, noemt de ander ar
rogant, en weer een ander twijfelloos.
Wat de een doorzettingsvermogen noemt, noemt
de ander koppigheid, en een ander weer volhardend. Wat voor jou introvert is, is voor mij misschien ver
legen en voor een ander wellicht beleefd.
Wat ik beschouw als voorzichtigheid, kan voor jou
angst lijken, en voor iemand anders waakzaamheid. Als ik optreed, zeggen ze wel eens: 'Wat kijk je boos',
'Nee, da's concentratie', zeg ik dan, maar wie weet lijkt
het voor een derde wel op afWezigheid.
Het woord is niet het ding, het is een verwijzing, en de vlag dekt nooit de lading.
103
Waarnemen, ervaren en denken
Het lijkt of we problemen kunnen oplossen
door erover na te denken, en in sommige ge
vallen is dat ook zo. Als je een wiskundig vraag
stuk op moet lossen, gebruik je het denken. Aan de
andere kant: een probleem is altijd denkwerk. Als er geen denken is, is er geen probleem. Problemen
zijn dus een deelverzameling van de verzameling
van alle gedachten.
Is het nu zo dat we dingen zien via het denken? Nee. Een gedachte wordt gezien, maar ziet zelf niets.
Een gedachte is een waargenomen verschijnsel in Be
wustzijn, en wordt gekend. Dit waarnemen is onmid
dellijk, zonder middel. Het kost geen enkele moeite
om te zien dat je doodmoe bent. Waarnemen kost ook
geen tijd en/of ruimte, want ook tijd en ruimte zijn
waargenomen verschijnselen.
105
Een ervaring ontstaat pas als we het nu met het verleden vergelijken. We vergelijken de actuele indrukken die we via de vijf zintuigen binnenkrijgen met geheu
genplaatjes van vlak daarvoor om een verloop langs allerlei verschillende schalen te fantaseren. Het geheel van die indrukken noemen we dan een 'ervaring'. Daar
kan ook een 'ervaarder' bij gefantaseerd worden, bij
voorbeeld een persoon. In werkelijkheid is die persoon een serie gedach
ten die we tot één beeld combineren (overigens verandert dat beeld van dag tot dag). En ook dit is weer een
waargenomen verschijnsel. Deze 'persoon' kun je tot 'ervaarder' proberen te promoveren, maar je kunt altijd weer de vraag stellen: hoe komt het dat je die persoon met al zijn kenmerken en eigenschappen zo exact kunt beschrijven?
106
Panta rhei
C panta rhei' is een uitspraak van de Griekse filo-soof Heraclicus, die 'alles stroomt' berekent: Zijn
leerling Cratylus illustreerde dit door te stellen dat je nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen. 'Rare jongens, die Grieken', zouden Asterix en Obelix gezegd kunnen hebben, maar ik vind het wel scherpzin
nig van die Heraclitus. Als je namelijk kijkt wat er allemaal in Bewustzijn
verschijnt, blijkt het gewoon te kloppen. Allerlei verschijnselen komen op en verdwijnen. Niets is statisch, alles is in beweging. Op macroniveau beweegt het hele universum en op microniveau bewegen alle deeltjes.
En in waarnemen zit nergens een punt waar het stagneert. Het gaat moeiteloos en ongehinderd door.
Vandaar dat je ernaast zit als je denkt dat je 'vast
kunt zitten', of dat er een 'blok aan je been' hangt, of
107
dat je ergens 'mee blijft zitten'. De werkelijkheid is dat alles stroomt. Dat weet je ook wel, want alle dingen waar je helemaal in meegaat, hebben dat 'stroomeffect' heel duidelijk op de voorgrond. Alles stroomt altijd al, maar dan is het extra duidelijk, dus leuk. Er wordt dan gezegd dat je in the flow bent. Naar muziek luisteren, sporten, verliefd zijn, vertederd worden, geraakt worden, ontroerd raken, kwaad worden, noem maar op.
Zodra de persoon als zogenaamde hoofdrolspeler verdwijnt, wordt het leven een stuk aangenamer. Daarom vinden we het ook zo leuk om dingen met veel mensen tegelijk te doen. Lekker verdwijnen in de groep. Denk aan concerten, voetbalwedstrijden, de Nijmeegse vierdaagse en de Olympische spelen.
'Panta rhei', alles stroomt. Dit niet doorhebben, is tegen de stroom in zwemmen.
108
Het krijgen van inzichten
0 p bepaalde momenten in je zelfonderzoek kun je wel eens een helder inzicht hebben. Je leest iets,
of hoort iets, en het treft onmiddellijk doel. Er hoeft geen verklaring bij, of reden. Je weet het, punt. Na het hebben van zo'n inzicht kun je een tijdje lang een heel helder gevoel hebben, of een soort van gelukzaligheid ervaren.
Nu is het opletten geblazen. Zo'n inzicht treedt namelijk spontaan op en als het weg is, is het weg. En het lekkere gevoel dat er bij hoorde ook
Als je de conclusie zou trekken: 'Dit is het!', dan is de kans groot dat je gaat proberen om dat heldere moment en alle leuke gevoelens die erbij hoorden opnieuw te beleven.
Wat je dan eigenlijk doet, is de situatie omdraaien. Je probeert Bewustzijn te reduceren tot een inzicht en
109
een goed gevoel. Natuurlijk, weten wie of wat je bent kan een prettig gevoel opleveren, maar andersom werkt het niet zo. Ook als je weet wie je bent kun je chagrijnig zijn, kwaad worden, of moeilijk in de omgang zijn voor de omgeving.
De bijwerkingen van inzichten en zelfrealisatie tot doel op zich maken is dus de wereld op zijn kop. Het nastreven van welke toestand dan ook betekent dat de illusie een persoon te zijn nog niet doorzien is.
110
Iets 'willen' met een gevoel is verzet
Er kan praktisch geen gevoel opkomen, of er hoort een conditionering bij. De aandacht is misschien
heel even bij het gevoel zelf, om vervolgens naar het denken af te dwalen. Vervolgens gaan we verzinnen dat er iets moet gebeuren met dat gevoel. Het gevoel wordt dus eigenlijk afgewezen, geweigerd, en we richten ons op allerlei strategieën waarin we iets 'willen' met dat gevoel.
Een paar voorbeelden van kijken naar conditione-ringen in plaats van kijken naar het gevoel zelf:
- dit gevoel is niet oké - dit gevoel is wel oké
- het mag er zijn - ik zal het moeten accepteren - hoe ga ik dit hanteren? - hoe moet ik ermee omgaan?
111
- ik zal het een plek moeten kunnen geven
- wat moet ik hiermee?
- wat heb ik eraan?
- we gaan er wat van maken!
- je moet het loslaten - je moet het verwerken
- ik werd weer meegesleept
Als een strategie om niet rechtstreeks naar een gevoel
te hoeven kijken positief verwoord wordt, lijkt het
of we goed bezig zijn. Maar een gevoel goedkeuren
is hetzelfde als een gevoel afkeuren: het blijft keuren,
beoordelen, evalueren, scheidsrechter spelen. Veel zo
genaamde spiritualiteit is onderdrukking in een mooie
verpakking. Een bekend voorbeeld is dat gevoelens
altijd 'harmonieus' zouden moeten zijn. Je kunt van
gevoel proberen te maken wat je wilt, maar in werke
lijkheid IS dat gevoel er al en ben je dus per definitie
te laat.
112
Objecten bestaan pas
als ze worden waargenomen
Eén van de moeilijkste illusies om te doorzien voor
mensen die zelfonderzoek doen, is de illusie van
continuïteit. Wanneer zeggen we dat iets 'bestaat'?
Simpel antwoord: als we het waarnemen. Zodra er een
object in ons opkomt, bestaat het; een gevoel, een ge
dachte, of wat dan ook. Bestaan is dus synoniem aan
verschijnen en waargenomen worden.
Als een waargenomen object veel lijkt op iets dat
we eerder hebben waargenomen, concluderen we ten
onrechte dat we het object al eerder hebben gezien.
We zeggen bijvoorbeeld: 'Daar heb je die angst weer'.
In werkelijkheid zit er tussen twee waarnemingen ge
woon niets. Je kunt niet zeggen dat een en dezelfde
golf twee keer opkomt in de zee.
De consequenties zijn behoorlijk verstrekkend. Een
object dat is waargenomen gaat niet een rondje om,
113
buiten onze waarneming , om daarna voor de tweede keer waargenomen te worden. Het nu is elke keer nieuw. Je hele wereld is niet meer dan datgene wat je op dit moment voor je hebt. Niet meer, niet minder. Zie je de lichtheid hiervan? In plaats van een klein poppetje in een grote wereld, is de wereld niet meer dan wat zich op dit moment in jouw aandacht bevindt.
De uitspraak: 'de wereld gaat door' raakt dus kant nog wal. De wereld is gewoon een benaming voor de verzameling flitsen die in ons verschijnt.
114
Hoe zoeken ontstaat
Het is niet altijd zo geweest dat we aan het zoeken
waren. Ergens in ons leven is dat begonnen. We hebben niet altijd gedacht dat we een persoon waren. De idee dat we beperkt zijn tot een fragmentje wordt
pas voor werkelijk aangezien na een bepaalde conditionering door onze omgeving.
In het begin zijn dat natuurlijk voornamelijk onze ouders, die zelf ook weer menen een persoon te zijn en niet meer dan dat.
Als we teruggaan naar de tijd voordat die identificatie met de persoon er in gehamerd is, zullen we ons niet herinneren dat we toen op zoek waren naar onveranderlijk, blijvend geluk. We hielden ons vooral bezig met datgene wat onmiddellijk aandacht vroeg. Nu maakt een baby weinig kans op overleven als er
geen volwassenen in de buurt zijn, dus het is zeker niet
115
w dat we weer zoals baby's wuden moeten worden.
Maar misschien kunnen we toch iets van ze leren.
Iemand die denkt dat hij/zij een fragment is, denkt ook dat er buiten hem nog heel veel andere dingen
bestaan. Je hebt immers hier ik, en daar de rest van de
wereld. Er valt dus heel wat te vinden voor iemand die een deeltje in een groot geheel meent te zijn. Vreemd
genoeg houdt het zoeken niet op als we in deze wereld iets gevonden menen te hebben.
Vinden is dus blijkbaar geen antwoord op het zoeken. Wie zoekt, die vindt, én: zoekt verder.
Het weken zal pas ophouden als er de realisatie is
dat er helemaal niets te vinden valt. Dat je nooit alleen maar een fragmentje bent geweest. En het zal dus ook
nooit een fragmentje zijn aan wie die realisatie gebeurt.
Je kunt niet letterlijk zeggen: 'Jan is verlicht', want de ontdekking is juist dat ik niet alleen Jan ben, maar al
les, en ook nog de waarnemer daarvan.
116
Ontwaken
De enige oefening die ik van mijn vroegere le
raar Alexander Smit ooit kreeg, was deze: let
eens op wat er bij het ontwaken gebeurt. Kijk eens
heel goed naar de volgorde der gebeurtenissen in
Bewustzijn.
Eerst is er de slaaptoestand. Rust, stilte, helderheid,
alles is mogelijk maar er is geen activiteit. Dan, heel rustig, komt het gevoel aanwezig te zijn op. Een haast vormloos 'ik ben' -gevoel komt op, nog onpersoonlijk.
En op een gegeven moment komt de persoonlijkheid
als een soort pop-up tevoorschijn en begint het denken.
Wat de agenda is voor vandaag, herinneringen aan gis
teren, plannen maken en ga zo maar door.
Het denken is afhankelijk van dat vormloze gevoel
er te zijn, en dat onpersoonlijke 'ik ben' is weer afhan
kelijk van die stilte, rust en helderheid. Het ego komt
117
pas op de allerlaatste plaats. Toch menen we dat het het
ego is dat alle dingen doet, controleert en bestuurt. Een pop-upblocker voor dat ego is helemaal niet no
dig. Zie gewoon hoe het zit met de volgorde van af
hankelijkheden. Dan wordt die persoonlijkheid gezien precies voor wat het is: geheugen.
118
Je kunt alleen onderzoeken als je niet
weet wat het resultaat zal zijn
Je kunt zelfonderzoek doen op een heleboel manieren. En dat gebeurt ook: iedereen doet het op zijn
eigen manier. Maar je kunt natuurlijk wel je aanpak bekijken. Er is niet één aanpak die voor iedereen werkt,
maar we kunnen wel kijken wat voor onszelf het meest efficiënt is.
Stel dat ik last heb van bepaalde angsten en ik wil die angsten onderzoeken. Dat betekent dat ik niet van tevoren ga verzinnen wat er allemaal met die angsten moet gebeuren. Nee, ik ga gewoon kijken naar de angst. Gewoon kijken, zonder enig idee wat er met die angst gaat gebeuren. Geïnteresseerd kijken naar dit bepaalde
gevoel. Natuurlijk, ik kan stiekem hopen dat door mijn zelfonderzoek de angst zal verdwijnen, maar precies op het moment dat ik ga bedenken wat het resultaat moet worden, houdt het onderzoek op om onderzoek te zijn.
119
Wanneer ik kijk met in mijn achterhoofd de gedachte dat ik van een gevoel af wil, ben ik niet meer aan het onderzoeken, dan ben ik aan het projecteren. Ik kijk niet meer naar datgene wat ik aan het onderzoeken
was, maar ik ben me gaan richten op strategieën om
ergens vanaf te komen. Ik weet al wat de uitkomst
moet gaan worden: geen angst. De methode die ik op dat moment toepas, is heel
gek. Als ik monteur wil worden, dan ga ik auto's onderzoeken. Dat onderzoeken houdt in dat ik allerlei auto's van allerlei kanten ga bekijken, uit elkaar ga halen, enzovoort. Er is duidelijk een interesse voor auto's.
Iemand die zelfonderzoek doet om van angsten af te komen is ongeveer zoiets als een monteur met een he
kel aan auto's.
Er is nog iets anders aan de hand: de methode om ergens vanaf te willen komen, werkt niet. Hoe harder je
nee zegt tegen bepaalde gevoelens, hoe sterker ze naar boven komen. En ondanks duizenden eerdere mislukte pogingen blijven we her proberen. Zelfonderzoek is in
contact zijn met gevoelens, niet ze weg wensen voordat we ze eigenlijk goed bekeken hebben.
120
Emotioneel voyeurisme
Over het algemeen hebben we moeite mee onszelf kwetsbaar op te stellen, onszelf open te stellen
voor de ander. Jongens en mannen gaan vaak stoer doen of aanstellerig, in plaats van hun gevoelens te
tonen. Meisjes en vrouwen gaan giechelen of houden
zich van de domme. We hebben liever dat iemand anders zich eerst blootgeeft voordat wij het ook doen. Om die reden zijn we ook zo gek op kleine kinderen en dieren. Die zijn gewoon de hele tijd wie ze zijn en
geven zichzelf volledig en moeiteloos. De media hebben deze behoefte aan onvermengde,
pure gevoelens natuurlijk ook opgemerkt. Vandaar dat
we tegenwoordig doodgegooid worden met soaps zodat we heerlijk in het leven van iemand anders kunnen kijken. Actief deelnemen aan het proces is niet nodig;
lekker bankhangen en entertainen maar met die hap.
121
Soaps alleen zijn natuurlijk nier genoeg. Een hele rijd geleden zijn we in Nederland op her idee gekomen om
een stuk of wat mensen een tijdlang in een bungalow op te sluiten met een cameraploeg op elke kamer, op
ieder moment van de dag en de nacht. En dan maar
hopen dat ze ruzie krijgen! Dan valt er tenminste war re beleven. Dat zien we graag, min of meer vervreemd
van de andere mensen die op dezelfde bank hangen, en volop meelevend met iemand die heel ver van ons verwijderd is.
En dan heb je nog programmàs als de X-Factor,
waar je kunt genieten van het wel en wee van de zangers en zangeressen. Of je kijkt naar Hell's Kitchen,
waar je kunt zien hoe de aspirant-koks door Gordon uitgekafferd worden. En dan vergeet ik nog bijna die ontelbare ziekenhuisseries. Dat al die programma's zo
verschrikkelijk op elkaar lijken vinden we helemaal
niet erg.
Moeten al die programmàs van mij van de buis? Welnee, ben je gek. Kom in het dagelijks leven gewoon
tot de ontdekking dat de mechanismen van dichtklappen en pantseren vaak onnodig zijn. Gewoon lekker die liefde uitstralen die je toch al bent, in plaats van
proberen re voldoen aan al die belachelijke zelfbeelden die we erop nahouden.
122
Als je een probleem benadert alsof je
zelf een fragment bent, krijgje altijd
fragmentarische oplossingen
Stel, er staat een boom in je tuin die het niet lekker
doet. De blaadjes worden dor en vallen af, terwijl her nog maar pas lente is. Als je her grote geheel niet
ziet en alleen focust op de symptomen, zou het goed kunnen dat je de blaadjes met een vochtig doekje gaat
afnemen om te kijken of dat helpt. Uiteraard zul je
snel merken dat je methode niet werkt. Je kunt eens een ander soort doekje nemen, of wat meer of minder
water gebruiken, maar je komt pas tot een complete oplossing als je een stap terug doet en ontdekt dat je bij de wortels moer zijn.
Precies zo is het met de persoon en met de problemen van de persoon. Het maakt niet uit hoeveel ellen
de we tegenkomen, we blijven maar aan die persoon
sleutelen. We menen dat we uiteindelijk wel gelukkig
zullen worden als we maar genoeg werken aan ons zelf-
123
beeld. En dat, terwijl het hele geloof in die persoon
lijkheid als zelfstandig handelende entiteit juist het
misverstand is. Vandaar dat er nooit een einde komt aan zelfverbeteringstrategieën. De aanpak is per defi
nitie fragmentarisch, omdat je het probleem benadert
vanuit het illusoire perspectief van de persoon. Je bent nog niet klaar met de ene cursus, of je kunt alweer aan
de volgende beginnen. Nog spiritueler, nog harmonieuzer, nog heiliger.
