Jaarrapport Traumaregistratie 2013 – 2017De traumapatiënt door de keten heen
SpoedZorgNetSeptember 2018
1
Ook in 2017 hebben de ziekenhuizen uit de regio zich ingezet om zoveel mogelijk data aan te leveren voor de traumaregistratie. Binnen het proces traumaregistratie is de inclusie van traumapatiënten de eerste stap die wordt gezet, waarbij veelal baliemedewerkers/doktersassistenten betrokken zijn en op de SEH bij inschrijving van de patiënt beoordelen of er sprake is van een trauma.
Inclusiecriteria/definitie traumapatiëntIn de traumaregistratie worden traumapatiënten opgenomen die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn gezien op de SEH en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen in het ziekenhuis, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SEH (met uit-zondering van death on arrival). Waar in dit rapport traumapatiënt staat, worden de traumapatiënten bedoeld die aan de inclusiecriteria van de LTR voldoen.
Na inclusie wordt data zoveel mogelijk geautomatiseerd uit het Ziekenhuis Informatie Systeem gehaald en door datamanagers in dienst van Netwerk Acute Zorg Noordwest en SpoedZorgNet AMC gecomplemen-teerd en ingevoerd in de Landelijke Trauma Registratie (LTR). Daarnaast wordt door de RAV’s uit de regio prehospitale data aangeleverd, zoals rittijden en vitale parameters.
Net als voorgaande jaren is het rapport opgebouwd aan de hand van de Utstein dataset. Deze uniforme manier van rapportage representeert de gehele keten van traumazorg en omvat de volgende categorieën:
• Patiëntkarakteristieken• Prehospitaal• SEH-bezoek• Letsels• Opnamegegevens• Uitkomst van traumazorg
Rapportage van deze gegevens geeft goede aanknopingspunten voor analyse, reflectie en om op regionaal niveau van elkaar te leren. Maar zoals de omslag doet vermoeden is er meer: in het kader van de vorderende alliantie tussen de traumacentra VUmc en AMC is er dit jaar voor gekozen om geanonimiseerde data van de regio’s SZN AMC en NAZNW te bundelen. Hierdoor is het mogelijk meer inzicht te krijgen in de traumapatiënten over de zogenaamde grenzen van de regio’s heen. De gecombineerde data kunt u vinden in het middenstuk van dit rapport.
Wij wensen u veel leesplezier.
Anne de Boer & Marloes Wessel – SpoedZorgNet AMCMatthijs Mazereeuw, Marion Commandeur & Annelies Toor – Netwerk Acute Zorg Noordwest
2
Inleiding Jaarrapport 2.VoorwoordVoor u ligt de gezamenlijke rapportage Traumaregistratie over het jaar 2017 van Netwerk Acute Zorg Noordwest (NAZ NW) en SpoedZorgNet AMC (SZN AMC). Speciale dank is verschuldigd voor de inspanningen van de ziekenhuizen en Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s) in beide regio’s die hiervoor hun data beschikbaar hebben gesteld.
2017 was het jaar van verdergaande samenwerking en lateralisatie op medisch en logistiek terrein in een continue veranderend zorglandschap, met als gevolg verandering van patiëntenstromen binnen beide regio’s. Ook de gewenste landelijke verandering naar primaire presentatie van 90% van multitraumapatiënten direct in de regionale traumacentra geeft een verdere verschuiving in patiëntenstromen.
Door de groeiende samenwerking in het kader van de alliantie tussen de traumacentra van VUMC en AMC, zal in de nabije toekomst het grootste traumacentrum ontstaan in Amsterdam. Geplande centralisatie van de zwaar gewonde kinderen in een centra vereist daarbij extra inspanningen en verschuivingen binnen de alliantie.
Het toenemend gebruik van de traumaregistratie gegevens voor onderzoek, verbetering van zorg en visitaties in beide regio’s door de partners is belangwekkend.
De strategie, waarin de traumaregistraties van regio NAZ NW en SZN AMC zich richten op hun rol als verbinder van patiëntenzorg en wetenschap, zal ook in de komende jaren worden voortgezet. Op termijn zullen beide traumaregistraties worden omgevormd tot een geheel, waarbij kwaliteit en volledigheid van de registratie voorop staan en de benutting van de data nog verder kan worden uitgebouwd.
Ook in 2018 blijft onze missie: iedere traumapatiënt telt – samen werken aan het optimaliseren van de zorg voor traumapatiënten in regio NAZ NW en regio SZN AMC.
Wietse Zuidema, MD Traumachirurg
Vincent de JongTraumachirurg
1.
Den Helder
Schagen
Alkmaar
Heerhugowaard
Beverwijk
Haarlem Amsterdam
Amstelveen
Zaandam
Hoorn
Enkhuizen
Medemblik
H
H
H
H
AH
H
H
HA
H
H
A H
H
H
H
H
H
H
H
Lelystad
Almere
Blaricum
Hilversum
H
Purmerend
A
A
3
Onderstaande kaart geeft een overzicht van de ziekenhuizen die onder deze twee regio’s vallen. In het groen staan de ziekenhuizen van SpoedZorgNet gemarkeerd, roze gemarkeerde ziekenhuizen vallen onder Netwerk Acute Zorg Noordwest. Daarnaast zijn ook de Regionale Ambulance Voorzieningen weer-geven in blauw.
SpoedZorgNet Ziekenhuis Afkorting Level Plaats
Academisch Medisch Centrum AMC 1 Amsterdam
BovenIJ ziekenhuis BovenIJ 3 Amsterdam
Flevoziekenhuis Flevo 3 Almere
MC Zuiderzee MC|ZZ 3 Lelystad
OLVG Oost OLVG O 2 Amsterdam
OLVG West OLVG W 2 Amsterdam
Tergooi Blaricum Tergooi B 3 Blaricum
Tergooi Hilversum Tergooi H 3 Hilversum
Westfriesgasthuis WFG 2 Hoorn
Waterlandziekenhuis WLZ 3 Purmerend
Ambulancedienst Afkorting Plaats
Ambulance Amsterdam AA Amsterdam
RAV Flevoland Flevo Lelystad
RAV Gooi en Vecht G&V Hilversum
RAV Noord-Holland Noord NHN Alkmaar
NetwerkAcuteZorgNoordwestZiekenhuis Afkorting Level Plaats
MC Slotervaart MCS 3 Amsterdam
NWZ Alkmaar NWZ Alk 1 Alkmaar
NWZ Den Helder NWZ DH 3 Den Helder
Rode Kruis Ziekenhuis RKZ 2 Beverwijk
Spaarne Gasthuis Haarlem Noord/ Zuid SG Ha 2 Haarlem
Spaarne Gasthuis Hoofddorp SG Ho 3 Hoofddorp
VU medisch centrum VUmc 1 Amsterdam
Zaans Medisch Centrum ZMC 2 Zaandam
Ziekenhuis Amstelland ZHA 3 Amstelveen
Ambulancedienst Afkorting
RAV Noord-Holland Noord NHN Alkmaar
RAV Kennemerland K’merland Hoofddorp
RAV Zaanstreek-Waterland Groot A’dam Zaandam
RAV Amsterdam-Amstelland Groot A’dam Amsterdam
Overzicht van de regio3.
3 4
Inhoudsopgave
5
1. Voorwoord 1
2. Inleiding Jaarrapport 2
3. Overzicht van de regio 4
4. Trauma algemeen 6
Aantal traumapatiënten per ziekenhuis (2013-2017) 6
5. Patiëntkarakteristieken 7
Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 2017 7
6. Prehospitaal: oorzaak ongeval 9
Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 2017 9
Oorzaak ongeval verder uitgesplitst (2015-2017) 10
7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing 11
Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 2017 11
Prehospitale tijden per RAV uitgesplitst naar ISS 2017 12
Verwijzer traumapatiënten naar SEH (2013-2017) 14
8. Spoedeisende Hulp (SEH) 15
Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 2017 15
Dag en dagdeel van aankomst op de SEH 2017 15
Mediane verblijfsduur SEH (in min) per ziekenhuis (2013-2017) 16
Bestemming na SEH per ziekenhuis 2017 17
9. Letsels 18
Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 2017 18
Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 2017 19
10. Opname 21
Opnamegegevens per ziekenhuis 2017 21
Tijd binnenkomst SEH tot eerste CT-scan 2017 22
Mediane opnameduur per ziekenhuis (2015-2017) 23
Ontslagbestemming na opname 2017 24
11. Uitkomst van traumazorg 25
Mortaliteit 2017 25
6
In de figuur en tabel hieronder wordt de ontwikkeling in aantal geïncludeerde traumapatiënten getoond per ziekenhuis over de periode 2013-2017. Het totaal aantal geïncludeerde traumapatiënten is met 1,5 % gestegen (n=96) ten opzichte van 2016.
Trauma algemeen4.
