Download - In Perspectief nr.032009

Transcript
Page 1: In Perspectief nr.032009

Sneller en beter subsidie-aanvragen beoordelen

De wereld op zak

INperspectiefg e o g r a f i s c h d e n k e n e n d o e n

een uitgave van ESRI Nederland nr.032009

Geo-INformatIe eN

GISoveral te GebruIkeN

thema mobIel

Page 2: In Perspectief nr.032009

Colofon

In Perspectief is een uitgave van ESRI Nederland. Het magazine brengt actuele ontwikkelingen op het gebied van geografische infor-matie in Nederland. De focus ligt op standaard GIS-toepassingen en praktijkvoorbeelden.

ContaCt E: [email protected] T: +31 (0) 10 217 07 00I : www.in-perspectief.nl

ReDaCtieHarmen van Doorn

Aan deze uitgave werkten meeBarend Sneller, Corine Meppelink,Egbert Griffioen, Florian Brandhi-Dohrn, Gertjan van den BersselaarGert-Jan van der Weijden, Hans van Eijk, Harry Alers, Jan Heida, Jeroen Meijer, Mandy Jong-A-Tai, Marco Verschoor, Niels Tuijtel, Oscar van Dam, Pepijn Cluitmans, Peter van Oosterom, Roderic Apers, Wilfred Hermans

ontweRpKaren Stultiens

FotogRaFieMarcel Krijger (tenzij anders ver-meld)

VoRmgeVing en DRukLens, Rotterdam‘t Papierenhuys

oplage4.500 exemplaren

abonnementenOrganisaties met een onderhouds-contract van ESRI Nederland krijgen In Perspectief kosteloos toegestu-urd. Zonder onderhoudscontract is het ook mogelijk om In Perspectief te ontvangen. Een jaarabonnement kost 25 euro (excl. btw).

aDVeRteRenESRI Nederland biedt partners en relaties de mogelijkheid zich te profileren in In Perspectief. Vraag naar de advertentiemogelijkheden (voorwaarden, tarieven en aan-leverspecificaties) via [email protected].

DiSClaimeRESRI Nederland besteedt de uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de artikelen in In Perspectief. Aan de verstrekte infor-matie kunnen geen rechten worden ontleend. Gebruikt kaart- en bee-ldmateriaal blijft eigendom van de makers. Artikelen uit In Perspectief mogen alleen openbaar worden ge-maakt na schriftelijke toestemming van ESRI Nederland.

31 COLuMN

Mobiel GIS, waar ga je heen?

36 INTERVIEW

Waar kunt u geen geo vinden?

34 MOBIMAPS

Een mobiele kaart op z’n best

45 MIJN PERSPECTIEF

Altijd de kaart!

GIS-DIeNSteN

32 DIENSTEN

Zo werkt ‘t!

24 MAPGALLERy

Wie maakt de mooiste kaart?

NIeuwS

6 Waterschapshuis zet samenwerking

met AQuAGIS voort

6 Nederlandse kennis over kaarten

helpt de wereld vooruit

6 AQuAGIS wordt ESRI Nederland

Solutions

7 ArcGIS op je iPhone

7 Gemeentebrede instructie voor

gebruik GeoWeb 3.0

9 ‘Alle gebruikers een passende

oplossing’

9 uw verhaal?

9 GIS Nieuwsbrief

overIG

5 Voorwoord

39 Ontmoetingen met bijzondere

mensen

43 Run op GIS’ers

43 Kansrijke toekomst met geo

GIS voor...

12 uTILITIES

Geo-informatie en GIS overal te

gebruiken

30 OVERHEID

Sneller en beter subsieaanvragen

beoordelen

GIS werkt!

10 WATERSCHAPPEN

Waterpeil beheren is met mobiel GIS

een makkie

Geo eN ICt

20 GEMEENTEN

Krimpen aan den IJssel brengt twee

werelden bij elkaar

toeN eN Nu

40 ADVIES EN INGENEERING

Het sprookje van de waterkeringen-

inspecties

opINIe

17 COLuMN

De ruimtelijke dimensie is al impliciet

18 GPS-CAMERA

‘Geografische foto’ maakt informatie

completer

22 LAyAR

Overal en altijd antwoorden beschik-

baar

26 MOBIEL WERKEN MET GIS

De wereld op zak

29 EEN ANDER PERSPECTIEF

Verslaafd aan GIS

Page 3: In Perspectief nr.032009

3

Geo-informatie

en Gis overal

te Gebruiken

altijd de

kaart!

een mobiele

kaart op z’n

best

krimpen aan

den ijssel

brenGt twee

werelden bij

elkaar

INhoudsopGavein perspectief, nummer drie tweeduizendnegen

“Het is leuk,

maar heeft het

alledaags nut?”

12 34

31

45 20

Page 4: In Perspectief nr.032009

www.thinkofthefish.nl

Think of the fish.

Samen leven.Samen werken.Samen beter.

Het GIS Competence Center van Atos Origin werkt samen met strategische partners en leveranciers, om in complexe klantomgevingen 100% betrouwbare Geo-ICT oplossingen te realiseren.

Of het nu gaat om Asset Management, GIS of Geodata, wij begrijpen het verschil tussen een oplossing die gewoon werkt en een oplossing die concreet meerwaarde oplevert: een betere efficiency, kostenbesparing en een hogere servicegraad. Voorbeelden van deze meerwaarde zijn te vinden in onze beheeroplossing, de KLIC oplossing en onze GIS services.

Samen voor een betere oplossing.

Advertentie_AO_In_Perspectief.in1 1 7-7-2009 11:18:34

Page 5: In Perspectief nr.032009

Beste lezer,

Eindelijk! Het is er: ArcGIS op je iPhone. Ik ben benieuwd

welke spannende applicaties hiermee worden gemaakt, die

de kracht van de iPhone-interface en de ingebouwde GPS

combineren. GIS schuift weer een stapje verder op in de richting

van de consumentenmarkt. Voor GIS’ers is het prettig om geo-

informatie onderweg te kunnen raadplegen. Een relatief nieuwe

manier om gegevens te ontsluiten die in veel werkprocessen nog

niet benut is. Nu moeten we niet automatisch denken dat mobiel

GIS altijd op een klein apparaat is te vinden. Naast mobieltjes is

er de PDA, tablet en zelfs een computer op locatie is een vorm.

Het gaat erom dat geo-informatie los van het netwerk mee is te

nemen of is te raadplegen via wireless verbinding.

Deze editie van In Perspectief gaat over mobiel werken. Het is

één van de vier patronen in GIS die ESRI gedefinieerd heeft naar

aanleiding van een uitgebreid klantenonderzoek. Ik refereerde

ernaar in een vorig voorwoord en tijdens de GIS Conferentie.

Mobiel werken integreert de binnen- en buitendienst van een

organisatie. Medewerkers op kantoor en in het veld kunnen

direct en realtime met elkaar communiceren: planningen

doorgeven, gegevens inwinnen en nieuwe werkorders met

de optimale routering beschikbaar stellen. Het mooie is dat er

multi-disciplinair kan worden gewerkt. Bij dit mobiele werken is

er bijna altijd wel behoefte aan geo-informatie.

ESRI is zich bewust van de behoefte en heeft in de afgelopen

jaren flink geïnvesteerd in mobiele ontsluitingsmogelijkheden

van geo-informatie. Met mobiel werken benutten we de

investeringen in geo-infrastructuren en vergroten we het

gebruik en rendement. Mede door het goedkoper worden

van de hardware is mobiel werken de laatste jaren flink

toegenomen.

Graag deel ik met jullie de (soms erg innovatieve) voorbeelden

van mobiel werken in deze uitgave.

Frits van der Schaaf

adjunct-directeur

ESRI Nederland

[email protected]

voorwoorD

5

Page 6: In Perspectief nr.032009

6

AQuAGIS heeft op 3 november 2009

samen met Het Waterschapshuis een

nieuwe distributieovereenkomst

voor de zogenoemde IRIS-modulen

(IRIS staat voor Integraal Resultaat-

gericht Informatie Systeem) afgeslo-

ten met een looptijd van 4 jaar. De

waterschappen hebben zo opnieuw

de zekerheid van een aanspreekpunt

voor de aanschaf van huidige en toe-

komstige modulen.

In de nieuwe overeenkomst fungeert

AQuAGIS als één van de reseller’s

van IRIS-modulen en zullen de voor-

waarden voor gebruik van de mo-

dulen vastgesteld worden door Het

Waterschapshuis. Ook wordt geïnves-

teerd in de toekomst, zodat het pro-

duct de primaire processen van water-

schappen blijft ondersteunen.

IRIS is het product van de voormalige

samenwerkingsverbanden INTWIS en

GIS-ZES en Het Waterschapshuis. Voor

alle (nieuwe) modules geeft AQuAGIS

demonstraties, uitleg, opleidingen en

kan het bedrijf implementaties reali-

seren.

De komst van een nieuwe distributie-

overeenkomst resulteert voor beide

organisaties in een goede mogelijk-

heid om kennis en expertise over de

modulen te bundelen en op een een-

duidige wijze bij de waterschappen te

krijgen.

E-mail voor meer informatie naar

[email protected]

AQuAGIS B.V. wordt per 1 januari 2010

ESRI Nederland Solutions B.V. AQuAGIS

is al jaren lang succesvol met GIS-op-

lossingen in één specifieke markt, de

waterbeherende overheden. Vanuit

deze basisexpertise werden steeds

meer overheden zoals provincies en

gemeenten bediend en nam de focus

op het ESRI-platform toe. AQuAGIS is

inmiddels gegroeid tot een organisa-

tie met ruim 50 medewerkers en ope-

reert vanuit Zwolle en Breda. Door de

verbreding van haar klantenkring en

de focus op ESRI-technologie dekt de

naam AQuAGIS steeds minder haar la-

ding. Beter is de nieuw gekozen naam

ESRI Nederland Solutions. Enerzijds

wordt de sterkere binding en samen-

werking met het op ESRI-platform ge-

richte ESRI Nederland B.V. benadrukt.

Anderzijds is de organisatie gericht op

projecten en het realiseren van duur-

zame maatwerkoplossingen. Door

deze samenwerking is één sterk ESRI

Nederland ontstaan die, al dan niet

samen met partners, nog beter en

efficiënter oplossingen op basis van

ESRI-technologie aanbiedt.

Lees op pagina 9 een interview met

Jurgen ten Siethof, directeur van ESRI

Nederland Solutions.

aQuagiS wordt

eSRi nederland Solutions

nederlandse kennis over kaarten helpt de wereld vooruit

“Nederland be-

kleedt een top-

positie in de

wereld”, aldus

Spinozaprijswin-

naar Peter Nij-

kamp in het

boek NL GEO. Dit

boek, een uitgave van Ruimte voor

Geo-Informatie, gaat over de toepas-

sing van digitale kaarten, oftewel

geo-informatie. “Van waterzuivering

in Vietnam tot en met de dijkverste-

viging in New Orleans, overal ter we-

reld hebben Nederlandse specialisten

succes met hun kennis over kaarten.”

Met talloze voorbeelden, reportages

en interviews verklaart dit kleurrijke

boek waarom. Geo-informatie zorgt

onder meer voor schoner water, ste-

vigere dijken, minder malaria en snel-

lere bestrijding van rampen. En voor

wie dat altijd al eens wilde weten, is

er een heldere uitleg van technieken

Het waterschapshuis zet samenwerking met aQuagiS voort

zoals GPS, remote sensing en netwer-

ken van slimme sensoren.

Bestel NL GEO voor 5 euro via

[email protected]

Page 7: In Perspectief nr.032009

GISnieuws

7

Veel medewerkers van de gemeente

Goes werken al jaren tevreden met

GeoWeb. Om de gebruikers kennis te

laten maken met de nieuwe en uitge-

breidere functionaliteit van de nieuwe

versie van GeoWeb werd onlangs een

interne cursus georganiseerd.

Marijke Schipper, secretaresse, nam

de organisatie van de cursus op zich.

Na een bericht naar alle afdelings-

hoofden, waarin de cursus werd aange-

kondigd, kregen ook alle medewerkers

de kans om zich – bij interesse – vrijwil-

lig aan te melden. Maar liefst 140 colle-

ga’s meldden zich voor het volgen van

de cursus, een aangename verrassing.

Omdat de gemeente Goes een cursus-

ruimte heeft van tien computers, ver-

deelde Marijke Schipper de groepen

in 14 x 10 personen over twee cur-

susweken. De verwachting was dat er

2 uur nodig was voor één sessie, dit

bleek achteraf precies te kloppen. Nick

Boogert, een collega van stadsontwik-

keling, was bereid een deel van de

cursussen te willen geven, zodat de

belasting qua tijd een beetje verdeeld

werd. De cursus GeoWeb was een

mooie kapstok om alle geo-gerela-

teerde projecten die momenteel lopen

verder toe te lichten. In de inleiding

van ongeveer 10 minuten werd de

relatie getoond met de basisregistra-

ties (BAG), het project ‘de gemeente

heeft antwoord’ en GeoWeb.

De inhoudelijke cursus GeoWeb was

een kwestie van veel ‘plakken en

knippen’ vanuit de uitgebreide ‘help’-

documentatie, gecombineerd met de

‘Goese’ Geoweb. Wat sinds die tijd

over is gebleven: enkel positieve ge-

luiden en een opvallende stilte op de

helpdesklijn…

AuTEuR: Roderic Apers

gemeente Goes

E-MAIL: [email protected]

gemeentebrede instructie voor gebruik geoweb 3.0

arcgiS op je iphoneVoor iedereen die onderweg ook van

arcgiS Server-kaarten gebruik wil ma-

ken en een iphone of ipod touch heeft,

is er nu een applicatie beschikbaar: agS

touch. Deze applicatie is ontwikkeld

door ontwikkelaar guilhem Vellut en is

kosteloos via itunes beschikbaar.