Maar toch zijn er dagen dat je een onredelijke figuur bent waar geen land mee te bezeilen valt. Er zijn
dagen dat er verdriet is en pijn. Eén zo'n dag is genoeg
om je aan het twijfelen te brengen over je bereikte spirituele status. En dan grijpen we naar elk middel dat
ons afleidt van het gevoel dat er is. De oplossing ligt
niet in het verbeteren van de persoon.
Als je zelfonderzoek wilt doen, ga dan naar de wor
tels. Doe net zoveel stappen terug tot je niet verder
kunt. Als je denkt dat je een persoon bent, doe dan een
stap terug en zie dat de persoon waargenomen wordt. Ik ben niet een persoon die waarneemt, ik neem de
persoon waar. Werken aan de persoon, is werken zo
als aan alle andere waargenomen verschijnselen; je zult nooit een toestand bereiken waarin werken aan iets niet meer nodig is, omdat je aan een fragment werkt.
124
Humor: een serieuze zaak
Waarom is humor zo'n belangrijk onderdeel van
ons leven? Als je aan mensen vraagt wat ze de
belangrijkste eigenschap vinden die iemand moet heb
ben, wordt humor heel vaak als eerste genoemd. 'Een
dag niet gelachen, is een dag niet geleefd', is een quote
van Harry Touw. Je hoort ook vaak dat het belangrijk
is dat je om jezelf moet kunnen lachen.
Er zijn bijzonder veel soorten humor: woordspelin
gen, droge humor, zwarte humor, sarcasme, ironie, satire, moppen en grappen, practical jokes en absurde hu
mor. Vooral in Nederland is cabaret immens populair.
In Engeland en Amerika heb je de stand-up comedy.
Ik vermoed dat een heel belangrijk onderdeel van
humor is dat geen enkel concept absoluut genomen
wordt. Heilige huisjes, taboes, niets blijft gevrijwaard
van humor. Het zijn juist de 'moeilijke' dingen die zich
125
uitstekend lenen voor humor. Er hoeft maar een ramp te gebeuren ergens in de wereld, of je hebt nog dezelfde week vaak al de eerste grappen erover.
Men zegt wel eens dat humor alles relativeert. Daar ben ik het niet mee eens. Door middel van humor kun je het intrinsiek relatieve aspect van alle dingen laten
zien. Dingen worden niet relatief door humor, ze waren al relarief. En humor maakt dit duidelijk. Wat dat betreft is humor dus een bloedserieuze zaak.
126
Waarnemen is niet te lokaliseren
Waargenomen objecten zijn aanwijsbaar, en dat geeft een lekker duidelijk gevoel. Als iets w
hoog, zo breed en zo diep is, weten we waar we her over hebben. Wij mensen hebben behoefte aan duidelijke referentiekaders, zo zijn we opgevoed. Als er geen lijn of schema in je dagelijkse routine zit, klopt er ergens iets niet.
Daarom raken veel mensen volkomen de kluts kwijt zodra ze serieus zelfonderzoek gaan doen. Dan ga je namelijk kijken of al die waargenomen objecten wel zo solide zijn als je denkt. En dat blijkt reuze mee/ tegen te vallen. Om re beginnen zijn ze nogal heel erg veranderlijk, want ze verschijnen en verdwijnen. Dat is zo met elk waargenomen object, of het nu om voelen of denken gaar. Wat een begin heeft, heeft per definitie een eind.
127
Op dat gebied iets proberen te bereiken is ongeveer
hetzelfde als een tentje opzetten op zee, of investeren
in drijfzand. Alles verdwijnt in Bewustzijn. Vroeg of
laat kom je daar achter en dan wordt de vraag: 'Oké,
maar wie ben Ik dan in dit hele gebeuren?' En dan
blijkt dat al die zogenaamde referentiekaders niet echt je basis waren, maar datgene waarin ze verschijnen en
verdwijnen.
Het grappige van waarnemen is dat het niet re lo
kaliseren is. Je kunt her niet aanwijzen. Een waarge
nomen object wel, maar het waarnemen zelf niet en
de beschikbaarheid waarin alles zich afspeelt al hele
maal niet.
Zodra je her aan zou kunnen wijzen kun je meteen
weer vragen: 'Waarin verschijnt het dan?' Je neemt niet
waar vanaf een bepaalde plek op een bepaalde tijd, die
waarnemen is zonder middel, on-middel-lijk. Als ie
mand 'anders' dus naar me toekomt om me te vertellen
wat hij of zij waarneemt, en dat dat verschillend is van
'mijn' waarneming, verschijnt dat nog steeds allemaal
in Bewustzijn. Er is niet 'eentje' die waarneemt, laat
staan twee. Waarnemen is volkomen onpersoonlijk,
zonder eigenaar.
128
Alle waarnemingen zijn cyclisch
"'\Vf1l er überhaupt iets waargenomen kunnen wor
W den, dan moet er eerst de mogelijkheid zijn voor
objecten om in de waarneming te kunnen verschijnen.
Elke waarneming begint dus met beschikbaarheid. Op
het moment dat we een verschijnsel waarnemen, spreken we van een ervaring. Er is op dat moment een
aantal tegenstellingen die in beweging zijn. Dualiteit
alleen kun je niet waarnemen. Je kunt pas dualiteit
ervaren op het moment dat er beweging is over een bepaalde schaal.
Wanneer de ervaring verdwijnt, blijft alleen die be
schikbaarheid over en is er een cyclus voltooid. Het is
van belang te beseffen dat Bewustzijn niet verdwijnt
op het moment van een gebeurtenis. Het is niet of -
of. Dan zou je namelijk krijgen: eerst is er die leegte,
dan komt er een ervaring, dan is er weer die leegte.
129
Zo werkt het niet. Water verdwijnt niet als er golven zijn.
Het hele universum bestaat uit een enorme hoeveelheid cycli, op kleine en grote schaal. Ons zonnestelsel, de Melkweg, de superclusters, alles draait. Men
vermoed zelfs dat onze oerknal niet de enige was en dat ook dat een cyclus is. Het wu mij niets verbazen. Op moleculair niveau zien we ook cycli. Elektronen gaan
in cycli en deeltjes hebben een 'spin'. In ons lichaam
zijn ook ik weet niet hoeveel cycli aan de gang. Als je het idee hebt dat je in kringetjes ronddraait,
zit je er naast.
Het is nooit zo dat we zelf in cirkels ronddraaien. We zijn de getuige van al deze kringetjes. We rijden niet mee op de carrousel van het leven, we zijn het beginsel waarin de hele kermis verschijnt.
130
Zin en nut
Twee onuitroeibare begrippen in ons leven zijn zin
en nut. Wat is de zin van het leven? Wat is het nut van alles? De woorden 'zinloos' en 'nutteloos' hebben
op de een of andere manier een negatieve betekenis gekregen. Dat is opmerkelijk, want dat dingen werkelijk zin of nut zouden kunnen hebben, hebben we zelf
verzonnen. Wat betekenen deze twee begrippen eigenlijk precies?
In één woord: beoordeling. We maken iets mee, evalueren dat aan het eind, en komen tot de conclusie dat het zin heeft gehad of niet. Zijn we er beter van geworden, dan had het zin. Zijn we er slechter van geworden, dan
was het nutteloos. Dat heeft dus alles te maken met de ideeën die we hebben over wie of wat we zijn.
Als we denken dat we iets zijn dat beter of slechter kan worden, dan bestaat er inderdaad zin en nut. Beter
131
en slechter becekenc verandering, dualiteit. En omdat wij het onveranderlijke beginsel zijn waarin alle veranderingen worden waargenomen, zijn we dus ook niet
onderhevig aan begrippen als nuc en zin. Betekenc dit dat we nooit meer iecs gaan onderne
men omdac het geen nut of zin heeft? Ja, dat betekent het. In plaats van iets te gaan ondernemen zien we alles spontaan gebeuren. Eén en al activiteit. Of stilte.
132
Een denksysteem is niet
echt een beperking
Het lijkt of we gevangen kunnen zijn in denk
conscructies, maar in werkelijkheid verschijnen alle denksystemen in ons. In eerste instantie lijkt elk
systeem van regels een beperking, maar bij nadere be
schouwing blijkt binnen zelfs het meest gereguleerde systeem totale vrijheid mogelijk.
Een mooi voorbeeld daarvan vind ik de kunst in
het algemeen en de muziek in het bijzonder. Als we
teruggaan naar de tijd van Bach, dan waren de regels voor het componeren van muziek overweldigend in
gewikkeld. In die periode (1685 - 1750) diende je je
als componist te houden aan de regels van het con
trapunt. Dat is een van de ingewikkeldste vakken aan het conservatorium. Als je voor het eerst kennis maakc mee dit systeem van regels lijkt er geen enkele ruimte te zijn voor eigen inbreng. Toch heeft Johan Sebastiaan
133
muziek weten te componeren die we dik driehonderd jaar later nog steeds willen beluisteren.
In de tijd van Mozart (tweede helft achttiende eeuw) waren er ook strenge regels. Men hield zich aan de wetten van de harmonieleer.
Parallelle kwinten, overmatige secundes, bedekte octaven, queerstanden, allemaal verboden. Mozart wist manieren te vinden waarop een parallelle kwint toch mooi klinkt en ook nog de regelen der kunst volgt. De
regels die je toen moest volgen om een pianosonate te schrijven zoals hij dat deed, waren ook heel strak. Het is nog steeds verplichte kost voor elke conservatoriumstudent.
Dit verhaal kan ik over elke bekende componist houden. En voor andere kunstdisciplines geldt hetzelfde. De regels voor Nederlandse taal en spelling zijn behoorlijk moeilijk. Toch hebben we dingen als poëzie en proza. Ik kan 'De Avonden' van Gerard Reve wel
honderd keer lezen. Een systeem van regels is niet werkelijk beperkend.
Binnen de beperking toont zich de meester.
134
Het verwerken van gevoelens
In het algemeen wordt aangenomen dat je gevoelens kunt verwerken. Dat je kunt leren om op een zekere
manier met bepaalde emoties om te gaan.
Wat doen we eigenlijk als we een methode als deze toepassen?
Het opkomen van een gevoel en het waarnemen ervan gebeurt op precies hetzelfde moment. Het zien van een emotie is ook onmiddellijk de acceptatie ervan. Maar nu komt het denkbeeld op: 'Hoe moet ik hier mee leren omgaan'. Dat denkbeeld is in feite een afwijzing van het gevoel.
Het gevoel IS er namelijk al, dus het denkbeeld van 'ermee leren omgaan' is het paard achter de wagen
spannen. Er is alleen het zien van die emotie. Er zit nog een ander addertje onder het gras. Je
hoort vrijwel nooit iemand zeggen: 'Oh ik ben zo vro-
135
lijk! Hoe moet ik hier mee leren omgaan?' Of: 'Ik heb gisteren w gelachen! Maar hoe moet ik dat nu een plek geven?'. Dat leren omgaan met gevoelens gaat eigenlijk altijd over die emoties waar een negatieve conditionering aan kleeft.
Als er een gevoel opkomt, dan ben ik moeiteloos getuige van dat gevoel.
Is het verdwenen, dan is het voor altijd weg, zonder ook maar één spoor na te laten. Het opkomen gaat moeiteloos, het zien gaat moeiteloos, en het verdwijnen gaat moeiteloos. Je kunt gevoelens niet opsparen, weg is weg. Simpel, spontaan en eenvoudig. Maar blijkbaar houden we van ingewikkeld.
136
Willen of niet willen
w:e hebben een probleem als we iets willen dat er niet is, of als er iets is dat we niet willen. Met an
dere woorden, als we alternatieven gaan verzinnen voor het nu en bovendien geloven dat er werkelijk iets anders mogelijk zou zijn dan het nu. Dan krijg je namelijk een verschil tussen de actuele situatie en een geprojecteerde ideale situatie. Precies dat verschil is conflict, is een probleem. Hoe verder de situatie en de projectie uit elkaar liggen, hoe meer energie er in gaat zitten.
Positief denken is geen oplossing, want dan zit je nog steeds in de sfeer van willen en niet willen. Je wilt wel positief en je wilt niet negatief. En dat kan niet, want alle tegenstellingen zijn wederzijds afhankelijk. De een kan dan ook niet bestaan zonder de ander.
Iets willen, of iets niet willen, kan alleen als we denken dat we in kunnen grijpen in de loop der gebeur-
137
tenissen; als we denken vanuit het illusoire perspectief van de persoonlijkheid. Op dat moment lijkt het of we een poppetje zijn dat van alles te willen en niet te willen heeft.
Lijdzaam toezien hoe ons leven aan ons voorbijglijdt is ook geen oplossing. In dat geval doen we namelijk net of we niets meer willen. De koppeling met de persoon is nog steeds niet doorzien. In plaats van te zien dat het leven spontaan is, hebben we een houding van gelatenheid aangenomen. En we verwachten ergens toch stiekem een beloning voor die houding.
Het enige dat er hoeft te gebeuren is zien wat de werkelijke situatie is. Het nu is de enige mogelijkheid. Iets anders kennen we niet. We zijn de waarnemer van dit nu, het verschijnt in ons. We kiezen niet welke versie van 'nu' er gaat verschijnen, want er zijn geen opties waaruit we kunnen kiezen. We kunnen niet zeggen: doe mij maar nu, versie a of b. We zijn ook de waarnemer van alle gekke gedachteconstructies waarin persoontjes dingen willen of niet willen. Dit waarnemen is moeiteloos en onmiddellijk en staat altijd aan, gratis en voor niets.
138
De onvoorspelbaarheid
van het bestaan
A ls we piekeren, stapelen we de ene gedachte op
.f"l.de andere. We proberen alles wat er zou kunnen gebeuren te voorspellen en verzinnen alvast hoe we op
elke mogelijkheid het beste zouden kunnen reageren. Hier vloeien weer nieuwe mogelijkheden uit voort en ook voor al die hypothetische situaties moeten we weer een oplossing verzinnen. Op deze manier groeit het aantal opties exponentieel en al snel is het absoluut onmogelijk geworden om alles voor te zijn. Hoe verder we proberen vooruit te denken, hoe onoverzichtelijker het proces wordt.
Het kan heel goed dat er uiteindelijk iets gebeurt dat we totaal niet verwacht hadden en waar we dan ook geen rekening mee hadden gehouden. Of er gebeurt iets waar we wél rekening mee hadden gehouden, maar we reageren toch anders dan we van tevo-
139
ren verzonnen hadden. Of we reageren precies zoals we verzonnen hadden, maar het pakt totaal verkeerd uit. En er zijn ook situaties waarin we zó bliksemsnel
moeten reageren dat er helemaal geen tijd is om ons te
herinneren wat we ook alweer bedacht hadden.
Als je de voorgaande redenering overdreven inge
wikkeld vindt, heb je volkomen gelijk. We ervaren da
gelijks dat het leven vol verrassingen is en dat het nu
altijd nieuw is. Het heeft geen zin te piekeren over alles wat er zou kunnen gebeuren, want je zit er toch altijd
naast. Binnen Bewustzijn kan en zal van alles gebeu
ren, maar we worden niet wezenlijk beïnvloed door wat er gebeun omdat we tijdloze ruimteloze beschik
baarheid zijn waarin alles verschijnt.
140
Exclusieangst
Bijna iedereen wil graag ergens bij horen. Als we ge
loven dat we een klein poppetje zijn in een grote
boze wereld gaan we op zoek naar veiligheid, bijvoor
beeld de veiligheid van een groep. We willen erbij ho
ren, en niet buitengesloten worden. Veel organisaties
buiten deze exclusieangst schaamteloos uit. Je hoort
er niet zomaar bij, je moet eerst allerlei dingen doen, zoals abonnee worden, of trainingen volgen om op te
klimmen binnen de hiërarchie van de organisatie. Veel religies werken op deze manier, met geboden
en verboden. In het christelijke geloof wordt met de hel
gedreigd als je niet bij de club hoon. Gewoon leven en
laten leven is te simpel; er hoort een heel boek bij over
hoe je zou moeten leven om je plekje in de hemel te ver
zekeren. Als je een 'godvrezend' mens bent, weet je zeker
dat ze je gemanipuleerd hebben op je exclusieangst.
141
Religie heeft niet het alleenrecht op deze truc. Ook veel 'spirituele' organisaties werken ermee. W il je tot in
de toppen van zo'n organisatie doordringen, dan moet
je nogal wat werk verzetten en geld investeren.
Het is vaak bijna onmogelijk om je abonnement op te zeggen. Lukt het toch, dan word je als een afvallige
uitgekotst. Er zijn genoeg voorbeelden van sektes te vinden waar het zo werkt.
Wie ontdekt heeft war hij/zij is, is niet meer te manipuleren op deze exclusieangst. Die hoeft nier meer 'ergens bij te horen'. Die zoekt geen schijnveiligheid
meer bij een groep mensen mee dezelfde projecties.
142
Denken komt altijd te laat
Stel, je ervaart een vervelend gevoel en meteen daarna komt de gedachte: 'dit wil ik niet'. De meeste
mensen gaan dan in de weer met strategieën om nooit meer zo'n soort gevoel te ervaren. Wat ze dan vergeten,
is dat het onzin is om dit gevoel 'niet te willen', want het IS er al. Denken komt achteraf opzetten, en kan
nooit meer 'voor' dit gevoel kruipen om het tegen te houden. Het is mosterd na de maaltijd om iets re willen veranderen dat reeds is verschenen.
