Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

14
Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C Pagina 1 van 14 Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014 Hoofdstuk 1: Uitgangspunten protocol 2 1.1 Doelstelling en inkadering protocol 2 1.2 Procedures en termijnen 3 Hoofdstuk 2: Onderzoeksaanpak accountant 4 2.1 Doelstelling en reikwijdte werkzaamheden 4 2.2 Relevante wet- en regelgeving 5 2.3 Invulling werkzaamheden 5 Hoofdstuk 3: Rapportage accountant 8 Bijlage 1: Methodiek trekken deelwaarneming Bijlage 2: Fasen in het zelfonderzoek Bijlage 3: Basismodel Rapport van feitelijke bevindingen Versie 210716

Transcript of Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Page 1: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 1 van 14

Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Hoofdstuk 1: Uitgangspunten protocol 2

1.1 Doelstelling en inkadering protocol 2

1.2 Procedures en termijnen 3

Hoofdstuk 2: Onderzoeksaanpak accountant 4

2.1 Doelstelling en reikwijdte werkzaamheden 4

2.2 Relevante wet- en regelgeving 5

2.3 Invulling werkzaamheden 5

Hoofdstuk 3: Rapportage accountant 8

Bijlage 1: Methodiek trekken deelwaarneming

Bijlage 2: Fasen in het zelfonderzoek

Bijlage 3: Basismodel Rapport van feitelijke bevindingen

Versie 210716

Page 2: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 2 van 14

1 Uitgangspunten protocol

1.1 Doelstelling en inkadering protocol

Het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014 is bedoeld voor de accountants van de

curatieve GGZ-aanbieders welke deelnemen aan het Zelfonderzoek cGGZ 2014. Hieronder vallen

cGGZ-aanbieders, Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) en Psychiatrische

Universiteitskliniek (PUK), in dit protocol aangeduid als ‘GGZ-aanbieders’. Het protocol sluit aan op

de Controleplan Zelfonderzoek cGGZ 2014 en de Functioneel Ontwerpen die in gezamenlijkheid

zijn opgesteld door GGZ NL, GGZ-aanbieders, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en

zorgverzekeraars. Het Controleplan Zelfonderzoek cGGZ 2014 (in dit protocol aangeduid als

‘Controleplan’) vormt de uitwerking van de sector brede aanpak om samen nog meer in te zetten

op structurele samenwerking bij de efficiënte inrichting van de declaratie- en controleketen.

Inmiddels is ruim een jaar ervaring opgedaan met de uitvoering van zelfonderzoeken door GGZ-

aanbieders. Hierbij zijn ‘lessons learned’ opgedaan, zowel door GGZ-aanbieders als

zorgverzekeraars. Deze zijn meegenomen in de opzet van het Zelfonderzoek cGGZ 2014

(controleplan en Functioneel Ontwerpen).

In tegenstelling tot het selfassessment 2012/2013 MSZ (ziekenhuizen) had de externe accountant

geen rol binnen het Onderzoek controles cGGZ 2013. Met name het verkrijgen van zekerheid

omtrent de totale onderzoeksmassa en controlemassa per controlepunt heeft de GGZ-aanbieders

en zorgverzekeraars gedurende het onderzoek 2013 veel tijd gekost. Om het onderzoek efficiënt

uit te kunnen voeren, waarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de benodigde zekerheid aangaande

de betrouwbare en volledige uitvoering van het Zelfonderzoek, is er voor gekozen om de externe

accountant van de GGZ-aanbieders een rol te laten vervullen. Hiermee wordt een stap gezet

richting een efficiëntere verantwoordingsketen en een opmaat naar Horizontaal Toezicht.

Deze stap houdt in dat er een verdeling plaats vindt tussen de rol en de werkzaamheden van de

accountant en de zorgverzekeraars, waardoor dubbeling in review- en controlewerkzaamheden

zoveel mogelijk wordt voorkomen. Daarnaast brengt deze werkwijze met zich mee dat GGZ-

aanbieders eerder zekerheid verkrijgen over de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Uit

ervaringen binnen de MSZ blijkt tevens dat de kwaliteit van de rapportages verbetert als de

externe accountant betrokken is bij de totstandkoming van de rapportages.

Het Controleplan, de Functioneel Ontwerpen en het Rapportageformat beschrijven hoe de GGZ-

aanbieder het zelfonderzoek moet uitvoeren, wat het normenkader is en op welke wijze

verantwoording afgelegd moet worden. Onderdeel van het zelfonderzoek is dat de GGZ-

aanbieder haar extern accountant opdracht geeft tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden

volgens NBA Standaard 4400 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke

werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie.

De verantwoording van de GGZ-aanbieder over het uitgevoerde zelfonderzoek en over

de uitkomsten daarvan is het object van de werkzaamheden van de accountant.

De accountant rapporteert over de uitkomst van zijn werkzaamheden via een rapport van feitelijke

bevindingen. Het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014 werkt de opdracht van de

accountant nader uit.

