28
informatie delen in een informele sfeer
De meerwaarde van regionaal samenwerkenTekst: Martijn Plantinga
Beeld: Viola Hazelhoff
Enkele keren per jaar zoekt een negental fysiotherapeuten / prak-
tijkhouders elkaar op om informatie uit te wisselen op het gebied
van kwaliteit en bedrijfsvoering. In een informele sfeer worden de
laatste trends en ontwikkelingen besproken tussen de bevlogen
ondernemers die per toerbeurt gastheer zijn in hun eigen praktijk.
MoveMens was begin augustus te gast bij FysioVisiq in Gouda, en
sprak met zes van de negen praktijkhouders over regionaal samen-
werken. “We werken allemaal in de regio Gouda, maar we zien
elkaar als collega’s en zeker niet als concurrenten.”
Actief zoeken naar samenwerkingenDe allereerste onderlinge contacten
gaan al terug naar eind jaren 90, vertelt
Hajo van den Berg, werkzaam in de
Fysiotherapeuten Maatschap Woerden.
“Je zoekt toch vaak gelijkgestemden op
en in mijn geval waren dat destijds
praktijken die net als ik heil zagen in
een fysiosportcentrum. Om als fysio-
therapeut een sportcentrum te openen
moest je bijvoorbeeld commerciëler
gaan denken. Dan is het prettig om met
iemand van gedachte te wisselen die met
dezelfde materie te maken heeft.” Ron
Haanschoten (Adfys Montfoort) vult aan:
“Zeker als de groep wat groter wordt,
blijkt het vooral organisatorisch steeds
lastiger om de samenwerking handen en
voeten te geven. In Het Gezonde Net von-
den we een professionele organisatie,
die al ervaring had met het organiseren
van netwerkbijeenkomsten. Zij hebben
bijvoorbeeld ook een consultant die als
gespreksleider kan optreden tijdens een
bijeenkomst.”
Inmiddels zijn er binnen de groep ook
weer kleinere samenwerkingsverbanden
ontstaan. Zo zoeken enkele ondernemers
Van links naar rechts:
Kim Joosten
Hajo van den Berg
Dick Bouwman
Ron Haanschoten
Alex van Bruksvoort
Jeroen Krol
29
naar meer inhoudelijke samenwerking
met orthopeden en neurologen in het
nabijgelegen Groene Hart Ziekenhuis.
“We willen orthopeden en ook andere
artsen laten zien wat wij kunnen en wat
wij doen. Vaak weten ze nauwelijks wat
wij allemaal doen. Door ons als groep
te profileren naar verwijzers, hopen we
meer een serieuze gesprekspartner te
worden. Dat werkt natuurlijk veel beter
dan wanneer je dat als eenling zou doen.
We zoeken dus actief naar koppelingen
en kruisbestuivingen. Het liefst zouden
we dat ook doen tussen de ziekenhuizen
zelf, maar doordat die steeds vaker met
elkaar concurreren is dat soms lastig.”
Hoewel er meerdere praktijkhouders in
Gouda zijn gevestigd, is er geen enke-
le sprake van concurrentie onderling.
Jeroen Krol (Oranjestaete, Gouda): “De
voordelen van regionaal samenwerken
wegen veel zwaarder dan eventuele
nadelen. Concurrentie is er eigenlijk niet,
ik zie iedereen als collega-praktijk. Wél
is het een voorwaarde dat de praktijken
bij elkaar passen. Wij kennen elkaar
allemaal goed en bespreken alles in een
open sfeer.”
Wanneer passen praktijken bij elkaar?
Wat zijn de criteria? De ene praktijk
opereert in een stad met 70.000 inwo-
ners, terwijl een andere in een dorp
met slechts 10.000 inwoners is gesitu-
eerd. Kim Joosten van Praktijk Joosten
in Waddinxveen ziet niet zulke grote
verschillen. Alex van Bruksvoort, vandaag
samen met zijn collega Dick Bouwman
van FysioVisiq gastheer: “Er zijn natuur-
lijk wel wat cultuurverschillen. In een
plaats als Bergambacht lopen mensen
wat gemakkelijker in en uit. Bijvoorbeeld
ook tussen de praktijk en de sportruimte.