AGS Touch is een browserapplicatie,

ontwikkeld met behulp van de ArcGIS

Server 9.3 REST API. Met de applica-

tie is het mogelijk om ArcGIS Server-

services (inclusief metadata) te bekij-

ken en raadplegen. In AGS Touch wordt

standaard verwezen naar de sample

server van ESRI, Inc. Door hier een an-

dere url in te vullen kan ook gebruik

gemaakt worden van andere ArcGIS

Server-omgevingen.

ESRI zelf werkt momenteel ook hard

aan de ontwikkeling van een iPhone-

applicatie. Deze applicatie gaat onder-

deel uitmaken van het mobiele ArcGIS-

platform, waarmee ArcGIS Server-data

getoond, bevraagd en geanalyseerd kan

worden. Met de release van ArcGIS 9.4

wordt ook nieuwe functionaliteit van

het platform aangeboden in een nieu-

we download. Zo zijn er plannen om

beter met tiles overweg te kunnen en

voorkeursinstellingen op te slaan.

Daarna wordt het wellicht ook mogelijk

om meer iPhone-functionaliteit te inte-

greren, zoals de ingebouwde gps. “We

hebben nog veel in de planning! Meer

data, meer functionaliteit”, volgens

de makers. Er valt op het gebied van

mobiel GIS nog veel te verwachten…

E-mail voor meer informatie naar

[email protected]

Page 8: In Perspectief nr.032009

8

aDVeRtentie

Werken aan écht betere dienstverlening?CiVision Kadaster/WKPB-GIS maakt het mogelijk!

De WKPB staat niet stil. Daarom zien steeds meer gemeenten nut en noodzaak van het geïntegreerd werken met GIS. Door gebruik te maken van GIS toepassingen worden de gebieden waarop publiekrechtelijke beperkingen rusten “vertaald” naar de betrokken kadastrale percelen.Met de module WKPB-GIS integreert u administratieve kadastrale gegevens met geometrische kadastrale gegevens. De module WKPB-GIS biedt gebruikersgemak en efficiëncy. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid beperkingscontouren geautomatiseerd te vergelijken met de kadastrale kaart. Verschillen worden voorkomen doordat CiVision Kadaster/WKPB-GIS zowel het administratieve als het grafische gedeelte beheerd vanuit één applicatie. Zo werkt u aan meer efficiënte werkprocessen en aan betere dienstverlening.

Al meer dan 25 jaar ondersteunt PinkRoccade Local Government met een uitgebreide portfolio oplossingen en (advies)diensten de lokale overheden bij de uitvoering van hun wettelijke taken en bij de optimalisering van hun bedrijfsvoering. Dit door kennis van en ervaring met wet- en regelgeving en met overheids proces sen te combineren met bewezen informatie- en communicatie technologie. Met meer dan 400 gedreven professionals biedt PinkRoccade Local Government kwaliteit, competenties en continuïteit en helpt zo de lokale overheid haar ambities effectief en efficiënt te realiseren. Met de Complete MidOffice© is PinkRoccade Local Government marktleider e-overheid dienstverlening!

Voor meer informatie www.pinkroccadelocalgovernment.nl of bel 088 - 661004

PinkRoccade advKlant Contact Centrum.indd 1 10-07-2009 11:52:47

Page 9: In Perspectief nr.032009

9

GISnieuws

Jurgen ten Siethof is sinds vorig jaar

directeur van aQuagiS, dat nu eSRi

nederland Solutions gaat heten. Hij

beantwoordt een aantal vragen over

over de naamswijziging en welke ver-

anderingen dat met zich meebrengt.

waarom is er gekozen voor de naam

eSRi nederland Solutions?

“De wortels van AQuAGIS liggen in

de waterschapswereld. Het bedrijf is

daar uitgegroeid tot een belangrijke

GIS-leverancier. Maar, in de afgelo-

pen jaren zijn ook steeds meer andere

organisaties de kennis en expertise van

AQuAGIS gaan waarderen en gebrui-

ken. Het woord ‘aqua’ dekt dus niet

meer de volledige lading. Een tweede

reden voor de naamswijziging is dat

we de positie ten opzichte van ESRI

Nederland duidelijker tot uiting wil-

len brengen. ESRI Nederland Solutions

wil ervoor zorgen dat er een zo breed

mogelijk aanbod is van toepassingen

die gebaseerd zijn op het ESRI-plat-

form en waar gebruikers succesvol

mee kunnen werken.”

wat zijn voor jou typerende eSRi

nederland Solutions-oplossingen?

“ESRI Nederland Solutions levert

maatwerk, waarbij kennis van de ESRI-

technologie en van de klantomgeving

op hoog niveau staat. Het beheer en

onderhoud van bestaande systemen

hoort daar natuurlijk ook bij. Daar-

naast ontwikkelen we standaard-

applicaties gebaseerd op het ESRI-

platform, zoals Schouwkompas en

GeoWeb. Ten slotte zijn de medewer-

kers van ESRI Nederland Solutions ook

beschikbaar om als adviseur of speci-

alist mee te draaien in projecten van

klanten. Voor klanten geldt dat ze

kunnen kiezen uit een uitgebreider

aanbod. Waar ESRI Nederland zich

richt op alle ontwikkelingen rondom

het platform, voegt ESRI Nederland

Solutions specifieke oplossingen toe.

Achter de schermen werken beide be-

drijven nauw samen om te garanderen

dat de totaaloplossing steeds sterker

wordt. Natuurlijk blijven we ook actief

de samenwerking zoeken met onze

business partners.”

Verandert het karakter van aQua-

giS, nu de organisatie dichter bij

eSRi nederland komt te staan?

“Nee. Beide organisaties hebben

al dezelfde missie: gebruikers van

geo-informatie succesvol maken.

AQuAGIS staat bekend als een

vriendelijke en informele organi-

satie die dicht bij klanten staat en er

de processen op zijn duimpje kent.

Dat blijft zo, ook als we ESRI Neder-

land Solutions heten.”

wat is je persoonlijke missie met

eSRi nederland Solutions?

“ESRI heeft zeer krachtige GIS-tech-

nologie en is niet voor niets wereld-

marktleider. Voor klanten is dat niet

voldoende. Wij moeten zorgen dat

we oplossingen ontwikkelen die

precies passen bij specifieke behoef-

ten. Als gebruikers altijd een pas-

sende oplossing kunnen vinden op

het ESRI-platform – ongeacht van wie

die oplossing precies komt – is ESRI

Nederland Solutions in zijn missie ge-

slaagd, en ik in de mijne.”

‘alle gebruikers een passende oplossing’

u wilt graag op de hoogte blijven

van de ontwikkelingen op GIS-

gebied (in uw markt)? Meldt u aan

voor de tweemaandelijkse online GIS

Nieuwsbrief via [email protected]

uw verhaal?Organisaties werken steeds meer met

geografische toepassingen en GIS.

De praktijk leert niet alleen dat veel

bedrijven nog maar kort met GIS wer-

ken, maar dat er ook veel verschillen-

de manieren zijn waarop GIS wordt

ingezet. Graag hoort ESRI Nederland

hoe u GIS toepast in uw sector.

E-mail uw verhaal naar [email protected]

giS nieuwsbrief

Page 10: In Perspectief nr.032009

10

waterpeil beheren is met mobiel GIS een makkie Gis werkt!

Het peil van de meeste Nederlandse wateren

kan vrij nauwkeurig worden ingesteld door

het peilbeheer. De hoogte van het peil wordt

zodanig geregeld dat zoveel mogelijk partijen er

baat bij hebben. Het is echter onmogelijk ieder-

een helemaal tevreden te stellen. Een woonwijk

stelt immers andere eisen dan een natuurge-

bied of landbouwgrond. Een agrariër wil zijn

grond niet te nat hebben, want dan wordt het

moeilijk om iets op zijn land te verbouwen.

Natuur- en landschapsorganisaties daarentegen

willen graag een hoger grondwaterpeil, zodat

de natuur zich beter kan ontwikkelen. In stede-

lijk gebied wil niemand water in de kruipruimte

zien en de scheepvaart wil graag een peil dat

hoog genoeg is om te kunnen varen.

Daarnaast spelen andere factoren ook een

belangrijke rol in het bepalen van de streefpei-

len (zoals de aanwezigheid van drainage en de

grondsoort). Bij het vaststellen van het water-

peil worden de verschillende belangen van

onder andere burgers, landbouwers, natuur- en

landschapsorganisaties tegen elkaar afgewo-

gen.

JuiSte peil

Het waterschap waakt over het juiste peil in

de sloten. Om te weten hoe hoog het water in

de sloot staat, heeft het waterschap een uitge-

breid meetnet. Het beheersgebied van Reest

waterschappen zorgen er onder meer voor dat

het water in de sloten op het gewenste peil blijft.

Het waterschap stelt de hoogte van dit waterpeil

vast in een waterbesluit en voert dit uit via het

peilbeheer. om dit goed te kunnen ondersteu-

nen besloot waterschap Reest en wieden met

aQuagiS een nieuwe applicatie op basis van

arcgiS Server te bouwen: mobiel peilbeheer.

De bekende blauwe peilschalen zijn onderdeel van het meetnet.

Het registreren van de standen is belangrijk in een omgeving waar

burgers en bedrijven het peilniveau kritisch volgen.

Page 11: In Perspectief nr.032009

11

waterpeil beheren is met mobiel GIS een makkie

en Wieden is verdeeld in zogenaamde

peilgebieden, in totaal zijn er ongeveer

1000. De bekende blauwe peilschalen

zijn een onderdeel van het meetnet,

maar er zijn ook honderden elektronische

meetpunten, die continu de waterstand

in de gaten houden. Als er veel neerslag

valt, mag het water niet te hoog staan. Als

het een lange tijd droog is geweest, mag

het peil niet te veel zakken. Naast deze

informatie worden ook andere parame-

ters meegewogen in de afweging van het

streefpeil.

Waterbesluiten bepalen per peilgebied

welk minimum- en maximumwater-

peil wordt nagestreefd. Hier wordt ook

rekening gehouden met het grondwater-

niveau, het weer en de onderhoudsstaat

van de watergang.

Het water in de sloten wordt op het juiste

peil gehouden met gemalen, stuwen,

inlaten en duikers en peilbuizen voor het

meten van de grondwaterstand. Daarmee

kan het waterschap het water afvoeren,

aanvoeren en soms vasthouden. Vrijwel

alle gemalen en steeds meer stuwen

kunnen op afstand worden bediend. Het

gemaal of de stuw meet automatisch de

waterstanden en past de stuwhoogte aan

of zet de pompen van het gemaal aan- of

uit.

toepaSbaaRHeiD

Bij een deel van de meetpunten van

waterschap Reest en Wieden vindt de

registratie handmatig plaats. De peilbe-

heerder bezoekt periodiek het meetpunt,

en noteert het waterpeil nu nog in een

ArcPad-applicatie. De gegevens worden

nu, meestal één keer per week, ingelezen

in de database WISKI (Water Information

System, Kisters). In deze database worden

alle tijdreeksen opgeslagen, kwantiteit,

kwaliteit en zuiveringen. WISKI brengt de

data verder naar Intwis/Iris, een gemeen-

schappelijke ICT-applicatie die grote delen

van het primaire proces bij waterschappen

ondersteunt. De peilbeheerder beschikt

op zijn mobiele applicatie over de data

van de laatste dertien maanden van de

metingen op het meetpunt.

Waterschap Reest en Wieden koos voor

het ArcGIS Server-platform als standaard

voor alle mobiele toepassingen, omdat dit

goed aansluit bij de huidige wensen van

het waterschap. Vooral de directe toegang

tot de database is een van de meest in het

oogspringende functionaliteiten. Data

zoveel mogelijk centraal in de database

opslaan, directe uitwisseling zonder extra

handelingen, platform-onafhankelijk,

geschikt voor PDA, smartphone of een

tablet pc en een toekomstvaste applicatie.

Registeren van peilgegevens komt bij

ieder waterschap voor, Reest en Wieden

is daarop geen uitzondering. In een

omgeving waarin burgers en bedrij-

ven het peilniveau kritisch volgen, is het

noodzakelijk dat peilen goed worden

geregistreerd en dat hierop wordt geanti-

cipeerd. Met de applicatie mobiel peilbe-

heer is dat geregeld.

AuTEuR: Jan Heida | AQuAGIS

E-MAIL: [email protected]

mobiel peilbeHeeR

Een aantal belangrijke

onderdelen van het mobiel

peilbeheer-portaal:

• Inventarisatie:

met behulp van ArcGIS

Server is een applicatie

ontwikkeld voor PDA’s

waarmee peilgegevens

kunnen worden inge-

voerd.

• Synchronisatie:

het standaard synchronisa-

tiemechanisme van ArcGIS

Server wordt gebruikt

voor synchroniseren van

data vanuit het veld naar

kantoor.

• Valideren:

in het meetproces is vali-

datie een belangrijk on-

derdeel, hiervoor wordt

gebruik gemaakt van de

regels van WISKI.

• Raadplegen:

bij ieder meetpunt kan de

peilbeheerder de laatste

waarden bekijken, een

specifieke vraag over het

peil kan de beheerder

rechtstreeks aan de WISKI-

database stellen.

Page 12: In Perspectief nr.032009
Page 13: In Perspectief nr.032009

13

Geo-informatieen Gis overal tegebruiken

brabant water is de één-na-grootste drinkwaterleverancier in nederland. Het bedrijf levert drinkwater aan de inwoners van de provincie noord-brabant (zo’n 2.4 miljoen), via een uitgebreid netwerk met 1.1 miljoen aansluitingen. Ze heeft arcFm ut geïmplementeerd en onlangs in gebruik genomen. naast een desktop- en serversysteem implementeerde brabant water ook de mobiele variant. ook heeft de organisatie een koppeling met haar klanteninformatie-systeem.