Page 3: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 3 van 14

1.2 Procedures en termijnen

Het Controleplan beschrijft de wijze waarop het Zelfonderzoek uitgevoerd moet worden. Dit

tezamen met de opgestelde Functioneel Ontwerpen is de basis voor het Zelfonderzoek cGGZ

2014. Hieronder is een korte weergave gegeven van een aantal belangrijke mijlpalen. Voor een

volledig overzicht wordt verwezen naar het Controleplan hoofdstuk 2 ‘Scope Zelfonderzoek cGGZ

2014’, hoofdstuk 4 ‘Opzet Zelfonderzoek cGGZ 2014’, hoofdstuk 7 ‘Uitvoering Zelfonderzoek cGGZ

2014’ en hoofdstuk 10 ‘Zelfonderzoek in de tijd‘. Om een compleet beeld van de aanpak in de

sector te geven, zijn ook de processtappen genoemd die buiten de reikwijdte van dit protocol

vallen:

De GGZ-aanbieder voert het zelfonderzoek volgens het Controleplan en de Functioneel

Ontwerpen (FO) gedurende de periode 1 augustus 2016 tot 1 december 2016 uit. Het

zelfonderzoek heeft betrekking op declaraties (reeds ingediend dan wel nog in te dienen)

van DBC-zorgproducten, overige zorgproducten (OVP’s) en prestaties

(Zorgverzekeringswet) die geopend zijn in 2014 (i.c. gedeclareerd via VECOZO en nog te

declareren). In de FO’s is per controlepunt beschreven welk risico moet worden afgedekt

en welke regelgeving hieraan ten grondslag ligt. Vervolgens is de wijze waarop het

onderzoek uitgevoerd moet worden beschreven (onderzoeksmethodiek). Binnen het

Zelfonderzoek wordt gebruik gemaakt van de volgende controlemethodieken: data-

analyse, testen opzet van de AO/IC en overige controlewerkzaamheden zoals

deelwaarnemingen. Binnen het Rapportageformat bestaat naast een aantal vast te vullen

velden per controlepunt, tevens voldoende ruimte waarin de GGZ-aanbieder bijzondere

casuïstiek kan toelichten. Uitgangspunt is dat een kwalitatief hoogwaardige toelichting een

positieve bijdrage heeft op de doorlooptijd en efficiëntie van het Zelfonderzoek. In het

Zelfonderzoek komen een aantal stappen voor, waarbij de GGZ-aanbieder wordt

geadviseerd om tijdens de uitvoering van het Zelfonderzoek contact op te nemen met de

representerend zorgverzekeraar. Doel is om de uit te voeren werkzaamheden efficiënt te

laten uitvoeren, tijdige afstemming kan onnodig dan wel onjuist werk voorkomen.

De GGZ-aanbieder is opdrachtgever en eindverantwoordelijk aangaande het uitgevoerde

Zelfonderzoek. Het maakt niet uit of de GGZ-aanbieder de werkzaamheden geheel zelf

uitvoert, dan wel wordt ondersteund door / samengewerkt met externe partij(en).

Het Zelfonderzoek maakt onderscheid naar integrale controle, data-analyse en

deelwaarneming. Daar waar mogelijk wordt in het Zelfonderzoek gebruik gemaakt van

data-analyse. In het geval het niet mogelijk is om het controlepunt in zijn geheel middels

data-analyse te onderzoeken, zal (aanvullend) een deelwaarneming worden uitgevoerd.

Voor de toepassing en het bepalen van de omvang van de deelwaarneming is een

beslisboom ontwikkeld. De methodiek inzake de deelwaarneming is nader toegelicht in

hoofdstuk 8 van het Controleplan. De beslisboom is als bijlage 1 bij het protocol

toegevoegd.

De GGZ-aanbieder legt de uitkomsten van het zelfonderzoek vast conform het

rapportageformat welke als bijlage bij het Controleplan is opgenomen. De GGZ-aanbieder

geeft haar externe accountant opdracht tot het uitvoeren van overeengekomen specifieke

werkzaamheden ten aanzien van genoemd rapportageformulier volgens NBA Standaard

4400 en het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014.

Page 4: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 4 van 14

De GGZ-aanbieder biedt het rapportageformat en het Rapport van Feitelijke bevindingen

opgesteld door de extern accountant uiterlijk 1 december 2016 aan bij de representerend

zorgverzekeraar. Deze documenten vormen het startpunt voor de review door de

representerend zorgverzekeraar.

Uiterlijk 30 april 2017 is het Zelfonderzoek cGGZ 2014 afgerond en zijn alle correcties door

de GGZ-aanbieder uitgevoerd.

2 Onderzoeksaanpak accountant

2.1 Doelstelling en reikwijdte werkzaamheden

De accountant voert zijn opdracht uit met inachtneming van NBA Standaard 4400 Opdrachten tot

het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële

informatie en het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014. Dit betekent dat geen sprake is

van het uitvoeren van een assurance-opdracht, de accountant verstrekt geen zekerheid. De

accountant rapporteert over de uitkomsten van zijn werkzaamheden via een Rapport van Feitelijke

Bevindingen. Hierin vermeldt hij welke onderzoekswerkzaamheden hij heeft uitgevoerd en tot

welke bevindingen dit heeft geleid. De accountant geeft hierover geen conclusie of oordeel. Het is

aan de gebruikers van het rapport om daaruit zelf conclusies te trekken.

Gezien de specifieke voorwaarden in een Standaard 4400 opdracht is de verspreidingskring van

het rapport beperkt tot de partijen met wie de werkzaamheden zijn overeengekomen. De

verspreidingskring bestaat uit de GGZ-aanbieder die de opdracht heeft verstrekt aan de externe

accountant, het ZN-kernteam GGZ en het ‘reviewteam Zelfonderzoek cGGZ 2014’ van de

zorgverzekeraars. Het ZN-kernteam GGZ bestaat uit gemandateerde vertegenwoordigers van alle

zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars zijn aangesloten bij ZN, welke heeft ingestemd met het

onderhavige protocol voor accountants en het onderliggende Controleplan voor de GGZ-

aanbieder. Derhalve mag de accountant ervan uitgaan dat genoemde gebruikers op de hoogte

zijn van de doelstelling, de reikwijdte en de inherente beperkingen van het onderzoek, zodat zijn

rapportage aan hen kan worden verstrekt. Gezien het representatiemodel binnen het

Zelfonderzoek cGGZ 2014 hebben alle leden van het reviewteam per zorgverzekeraar toegang tot

de landelijke dossiers. In het kader van de verantwoordingsverplichting van de zorgverzekeraars

kan het daarnaast zo zijn dat de NZa middels haar werkzaamheden toegang vraagt tot de

landelijke dossiers.