WLZWFG
Tergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
Aant
al
1500
1000
500
0
20172016201520142013
Ziekenhuis
2013 2014 2015 2016 2017
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
1.104 (17,7) 1.075 (16,2) 1.085 (16,6) 955 (15,3) 1.028 (16,2)
625 (10,0) 668 (10,1) 549 (8,4) 507 (8,1) 568 (9,0)
632 (10,1) 642 (9,7) 680 (10,4) 614 (9,8) 429 (6,8) 458 (7,3) 536 (8,1) 458 (7,0) 456 (7,3) 503 (7,9)
755 (12,1) 972 (14,7) 951 (14,6) 906 (14,5) 583 (9,2)
813 (13,0) 856 (12,9) 844 (12,9) 678 (10,8) 704 (11,1)
119 (1,9) 110 (1,7) 111 (1,7) 211 (3,4) 351 (5,5)
462 (7,4) 496 (7,5) 460 (7,0) 719 (11,5) 846 (13,3)
866 (13,9) 842 (12,7) 858 (13,1) 783 (12,5) 846 (13,3)
405 (6,5) 427 (6,4) 540 (8,3) 420 (6,7) 487 (7,7)
6.239 (100) 6.624 (100) 6.536 (100) 6.249 (100) 6.345 (100)
Ziekenhuis
AMCBovenIJ
FlevoMC|ZZ
OLVG O
OLVG W
Tergooi B
Tergooi H
WFG
WLZ
SpoedZorgNet
Aantal traumapatienten per ziekenhuis (2013-2017)
7 8
In bovenstaande figuur is de leeftijdsverdeling per ziekenhuis weergegeven. In Tergooi Hilversum, BovenIJ, WFG en WLZ is het aandeel traumapatiënten vanaf 75 jaar het grootst. In het OLVG (beide locaties) en Tergooi Blaricum is het aandeel jongeren van 0-15 jaar het grootst. De tabel op de volgende pagina geeft de exacte aantallen weer.
Patiëntkarakteristieken5.
WLZWFG
Tergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
80
60
40
20
0
>=75 60-75 45-60 30-45 15-30 0-15
Leeftijd
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
2017 Level 1: totaal 1.028 patiënten Mediane leeftijd 43 jaar.
2017 Level 2/3: totaal 5.321 patiënten Mediane leeftijd 63 jaar.
0-15 jaar 15-30 jaar 30-45 jaar 45-60 jaar 60-75 jaar
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
Ziekenhuis
208(20,2) 191(18,6) 126 (12,3) 171(16,6) 174(16,9) 158(15,4)
≥ 75 jaar
89(15,7) 33(5,8) 48(8,5) 57(10,0) 100(17,6) 241(42,2)
95(22,1) 37(8,6) 27(6,3) 55(12,8) 104(24,2) 111(25,9)
85(16,9) 45(8,9) 49(9,7) 75(14,9) 99(19,7) 150(29,8)
175(30,0) 86(14,8) 45(7,7) 82(14,1) 88(15,1) 107(18,4)
227(32,2) 54(7,7) 48(6,8) 78(11,1) 97(13,8) 200(28,4)
152(43,3) 24(6,8) 13(3,7) 25(7,1) 51(14,5) 86(24,5)
16(1,9) 34(4,0) 52(6,1) 108(12,8) 158(18,7) 478(56,5)
169(20,0) 62(7,3) 49(5,8) 92(10,9) 173(20,4) 301(35,6)
68(14,0) 35(7,2) 25(5,1) 63(12,9) 89(18,3) 207(42,5)
AMC
BovenIJ
Flevo
MC|ZZ
OLVG O
OLVG W
Tergooi B
Tergooi H
WFG
WLZ
N (%)
Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 2017
9 10
2017 Van de privéongevallen onder 0-15 jarigen was bij 78% sprake van een laag energetische val.
Met uitzondering van de leeftijdsgroep 0-15 jaar is het aandeel privé ongevallen groter naarmate patiënten ouder zijn. Onder privé ongevallen wordt verstaan alle ongevallen in de privésfeer waardoor letsel is opgelopen. Een voorbeeld is wanneer een patiënt thuis van de trap valt of zichzelf per ongeluk verwondt. Het aandeel verkeersongevallen is kleiner naarmate patiënten ouder zijn. In de tabel hieronder zijn de exacte aantallen weergegeven.
Prehospitaal: oorzaak ongeval6.
>=75 jaar60-75 jaar45-60 jaar30-45 jaar15-30 jaar0-15 jaar
100
80
60
40
20
0
PrivéVerkeerSportGeweld
TS/Zelfmutilatie
BedrijfAndersOnbekend
Oorzaak ongeval
Leeftijd
Perc
enta
ge (%
)
0-15 jaar 15-30 jaar 30-45 jaar 45-60 jaar 60-75 jaar
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
≥ 75 jaar
Privé 992 (77,3) 154 (25,6) 156 (32,4) 356 (44,2) 764 (67,6) 1803 (88,6)
N (%)
Verkeer 133(10,4) 258 (42,9) 157 (32,6) 289 (35,9) 280 (24,8) 198 (9,7)
Sport 133 (10,4) 65(10,8) 44(9,1) 45 (5,6) 29 (2,6) 3(0,1)
Geweld 9 (0,7) 70 (11,6) 64 (13,3) 30 (3,7) 9 (0,8) 10 (0,5)
TS/Zelfmutilatie 1 (0,1) 19 (3,2) 13 (2,7) 19 (2,4) 8 (0,7) 2 (0,1)
Bedrijfsongeval 1 (0,1) 26 (4,3) 40 (8,3) 55 (6,8) 30 (2,7) 4 (0,2)
Anders / onbekend 14 (1,1) 9 (1,5) 8 (1,7) 12 (1,5) 11 (1,0) 16 (0,8)
Binnen de traumaregistratie wordt de oorzaak van het ongeval vastgesteld. Onderstaande figuur geeft een overzicht weer van het aandeel traumapatiënten per oorzaak ongeval voor 2017. In de tabellen worden de exacte aantallen weergegeven en worden de oorzaakcategorieën verder gespecificeerd.
N(%)
Laag energetische valVerkeersongeval: fiets Hoog energetische val* Verkeersongeval brommer/scooter/snorfiets Verkeersongeval: gemotoriseerd Verkeersongeval: voetganger Steekincident Geslagen met stomp object Thermisch (brand) ongeval Verkeersongeval: motorfiets Verkeersongeval: anders Schietincident Verdrinking Asfyxie Explosie Anders Onbekend
2015 2016 2017N(%) N(%) N(%)
3.918 (60,0) (61,1) (62,7)764 (11,7) 646 (10,3) 683 (10,8)
297 (4,5) 371 (5,9) 313 (5,0)231 (3,8) 232 (3,7) 222 (3,5)189 (2,9) 230 (3,7) 214 (3,4)248 (3,8) 129 (2,1) 108 (1,7)
90 (1,4) 92 (1,5) 89 (1,4)134 (2,1) 97 (1,6) 88 (1,4)
58 (0,9) 47 (0,8) 60 (1,0)74 (1,1) 84 (1,3) 52 (0,8)35 (0,5) 27 (0,4) 26 (0,4)19 (0,3) 15 (0,2) 22 (0,3)11 (0,2) 8 (0,1) 11 (0,2)
8 (0,1) 2 (0,0) 6 (0,1)9 (0,1) 1 (0,0) 3 (0,0)
387 (5,9) 439 (7,0) 401 (6,4)62 (0,9) 12 (0,2) 57 (0,9)
3.815 3.957
* Onder een hoog energetische val wordt verstaan een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer
Verreweg de meeste ongevallen (63%) betreft een laag energetische val in 2017 (val op zelfde niveau). Het aantal verkeersongevallen onder voetgangers is over de afgelopen drie jaar gedaald. In de categorie ‘Anders’ worden oorzaken genoemd die niet in de andere categorieën kunnen worden ingedeeld, zoals: tegen iets aanlopen, beklemming of een verkeerde beweging.
Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 2017
Oorzaak ongeval - verder uitgesplitst (2015-2017)
2017 111 schiet – en steekincidenten.- Waarvan 87% ouder dan 18 jaar. - Waarvan 23% letsel abdominale regio.
11 12
Prehospitaal: vervoer en verwijzingIn 2017 zijn er 4.170 traumapatiënten per ambulance naar de SEH’s in regio SpoedZorgNet AMC vervoerd (gebaseerd op de beschikbare prehospitale data binnen de traumaregistratie). De gegevens die door de vier RAV’s uit de regio bij ons zijn aangeleverd, zijn gekoppeld aan de hospitale data. Deze koppeling is gelukt voor circa 65% van de traumapatiënten die met de ambulance zijn vervoerd. Het is mogelijk dat de overige 35% door een RAV van buiten onze regio zijn vervoerd.
7.
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
N (%)
RAV Flevo G&V NHN* Onbekend/overig
TotaalSpoedZorgNet
AA
Ziekenhuis
AMC
BovenIJ
Flevo
MC|ZZ
OLVG O
OLVG
W Tergooi
B
Tergooi
HWFG
WLZSpoedZorgNet
61 71 12 189 802469
160 375215
125 2 155 282
241 57 298
1 42 330287
102 407305
112 37 149
484 108 5921 403 155 57314
237 125 3621.527 428 670 415 1.130 4.170
Prehospitale tijdsregistratieIn de traumaregistratie worden vier verschillende prehospitale tijden vastgelegd: • Meldkamertijd (MKT): datum en tijd van melding bij meldkamer• Vertrektijd (VT): vertrek ambulance richting plaats ongeval• Aankomsttijd (APT): aankomst ambulance bij patiënt• Wegrijdtijd (VPT): vertrek ambulance met patiënt naar SEH
Op basis van deze tijden kunnen de volgen fasen in het prehospitale traject worden berekend: • Aanrijtijd = APT – VT• Behandeltijd = VPT – APT• Vervoertijd = Aankomst SEH – VPT• Totale prehospitale tijd = Aankomst SEH - MKT
De volgende tabellen geven de prehospitale tijden weer per RAV uitgesplitst naar ISS categorie (Injury Severity Score) voor de regio SpoedZorgNet AMC, waarvan datum en tijd volledig geregistreerd zijn. De ISS geeft de totale letselernst van een traumapatiënt aan. Een uitgebreide toelichting op de ISS is te vinden in het onderdeel ‘Letsels’.