Gis voor

utilities

brabant water neemt nieuw systeem in gebruik met mobielaspect en integratie met klantgegevens.

Page 14: In Perspectief nr.032009

14

De Brabantse drinkwaterleveran-

cier was hard toe aan een nieuw

enterprise systeem, waarin ze al

hun informatie in kunnen opslaan

en klaar zijn voor de toekomst. Het

oude GIS-systeem (gebaseerd op

IBM-software) voldeed niet meer

aan de huidige behoeften van be-

drijfsbreed GIS-gebruik. Daan van

Os, Adviseur Informatievoorziening,

licht toe: “We waren onder meer

toe aan een nieuwe interface, we

wilden informatie via intranet de-

len, koppelingen met andere syste-

men tot stand brengen en we mis-

ten analysemogelijkheden. Verder

werd het onderhoud niet meer ver-

zorgd.” Brabant Water ging, na een

Europese aanbesteding, in zee met

ESRI Nederland.

De doelen van het project waren

helder uiteengezet: geen op maat

gemaakte, maar een standaard

utilitytoepassing (1); een oplossing

waar nog lang mee gewerkt kan

worden (2); zowel ondersteuning

van asset management als analyses

uitvoeren en visualiseren van het

leidingnetwerk (3); een volledige

dataconversie van het oude systeem

(4); koppeling met het klanten-

informatiesysteem (5).

Gezien de omvang van de doelen, de

data en het aantal mensen dat met

het systeem moest gaan werken,

vormden deze doelen een enorme

uitdaging. Het Brabantse water-

bedrijf bezit een leidingnetwerk

met een lengte van 18.000 km, be-

schikt over 20 desktop muteerders,

enkele honderden webgebruikers

en heeft 120 medewerkers in dienst

die het systeem vanaf hun mobiele

positie bevragen. Er is in totaal zo’n

20 GB aan data geconverteerd.

exaCte loCatie

Brabant Water zet ArcFM uT breed

in. De desktop-variant wordt ge-

bruikt om gegevens over bedrijfs-

middelen te actualiseren en te

analyseren. Externe onderzoekers

meten bijvoorbeeld posities op van

nieuwe waterleidingen met GPS

en AutoCAD-tools. Brabant Wa-

ter importeert deze geografische

data vervolgens in het systeem en

voegt er de nodige (technische) in-

formatie aan toe. Verder is er een

Na het synchroniseren met de geodatabase gaan de monteurs met de mobiele applicatie het

veld in voor onderhoud, of het nu gaat om het correctief onderhoud of preventief werken.

Page 15: In Perspectief nr.032009

15

flinke groep gebruikers (300 mede-

werkers) die toegang heeft tot de

GIS-data via ArcFM uT Web.

Zo’n 120 mobiele gebruikers syn-

chroniseren ook regelmatig met

de geodatabase om over de meest

actuele data te beschikken. Daarna

gaan ze het veld in voor onderhoud,

of het nu gaat om het correctief

onderhoud of preventief werken.

Vaak weten monteurs niet waar ze

bijvoorbeeld een bepaalde brand-

kraan kunnen vinden. Het systeem

geeft, aan de hand van het admini-

stratieve nummer, de exacte locatie

aan. Een gekoppeld GPS-apparaat

brengt de mobiele werker op de

locatie. Een veel voorkomende on-

derhoudstaak is het repareren van

een lek. Het systeem ondersteunt

dit soort taken met een trace-

functie, waarbij het te isoleren net-

deel wordt bepaald met een selectie

van de dicht te draaien afsluiters.

koppeling met klantData

Een belangrijk aspect van de in-

troductie van het GIS was dat de

klantdata continu gesynchroni-

seerd zou worden, een wens van de

klantenservices. Ze beheren en wer-

ken met informatie over de klant in

het klanteninformatiesysteem. De

ArcFM uT Integrator EAI sluit aan

op de bij Brabant Water gebruikte

BizTalk servicebus en realiseert zo

dat alle adressen gesynchroniseerd

worden met het GIS (dit gebeurt

via de SOAP XML-interface). Dit ver-

mijdt foutmeldingen in de data of

dubbele adressen en vergroot de

draagkracht voor het systeem onder

gebruikers.

Het GIS-team van Brabant Water

benadrukt dat het belangrijk is

om altijd te praten met de eindge-

bruikers. Niet alleen bij het begin

van een project, maar ook als het

systeem in werking wordt ge-

steld. Een paar maanden nadat het

systeem in werking trad, ging het

team terug naar de eindgebruikers

om na te gaan of het nog steeds

werd gebruikt zoals bedoeld. Ook

legden ze uit waarom bepaalde

keuzes voor het systeem of func-

tioneel ontwerp waren gemaakt

tijdens de implementatie. Dit hielp

enorm om eindgebruikers de stan-

daard functionaliteit van het nieuwe

systeem te begrijpen en te accepte-

ren. Over het algemeen herkennen

gebruikers dat ze in een leercurve

zitten en zijn blij met het nieuwe

GIS, nu het veel meer functionliteit

biedt dan het vorige systeem.

toekomStplannen

Brabant Water is gestart met het

ontdekken van de nieuwe functies

die het systeem rijk is. Daan van

Os: “Sommige zaken hadden we

nog niet meegenomen tijdens de

implementatie.” Het GIS-team van

Brabant Water wil daar als eerste

mee aan de slag. Een voorbeeld

daarvan is het verbeteren van de

informatie op kleinschalige plots

(geografische kaarten). Deze zijn

nodig voor bijvoorbeeld het onder-

houd van pijpen - waar gebreken

een grote impact zullen hebben

(zoals pijpen op kruisingen van rivie-

ren of hoofdwegen). Hiervoor zijn

objecten en aanvullende data aan

het model toegevoegd, zoals, man-

telbuizen, kathodisch beschermde

objecten en onderhoudsdata.

AuTEuR: Harmen van Doorn

E-MAIL: [email protected]

Het is altijd belangrijk om tepraten met de eindgebruikers.

Page 16: In Perspectief nr.032009

ESRI Nederland Opleidingen

Masterclasses

ESRI Nederland Opleidingen organiseert jaarlijks een aantal masterclasses. In deze meerdaagse opleidingen worden verschillende thema’s met betrekking tot GIS behandeld. Garant voor de objectieve overdracht van kennis & ervaring staan externe sprekers van onder andere toonaangevende universiteiten, ingenieurs- en adviesbureaus.

De masterclasses van ESRI Nederland Opleidingen zijn

bedoeld voor GIS professionals en managers, project-

leiders of systeembeheerders van organisaties waar GIS

een rol speelt of zou kunnen spelen. De onderwerpen

variëren van ‘Webservices’ tot ‘Organisatie en GIS’.

Kijk voor meer informatie op www.esri.nl/opleidingen

Inschrijven

Wilt u zich inschrijven dan kunt u contact

opnemen met ESRI Nederland Opleidingen via

+31(0)10 217 07 00 of [email protected].

Graag tot ziens!

Masterclass Webservices: 12, 13, 19 en 20 januari 2010

Masterclass Organisatie en GIS: 11, 12, 18 en 19 mei 2010

Masterclass advertentie IP 3-2009.indd 1 3-11-2009 10:28:50

Page 17: In Perspectief nr.032009

Column

Kunnen we regen verwachten, of waait de regenwolk langs

ons heen tijdens ons uitstapje? Het succes van de buienradar

is de unieke combinatie van plaats en tijd. De regenbui is

hierbij het object van studie met de kenmerken dichtheid,

plaats en tijd. De combinatie ervan, de verplaatsing in de tijd

van de donkere wolk, geeft ons informatie.

De buienradar is één van de meest succesvolle GIS-

applicaties van dit moment. De GIS-factor, oftewel de kaart,

is hierbij nog behoorlijk duidelijk aanwezig. Bij reguliere

mobiele telefoons is de GIS-component echter minder expli-

ciet, maar niet minder succesvol dan de buienradar. Wie kent

niet die irritante sms’jes als je de grens overgaat: ‘Welkom

in Duitsland’. Een mooi staaltje plaatsbepaling in de tijd. Of

deze, van de politie: ‘Was u op 29-04-2009 om 11:29 uur in

Arnhem, kijk dan vanavond naar Opsporing Vermist’. Het

is geografsche informatie die impliciet in onze gsm wordt

toegepast. Mensen krijgen de sms’jes, maar beseffen niet

dat het GIS is.

Bij opslag van gegevens is dit niet anders. In bijna alle syste-

men moet je expliciet moeite doen om van de gegevens

naast de inhoudelijke kenmerken, zoals dichtheid van de

wolk of telefoonnummer van de gsm, ook het tijdstip en

plaats op te slaan. Tijdstip is dan wel opgenomen in onze

wereld door het bewaren van de begin- en eindtijd in de

data.

Zo zal het ook met de plaatscomponent moeten gaan. Nu is

het voor de meeste databasebeheerders nog bloed, zweet

en tranen wanneer ze opeens geconfronteerd worden met

geografische attributen, in de toekomst zal het impliciet

zijn. Tijdens de ‘next, next, finish’ wordt naast Number,

Decimal en Char dan ook Geometry aangemaakt. Zoals bij

de mobieltjes of TomTom’s het normaal is dat ‘ie’ weet waar

je bent, zo is het straks ook normaal dat je aan de database

kan vragen ‘waar’ objecten waren. De ruimtelijke en tijdsdi-

mensie zijn dan impliciet in de gegevens opgeslagen.

AuTEuR: Barend Sneller

ESRI Nederland

E-MAIL: [email protected]

De ruimtelijkedimensie is alimpliciet

“Mensen beseffen

niet dat het GIS is.”

17

Page 18: In Perspectief nr.032009

18

‘Geografische foto’ maakt informatie completeropinie

18Foto’s: Eric Laycock

Er bestaan al langer websites, zoals

Flickr of Picasa, waar mensen hun

favoriete vakantiekiekjes kunnen

uploaden en toegankelijk kunnen

maken voor iedereen over de hele

wereld. Naast deze laagdrempe-

lige mogelijkheid bestaat er ook

een variant voor (grote) organisa-

ties om forse hoeveelheden foto’s

te beheren op een professionele

en efficiënte manier en, om ze te-

gelijkertijd wereldwijd beschikbaar

te maken. Dat is mooi, want de

zakelijke markt ziet digitale foto’s

als een belangrijke aanvullende

waarde. Mede door de ontwikke-

ling dat foto’s sinds kort geo-infor-

matie – hier zorgt een gps-camera

met kompas voor – kunnen bevat-

ten. Elke foto wordt automatisch

aan een object gekoppeld. Publice-

ren op internet of intranet verloopt

eenvoudig via ArcGIS Server.

CameRa met gpS

Objectregistratie speelt binnen het

GIS-werkveld al jarenlang een grote

rol. Met de komst van mobiel GIS

en gps is dat een stuk eenvoudi-

ger geworden. Nederland gebruikt

gps-camera’s inmiddels op steeds

grotere schaal. De toepassingen

zijn veelzijdig. Van traditionele re-

gistratiedoeleinden tot objectdo-

cumentatie in de vastgoedbranche,

van milieu- en natuurbescherming

tot toerisme, industrie en publieke

dienstverlening.

Een aantal concrete voorbeelden

van toepassingen: militairen van De-

fensie maken foto’s van operationeel

optreden. Dit geeft een goed beeld

van de situatie, maar ook kunnen ze

achteraf dienen als evaluatiemate-

riaal. Verder gelden voor verzeke-

ringsmaatschappijen foto’s als een

bewijslast voor het beoordelen van

schadeclaims. Gemeenten werken

op dezelfde manier: woningen kun-

nen sneller worden getaxeerd en

uitzonderingen in de basisregistra-

ties worden door middel van foto’s

vastgelegd. Ook natuurorganisaties

kunnen aan de hand van foto’s be-

palen welke bomen gekapt mogen

worden en waar ze bepaalde natuur

willen ontwikkelen.

PhotoMapper Server blijkt ideale ArcGIS Server-tool voor het beheren en publiceren van digitale foto’s.

mensen zijn steeds visueler ingesteld. Door zowel particulieren als bedrijven worden daarom

vaker grote hoeveelheden digitale foto’s gemaakt en gebruikt. Dit levert vooral een om-

vangrijke digitale fotobestanden-verzameling op. Het beheer ervan is lastig. Het gevolg:

overvolle opslagmedia en beelden die moeilijk terug te vinden zijn.

Bron: GISplus

Page 19: In Perspectief nr.032009

‘Geografische foto’ maakt informatie completer

19

beHeeR en Delen

Het weergeven van foto’s in de kaart

is niet alleen veel inzichtelijker, ook

vanuit beheersmatig oogpunt is het

hebben van geo-gebaseerde foto’s

verstandig. Foto’s laten zich een-

voudiger categoriseren en terug-

vinden wanneer naast attributen

(zoals datum en tijd) ook locatiege-

gevens kunnen worden gebruikt.

Verder borgen tekstmemo’s – die

tijdens het inwinnen toegevoegd

kunnen worden – de metadata van

de foto (bijvoorbeeld de fotograaf,

welk project en in de status van het

object).

Naast een beter beheer gaat delen

met collega’s en andere gebrui-

kers via internet erg gemakkelijk.

PhotoMapper Server maakt van het

invoeren, beheren en publiceren

van grote hoeveelheden foto’s een

eenvoudige en plezierige aangele-

genheid.

oRganiSatie

De techniek achter PhotoMapper

Server is niet bijzonder ingewikkeld.