Andersom is het precies hetzelfde. Met alle leuke gevoelens die je ervaart komt daarna de wens op om ze
te herhalen of te continueren. Maar een leuk gevoel dat weg is, is voor altijd ver
dwenen. Ze zeggen wel eens: 'achteraf is makkelijk pra
ten', maar in dit geval is het niet makkelijk of moeilijk; het is onmogelijk. Wat geweest is, is geweest. En het
143
denken kan het niet terughalen, daarvoor is het te laat.
Hee moment is gepasseerd. Met sporten, of muziek maken gebeurt het wel eens
dat alles vanzelf en moeiteloos lijkt te gaan. Meestal op het moment dat je niet aan presteren of bereiken denkt, maar opgaat in het gebeuren. Dat hoort bij elkaar, die moeiteloosheid en die afwezigheid van iemand die iets doet.
Later zeg je: 'Zo, dat heb ik weer goed gedaan!' terwijl op dat moment alles spontaan gebeurde en er geen 'ik' aan te pas kwam.
Denken komt altijd te laat. Het ego is de clown die het applaus voor de acrobaten in ontvangst neemt. *
*Alexander Smit
144
Tegengesteld is niet tegenstrijdig
We ervaren de wereld als een ongelofelijk groot aantal tegenstellingen.
In advaita noemen we dat 'dualiteit'. Het ene bestaat bij de gratie van het andere. Als er hoog is, is er
ook diep. Deze twee zijn complementair, vullen elkaar aan. Warm en koud hebben geen ruzie met elkaar, ze zijn wederzijds afhankelijk. En zo is het met alle tegenstellingen.
Daarom is het heel vreemd dat we ruzie met elkaar kunnen krijgen over meningen. Willen we kunnen botsen, dan zijn er twee nodig die hun mening serieus
nemen. Stel dat ik mijn mening superserieus neem, en jij doet hetzelfde, dan zijn alle ingrediënten voor een botsing aanwezig. Als jij jouw mening superserieus neemt, en ik die van mij niet, dan kom jij in een soort vacuüm terecht zodra je een discussie op touw wilt zet-
145
ten. Als we allebei onze meningen zien voor wat ze
zijn (namelijk relatief, zonder eigenaar) is een botsing
uitgesloten.
Dualiteit is de wereld der tegenstellingen, zonder
tegenstrijdigheden, en dualiteit wordt gedragen in datgene dat die dualiteit waarneemt. Dat is je natuurlijke
staat. Vanuit die beschikbaarheid conflictloos leven is
de normaalste zaak van de wereld. Als fragment pro
beren die totaalheid te bereiken, is de wereld op zijn
kop.
146
Aankondigingen en voornemens
J\ lexander kreeg ooit een mevrouw op bezoek die
.I'\.hem vertelde dat ze van hem gehoord had en dat hij mensen duidelijk kon maken wat hun ware na
tuur was. Dus Alexander legt haar het hele verhaal uit,
waarna ze uitriep: 'Fantastisch! Maar hoe ga ik dit in mijn leven verwerken?' Waarop Alexander haar nog
maals het hele verhaal vertelde. Ze was dolenthousiast en zei: 'Weet u misschien iemand bij wie ik in de leer
kan?' De manieren die we verzonnen hebben om essentiële dingen uit te stellen zijn talrijk. Ik geef zelf
muziekles, en ook daar zie je het gebeuren.
De essentie van muziekles is dat je thuis oefent en
dan op les laat horen wat de vorderingen zijn. Dat
oefenen hoeft niet uit een muziekboek, je mag ook
popsongs naspelen van radio of tv, of zelf composities
schrijven. Als er maar iets gebeurt. Wat zie je nu op
147
muziekles als leerlingen nier of nauwelijks geoefend
hebben? Ze proberen her moment dat ze echt moeren gaan spelen zolang mogelijk uit te stellen. Ze treuzelen
met hun jas bij de kapstok, ze kunnen hun muziekboek niet vinden of zijn het vergeten, ze wisten niet meer wat ze moesten oefenen, ze hebben nog koude handen van het fietsen, ze willen eerst vertellen wat er de afgelopen week allemaal gebeurd is, ze hadden veel
proefwerken, hun huis wordt verbouwd en ga zo maar door. Als muziekleraar roep ik dan: 'Eerst spelen, dan praten!' Na enig aandringen komt dan natuurlijk de aap uit de mouw; ze hebben niet geoefend.
De essentie van zelfonderzoek is kijken. Niet oefenen, maar kijken. Als je zelfonderzoek benadert op de manier waarop bijna alle andere cursussen werken (namelijk door te 'oefenen'), dan zit je ernaast. Bij zelfonderzoek krijg je bijvoorbeeld de vraag: 'Hoe kom ik van mijn angsten af?' En dan is het antwoord: 'Kijk!
Wat is die angst eigenlijk?' 'Oké,' zegt men dan, 'ik ga kijken'. Gaan kijken is
een voornemen, en een voornemen kun je uit- of afstellen. Je kunt je niet voornemen te gaan kijken, je bent al gewaar.
En nu hoor ik je denken: 'Ja, goed punt, daar kan
ik wel iets mee!'
148
Leven vanuit de persoon
is leven vanuit beperking
De persoon is een serie geheugenbeelden die we als onszelf zijn gaan betitelen. Uit alle indrukken
die we in ons leven opgedaan hebben pakken we die geheugenplaatjes die het meest in ons straatje passen. Dat kunnen bijvoorbeeld de leukere denkbeelden zijn, zodat we een 'positief' zelfbeeld kunnen creëren. Dan krijg je: ik ben leuk, of knap, of slim, of getalenteerd,
of beroemd, of fantasievol, of spontaan. Het liefst natuurlijk een combinatie van zoveel mogelijk van deze eigenschappen.
Her kan natuurlijk ook zijn dat we liever de wat 'negatievere' eigenschappen uitzoeken. Immers, wie hoog klimt, kan diep vallen. Je kunt beter jezelf afkraken voordat iemand anders het doet. Dat wordt het rijtje: ik ben saai, of lelijk, of dom, of talentloos, of onzichtbaar, of fantasieloos, of niet spontaan.
149
Als we een beetje alert zijn komen we er regelmatig
achter dat het rijtje lang niet altijd opgaat. Sowieso vrijwel nooit het hele rijtje, maar vaak blijkt ook één
kenmerk niet steeds hetzelfde te zijn. Je dacht bijvoorbeeld dat je zogenaamde lelijkheid een constante factor
was, maar dan ineens komt er iemand op je pad die jou onwijs knap vindt. Beauty is in the eye of the beholder.
Of je dacht dat je heel slim was, maar ineens doe je iets
ongelofelijk doms en ben je blij dat er niemand kijkt. Het beeld dat we van onszelf hebben is dus niet
onveranderlijk, eigenlijk klopt het bijna nooit. Leven
vanuit dat zelfbeeld, als persoon, is dus leven vanuit beperking. We proberen onszelf te reduceren tot een
rijtje begrippen en eigenschappen, ook als we keer op keer de geleefde ervaring hebben dat het gewoon niet
klopt. Uit angst vluchten we in de schijnveiligheid van
het kaartenhuisje dat we de persoon noemen.
Zelfonderzoek ontstaat vanuit het innerlijk weten dat het w niet werkt, en dan ga je al die mechanismen
die niet werken onderzoeken. Bijvoorbeeld het mechanisme dat je altijd maar beter moet worden.
Advaita is niet: verder kijken dan je neus lang is,
maar: dieper kijken dan je neus kort is.
150
Allegorie: waar is het station?
Er was eens een man, laten we hem voor het gemak Ad Vaita noemen. Ad maakt een wandeling in zijn
geboortestad die hij kent als zijn broekzak. Hij drinkt
een kopje koffie in de stationsrestauratie. Hij heeft wel
iets met de sfeer daar; de mensen die langslopen en de treinen die af en aan rijden. Door het raam heeft hij
ook nog een mooi uitzicht op de haven, dus er is van
alles te zien en te beleven. Er komt een man naar hem toe, die vraagt: 'Weet u
misschien waar het station is?' - 'Maar natuurlijk; daar bent u al!' De man kijkt om
zich heen en ziet dat hij inderdaad al op het station is.
'Bedankt voor de moeite hé!', roept de man nog.
- 'Welke moeite?', denkt Ad. Nu komt er een vrouw naar hem toe, met dezelfde
vraag: 'Waar is het station?'
151
- 'Daar bent u al, mevrouw', zegt Ad.
'Dat kan niet!', zegt de vrouw. 'Ze hebben me gezegd dat het heel moeilijk is, om bij het station te komen. Ik ga nog even verder kijken hoor!'
- 'Uiteraard, zoals u wilt mevrouw', zegt Ad. Even daarna komt er een jongen van een jaar of
achttien langs, die vraagt: 'Hee ouwe, waar is het station?'
- 'Precies hier, waar we nu zijn.' 'Ik geloof er geen donder van. Ik weet toch zeker
wel hoe een station er uit ziet? Ik zoek wel iemand die het wél weet!'
- 'Hee is geen kwestie van geloven hoor', zegt Ad nog, maar de jongen is alweer verder gelopen.
Er komt nog iemand langs met de vraag of Ad lid wil worden van de 'Club van mensen die weten waar het station is'. Je krijgt er een gratis plattegrond bij (véél mooier en duidelijker dan andere plattegronden), maar Ad bedankt beleefd doch beslist.
Verder komen er nog vrij veel mensen langs die, na Ad's mededeling dat ze al in het station zijn, zeggen:
'Wow, te gek! Maar wat moet ik nu doen om ook écht in het station te komen?' Met Ad's antwoord: 'Niets, kijken!' kunnen ze weinig, dus ze blijven een beetje rondhangen, als 'stationrondhangjongere'. Af en toe
kijken ze Ad's kant op voor een bevestigende knik of een vriendelijke glimlach.
Ten slotte nog wat mensen met dezelfde liefde die ook een kopje koffie komen drinken en alle verschil
lende sfeerrjes komen proeven. Er worden wat blikken
152
van verstandhouding uitgewisseld. Sommigen maken een praatje, maar dat is niet verplicht. Al deze mensen zijn geen lid van de 'Club van mensen die weten waar
het station is'.
153
Aandacht krijgen
Ergens in je leven ben je vergeten
Dat je Liefde zelf bent
De mogelijk.heid voor alles En ben je gaan geloven een fragment te zijn
Ergens in je leven ben je gaan denken
Dat je afgescheiden bent van de rest
Eén persoon te midden van velen Op zoek naar aandacht en liefde
Ergens in je leven heb je ontdekt Dat er iets niet klopt
Waarom al dit zoeken van A naar Beter? Als kind zo zorgeloos, en later niet meer
Als je wilt weten wie je bent
Kijk dan eens naar de trucjes Die je hebt verzonnen om aandacht te krijgen
En volg het spoor terug
155
Ergens in je leven herinner je je ineens Wie je was voordat je op zoek ging
Dan houdt het zoeken naar liefde en aandacht op Tot die tijd zijn we liefde op zoek naar zichzelf
(Bronvermelding: 'we zijn liefde op zoek naar zichzelf' is een quote van Alexander Smit)
Alle leuke dingen zijn ego"oplossend
Een grappig kenmerk van alle dingen die we leuk
vinden om te doen is dat het ego erbij oplost. We zitten bijvoorbeeld helemaal weg te dromen bij een goede film. Onze aandacht is geheel bij die film en
onze persoonlijkheid lost op. Of we hebben een fan
tastisch boek dat we in één adem uitlezen. We kunnen het niet wegleggen, we blijven zo geboeid dat de tijd
vliegt. Waar is op dat moment jouw persoonlijkheid gebleven met zijn verhaal, zijn leven en zijn problemen?
Of neem sport. Ook al zoiets waar we volledig in
kunnen opgaan. Je bent zo gebiologeerd door het spel zelf, dat er geen ruimte is voor een 'iemand' die het doet. Sport en ego gaan niet samen. Vandaar dat we het 'onsportief' noemen als iemand niet tegen zijn ver
lies kan.
157
Kijk naar alle kunstvormen. Goed muziek maken heeft niets te maken met iemand die een 'prestatie' neerzet. Het heeft te maken met opgaan in de muziek, verdwijnen in de klank, als persoon. Ik herinner me een documentaire over Anton Heyboer waarin hij uitlegde wat het verschil was tussen zijn manier van schilderen en die van de meeste andere schilders. Hij zei: 'Kijk, een ander, die probeert wat, hè. En ik probeer niks.'
Met relaties is het niet anders. Als je als man gaat stappen om 'een vrouw te versieren', vergeet het dan maar. Daar zit veel te veel proberen in. Ik weet dat veel mannen denken dat ze echte 'versierders' zijn, maar dat is
zeer waarschijnlijk omdat vrouwen ze dan maar in die waan laten. Juist op momenten dat je niet met je ego bezig bent, en gewoon bent wie/wat je bent, kan er
spontaan een klik zijn. Is het daarom niet vreemd dat we het zo erg vinden
als we 'meegezogen' worden door hevige emoties als angst, woede en verdriet? Ook daar is het ego tijdelijk afwezig, om dezelfde reden: volledige aandacht voor wat is. Gek genoeg ervaren we dat als zorgwekkend, en zeggen we: 'Ik kom weer tot mezelf' als de persoonlijkheid weer lijkt te verschijnen. Het is hetzelfde principe, maar vanwege onze conditionering gaan we er anders mee om.
158
Zelf onderzoek is én ... én
"\ feel mensen rekenen zichzelf tot een type. En zo
V heb je in de spiritualiteit dus ook typen zoekers, ieder met zijn/haar eigen invalshoeken, favoriete items, en vooral: met zijn/haar eigen 'verhaal'.
Je hebt het type dat bereid is alles te geloven als ze maar verlicht raken. Ze nemen alles zonder meer aan, zonder te kijken of het echt zo is. Dit type zegt dingen
als: 'Zeg me wat ik moet doen'. Je hebt ook spirituele pubers waarmee elk gesprek
een strijd moet zijn. Ze willen de ring in. Niets is vanzelfsprekend, alles
moet bevochten worden. Zoals het vorige type alles aanneemt, gelooft dit type niets. Ze vinden het niet leuk om gespiegeld te worden, ze willen een reactie onrlokken.
Je hebt ook mensen die helemaal 'vanuit hun hart'
leven, de 'voelers'.
159
Vaak is hun Hyves gepimpt met fantasy-plaatjes. Als
iets goed 'voelt' is het oké. Ze doen vaak aan astrologie en tarot. Ze hebben allemaal hartjes en engeltjes in hun msn-naam. Een logisch beargumenteerde post zul
je van hen niet lezen. Ze spreken liever in 'sferen' en
'beelden'. Aan de andere kant heb je dan de geeks, de nerds,
de 'denkers', de mensen die 'in hun hoofd' zitten. Als
iets niet logisch beredeneerbaar is, is het onbelangrijk. Het zijn de mensen die op de middelbare school een
exact vakkenpakket hebben, of een profiel 'natuur &
techniek'. Ten slotte heb je ook nog de zoekers 'die het al we
ten'. Voor alle zekerheid komen ze toch nog wel naar sacsang, maar liever om te horen hoe goed ze het weten, om bevestigd te worden in hun 'kennis'. Dit type gaat andere zoekers in de pauze en na afloop uitleggen 'hoe het zit'.
Natuurlijk is het vorige enigszins gechargeerd, dat ben ik me volledig bewust. Het gaat me er dan ook niet om iedereen in een hokje te stoppen. Integendeel. Waar het me om gaat is dit: zelfrealisatie betekent de
volledige integratie van hoofd en hart. Van intelligentie en overgave. Het is niet óf - óf, maar én - én. Dus als er iets is dat je interesse heeft, dat je hare heeft, onderzoek dat dan vanuit alle mogelijke invalshoeken. Benader het niet alleen met je intellect, maar bekijk het ook vanuit je intuïtieve kant.
In advaita heb je de jnana kant, de kant van het onderscheidingsvermogen en de intelligentie. En je hebt
160
de bhakti kant, de kant van de overgave, vertrouwen en liefde. Iemand die vanuit de jnana hoek onderzoekt, kan uiteindelijk niet om de bhakti kant heen, want er is geen wiskundige formule voor liefde. En iemand
die vanuit de bhakti hoek onderzoekt, kan uiteindelijk niet om de jnana kant heen, want zelfonderzoek betekent ook dat je voor rede vatbaar moet zijn.
161
Geïdentificeerd zijn
Een begrip waar je onvermijdelijk mee te maken
krijgt op het 'spirituele pad' is identificatie. Zodra
je ergens gelezen hebt dat je dingen los moet kunnen
laten, bijvoorbeeld gevoelens, introduceer je ogenblik
kelijk het idee dat je dingen vast zou kunnen houden.
Immers, om iets te laren gaan, moet er eerst de moge
lijkheid bestaan dat we dingen zouden kunnen vast
houden.
Iedereen die wel eens geprobeerd heeft om dingen
(bijvoorbeeld een leuk gevoel) vast te houden, weet dat
het onmogelijk is. Alles glipt als zand door onze vin
gers. Er is in je hele wereld niets te vinden dat niet aan
verandering onderhevig is. Het nu is altijd nieuw en
veegt zichzelf onmiddellijk uit.
Het is dus helemaal niet mogelijk om te leren 'los
te laten', want in werkelijkheid wordt alles op elk mo-
163
ment vanzelf losgelaten. Vandaar dat identificatie onmogelijk is en op een misverstand berust. Het is een
optische illusie. Hoe gaat identificatie in zijn werk? Laten we een
rotgevoel als voorbeeld nemen. Het begint met het gevoel zelf, zonder meer. Dat is wat er is. De kwalificatie
'rot' is denkwerk. Dan hebben we dus met twee dingen te ma.ken: het gevoel en her etiket 'rot'.