*De data van RAV NHN is gebaseerd op prehospitale data van Q1 t/m Q3 2017.
Aanrijtijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
NHN* 9 10
101 15
16
99 22
21
96 48
57
96
AA 7 8 250 19 20
251 12
14
245 41
42
236
G&V 8
9 104 16
17
104 15
15
104 43
45
103
Flevo 7 7
62 18
20
61 16
17
61 45
45 61
Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
NHN* 10
12
125 16 18
123 22
24
118 57
60 118
AA 8
9 380 20 21
381 14
15
373 43
46 360
G&V 8
9 208 17
19
207 16 17
206 49
52
205
Flevo 7
8
124 17 18 124 19 20 124 45 47
124
Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
NHN* 11
13
178 17
19
175 23
24
174 60
67
174
AA 8 10 511 21
23
508 15
17
498 47
49
472
G&V 9
10 296 16
18
295 16
17
292 49
54
288
Flevo 7 8
127 19
20
127 14
16
127 44
44
127
Aanrijtijd Behandeltijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
NHN* 6 7
10 20
22 10 24
25
10 53
55
10
AA 7
7 69 20
22
69 8
9
66 35
36
65
G&V 7
7 31 22
24
31 12
14
31 46
44
31
Flevo 6 7 25 21
22
25 15
16
25 38
42
25
Behandeltijd
De kolom ‘N’ in bovenstaande tabellen geeft het aantal geregistreerde rittijden weer per RAV en per fase in het prehospitale traject. Onderling kunnen de aantallen per fase verschillen. Een verschil betekent dat niet alle rittijden gedurende het prehospitale traject zijn vastgelegd in de traumaregistratie.
Voor alle RAV’s in regio SpoedZorgNet AMC geldt dat de gemiddelde aanrijtijden lager zijn voor multitraumapatiënten (ISS≥16) dan voor niet multitraumapatiënten. De gemiddelde behandeltijden liggen voor wat betreft deze categorie hoger. Met uitzondering van RAV NHN is de vervoertijd van een multitraumapatiënt naar de SEH locatie gemiddeld korter.
Voor sommige RAV’s geldt dat de vervoertijd van traumapatiënten naar een level-1 traumacentrum relatief langer is dan de vervoertijd naar ziekenhuizen in hun eigen verzorgingsgebied. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het interpreteren van de prehospitale tijden in bovenstaande tabellen.
Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 2017
ISS 1-3 (licht gewond)
ISS 4-8 (matig gewond)
ISS 9-15 (matig tot zwaar gewond)
ISS 16+ (ernstig gewond)
13 14
2017 Van de 4.170 ambulanceritten binnen de traumaregistratie is bij 43% prehospitaal een ademfrequentie en bij 19% prehospitaal een systolische tensie bekend.
Jaartal
Perc
enta
ge (%
)
20172016
20152014
2013
60
50
40
30
20
10
0
Huisarts
Eigen initiatief
Ander ziekenhuis
112Verwijzer
Net als voorgaande jaren wordt het grootste deel van de traumapatiënten door 112 verwezen naar de SEH. De tabel hieronder toont de exacte aantallen.
2013 2014 2015 2016 2017
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
112
Ander ziekenhuis
ZelfverwijzerHuisarts
Polikliniek
Overig
Onbekend
2.484 (48,2)
119 (2,3)
1.225 (23,8)1.143 (0,7)
13 (0,3)
30 (0,6)
5 (0,1)
3.601 (54,4)
156 (2,4)
1.250 (18,9)1.540 (23,3)
36 (0,5)
25 (0,4)
12 (0,2)
3.066 (47,1)
141 (2,2)
1.552 (23.9)
1.356 (20,8)
16 (0,2)
24 (0,4)
349 (5,4)
3.606 (57,8)
111(1,8)
940 (15,1)1.367 (21,9)
28 (0,4)43 (0,7)
149 (2,4)
(18,5)
3.128 (49,4)
173 (2,7)
1.028 (16,2)1.169
34 (0,5)139 (2,2)
664 (10,5)
2017 Van de traumapatiënten door de huisarts verwezen werd bij 424 (36%) een ambulance ingezet.
Verwijzer traumapatiënten naar SEH (2013-2017)
2017 Binnen regio SpoedZorgNet AMC bedraagt de aanrijtijd gemiddeld 9 minuten tot aan ongevalslocatie.
15 16
Spoedeisende Hulp (SEH)Wanneer traumapatiënten arriveren op de Spoedeisende Hulp wordt onder andere datum en tijd van aankomst SEH vastgelegd, maar ook verblijfsduur op de SEH en de overplaatsbestemming van de patiënt vanaf de SEH. In de volgende overzichten wordt deze informatie overzichtelijk gepresenteerd.
8.
Dagen
Aant
al p
atiën
ten
0
20
40
60
80
100
1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21 1 5 9 13 17 21
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag ZondagMaandag
Bovenstaande verdeling geeft inzicht in hoe het gemiddeld aantal SEH presentaties van traumapatiënten fluctueert in een week in 2017. De verschillen per dag zijn klein.
Op zaterdagmiddag tussen 16.00 – 17.00 uur is een piek zichtbaar, waarbij gemiddeld 86 patiënten op de SEH zijn gepresenteerd.
Dagen
Perc
enta
ge (%
)
15
10
5
0Zondag
Zaterdag
Vrijdag
Donderdag
Woensdag
Dinsdag
Maandag
Nacht (0:00-6:00 uur)
Avond (18.00-0:00 uur)
Middag (12.00-18.00 uur)
Ochtend (6.00-12.00 uur)
Dagdeel
Ziekenhuis
Verb
lijfs
duur
SEH
(mim
)
WLZWFG
Tergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
300
250
200
150
100
50
0
20172016201520142013
Deze figuur toont de mediane verblijfsduur op de SEH en de bijhorende interkwartielafstand. De inter-kwartielafstand geeft inzicht in de mate van spreiding door de range van waarden weer te geven die 25% onder en 75% boven de mediaan liggen. Hoe kleiner de afstand tot de mediaan, hoe kleiner de spreiding. Andersom geldt ook: hoe groter de afstand tot de mediaan, hoe groter de spreiding.
In regio SpoedZorgNet is de mediane verblijfsduur op de SEH over de afgelopen drie jaar met 9 minuten gestegen. 2015: 166 minuten | 2016: 174 minuten | 2017: 175 minuten
Mediane verblijfsduur SEH (in min) per ziekenhuis (2013-2017)
Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 2017
Dag en dagdeel van aankomst op de SEH 2017
2017 In regio SpoedZorgNet AMC kwam 69% van de traumapatiënten tussen 08.00–20.00 uur en 31% tussen 20.00–08.00 uur aan op de SEH.
In voorgaande grafiek is nogmaals te zien dat de meeste traumapatiënten op zaterdag zijn gepresenteerd op de SEH. Op maandag en woensdag worden relatief het minst aantal patiënten gezien op de SEH. Over het algemeen is de middag het drukste dagdeel op de SEH. In de nacht is het doorgaans rustiger, met uitzondering van de nacht van zaterdag op zondag.
2017 Heupfractuur: 94% (ISS≤15) wordt behandeld in level 2/3 ziekenhuis. Totaal aantal AIS08-codes toegekend: 12.809. - 764 keer proximal femoral neck fracture.- 762 keer ‘cerebral concussion not further specified.
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
100
90
80
70
60
50WLZ
WFGTergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
Algemene verpleegafdeling
IC/HC/MCOKOverleden op SEHAnder ziekenhuis
Bestemming na SEH
Binnen het level-1 traumacentrum (AMC) wordt in vergelijking met de regionale ziekenhuizen een kleiner deel (60%) van de traumapatiënten vanaf de SEH overgeplaatst naar de algemene verpleegafdeling. Daarentegen wordt relatief een groter deel binnen het traumacentrum direct vanaf de SEH overgeplaatst naar de OK (10%, n=103) of IC/HC/MC afdeling (15%, n=150).
17
2017 87% van de traumapatiënten (n=5.512) is na de SEH overgeplaatst naar een verpleegafdeling. 7% (n=435) is vanaf de SEH overgeplaatst naar een ander ziekenhuis.
In het onderdeel ‘Letsels’ wordt specifiek ingegaan op het type en de totale ernst van het letsel van traumapatiënten. Ernst van het letsel wordt uitgedrukt in ISS.
Letsels9.
AIS LetselcoderingVan iedere patiënt worden alle letsels gecodeerd aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS), versie 2008. In dit internationale coderingssysteem worden de letsels ondergebracht in negen lichaamsregio’s (hoofd, gezicht, nek, thorax, abdomen, wervelkolom, bovenste extremiteiten, onderste extremiteiten en extern/overig). AIS codes bestaan uit zeven cijfers waarbij de eerste zes cijfers het letsel omschrijven en het cijfer na de punt de ernst van het letsel aangeeft, lopend van 1 (zeer licht letsel) tot 6 (bijna) dodelijk). De AIS-codes worden toegekend door registratiemedewerkers in dienst van bureau SpoedZorgNet AMC op basis van alle beschikbare, relevante informatie in het patiëntendossier.