De werkzaamheden van de accountant richten zich op de uitgevoerde werkzaamheden van de

GGZ-aanbieder en de door de GGZ-aanbieder opgestelde rapportage. Zij hebben het karakter van

een procesgericht onderzoek. Dit wordt nader uitgewerkt in paragraaf 2.3. Het betekent dat de

accountant onderzoekt in hoeverre de uitgevoerde data-analyses en deelwaarnemingen, evenals

de hierover te rapporteren uitkomsten conform Functioneel Ontwerp en Rapportageformat zijn

uitgevoerd en verantwoord.

De accountant doet geen uitspraak over de getrokken conclusies aangaande

rechtmatigheid/onrechtmatigheid.

Page 5: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 5 van 14

2.2 Relevante wet- en regelgeving

Het normenkader voor het zelfonderzoek van de GGZ-aanbieder en de Standaard 4400 opdracht

van de accountant wordt gevormd door de Controleplan Onderzoek cGGZ 2014 en de Functioneel

Ontwerpen 2014. In de Functioneel Ontwerpen is de relevante wet- en regelgeving uitgewerkt per

controlepunt onder ‘Relevant wet- en regelgeving’ welke de basis vormt voor het zelfonderzoek.

De wijze waarop dit gecontroleerd en aangetoond (te hanteren norm) moet worden is in het

Functioneel Ontwerp per controlepunt geconcretiseerd onder ‘toetsingskader’

Een en ander betekent, dat de accountant voor zijn opdracht uitgaat van het Controleplan en de

Functioneel Ontwerpen en Rapportageformat, aangevuld met eventuele verduidelijkingen in de

FAQ. Bedoeling is dat alle landelijke zaken die vooraf met zorgverzekeraars afgestemd zijn ook in

de landelijke FAQ opgenomen worden.

De vertaling van relevante wet- en regelgeving naar normen is in gezamenlijkheid bepaald door

GGZ-aanbieders en zorgverzekeraar en geaccordeerd door de NZa.

De accountant hoeft niet zelf de relevante wet- en regelgeving te analyseren of uit te werken,

noch interpretaties door de GGZ-aanbieders te toetsen op overeenstemming met de wet- en

regelgeving.

Elke GGZ-aanbieder zal bij de uitwerking van het Controleplan en de Functioneel Ontwerpen

keuzes moeten maken wat betreft de invulling van toelichtingen en dossieronderzoek. Hierbij

bestaat de mogelijkheid dat niet bij alle casuïstiek valt te bepalen of de keuzes die de GGZ-

aanbieder maakt in overeenstemming zijn met de controlepunten en de daarin opgenomen

normstelling. Controleplan en Functioneel Ontwerpen kunnen immers niet in alle mogelijke

situaties voorzien. De accountant zal daarom moeten vaststellen dat de GGZ-aanbieder heeft

vastgelegd, onderbouwd en toegelicht hoe zij met deze keuzes is omgegaan. Hij doet geen

uitspraak over de juistheid en rechtmatigheid van de keuzes als zodanig. Uitgangspunt is dat alle

afwijkingen ten opzichte van de voorgestelde aanpak toegelicht moet worden in de rapportage en

bij voorkeur ook afgestemd met de representerende zorgverzekeraars.

2.3 Invulling werkzaamheden

Hieronder zijn de werkzaamheden van de accountant ten aanzien van de rapportage nader

uitgewerkt. De werkzaamheden zijn procesgericht: dat willen zeggen gericht op de wijze waarop

de GGZ-aanbieder het zelfonderzoek heeft uitgevoerd en hierover heeft gerapporteerd. De

accountant verstrekt hierover geen zekerheid en geeft geen conclusie of oordeel. Hij voert

uitsluitend een aantal waarnemingen uit en rapporteert hierbij zijn feitelijke bevindingen. De

accountant bepaalt op basis van professional judgement de omvang van deze deelwaarnemingen,

welke nodig zijn voor het vormen van zijn oordeel. De waarnemingen zijn constateringen op

zichzelf, zij hebben niet tot doel om op grond hiervan extrapolaties te maken of conclusies te

trekken. Dit wordt overgelaten aan de gebruikers van het rapport van feitelijke bevindingen.

Coziek zal nadere guidance verstrekken rondom het aantal te trekken deelwaarnemingen.

De werkzaamheden van de accountant zijn gericht op de gerapporteerde totale onderzoeksmassa

2014, de controlemassa per controlepunt, definitie homogene groepen, de verantwoording van

het zelfonderzoek en de selecties voor de deelwaarnemingen.

Er wordt van de accountant geen inhoudelijk oordeel ten aanzien van de AO/IC verwacht en geen

inhoudelijke beoordeling van de uitgevoerde dossieronderzoeken, dan wel de oordeelsvorming

Page 6: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 6 van 14

omtrent de definitie van de uitkomsten (rechtmatig versus onrechtmatig). Deze punten worden

door de representerend zorgverzekeraar beoordeeld.

De werkzaamheden die nodig zijn om een oordeel te kunnen vellen over het uitgevoerde

Zelfonderzoek door de GGZ-aanbieder worden verdeeld tussen de accountant en de

representerend zorgverzekeraar, waarbij het GGZ Kernteam eindverantwoordelijk is omtrent het

definitieve oordeel van het door de GGZ-aanbieder uitgevoerde Zelfonderzoek.