Het is juist het organisatorische as-

pect dat aandacht vraagt. Foto’s

worden nu nog als bestanden ge-

zien, waarbij de bestandsnaam de

enige manier is om te zien bij welk

object de foto hoort. De beelden

kunnen echter als informatiebron

gaan werken wanneer ze gekop-

peld worden aan de kaart. Objecten

kunnen eenvoudig worden geloka-

liseerd en geanalyseerd op uiterlijke

kenmerken en kwalitatieve eigen-

schappen. Daarvoor zijn afspraken

nodig over het beheer: welke ob-

jecten worden met de gps-camera

gefotografeerd, hoe worden de

beelden opgeslagen en beschikbaar

gesteld. Verder zijn er eisen nodig

die aan de foto worden gesteld, zo-

als fotoresolutie, afstand tot objec-

ten en het moment van fotografe-

ren. Werken met foto’s vraagt dus

om een andere manier van denken.

AuTEuR: Egbert Griffioen | GISplus

E-MAIL: [email protected]

Foto’s: Eric Laycock

Hoe weRkt pHotomappeR SeRVeR?

Er zijn inmiddels meerdere digitale camera’s beschikbaar

met ingebouwd gps, waarmee de locatie van elke foto

automatisch wordt vastgelegd. De Ricoh Caplio 500SE is

de meest professionele en robuuste gps-camera, die (als

enige) beschikt over een digitaal kompas, zodat de rich-

ting waarin de foto is gemaakt wordt weergegeven.

PhotoMapper Server is een organisatiebrede oplossing

voor het beheren van grote hoeveelheden digitale foto’s.

Door het opslaan van foto’s op een centrale plaats is het

mogelijk om ze efficiënt te benaderen vanaf alle werksta-

tions, zowel binnen als buiten een organisatie.

De oplossing wordt geïnstalleerd binnen een bestaande

ArcGIS Server-omgeving. Het grote voordeel hiervan is

dat de foto’s gebruikt kunnen worden in combinatie met

eigen GIS-data van de organisatie.

Voor organisaties die (nog) geen gebruik maken van

ArcGIS Server bestaat tevens de mogelijkheid om een

abonnement af te sluiten en gebruik te maken van in-

ternet-hosting. Naast de serveroplossing is er ook een

desktop (stand alone) variant beschikbaar; GPS Photo-

Mapper. Hiermee kunnen gps-foto´s worden ingelezen

en beheerd in een ArcGIS-project.

PhotoMapper Server is ontwikkeld door alta4, ontwik-

kelaar van diverse software specifiek voor zgn. ’geo-

imaging’. Alta4 – het bedrijf dat in 2008 nog werd uitge-

roepen tot wereldwijde ESRI-partner van het jaar - biedt

software voor zowel ArcGIS Desktop als ArcGIS Server.

GISplus is de Nederlandse reseller van de alta4 soft-

ware en tevens van de Ricoh gps-camera. Ga voor meer

informatie naar www.alta4.com of www.gpscamera.nl.

Page 20: In Perspectief nr.032009

20

krimpen aan den IJssel brengt twee werelden bij elkaar

“Anderhalf jaar geleden zijn we

serieus met deze klus begonnen”,

vertelt Leo Otterspeer van de ge-

meente Krimpen aan den IJssel,

beheerder van het administratieve

pakket voor de BAG. “Veel van onze

applicaties zijn al van Centric, en

daar hebben we goede ervaringen

mee. Het implementeren van een

nieuwe Centric BAG-applicatie was

daarom het meest eenvoudig. We

hebben vooraf eerst wat vinger-

oefeningen gedaan en dat zag er

prima uit. Daarnaast hadden we

een prijsvraag gewonnen op een

beurs waardoor we korting kregen.

Al met al was het dus een logische

keuze.”

ongekenD

Het voornaamste verschil op ad-

ministratief gebied dat de BAG-

koppeling genereert, zit ‘m vol-

gens Otterspeer in de procesgang.

“We zijn niet zo’n grote gemeente

– rond de 30.000 inwoners – en

veel processen lopen al jaren op

een informele manier. Met de BAG-

koppeling zullen de gegevens veel

overzichtelijker binnenkomen; alles

zal veel formeler gaan lopen, en

daardoor efficiënter, effectiever en

ook vollediger. Daar worden we ook

op getoetst. Alle losse bestandjes

waar instanties gebruik van maken,

worden straks één BAG-bestand.

Voor de uniformiteit wel zo prettig.

Geo-informatie en administratieve

BAG-koppeling van ESRI Nederland en Centric was een logische keuze.

Geo en ict

Zoals bekend is op 1 juli 2009 de regelgeving rond de basisregistraties

adressen en gebouwen (bag) in werking getreden. Vanaf 2011 moeten de

bag-gegevens wettelijk verplicht worden gebruikt in alle overheidstoe-

passingen. De gemeente krimpen aan den iJssel werkt hard om aan de

eisen van de wet bag te voldoen. onlangs is software van eSRi nederland

aangeschaft ten behoeve van de geografische koppeling tussen de

bag-applicatie en de in gebruik zijnde arcgiS-applicatie.

Page 21: In Perspectief nr.032009

21

gegevens zijn twee werelden die

nu door de BAG-koppeling wor-

den samengebracht. We gaan infor-

matie met elkaar uitwisselen, dat

is nog nooit gebeurd. Ongekend!

Ook de contacten met de GIS-colle-

ga’s zijn inmiddels veel intensiever

dan voorheen, we werken nu meer

samen. We hebben veel tips van an-

dere gemeenten gekregen. Qua ad-

ministratie bijvoorbeeld de tip om

een compleet referentiebestand te

hebben die je in de applicatie zet,

zodat je niet achteraf nog allerlei

wijzigingen moet gaan doorvoe-

ren.”

uitwiSSeling

Henk Kleinheerenbrink werkt bij de

afdeling Informatievoorziening en

Facilitaire zaken van de gemeente

Krimpen aan den IJssel, en ver-

vult in die hoedanigheid vooral

een adviserende en coördinerende

rol in de technische ondersteuning

rondom het BAG-project. “In het

voortraject van de BAG-invoering

is vooral aandacht besteed aan

de betekenis en gevolgen van de

invoering van de BAG in onze

gemeente. Vervolgens is een pak-

ketkeuze gemaakt en zijn techni-

sche voorzieningen gerealiseerd

voor de koppeling met de lande-

lijke voorziening en het daarbij be-

horende PKI-certificaat. Daarnaast

zijn zaken geregeld zoals de be-

schikking over luchtfoto’s en het

authentiek maken van de adres- en

gebouwgegevens. De ESRI Neder-

land BAG-koppeling draagt zorg

voor de geografische koppeling tus-

sen de BAG-applicatie van Centric

en ArcGIS van ESRI. Data-uitwisse-

ling geschiedt straks met behulp

van de ESRI-BAG-koppeling, via de

‘elektronische snelweg’ en centrale

opslag.

geometRie

Over naar zijn collega Jan Buijs,

geo-medewerker van de gemeente

Krimpen aan den IJssel. “Ik verzorg

voornamelijk het geometrische

gedeelte van de BAG, zoals het digi-

taliseren van de panden, en ik heb

voor het grootste gedeelte de pan-

denkaart en verblijfsobjectenkaart

opgebouwd op basis van de GBKN.

In de applicatie van Centric zit een

stukje geometrie, en in het pakket

zelf wordt al de koppeling gelegd.

Het enige wat ik in wezen dus doe,

is de X- en y-coördinaten toevoe-

gen waardoor de applicatie weet

welke administratieve gegevens bij

welk pand hoort. Het contact met

mijn collega’s is momenteel vrij in-

tensief. We zien elkaar minimaal

eens in de veertien dagen en praten

dan met name over de opbouw van

het referentiebestand waar onze

gemeente nog volop mee bezig is.

Hoe ons contact in de toekomst zal

zijn, hangt af van het aantal muta-

ties.” Buijs is vooralsnog niet tegen

grote problemen aangelopen. Wel

raadt hij andere gemeenten aan

vooral samen te werken. “Kijk eens

wat vaker over elkaars schouder

mee hoe de ander het doet, je moet

niet het wiel opnieuw willen uitvin-

den. Of we voor 2011 klaar zijn? Ja,

daar ben ik van overtuigd.”

AuTEuR: Wilfred Hermans

E-MAIL: [email protected]

“De gegenereerde geo-datawordt centraal opgeslagen via

de elektronische snelweg.”

krimpen aan den IJssel brengt twee werelden bij elkaar

Page 22: In Perspectief nr.032009

Een weekend weg is leuk, maar toch

is het jammer dat dan vaak veel in-

formatie niet beschikbaar is op het

moment dat we het nodig heb-

ben en de plaats waar we dan zijn.

Lopend in Maastricht stelden mijn

gezin en ik een hoop vragen: “Wat

voor gebouw is dit?”; “Waar kan ik

straks lekker eten?”; “Waarom ves-

tigden de Romeinen zich nu precies

daar?”; “Welke films worden van-

avond in die bioscoop getoond?”;

“Wie heeft dat kunstobject ge-

maakt?”. Allemaal vragen waar we

direct een antwoord op willen. En,

allemaal vragen die te maken heb-

ben met de ‘wat’ en ‘waar’-vragen.

inFoRmatie en aCtie

Gelukkig kregen we direct ant-

woorden! De techniek om dit

soort vragen te beantwoorden is

sinds deze zomer beschikbaar voor

consumenten. Gebaseerd op de

locatie van een object of dienst kan

met behulp van een smartphone

informatie worden verzameld van

internet en aan het object worden

‘gehangen’. Vervolgens projec-

teert de smartphone ‘informatie-

knoppen’ op het scherm op die

plekken waar informatie over be-

schikbaar is. Deze techniek van het

uitbreiden of verrijken van de wer-

kelijkheid heet ‘augmented reality’.

Hoe gaat het in zijn werk? In Maas-

tricht richtte ik mijn telefoon op de

Sint Servaasbasiliek, een object in

de openbare ruimte. Op mijn scherm

verscheen een informatieknop op

het object. Erop klikken leverde mij

informatie over de bouwperiode,

historie, het verhaal achter het ob-

ject op, dus koppelingen naar een

specifieke internetpagina. Naast

deze realtime informatiestroom zijn

ook acties mogelijk, zoals: ‘hoe kom

ik er ’, ‘bel telefoonnummer’, ‘speel

audio- of videofile’, ‘laat beeld-

materiaal zien’.

overal en altijd antwoordenbeschikbaar

22

opinie

Foto: Eric Laycock

‘Terminator-technologie’ en geo-informatie voor dummies: ook de consument kan er nu mee werken.

enkele weken geleden liep ik met mijn gezin door maastricht. De limburgse

hoofdstad is een leuke en gezellige stad. mooie gebouwen, een rijke historie

en heerlijk eten. genoeg ingrediënten voor een geslaagd weekendje weg

waar we uit halen wat erin zit.

Page 23: In Perspectief nr.032009

wat iS layaR?

Afgelopen augustus vond

de wereldwijde lancering

van Layar plaats, dé mobiele

augmented reality-browser.

Layar legt een intelligent

laagje over het camerabeeld

van de mobiele telefoon. Als

je vervolgens door de lens

naar een straat of object kijkt,

kun je bijvoorbeeld zien wel-

ke huizen te koop staan en

hoe duur ze zijn, waar restau-

rants zijn en de reviews daar-

van (iens.nl),waar de dichtst-

bijzijnde betaalautomaat

staat of waar de voorvallen

van de Canon van de Neder-

landse geschiedenis hebben

plaatsgevonden. Inmiddels

zijn er nu wereldwijd honder-

den verschillende Layars.

De applicatie is vrij te down-

loaden voor bezitters van

de iPhone (alleen 3gs) en

Android-telefoons. Layar be-

looft dat er ook een iPhone

3G, en een Symbian-versie

beschikbaar komen.

Deze telefoonaanbieders ken-

den al wat augmented reality-

applicaties, maar Layar is de

enige browser waarop meer-

dere informatielagen kunnen

draaien en waarbij de ‘content-

owner’ de inhoud kan bepa-

len.

23

overal en altijd antwoordenbeschikbaar

Canon

Overal in Nederland is ‘De canon

van de Nederlandse geschiedenis’

door middel van een Layar, made by

Muzar.org, te zien. Geschiedenis wordt

daar getoond en uitgelegd waar

het zich ook echt heeft afgespeeld.

Van de hunnebedden, via de beelden-

storm tot de invoering van de euro.

Sinds eind november 2009 is het ook mo-

gelijk om objecten in 3D te presenteren.

Reeds lang verdwenen kastelen, gebou-

wen kunnen herbouwd worden, maar ook

kan op deze manier een nieuw gebouw in

de omgeving geprojecteerd worden. Om-

wonenden en andere belangstellenden

kunnen, real-time, ervaren hoe de buurt

eruit gaat zien. En potentiële kopers van

een woning in een nieuwe buurt kunnen

door de buurt lopen, al voordat één paal

in de grond is geslagen.

loCatie gebaSeeRD

Het platform dat dit allemaal mogelijk

maakt is Layar (www.layar.com). Deze

technologie (augmented reality) is niet

gebaseerd op beeldherkenning, maar op

locatie. Op basis van de positie van de

smartphone en de richting van de camera

‘weet’ de telefoon waar hij naar toe kijkt

en kan daar de juiste informatie aan kop-

pelen. Dat maakt het daarmee mogelijk

om veel, reeds voorhanden en gecodeer-

de informatie beschikbaar te stellen aan

iedereen met een smartphone, inclusief

gps en kompas.

Dat laatste geeft de nauwkeurigheid van

de plaatsbepaling weer. Geen industriële

standaards met nauwkeurigheid tot op

centimeters, maar nauwkeurig tot een

straal van plm. 5 meter, voor het duiden

van grotere objecten over het algemeen

meer dan voldoende.