Nu komt er nog een gedachte achteraan: 'Ik voel me rot'. Het gevoel, het etiket en de persoon worden tot één gedachte gemaakt, waaruit we afleiden dat we geïdentificeerd zijn. Aan deze laatste gedachte kennen we zoveel werkelijkheidswaarde toe dat we echt menen geïdentificeerd te zijn. En uiteraard komt er daarna nog een heel ,verhaal over dat we hier vanaf willen en dat het niet meer mag gebeuren.
We zijn intussen gewoon de hele tijd Bewustzijn,
waarin het gevoel, het etiket, de persoonlijkheid en de identificatiegedachte verschijnen. We zitten niet vast, we kunnen nier 'meegesleept' worden door gepieker,
we kunnen niet 'overmand' worden door gevoelens. Het antwoord op de vraag: 'Mijn denken draait steeds in kringetjes rond. Hoe kom ik daaruit?' is: je bénter al
uit, want je neemt het waar. Je hebt er nooit ingezeten, dat is onmogelijk.
164
Wat je bent, is niet te vinden
Wat je bent, is niet te vinden. Kun je hout aan
wijzen? Nee, dat kun je niet. Je kunt een tak of een plank of een kast aanwijzen. Hout in een bepaalde vorm, dat kun je aanwijzen. Kun je water aanwijzen? Nee, ook niet. Je kunt een druppel, of een plas, of een
zee aanwijzen. Water in een bepaalde vorm, dat kun je aanwijzen. Kun je Bewustzijn aanwijzen? Nee, on
mogelijk. Een lichaam, een boom, of een berg kun je aanwijzen.
Bewustzijn is pas aanwijsbaar als her vorm wordt. •
Een tak kan geen hout vinden. Een druppel kan geen water vinden. Een persoon kan geen realisatie vinden. Gemanifesteerd en ongemanifesteerd zijn Eén. Als Bewustzijn ben je alle vormen en het vormloze beginsel.
Zoeken is onzin, omdat je alles bent.
165
Totale desillusie kan niet
frustrerend zijn
Zelfonderzoek is niet altijd alleen maar 'leuk'. Het
is zeer aannemelijk dat concepten waarvan je gedacht had dat ze waar waren overboord gaan. Dat kan wel eens even slikken zijn, vooral als je al een heel aantal jaar in een bepaald idee over jezelf geïnvesteerd hebt.
Als het concept 'persoonlijkheid' onderzocht wordt, zou het bijvoorbeeld kunnen zijn dat die persoonlijkheid helemaal niet zo solide is als je gedacht had. Als gevolg daarvan kan het lijken of je in een soort vacuüm terechtkomt, of dat de bodem onder je voeten wordt weggeslagen. Maar wat ga je doen? Terug naar je oude geloof, terwijl je voor jezelf hebt gezien dat het op een aantal misverstanden blijkt te berusten?
Of ga je de leegte opvullen met een nieuwe serie concepten? Het ene idee verruilen voor het andere?
167
Dat gebeurt ook vaak, namelijk. Van de ene spirituele
cursus naar de andere, in de hoop dat je uiteindelijk de
goede zult vinden.
Het ontdekken dat de persoonlijkheid een illusie
is, is in feite een desillusie. Gedesillusioneerd zijn is
dus helemaal niet erg. Je bent alleen een illusie armer.
Bij totale desillusie worden alle illusies als zodanig her
kend. En dat kan nooit frustrerend zijn.
168
De drie"eenheid
Zodra we gaan praten over Bewustzijn, hebben
we het over iets dat niet in woorden is te vatten. Ziedaar het probleem van forums over zelfonderzoek.
Taal is paradoxaal, maar is het enige instrument dat we
hebben om informatie door te geven, hetzij gesproken, hetzij geschreven. Vanwege de tekortkomingen die in
herent zijn aan taal, is er vaak spraakverwarring.
Veel spraakverwarring op het gebied van zelfonderzoek heeft te maken met wat mijn goeroe Alexander 'The mixing of levels' noemde. Mixing of levels krijg je
wanneer de ene gesprekspartner op de golflengte van
het ene level praat en de tweede op de golflengte van
het andere level. Dit zijn de levels:
- datgene dat er gebeurt - datgene dat zou moeten gebeuren
- datgene waarin het gebeurt
169
Een voorbeeld: er stort een vliegtuig op je huis. Op het
level van datgene dat er gebeurt, is er een vliegtuig op
je huis gevallen. Op het level van datgene dat er zou
moeten gebeuren, is het: 'Waarom is dat vliegtuig niet
ergens anders neergestort?' en op het level van datgene
waarin het gebeurt, is er helemaal niets gebeurd.
Nog een voorbeeld van mixing oflevels: 'Mijn moe
der is gisteren overleden.'
'Ach, alles is immers toch Bewustzijn?' In werke
lijkheid is er geen scheiding tussen de levels. Het voor
beeld van Alexander was alleen om de spraakverwar
ring aan te duiden.
170
Oorzakelijkheid is een illusie
Oorzakelijkheid vooronderstelt dat het ene object
de oorzaak is van het andere object. Als dat zo
zou zijn, zou de allereerste oorzaak van alle dingen een
object moeten zijn. Dat is een cirkelredenatie, want
wat was dan de oorzaak van dat allereerste object? Wat
veroorzaakte de oerknal? Causaliteit kan in werkelijk
heid niet bestaan, aangezien je nooit tot een eerste oor
zaak komt.
Dat betekent dat de eeuwige 'waarom' vraag op
losse schroeven komt te staan als je dit ziet. Vragen
als 'Waarom heb 'ik' dat nou altijd?', of waarom moet
'mij' dat nou weer gebeuren?', of 'Waar heb ik dat aan
verdiend?', worden volkomen onzin.
Je gaat ook niet meer proberen dingen te 'veroorza
ken'. Alles komt spontaan op, zonder reden. Dat noe
men ze: 'The Unbearable Lightness of Being.
171
Het ego is niet de vijand
Maar al te vaak wordt in spirituele kringen het
ego tot boosdoener gebombardeerd. Hadden we eerst de illusie dat we alleen maar de persoonlijk
heid/ ego waren, nu is dat ego ineens de schuld van
alles. Vandaar ook dat je dan impulsen ziet opkomen
om volledig egoloos te willen worden.
Allerlei trucs om het denken te laten ophouden
worden uit de kast gehaald. Men mediteert zich gek
om niet meer te hoeven denken.
Juist door het ego of de persoonlijkheid weg te wensen. kennen we er een veel grotere waarde aan toe.
Door te willen dat het ophoudt, maken we het belang
rijker dan het is.
Je hoort afleest ook nog wel eens: 'Het ego wil dit of
dat', of 'De persoonlijkheid wil zichzelf in stand hou
den'. Ook dat is veel teveel eer. Willen is denkwerk, en
173
de persoonlijkheid is ook denkwerk De ene gedachte kan de andere niet denken. Denken kan niets doen of zien, het wordt gezien. Zodra je de ene gedachte ziet, is de vorige verdwenen. De ene gedachte kan de andere niet creëren. Een schaduw heeft geen schaduw.
Promoveer het ego daarom niet tot een zelfstandig handelend verschijnsel, want dat is het niet. Het is meer zoiets als een geheugenplaatje, en de plaatjes die we van onszelf hebben, kloppen per definitie nooit.
Het ego doet, denkt, of wil dus niets, het is zelf een bedenksel. Het hoeft niet weg. Net als je schaduw heb je er geen last van.
174
Trimurti
In de Hindoe religie hanteert men het begrip 'Trimurti' om scheppen, in stand houden en vernieti
gen te beschrijven. Trimurti is een aanduiding voor drie goden: Brahma (de schepper), Vishnu (de in stand houder) en Shiva (de vernietiger). Als je dit concept over ons bestaan heen projecteert, zou het kunnen verwijzen naar respectievelijk geboorte, leven en dood. Het probleem daarmee is dat het dan net lijkt of er externe machten aan het werk zijn. Alsof iemand onze geboorte heeft geregeld, ons leven in stand houdt en onze dood arrangeert.
Mijn interpretatie van deze drie-eenheid is dan ook anders. De hele gemanifesteerde wereld verschijnt in mij, als ongemanifesteerd Bewustzijn. Alles verschijnt (Brahma), wordt gezien (Vishnu) en verdwijnt weer (Shiva). Geen machten die buiten mij om aan het
175
werk zijn, maar iets dat zich van moment tot moment
spontaan in mij voltrekt. Om aan te geven dat er buiten mij als Bewustzijn
geen krachten van buitenaf aan het werk zijn, gebruikt
men in het Sanskriet de term 'ParaBrahma'.
'Para' betekent ongeveer zoiets als 'voorbij aan, vooraf aan'. Wat je werkelijk bent gaat vooraf aan de
goden. Leuke insteek voor meditatie toch?
176
Zelf onderzoek is geen vooruitgang,
maar een terugkeer naar de essentie
Als je onderzoekt wat denken eigenlijk is, ontdek
je dat het denken herinneren is. Ooit heb je iets
ervaren via één van de vijf zintuigen en daar kun je
aan terugdenken. Denken is dus geheugen. Als er geen
denken is, verdwijnt er vrij veel: alle problemen, alle conflicten, verleden en toekomst, om maar een aantal dingen te noemen. De persoonlijkheid die we menen
te zijn, is ook denkwerk. We proberen een zo flatteus mogelijk beeld van onszelf te construeren en te
continueren. Een gat in ons geheugen is geen gat in ons bestaan. We herinneren ons niet elke seconde van
vorige maand. Dat geeft dus al duidelijk aan dat die
persoonlijkheid ook niet voortdurend aanwezig is. Het persoonlijke aspect in het denken werd door Shri Nis
argadatta Maharaj 'vyakti' genoemd. Bij vrijwel ieder
een gaat daar verreweg de meeste aandacht naartoe.
177
Als we een stapje terug doen en kijken waar het denken uit voortvloeit, dan is dac het zijn zonder meer. Alles wat je via de vijf zintuigen ervaart, zonder persoonlijk aspect. Op die niveau is alles gewoon wat hec is, zonder dat er denkwerk aan te pas komc. Hier zijn geen problemen en conflicten, hier is alles wat het is. Gevoelens, geluiden, geuren, smaken en visuele indrukken zonder geanalyseer, zonder oordeel. Die noemde Nisargadatta 'vyaktá. Dit bedoelde hij ook als hij naar 'Ik ben' verwees. Het woordje 'Ik' in zijn uitdrukking werd door zijn bezoekers nog wel eens met het persoonlijke 'ik' geassocieerd.
Nog een stap terug ontdekken we dat we datgene zijn, waarin vyakti en vyakta verschijnen. Welk object we ook waarnemen, of dat nu een gedachte is, of een gevoel, het verschijnt in Bewustzijn. Dit Bewustzijn is niet tot object te reduceren, of te lokaliseren. Zodra je iets waarneemt of aan kunt wijzen verschijnt het weer in datzelfde Bewustzijn. Dit heet bij Nisargadatta 'avyaktá.
Nisargadatta zei vaak tegen zijn bezoekers: 'Richt je op ik ben. De waarheid ligt daar vlak achter.' Het zwaartepunt verschuift dus van vyakti naar vyakta naar avyakta. Het is belangrijk je te realiseren dat deze uitleg, deze indeling, maar een voorbeeld is. In werkelijkheid zijn deze drie ' levels' niet gescheiden en is alles Bewustzijn.
178
De split�mind illusie
In de allereerste periode van ons leven zijn er nog niet genoeg geheugenindrukken opgedaan om een
persoonlijkheid te vormen. Indrukken en gevoelens komen op, zonder dat die becommentarieerd worden. Er is niemand die zich bepaalde gevoelens of acties toeeigent. Dingen gebeuren gewoon. Er is nog geen onderscheid tussen 'dit ben ik' en 'dat ben ik niet'. Er is
ook geen conflict, want de gedachten 'dit hoort niet', of 'dit moet voortaan anders', ontstaan nog niet.
Natuurlijk noemt onze omgeving ons bij een bepaalde naam, die we gaan onthouden. Vooral in het begin hebben veel kinderen heel goed door dat die naam ook een waargenomen verschijnsel is, net als de gevoelens die ervaren worden. Peuters gaan dan bijvoorbeeld roepen: 'Jantje heeft honger', of 'Kim moet plassen'. Natuurlijk zijn onze ouders er als de kippen
179
bij om 'corrigerend' te roepen: 'Nee, jij hebt honger',
of: 'Nee, jij moet plassen'. Dit zou je de erfzonde kunnen noemen, als je uit de christelijke hoek komt.
De persoonlijkheid, dus het geheugen, wordt tot
bezitter van het gevoel gepromoveerd, of tot de doener van alle acties. Er ontstaat dan een splitsing tussen een gevoel en degene die iets voelt. Een scheiding tussen
een actie en een doener. Natuurlijk is deze splitsing illusoir en wordt alles nog steeds waargenomen in Bewustzijn dat onze ware natuur is. Echter, de conditi
onering een persoon te zijn en meer niet, wordt er zo vaak in gehamerd, dat het geloof in die persoon als au
tonoom verschijnsel steeds sterker wordt. Net zolang tot het de normaalste zaak van de wereld lijkt.
Hoe lossen we nu deze split-mind situatie op? Hoe zorgen we dat het denken zich niet meer als scheids
rechter opstelt over alles wat we meemaken? Als dit het doel wordt krijg je weer een split-mind situatie: dat
wat nu is, en dat wat zou moeten zijn. Je gaat dan iets
proberen te bereiken en precies op datzelfde moment heb je aan de ene kant het doel, en aan de andere kant
degene die dat gaat proberen te realiseren. Het glashelder doorzien van de split-mind illusie
betekent dat het geloof in de persoonlijkheid als zelfstandig handelende entiteit minder wordt en uiteindelijk geheel ophoudt. En dan weet je dat wat je werkelijk bene, niet te beïnvloeden is door welke denktruc dan ook.
180
Je kunt alleen zoeken
naar iets dat je al kent
Zoeken is een eigenaardig mechanisme. Het begint zodra je het idee hebt dat je iets kwijt bent, dat je
iets mist. Je gevoelde tekort wordt tot zoeken, zou je kunnen zeggen. Iemand die op zoek is naar zichzelf, heeft dus het idee dat hij zichzelf voor een deel, of he
lemaal, kwijt is geraakt. Nu zou je zeggen dat als je maar hard genoeg
zoekt je jezelf wel weer vindt. In de praktijk blijkt
dat tegen te vallen. Er zijn meer mensen die blijven zoeken dan mensen die zeggen: 'Ik heb het gevonden'. Er zijn ook ontzettend veel methodes, technieken en cursussen om jezelf te vinden. Daaruit blijkt eigenlijk al dat methodes niet werken, anders zouden
er niet zoveel zijn. Of andersom geredeneerd: als er één methode zou zijn die werkt, waren al die andere
overbodig.
181
Als je denkt iets kwijt te zijn, wil dat zeggen dat je het ooit wel gehad hebt. We kunnen alleen zoeken naar iets dat we al kennen. In het geval van 'zoeken naar jezelf' betekent dat, dat je eigenlijk al weet wie je bent.
Misschien ben je het door omstandigheden vergeten, wie weet. Zelfkennis is dus niet gebaseerd op het vinden van totaal nieuwe dingen, maar van herontdekken. Je bent nooit iemand anders geweest dan jezelf. We zijn uit Liefde geboren en nemen alles waar in en
als Liefde.
182
'We zijn Liefde, op zoek naar zichzelf.' Alexander Smit
Niets bestaat buiten Bewustzijn
Het enige kapitaal dat w�
_hebben is datg��e dat er
op dit moment versch11nt. Hee versch11nen van
een object in Bewustzijn is ook onmiddellijk het waarnemen van dat object. Meer dari dat kennen we niet.
Wat er is, is er. Wat er niet is, is er niet. Objecten kunnen van alles zijn, van pure woede tot
een hevige verliefdheid, zodra het gezien wordt ben je
je er bewust van, op precies hetzelfde moment. Objecten komen op, worden gezien, en verdwijnen
in Bewustzijn, zoals een golf opkomt in water. Er is dus geen wezenlijke scheiding tussen objecten en Bewustzijn, objecten zijn Bewustzijn, weerspiegeld als vorm.
Dit gelde ook voor gedachten als: 'Ik ben de persoon', 'ik ben geïdentificeerd', 'ik wil dit graag', 'ik
wil dat niet'. Veel mensen denken dat je gebonden kunt raken door dit soort gedachten, maar ook deze
183
verschijnen, worden gezien, en verdwijnen in/als Bewustzijn.
Zodra objecten verdwijnen, lossen ze op in Bewustzijn. Ze gaan dus niet even een rondje om, om eventueel later weer terug te keren. Elke golf in het water van de zee is nieuw. Waar gaat een golf naartoe als hij oplost in water?
Je kunt je niet onbewust zijn van dingen. Zodra iets opkomt, ben je je ervan bewust. Als het niet opkomt, is het er niet. Verschijnselen kunnen geen zelfstandig leven leiden buiten jou als Gewaarzijn om. Als we dat zouden geloven, proberen we eigenlijk het bestaan van een object te bewijzen door het nietwaar te nemen.
184
'Ik heb nog nooit een onbewusteling ontmoet.' Alexander Smit
De waarheid ligt niet in het midden
"\VJij ervaren de wereld als paren van tegenstellingen W in Bewustzijn. De ene tegenstelling bestaat bij de
gratie van de andere. Als er koud is, is er ook warm. Als temperatuur altijd en overal precies hetzelfde zou zijn, zouden we niet weten wat warm of koud is. Pas als we kunnen vergelijken ten opzichte van een referentiepunt, komen woorden als 'warm' en 'koud' in beeld.