Deze verdeling heeft enerzijds als doel dat er geen dubbeling van werkzaamheden plaats vindt en

anderzijds als doel dat er sprake is van een toereikend en gedegen onderzoek. Voor de verdeling

van de werkzaamheden verwijzen wij naar het schema wat als bijlage 2 bij dit protocol is

opgenomen.

De accountant stelt vast dat:

1. De GGZ-aanbieder voor het zelfonderzoek gebruikt maakt van het controleplan

Zelfonderzoek cGGZ 2014, de Functionele Ontwerpen 2014 (gepubliceerd op 1 juli 2016)

en het bijbehorende Rapportageformat (herziene versie gepubliceerd half augustus 2016).

2. Het Zelfonderzoek cGGZ 2014 per AGB is uitgevoerd. Indien de GGZ-aanbieder het

zelfonderzoek voor meerdere AGB’s uitvoert, stelt de accountant vast dat de GGZ-

aanbieder voor betreffende AGB’s aan de vereisten zoals in het Controleplan beschreven

voldoet.

3. Indien de peildatum van de totale onderzoeksmassa 2014 niet ligt tussen 1 juli en 1

augustus, de GGZ-aanbieder overeenstemming heeft met de zorgverzekeraar aangaande

een andere peildatum.

4. De totale onderzoeksmassa 2014 voor zowel de S-GGZ, OVP’s en de B-GGZ bestaat uit alle

in 2014 geopende DBC’s en zorgprestaties en in 2014 geleverde overige zorgproducten

ongeacht het moment van declareren, welke door de GGZ-aanbieder ten laste van de Zvw

gebracht zijn, dan wel gaan worden. De vereisten waaraan de totale onderzoeksmassa

2014 moet voldoen is beschreven in het Functioneel ontwerp.

5. De totale onderzoeksmassa 2014 in aantal declaraties en euro’s aansluit op de

bronadministratie van de GGZ-aanbieder.

6. De peildatum van de totale onderzoeksmassa 2014 voldoet aan de vereisten beschreven in

het Controleplan.

7. De door de GGZ-aanbieder gedefinieerde controlemassa per controlepunt is opgesteld in

overeenstemming met de voorwaarden beschreven in het Functioneel Ontwerp behorend

bij dat controlepunt (methodiek, aanpak, etc).

8. Indien de GGZ-aanbieder gebruikt maakt van de AO/IC bij het verantwoorden van risico’s

gedefinieerd in controlepunten:

a. Het Functioneel Ontwerp het toelaat dat het betreffende controlepunt middels

AO/IC wordt uitgevoerd en gerapporteerd.

Page 7: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 7 van 14

b. De GGZ-aanbieder de werking van de beschreven beheersmaatregelen heeft

gerapporteerd in het Rapportageformat:

i. De aanwezige beheersmaatregelen aangaande het risico door de GGZ-

aanbieder zijn beschreven in het Rapportageformat.

ii. De door de GGZ-aanbieder gerapporteerde bevindingen met betrekking tot

schadejaar 2014, volgend uit de beheersmaatregelen onder i zijn

verantwoord in het Rapportageformat.

iii. Indien er sprake is van bevindingen in 2014, dan wel later maar welke

impact hebben op schadejaar 2014, heeft de GGZ-aanbieder in het

Rapportageformat toegelicht op welke wijze zij de gerapporteerde

bevindingen onder ii adequaat en met terugwerkende kracht over geheel

2014 heeft opgepakt en gecorrigeerd.

9. De GGZ-aanbieder declaraties volgend uit een data-analyse in het Rapportageformat op

DBC niveau heeft toegelicht indien de GGZ-aanbieder de betreffende declaratie als

rechtmatig heeft gekenmerkt.

10. Indien er bij een controlepunt een deelwaarneming getrokken moet worden deze is

getrokken conform de methodiek beschreven in Hoofdstuk 8 Controleplan. In bijlage 1 is

het stroomschema tevens toegevoegd. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar het

Controleplan Zelfonderzoek cGGZ 2014:

a. De ‘ranking van declaraties’ als basis voor de te trekken steekproef komt overeen

met de methodiek zoals beschreven in hoofdstuk 8 van het Controleplan.

b. De posten welke uitmaken van de deelwaarneming conform de methodiek zoals

beschreven in hoofdstuk 8 van het Controleplan zijn getrokken.

c. Indien een zorgaanbieder binnen een deelwaarneming gebruik maakt van een

homogene massa, komt deze overeen met de homogene massa’s zoals

gedefinieerd in het Functioneel Ontwerp. Indien in het FO geen voorwaarden

omtrent homogene groepen zijn opgenomen stelt de accountant vast dat de GGZ-

aanbieder een toelichting in het rapportageformat heeft gegeven omtrent de

kenmerken van de homogene groep.

d. Alle declaraties van de getrokken deelwaarneming onder b, welke niet tot de

homogene massa onder c behoren, zijn individueel door de GGZ-aanbieder

verantwoord en toegelicht in het rapportageformat.

11. De uitkomsten van controlepunten verdeeld naar ZiNL code en Uzovicode, welke alleen

gebaseerd zijn op data-analyses, overeenkomen met de in het rapportageformat en

onderliggende dossier verantwoorde uitkomsten per controlepunt en zijn conform

Functioneel Ontwerp gerapporteerd: macro versus micro.

12. De uitkomsten van controlepunten verdeeld naar ZiNL code en Uzovicode, welke

gebaseerd zijn op een deelwaarneming overeenkomen met de in het rapportageformat en

onderliggende dossier verantwoorde uitkomsten per controlepunt en zijn conform

Functioneel Ontwerp gerapporteerd: macro versus micro.