Letsel
Aant
al
Huid en
overig
Onderste
extrem.
Bovenste
extrem.
Wervelkolom
Abdomen
Thorax
Nek/hals
Aangezicht
Hoofd
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
VrouwMan
18
1.433 vrouwen (61%) en 914 mannen (39%) hebben letsel aan de onderste extremiteiten.
Bestemming na SEH per ziekenhuis 2017
Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 2017
19 20
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
100
80
60
40
20
0
187
202307
444
55219
134165156188
290
143249
291
154189
191
189173
207
298
135274
105
134288248
14097168253
71168810933WLZ
WFGTergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
16+9-154-81-3
ISS
Injury Severity Score De totale letselernst van een traumapatiënt wordt weergegeven door middel van de Injury Severity Score (ISS). Deze wordt berekend op basis van de toegekende AIS-codes. Hiertoe wordt het aantal lichaamsregio’s van negen terug gebracht naar zes. Vervolgens worden de hoogste AIS ernstscores uit drie verschillende ISS lichaamsregio’s gekwadrateerd en opgeteld. De ISS betreft een getal tussen 1 en 75. Hoe hoger de score, hoe ernstiger de verwondingen.
ISS-categorieën: • 1 – 3: licht gewond• 4 – 8: matig gewond• 9 – 15: matig tot zwaar gewond• 16+: ernstig gewond (multitrauma)
In totaal zijn er in regio SpoedZorgNet 252 multitraumapatiënten geïncludeerd in de traumaregistratie. De mediane SEH verblijfsduur van multitraumapatiënten is 121 minuten, dat is 56 minuten korter dan niet-multitraumapatiënten.
29% van de multitrauma’s had letsel ten gevolge van een laag-energetische val.
SpoedZorgNet
2013 2014 2015 2016 2017
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
AMC
BovenIJ
Flevo
MC|ZZ
OLVG
O OLVG
W
Tergooi
BTergooi
H
WFG
WLZ
246 (60,0)
7 (1,7)
26 (6,3)25 (6,1)
24 (5,9)18 (4,4)
6 (1,5)
8 (2,0)
40 (9,8)10 (2,4)
410 (100)
216 (52,2)
3 (0,7)
24 (5,8)25 (6,0)
47 (11,4)26 (6,3)
6 (1,4)10 (2,4)
44 (10,6)13 (3,1)
414 (100)
184 (72,7)
2 (0,8)
7 (2,8)7 (2,8)
18 (7,1)
12 (4,7)
2 (0,8)7 (2,8)
9 (3,6)5 (2,0)
253 (100)
171 (79,7)
1 (0,5)
2 (0,9)2 (0,9)
11 (5,1)
6 (2,8)
3 (1,4)6 (2,8)
10 (4,7)2 (0,9)
214 (100) 252 (100)
187 (74,2)
3 (1,2)
3 (1,2)3 (3,6)
10 (4,0)8 (3,2)
8 (3,2)6 (2,4)
11 (4,4)7 (2,8)
Het totaal aantal multitraumapatiënten is in 2017 substantieel gestegen ten opzichte van 2016. Hoe specifieker letsel wordt beschreven in de informatie in het patiëntendossier, hoe nauwkeuriger de multitrauma classificatie kan worden gemaakt.
Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 2017
OpnameNa verblijf op de SEH wordt een deel van de traumapatiënten opgenomen in het ziekenhuis. In de overzichten hieronder wordt inzicht gegeven in onder andere opnameduur, tijdsduur tot CT-scan en ontslagbestemming na opname.
10.
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
AMC BovenIJ Flevo MC|ZZ OOLVG WOLVG Tergooi B Tergooi H WFG WLZ
Aantal trauma-patiënten
Aantal CT-scans
Aantalopnames
Aantal opnames
met
IC verblijf
(%)
Min - Max(dagen)
Mediaan
1.028
655
872
190
(21,8%)
1–90
6,9
568
49
541
96
(17,7%)
64
5,6
429
59
418
8
(1,9%)
1–23
4,7
503
159
463
10
(2,5%)
1–39
9,3
583
270
540
8
(1,5%)
–29
5,9
1
N (%)
704
211
680
12
(1,5%)
1– 62
6,6
N (%)
2,
351
161
322
4
(1,2%)
1–5
7
846
201
815
26
(3,2%)
1–32
6,4
846
313
783
28
(3,6%)
1–22
5,6
%)
487
165
465
12
(2,6
1–22
5,9
N (%) N (%) N (%)
Extra notificaties: De opnameduur wordt berekend door het verschil tussen ontslagdatum-/tijd uit het ziekenhuis en SEH vertrekdatum-/tijd te berekenen. Secundaire opnames worden niet meegenomen in de LTR.
De hieronder beschreven CT-scans hebben betrekking tot diagnostiek voor het ongevalsletsel (excl. scans voor extremiteiten, inclusief wervelkolom en bekken). Alleen de CT-scans waarvan de tijdsduur tot de eerste CT-scan na binnenkomst SEH is geregistreerd, zijn meegenomen in de analyse.
Aantal dagen op de IC betreft een optelsom van IC, HC en MC dagen.
Tijd
Perc
enta
ge (%
)
> 6 uur
5-6 uur
4-5 uur
3-4 uur
2-3 uur
1-2 uur
0-1 uur
60
40
20
0
In regio SpoedZorgNet kreeg 62% van alle traumapatiënten binnen een uur een CT-scan.
2017 38% (n=850) van de traumapatiënten die een CT-scan kregen, zijn binnen 30 minuten na binnenkomst op de SEH gescand. Hierbij was 18% (n=157) multitrauma.
21 22
Tijdsduur aankomst SEH tot eerste CT-scan 2017
23
Ziekenhuis
Opn
amed
uur (
dage
n)
WLZWFG
Tergooi H
Tergooi B
OLVG W
OLVG O
MC|ZZ
FlevoBovenIJ
AMC
10
8
6
4
2
0
201720162015
De bovenstaande figuur toont een overzicht van de mediane opnameduur en interkwartielafstand per ziekenhuis over de afgelopen 3 jaar.
2017 46% van de traumapatiënten wordt na de SEH maximaal 2 dagen opgenomen.
2017 35% wordt 3–7 dagen opgenomen.
Mediane opnameduur per ziekenhuis (2015-2017)
Overig/onbekendIn instelling overledenAndere instellingAnder ziekenhuisRevalidatiecentrum
Verpleeg-/Verzorgingshuis
Eigen woonomgeving
Ontslagbestemming
71% van alle traumapatiënten wordt na opname in het ziekenhuis direct naar de eigen woonomgeving ontslagen. Van alle traumapatiënten moet 27% na ziekenhuisopname nog intramuraal verblijven elders wegens verpleging en/of revalidatie. Dit is een toename van 4% ten opzichte van 2016.
24
Ontslagbestemming na opname 2017
25
MortaliteitMortaliteit wordt binnen de LTR geregistreerd tot en met 30 dagen na aankomst op de SEH. Zolang er nog geen koppeling mogelijk is tussen de traumaregistratie en de gemeentelijke basisadministratie kan er bij dit item sprake zijn van een onderschatting.
11. Uitkomst van traumazorg
N Man Vrouw Gem. leeftijd
ISS
Op SEH
Tijdens opname
Na ontslag
5 100,0 0,0 34 22
119 49,6 50,4 76 14 34 26,5 73,5 86 8
In 2017 zijn er in regio SpoedZorgNet AMC in totaal 124 traumapatiënten overleden waarvan 5 op de SEH en 119 tijdens opname in het ziekenhuis. Daarmee ligt de ziekenhuismortaliteit in de regio op 1,95%. Er zijn 34 patiënten na ontslag uit het ziekenhuis alsnog binnen 30 dagen na aankomst op de SEH ten gevolge van het opgelopen letsel overleden. Met een gemiddelde leeftijd van 86 jaar gaat het hierbij vooral om de oudste ouderen.
2017 Van de traumapatiënten overleden op de SEH of tijdens opname in het ziekenhuis zijn 45 (36%) patiënten ernstig gewond (ISS≥16).
28
SpoedZorgNetSeptember 2018
Rapportage traumaregistratie2017 – Regio Noordwest
NetwerkAcuteZorgNoordWestSeptember 2018
1
Ook in 2017 hebben de ziekenhuizen uit de regio zich ingezet om zoveel mogelijk data aan te leveren voor de traumaregistratie. Binnen het proces traumaregistratie is de inclusie van traumapatiënten de eerste stap die wordt gezet, waarbij veelal baliemedewerkers/doktersassistenten betrokken zijn en op de SEH bij inschrijving van de patiënt beoordelen of er sprake is van een trauma.
Inclusiecriteria/definitie traumapatiëntIn de traumaregistratie worden traumapatiënten opgenomen die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn gezien op de SEH en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen in het ziekenhuis, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SEH (met uitzon-dering van death on arrival). Waar in dit rapport traumapatiënt staat, worden de traumapatiënten bedoeld die aan de inclusiecriteria van de LTR voldoen.
Na inclusie wordt data zoveel mogelijk geautomatiseerd uit het Ziekenhuis Informatie Systeem gehaald en door datamanagers in dienst van Netwerk Acute Zorg Noordwest en SpoedZorgNet AMC gecomplementeerd en ingevoerd in de Landelijke Trauma Registratie (LTR). Daarnaast wordt door de RAV’s uit de regio prehospitale data aangeleverd, zoals rittijden en vitale parameters.