Wij houden dat hier wat meer geschei-
den.” Er wordt genoemd dat in een kleine
plaats wellicht wat minder ruimte is voor
bepaalde diensten, zoals Shockwave.
Hierna ontstaat een mooi gesprek als
Kim vertelt over zijn ervaringen in het
plaatsje Moerkapelle, waar hij ook een
ruimte heeft. “Juist wel! Mijn ervaring is
dat een behandeling als Shockwave hier
wel degelijk goed werkt. Er wonen hier
veel zelfstandigen en in dit geval kan een
Shockwave behandeling een alternatief
zijn voor de gang naar het ziekenhuis.
De mensen die ik hier tref willen zo snel
mogelijk weer aan het werk, dus dit biedt
wel degelijk mogelijkheden.”
Deze ‘discussie’ geeft goed weer hoe het
uitwisselen van informatie, volgens Kim
het grootste voordeel van deze manier
van samenwerken, er in de praktijk aan
toe gaat.
KwaliteitOok vanuit Het Gezonde Net wordt goed
gekeken welke praktijken bij elkaar pas-
sen. Niet alleen geografisch, maar ook
qua bedrijfsvoering. Misschien wel de
grootste gemene deler is dat alle prak-
tijken de HKZ 9001 status bezitten.
Mensen gaan steeds meer kijken naar
kwaliteit, is de door iedereen gedeelde
mening. De loyaliteit van je patiënten
is beduidend minder dan vroeger. De
kwaliteitseisen die bijvoorbeeld worden
gesteld door de zorgverzekeraars vallen
niet bij elke fysiotherapeut in goede
aarde en worden soms zelfs als ver-
velende verplichting ervaren. “Maar”,
stelt Kim, “Aan de andere kant laten
wij het ook zien. Wij voldoen aan de
hoogste kwaliteitseisen en zeggen er
direct bij: Kom maar op met die audit!”
Je moet steeds meer doen om je te
onderscheiden, aldus Hajo. “Mensen
gaan zich mede door het internet steeds
meer oriënteren. Daar moet je op in
spelen. Toen wij onlangs een nieuwe,
uitgebreidere website lanceerden, zag
je direct dat meer mensen zich via de
website aanmeldden.”
Drie keer per jaar komen de heren samen,
waarbij een medewerker namens Het
Gezonde Net de bijeenkomst leidt. Hij
maakt een agenda en vraagt de deel-
nemers vooraf om onderwerpen aan te
dragen. Een voorbeeld van een onder-
werp is bijvoorbeeld hoe om te gaan
met screening. Kun je op dezelfde dag
screenen én behandelen? En kun je je
behandeling dan wel declareren? Er wor-
den tijdens de bijeenkomst ervaringen
uitgewisseld. Dat varieert van patiënten
met twee verschillende klachten (“Dan
kan het toch wel?”) tot geweigerde
declaraties omdat een patiënt een dag
eerder een andere fysiotherapeut heeft
bezocht die pas de volgende dag zijn
declaratie indiende (“Ik weiger om een
behandeling op een andere dag te zet-
ten”). Ook zijn andere zorgpartijen eerder
bereid om een presentatie te geven voor
een groep zorgondernemers dan voor een
‘door ons als groep te profileren naar verwijzers,
hopen we meer een serieuze gesprekspartner
te worden’
30
individu. Zo was er dit jaar tijdens één
van de bijeenkomsten bijvoorbeeld een
presentatie van Intramed.