De begrippen 'warm' en 'koud' zijn dus relatief. Ze staan namelijk niet op zichzelf, maar bestaan ten opzichte van elkaar. En eigenlijk geldt dit voor alle begrippen. Een begrip is dus per definitie altijd relatief.
Wanneer je gaat geloven dat een begrip absoluut is, is er een misverstand in het spel. Er zijn in de geschiedenis genoeg voorbeelden te vinden wat er kan gebeuren als standpunten polariseren en elke partij voor zich meent de waarheid in pacht te hebben.
185
Wat ook nog wel eens wil gebeuren is dat men een compromis probeert te sluiten bij uiteenlopende standpunten. In zo'n geval zegt men dan: 'De waarheid ligt in het midden'. Eigenlijk raar, want dan krijg je drie standpunten, in plaats van twee. Het standpunt van de ene partij, het standpunt van de andere partij, en een derde standpunt dat ongeveer halverwege de schaal ligt.
Wanneer het relatieve aspect dat intrinsiek is aan begrippen en standpunten heel duidelijk is, hoef je helemaal geen compromissen te sluiten. Dan zijn standpunten misschien tegengesteld, maar niet tegenstrijdig, en kunnen ze prima naast elkaar bestaan. Alle standpunten verschijnen in Bewustzijn, zijn als het ware doortrokken van Bewustzijn.
Bewustzijn is de enige constante factor in het leven, dus dat zou je ook Waarheid kunnen noemen. Zo gezien ligt waarheid niet in het midden, maar is waarheid overal.
Er schiet me een zenverhaal te binnen: een zenmonnik liep langs de rivier op zoek naar zijn leraar. Na een tijdje rondgelopen te hebben, zag hij ineens zijn leraar staan, aan de andere kant van de rivier. Hij riep: 'Hallo meester, hoe kom ik aan de andere kant?'. Waarop de meester zei: 'Je bent al aan de andere kant!'.
Tegengestelde standpunten, allebei waar.
186
Blijvend geluk vinden in het
veranderlijke is onmogelijk
De meesten van ons zijn op zoek naar geluk op één of meerdere niveaus.
Op zoek naar geluk in onze relatie, op zoek naar financiële zekerheid, op zoek naar sociale status, of op zoek naar erkenning voor wie we zijn.
Omdat alles wat we in het leven tot stand denken te kunnen brengen vroeg of laat ook weer teniet gedaan kan worden, is er in het leven geen blijvend geluk te vinden. Toch blijven heel veel mensen het steeds maar weer proberen.
Teleurstellingen zijn evenredig met verwachtingen, dus elke keer dat je het opnieuw probeert en verwacht dat het nu eindelijk zal lukken (het woord 'geluk' heeft al iets van 'lukken' in zich), is daar weer die teleurstelling. Hoe groter de verwachting was, des te dieper je teleurgesteld bent als het weer mislukt.
187
Je geld kan opraken, de mensen waar je van houdt
kunnen ziek worden of doodgaan, je sociale status kun
je totaal verliezen, kortom: niets heeft eeuwigheids
waarde.
Het enige onveranderlijke in het leven is dat jij, als
Gewaarzijn, altijd moeiteloos getuige bent geweest van
alles wat er verscheen of gebeurde. De onveranderlij
ke component is Bewustzijn. Wanneer dit glashelder
wordt verdwijnt de kramp uit de acties om iets te be
reiken in het veranderlijke. Er kunnen nog steeds im
pulsen opkomen, bijvoorbeeld oefenen aan de piano,
maar alles wordt licht, gaat met een knipoog. Het is
niet meer verbeten en grimmig.
Het leven wordt dan zoiets als een toneelspel. Je
kunt je helemaal inleven in een rol, maar omdat je de hele tijd weet dat het een spel is, zijn er geen conflic
ten. Je gaat ook niet de hele tijd roepen: 'Hallo, dit
is maar een toneelspel!', want daarmee verpest je het
spel. Je kunt er tegelijkertijd volledig aan meedoen en
er volledig los van zijn.
188
Gevoelens zijn conjlictloos
"\Vfanneer levert een gevoel problemen op? Zodra
W je gaat verzinnen dat er iets moet gebeuren met
dat gevoel. Als we kijken naar het hele scala van gevoe
lens dat op kan treden, van vrolijk tot droevig, van blij
tot kwaad, van bang tot trots, dan hangen er eigenlijk
conditioneringen aan elk soort gevoel.
Zodra we een gevoel dat nu opkomt willen veran
deren, is er conflict. Het conflict is precies even groot als het verschil tussen de huidige situatie en de gepro
jecteerde ideale situatie. Het conflict zit hem dus niet
in het gevoel zélf, maar in het oordeel over het gevoel.
Stel dat er een gevoel opkomt waarvan je geleerd
hebt dat het niet wenselijk is. Daar zijn er wel een aan
tal van. De gebruikelijke projecties zijn dan: 'Hoe kom
ik hier vanaf?', 'Hoe komt het dat ik dit voel?', 'Hoe
zorg ik dat ik dit niet meer voel?'. We gaan op zoek
189
naar een oplossing, maar juist het verzinnen van de oplossing wordt het probleem. Als je geen oplossing verzint, is er geen probleem.
Betekent dit nu dat je niet zou moeten denken en alleen maar naar het gevoel zonder meer zou moeten kijken? Dat het denken 'de vijand' wordt?
Nee. Het gaat er veel eerder over om de overwaardering die het denken krijgt te herkennen en te doorzien.
Denken is herinnering. Geheugen bestaat uit momentopnamen uit het verleden, en het is niet eens heel betrouwbaar, want je geheugen zit vol gaten. Het denken als scheidsrechter laten fungeren over gevoelens die nu, op dit moment verschijnen, komt op hetzelfde neer als het bekijken van een fotoalbum over een mooi land, terwijl je er op vakantie bent.
190
Advaita: wel iets doen, of niets doen?
In de maatschappij waarin wij leven zijn we opgegroeid met de volgende conditionering: als je iets
wilt bereiken, moet je er voor werken. Het begint al op de basisschool, met rapporten. Op de middelbare school en later in je beroepsopleiding geldt hetzelfde principe.
Met hobby's is het precies hetzelfde verhaal: voor sport moet je trainen, voor muziek moet je oefenen, voor schaken moet je studeren, het rijtje is eindeloos.
Relaties: van hetzelfde laken een pak. Je moet 'werken' aan je relatie, investeren, geven en nemen, anders wordt het niks.
Werk & carrière: weer hetzelfde liedje. Opklimmen op de ladder, promotie maken, meer geld verdienen, en ga zo maar door.
191
Geloof & religie: idem dito met een sterretje. Als je maar de Tien Geboden volgt word je uiteindelijk een goed mens. Elk geloof heeft zijn eigen voorschriften.
Welk principe ligt er nu ten grondslag aan al deze verschillende gebieden? 1) wat je nu bent is niet goed genoeg 2) als je hard genoeg werkt en je aan de hiërarchie en de regels houdt, kun je jezelf verbeteren
3) aan het einde wacht een beloning Bottom line: het nu is niet goed genoeg. Zet de radio of de tv maar eens aan; per dag krijgen we een paar duizend keer via de reclame te horen dat het beter kan.
De resultaten mogen er zijn! Een vriend van mij
is apotheker en er wordt voor miljoenen aan kalmerende middelen verkocht. Ook slaapmiddelen doen het goed.
Ten slotte heeft de verbeteringsziekte ook al toegeslagen in de spirituele wereld. Hoe meer je mediteert, hoe beter. Hoe hoger je 'meetrilt' (wat dat dan ook moge betekenen), hoe beter. Hoe harmonieuzer, hoe beter. Ik ben 'goed bezig' en jij niet, want ik ben spiritueel. Het lijkt allemaal heel mooi, maar de meeste zogenaamde spiritualiteit is gewoon onderdrukking in een mooie verpakking.
Nu is het eigenaardige dat er in de advaita totaal niet gesproken wordt over 'jezelf verbeteren'. Advaita zegt: Stop, en kijk. Ben je wel die persoon die je meent te zijn? En zo ja, hoe kan het dan dat die persoon in de loop van je leven talloze keren van gedaante is veran-
192
derd terwijl jij er altijd bij was, als getuige? Je bent niet de persoon, maar datgene dat de persoon waarneemt, datgene waarin de persoon verschijnt.
De eerste fout die bijna alle zoekers op het advaita pad maken is deze: ze gaan op zoek naar zelfrealisatie voor de persoon. De persoon gaat 'aan de slag'. Dat is namelijk de conditionering die je op alle andere gebieden hebt opgedaan, zoals we net zagen. Vroeg of laat kom je er achter dat die methode in de advaita niet werkt.
De tweede fout is meestal: ik doe niets meer. Nu heb je een persoon gecreëerd die niets gaat doen, met de hoop op zelfrealisatie voor die persoon als beloning voor het niets doen. Eigenlijk is het de andere kant van dezelfde munt.
Uiteindelijk kom je tot de ontdekking dat die persoon niets meer is dan een serie gedachten. Een serie gedachten kan niets doen aflaten. Een serie gedachten wordt waargenomen en is alleen maar een reeks geheugenplaatjes. Wat je dan ontdekt is dat alles spontaan opkomt in het Bewustzijn dat je bent. Er valt niets tegen te houden of te bevorderen.
Je bent heel simpel de beschikbaarheid voor alles. Een soort filmdoek waar de film van het leven op verschijnt, met het denken als ondertiteling. Niets te bereiken, niets te verbeteren. Wat een vrijheid!
193
Waarnemen is identiek
aan accepteren
De meeste mensen verstaan onder acceptatie een
handeling die je achteraf kunt verrichten. We
hebben iets vervelends meegemaakt, maar we kunnen er niets aan doen om het minder vervelend te maken,
dus zullen we het moeten 'accepteren'. We zullen er mee moeten 'leren leven'. We zullen er 'mee om moe
ten leren gaan', het 'een plekje geven'. Het heeft geen
zin er nog tegen te vechten, dus gaan we met een verslagen persoonlijkheid zitten wachten tot we gewend zijn geraakt aan de vervelende situatie.
In mijn woordenboek is dat geen acceptatie, maar
berusting. Werkelijke acceptatie heeft helemaal niets
met de persoonlijkheid te maken. Alle dingen die in
Bewustzijn verschijnen, worden moeiteloos waargeno
men. Er zit niets tussen, alle objecten in Bewustzijn
worden on-middel-lijk (zonder middel) waargeno-
195
men. Of het nu rottige of leuke dingen zijn, je ziet ze moeiteloos. Je kunt misschien denken dat er niet naar wilt kijken, dat je er niet mee om wilt gaan, maar dan
is het al te laat: je hebt het al waargenomen, volledig.
Die gewaarzijn staat altijd aan; je kunt het niet uitschakelen. Dit gewaarzijn sluit niets uit: alles wat erin verschijnt wordt gezien.
Precies dat, is acceptatie. Zodra iets wordt gezien, is daar ook meteen die acceptatie. Niet als de gedachte: 'Ik accepteer', maar als kennendheid.
Zelfs krampen, ontkenning, zoeken, denktrucjes, worden allemaal volledig moeiteloos gezien en dus ge
accepteerd. Accepteren is dus niet iets dat de persoonlijkheid
achteraf gaat doen, het loopt volledig synchroon mee waarnemen.
196
Drie mogelijkheden voor een gevoel
Bij elk gevoel dat zich aandient, heb je drie moge
lijkheden: onderdrukken, uiten of kijken.
Onderdrukken
Verreweg de bekendste variant. Van een aantal gevoelens hebben we geleerd dat ze niet gewenst zijn: angst,
verdriet, woede en jaloezie bijvoorbeeld. Zodra een van
die gevoelens opkomt, komen er allerlei conditione
ringen mee waar we zoveel interesse en aandacht voor hebben dat we niet meer aan het voelen zijn, maar aan
het denken. Dat denken kan heel subtiel zijn: ook de
veel gehoorde spirituele kreet: 'Het mag er zijn' hoort bij onderdrukken. In plaats van te kijken naar het ge
voel introduceer je namelijk een scheidsrechter die bepaalt dat dit gevoel er 'mag zijn'. Onderdrukking in een spiritueel jasje.
197
Uiten De omdraaitruc, veel gebruikt in therapie. In plaats
van onderdrukken gooien we alle remmen los. We
slaken oerkreten, gooien borden stuk tegen de muur,
nemen een boksbal met het gezicht van onze vader er
op eens flink onder handen, enzovoort. De strategie
is hetzelfde als bij onderdrukken; we willen er zo snel
mogelijk van af. Mensen die deze truc gebruiken zeg
gen vaak: 'Ja, maar ik voel het zo!' Zodoende creëren ze een vrijbrief om jou op elk willekeurig moment met
hun emotionele incontinentie lastig te vallen.
Kijken
Het nu is altijd nieuw. Dat gevoel dat er nu is, is dus
niet een oud gevoel dat nogmaals optreedt, maar ge
woon een nieuw gevoel. Dat is dusdanig interessant,
dat je aandacht daar spontaan naartoe gaat. Die denk
commentaror kan op de achtergrond zachtjes mee
babbelen, maar dit gevoel is actueel, de levende situ
atie. Als één groot vraagteken zit je in verwondering te
kijken. Geen noodzaak om te analyseren, gewoon zijn
met wat is. Be intense, not in tense.
198
Wat is denken eigenlijk?
Denken is geheugen en daarom altijd oud. Ik er
vaar waarnemingen via vijf zintuigen, plus den
ken. Dat denken bestaat uit momentopnames van
zien, horen, ruiken, proeven en/of voelen. Het is een
wonderlijk vermogen, want we kunnen er plaatjes uit
het verleden mee oproepen. Erg handig als je de weg
terug naar huis moet vinden of een pianosonate van
Mozart uit je hoofd wilt leren.
Denken is niet feilloos. Als je tien mensen vraagt of
ze een getuigenverklaring van een gebeurtenis af willen
leggen, krijg je tien verschillende verhalen. Ook neem
ik aan dat je niet meer weet wat je drie weken geleden
op precies dit tijdstip deed. Bovendien veranderen her
inneringen in de loop der jaren. Als het over jezelf gaat
maak je sommige herinneringen liever wat 'mooier',
bijvoorbeeld.
199
Je hebt ook ouders die tegen hun kinderen zeggen: 'School? Dat is de mooiste tijd van je leven!' Dat komt omdat geheugen met filters werkt.
Je onthoudt liever de leuke dingen. Toen ik in dienst moest kreeg ik ook van mannen van de generatie van mijn vader te horen dat het zo'n mooie tijd zou worden.
Het lijkt of we vooruit kunnen denken, maar in werkelijkheid gebruiken we beelden uit het verleden om een toekomst te kunnen projecteren.
Denken is altijd oud, tweedehands. Je zou het kun
nen zien als een soort schaduw. Het tragikomische is dat de persoonlijkheid die we
menen te zijn, ook denkwerk is. En we denken ook nog dat die persoon degene is die aan het stuur zit. We kennen autonomie toe aan een serie geheugenplaatjes.
Wanneer we op zoek gaan naar bevrijding voor die persoon zijn we bij voorbaat kansloos. Er is niets blijvends of onveranderlijks te vinden in de persoonlijkheid, dus blijvend geluk voor Jantje of Pietje is uitgesloten.
200
Er zijn geen voorwaarden
om te zijn wie je bent
Wat je bent, ben je al. Wanneer je dus op zoek bent naar jezelf heb je een beeld van jezelf
opgebouwd dat niet klopt. Anders zou die hele zoekbeweging niet ontstaan. Omdat je denkt iets te zijn dat je niet bent, ga je op zoek. Misschien dat je tijdens je zoektocht je zelfbeeld een aantal keren aanpast zodat het beter klopt. Maar ergens knaagt er toch iets. Welk zelfbeeld je ook hanteert, het is nooit helemaal voldoende om jezelf volledig adequaat te beschrijven.
Nu kun je twee kanten op. Je kunt denken: ik heb het goede zelfbeeld nog niet gevonden. Ik moet nog verder, beter zoeken. Beter mijn best doen.
Dat is wat de meeste mensen doen. Nog beter, nog
spiritueler, nog meer ervaringen opdoen voordat je eindelijk jezelf zult vinden.
201
Je kunt ook vragen stellen bij het zoekmechanisme an
sich. Is het eigenlijk niet raar dat we proberen onszelf
in een hokje te plaatsen? Hoe mooi je zelfbeeld ook wordt, uiteindelijk is het
niet meer dan een beeld, een gedachteconstructie. Dat beeld kan ook nog eens per dag verschillen, dus erg stabiel is het ook al niet. Misschien klopt er iets niet met die zoekbeweging.
Zodra je ontdekt dat er geen enkel beeld is dat jou afdoende beschrijft, investeer je niet meer in dat zoeken naar jezelf. Wat je bent, ben je toch al, met of zonder zelfbeelden.
202
In het nu leven is een illusie
De laatste tijd zie ik weer overal de kreet opduiken: 'Leef in het nu'.
Dat lijkt allemaal heel mooi en spiritueel, maar in werkelijkheid is het niet mogelijk om in her nu te leven.
Veel mensen hebben het idee dat ze in het verleden leven, of in de toekomst, terwijl ze alleen maar in het
nu kunnen zijn. Ze denken alleen maar na over vroeger of projecteren naar de toekomst.
Bijvoorbeeld: als iemand niet over het verlies van een dierbare heen lijkt te kunnen komen, dan zeg
gen we: 'Hij of zij leeft in het verleden.' Je hebt ook mensen die alleen maar bezig zijn met wat ze kunnen, moeten of willen bereiken. Van die mensen zeggen we:
'Her zijn dromers, idealisten. Ze staan niet met beide benen op de grond.' Als je de keuze hebt tussen leven
203
in het verleden of de toekomst, en leven in het nu, dan
lijkt het laatste een hele verbetering.