Net als voorgaande jaren is het rapport opgebouwd aan de hand van de Utstein dataset. Deze uniforme manier van rapportage representeert de gehele keten van traumazorg en omvat de volgende categorieën:
• Patiëntkarakteristieken• Prehospitaal• SEH-bezoek• Letsels• Opnamegegevens• Uitkomst van traumazorg
Rapportage van deze gegevens geeft goede aanknopingspunten voor analyse, reflectie en om op regionaal niveau van elkaar te leren. Maar zoals de omslag doet vermoeden is er meer. Aangezien de regio’s deels in elkaar vlechten, is er dit jaar voor gekozen om geanonimiseerde data van de regio’s SZN AMC en NAZNW te bundelen. Hierdoor is het mogelijk meer inzicht te krijgen in de traumapatiënten over de zogenaamde grenzen van de regio’s heen. De gecombineerde data kunt u vinden in het middenstuk van dit rapport.
Wij wensen u veel leesplezier.
Matthijs Mazereeuw, Marion Commandeur & Annelies Toor – Netwerk Acute Zorg NoordwestAnne de Boer & Marloes Wessel – SpoedZorgNet AMC
2
Inleiding Jaarrapport 2.VoorwoordVoor u ligt de gezamenlijke rapportage Traumaregistratie over het jaar 2017 van Netwerk Acute Zorg Noordwest (NAZ NW) en SpoedZorgNet AMC (SZN AMC). Speciale dank is verschuldigd voor de inspanningen van de ziekenhuizen en Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s) in beide regio’s die hiervoor hun data beschikbaar hebben gesteld.
2017 was het jaar van verdergaande samenwerking en lateralisatie op medisch en logistiek terrein in een continue veranderend zorglandschap, met als gevolg verandering van patiëntenstromen binnen beide regio’s. Ook de gewenste landelijke verandering naar primaire presentatie van 90% van multitraumapa-tiënten direct in de regionale traumacentra geeft een verdere verschuiving in patiëntenstromen.
Door de groeiende samenwerking in het kader van de alliantie tussen de traumacentra van VUMC en AMC, zal in de nabije toekomst het grootste traumacentrum ontstaan in Amsterdam. Geplande centralisatie van de zwaar gewonde kinderen in een centra vereist daarbij extra inspanningen en verschuivingen binnen de alliantie.
Het toenemend gebruik van de traumaregistratie gegevens voor onderzoek, verbetering van zorg en visitaties in beide regio’s door de partners is belangwekkend.
De strategie, waarin de traumaregistraties van regio NAZ NW en SZN AMC zich richten op hun rol als verbinder van patiëntenzorg en wetenschap, zal ook in de komende jaren worden voortgezet. Op termijn zullen beide traumaregistraties worden omgevormd tot een geheel, waarbij kwaliteit en volledigheid van de registratie voorop staan en de benutting van de data nog verder kan worden uitgebouwd.
Ook in 2018 blijft onze missie: iedere traumapatiënt telt – samen werken aan het optimaliseren van de zorg voor traumapatiënten in regio NAZ NW en regio SZN AMC.
Wietse Zuidema, MD Traumachirurg
Vincent de JongTraumachirurg
1.
Onderstaande kaart geeft een overzicht van de ziekenhuizen die onder deze twee regio’s vallen. In het groen staan de ziekenhuizen van SpoedZorgNet gemarkeerd, roze gemarkeerde ziekenhuizen vallen onder Netwerk Acute Zorg Noordwest. Daarnaast zijn ook de Regionale Ambulance Voorzieningen weer-geven in blauw. Deze zijde van het rapport geeft data van de regio NAZNW weer.
NetwerkAcuteZorgNoordwestZiekenhuis Afkorting Level Plaats
MC Slotervaart MCS 3 Amsterdam
NWZ Alkmaar NWZ Alk 1 Alkmaar
NWZ Den Helder NWZ DH 3 Den Helder
Rode Kruis Ziekenhuis RKZ 2 Beverwijk
Spaarne Gasthuis Haarlem Noord/ Zuid SG Ha 2 Haarlem
Spaarne Gasthuis Hoofddorp SG Ho 3 Hoofddorp
VU medisch centrum VUmc 1 Amsterdam
Zaans Medisch Centrum ZMC 2 Zaandam
Ziekenhuis Amstelland ZHA 3 Amstelveen
Ambulancedienst Afkorting
RAV Noord-Holland Noord NHN Alkmaar
RAV Kennemerland K’merland Hoofddorp
RAV Zaanstreek-Waterland Groot A’dam Zaandam
RAV Amsterdam-Amstelland Groot A’dam Amsterdam
SpoedZorgNetZiekenhuis Afkorting Level Plaats
Academisch Medisch Centrum AMC 1 Amsterdam
BovenIJ ziekenhuis BovenIJ 3 Amsterdam
Flevoziekenhuis Flevo 3 Almere
MC Zuiderzee MC|ZZ 3 Lelystad
OLVG Oost OLVG O 2 Amsterdam
OLVG West OLVG W 2 Amsterdam
Tergooi Blaricum Tergooi B 3 Blaricum
Tergooi Hilversum Tergooi H 3 Hilversum
Westfriesgasthuis WFG 2 Hoorn
Waterlandziekenhuis WLZ 3 Purmerend
Ambulancedienst Afkorting Plaats
Ambulance Amsterdam AA Amsterdam
RAV Flevoland Flevo Lelystad
RAV Gooi en Vecht G&V Hilversum
RAV Noord-Holland Noord NHN Alkmaar
Den Helder
Schagen
Alkmaar
Heerhugowaard
Beverwijk
Haarlem Amsterdam
Amstelveen
Zaandam
Hoorn
Enkhuizen
Medemblik
H
H
H
H
AH
H
H
HA
H
H
Overzicht van de regio3.
A H
H
H
H
H
H
H
H
Lelystad
Almere
Blaricum
Hilversum
H
Purmerend
A
A
3 4
Inhoudsopgave
5
1. Voorwoord 1
2. Inleiding Jaarrapport 2
3. Overzicht van de regio 4
4. Trauma algemeen 6
Aantal traumapatiënten per ziekenhuis (2013-2017) 6
5. Patiëntkarakteristieken 7
Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 2017 7
6. Prehospitaal: oorzaak ongeval 9
Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 2017 9
Oorzaak ongeval verder uitgesplitst (2015-2017) 10
7. Prehospitaal: vervoer en verwijzing 11
Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 2017 11
Verwijzer traumapatiënten naar SEH (2013-2017) 13
Inzet MMT bij traumapatienten (2014-2017) 14
8. Spoedeisende Hulp (SEH) 15
Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 2017 15
Dag en dagdeel van aankomst op de SEH 2017 16
Mediane verblijfsduur SEH (in min) per ziekenhuis (2013-2017) 16
Bestemming na SEH per ziekenhuis 2017 17
9. Letsels 18
Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 2017 18
Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 2017 19
10. Opname 21
Tijdsduur aankomst SEH tot eerste CT-scan 2017 21
Opnameduur per ziekenhuis 2017 22
11. Uitkomst van traumazorg 23
Ontslagbestemming na opname 2017 23
6
Onderstaand figuur laat het aantal traumapatiënten zien dat zich in de afgelopen vijf jaar heeft gepresenteerd, uitgesplitst per ziekenhuis. Jaarlijks worden ongeveer 9000 traumapatiënten in de regio Noordwest geïncludeerd. De meeste traumapatiënten belanden in een level 1 ziekenhuis (43%).
Trauma algemeen4.
Ziekenhuis
Aant
al
0
500
1000
1500
2000
2500
20132014201520162017
SG-HaZN
NWZ-ALk
MCS NWZ-DH
RKZ SG-Ho ZHAVUmc ZMC
Jaartal
2013 2014 2015 2016 2017N (%) N (%) N (%) N (%) N (%) Ziekenhuis
MCS
NWZ-Alk
NWZ-DH
RKZ
SG-HaZN
VumcZHAZMCNAZNW
SG-Ho
347 (4) 362 (4) 324 (4) 267 (3) 298 (3)
2141 (24) 2202 (25) 2142 (23) 2214 (25) 2168 (25)
573 (6) 552 (6) 618 (7) 737 (8) 646 (8)
1054 (12) 1007 (11) 946 (10) 940 (11) 898 (10)
1110 (13) 1182 (13) 1245 (14) 1293 (15) 1294 (15)857 (10) 964 (11) 965 (11) 765 (9) 645 (8)
1544 (17) 1573 (18) 1645 (18) 1447 (16) 1457 (17)448 (5) 401 (5) 464 (5) 409 (5) 450 (5)761 (9) 662 (7) 804 (9) 758 (9) 774 (9)
8835 (100) 8905 (100) 9153 (100) 8830 (100) 8630 (100)
Aantal traumapatienten per ziekenhuis (2013-2017)
Het aantal traumapatiënten is voor de tweede keer op rij gedaald. Net zoals vorig jaar zijn de dalingen het grootst bij het Spaarne Gasthuis. Ook NWZ Alkmaar en NWZ Den Helder laten dalingen zien.
In 2017 waren er 200 (2,3%) minder
traumapatiënten vergeleken met het jaar ervoor.
7 8
Patiëntkarakteristieken5.