Informele sfeerEr wordt dus vooral samengewerkt op
kwaliteitsniveau en niet op behandel-
niveau. Ron: “Wat we wel doen is bij-
springen wanneer dat nodig is. Als ik
geen inwendige bekkenspecialist in mijn
praktijk heb, verwijs ik een patiënt door
naar een collega uit onze groep die wel
die expertise in huis heeft. Waar mogelijk
helpen we elkaar.” Kim: “Hoewel we
inderdaad niet echt op behandelniveau
samenwerken, trekken we op sommige
gebieden wel samen op. We hebben
bijvoorbeeld ook een ‘rugnetwerk’, waar-
bij we onder andere op papier hebben
gezet hoe we chronische lage rugklach-
ten behandelen. Samen kunnen we beter
laten zien wat we doen dan dat je het
alleen doet.”
Momenteel bestaat het netwerk uit negen
personen en dat aantal is eigenlijk precies
goed, menen de deelnemers. Voor een
andere regio zou dat wellicht anders kun-
nen zijn. Wat vooral belangrijk is, is het
regionale karakter van deze samenwer-
king. Hajo: “We kennen elkaar inmiddels
heel goed en hoewel we met deze club
drie keer per jaar bij elkaar komen, zien
we elkaar vaker. Er worden ook lande-
lijke netwerkbijeenkomsten georganiseerd
waar we elkaar treffen. Maar met de
huidige groep kunnen we goed overleg-
gen, doorverwijzen naar elkaar en leren
van elkaars bedrijfsvoering. En alles gaat
in een informele sfeer. Ik kan gerust de
telefoon oppakken en één van de heren
opbellen met een softwareprobleempje.”
De belangrijkste gebieden waarop wordt
samengewerkt zijn personeelszaken, auto-
matisering, kwaliteit, trends in de markt
en praktijkontwikkeling.
Het moge duidelijk zijn dat de samen-
werking in de huidige opzet bij iedereen
in goede aarde valt. Moeiteloos wor-
den de voordelen van regionaal samen-
werken opgesomd door de aanwezigen:
‘Informatie uitwisselen in de breedste
zin van het woord’, ‘Interessant om bij
elkaar in de keuken te kunnen kijken’,
‘Overleggen met gelijkgezinden en gelijk-
gestemden’ en ‘meer bereiken als groep
dan als individu’.
e-health en social mediaBelangrijke zaken die reeds op de agenda
stonden hebben er bij verschillende prak-
tijken al voor gezorgd dat er iets is veran-
derd in de bedrijfsvoering. Een voorbeeld
hiervan is e-health, wat steeds actueler
wordt in de zorgsector. Nieuwe infor-
matie- en communicatietechnologieën,
vooral internet, moeten de gezondheids-
zorg ondersteunen waardoor de kwali-
‘We proberen elkaar scherp te houden en te triggeren’
31
Met onze onderscheidende websites communiceert u e�ectiever en e�ciënter met uw patiënten.
020 6500 100 [email protected]
UW APOTHEKER ONLINE UW PRAKTIJK ONLINE UW ARTS ONLINE UW TANDARTS ONLINE UW DIERENARTS ONLINE
www.pharmeon.nl Hettenheuvelweg 14 1101 BN Amsterdam
Meerwaarde van regionalesamenwerking leidt tot:
•Visitatie (en reflectie) van elkaars
praktijken
•Besprekinglaatstetrendsenontwik-
kelingen
•Vakinhoudelijkesamenwerking
•Groepsprofilering naar derden (bijv.
verwijzers)
•Gezamenlijkeopleidingentraining
•Doorverwijzingnaarelkaarsspecia-
lisaties
•Multidisciplinairesamenwerking
•Uitwisselingvanarbeidskrachten
•Regionaleexposurenaarklanten
•Collegialeontspanning
teit en doelmatigheid van preventie en
zorgtrajecten verbetert. Hoe doe je dat
dan in de praktijk en wat kun je inzetten,
zijn belangrijke vraagstukken die ter tafel
komen en waarbij de praktijkhouders bij
elkaar inspiratie opdoen. “We proberen
elkaar scherp te houden en te trigge-
ren.” Wanneer iemand twijfelt over een
nieuwe dienst, wordt hier ook gezamen-
lijk over gesproken, zonder enige angst
voor concurrentie. Dick: “We hebben
allemaal dezelfde manier van denken
en willen allemaal dezelfde richting op.