Maar wat is 'nu' eigenlijk precies? Een bepaling van tijd. Wij ervaren vier dimensies: drie dimensies
in ruimte, en één dimensie in tijd. Wij leven dus niet
in het hier en nu, het hier en nu zijn waargenomen
verschijnselen. Zoals alle waargenomen verschijnselen
zijn tijd en ruimte relatief. Dat heeft Einstein een hele
tijd geleden al natuurkundig bewezen. Het enige dat
we absoluut kunnen noemen is het onveranderlijke
beginsel waarin alle objecten (inclusief tijd en ruimte)
verschijnen. In het nu leven, overgave aan het moment, dat is
allemaal onmogelijk. Het nu en alle momenten ver
schijnen in bewustzijn, en dat is wat we allemaal zijn.
204
Angst en verlangen
'Een verlangen is een prettige angst, en een angst is een onprettig verlangen.'
Alexander Smit
Iemand die zich bezighoudt met zelfonderzoek komt
al heel snel bij twee kernproblemen uit: angst en
verlangen. In dit artikel zal ik proberen inzichtelijk te
maken wat de valkuilen zijn zodra je deze twee gaat
onderzoeken. Wat hebben angst en verlangen gemeen? In één woord: willen.
Wanneer je bang bent, is er iets dat je niet wilt en
wanneer je verlangt wil je iets dat er niet is. Het zijn
dus eigenlijk twee zijden van dezelfde medaille.
Wat gebeurt er eigenlijk wanneer er een gevoel verschijnt dat we met het etiket angst, of verlangen, be
stempelen? We kijken met ons geheugen.
205
Stel je de volgende situatie voor: er komt een gevoel op, bovendien komt het label 'angst' op, en verder komt er nog de gedachte: 'Ik ben bang' tevoorschijn. Dit zou
je de klassieke denkfout kunnen noemen. Het gevoel zelf is nieuw, actueel; het geheugenplaatje 'angst' is dat niet. We vergelijken dus een levende situatie met een momentopname uit het verleden. Dat zou op zich nog niet zo erg zijn, maar we maken nog een extra denkconstructie waarin we een persoon koppelen aan het etiket 'angst'. We zeggen dus: 'Ik ben bang'. Met verlangen is het niet anders.
Eerst het gevoel, dan het etiket, dan de koppeling met de persoon.
Vanuit deze misvatting gaan we strategieën verzinnen. Hoe kom ik van mijn angst af? Als dat de uitgangspositie wordt, zit je op een doodlopend spoor. De allereerste aanname (namelijk: dat je een persoon bent die bang is) klopt niet.
Wat er nog bij komt is dat we spreken over twee gevoelens waarvan we geleerd hebben dat ze niet mogen. Je zult nooit iemand op satsang horen vragen: 'Hoe kom ik van mijn verliefdheid/vrolijkheid af?' Het hele probleem met angst en verlangen is dus dat we, voordat we werkelijk goed gekeken hebben, al verzinnen dat we er van af moeten.
206
Kijken
Zelfonderzoek is voornamelijk kijken. Onderzoeken terwijl je al weet wat de uitkomst moet zijn,
is niet echt onderzoeken. Als je gaat kijken op het moment dat er angst is, moet je eens opletten waar de aandacht zoal naartoe gaat. Je zult merken dat je aandacht in eerste instantie voornamelijk bij het denken is en de strategieën om van die angst af te komen. Je zult ook merken dat die koppeling tussen de persoon en het etiket 'angst' steeds opkomt. Verplaats de aandacht nu eens naar het gevoel zelf en let dan vooral op de kwaliteit die je aandacht op dat moment heeft. Merk ook op hoe de aandacht de neiging heeft om heen en weer te springen tussen denken en voelen. Op de momenten dat de aandacht bij het gevoel zelf ligt, let er dan eens op hoe hoog het conflictgehalte op dat moment
is, en natuurlijk ook op de momenten dat de aandacht
207
bij het denken ligt. Het gaat er dus niet om dat je de hele tijd bij het gevoel blijft en zo min mogelijk bij het denken. Het gaat er om dat je ziet hoe de aandacht heen en weer springt en wat her kwaliteitsverschil is tussen de momenten dat de aandacht bij het voelen en het denken ligt.
208
Gevoelens zijn conflictloos
Elk conflict met een gevoel bevindt zich in het denken, is denken. Het gevoel zélf is conflicdoos. Zo
dra je verzonnen hebt dar een gevoel niet oké is, dat jij (als persoon) de eigenaar van dat gevoel bent, en dat je er vanaf moet, heb je een conflict. De oplossing wordt her probleem, zoals mijn goeroe altijd zei. Dus wat te doen? Als je er een plan van maakt om van je projecties af te komen maak je weer dezelfde fout. Je creëert nogmaals een voornemen en dar ga je proberen na te leven. Elke keer projecteren we weer een ideale situatie, zonder angsten of verlangens. Precies dat verschil, tussen de situatie zoals zij is en de geprojecteerde ideale situatie, zou je conflict kunnen noemen. Richt heel even de aandacht op het gevoel zelf, en het conflict is weg.
209
Een stap terug
De eerste reactie bij verlangen is vaak: Hoe kan ik er voor zorgen dat mijn verlangen vervuld
wordt? Bij angst is de eerste reactie meestal: Hoe kom ik er vanaf? Als dat het vertrekpunt is, kun je eigenlijk
niet spreken van echt zelfonderzoek. Zelfonderzoek houdt namelijk in dat je bereid bent te kijken of de d. d. · 0 1r.Jve1ïi� O. .. k · · D ·
mgen ie Je aanneemt we werKelIJ zo ZIJn. us m plaats van meteen actie te ondernemen zou je ook eens kunnen kijken wat er nu werkelijk aan de hand is als je bang bent, of wanneer je een verlangen hebt. En misschien is het gevoel op dat moment wel veel interessanter dan de dingen die je geheugen je vertelt.
Valkuil: het is goed zoals het is, het 'mag er zijn.' Dingen zijn niet in zichzelf goed of fout. Een
misverstand dat vaak voorkomt is dat je, na angst en
verlangen eerst afgekeurd te hebben, nu voortaan al-
211
les gaat zitten goedkeuren. Zodra je zegt: 'Het mag er zijn', ben je aan het oordelen. Op zo'n moment is je aandacht niet bij het voelen, maar bij her denken. Je hebt toch weer een scheidsrechter geïntroduceerd, maar nu eentje die alles goedkeurt. De oplossing is simpel: gewoon de aandacht weer naar het gevoel zelf laten gaan en kijken wat her kwaliteitsverschil is. Het is het verschil tussen: 'het mag er zijn' en 'het is er'.
212
Wat onderzoek je?
Kortom: onderzoek je werkelijk de angst zélf, her :verlangen zélf? Of houd je je alleen bezig met al
her denkwerk om van angsten af te komen en verlangens te vervullen? Zo'n quote van Alexander is natuurlijk mooi, maar wat betekent het eigenlijk? Angst en verlangen hebben, zodra je er iets mee wilt, dezelfde eigenschap: je kijkt niet meer naar het gevoel zelf, maar naar de ideeën over dat gevoel. Een serie geheugenplaatjes is belangrijker geworden dan een actueel gevoel, en dat is de wereld op zijn kop. Angsten en
verlangens zijn er, maar de zogenaamde eigenaar ervan verzinnen we er zelf bij. Dat is een misverstand dat door zelfonderzoek opgehelderd kan worden.
213
214
Zaterdagavond
Jan: Nou, waar waren we gebleven? Is een beetje een strikvraag, hoor.
Bezoeker: Toen ik je vanmiddag een vraag stelde, ging die over individualiteit. Dat, wat er in jou verschijnt, iets
anders is dan wat er in mij verschijnt. Toen je antwoord gaf was het alsof er een knoop ontwarde, maar toch zit die knoop er nog.
Jan: Laten we eens kijken of het helemaal helder kan
worden. Er wordt wel eens gezegd: 'Jij neemt een wereld waar, en ik ook.' Dat zou dus betekenen dat er
waargenomen wordt vanuit twee verschillende loca
ties. En dat is ten enenmale onmogelijk omdat je dan datgene dat waarneemt probeert op te delen in twee
dingen die waarnemen, en dat kan niet. Dus hoe zit
215
het dan eigenlijk? Nou, heel simpel: in Bewustzijn (dat
ik ben), verschijnt een object en een verhaal dat dat
object iets waar zou nemen. En dat is eigenlijk end
of story. Er is geen punt van waaruit waargenomen wordt. Waarnemen is niet te lokaliseren. Het is niet
vanuit een bepaalde plaats en het is ook niet op een
bepaald moment.
B: î\lát ik dus zag: ik probeerde te zien vanuit een plek en dat viel toen weg.
Jan: Dat kan op twee manieren niet; je kunt niet
probéren te zien, en het kan niet vanuit een plek. Dus
het proberen op zich, dát wordt waargenomen, en je
kunt wel plekken waarnemen, maar je kunt niet vanuit een plek waarnemen. Mijn leraar zei altijd: 'Het
is nergens niet' en dat is letterlijk waar. Je kunt niet
zeggen: hier is het wel, en daar is het niet, dus ik
neem nu waar vanuit hier. Je kunt alleen maar eigen
schappen toekennen aan datgene dat waargenomen
wordt, maar je kunt geen eigenschappen toekennen aan datgene dat waarneemt. We kunnen ernaar ver
wijzen met woorden als Bewustzijn, Liefde, Waarne
mendheid, Parabrahman, noem maar op. Maar het
woord is alleen maar een aanduiding. Als ik daarheen
wijs (wijst naar publiek) dan kan ik iets aanwijzen,
maar als ik hierheen wijs (wijst op zichzelf) dan kan
ik niet zeggen waar ik nu naar wijs. Ja, Oneindigheid, of dat soort woorden krijg je dan. Je hebt niets aan
een beschrijving.
216
B: ja, maar je verwijst dus niet naar een plek. De plek
wordt waargenomen.
Jan: Als je naar buiten wijst, kun je naar een plek wijzen.
Als je naar binnen wijst, kun je alleen maar naar jeZelf
wijzen. Je kunt geen kant opwijzen waar Jij niet bent.
Het is onmogelijk om jezelf niet overal tegen te komen,
als essentie in wat er ook maar verschijnt. Zodra het een
verschijnsel is geworden, een gevoel of een gedachte,
dan is het Bewustzijn in een bepaalde vorm. Dan kun
je pas praten over iets aanwijsbaars. 'Ik kän niet 'water'
aanwijzen, ik kan alleen water in een glas aanwijzen, of
een druppel, of een sneeuwvlok, of een ijsblokje. Het
moet vorm hebben, anders is het niet aanwijsbaar. Als ik
nu zeg: 'Wijs eens water aan, water in het algemeen', ja,
dat gaat niet. Dan hebben we het over abstracte dingen,
en niet over concrete dingen. Wat we dus in wezen zijn,
is het aller-abstractste dat je je maar voor kunt stellen.
B: Kun je daar nog wel 'ik' tegen zeggen dan?
Jan: Jawel hoor, je kunt er alles tegen zeggen, alleen de
vlag dekt nooit de lading.
B: Precies! Dus je kunt zeggen: 'Het is ik: ;e kunt ook zeg
gen: 'Het is niet-ik: Je kunt zeggen: 'Het bestaat: je kunt ook zeggen: 'Het bestaat niet:
Jan: 'Bestaan' is in mijn geval, in mijn verhaal,�ynoniem met 'verschijnen'. Als je zegt: 'Het bestaat', dan zeg ik:
217
'Ja, als vorm, ook.' Maar Bewustzijn in zijn meest essentiële betekenis is voor mij voorbij bestaan en niet bestaan. De mogelijkheid tot alles. Voordat dit lijf ge
boren werd, was Bewustzijn. Maar er bestond niets, dat kwam pas met de geboorte van dit poppetje.
B: Ik zit nog een beetje met die woorden.
Jan: Zodra je gezien hebt dat woorden altijd verwijzingen zijn, hoe kun je er dan nog mee zitten? Dat kan niet. Andersom gezegd: als jij kunt zitten met woorden, of kunt worstelen met begrippen, heb je nog niet doorzien dat het alleen maar verwijzingen zijn.
B: Nee, anders zat ik hier ook niet.
Jan: Precies. Moet je niet kwaad op mij worden hè! Je kunt de dokter er niet de schuld van geven dat je ziek bent. 'Dokter, ik heb griep, verdomme!'
B: Het heeft voor mij op een bepaalde manier te maken met de dood. Dat wat bang is voor de dood, dat is plekgerelateerd.
Jan: Alexander zei altijd: 'Diegene die bang is voor de dood, verdwijnt ook met de dood, dus maak je daar maar geen zorgen over'.
B: Ik hoor je net zeggen dat al deze lijven in Bewustzijn zitten. En als ik dan zou zeggen dat ik jullie allemaal
218
waarneem, heb ik dan net zoveel gelijk als wanneer jij zegt: 1k neem jou waar'?
Jan: Bewustzijn hoeft geen gelijk te hebben. Een persoon en gelijk, dat hoort bij elkaar, dat is hetzelfde do
mein. Gelijk hebben is denkwerk en een persoon ook.
Iemand die weet dat hij Bewustzijn is hoeft nergens meer iets te halen, laat staan zijn gelijk. Dus of het klopt, zo'n formulering, of niet klopt, dat boeit helemaal niet meer, die woorden zijn helemaal niet meer belangrijk.
Kijk maar voor jezelf: neem je vanuit een bepaalde positie waar, of is het waarnemen zonder meer? En dan bedoel ik niet alleen de waaktoestand, maar ook slapen en dromen. Kijk jij vanuit een bepaald perspectief naar de wereld, of is het perspectiefloos? Is het kijken van
uit een bepaalde richting, is het een invalshoek, of is het multidimensionaal en universeel. Een invalshoek is een beperking hè, dan wordt het een visie. Dat kijken waar ik het over heb is geen visie. Elke visie is een
beperking, elke visie is een tunnelvisie. En dan kun je wel zeggen: 'Ik ga mijn blik verbreden', maar dat is dan
een verbreding van beperking, en dat blijft beperking. 'Geestverruimend' heet dat dan. Of een 'open mind', wat sommige mensen wel eens zeggen. Terwijl mind per definitie gesloten is. Dat is afgebakend. Je kunt de ene visie naast de andere visie zetten. Maar je kunt niet het ene kijken naast het andere kijken zetten, het ene waarnemen naast het andere waarnemen, de ene kennendheid naast de andere kennendheid. Daar is geen sprake van twee.
219
B: Er is er maar één.
Jan: Er is één kijken ja, maar zelfs het woord 'één' komt
nog niet eens op. Er is niet 'twee licht', er is maar één
licht. Dat is die Waarnemend.heid. En dat kan smal
of breed, alle kanten op. Je kunt daar geen filter tussen zetten. De illusie is dat we dat wel zouden kunnen. Dat je gekleurd waar kunt nemen, of zo. Maar
die kleuring komt altijd achteraf, die zat helemaal niet
voor dat waarnemen, maar achteraf tuinen we daar wel in. We maken onszelf wijs dat het denken voor het waarnemen kan komen, eigenlijk. Met andere woorden: dat het denken zelf in staat zou zijn om iets waar
te nemen. We proberen dus eigenlijk via het denken te zien. Ik heb wel eens in een blog geschreven: 'We proberen via een schaduw naar de zon te komen'. Maar
wat gebeurt er nou met een schaduw die op zoek gaat naar de zon?
B: Die gaat mee?
Jan: Er blijft niets van over. Dus wat is er nu afhankelijk van wat? Absoluut Bewustzijn, zien, zijn, denken.
B: Is het met 'zijn' niet hetzelfde dan?
Jan: In essentie wel. Maar om het duidelijk te maken gebruik ik een indeling. En elke indeling is ook weer in het domein van denken natuurlijk. Elk probleem dat je kunt verzinnen, alle dingen waar je mee wor-
220
stelt, alle conflicten zijn allemaal in het domein van het denken.
B: En dat zie je?
Jan: En dat zie je. Maar vervolgens ga je proberen die dingen op te lossen, en zo creëer je een nieuw pro
bleem. En dat nieuwe probleem daar ga je ook weer een oplossing voor zoeken, en zo creëer je weer een nieuw probleem. Als je zou ophouden met het creëren
van oplossingen, waren er ook geen problemen meer.
B: je maakte net die stap: Absoluut, zijn, zien ...
Jan: Nee
B: Of eh, zien, zijn
Jan: Ja.
B: Het lijkt mij dat er eerst 'zijn' moet zijn, om te kunnen zien.
Jan: Nee, want dat zijn wórdt gezien. Alles wat via de vijf
zintuigen binnenkomt, dat wordt waargenomen, gezien. Waarnemen, zien en kennen, dat is bij mij hetzelfde. Ik
bedoel dus niet zien met je ogen, maar zien, waarnemen, je bewust zijn van. Je bent je bewust van het zijn. En je zegt: 'ik ben'. En dan niet 'ik' in de zin van 'Jan is', maar het gevoel aanwezig te zijn. Dat wordt gezien.
221
B: Dat gevoel aanwezig te zijn heeft ook geen Locatie?
Jan: Nee, want locatie is denken, en dat komt pas op de allerlaatste plaats.
B: Dat 'ik ben' is iets vasts, maar voor mij is dat er niet.
Jan: Nee, want als het er zou zijn, dan zou het iets los zijn. Iers dat er is, verschijnt en verdwijnt, hoe los wil je het hebben? Dat is zo los als wat. En dat wat nooit
verandert, waarin die hele poppenkast opkomt, dat kan niet verschijnen, dat kan ook niet verdwijnen. Dat noem fk vast. Dat noem ik onveranderlijk, de essentie, de basis. Ik snap ook niet die hardnekkigheid, waarom doen jullie dat eigenlijk? Het komt op en het verdwijnt weer, en dan tóch vind je het solide. Hou daar toch eens mee op!