Leeftijd
Perc
enta
ge (%
)
0
10
20
30
40
50
60
0-15 15-30 30-45 45-60 60-75 >75
SG-HaZN
NWZ- ALk
MCS NWZ- DH
RKZ SG-Ho ZHA ZMCVUmc
Leeftijd 0-15 jaar 15-30 jaar 30-45 jaar 45-60 jaar 60-75 jaar
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
Ziekenhuis
0(0,0) 25(8,4) 17(5,7) 37(12,4) 69(23,1) 150(50,3)
≥ 75 jaar
353(16,3) 232(10,7) 165(7,6) 269(12,4) 435(20,1) 714(32,9)
104(16,1) 47(7,3) 43(6,7) 93(14,4) 134(20,7) 225(34,8)
192(21,4) 92(10,2) 80(8,9) 126(14,0) 136(15,1) 272(30,3)
140(10,8) 109(8,4) 81(6,3) 146(11,3) 239(18,5) 579(44,7)
160(24,8) 51(7,9) 30(4,7) 41(6,4) 124(19,2) 239(37,1)
244(16,7) 252(17,3) 178(12,2) 244(16,7) 251(17,2) 288(19,8)
110(24,4) 14(3,1) 8(1,8) 25(5,6) 64(14,2) 229(50,9)
157(20,3) 73(9,4) 32(4,1) 77(9,9) 136(17,6) 299(38,6)
MCS
NWZ-Alk
NWZ-DH
RKZ
SG-HaZN
VUmc
ZHA
ZMC
SG-Ho
N (%)
Leeftijdsverdeling traumapatiënten per ziekenhuis 2017
Het regionale traumacentrum (VUmc) heeft een relatief gelijke verdeling qua leeftijd van traumapatiënten. Ernstigere gevallen komen bij het regionaal traumacentrum terecht, die gemiddeld jonger zijn. Dit tezamen met de gemiddeld hoge leeftijd van traumapatiënten in het algemeen geeft waarschijnlijk dit beeld.
Zoals het figuur ‘Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 2017’ laat zien, gaat het bij patiënten tussen het VUmc slechts 19,8%, terwijl dit gemiddeld 34,7% is. Hetzelfde fenomeen is te zijn bij NWZ Alkmaar (level 1) en het RKZ (brandwondencentrum).
3.625 traumapatiënten presenteerden zich in een level 1 ziekenhuis met een gemiddelde leeftijd van 52 jaar. In level 2-3 ziekenhuizen waren dit 5.005 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 57 jaar.
0%
20%
40%
60%
80%
100%
0-15 15-30 30-45 45-60 60-75 >75
Onbekend
AndersBedrijfTS/ZelfmutilatieGeweldSportVerkeerPrivé
Leeftijd
Perc
enta
ge (%
)
Oorzaakongeval
Oorzaak ongeval per leeftijdscategorie 2017
9
63% van alle traumapatiënten belanden op de SEH door een laag energetische val.
Een duidelijk verband is zichtbaar waarbij na een leeftijd van 0-15 jaar het aandeel privé ongevallen toeneemt met leeftijd. Bij verkeersongevallen is te zien dat juist het aandeel afneemt bij de hogere leef-tijdsgroepen.
Prehospitaal: oorzaak ongeval6.
0-15 jaar 15-30 jaar 30-45 jaar 45-60 jaar 60-75 jaar
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
≥ 75 jaar
Privé 1124(77,0) 193 (21,6) 201 (31,8) 442 (41,8) 1043(65,7) 2674 (88,5)
N (%)
Verkeer 181(12,4) 455 (50,9) 263 (37,3) 406 (38,8) 449 (28,3) 316 (10,6)
Sport 132 (9,0) 98(11,0) 76(12,0) 76 (7,2) 40 (2,5) 13 (0,4)
Geweld 4 (0,3) 78 (8,7) 41 (6,5) 35 (3,3) 12 (0,8) 3 (0,1)
TS/Zelfmutilatie 3 (0,2) 25 (2,8) 18 (2,8) 16 (1,5) 5 (0,3) 2 (0,1)
Bedrijfsongeval 1 (0,1) 41 (4,6) 50 (7,9) 71 (6,7) 30 (1,9) 1 (0,0)
Anders/ onbekend 11 (0,8) 2 (0,2) 5 (0,8) 3 (0,3) 3(0,2) 3(0,1)
N(%)
Laag energetische valVerkeersongeval: fiets Anders Verkeersongeval:
brommer/scooter/snorfiets
Verkeersongeval: gemotoriseerd
Hoog energetische val Thermisch (brand)ongeval Geslagen met stomp object
Verkeersongeval: motorfiets Steekincident Onbekend Asfyxie Verkeersongeval: anders Schietincident Verdrinking Explosie
2015 2016 2017
5658 5687 54341114 1061 1105
421 430 378 360 416 366 360 310 282 358 133 354 232 223 178 183 164 185 147 133 142
87 111 89 51 36 54 32 19 18 24 13 11 18 19 55 18 11 15 14 28 30 11 9 9
Verkeersongeval: voetganger
2017 %
63,112,8
4,4
4,3 3,33,0 2,1 2,11,7 1,00,60,20,10,60,20,30,1
Soort ongeval
* Onder een hoog energetische val wordt verstaan een val van een hoogte die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer
Verreweg de meeste ongevallen (63%) betreft een laag energetische val in 2017 (val op zelfde niveau). Het aantal verkeersongevallen onder voetgangers is over de afgelopen drie jaar gedaald. In de categorie ‘Anders’ worden oorzaken genoemd die niet in de andere categorieën kunnen worden ingedeeld, zoals: tegen iets aanlopen, beklemming of een verkeerde beweging.
Het aantal patiënten die trauma oplopen door een hoog energetische val is afgelopen jaren sterk gefluctueerd. In 2016 werd de definitie (>2x lichaamslengte) strakker gehanteerd, waardoor waarschijnlijk de daling. De reden voor de sterke stijging in 2017 is niet duidelijk. Het aantal thermische (brand)ongevallen is afgelopen jaar sterk afgenomen.
Ondanks de uitgebreide onderverdeling valt een relatief groot percentage van de patiënten (0.6%) onder de categorie “verkeersongeval: anders”. In veel gevallen gaat het hier om patiënten die van een scootmobiel vallen, binnenshuis of op de stoep.
10
11 12
Prehospitaal: vervoer en verwijzing43% van alle traumapatiënten binnen de regio NAZNW wordt naar de SEH vervoert met een ambulance. Uit onderstaande tabel blijkt dat de RAV bij 2958 (34%) traumapatiënten bekend is. Ambulancegegevens worden gekoppeld aan hospitale data, wat door o.a. een gebrek aan of onvolledige data niet altijd mogelijk is. Andere mogelijke verklaringen voor het verschil zijn een gebrek aan of onvolledige data.
7.
N N N N
N
RAV K’merland Groot A’dam
Onbekend/overig
Totaal NAZNW
NHN
Ziekenhuis
NAZNW
129 131 260
988 1630609360 492
68 531 607
3 610 967287
340 41978
952 146 1254
185 94 279281 531
766 665 1527 3481 6439
MCS
NWZ-AlkNWZ-DH
RKZ
SG-HaZN
VUmc
ZHA
ZMC
SG-Ho
29 4
132 0
5 3
354
1
20 136
250
Aanrijtijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
GrootA’dam 7
8
254 18
19
246 12
13
233 39
43
319
K’merland 6
7 239 18
20
224 21 22
236 46 49
243
NHN 8
8 224 18
20
223 17
20 221 48 50
226
Behandeltijd
Aanrijtijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
GrootA’dam 7
8
367 20
21
355 13
14
345 44
47
422
K’merland 7 7 180 17 18 165 21 22
182 46 47
186
NHN 9
9 157 20
20
153 18
22 156 49 52
159
Behandeltijd
Aanrijtijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
GrootA’dam 9
10
508 23
24
495 14
16
466 50
53
586
K’merland 6
7 141 20
21
115 21 24
141 48 49
142
NHN 8
9 134 19
20
126 18
21 131 47 51
134
Behandeltijd
Aanrijtijd Vervoertijd Totaaltijd
RAV Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
Mediaan (min)
Gemiddelde (min) N
GrootA’dam 6
7
106 21
22
109 9
10
108 38
40
165
K’merland 6
7 43 21
25
10 33 35
43 41 43 46
NHN 8
8 63 25
26
56 20
25 63 54 57
67
Behandeltijd
De langere behandeltijd van ernstig gewonde patiënten valt te verwachten. De gemiddeld langere vervoertijd van deze patiëntengroep naar het ziekenhuis is natuurlijk ongewenst. Een mogelijke verklaring is het feit dat multitrauma patiënten doorgaans naar level 1 ziekenhuizen worden gebracht, wat niet altijd het dichtstbijzijnde ziekenhuis is. Daarnaast wordt vervoertijd bepaald a.d.h.v. data van de ambulancedienst alsook het EPD van het ziekenhuis. Deze combinatie maakt deze variabele mogelijk minder betrouwbaar.