Page 8: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 8 van 14

13. Indien een controlepunt gebaseerd op (gedeeltelijke) deelwaarneming resulteert in

uitkomsten de extrapolatie conform de methodiek beschreven in hoofdstuk 8 van het

Controleplan is uitgevoerd.

14. De verantwoorde totalen in het rapportageformat aansluiten met de onderliggende

uitkomsten per controlepunt.

15. Indien GGZ-aanbieders een ontdubbeling van DBC’s in de verantwoording toepassen, de

door de GGZ-aanbieder gerapporteerde dubbele declaraties overeenkomen met de

controlemassa’s per controlepunt waarnaar de GGZ-aanbieder verwijst.

16. Indien GGZ-aanbieder bij de berekening van de netto-fout gebruik maakt van in te dienen

herdeclaraties, de door de GGZ-aanbieder gegeven toelichting in de rapportage

aangaande de activiteiten welke zij heeft uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van

de rechtmatigheid van de herdeclaratie heeft beschreven.

17. Het bestuursverklaring door een bevoegd bestuurder is ondertekend.

3 Rapportage accountant

De accountant rapporteert over de uitkomst van zijn werkzaamheden via een rapport van feitelijke

bevindingen volgens NBA Standaard 4400. Bijlage 3 van dit protocol geeft hiervoor het format.

Page 9: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 9 van 14

Bijlage 1: Methodiek trekken deelwaarneming

Controlepunten mbt beleid vallen buiten deze opzet.

Nadere afspraken geldend voor specieke controlepunten zijn verwerkt in het betreffende FO (CP 3,6,8,11a,16b,33a)

Ja

Stappenplan te hanteren methodiek per controlepunt (FO's)

Uitgangspunt: fouten zijn structureel. Indien de GGZ-aanbieder

van mening is dat er sprake is van een incidentele fout dient

dit tijdens het onderzoek afgestemd en akkoord bevonden te

worden met/door de representerend zorgverzekeraars.

De controlemassa per

controlepunt is beschreven in de Functioneel Ontwerp (FO's)

Netto financiële fout

berekenen en opnemen in

rapportage. Met mogelijkheid toel ichten uitzonderingen.

De 'fout' per controlepunt

i s volledig middels data-

analyse te bepalen (micro niveau) of wordt door

integraal onderzoek in

kaart gebracht?

De controlemassa per controlepunt is kleiner dan

0,01% van de totale onderzoeksmassa 2014?

Ja

Nee, dus deelwaarneming

Nee

Deelwaarneming van 10% van aantal posten binnen

de gehele controlemassa behorend bij het

controlepunt, minimaal 25 i tems en maximaal 250 i tems ₅

Voeg de uitkomsten van de

homogene deelmassa en

restgroep samen. Is (zijn) er bij deelwaarneming(en) een

structurelefout

geconstateerd?

Extrapoleren fout o.b.v. (fout in €'s /s teekproefwaarde in €'s)* waarde

homogene deelmassa in €'s ₄ (indien mogelijk naar te isoleren homogene massa)

Homogene groepen

Individuele regels

Klaar, neem netto financiële fout ad. EUR 0

op in de rapportage

Is de som van alle 'niet nader te

onderzoeken controlemassa's per

controlepunt' is kleiner dan 0,1% van de tota le onderzoeksmassa 2014?

Klaar, in rapportage opnemen

"niet verder gecontroleerd"

Sorteer de 'controlemassa's

per controlepunt' naar omvang (in €) . De controlepunten met de hoogste

controlemassa in euro's dienen alsnog opgenomen te worden in de uit te voeren controle, totdat voldaan wordt aan het maximum van 0,1% niet te onderzoeken

controlemassa’s ten opzichte van de totale onderzoeksmassa.

Nee

Nee

Ja

Uitbreiden deelwaarneming met zelfde aantal

posten van de eerder uitgevoerde

deelwaarneming (indien mogelijk naar te i soleren homogene massa)

Uitvoeren van een volledige controle , zodat de fout op microniveau

bepaalt kan worden.

Deelwaarneming van 10% van aantal

posten binnen de gehele controlemassa behorend bij het controlepunt, minimaal 25

i tems en maximaal 100 i tems₅

Is de controlemassa per controlepunt kleiner dan 1%

van de totale onderzoeksmassa 2014?

Ja

Bepaal of binnen de getrokken

deelwaarneming sprake is van homogene groepen:

Verdeel de totale

deelwaarneming naar homogene groepen en de resterende

individuele regels

Controleer de niet homogene massa op regelniveau

(DBC) en leg de uitkomsten / zorginhoudelijke

toel ichting per regel vast in het rapportageformat

Ja

Nee

Is bij

deelwaarneming(en) een fout

geconstateerd?

Controleer de

gehele homogene

massawaarin een fout i s geconsateerd

Nee

Juis te bepaling totale

onderzoeksmassa i s getoetst

door extern accountant ZAB

Laatste s tap controles

gebaseerd op data-analyse:

Betreft Controlepunt: 1,2a,2b,4,5,9,10a,10c,11b,12,14,15,16c,17a,17b,17c,17d,18,20a,22,23b,24a,24b,26,28,30,31,32a,32c,33b,34a,34b,39,40a,40b,41,42,44,46,49a,49b

Afhankelijk van de uitkomsten -

-> Ris icogerichte aanpak uit te

voeren controlepunten 2014

Waarborg dat op totaal

omzetniveau aan de

verantwoordingsverplichting van de individuele

zorgverzekeraar wordt voldaan

Onderstaand stappenplan heeft betrekking op de te trekken deelwaarneming in de conroleplunten:

Eerste selectie aantal te

onderzoeken posten in de

deelwaarneming

Tweede selectie aantal in detail

te onderzoeken posten in de

deelwaarneming --> Methodiek i s van toepassing op

resterende controlepunten.