B: Maar dat is ook met die 'ik: die komt ook op en die verdwijnt.
Jan: Wat is dat nou voor argument? Het enige dat je beweert is dat het opkomt en verdwijnt. Ja, dat heb ik ook al honderd keer gezegd. Wat wil je daar mee zeggen? Ik kan er geen vraag in ontdekken, geen probleem.
B: Ik wil voor mezelf nagaan hoe het zit.
Jan: Nee, je deelt mee dat her gebeurt. Je bent niet aan
het onderzoeken, je deelt iets mee. Maar is het hon-
222
derd procent zo dat je dat gerealiseerd hebt? We kunnen wel veilig stellen van niet, want anders zat je niet hier natuurlijk. Dus breng het niet als een mededeling, maar vraag of het zo is.
B: Nou, het komt ook meer als vraag eigenlijk.
Jan: Ja, maar verpak het dan niet als een stelling. Dat vertraagt het proces. W ie?
B: Over het ik-gevoel.
Jan: Een ik-gevoel is een koppeling tussen een gedachte en een gevoel. Zie je? Dat is het leuke. Stel gewoon je vraag, en meteen bij de eerste misstap kan ik ingrijpen. En dan is het klaar. En anders wordt het een hele lange vraag en dan zijn er voor mij teveel aanknopingspunten. De meeste vragen bevatten al drie aannames of zo. Je doet je goeroe geen groter plezier dan een korte vraag te stellen.
B: Hoe kan het dat er een ik-gevoel is? Een ik-gedachte?
Jan: Je vraagt hoe het kan dat die ik-gedachte er is, maar dat houdt eigenlijk al een beetje in dat je er niet blij mee bent dát hij er is. Maar mij maakt het helemaal niets uit dat hij er is, want dat kan nooit een probleem zijn. Een ik-gedachte op zich is geen probleem. Bij mij zijn er ook nog steeds ik-gedachtes. Sommige mensen geloven dat dat helemaal ophoudt als je ge-
223
realiseerd bent, maar niets is minder waar. Dat blijft gewoon opkomen, misschien met een wat andere kwaliteit dan vroeger. Nu is de vluchtigheid ervan, die het toch al had, zó duidelijk ingezien, dat het idee dat dat post zou kunnen vatten of wu kunnen blijven hangen, weg is.
B: (onverstaanbaar) Daarom stel ik die vraag.
Jan: Nee, maar die ik-gedachte hier is ook niet weg, maar het geloof dat dat niet oké is. Hoe kan een ikgedachte nou in vredesnaam bedreigen wat jij bent? Hoe kan een egostructuur bedreigend zijn voor datgene waar het in verschijnt?
B: Bedreigend is het niet nee.
Jan: Iets waar je je zorgen over zou moeten maken. Iets waarvan je je afvraagt: 'Hoe komt dat er nou?' Hoe kan een golf nou bedreigend zijn voor water? Hoe kan
een tak nou bedreigend zijn voor hout? Hoe kan een spijker nou bedreigend zijn voor ijzer? Met andere woorden: Hoe kan de vorm nou bedreigend zijn voor de essentie?
B: Het lijkt beperkend.
Jan: Ik ben nog nooit water tegengekomen dat tegen me zei: 'Ik weet het niet met die golven. Ik voel me daar toch wel door beperkt.' Of dat de hemel naar je
224
toekomt: 'Het is zo bewolkt man, vandaag! En gisteren was het zo mooi helder.'
Het kan niet anders dan wat je ervaart als bedreigend, je hebt geleerd als werkelijk te ervaren, als echt. Het enige dat bedreigd kan worden is iets veranderlijks. Dat is aan bedreiging onderhevig, want ja, dat ga je proberen in stand te houden, maar de aard van het beestje is veranderlijk. Dus moet er een ongelofelijke truc uitgehaald worden en een ongelofelijke hoeveelheid energie in gestoken worden om elke keer maar weer dat ballontje van dat ego op te blazen en in de lucht te houden. Maar als je eenmaal hebt gezien dat dat van geen enkele betekenis is voor wat je bent, dan prik je dat ballonnetje door, of je laat het leeglopen, maar je gaat niet meer de hele dag jongleren met al die ballonnetjes. Dat jongleren leren we jong. Dat gehannes met dat ego. Elke vraag over hoe of wat is een bevestiging van de zogenaamde bedreiging van dat ego. Elke keer als probeert om af te raken van dat ego, dan erken je de schijnbare belangrijkheid ervan. Omdat je probeert het uit je systeem te krijgen, zeg je eigenlijk: het is werkelijk. Maar als je hebt gezien dat het in feite niets meer is dan je Zelf, weerspiegeld in een gedachte, of in een persoonlijkheidsstructuur, of in een reuk of een smaak of een geur of wat dan ook, dan haal je de belangrijkheid eraf.
B: Het is toch een beetje lastig dat wat ik werkelijk ben niet te bevatten of te zien is.
225
Jan: Nee, dat is je redding! Als het wel te bevatten zou zijn, kon je het ook weer kwijtraken. Dát is pas vervelend!
Andere bezoeker: Je hebt het ook over die alarmbellen al een keer gehad. Is angst een richting waar je extra naar moet kijken? Is dat de alarmbel die ...
Jan: Niet angst an sich, maar de alarmbel komt in beeld als er een gevoel optreedt met daarbij onmiddellijk daarna een beweging, weg van dat gevoel. Want dat betekent namelijk altijd het niet-kijken naar wat er verschijnt, maar het onmiddellijk aan de gang gaan met het verhaal erover. En dat is een alarmbel. En je weet
intussen dat het niet werkt, want je hebt het al driehon
derdmiljoen keer geprobeerd. Waarom werkt het niet? Omdat een angst op zich geen probleem is. Je creëert
zelf het probleem met die angst door er vanaf te willen. Het wordt opgemerkt, maar heel snel geëtiketteerd als 'angst' en heel snel komt die beweging van 'weg ermee'. Nou, dan heb je misschien een-, tweetiende seconde
werkelijk even naar die angst gekeken en de rest van de tijd, dat half uur daarna of zo, ben je alleen nog maar met je verhaal bezig. Dat is de situatie. Nou dat werkt
niet. En de volgende keer probeer je het weer, en dan
werkt het weer niet, en dat gaat maar zo door. En je kan dertig, veertig, vijftig, zestig worden en maar blijven proberen op die manier. Maar ik zeg: er is een andere
kant van het verhaal. Als je echt kijkt naar angst, als je gewoon alleen maar kijkt: wat is dit? Misschien komt
226
het etiket angst niet eens op, maar dan is het gewoon energie in werking. En dan is er bijna hetzelfde aan de hand als wanneer je blij bent of verliefd, dat is ook heel veel energie in werking. Je hart gaat sneller kloppen, je
krijgt vlinders in je buik, allemaal dezelfde symptomen. Een gevoel is een gevoel, niet iets dat per definitie fout is. Fout of goed, dat zit niet verpakt in dat gevoel. Wat verpakt is zit in de fles, maar het etiket zit aan de buiten
kant. Eigenlijk zijn we in de weer om die etiketten op te eten, en wat er in die fles zit daar doen we niet zoveel
mee. Het is juist zo interessant om te proeven wat er in zit en niet de opschriften zo belangrijk te maken. En
dan is geen enkel gevoel een probleem, geen enkel. Een
gevoel op zich, is conflictloos. Maar van keuzeloos gewaarzijn kun je geen truc maken om sneller van een gevoel af te zijn. Ik krijg wel eens de opmerking: 'Dat heb ik gedaan, ik heb gewoon gekeken, maar het bleef toch
gewoon maar doorgaan. Dus die truc van jou, die werkt
ook niet Jan Koehoorn!' Nou, dan weet je zeker dat er
een beweging is, weg van dat gevoel. We verzinnen de
meest gekke manieren om van een gevoel af te komen. Als het niet onderdrukken is, dan is het wel uiten. Dan word je een soort emotionele exhibitionist. Dan gaan we de hele tijd maar ons gevoel etaleren. Waarom? Ook weer om er zo snel mogelijk vanaf te komen natuurlijk. Iedereen in je omgeving zal zeggen: 'Nou dat is wel
een heel extraverte, gevoelige jongen.' Welnee, het is gewoon onderdrukking in een mooie verpakking. Kijken naar een gevoel is iets anders dan het onderdrukken of
het uiten. Kijken is: niets willen met een gevoel. Het
227
is eenvoudig kijken wat is. Zoals een kind. Een kind is gewoon kwaad. Dat wil niet van die woede af, is er ook niet mee in de weer, is gewoon kwaad. En als het over is,
is het over. Hoe lang het duurt, of hoe kort het duurt,
dat maakt niet uit.
Andere bezoeker: Echt kijken naar bepaalde gevoelens hè, bijvoorbeeld een emotie of zo. Als je echt maa.r blijft kijken is het dan altijd zo dat het zich helemaal uit? Is het niet zo, dat als je er naar blijft kijken, dat je het op de een
of andere manier vasthoudt?
Jan: Dat weet je nooit, want er is geen alternatief voor de dingen die gebeuren. Je kunt niet terugspoelen in Bewustzijn en zeggen: nu duurt het korter, of nu is het ineens weg.
B: Het kan zomaar zijn dat dat de bedoeling is?
Jan: Nee, nee, er zit geen bedoeling achter, dat is veel te veel eer. Be-doel-ing is niet zomaar een woord hè?
Toch weer een doel.
B: Maar het kan zo zijn dat een gevoel zich gewoon helemaal spontaan uitleeft? Dat het zich helemaa.l oplost? Of het blijft een beetje hangen en dan is dat ook maa.r gewoon zoals het is?
Jan: Ik vind het heel goed te vergelijken met het weer. Er komt een regenbui, tien minuten later is het droog
228
en is de bui weg. Er zijn ook regenbuien die een uur duren. En ik denk dat er vast ergens op de wereld regenbuien zijn die drie maanden duren, afhankelijk van waar je woont. Net zo min als ik daarmee in de weer ben, ben ik met de lengte van gevoelens in de weer. Je zult mij niet horen roepen: 'Het heeft een half uurtje geregend, maar dat is eigenlijk wel vreemd, want ik worstelde er nogal mee, dus het had eigenlijk wel langer mogen duren.' Voor een boer zou dat handig zijn, natuurlijk.
Andere bezoeker: En ondragelijke pijn, idem dito?
Jan: Ondragelijke pijn bestaat in feite niet, want zodra
pijn waargenomen wordt, verschijnt het, en dan wordt het gedragen in Bewustzijn.
Andere bezoeker: Maar is er geen enkele beweging om
daar vanaf te komen?
Jan: Mijn moeder is acht jaar geleden overleden aan een heel vervelende spierziekte, en toen was er gewoon verdriet en pijn. Maar af en toe ook niet, dan was ik rustig. En je omgeving gaat soms zeggen: hé, wat ben jij rustig, maar ik vraag me dat niet af. En een week later kan er dan bijvoorbeeld iets op televisie komen dat iets triggert, een bepaalde herinnering of zo. Ik had de gewoonte om mijn moeder te bellen als er iets op televisie was. Dan zei ik: 'Moet je even kijken op Ne
derland 3.' Drie maanden na haar dood had ik ineens
229
die telefoon weer in mijn handen. En ik had het nummer al bijna ingetikt, maar ineens dacht ik: 'Oh nee.' Dat soort dingen treedt bij mij ook nog op, maar bij
mij kleeft daar geen betekenis aan. Net zo min als ik denk: 'Het onweert, dat zal wel een bedoeling hebben.' Die kwaliteit heeft het gek.regen.
B: Maar als je hoofdpijn krijgt, neem je dan wel een aspirientje?
Jan: Natuurlijk. Ook aspirientjes verschijnen in Bewustzijn. Dus waarom zou ik daar nee tegen zeggen? Het zou heel gek zijn om ... Ik heb dat wel eens een
keer horen vertellen door Jan van den Oever. In India zijn er wel eens overstromingen en zo, en sommige mensen zijn dan zó spiritueel, van laat alles maar gebeuren, en dan zat men daar maar een beetje te verzuipen. Want het is Brahman. Jan zegt later: 'Maar het is toch ook nog Brahman als je er een paar zandzakken voor zet? Is dat dan ineens geen Brahman meer?' Dus als de mogelijkheid er is om van een pijn af te komen, natuurlijk.
B: Dus als er een pilletje zou bestaan tegen verdriet, zou je dat ook kunnen nemen?
Jan: Nou het is niet zo dat ik gewoon alles zonder meer slik wat er op de markt is, want je weet ook: medicatie heeft bijwerkingen. Dus als je de chemie van dit gebeuren hier gaat beïnvloeden, dan weet je ook dat er
230
een periode komt dat je toch weer zonder zal moeren en dan krijg je een afkickperiode.
B: Paracetamol bijvoorbeeld heeft weinig bijwerkingen, maar als ze er eentje zouden uitvinden tegen liefdesverdriet of zo?
Jan: Liefdesverdriet komt hier niet meer op.
B: �t bedoel je?
Jan: Wat weg is, is weg.
B: �t is nou die kleejfactor die verdwenen is bij jou?
Jan: Illusie, misverstand, denkfoutje.
B: Zo eenvoudig kan het toch niet zijn?
Jan: Ik snap de bezwaren tegen eenvoud nooit! En de voorliefde voor ingewikkeld snap ik ook niet. Wat is nou tegen 'eenvoudig'? Ik vind dat geen argument. 'Ja, dát is te eenvoudig ... ' 'Inderdaad daar heb je gelijk in, laten we het dan maar ingewikkeld maken ... ' Dan hebben we in ieder geval iets om over te praten. Iets wat ons bezighoudt, iets om op te kauwen. Leef met vlag en wimpel, maar hou het simpel! (Koot en Bie) Nee, zo simpel is het. Moeilijker kunnen we het niet maken. Dus mijn vraag aan zoekers is: 'Wat is
231
nou die neiging om zoiets simpels zo ingewikkeld
te willen maken? Wat haal je daar uit? Wat is je
voordeel?'
B: Identiteit.
Jan: Ja, maar dat vind ik helemaal geen voordeel.
B: We hebben het idee dat het loslaten daarvan een nadeel is.
Jan: Dat voordeel dat die identiteit verschaft, is weg
op het moment dat je gaat slapen. Zo vluchtig is het. Dus het lijkt net of er iets tot stand is gebracht, of er iets bereikt is, maar bij het minste of geringste is het verdwenen. Dus wat heb je dan gewonnen?
B: Ik snap dat verhaal van dat liefdesverdriet niet. �rdriet is toch iets dat gewoon opkomt?
Jan: Ja, maar dat is geen liefdesverdriet, dat is verdriet.
Ik ben Liefde, daar kan ik niet verdrietig over worden.
B: Ik ben ook Lief de, maar ik heb wél liefdesverdriet, dat komt bij mij op.
Jan: Bij mij niet. Als we alleen maar tegen elkaar gaan
zeggen wat er opkomt, dan zijn we nog wel even bezig. Er komt nogal veel op, namelijk.
232
B: Ik snap niet dat het niet op zou komen.
Jan: Nee, snappen ... Wat opkomt, hoef ik niet te snappen, en wat niet opkomt, hoef ik ook niet te snappen. Ik hou me er niet mee bezig, ik zie het wel. Of 'wel',
ik zie het mi. 'Ik zie wel', is meer de laatmaarwaaien
houding.
B: De opmerking die je maakte gaf mij het gevoel van: hé, dus alleen het idee dat ik een afgescheiden persoon ben geeft mij dus de macht over dingen die in mij verschijnen. Want ik denk dus dat ik afgescheiden ben, en daardoor heb ik dus invloed op het verdriet dat ik heb na een afgesloten relatie.
Jan: Maar is dat ook zo? Is het wel eens gelukt om daar invloed op uit re oefenen?
B: Nee, niet.
Jan: Dus dan klopt je stelling niet. De idee dat je afgescheiden zou zijn, geeft je helemáál geen invloed op war er gebeurt. Ego kan nooit iets zijn dat andere dingen waarneemt en kan beïnvloeden. Ego is zélf een waargenomen object. Dat is zo'n harde noot voor iedereen! Men blijft altijd maar in de weer om dat ego
Waarnemendheid toe te kennen. Je blijft toch maar denken: 'Jan zier', of: 'Jan voelt'. Zo is het niet. Her wordt gezien, denken kan niets zien, denken wórdt gezien. Het is een waargenomen verschijnsel. Bewust-
233
zijn maakt zien mogelijk. Als je dat helder hebt valt er helemaal niets meer te doen. Maar dan gebéurt er wel
van alles. Het is niet zo dat die doener buitenspel komt
te staan of zo, die doener is er nooit geweest. Er waren
gebeurtenissen, en er waren gedachten aan persoon
lijkheden, maar een werkelijke doener is er nooit ge
weest. Er is nooit 'iemand' geweest die iets doet. Water
doet niets. Die doener houdt dus niet op te bestaan; je ontdekt dat hij alleen maar als illusie, als een soort fata
morgana een aantal keer verschenen is.
B: Is dat de doener, die dat ontdekt?
Jan: Nee. Want de doener is denkwerk en denkwerk
kan niets zien. Denkwerk kan niets ontdekken. Alles
wordt gezien in Bewustzijn, altijd. Kan niet anders, is
niet anders.
B: Maar kan Bewustzijn ontdekken?
Jan: Er schiet me even niets gevats te binnen.
B: Op welk niveau vindt die realisatie plaats? Wánt de verduistering vindt alleen plaats op het denkniveau, maar waar vindt de verlichting plaats?