Aantal ambulanceritten per RAV naar ziekenhuis 2017
ISS 1-3 (licht gewond)
ISS 4-8 (matig gewond)
ISS 9-15 (matig tot zwaar gewond)
ISS 16+ (ernstig gewond)
De Abbreviated Injury Scale (AIS) wordt gebruikt om verwondingen anatomisch te classificeren en beschrijven. Vervolgens worden de hoogste (meest ernstige) scores per lichaamsregio gebruikt om de Injury Severity Score (ISS) te berekenen. De ISS score loopt van 1 tot 75, waarbij een score van 16 of hoger wordt geclassificeerd als multitrauma. Afgezien van de multitrauma patiënten neemt de aanrijtijd toe met ISS score. Een mogelijke bijdrage aan dit fenomeen is de grote hoeveelheid traumapatiënten die zich presenteert met een heupfractuur (20,9%). Dit komt overeen met een ISS score van tenminste 9, maar is minder urgent dan vele andere scores.
Onderstaande tabellen geven per ISS categorie verschillende prehospitale RAV tijden weer. De aanrijdtijd, behandeltijd, vervoertijd en totaaltijd zijn als volgt berekend:• Aanrijdtijd = APT – VT• Behandeltijd = VPT – APT• Vervoertijd = Aankomst SEH – VPT• Totale prehospitale tijd = Aankomst SEH - MKT
13
N (%)
ISS
Transport patiënten met als verwijzer HAP/huisarts
NAZNW
401 (43) 6.4
426 (46) 4.01 (0.01) 4.0
102 (100) 5.0
930 (100) 5.2
Ambulance
Eigen vervoer
TraumahelikopterOnbekend
Jaartal
Perc
enta
ge (%
)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
2013 2014 2015 2016 2017
112 (Amb./MMT)Ander ziekenhuisEigen initiatiefHAP/huisartsOnbekendOverigSpecialist
Verwijzer
Verwijzer traumapatiënten naar SEH (2013-2017)
Sinds 2015 daalt het aantal traumapatiënten dat werd verwezen door de HAP/huisarts.
In bovenstaand figuur is te zien dat trauma patiënten steeds vaker direct contact opnemen met 112. Deze stijging gaat samen met een daling in verwijzingen van de HAP/huisarts. Patiënten die zich voordoen bij de HAP/huisarts en alsnog doorverwezen worden naar de Spoed Eisende Hulp maken in gelijke mate gebruik van ambulance en eigen vervoer. Logischerwijs hebben patiënten die gebruik maken van de ambulance gemiddeld een hogere ISS score dan patiënten die met eigen vervoer de SEH bereiken.
In 2017 werd het MMT ingezet bij 3,79% van de geïncludeerde trauma ongevallen.
JaartalAa
ntal
pati
ënte
n
0
50
100
150
200
250
300
350
OverigeNWZ-AlkRKZVUmc
2015 2016 20172014
Ziekenhuis
Inzet MMT bij traumapatienten (2014-2017)
Volgens landelijke richtlijnen moet 90% van multitraumapatiënten zich direct in het regionale trauma- centrum presenteren. Zoals te verwachten worden patiënten die door het Mobiel Medisch Team (MMT) worden gezien doorgaans naar het VUmc gebracht. Het aantal patiënten dat daadwerkelijk per trauma-helikopter naar het ziekenhuis werd gebracht is wel toegenomen van 2 traumapatiënten in 2014 naar 13 in 2017. Het RKZ (8 patiënten) is los weergeven vanwege het brandwondencentrum. Het MMT bracht in totaal 6 patiënten naar de overige ziekenhuizen.
14
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
0
50
100
150
200
250
300
20132014201520162017
Jaartal
15 16
Spoedeisende Hulp (SEH)Verschillende tijden worden geregistreerd bij een bezoek aan de SEH. Niet alleen is bekend op welk tijdstip de traumapatiënt op de SEH aankomt, maar ook de ontslag datum/tijd naar een andere afdeling of ziekenhuis is bekend. Onderstaand figuur geeft van alle traumapatiënten weer op welk moment van de week zij zich presenteerden op de SEH.
8.
Dagen
Aant
al p
atiën
ten
0
20
40
60
80
100
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag ZondagMaandag
0 4 8 12 16 20 0 4 8 12 16 20 0 4 8 12 16 20 0 4 8 12 16 20 0 4 8 12 16 20 0 4 8 12 16 200 4 8 12 16 20
De verdeling geeft weer hoe het aantal traumapatiënten dat zich voordoet op de SEH fluctueert in een week. De verschillen per dag zijn relatief klein; waarbij de meeste traumapatiënten zich presenteren op zondag. Woensdag is de rustigste dag. De piek op zondag is vooral toe te dragen aan een relatief drukke periode tussen 00:00 en 06:00 uur en de vroegere piek qua drukte overdag.
Dagen
Perc
enta
ge (%
)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
00:00 - 06:00
06:00 - 12:00
12:00 - 18:00
18:00 - 00:00
Dagdeel
Zondag
Zaterdag
Vrijdag
Donderdag
Woensdag
Dinsdag
Maandag
Mediane verblijfsduur SEH (in min) per ziekenhuis (2013-2017)
Verdeling gemiddeld aantal traumapatiënten over de week 2017
Dag en dagdeel van aankomst op de SEH 2017
De SEH wordt relatief weinig bezocht tussen 05:00 en 06:00 uur (1%). Het meest bezochte uur bij de SEH is tussen 16:00 en 17:00 uur (7%).
De minste traumapatiënten presenteren zich op woensdag op de SEH (13.2%). Zondag is de drukste dag (15.6%).
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
Algemene verpleegafdeling
IC/HC/MCOKOverleden op SEHAnder ziekenhuis
Bestemming na SEH
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Gemiddeld genomen voor alle ziekenhuizen is er een trend zichtbaar, waarbij de ligduur op de SEH toeneemt. Opmerkelijk zijn de zeer lage verblijfsduren bij het SG Haarlem in eerdere jaren en sterk toe-genomen ligduren bij het VUmc in de laatste twee jaar. Beide dragen sterk bij aan de eerder genoemde trend. De SEH ontslaggegevens van het MCS ontbreken van recente jaren.
17
Datamanagers en registratiemedewerkers kennen AIS-codes toe aan traumapatiënten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). AIS-codes beschrijven het letsel, de letsel ernst en de lichaamsregio waar het letsel zich bevindt.
Letsels9.
Letsel
Aant
al
0
500
1000
1500
2000
2500
3000VrouwMan
18
Bestemming na SEH per ziekenhuis 2017 Aantal traumapatiënten per lichaamsregio uitgesplitst naar geslacht 2017
De bestemming na de SEH is in veruit de meeste gevallen ‘Algemene verpleegafdeling’, wat heeft doen besluiten de grafiek te starten bij 50%. OK als bestemming na de SEH komt relatief veel voor bij het regionaal traumacentrum (12%). Ook de IC/MC komt veel voor (12%). Dit is een groot verschil met het andere level 1 ziekenhuis in de regio. Bij het NWZ Alkmaar is dit 3% en 4% respectievelijk.
Het hoofd is de meest voorkomende lichaams-regio voor letsel bij mannen (2043 patiënten). Bij vrouwen is dit de onderste extremiteiten (2457 patiënten).
19 20
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
16+9-154-81-3
ISS
Ernstig verwonde patiënten (ISS 16+) worden in de regel naar hoger level ziekenhuizen gebracht. In de regio NAZ NW zijn dit het VUmc en NWZ Alkmaar. Percentueel gezien behandelt het Spaarne Gasthuis Noord/Zuid de meeste traumapatiënten met een ISS score 1-3. Absoluut gezien is dit het NWZ Alkmaar met 667 traumapatiënten.
Het regionaal traumacentrum ontving in 2017 265 multitraumapatiënten (ISS 16+).
NAZNW
2013 2014 2015 2016 2017
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
MCS
NWZ-Alk
NWZ-DH
RKZ
SG-HaZN SG-Ho
VUmc
ZHA
ZMC
4 (1)
107 (21)
13 (3)43 (9)
23 (5)18 (4)
272 (54)
8 (2)
15 (3)
503 (100)
0 (0)
149 (28)
16 (3)48 (9)
26 (5)9 (2)
270 (51)
2 (0)
8 (2)
528 (100)
0 (0)
110 (29)
6 (2)15 (4)
1 (0)1 (0)
236 (63)
0 (0)
4 (1)
373 (100)
5 (1)
90 (25)
3 (1)24 (7)
4 (1)
1 (0)
228 (63)
1 (0)
4 (1)
360 (100) 413 (100)
5 (1)
99 (24)
6 (1)25 (6)
5 (1)1 (0)
265 (64)
1 (0)
6 (1)
Procentuele verdeling ISS categorie per ziekenhuis 2017
ISS scoreVoor de berekening van de ISS score wordt het lichaam ingedeeld in zes regio’s. De drie meest ernstige AIS-codes uit drie afzonderlijke regio’s worden vervolgens gekwadrateerd en opgeteld. Hiervoor wordt het laatste getal van de AIS-code gebruikt, de zogenaamde ernstscore.
Opname10.