Al le posten in de deelwaarneming worden

inhoudelijk getoetst aan de

afgesproken norm.

Netto financiele fout berekenen en opnemen in de rapportage.

Toepassen van homogene groepen is mogelijk bij de

controlepunten 6, 7a, 7b, 8, 16a, 16b, 20b, 23a 33a en

36. Kenmerken ter bepaling van mogelijke homogeniteit binnen de onderzoeksmassa is

beschreven in het FO

1. Documenteer per homogene groep de kenmerken

waarop de homogeniteit is bepaald. Stem de

homogene groepe n tijdens het uitvoeren van het onderzoek af met de representerend zorgverzekeraar.

2. Trek een deelwaarneming van 10% per homogene deelmassa met een minimum van 25 posten en leg de

ui tkkomst vast in het rapportageformat (komen de karakteristieken van de homogene groep overeen met

het dossier (doelgroepenbeleid / behandelvormen per

type s toornis/behandeling / etc))

Ja

Keuze voor ZAB om de te

verantwoorden financiele fout

te bepalen

Let op: Ook al zijn alle homogene groepen te verklaren

met beleid etc, het s taat de zorgverzekeraar vri j om

aanvullende verduidelijkende vragen te stellen als deze wijze van behandelen niet gepast l ijkt ==> kan

ultiem leiden tot onderzoek nadere verduidelijking

Let op: Indien het aantal posten binnen de gehele

controlemassa behorend bij het controlepunt kleiner is dan

50 kan volstaan worden met een minimale deelwaarneming van 10 posten in plaats van 25 posten. Indien er bevindingen worden geconstateerd dient de deelwaarneming uitgebreid

te worden tot de volledige massa

Let op: Indien het aantal posten binnen de gehele

controlemassa behorend bij het controlepunt kleiner is dan

50 kan volstaan worden met een minimale deelwaarneming van 10 posten in plaats van 25 posten. Indien er bevindingen

worden geconstateerd dient de deelwaarneming uitgebreid

te worden tot de volledige massa

Page 10: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 10 van 14

Nadere toelichting op bovenstaand stroomschema is opgenomen in het Controleplan Zelfonderzoek cGGZ 2014

3 In geval gesteund kan worden op de IT General Controls van het ZIS en het risico geheel wordt afgedekt door een geprogrammeerde control dient de werking van de geprogrammeerde control eenmaal te worden vastgesteld.

Wanneer opzet en bestaan reeds in het zelfonderzoek 2013 is toegelicht en er geen wijzigingen in 2014 hebben voorgedaan, hoeven deze werkzaamheden niet nogmaals te worden uitgevoerd en hoeft alleen de werking te worden getoetst.

₄Deelwaarneming kan te allen tijde worden uitgebreid waarna extrapolatie fout plaats vindt.

₅Indien sprake is van meerdere homogene deelmassa's dient op onderstaande wijze (verdeling o.b.v. €'s óf o.b.v. aantal items) de te controleren items in de deelwaarneming te worden verdeeld.

Verdeling aantal items per controlepunt = (waarde in €'s homogene deelmassa/totale waarde in €'s risicogerichte massa behorend bij controlepunt) * (maximum aantal te controleren items voor het gehele controlepunt)

Verdeling aantal items per controlepunt = (aantal items homogene deelmassa/aantal items risicogerichte massa behorend bij controlepunt) * (maximum aantal te controleren items voor het gehele controlepunt)

Deelwaarneming bij toets werking AO/IC

Beschrijf opzet controle(s),

onderbouw bestaan en test

werking per homogene deelmassa gedurende het jaar

middels 25

deelwaarnemingen op de voorkomende

beheersingsmaatregelen 3

Kun je vol ledig steunen op de AO/IC?

Ja0 fouten uit

deelwaarneming?

Nee

Ja

Nee

Klaar, neem netto

financiële fout ad. EUR 0 op in de rapportage

Doorloop proces

deelwaarneming per controlepunt

Doorloop proces

deelwaarneming per

controlepunt

Page 11: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 11 van 14

Bijlage 2: Fasen in het Zelfonderzoek

Het Zelfonderzoek cGGZ 2014 is opgedeeld in fasen. Elke fase wordt afgesloten met een conclusie

welke onder meer de vervolgstappen in de volgende fase bepaalt. In totaal bestaan er 6 fasen

binnen het Zelfonderzoek cGGZ 2014. Tevens is er een fase welke voorafgaat aan het

Zelfonderzoek cGGZ 2014. Deze fase -1 betreft het gezamenlijk opstellen en definitief vaststellen

van het Controleplan, de Functionele Ontwerpen inclusief normenkader en het Rapportageformat.

Het Zelfonderzoek cGGZ 2014 bevat de volgende fasen;

Fase 0 betreft de aanmelding tot deelname aan het Zelfonderzoek cGGZ 2014 en het

uitvoeren van het Zelfonderzoek conform het vastgestelde Controleplan, Functionele

Ontwerpen en Rapportageformat. Tevens omvat deze fase de werkzaamheden uit te

voeren door de externe accountant van de GGZ-aanbieder, welke nader uitgewerkt zijn in

het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014.

Fase 1 t/m 4 wordt gezamenlijk door de zorgverzekeraars uitgevoerd en bevat de door de

zorgverzekeraars uit te voeren stappen in het Zelfonderzoek cGGZ 2014, zijnde de Quick

scan, de review, indien noodzakelijk het Onderzoek tot nadere verduidelijking en tot slot

de financiële afwikkeling. Laatste betreft vaststellen definitieve uitkomsten Zelfonderzoek.