Ook Layar zorgt ervoor dat geo-informatie

voor een breder publiek beschikbaar kan

komen. Zo halen mijn gezin en ik dus, ge-

wapend met smartphone, veel meer uit

onze weekendjes weg!

AuTEuR: Jeroen Meijer | Muzar

E-MAIL: [email protected]

Jeroen Meijer: Layar zorgt ervoor dat geo-

informatie voor een breder publiek beschik-

baar kan komen.

Page 24: In Perspectief nr.032009

24

mapGallery wie maakt de mooiste kaart?

“Is er niet behoefte aan een mooie

kaart waarmee jullie je Limes-

thema willen promoten?” Met

deze woorden startte een klein

jaar geleden het project van Marc

Bel om een kaart te maken van de

uiterste grens van het Romeinse

rijk, oftewel de Limes-zone. ‘Leve

de Limes’ zou namelijk het the-

majaar van Zuid-Holland worden.

Marc was op de projectleider afge-

stapt, omdat hij inzag dat het the-

ma een prima kapstok was om zo-

wel een prachtige promotiekaart

voor de provincie te maken als om

een mooie kaart te maken voor de

mapgallery-contest.

“Ik zag destijds het plaatje al hele-

maal voor me”, vertelt hij enthou-

siast. “De toenmalige Rijn die van

Katwijk via Alphen aan de Rijn,

utrecht en Nijmegen verder Eu-

ropa in liep; de prachtige strand-

wallen; de Romeinse soldaten en

forten langs de Zuidelijke oever;

“Stiekem vindt iedereen zo’n prijs winnen toch wel leuk.”

eens in het jaar wordt in de mapgallery-contest van eSRi nederland

‘uitgevochten’ wie de mooiste en beste arcgiS-kaart van nederland maakt.

Vorig jaar sleepte deelnemer marc bel al de juryprijs in de wacht. en die

overwinning smaakte volgens de dataspecialist naar meer. nog geen kwartier

na zijn overwinning had hij al een nieuwe kaart in gedachte. met de uitwer-

king van dat idee verzilverde hij dit jaar de publieksprijs.

Foto: Erik Visser

Marc Bel wint met Leve de Limes voor de tweede opeenvolgende keer de MapGallery.

Page 25: In Perspectief nr.032009

het had alle elementen in zich voor

een mooie kaart.” uiteindelijk pro-

jecteerde Marc deze beelden op

een topografische kaart van Zuid-

Holland. Zo ontstond na enkele

maanden ploeterwerk, een beetje

hulp van de projectleider en een

archeoloog een creatief meester-

werk.

Tussen de GIS-kaarten van de an-

dere MapGallery-deelnemers valt

het ontwerp van Marc Bel meteen

op. Waar anderen zich vertonen

met strakke plattegronden, duide-

lijk kleurgebruik en heel soms een

3D-effect, daar is het kaartontwerp

van de dataspecialist een kunststuk-

je. En juist dat was volgens Marc Bel

precies zijn bedoeling: “Ik wilde

een mooie kaart met een leuke

uitstraling. Een plaatje waar men-

sen echt naartoe getrokken wor-

den.” Dit jaar ging Marc Bel overi-

gens puur voor de publieksprijs en

dat had een reden. “De publieks-

winnaar van vorig jaar had een

prachtige hoogtekaart gemaakt

van het gebied bij Westerveld. On-

danks het feit dat de kaart een zeer

grote – bijna onleesbare – legende

had, waardeerde het publiek deze

kleurrijke prent enorm. Juist dat

inspireerde me. Ondanks dat de

kaart inhoudelijk heel eenvoudig is,

werd de kijker echt naar die kaart

toegetrokken. Tegelijkertijd dacht

ik, cartografie is kunst en dat wil ik

met onze volgende inzending nog

eens bewijzen.”

CaRtogRaFie op De kaaRt

Dat Marc Bel zich fixeerde op de

presentatie van zijn kaart is overi-

gens niet zo vreemd. Van oorsprong

is hij cartograaf. Tegenwoordig

bekommert hij zich vooral om de

data-inhoud en hoe deze in te zet-

ten. “Mijn taak als cartograaf was

vooral de plaatjes op te leuken en

de boodschap nog beter te verta-

len”, een ambacht die tot zijn zorg,

steeds meer aan verdwijnen is. “Ik

werkte eerst met veertien andere

cartografen bij bureau GIS en car-

tografie. Toen ons bureau in 2007

overging naar informatievoorzie-

ning en automatisering kwam het

aandachtspunt vooral op automa-

tisering te liggen. Van de

vijftien cartografen die

er waren, bleven er nog

twee of drie over.” Marc is

van mening dat daar iets

aan gedaan moet wor-

den, “we moeten er voor

zorgen dat de cartogra-

fie weer op de kaart ge-

zet wordt en op de kaart

blijft.” Meedoen aan zo’n

wedstrijd is volgens Marc een mooie

manier om daar aan bij te dragen.

Hoewel hij lachend moet toegeven

dat zijn inzending nu niet bepaald

voldoet aan de strakke huisstijl van

de provinciale cartografie.

De passie van Marc voor het vorm-

geven van kaarten is in ieder geval

zeer duidelijk. Hoewel hij er op zijn

werk niet veel meer mee bezig is,

maakt hij thuis bijvoorbeeld nog

wel eens een topografische kaart

voor de school van zijn dochter-

tjes. Zeker is in ieder geval dat hij

volgend jaar weer meedoet aan

de MapGallery-wedstrijd. “Stiekem

vindt iedereen zo’n prijs winnen

toch wel leuk en in 2010 willen we

de rol van cartografen nog meer

promoten. We gaan er pas echt een

feestje van maken”, belooft Marc

Bel. Ondertussen hangt zijn Limes-

kaart vol glorie in groot formaat

triomfantelijk in zijn kantoor.

AuTEuR: Niels Tuijtel

E-MAIL: [email protected]

25

wie maakt de mooiste kaart?

Foto: Erik Visser

In 2008 weten Marc Bel en een collega

met hun kaart de jury te overtuigen.

Page 26: In Perspectief nr.032009

26

De wereld op zak

informatie op zak is de normaalste zaak van de wereld geworden. maar waar verschilt de zakelijke markt van de consumentenmarkt? en wat betekent het voor een organisatie wanneer informatie uit bedrijfssystemen mobiel moet worden ontsloten? maar wat betekent het voor een organisatie wanneer informatie uit bedrijfssystemen mobiel moet worden ontsloten? en waar verschilt de zakelijke markt van de consumentenmarkt?

Page 27: In Perspectief nr.032009

27

Naast bellen en sms zijn internet en e-mail min of meer

standaard geworden op elk nieuw mobieltje. Daarnaast is

er een duidelijke opmars van toepassingen die op mobiele

apparaten kunnen worden geïnstalleerd. Meest spraak-

makende voorbeeld is de iPhone. Naast de standaard

functies biedt dit apparaat ook mogelijkheden voor

muziek, foto, film en allerhande andere toepassingen

aan. Een deel staat geïnstalleerd bij aanschaf en via de

webwinkel zijn nog veel meer specifieke, al dan niet

betaalde, toepassingen te downloaden.

Locatie speelt hierin een toenemende rol. Want naast de

bekende cameramogelijkheden maakt ook gps-techno-

logie steeds vaker onderdeel uit van de uitrusting van een

‘telefoon’. Actueel voorbeeld van innovatie op basis van

dat gegeven is Google Maps Navigation. Het beschikbaar

hebben van een gps-ontvanger in de telefoon maakt het

voor Google mogelijk om zich, met een uitbreiding op

Google Maps, op de markt van de navigatiesystemen te

gaan begeven.

Maar ook kleine spelers produceren populaire toepassin-

gen. Voorbeeld hiervan is ‘where’s my car’. Na het parke-

ren drukt de eigenaar van een auto simpelweg op knop 1

van de toepassing. Hiermee verschijnt de huidige locatie

van de auto op de plattegrond. Vervolgens wordt, na het

shoppen, op knop nummer 2 gedrukt en wijst het mobiel-

tje de weg terug. Er zijn legio van dit soort voorbeelden te

vinden. Kortom, de wereld in je broekzak gecombineerd

met specifieke toepassingen is voor de consument al heel

normaal. Niet alleen leuk, ook handig!

ZakeliJke maRkt

Loopt de zakelijke markt achter op dit vlak? Het antwoord

lijkt ‘nee’. Neem de kwartaalcijfers van KPN. De omzet

over het derde kwartaal (2009) daalde nog steeds vanwe-

ge de economische tegenwind, met name in de zakelijke

markt. Enige uitzondering op deze trend vormde het

mobiele dataverkeer; dat nam ondanks alles toe. Ook

zakelijk gebruiken we dus meer en meer onze mobiele

toepassingen. Niet alleen voor e-mail en internet, overige

bedrijfsapplicaties worden ook mobiel. En zijn het niet

juist de innovaties uit de consumentenmarkt die op deze

ontwikkeling een positieve stimulans uitoefenen?

Significant verschil met de consumentenmarkt is dat een

mobiele toepassing in de zakelijke markt niet op zichzelf

staat. ‘Where’s my car’ kent geen back-end systeem. Een

zakelijke mobiele toepassing is onderdeel van, of heeft

minimaal een relatie met, een meer complexe back-office:

met een ERP-systeem, CRM-systeem en/of GIS-systeem.

De mobiele toepassing vormt hier dan slechts een compo-

nent van het gehele bedrijfsinformatiesysteem. Een

systeem waar het beheer, de analyse en de ontsluiting van

informatie voor de gehele organisatie wordt gerealiseerd.

En met name de ontsluiting kent tegenwoordig vele,

soms mobiele, verschijningsvormen. Eenvoudig gesteld

betekent dit: daar waar in een werkproces informatie

uit het bedrijfssysteem nodig is, wordt deze informatie

beschikbaar gemaakt in de best passende vorm. Voor

medewerkers werkzaam in het veld of onderweg vertaalt

dit zich naar het mobiel kunnen beschikken over de infor-

matie.

kantooRpeRSoneel mobieleR

Er zijn twee stromingen te onderscheiden in mobiel

werken. Als eerste de kantoormedewerker die

steeds mobieler en efficiënter wordt wanneer de

informatie net zo mobiel is als de medewerker zelf.

Denk hierbij simpelweg aan e-mail. De meeste mede-

werkers gebruiken hun mailmogelijkheden op kantoor,

maar ook thuis via VPN, via de mobiele telefoon/PDA/

smartphone en overal ter wereld via webmail; verschil-

lende ontsluitingsvormen van dezelfde informatie.

Een GIS-systeem voorziet in vergelijkbare keuzes voor

ontsluiting van de geografische informatie. Echter, omdat

geo-grafische informatie vele malen meer formaten en

verschijningsvormen kent dan e-mailberichten, zijn er ook

vele malen meer keuzemogelijkheden in ontsluitingsvor-

men en standaarden.

opinie

Overal en altijd informatiebeschikbaar, het kan. Zeg maar hoe je het hebben wilt.

Page 28: In Perspectief nr.032009

28

opinie

‘Het VelD in’ VeRlengen

Naast de steeds mobielere kantoormedewerker, zijn er

de medewerkers die van oudsher een ‘buitenfunctie’

bekleden. Dit zijn functies waarbij gegevens vanuit het

veld, veelal via analoge methodes (potlood en papier),

hun weg vonden naar de kantooromgeving. Met de inzet

van nieuwe hardware en software zijn daar in de loop van

de jaren wel efficiencyslagen gemaakt, maar het bleef

vaak bij puntoplossingen. Het was de brugfunctie van een

werkvoorbereider, field manager of kantoormedewer-

ker om de veldinformatie over te zetten van het mobiele

systeem naar het bedrijfssysteem op kantoor.

Het is onder meer dit gebied, de verlenging het veld

in, waar de bedrijfssystemen de laatste jaren grote

stappen hebben gemaakt. Aan de basis hiervan staat een

beweging van het client-server-principe naar een centrale

informatiehuishouding met daarop legio ontsluitingsvor-

men.

Dit heeft twee belangrijke gevolgen voor het realise-

ren van mobiele oplossingen. Als eerste is mobiele data

ontsluiting een intrinsiek onderdeel van het centrale

bedrijfssysteem. Dat houdt in dat er geen koppelingen,

conversies of import/export activiteiten meer nodig

zijn. Ten tweede is er een grote vrijheid in de te

kiezen oplossingsrichting voor de mobiele ontsluiting.

Van een out-of-the-box mobiele GIS-toepassing tot een

lichtgewicht webtoepassing (standaard webtechnolo-

gie gericht op PDA/Smartphone gebruik zoals http://

mobiel.ns.nl). En van een inspectie-toepassing, zoals

Eagle Inspection, op een tablet PC die tegen weer en

wind bestand is en met handschoenen aan bediend

kan worden tot een MDT (mobiele dataterminal) veilig

gemonteerd in een brandweervoertuig. Van het beschik-

baar stellen van webservices en API’s tot het leveren

van webparts voor integratieplatformen zoals Microsoft

SharePoint. En dit is slechts een subset van de mogelijkhe-

den. De eerder genoemde brugfunctie blijft in de meeste

gevallen wel bestaan. Echter is dit nu een rol binnen het

bedrijfssysteem en niet zozeer een vertaalslag van het

ene naar het andere systeem. De kantoormedewerker

creëert werkpakketten of projecten die door de buiten-

medewerkers worden opgepakt. Waarbij de kantoorme-

dewerker vaak de vordering (en eventueel locatie) van de

buitenmedewerkers in een dashboard kan volgen.