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
MCS NWZ-Alk NWZ-DH RKZ SG-Ha SG-Ho Vumc ZHA ZMC
Aantal trauma-patiënten
Aantal CT-scans
Aantal
opnames
metIC
verblijf
(%)
Min - Max(dagen)
Mediaan
298
22
10
(3,4%)
1-76
7
2168
919
104
(4,8%)
1-92
3
646
278
15
(2,3%)
1-42
3
898
159
34
(3,8%)
1-74
3
1294
114
6
(0,5%)
3
1-61
N (%)
645
14
1
(0,2%)
1-31
4
3
1457
581
137
(9,4%)
1-116
450
35
5
(1,1%)
1-15
3
774
239
25
(3,2%)
1-56
2
N (%) N (%) N (%)
Ziekenhuis
Perc
enta
ge (%
)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
>=14
10 -13
7-10
4-6
1-3
Onbekend
Dagen
21 22
Opnameduur per ziekenhuis 2017
Percentage (%)
Tijd
(ure
n)
>6
5-6
4-5
3-4
2-3
1-2
0-1
0 10 20 30 40 50
Tijdsduur aankomst SEH tot eerste CT-scan 2017
22,1% van de traumapatiënten krijgt binnen 30 minuten na aankomst op de SEH een CT scan
CT tijden komen uit het EPD van ziekenhuizen. Er bestaat variatie in het soort tijdstip dat wordt meegegeven in het EPD.
23
Uitkomst van traumazorg
Overig/onbekendIn instelling overledenAndere instellingRevalidatiecentrumVerpleeghuis
Ander ziekenhuis
Eigen woonomgeving
Ontslagbestemming
Ontslagbestemming na opname 2017
11.
71% van de traumapatiënten uit de regio worden uiteindelijk ontslagen naar de eigen woonomgeving. Het verpleeghuis is de bestemming voor 15% van de patiënten. Bij 4% van de traumapatiënten is het nodig naar een ander ziekenhuis te gaan na opname.
Een groot aantal patiënten (261) werd in 2017 vanuit het VUmc ontslagen naar een ander ziekenhuis.
In de regio Noordwest zijn in 2017 213 patiënten overleden. Dit komt neer op 2.5% van de trauma patiënten in de regio (0.3% stijging t.o.v. vorig jaar). Overleden na ontslag wordt gedefinieerd als overleden binnen 30 dagen. Dit is in de meeste gevallen alleen bekend als de patiënt zich na ontslag voordoet bij hetzelfde ziekenhuis en komt te overlijden. Hierdoor is dit percentage zeer waarschijnlijk een onderschatting. Het aantal patiënten dat komt te overlijden is significant hoger in level 1 ziekenhuizen. Tezamen zijn de level 1 ziekenhuizen in de regio (NWZ Alkmaar en VUmc) verantwoordelijk voor 42% van alle patiënten uit de regio Noordwest. Met andere woorden, het verschil is niet de verklaren door de verdeling van patiënten over de ziekenhuizen.
N % Man Gem. leeftijd
ISS
Op SEH
Tijdens opname
Na ontslag
15 75 57 27
198 60 75 14 60 53 83 8
24
28
NetwerkAcuteZorgNoordWestSeptember 2018
24
De beide regio’s in één oogopslagTraumaregistratie NAZNW & SZN
Voor dit overzicht zijn de databases traumaregistratie van regio Netwerk Acute Zorg Noordwest en Spoed-ZorgNet AMC samengevoegd. De focus ligt hierbij op de opvang van multitraumapatiënten in de trauma-centra VUmc en AMC.
De beide regio’s in één oogopslag
Procentuele verdeling (multi)traumapatiënten UAMC (2013-2017)
Jaartal
Perc
enta
ge (%
)
80
60
40
20
020172016201520142013
JaNee
Multitrauma
Na een daling van het aandeel multitraumapatiënten tot en met 2015, is vanaf 2016 weer een lichte stijging zichtbaar. Het aandeel multitraumapatiënten is gestegen van 15,6% in 2015 naar 18,2% in 2017.
2013 2014 2015 2016 2017
N (%) N (%) N (%) N (%) N (%)
Multitrauma
Nee
Ja
Totaal
2.057 (79,1) 2.109 (81,3) 2.274 (84,4) 1.979 (83,3) 2.025 (81,8)
542 (20,9) 485 (18,7) 421 (15,6) 398 (16,7) 451 (18,2)
2.599 (100) 2.594 (100) 2.695 (100) 2.377 (100) 2.476 (100)
Jaartal
Aantal
20172016
20152014
2013
500
400
300
200
100
0
Verdeling aantal multitraumapatiënten UAMC (2013-2017)
In 2017 zijn er 451 patiënten geclassificeerd als multitrauma. Dit betekent een stijging van 53 multitrau-mapatiënten ten opzichte van 2016. Voor het eerst sinds afgelopen vijf jaar is weer een toename van het aantal multitraumapatiënten zichtbaar.
Zorginstituut Nederland heeft een kwaliteitsindicator Multitraumazorg opgenomen in de Transparantie-kalender die stelt dat minimaal 90% van alle multitraumapatiënten in de regio primair in een level-1 traumacentrum moet worden gepresenteerd’. In 2017 is deze indicator voor SpoedZorgNet vastgesteld op 72,4% en voor NAZNW op 64,3 % (88,3% inclusief NWZ Alkmaar).
1 2
3 4
Oorzaak ongeval multitraumapatiënten AUMC 2017
Jaartal
Perc
enta
ge (%
)
50
40
30
20
10
0AndersSportGeweld TS/
ZelfmutilatieBedrijfPrivéVerkeer
Multitraumapatiënten zijn met name slachtoffer van verkeersongevallen (43%) en privéongevallen (35%). In onderstaande tabel worden de oorzaken nader gespecificeerd. Val van hoger niveau houdt in een val die 2-3 maal groter is dan de lichaamslengte van het slachtoffer.
N(%)
Hoog energetische val (val van hoger niveau)
Verkeersongeval
brommer/scooter/snorfiets
Verkeersongeval: gemotoriseerd (excl. motor/bromfiets)
Verkeersongeval: voetganger
Steekincident met mes/zwaard/dolk/ander scherp object
Geslagen met stomp object
Thermisch
(brand)
ongeval
Verkeersongeval: ongeval motorfiets
Schietincident met geweer/pistool/wapen
Verdrinking
Asfyxie
Totaal
Anders
N (%)
100 (22,4) 83 (18,6)
60 (13,5) 41 (9,2) 37 (8,3) 34 (7,6) 21 (4,7) 19 (4,3) 16 (3,6) 10 (2,2) 9 (2,0) 7 (1,6) 5 (1,1) 4 (0,9) 446 (100)
Laag energetische val (val op zelfde niveau)Verkeersongeval: fiets
Percentage multitraumapatiënten op SEH AUMC 2017 per dag(deel)
Bovenstaande figuur toont de verdeling (percentage en aantal) van multitraumapatiënten over een week. Multitraumapatiënten presenteren zich op donderdag en zondag gemiddeld iets vaker op de SEH. De meeste multitraumapatiënten worden in middag en avond op de SEH gezien.
In de nacht van zaterdag op zondag is het aantal ongevallen onder multitraumapatiënten groter in vergelijking met de andere nachten.
Dagen
Perc
enta
ge (%
)
20
15
10
5
0
201195866
20
23232217
14
212530
2121
1830
138
7
2220
1610
4
Zondag
Zaterdag
Vrijdag
Donderdag
Woensdag
Dinsdag
Maandag
Nacht (0:00-6:00 uur)
Avond (18.00-0:00 uur)
Middag (12.00-18.00 uur)
Ochtend (6.00-12.00 uur)
DagdeelaankomstSEH
27
Procentuele leeftijdsverdeling multitraumapatiënten <18 AUMC 2017
16-17 jaar13-15 jaar8-12 jaar4-7 jaar0-3 jaar
30
20
10
0
8
65
12
9
Leeftijd
Perc
enta
ge (%
)
In totaal zijn er 40 multitraumapatiënten jonger dan 18 jaar, waarvan de meesten (n=12) een leeftijd hebben tussen 4 en 7 jaar oud.
5 6
Oorzaak ongeval multitraumapatiënten UAMC 2017 < 18 jaar
N(%)
Hoog energetische val (val van hoger niveau)
Verkeersongeval
brommer/scooter/snorfiets
Verkeersongeval: gemotoriseerd (excl. motor/bromfiets)
Verkeersongeval: voetganger
Steekincident met mes/zwaard/dolk/ander scherp object
Geslagen met stomp object
Thermisch
(brand)
ongeval
Verkeersongeval: ongeval motorfiets
Schietincident met geweer/pistool/wapen
Verdrinking
Asfyxie
Totaal
Anders
N
8 2
6 1 5 3
2 8 0 2 2 0 0 0 446
Laag energetische val (val op zelfde niveau)Verkeersongeval: fiets
Verkeersongeval: andersExplosie
0 0
Multitraumapatiënten jonger dan 18 jaar hebben relatief vaak te maken gehad met een hoog energetisch val (n=8) en met verdrinking (n=8).
Aantal traumapatiënten na schiet- of steekincident UAMC (2015-2017)
64
21
50
20
58
28
SteekincidentSchietincident
201720162015
Jaar120
100
80
60
40
20
0
Incident
Aant
al
In bovenstaande figuur zijn zowel multitrauma- als niet-multitraumapatiënten meegenomen. De reden is dat de meeste traumapatiënten na een schiet-of steekincident een ISS (Injury Severity Score) krijgen van lager dan 16 en dus niet als multitrauma worden gezien. Echter kan een schiet-of steekincident wel een level-1 indicatie zijn. In 2017 zijn er 21 schietincidenten en 64 steekincidenten. Dit zijn 15 patiënten meer dan in 2016. De mediane leeftijd voor steekincidenten in 2017 is 32 jaar en voor schietincidenten 29 jaar. 91% van de slachtoffers is man.
7 8
Amsterdam UMCSeptember 2018
Top Related