Fase 5 wordt door iedere zorgverzekeraar zelf gemonitord.

Elke fase wordt afgesloten met een conclusie welke onder meer de vervolgstappen in de volgende

fase bepaalt. De zorgverzekeraar informeert de GGZ-aanbieder, waarna overgegaan wordt naar de

volgende fase in het Zelfonderzoek. De representerend zorgverzekeraar in het Zelfonderzoek

cGGZ 2014 draagt ervoor zorg dat de tweede controlerende zorgverzekeraar zijn werkzaamheden

tijdig uitvoert en dat de het dossier van de betreffende GGZ-aanbieder volledig is (alle activiteiten

door de zorgverzekeraars worden tijdig, volledig en juist gedocumenteerd en afgeconcludeerd).

Fase - 1 Fase 0 Fase 1 Fase 2 Fase 4 Fase 5

Fase 3 Aanleveren

correcties

& afloop-

controleOnderzoek

tot nadere

verduide-

lijking

Stoppen met onderzoek

Opstel len

controle-

plan

Aanmelding

deelname

& uitvoer

onderzoek

door

aanbieder

Quick Scan

door zorg-

verzekeraar

Review

door

zorgverzeker

aar

Financiele

afwikkeling

Page 12: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 12 van 14

Bijlage 3: Basismodel Rapport van feitelijke bevindingenAan: … (naam instelling) te …( vestigingsplaats), het

ZN-kernteam GGZ en het ‘reviewteam Zelfonderzoek cGGZ 2014’

Opdracht

Wij hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot het

rapportageformat Zelfonderzoek cGGZ 2014 van … (naam instelling) te … (vestigingsplaats). Voor

onze opdrachtvoorwaarden verwijzen wij naar onze opdrachtbrief van …(datum brief). Deze

rapportage bevat de uitkomsten van deze werkzaamheden.

Het is de bedoeling dat u zich zelf een oordeel vormt over de werkzaamheden en over de in dit

rapport weergegeven bevindingen en op basis daarvan uw eigen conclusie trekt. Wij wijzen u erop

dat indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle-,

beoordelings- of andere assurance-opdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere

onderwerpen zouden zijn geconstateerd die voor rapportering in aanmerking zouden zijn

gekomen.

Aard en reikwijdte van de verrichte werkzaamheden

Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder

de Nederlandse Standaard 4400 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke

werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie en het Accountantsprotocol

Zelfonderzoek cGGZ 2014’.

Het doel van deze opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden is

het verrichten van die werkzaamheden die wij met … (naam instelling) zijn overeengekomen en

het rapporteren over de feitelijke bevindingen op grond van bovengenoemd controleprotocol.

Aangezien wij slechts verslag doen van feitelijke bevindingen uit hoofde van de overeengekomen

specifieke werkzaamheden betekent dit dat geen accountantscontrole, beoordelingsopdracht of

andere assurance-opdracht is uitgevoerd in overeenstemming met de Nederlandse controle- en

overige standaarden. Dit houdt in dat onze rapportage geen zekerheid verstrekt over de

getrouwheid van het rapportageformat Zelfonderzoek cGGZ 2014 van … (naam instelling)

opgenomen financiële en andere informatie. De door ons verrichte waarnemingen zijn

constateringen op zichzelf, zij hebben niet tot doel dat wij op grond hiervan extrapolaties maken

of conclusies te trekken. Dit laten wij over aan u en de gebruikers van het rapport van feitelijke

bevindingen.

Beschrijving van de uitgevoerde specifieke werkzaamheden

Wij hebben de werkzaamheden uitgevoerd zoals met u overeengekomen en zoals beschreven in

het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014’, specifiek de opsomming genoemd in

paragraaf 2.3.

De toereikendheid en geschiktheid van de te verrichten werkzaamheden is de

verantwoordelijkheid van de gebruikers van deze rapportage met wie deze werkzaamheden zijn

overeengekomen. Derhalve doen wij geen uitspraak over de toereikendheid en geschiktheid van

de verrichte werkzaamheden in relatie tot het doel waarvoor deze worden verricht, noch voor elk

ander doel.

Page 13: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 13 van 14

Beschrijving van de feitelijke bevindingen

Op grond van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zoals hierboven beschreven rapporteren

wij conform het Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ 2014’ de volgende bevindingen. Wij

hebben vastgesteld dat:

1. De GGZ-aanbieder voor het zelfonderzoek gebruikt maakt van het controleplan

Zelfonderzoek cGGZ 2014, de Functionele Ontwerpen 2014 (gepubliceerd op 1 juli 2016)

en het bijbehorende Rapportageformat (herziene versie gepubliceerd half augustus 2016).

2. Het Zelfonderzoek cGGZ 2014 per AGB is uitgevoerd. Indien de GGZ-aanbieder het

zelfonderzoek voor meerdere AGB’s meldt de accountant dat de GGZ-aanbieder voor

betreffende AGB’s aan de vereisten zoals in het Controleplan beschreven voldoet.

3. Indien de peildatum van de totale onderzoeksmassa 2014 niet ligt tussen 1 juli en 1

augustus, de GGZ-aanbieder overeenstemming heeft met de zorgverzekeraar aangaande

een andere peildatum.

4. De totale onderzoeksmassa 2014 voor zowel de S-GGZ, OVP’s en de B-GGZ bestaat uit alle

in 2014 geopende DBC’s en zorgprestaties en in 2014 geleverde overige zorgproducten

ongeacht het moment van declareren, welke door de GGZ-aanbieder ten laste van de Zvw

gebracht zijn, dan wel gaan worden.