Het mooie van deze tijd is dat het mobiele werkproces

de toegepaste techniek en de ontsluitingsvorm bepaalt,

niet vice versa. De uitdaging is het selecteren van de best

passende ontsluitingsvorm uit het grote aanbod. Deze

laatste groeit uit tot de meest kritische succesfactor bij

het inrichten van mobiele toepassingen. Het maken van

de juiste keuze vereist immers zowel grondige kennis

van het bedrijfsproces als van alle beschikbare ontslui-

tingsvormen. En de verscheidenheid aan vormen zal in de

toekomst alleen maar verder toenemen.

AuTEuR: Gertjan van den Bersselaar

E-MAIL: [email protected]

Bron: RPS BCC

Mobiele data-onsluiting is heel normaal geworden en er is keuzevrij-

heid voldoende om die ontsluiting te kiezen die bij de organisatie

past.

Page 29: In Perspectief nr.032009

29

verslaafd aan GIS

een gebruikersgroep. iedere keer als ik het intyp komt

de associatie naar boven met drugsverslaafden die

schichtig met aansteker en zilverpapier in de weer zijn.

De combinatie van mijn jarenlange woonverblijf in de

bijlmer met ruim 21 jaar gebruik van de eSRi-software

zal daar debet aan zijn (in 1988 lag perron nul, de meest

beruchte drugsgebruikergedoogzone van nederland

naast het Rotterdamse groothandelsgebouw).

Wikipedia zegt: “Een gebruiker is iemand die iets ge-

bruikt. De precieze betekenis van het woord hangt af

van de context waarin het wordt gebezigd. Het woord

gebruiker wordt ook in enkele specifieke betekenissen

gebruikt: (1) Voor gebruikers van verslavende middelen.

(2) Voor personen die de inhoud van gegevensverzame-

lingen van een informatiesysteem gebruiken. Dit is een

letterlijke vertaling van de Engelse term user.” Hierin

komen mijn associatie en de GIS-werkelijkheid mooi bij

elkaar!

Tijdens de GIS conferentie hoor-

de ik de nieuwe missie van ESRI

Nederland: de gebruikers van

geo-informatie succesvol maken.

Daarin kan de AGGN als gebrui-

kersgroep ESRI Nederland goed

aanvullen en andersom (!): goede

software maakt het gebruikers

gemakkelijker en uitwisseling van

kennis tussen gebruikers (zoals de

hoofddoelstelling van de AGGN

luidt) draagt daar net zo hard

aan bij. De vraag welke van deze

twee belangrijker is veeg ik gelijk

van tafel: ze kunnen gewoon niet

zonder elkaar.

Wie zijn nou die gebruikers? Ze zijn herkenbaar aan

het dragen van rugzakken, vooral de rugzak die twee

jaar geleden tijdens de GIS Tech werd uitgereikt doet

het nog steeds goed. In de vaste rubriek ‘10 vragen aan’

in onze eigen AGGN-nieuwsbrief is één van de vragen

‘Waaraan herken jij een echte GIS’er?’. Een bloemlezing

uit de antwoorden: brede interesse; veel interesse in

wereld om zich heen; heeft niet veel met tekst; man;

interesse in landschap; kijkt eerst op de kaart en dan

om zich heen; houdt van fietsen; tegenovergestelde van

computernerds.

Herkent u zich een beetje? Of meent u een echte GIS’er

te zijn die een heel ander profiel heeft? Dat horen wij als

AGGN graag, want we willen een vereniging voor álle

ArcGIS-gebruikers zijn. Met die diversiteit is de hoofd-

doelstelling van de AGGN – kennisuitwisseling tussen

gebruikers van ESRI-producten – het beste te realiseren:

juist ‘andersoortige’ gebruikers kunnen nieuwe ideeën

voor het gebruik van GIS aandragen.

AuTEuR: Gert-Jan van der Weijden | AGGN

E-MAIL: [email protected]

een ander

perspectief

een anDeR peRSpeCtieF

In deze rubriek schrijft een

van de bestuursleden van

de ArcGIS Gebruikersgroep

Nederland (AGGN) vanuit

een persoonlijk perspectief

of dat van de AGGN. De

aftrap wordt verricht door

AGGN-voorzitter Gert-Jan

van der Weijden.

Kijk voor meer informatie

over de AGGN op

www.aggn.nl

Verbindt u met de AGGN via

www.linkedin.nl

Foto: Erik Visser

Je herkent een GIS-gebruiker aan deze rugzak.

Page 30: In Perspectief nr.032009

Gis voor

overheid

30

Controlesysteem beoordeelt aanvragen subsidie sneller en beter

Het was een hele uitdaging toen Eric

Slangen, als projectleider samen met

vele collega’s, medio 2008 begon aan

het uitwerken van het innovatieve

systeem MOVE. Er zijn diverse partij-

en die natuur beheren in Nederland,

zoals particuliere landgoedeigena-

ren, landschapbeheerders (stichtin-

gen) en agrariërs. Per jaar komen bij

Dienst Regelingen, een onderdeel van

het ministerie van LNV, subsidieaan-

vragen binnen voor een bijdrage in het

beheer van deze gebieden. De Dienst

Landelijk Gebied (DLG) controleert

steekproefsgewijs de aanvragen op

verzoek van de Dienst Regelingen,

jaarlijks zo’n 20 tot 25.000 percelen

in het veld. Eric Slangen was al eer-

der als teamhoofd betrokken bij de

controles en bekend met de omvang.

“Het is elk jaar weer een enorme

klus”, verklaart hij zijn motivatie om

aan de gang te gaan met de ontwik-

keling van een beter systeem. “Een

gedoe met Excel-bestanden, papie-

ren kaarten en dossiers, fototoestel

en meetlinten. De wijzigingen moes-

ten bij elkaar worden verzameld en

na een serie parafen kon het dossier

terug naar de afdeling Dienst Rege-

lingen.”

Samen met collega’s van DLG en LNV,

Grontmij en ESRI Nederland ging

hij aan de slag om dit de komende

jaren te voorkomen. Het resultaat

was een innovatief systeem, MOVE,

dat geschikt is om als concept bre-

der in de organisatie in te gaan zet-

ten. “Het controleproces is nu ge-

automatiseerd en gedigitaliseerd.

In het veld worden de beoordelingen

vastgelegd. Wanneer een controleur

afwijkingen constateert, vult hij in

zijn tablet een extra vragenformulier

in, dat hoort bij de specifieke soort

natuur die hij beoordeelt. Ter onder-

bouwing kunnen ook foto’s worden

gemaakt en eventueel kaartbeelden

worden aangepast. Deze rapporten

vormen de onderbouwing voor een

aanpassing van de aanvraag. Er gaan

nu geen gegevens verloren doordat

we alle gegevens kunnen synchro-

niseren met de centrale database.

Naast de kwaliteit is de efficiency ver-

beterd, we hebben ruim 20 procent

efficiënter gewerkt dan in andere ja-

ren. Het eindresultaat is een digitaal

dossier, dat na de veldcontrole langs

medewerker en teamhoofd gaat voor

beoordeling en oplevering. Het con-

cept ontpopt zich dus als een goede

workflow-begeleider.”

Slangen is met recht trots op MOVE.

De implementatie van het systeem

was enorm ingrijpend en daardoor

een grote stap voor de organisatie.

Gelukkig niet te groot. In 2009 is het

systeem voor het eerst gebruikt, en

met groot succes. De DLG-medewer-

kers hebben de innovatie goed ont-

vangen en toegepast. In veel minder

tijd zijn – met de 35 tablet’s – bijna

alle controles voor Dienst Regelingen

uitgevoerd.

AuTEuR: Harmen van Doorn

E-MAIL: [email protected]

per jaar keert de overheid miljoenen euro’s aan subsidie voor natuurbeheer. De

controle daarop is belangrijk, want zo’n 10 tot 20 procent van de aanvragen

voldoet niet altijd aan de spelregels. Het ministerie van landbouw, natuur en

Voedselkwaliteit (lnV) ontwikkelde een systeem om het controleproces mak-

kelijker te maken. “Het concept moVe zou in veel meer delen van onze orga-

nisatie toepasbaar kunnen zijn”, aldus projectleider eric Slangen.

MOVE: efficiënt en effect systeem.

Foto: DLG

Page 31: In Perspectief nr.032009

Column

Nog maar 10 jaar geleden reageerden we vol enthousi-

asme toen we hoorden dat een GIS-applicatie toegankelijk

werd voor een breder publiek. De lancering van ArcView en

Windows versies maakten van GIS iets wat meerdere mensen

op kantoor ter beschikking kregen, in plaats van een extreem

specialistische tool.

Hoewel de betere geografische analyses natuurlijk nog zijn

besteed aan specialisten, is geografische informatie vandaag

de dag gemeengoed. Mijn dochter van 7 jaar vindt het de

normaalste zaak van de wereld als ik mijn iPhone-foto’s op de

computer zet en in iPhoto een kaart open met de locaties waar

mijn foto’s zijn genomen. Met de introductie van goedkope

op gps-gebaseerde apparaten is mobiel GIS dus niets speciaals

meer.

Het is duidelijk dat gps-hardware een boost heeft gegeven

aan mobiel GIS. Betaalbaar, draagbaar, voldoende batterijd-

uur en beschikbaar. De losse gps-receivers en de professionele

handcomputers waren de eerste. PND’s, telefoons, notebooks,

fotocamera’s weten dankzij gps hun locatie. Die horde is in

ieder geval genomen.

OK cool, what’s next?

Met de hardware die we kopen moet iets gedaan worden.

Ofwel, software moet ervoor zorgen dat er goede toepas-

singen zijn. Met het ‘waar-ben-ik-kaartje’ en navigatie kan

de potentie van het mobiele GIS nog niet bereikt zijn. Zoeken

naar het dichstbijzijnde openbare toilet is leuk om tijdens een

verjaardag te laten zien, maar heeft het alledaags nut?

Waarschijnlijk is de volgende grote stap voorbehouden aan

het bedrijfsleven en de overheid. Initiatieven zoals tolheffing,

pay-as-you-drive en verzekeringen op basis van rijgedrag

zullen geografische informatie leveren aan de overheid of

verzekeraar. Net als de grote logistieke spelers, zij besteden

hun ritten uit aan onderaannemers. Voorwaarde is wel dat hun

voertuigen real-time te volgen zijn voor de opdrachtgever.

Mobiel GIS heeft een mooie basis met een grote toekomst, het

gevaar is echter te blijven hangen in de huidige toepassingen.

Innovatieve applicaties zijn gewenst!

AuTEuR: Hans van Eijk | Qualcomm

E-MAIL: [email protected]

mobiel GIS,waar ga je heen?

“Het is leuk, maar heeft

het alledaags nut?”

31

Page 32: In Perspectief nr.032009

32

Gis

Diensten

Stelt u zich voor: u zit midden in een reeks GIS-analyses.

Het was niet de eerste van vandaag en ook zeker niet de

laatste. En elke keer als u tien van de dertien aanwezige

layers (kaartlagen) wilt activeren, zit u zich te verbijten.

Waarom werkt het niet? De gevraagde informatie ver-

schijnt niet op het scherm! De tijd tikt verder… Toch maar

contact opnemen met ESRI Nederland Support? De do-

cumentatie van het Resource Center van ESRI, maar ook

de online helpfunctie van ArcGIS blijken geen duidelijke

oorzaak van het probleem aan te wijzen.

Wanneer ArcGIS-gebruikers telefoneren naar de af-

deling Support krijgen zij eerst de dispatcher aan de lijn.

Hij of zij beoordeelt de supportaanvraag door het stellen

van een aantal vragen en registreert een nieuwe support-

vraag in het centrale systeem. De dispatcher zorgt er voor

dat de support engineer aan de slag gaat met de rele-

vante informatie tot het probleem of de vraag naar tevre-

denheid opgelost is.

Lisette Verzijl: “Dit is de standaardprocedure. Gelukkig

gaat het vaak om supportvragen die snel worden opge-

lost. Meestal gebruikt de support engineer daarbij de

data die de klant met de vraag heeft meegestuurd. Als

het om iets complexere zaken gaat heeft ESRI Nederland

Support de mogelijkheid om op afstand mee te kijken op

het systeem van de klant. Wanneer een klant vaker tegen

dezelfde problemen aanloopt of wanneer meerdere pro-

blemen tegelijk voordoen kan het beter zijn om langs te

gaan. Een support engineer reist dan naar de klant. Op

locatie kan hij de situatie van de klant beter inschatten”.

“Maar niet alleen voor problemen gaat support naar

klanten toe. Steeds meer klanten maken gebruik van

onze Doctor’s Office; een dienst die we sinds vorig jaar

aanbieden”, geeft Lisette Verzijl aan. “De Doctor is een

support engineer die met een vaste frequentie bij de ge-

bruiker op locatie komt. Hiermee wordt de GIS-gebruiker

beter in zijn werk ondersteund.” Ed van Ingen, algemeen

directeur van ESRI Nederland, gaf eerder in In Perspec-

tief aan dat dit een dienst is die onderdeel is van het

Enterprise License Agreement-programma. “Klanten vin-

den het prettig om laagdrempelig en vanuit hun eigen

werkplek vragen te kunnen stellen. Aan de andere kant

geeft het ons een mooi inzicht in kennishiaten zodat we

daarna opleidingsbehoeften en -mogelijkheden samen

kunnen vaststellen.”

Zo werkt ‘t!giS werkt… soms even niet! en wat doe je dan? eSRi nederland Support schiet gebruikers van arcgiS graag te hulp

om ze weer verder te helpen. Succesvol geo-informatie kunnen gebruiken is het devies. lisette Verzijl, manager

support bij eSRi nederland: “pas als de klant weer verder kan en tevreden is, zijn wij dat ook”.

Lisette Verzijl is manager support bij ESRI Nederland: “Vaak

gaat het om vragen die snel kunnen worden opgelost.”