Jan: Op welk niveau spelen niveaus zich af? Het is een
totaal absurde vraag. Wat op dat moment gezien wordt
is dat niveaus niet werkelijk gescheiden zijn. Dat het
hulpmiddelen zijn.
234
B: Yánuit waar wordt dat gezien?
Jan: Daar begonnen we mee. Iets wordt niet 'ergens'
gezien, waarnemen is niet te lokaliseren. Heb je het
opgeschreven? Goed zo, stempeltje eronder. Dus ik zeg: waarnemen is niet te lokaliseren. In eerste instan
tie ga je dat onthouden en vervolgens ga je voor jezelf
kijken. Probeer maar eens een week lang of jij ergens
een waarnemer kunt vinden. Degene die het 'doet', het
mannetje dat achter het stuur zit.
B: Dat heb ik al gedaan. Ik heb al geprobeerd om een 'ik' te vinden.
Jan: Hoe is het bevallen?
B: Nou ja, dan kom je in zo'n situatie van 'alles ontglipt mij: een soort zwart gat is hier en dan loop 1e rond als een zwart gat en dat is het dan.
Jan: Nee, als je rondloopt als een zwart gat, dan hebben
we dus eigenlijk vastgesteld dat waarnemen niet te loka
liseren is, dus waar loopt dat dan in rond volgens jou?
B: ja, da's absurd natuurlijk.
Jan: Als iets ergens in rondloopt, dan is het juist wél te
lokaliseren. Dus even beter kijken nog. Want je kunt
het niet van mij aannemen. Ja, dat kun je wel doen,
maar daar heb je niets aan.
235
Andere bezoeker: Maar hoe zit het dan met het lichaam?
Doen alsof dat een soort van omhulsel is, of een soort van zeepbel.
Jan: Dat van dat omhulsel en die zeepbel vind ik eigenlijk niet zo gek. Kijk, het wordt een probleem op het moment dat je dat als werkelijk gaat ervaren, als
onveranderlijk. Dan zet je de deur open voor doodsangst en de hele rataplan natuurlijk. Want we weten allemaal: dat lichaam houdt er op een gegeven moment mee op. Een x aantal jaar en het is over. Daarom zegt Nisargadatta: 'Des te belangrijker om dit Nu te realiseren.' Hou je dan ook niet alleen maar bezig met het lichaam, als je tenminste zelfonderzoek wilt doen, als je tenminste wilt weten wie of wat je bent. Kijk verder. Of kijk dichterbij, zou ik eigenlijk willen zeggen. Want verder is altijd gericht op een doel in de toekomst, of iets bereiken. Hoe zit dat met dit lichaam? We kennen drie toestanden (waken, slapen, dromen). Is dat lichaam er altijd? Of is het er alleen maar als ik eraan denk? Ken ik dat lichaam eigenlijk wel honderd procent? Zou je je eigen rug herkennen? Zou je je eigen binnenkant herkennen? Hoeveel procent van dit lichaam herkennen we eigenlijk? Alleen de buitenkant, en dan nog alleen maar een deel van de voorkant. Je
eigen achterhoofd zou je niet herkennen. Er gaat van alles in en van alles uit, het is een grote fabriek. Dat eten dat net op tafel stond, dat waren we eerst niet. Maar nu zit het in ons lichaam en nu zijn we het wel, maar waar zit het omslagpunt? Ik weet het niet.
236
B: Het is wel heel merkwaardig dat ik dit lichaam op een totaal andere manier ervaar als anderen.
Jan: Er zijn zoveel dingen merkwaardig. Als ik dat allemaal op moet gaan lossen ... Dat hóeft ook helemaal
niet.
B: In vergelijking met die andere lichamen is hier een
groot zwart gat, maar dáár zien ze er heel anders uit.
Jan: Als je dieper kijkt niet. Als je gaat kijken wat er nou eigenlijk aan de binnenkant van moleculen en atomen zit, dan kom je ook niets tegen. Hoe verder je inzoomt, hoe meer niets je tegenkomt. Maar het kan veel simpeler. Je hoeft al die zogenaamde buitenkant niet te onderzoeken. Je kunt gewoon meteen naar de kern gaan. Als je de hele tijd bezig bent met stap twee en drie, vergeet je stap een. Die eerste stap, die eerste
foute conclusie moet je onderzoeken. Als je de eerste fout helder gezien hebt, volgt de rest vanzelf.
B: Maar wat ik waarneem, is dat hier een totaal ander verschijnsel zit dan daar.
Jan: Ja, maar dat is altijd zo. Verschijnselen verschillen
per definitie van elkaar, dat hoort bij de wereld van de verschijnselen.
B: Maar dit is uniek.
237
Jan: Denk je dat? Ze zijn allemaal uniek. Ik heb nog
nooit twee dezelfde verschijnselen gezien, want dan zou
het namelijk één verschijnsel zijn. Dat is de wereld van
de verschijnselen, dat is dualiteit. Dat is verschil. Maar
de essentie is Bewustzijn. En dan kun je wel zeggen: 'Ik
zie hier ... ', maar waarnemen is niet te lokaliseren. Als we op een gegeven moment dingen vastgesteld hebben
zou je daar niet meer op moeten terugkomen, als het helder zou zijn.
B: Het is niet zozeer het lokaliseren, als wel dat het een
merkwaardige uitkijkpost is.
Jan: Het fs geen uitkijkpost. Dat is óók weer een posi
tie. Dan zit je vanuit een torentje of zoiets te kijken. Je
neemt niet waar vanuit een bepaalde positie. Je neemt
waar vanuit ruimteloosheid. Ik blijf het zeggen hoor.
Het is gewoon hameren op die botte hersenen en die
dikke schedels van die zoekers. Ik snap ook niet dat er mensen zijn die dit baantje ambiëren. Dan ben je echt
van de pot gerukt, als je denkt: 'Dat wil ik ook wel!'
Dan kun je beter paus worden volgens mij. Je moet er
wel tegen kunnen dat niemand naar je luistert hoor, anders moet je geen goeroe worden.
Andere bezoeker: Is het echt dát? Dat we niet luisteren?
Jan: Daar begon ik mee, donderdag. Je denkt dat je
luistert, maar je bent aan het selecteren. Je pikt eruit
wat je denkt dat in je voordeel is en je vult dingen
238
in en dingen aan. Maar als je echt gaat luisteren naar
wat er werkelijk gezegd wordt, is het een heel ander
verhaal. Of je bent berekenend. Ik geef een antwoord, en ik zie al dat men bezig is met de volgende vraag.
Of mensen zeggen heel snel: 'Ja oké, maar ... ' Dan heb je niet geluisterd. Dan heb je wel gehoord, maar
niet verstaan, begrepen en geluisterd. Meteen naar het
volgende onderdeel.
Andere bezoeker: Het is mij zo opgevallen als ik dingen herlees, dat ik denk: 'Hoe heb ik daar in godsnaam overheen kunnen lezen?'
Jan: Ja, precies! Dus was dat lezen of luisteren niet vol
ledig. Ik heb 'Ik Ben' driehonderd keer gelezen en pas de driehonderdste keer lás ik echt. De eerste tweehon
derdnegenennegentig keer was het koortsachtig: blad
zijde omslaan, nog een hoofdstuk. Dat is geen lezen, dat is berekenend.
B: Is dat dan ook gewoon een vluchtneiging?
Jan: Natuurlijk. Vluchten, of naar je toe willen halen. Je bent nog berekenend bezig, je bent nog aan het kijken van: wat kan ik er beter van worden. Omdat je
denkt dat je iets bent dat onvolledig is, ben je dus aan
het proberen om te krijgen. Ik kan alleen met krijgen in de weer zijn als ik denk dat ik onvolledig ben, dat
mij iets ontbreekt. En dus lees je ook: hongerig. En dan denk je dat je heel spiritueel bezig bent, want die
239
koorts is er immers. Maar een groot deel van die koorts
is nog: pakken wat je pakken kunt. En een heel klein deel is: dit herken ik. En op een gegeven moment ver
schuift dat naar totale herkenning. En dan lees je het nog eens, en dan zeg je bij jezelf: 'Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat ik hier overheen heb gelezen?' Want het wordt zo duidelijk gezegd. En het wordt honderd
keer gezegd.
B: Ik zie dus bij mezelf steeds meer wantrouwen opkomen, van: hé, begrijp ik dit wel goed? Ván: ja, ik zie van alles gebeuren, toe maar, maar ik vertrouw het niet.
Jan: In ieder geval zou ik op satsang het idee dat je iets
begrepen hebt altijd wantrouwen. Want het idee dat je iets begrepen hebt, dat klinkt nogal twijfelachtig. 'Ik heb het idee dat ik wel van je houd ... ' Dat klinkt niet
zo goed. Dat klinkt nogal halfbakken. Het ergste dat je
tegen je goeroe kunt zeggen, is: 'Ja, volgens mij begrijp ik je wel, maar nu even wat anders ... ' Of: 'Ik denk dat ik het wel snap hoor. Ja, daar heb je wel een punt.' Of:
'Dat heb je goed gezegd! Dat komt echt even binnen hoor, hier. Bedankt man!'
Andere bezoeker: Die weerstand en dat niet luisteren is ook gewoon een periode?
Jan: Laten we maar gewoon zeggen dat de aandacht bij iemand die net begonnen is met zelfonderzoek voor
het overgrote deel ligt bij persoonlijkheidsverbetering.
240
Of een vrediger bestaan. En dat verschuift langzaam naar de enige vraag die overblijft: Wat ben ik? Dat zijn niet de vragen: hoe kom ik van mijn angst af, of: hoe zorg ik dat het wat harmonieuzer in mijn dagelijks le
ven wordt, nee. Dat is een gepasseerd station. Nu wil ik weten: Wat ben ik? Dat was in mijn geval de laatste vraag die overbleef: wat ben ik? Maakt me niet uit wat er verder gebeurt, dát wil ik weten. En als die vraag
opgelost is, dan volgt de rest vanzelf.
Andere bezoeker: In hoeverre speelt vertrouwen een rol?
Jan: Essentieel.
B: Nisargadatta zei altijd: I trusted my guru, why would he lie to me?
Jan: Nou, hij zei: het was onmogelijk hem niet te vertrouwen. Dus dat geeft aan dat het ...
B: Ik merk dat ik jou vertrouw.
Jan: Ik vind dat je wel mensenkennis hebt! Je ziet het heel goed jij. Nee serieus: dat had ik bij Alexander ook, vanaf het eerste moment.
B: Ik had het op het moment dat ik jou op dat Alexander-forum zag posten. Ik dacht: 'Hé, wat is dit? Dit is de meest integere stem op het hele forum. '
241
Jan: Ik hoef niets van de mensen die mij bezoeken.
Alexander was er voor mij.
B: En het bizarre is dat je elke avond die chats doet, gratis.
Jan: Ik snap er ook geen reet van. Ik schiet er niets mee
op. Ik verdien er niets aan. Het is alleen maar Beschikbaarheid zijn.
B: Ik vind het wel ongelofelijk.
Jan: Zullen we dan maar gordijnen gaan uitzoeken? Het gekke is: ik doe dat al tien jaar, soms met twee of drie mensen, en nu ineens zit het in een stroomversnelling. Wat jij net zegt, dat had ik met Alexander ook. Ik was zo gelukkig dat ik iemand in Nederland had die
dit door kon geven. Dus ik verspilde geen seconde als ik daar was, niet een. En als ik geen vragen had zat ik te luisteren. Geen twijfel, hij was het. Als die twijfel
er wel is, dan moet je zo snel mogelijk iemand anders zoeken, want dat is een teken dat er geen match is. Er zijn mooie traditionele verhalen over, maar je herkent het meteen, dat is essentieel.
Op zo'n forum lees je soms een bericht en dan zit er toch een luchtje aan. Je voelt dat er iets anders achter zit dan alleen een uitleg. Alexander zei: 'Een kopie zal
altijd herkend worden als een kopie.'
242
Eerder verschenen bij uitgeverij Samsara
Adams, Robert - Stilte van het hart, deel 1
Adams, Robert - Stilte van het hare, deel 2
Adyashanri - Dansende leegte Adyashanti -Ware meditatie Adyashanti - Het einde van je wereld Adyashanri - Genade Balsekar, Rarnesh - Er was eens ... Bancroft, Anne -Woorden van Boeddha Beintema, Rita - Jnana yoga in de praktijk Bongers, Sally - Alledaagse verlichting Boogaard, Han v.d. I Wei Wu Wei -Leven zonder tranen Boogaard, Han v.d. - Dac wat Is Byrom, T homas -Het hart van bewustzijn Cohen -Bent u nee zo gelukkig als uw hond? Cohen, Alan - Wijsheid uit het hart Crowley, Gary - Van hier naar hier Delden, Jan van - Terug van nooit weggeweest Delden, Jan van -Zelfrealisatie, is dit nu alles?
Dych, William -Anrhony de Mello, een bloemlezing Foster, Jeff- Leven zonder middelpunt Foster, Jeff -Een buitengewone afwezigheid Foudraine, Jan - Metanoia Gangaji -Vrijheid in overgave Gieles, Lenne - T huis Glassman, Bernie - Oneindige cirkel Greven, John - Eén Hamill, Sam I Lao Tse - Tao Te Tsjing Harding, Douglas - Open voor de bron Harrison, Steven -Zoek geen antwoord Harrison, Steven - Het gelukkige kind Harrison, Steven -Eén-zijn in relaties
Hartong, Leo -Ontwaken in de droom Heyboer, Anton - De filosofie van een oorspronkelijke geest Heyboer, Anton -The philosophy of an original mind Hillig, Chuck-Verlichting voor beginners Hillig, Chuck - Parels voor de ziel Hyde, Unmani Liza - Ik ben het leven zelf Inzicht, vingers wijzend naar de maan Joncheere, Zoë -Leven als God Jourdain, Stephen / Farcec, Gilles -Zomaar verlicht Katz, Jerry- Non-Dualiteit Keers, Wol ter -Vrij zijn Keers, Wo!ter -J nana Yoga Kicken, Patrick & Smit, Paul -Praten over bewustzijn Kiloby, Scott -Liefdes stille revolutie Koehoorn, Jan -Zelfonderzoek Krishnamurti, U.G. -De denkbeeldige geest Lake, Gina -Hee mechanisme van verlangen Lammers van Toorenburg, Wendy -Hoogbegaafd, nou én? Lammers van Toorenburg, Wendy-Werkboek Hoogbegaafd Lawry, Kalyani - SaiJor Bob Adamson, leven en leer Liquorman, Wayne - Never mind Lucille, Francis -Eeuwigheid NU! McKenna, Jed -Spirituele verlichting? Vergeet het maar! McKenna, Jed - Spiritueel Incorrecte Verlichting McKenna, Jed -Spirituele Oorlogvoering McKenna, Jed -Notities Mello, Anchony de - Bewustzijn Mello, Anthony de -De weg van stilte Morinaga, Soko - Van leerling tot meester Nisargadatta Maharaj -In woord en beeld Norquist, Steven -De waarheid over verlichting Oever, Jan van den -Ik weet niet wie ik ben Parsons, Tony- Zoals het is Parsons, Tony -Niemand hier Parsons, Tony -Niemand daar Parsons, Tony -Alles en Niets Parsons, Tony- Het open geheim Raaijmakers, Annette - Volledig vrij
' Ram Tzu -Wie zoekt zal niet vinden Ramana Maharshi -In woord en beeld Rigter, Bob - Zen tijd Rossum, Jan van -Je bent niet wat je denkt Schoonderwoerd, Simon -Een christen op sacsang Sengtsan - Oorspronkelijke Geest ShantiMayi -Ons hart weet alles Shapiro, Isaac - Hee gebeurt vanzelf Smit, Alexander -Kennendheid Smit, Paul -Non-dualiteit voor managers Smit, Paul -Verlichting voor luie mensen Spira, Rupert - De helderheid der dingen Sterren, Paul v.d. - Verlichting in een lege verpakking Tathagata, Florian - Zijn Tetteroo, Tosca -Alles over edelsteenrherapie Tollifson, Joan -Ontwaken in het alledaagse Vingerwijzingen -Artikelen uit tien jaar lnZicht Watts, Alan -Word wat je bent Wei Wu Wei - Onwerelds wijs Whenary, Roy - De structuur van zijn Zuijderhoudt, C.B. -Meester Eckhart versus advaita
Voor een overzicht van onze titels (met tekstfragmenten)
kunt u ook kijken op onze website:
www.samsarabooks.com
Daar vindt u informatie over de boeken in voorbereiding, de agenda met informatie over lezingen
van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief of een catalogus aanvragen.
Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341
1016 AZ Amsterdam Telefoon: 020 - 5550366
Fax: 020 - 5550388
E-mail: [email protected]
Ik lin<l• dcmm j.ur l<Zinim "'" ;;!foiiattiOCI. in a4' r.1Jut< "an � kh�iu ,tiJ.mu . . \lijn kr.ur \\-.l, :\kun"lcf
\n1ir. 1iin kn.u \\":I' \hn �'Wrg.td.:iu.1 �l.i.h.ir.11. O.tn ""«I Je lt orJcrll(' �p1rnucle 1oclC"r Uil "'"·Il< n.u.1111(" il.. l.:0111
\lijn t"Cl\I(' i..0111.11.1 fllCI '''l'\,lll�ltt ,,", l'lU 1clcl1MlOSC'\rrck ('Ic llC'nl H»\.h l1opcl11k nic1op10� 1.. 11.1.:ir 11111\ of k.1hou1('1'\�·) en
n.a tlrko nl.unJen bitcenkomnen (t;U\ólng) liij h<.111 �'-"'ol!!J Ic hebben Yi.3.1 hn kl.ur. Zo J.u.r bier bq;on 11.. tdf onl10C' 1cl'1C'n
1h1K'('n·n m i!> hn: Nlktjç: P.:!" roum.
Top Related