5. De totale onderzoeksmassa 2014 in aantal declaraties en euro’s aansluit op de

bronadministratie van de GGZ-aanbieder.

6. De peildatum van de totale onderzoeksmassa 2014 voldoet aan de vereisten beschreven in

het Controleplan.

7. De door de GGZ-aanbieder gedefinieerde controlemassa per controlepunt is opgesteld in

overeenstemming met de voorwaarden beschreven in het Functioneel Ontwerp behorend

bij dat controlepunt (methodiek, aanpak, etc).

8. Indien de GGZ-aanbieder gebruikt maakt van de AO/IC bij het verantwoorden van risico’s

gedefinieerd in controlepunten:

a. Het Functioneel Ontwerp het toelaat dat het betreffende controlepunt middels

AO/IC wordt uitgevoerd en gerapporteerd.

b. De GGZ-aanbieder de werking van de beschreven beheersmaatregelen heeft

gerapporteerd in het Rapportageformat:

i. De aanwezige beheersmaatregelen aangaande het risico door de GGZ-

aanbieder zijn beschreven in het Rapportageformat.

ii. De door de GGZ-aanbieder gerapporteerde bevindingen met betrekking tot

schadejaar 2014, volgend uit de beheersmaatregelen onder i zijn

verantwoord in het Rapportageformat.

iii. Indien er sprake is van bevindingen in 2014, dan wel later maar welke

impact hebben op schadejaar 2014, heeft de GGZ-aanbieder in het

Rapportageformat toegelicht op welke wijze zij de gerapporteerde

bevindingen onder ii adequaat en met terugwerkende kracht over geheel

2014 heeft opgepakt en gecorrigeerd.

9. De GGZ-aanbieder declaraties volgend uit een data-analyse in het Rapportage-format op

DBC niveau heeft toegelicht indien de GGZ-aanbieder de betreffende declaratie als

rechtmatig heeft gekenmerkt.

10. Indien er bij een controlepunt een deelwaarneming getrokken moet worden deze is

getrokken conform de methodiek beschreven in Hoofdstuk 8 Controleplan:

Page 14: Accountantsprotocol Zelfonderzoek cGGZ2014

Accountantsprotocol Zelfonderzoek CGGZ 2014 Copro 16100C

Pagina 14 van 14

a. De ‘ranking van declaraties’ als basis voor de te trekken steekproef komt overeen

met de methodiek zoals beschreven in hoofdstuk 8 van het Controleplan.

b. De posten welke uitmaken van de deelwaarneming conform de methodiek zoals

beschreven in hoofdstuk 8 van het Controleplan zijn getrokken.

c. Indien een zorgaanbieder binnen een deelwaarneming gebruik maakt van een

homogene massa, komt deze overeen met de homogene massa’s zoals

gedefinieerd in het Functioneel Ontwerp. Indien in het FO geen voorwaarden

omtrent homogene groepen zijn opgenomen stelt de accountant vast dat de GGZ-

aanbieder een toelichting in het rapportageformat heeft gegeven omtrent de

kenmerken van de homogene groep.

d. Alle declaraties van de getrokken deelwaarneming onder b, welke niet tot de

homogene massa onder c behoren, zijn individueel door de GGZ-aanbieder

verantwoord en toegelicht in het rapportageformat.

11. De uitkomsten van controlepunten verdeeld naar ZiNL code en Uzovicode, welke alleen

gebaseerd zijn op data-analyses, overeenkomen met de in het rapportageformat en

onderliggende dossier verantwoorde uitkomsten per controlepunt en zijn conform

Functioneel Ontwerp gerapporteerd: macro versus micro.

12. De uitkomsten van controlepunten verdeeld naar ZiNL code en Uzovicode, welke

gebaseerd zijn op een deelwaarneming overeenkomen met de in het rapportageformat en

onderliggende dossier verantwoorde uitkomsten per controlepunt en zijn conform

Functioneel Ontwerp gerapporteerd: macro versus micro.

13. Indien een controlepunt gebaseerd op (gedeeltelijke) deelwaarneming resulteert in

uitkomsten de extrapolatie conform de methodiek beschreven in hoofdstuk 8 van het

Controleplan is uitgevoerd.

14. De verantwoorde totalen in het rapportageformat aansluiten met de onderliggende

uitkomsten per controlepunt.

15. Indien GGZ-aanbieders een ontdubbeling van DBC’s in de verantwoording toepassen, de

door de GGZ-aanbieder gerapporteerde dubbele declaraties overeenkomen met de

controlemassa’s per controlepunt waarnaar de GGZ-aanbieder verwijst.

16. Indien GGZ-aanbieder bij de berekening van de netto-fout gebruik maakt van in te dienen

herdeclaraties, de door de GGZ-aanbieder gegeven toelichting in de rapportage

aangaande de activiteiten welke zij heeft uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van

de rechtmatigheid van de herdeclaratie heeft beschreven.

17. Het bestuursverklaring door een bevoegd bestuurder is ondertekend.

Beperking in verspreidingskring en het gebruik

Deze rapportage is uitsluitend bedoeld voor … (naam instelling) te …( vestigingsplaats), het ZN-

kernteam GGZ en het ‘reviewteam Zelfonderzoek cGGZ 2014’, aangezien anderen die niet op de

hoogte zijn van het doel van de werkzaamheden de resultaten onjuist kunnen interpreteren. De

rapportage mag niet aan anderen partijen worden verspreid, noch mag eruit worden geciteerd, of

eraan worden gerefereerd, zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming.

(Plaats, datum)

(Naam accountantskantoor)

(Naam accountant)