Page 33: In Perspectief nr.032009

33

Als blijkt dat een gebruiker veel moeite

heeft met een bepaald onderdeel van

ArcGIS en daar veel vragen over stelt geeft

de afdeling het advies een opleiding te

volgen. Lisette Verzijl: “Met een opleiding

investeer je in menselijk kapitaal door in

korte tijd veel kennis in je organisatie te

vergaren. Dat is niet alleen voordeliger

dan voor elk afzonderlijk deelt support

aan te vragen, maar ook veel efficiënter

voor de GIS-gebruiker, omdat hij daarna

zelf de oplossing voor zijn probleem kan

aanpakken en direct verder kan met het

uitvoeren van, bijvoorbeeld, zijn analyse.”

Terug naar uw GIS-analyse met der-

tien layers. Het contactkaartje van ESRI

Nederland Support vermeldt de checks die

u voor het melden van een supportvraag

moet nalopen. Hiermee is het probleem

niet opgelost, maar deze informatie helpt

bij het efficiënter doorlopen van het

supportproces. Het aanmelden van een

supportvraag kan op drie manieren: via de

website, e-mail en telefonisch (zie het ka-

der voor de contactgegevens). In het web-

formulier op www.esri.nl/support vult

u uw gegevens in en legt u onder meer

het probleem in een stappenplan uit.

Stuur ook een testdataset, screenshots en

(indien van toepassing) logbestanden op.

Binnen een mum van tijd krijgt u bericht:

waarschijnlijk is door een configuratie-

instelling de database niet goed gekop-

peld. u kunt weer verder: GIS werkt!

In de volgende In Perspectief leest u erva-

ringen met de afdeling Support.

AuTEuR: Harmen van Doorn

E-MAIL: [email protected]

VooRaF nalopen

ESRI Nederland Support wil

haar klanten zo goed mo-

gelijk helpen. Om vragen en

problemen zo efficiënt mo-

gelijk te beantwoorden en op

te lossen, vragen wij u eerst

het volgende te controleren:

• Is het probleem gerela-

teerd aan ESRI-software?

Betreft het een probleem

met de database, hardware

of het netwerk, neem dan

contact op met de betref-

fende leverancier.

• Is het probleem reprodu-

ceerbaar?

• Doet het probleem zich

voor op één of meerdere

systemen?

• Doet het probleem zich

voor op één of meerdere

datasets?

• Zijn er wijzigingen in de

omgeving geweest die het

probleem kunnen veroor-

zaken? Bijvoorbeeld een

wijziging in de database

versie, het OS, client/server

componenten, server con-

figuratie of beveiligingsin-

stellingen.

• Bekijk de veelgestelde

vragen op

www.esri.nl/support

• Bekijk voor overige docu-

mentatie, de online help

en de ESRI support website,

http://support.esri.com

Contactgegevens

ESRI Nederland Support

E: [email protected]

I: www.esri.nl/support

T: +31 (0) 10 217 07 50

Verdeling supportaanvragen

Overig

Desktop

Mobiel

Server

Dit diagram laat zien hoe de supportvragen

zich tot elkaar verhouden. Onder ‘Overig’ val-

len onder meer de geo-productenlijn, data en

hosting.

Page 34: In Perspectief nr.032009

34

Ed van Ingen (l) en Frits van der Schaaf

vormen samen de directie van ESRI Nederland.

opinie

een mobielekaart op z’n best

Het RGI-project ‘goed geschaalde

en bruikbare mobiele kaarten’ (RGI-

233 oftewel MobiMaps) heeft zich

in de periode 2006-2008 gericht

op consumentvriendelijke mobiele

kaarten met de juiste schaal. De

nadruk werd gelegd op mobiele

apparaten, omdat de verhoogde

mobiliteit van consumenten vraagt

om effectieve manieren voor geo-

grafische oriëntatie en navigatie te

ondersteunen. Bovendien worden

de mogelijkheden van mobiele ap-

paraten steeds groter, daalt de prijs,

en is veel relevante informatie is

locatiegebonden. Deze is beschik-

baar via ‘location-based services’.

Er zijn echter ook de nodige uitda-

gingen op verschillende gebieden:

technologie (batterij, netwerk,

interactie, visualisatie), omgeving

(temperatuur, licht, geluid) en soci-

aal (privacy, acceptatie, personalisa-

tie, dat wil zeggen, aanpassing aan

gebruiker, taak en omgeving).

Door Tu Delft (projectleiding), ESRI

Nederland, 1Spatial en Leibniz uni-

versity Hannover werd allereerst

gewerkt aan de techniek voor de

automatische kaartgeneralisatie.

Deze bestond uit het regelmatig

in- en uitzoomen door middel van

geleidelijke (smooth) zoom en

kaartopbouw.

Verder was er een bruikbaarheids-

onderzoek (usability) naar mobiel

kaartgebruik en de specifieke eisen

die daarbij worden gesteld door ge-

bruikers. Aan dit onderdeel is vooral

gewerkt door ITC en TNO Defensie

en Veiligheid. Verder was de rol van

eindgebruikers heel belangrijk en

werd deze in het project ingebracht

door de gemeente Amsterdam (use

case ‘parkeren’) en ANWB (use case

‘toeristische informatie onderweg’).

teCHniek

Aan de technische kant van het pro-

ject zijn efficiënte datastructuren

ontwikkeld (voor variabele schaal-

opslag en overdacht van server

naar mobiele client), zogenaamde

topological Generalized Area Parti-

tioning (tGAP)-structuur. Het is de

allereerste niet-redundante schaal-

loze vector datastructuur ooit. De

tGAP-structuur is zeer geschikt voor

web/netwerkomgevingen (progres-

sieve overdracht).

Er moet worden opgemerkt dat het

vullen van tGAP-structuur niet trivi-

aal is en afhankelijk van geometri-

sche en semantische aspecten. Eén

van de commerciële partners in het

project, 1Spatial, heeft uitbreiding

van haar product ‘Radius Topolo-

gy’ gerealiseerd met een optie om

een tGAP vario-scale-structuur te

bouwen.

bRuikbaaRHeiD

TNO keek specifiek naar de weer-

gave van schermen met veel symbo-

len. Vier verschillende aanpakken

(zie afbeelding) zijn onderzocht

door gebruikers. De belangrijkste

conclusie van dit deelonderzoek was

dat de gebruikersvoorkeur afhanke-

lijk is van de soort taak (zoektaak,

lokaliseertaak, identificatietaak of

navigeertaak). Over het algemeen

bleek in deze testopzet de ‘spread-

aanpak’ het beste te scoren.

Het ITC voerde het veldexperiment

‘geo-identificatie’ uit. Hiermee is

een inventarisatie gemaakt van de

problemen waar mensen tegenaan

lopen en welke aspecten van de om-

geving en de kaart ze gebruiken bij

het beantwoorden van de vragen als

‘waar ben ik?’, ‘hoe kom ik ergens?’

en ‘wat heb ik gezien?’. Het veldex-

periment vond plaats in Amsterdam,

omdat daar de proefpersonen (ITC-

studenten) niet bekend waren. Via

een scala van technieken is getracht

om de gebruikerservaring te ana-

lyseren: vragenlijsten, observaties,

mobiel kaartgebruik neemt door de technologische ontwikkelingen steeds

verder toe. Het kleine scherm brengt belangrijke beperkingen met zich mee,

met als gevolg dat de gebruiker soms (veel) moeite heeft zich te oriënte-

ren. Het is natuurlijk mogelijk om overzichtkaartjes te tonen (uitzoomen) en

daarna detailkaartjes (inzoomen), maar hierdoor bestaat de kans dat het ver-

band tussen de kaarten niet overkomt bij de gebruiker. een meer geleidelijke

manier van inzoomen kan dit ondervangen. Hierbij gaat de overzichtskaart

over in de detailkaartschaal via animatie.

Page 35: In Perspectief nr.032009

‘thinking aloud’, video/audio-opnames,

scherm logs, gps-tracking, tekenen men-

tale kaart en semi-gestructureerde inter-

views. Een belangrijke conclusie was dat

oriëntatiepunten herkenbaar moeten zijn

op verschillende zoomniveaus.

eRkenning

De partners ESRI Nederland en 1Spatial

ANWB en gemeente Amsterdam zorgen

via hun participatie dat de resultaten in

de praktijk vorm krijgen. Verder is het

Kadaster is bezig met haar IMTOP-project

en hierbij worden concepten uit dit RGI-

project (deels) gebruikt. Ook TNO ziet

toepassing van de ontwikkelende kennis:

‘met name op het gebied van maatschap-

pelijke veiligheid (politie, calamiteitenbe-

strijding) en bij de ontwikkeling van pu-

blieke diensten voor consumenten (design

for all) liggen mogelijkheden’, stelt TNO.

Ruim 4 jaar na het opzetten van het pro-

jectidee kan alleen maar geconstateerd

worden dat het mobiel kaartgebruik nog

harder is toegenomen dan bij aanvang

was aangenomen. De projectresultaten

waren dus nog relevanter dan verwacht.

Zowel de goede resultaten (kwalitatief

als kwantitatief) alsook de constructieve

samenwerking maken het project zeer

geslaagd. Dit is bekroond: een paper voor

een belangrijk internationaal congres

werd door een commissie beoordeeld als

beste van de ruim 80 ingediende papers.

Verder won het project tijden de RGI-slot-

bijeenkomst (3 september 2009, GeoFort)

de Geo-innovatie Award 2009 in de cate-

gorie Wetenschap.

AuTEuR: Peter van Oosterom | Tu Delft

E-MAIL: [email protected]

meeR ReSultaten

Het project heeft meer re-

sultaten opgeleverd dan

gedacht. Dit mede door de

inzet van drie zeer enthou-

siaste afstudeerders en

hun begeleiders. Twee van

de afstudeerders zijn later

(deels ook weer binnen

het project) verder gegaan

met promotieonderzoek:

Ioannis Delikostidis (ITC)

en Martijn Meijers (TuD).

Als alles volgens planning

verloopt dat zullen beiden

in 2011 promoveren. Alle

resultaten van het Mobi-

Maps-project zijn beschik-

baar op www.gdmc.nl/

uwsm2 en het RGI-kennis-

portaal www.rgi.nl/kennis.

35

wat wordt opgenomen? De gebruikers observeren

ObservantGebruiker

geen declutter aggregate aggregatespreadspread

Bron: TU Delft

Bron: TU Delft

Page 36: In Perspectief nr.032009
Page 37: In Perspectief nr.032009

37

“Dit jaar zijn weer meer studenten

aan de Wageningen universiteit ge-

start: een opmerkelijke verhoging

van 15 procent. Van deze groei gaat

meer dan een derde naar de leer-

stoelen van omgevingswetenschap-

pen. De master in Geo-Information

Science kent dit jaar ook een toe-

name van studenten. Dit is een gun-

stige ontwikkeling, want er zijn in

de komende jaren veel meer GIS’ers

nodig. De waarde van GIS wordt

steeds breder onderkend en vaak

is dat, omdat bij het oplossen van

complexe ruimtelijke problemen

geo-informatie onmisbaar blijkt.

Veel maatschappelijke problemen

raken elkaar, door alle afhankelijk-

heden die de samenleving kent.

Geo-informatie vormt de gemeen-

schappelijke component.

geo-inFRaStRuCtuRen

Het is mede daarom goed dat de

overheid besloot tot initiatieven

als het Europese INSPIRE en het na-

tionale GIDEON. Ondanks het feit

dat de overheid zich terugtrekt en

meer aan de markt overlaat, wil ze

dit zelf oppakken. Hiermee geeft de

politiek een signaal; het is belang-

rijk om ruimtelijke informatie be-

schikbaar te stellen aan de burger,

bedrijven en overheidsinstanties

onderling. En het liefst in één geo-

infrastructuur en één standaard.

Consumenten, het bedrijfsleven en

de overheid beschikken straks over

een waardevolle bron van informa-

tie die te bereiken is via webservices.

Het is uitstekend dat dit Europees is

geregeld, want veel van onze pro-

blemen zijn grensoverschrijdend.

Met de geo-infrastructuren is een

betrouwbare standaard informa-

tielaag beschikbaar, waarmee we

onder meer onze problemen te lijf

kunnen gaan.

We zien nu al veel initiatieven en

services van de grond komen waarbij

gebruik wordt gemaakt van gestan-

daardiseerde informatie. Hiermee

wordt er ook een omslag gemaakt

van GIS als middel om in informatie

te voorzien en kennis te verkrijgen,

naar GIS als communicatiemiddel.

Zo is er bijvoorbeeld de mogelijk-

heid voor burgers om hun bezwa-

ren in te tekenen op bestemmings-

plannen van de gemeente

teCHniek en toepaSSing

GIS manifesteert zich in alle fasen

van grote projecten. Waar voor-

heen geo-informatie alleen in de

beheerkant werd gebruik, is het nu

vanaf de voorbereidende tot de af-

werkfase aanwezig. Dat betekent

dat het GIS-werkveld economisch

vrij stabiel is. In de woningbouw is

bijvoorbeeld op dit moment minder

uitvoering, maar er zijn wel meer

bouwstimuleringsplannen nodig.

Zowel in het bouwen zelf, als de

veiligheid er omheen, geldt dat de

‘waar’-vragen continu relevant zijn.

Hier krijgen belanghebbende par-

tijen inzicht in met behulp van GIS:

een kaart die meer zegt dan dui-

zend woorden. En de communicatie

hierover verloopt het meest effec-

tief wanneer GIS wordt gebruikt:

iedereen hetzelfde beeld.

waar kunt ugeen geo vinden?Steeds meer functies vragen om kennis van giS. Zowel technisch en organisatorisch gezien, als gericht op

de toepassing van geografische informatiesystemen. geo-informatie vormt in projectketens immers vaak de

gemeenschappelijke component, ‘the binding factor’. we praten over deze ontwikkelingen met John Stuiver,

giS-docent van de afdeling Centrum geo-informatie van de wageningen universiteit.