Dat is natuurlijk prettig. We doen dus
heel veel gezamenlijk, behalve spullen
inkopen.” Direct wordt geopperd om dat
ook te doen. “Nieuwe behandelbanken”,
roept iemand. “Als we die groot inkopen
kunnen we vast prijsvoordeel halen.”
Helaas voldoet de bank bij de meesten
nog prima, maar wellicht kan er in de
toekomst ook op dit vlak winst behaald
worden.
Een ander hot item, dat direct te maken
heeft met e-health, zijn de social media.
Vragen die op tafel komen zijn: moet je
hier veel tijd insteken? Hoe pak je dat
aan? Iedereen doet er wel wat mee,
maar de ene praktijk is hier verder mee
dan de andere. Tegenwoordig heeft vrij-
wel iedere zorgondernemer een website,
maar hoe zit het met Facebook? Twitter?
En als je eenmaal een Facebook pagina
hebt, hoe vaak moet je er dan iets opzet-
ten? Niemand heeft de wijsheid in pacht,
maar ook hier blijkt het zeer nuttig om
elkaars ervaringen te delen.
‘Meegaan met de stroom is eigenlijk niet goed
verwoord. We willen voor de stroom uit…’
33
Aangesloten praktijken
De hieronder genoemde praktijken vor-
men de eerste groep van regionale
netwerken waarmee Het Gezonde Net
is gestart. Inmiddels zijn er al meerdere
soortgelijke samenwerkingsverbanden
ontstaan en het ligt in de lijn der
verwachting dat dit aantal verder zal
toenemen.
Aanwezig tijdens de bijeenkomst in
Gouda:
- Adfys Montfoort, Ron Haanschoten
- Fysiotherapeuten Maatschap Woer-
den, Hajo van den Berg
- FysioVisiq Gouda, Alex van Bruks-
voort en Dick Bouwman
- Praktijk Joosten Waddinxveen, Kim
Joosten
- Oranjestaete Gouda, Jeroen Krol
Wegens verplichtingen niet aanwezig
bij het gesprek:
- Fysio-Fitness Bergambacht, Kees
Bakker
- Fysiotherapie Lek en Yssel Krimpen
ad IJssel, Stefan Engelen
- MTC Lopik, Joep van Poppel
- Fysiotherapie Spruyt Schoonhoven,
Robert Spruyt
Meer info?
ToekomstvisieTot slot van het gesprek willen we van
deze groep vooruitstrevende zorgonder-
nemers graag weten hoe zij de toekomst
van de fysiotherapiepraktijk zien.
“De markt krimpt door de saneringen. Wij
moeten erbij blijven, dát is onze drive!
De rol van de verzekeraar in de regierol
wordt nog belangrijker, dus we zullen
steeds moeten afwegen of we mee gaan
met de stroom. ‘Meegaan met de stroom
is eigenlijk niet goed verwoord. We wil-
len voor de stroom uit…’ Verder deed je
vroeger alles vooral vanuit je drive. Nu
moet je veel meer waardoor je gedwon-
gen wordt om creatiever te zijn. Goede
communicatie wordt hierbij steeds
belangrijker. Hoe communiceer je wat je
doet? Hoe zorg je ervoor dat iemand met
pijn in zijn rug bij jou terechtkomt?”
Direct volgt weer een levendige discussie
over de verschillende manieren waarop
je je praktijk onder de aandacht kan bren-
gen. Flyeren in het dorp, de resultaten
van een Facebook pagina en meer. Maar
hoe serieus sommige onderwerpen ook
zijn, uiteindelijk blijken het toch allemaal
enthousiaste professionals. Dat wordt
duidelijk als de mannen door de trai-
ningsruimte lopen: “Hé nieuwe stroops.
Die wil ik ook! Even proberen…” j
35
Top Related