Interview

Page 38: In Perspectief nr.032009

Er is bij projecten vaak sprake van een duidelijke keten

van werkactiviteiten. Voor projectketens geldt dat er een

groeiende bewustwording is dat GIS een rol speelt. Het is

meer dan een tool, ook op onze universiteit is dat zicht-

baar. Als het gaat om ketens zijn er twee soorten mensen

nodig. Allereerst vakinhoudelijke mensen, zij richten zich

op een deel van de keten en hebben vaak weinig kennis

van GIS nodig. Voor hen is de toepassing het belangrijk-

ste, hoe kan GIS hen helpen het werk beter uit te voeren?

Een andere rol is weggelegd voor ketenbeheerders. Dat

zijn de ‘echte’ GIS’ers, voor hen zijn andere vragen van

belang, meer technisch en organisatorisch van aard: ‘Hoe

slaan we de informatie op?’, ‘Hoe kunnen we het proces

zo goed mogelijk faciliteren?’ en ‘Hoe kunnen we de be-

trouwbaarheid van de informatie verhogen?’.

ViJFDe DimenSie

Als het gaat om data binnen deze ketens vinden er twee

belangrijke ontwikkelingen plaats. Deze hebben grote

impact op de gebruiker. Van oudsher werken we met de

dimensies x en y. Dit wordt steeds vaker aangevuld met

hoogte (z), zodat 3D ontstaat. Verder is er vaker de tijds-

component (t) aanwezig, doordat sensoren toegankelij-

ker en goedkoper zijn. Door deze nieuwe dimensies is het

maar een kleine stap om een fenomeen door middel van

een model toe te voegen. Deze ontwikkeling zie je heel

duidelijk bij Senor Web Enablement-applicaties (SWE).

Zo wordt data gekoppeld aan een ruimtelijke activiteit,

of zelfs meerdere simultane activiteiten. Op die manier

kan de voortgang van informatie ruimtelijk in tijd wor-

den bekeken. Er zijn veel modellen over maatschappelijke

problemen ontworpen, met veel gegevens. Veel van deze

modellen worden verfijnd om van toepassing te kunnen

zijn op de geografische en culturele situatie. Natuurlijk

moet dit wel herhaalbaar zijn, dus wetenschappelijk

gebaseerd.

Naast deze twee ontwikkelingen vindt verschuiving

plaats in de beoordeling van datakwaliteit. Door de op-

komst van online services is de houding van de user in

een demander veranderd. De gebruiker vraagt om en

bepaalt de kwaliteit van een dienst. Degene die het aan-

biedt moet de gebruiker steeds meer meenemen in zijn

ontwikkeling. Een sterker samenspel is dus nodig tussen

gebruiker en aanbieder.

De mogelijkheden om inzicht te krijgen in maatschap-

pelijke problemen en wat daar aan gedaan zou kunnen

worden, zijn flink verbeterd. Hetzelfde geldt voor de

informatievoorziening en communicatie in grote projec-

ten. De beschikking over GIS-kennis is daarin niet alleen

een pre, maar zeer gewenst.”

AuTEuR: Harmen van Doorn

E-MAIL: [email protected]

38

Page 39: In Perspectief nr.032009

ontmoetingen met bijzondere mensen

Rien n’est jamais sûr is de spannende titel, maar de subtitel

‘Reizen en werken in west-afrika’ zegt meer over de inhoud

van dit boek. Frans olthof heeft in het verre verleden vele

jaren gewerkt als landmeter in diverse west-afrikaanse

landen. Dit boek gaat echter over de recente ervaringen

die hij heeft opgedaan in kaapverdië, mali, burkina Faso en

benin.

De lezer merkt al gauw dat zijn benadering van mensen

voortkomt uit die eerdere ervaringen. uit de verhalen

blijkt dat Olthof open staat voor de cultuur, oog heeft

voor de problemen achter de problemen.

Olthof beschrijft hoe hij via de

VNG-international betrokken

is geraakt bij diverse projecten.

Landmeetkundige en kadastrale

projecten waar hij, gedurende

korte periodes, ondersteuning

aan gaf. Tijdens zijn bezoeken

heeft hij zelf ook diverse kleine

projecten opgezet. Kleine pro-

jecten die kansen bieden aan

mensen om zich verder te ont-

wikkelen.

Aanvankelijk was het niet zijn

bedoeling om een boek te

schrijven, maar dat idee is

ontstaan uit de positieve re-

acties die hij kreeg op zijn

reisverslagen. Die stimulans

heeft hem er toe gebracht

de reisverhalen te bundelen.

De rode draad in het boek

is de kijk die Frans Olthof heeft op mensen. Vooral op

mensen die ondanks de armoede hun leven toch zin we-

ten te geven. Het zijn echter geen bittere verhalen over

leed of ellende. Het zijn juist hoopvolle verhalen met veel

humor. Het boekje leest gemakkelijk en snel omdat je ook

het volgende verhaal wil beleven.

In Rien n’est jamais sûr vindt de

lezer geen technische informatie

over landmeten of GIS in Afrika.

Wel inzicht in wat er zoal komt

kijken bij het werken in ontwik-

kelingslanden. De lezer wordt

meegenomen naar West-Afrika en

ervaart dat improviseren en flexi-

biliteit er levensvoorwaarden zijn.

Relatief veel aandacht wordt be-

steed aan de samenwerking die de gemeente Ridderkerk

is aangegaan met de gemeente Dogbo in Benin.

In dat samenwerkingsverband

is Frans Olthof de verbindende

schakel. Hij begeleidt daarbij ook

raadsleden en ambtenaren uit

Ridderkerk. Bezoeken aan Benin

zijn heel waardevol maar leiden

soms ook tot komische situaties.

Met respect voor betrokkenen, be-

schrijft de auteur zijn ontmoetingen

met gewone, bijzondere mensen.

Dat de omstandigheden in Afrika

zwaar zijn, blijkt als Olthof moet con-

stateren dat diverse ‘nieuwe kennis-

sen’ veel te vroeg zijn overleden.

Het boek is boeiend, vlot geschre-

ven, inspirerend en vol humor. Zeker

voor hen die meer willen weten over

projecten in West-Afrika is dit boek een

aanrader.

AuTEuR: Harry Alers

gemeente Sittard-Geleen

E-MAIL: [email protected]

recensie

Rien n’eSt JamaiS SûR

Frans Olthof, 2008 (2e druk),

199 pagina’s. Bestel het boek

per e-mail:

[email protected]

(13,50 euro). De opbrengst van

het boek is bestemd voor aan-

koop van materiaal en verbe-

tering van de accommodatie

van een meisjesvoetbalteam in

Dogbo (Benin).

39

Page 40: In Perspectief nr.032009

toen en nu

Het sprookje van dewaterkeringeninspecties

40

Er was eens een inspecteur die met meetlint

en papier waterkeringen inspecteerde. De

kennis werd mondeling aan de volgende

generatie inspecteurs overgedragen. Het

beheersgebied was relatief klein en het

dagelijks beheer vond voornamelijk buiten

plaats. Door fusies van waterschappen raakte

beheerkennis versnipperd en kregen inspec-

teurs behoefte aan aanvullende terreininfor-

matie. Met de komst van betaalbare PDA’s

met gps en de ArcPad-software wordt dit

sprookje werkelijkheid…

VeenDiJkeninSpeCtieappliCatie

(aRCpaD 6)

De dijkbeheerder van Wilnis liet een ap-

plicatie ontwikkelen die schades aan veen-

dijken eenduidig vastlegt. Deze applicatie

vormde de basis voor de huidige Digispectie-

applicatie. Enkele kenmerken zijn nog terug

te vinden. De inspecteurs werkten met een

vooraf gedefinieerde set aan inspectiepara-

meters, die met gps werden vastgelegd. Het

resultaat maakte direct de aard en de locatie

van problemen inzichtelijk. Het aanpassen van

De doorbraak van de veendijk in wilnis heeft een enorme verschuiving in het inspectieproces

teweeggebracht. innovatieve inspecties zijn mogelijk dankzij de toegenomen aandacht voor het

inspectieproces en technologische ontwikkelingen, zoals automatische inspecties ín de iJkdijk.

echter, inspecties van waterkeringen kunnen nog steeds het best met het blote oog worden uit-

gevoerd. RpS bCC heeft hiervoor inspectiesoftware op basis van arcpad ontwikkeld. onlangs is

de nieuwste versie, Digispectie 2, gelanceerd.

Bron: RPS BCC

Page 41: In Perspectief nr.032009

41

Inspecteur Hans loopt met zijn

MIA (Mobile Inspection As-

sistant) over de dijk met daar-

op de DigiFuture-software.

Terwijl hij loopt verschuift de

gps-gestuurde kaart in het

beeldscherm mee en verschij-

nen er foto’s met inspectiepa-

rameters van eerdere waar-

nemingen. Hij ziet nu geen

bijzonderheden. Een eindje

verder is een nieuw zinkerbord

geplaatst. Hij ziet dat deze

informatie niet in het beheer-

register aanwezig is en voegt

deze toe. Zijn collega’s op

kantoor krijgen onmiddellijk

een melding dat het register

is bijgewerkt. Hans ziet een

aantal losse stenen nabij de

insteek. Hij maakt een nieuwe

waarneming en raadpleegt de

database op kantoor over de

opbouw van de kering. Niet

alleen zitten er losse stenen,

maar uit de real-time AHN-

data maakt hij op dat ook het

profiel is verschoven. Met een

videolink zoekt hij contact met

collega Claudia, de beheerder

van deze kering. Ze besluiten

dat de schade direct moet

worden hersteld. Terwijl Hans

verder loopt, verschijnt de op-

drachtbon in de e-mailbox van

de aannemer.

inspectieparameters of dialogen was

echter omslachtig.

gimwak (aRCpaD 7.0)

De veendijkenapplicatie werd vertaald

naar een generieke oplossing voor ver-

schillende keringtypen. Een nieuwe

functionaliteit was het wisselen van in-

spectie-module (ArcPad-applet) voor ver-

schillende inventarisaties. Gimwak werd

door verschillende waterschappen ge-

bruikt, waardoor het inspectieproces kon

worden opgeschaald naar een landelijk

initiatief.

DigiSpeCtie 1 (aRCpaD 7.1)

In Digispectie 1 is het generieke data-

model gebruikt dat STOWA (Stichting

Toegepast Onderzoek Waterbeheer) en

Rijkswaterstaat ontwikkelden voor het be-

schrijven van schadebeelden aan alle ke-

ringtypen in Nederland. Naast de ArcPad

-applicatie bestond Digispectie 1 uit een

ArcGIS 9.1-module voor het uitwisselen

van bestanden en het rapporteren van de

inspectieresultaten. Hiermee werd het in-

spectieproces verder ondersteund.

DigiSpeCtie 2 (aRCpaD 8)

In Digispectie 2 zijn de dialogen aange-

past voor gebruik op tablet-pc’s. Deze

veld-pc’s werden de afgelopen jaren

verbeterd en daalden in prijs. Het is een

nieuwe ontwikkeling in mobiel werken.

Alle dialogen in Digispectie 2 worden dy-

namisch opgebouwd, afhankelijk van de

invoer van de gebruiker. Het datamodel

is gehandhaafd, maar verder uitgebreid,

met name voor asfaltbekleding. Tevens

kunnen de afmetingen van parameters,

zoals een scheur, worden aangegeven.

De belangrijkste vernieuwing is de inte-

gratie met foto’s van de schades, waarvan

opnamelocatie en kijkrichting in ArcPad

worden vastgelegd. De foto’s worden in

de ArcGIS 9.3-applicatie gekoppeld aan

de inspectiepunten en de beheerder kan

de foto’s uploaden naar de webapplicatie

Digigids (www.inspectiewaterkeringen.nl

Kennis Digigids). Foto’s van vergelijkbare

schadebeelden kunnen worden bekeken

en hiermee wordt landelijke afstemming

van het inspectieproces mogelijk.

mobiel inSpeCteRen

De ontwikkeling van Digispectie illustreert

goed hoe de technische ontwikkeling van

mobiel werken, zowel ten aanzien van

hardware als van software, alleen suc-

cesvol wordt als deze wordt ondersteund

door de organisatie. Een technische oplos-

sing is veelal relatief eenvoudig te realise-

ren ten opzichte van een verandering van

werkproces en de organisatie. Met mobiel

werken zijn veelal ook andere organi-

satieonderdelen betrokken (zoals I&A-

afdelingen). De huidige versie van Digis-

pectie zou er niet zijn geweest zonder de

praktijkervaringen van de vorige versies,

een goede samenwerking tussen de toe-

komstige eindgebruiker en de technisch

ontwikkelaar. Ook de ondersteuning van

organisaties als de STOWA en Rijkswater-

staat zijn onmisbaar.

AuTEuRS: Oscar van Dam en

Pepijn Cluitmans | RPS BCC

E-MAIL: [email protected] en

[email protected]

en Ze leeFDen noglang en gelukkig…

Bron: RPS BCC

Page 42: In Perspectief nr.032009

42

ProMark 500 + ProFlex 500

Voor meer informatie:

Magellan Navigation B.V.Ketelweg 12-143356 LE PapendrechtT : +31 (0)78 615 79 88F : +31 (0)78 615 20 27E : [email protected] : www.promagellangps.nl

Concurrerende voordelen:

• BLADE™ GNSS technologie• Geïntegreerd GSM/GPRS modem• Kabelvrij, lichtgewicht ontwerp• Robuuste rover + basis oplossing• Veelzijdig veldboek• Aantrekkelijk in prijs

maximale fl exibiliteit

© 2009 Magellan Navigation, Inc. Alle rechten voorbehouden. Magellan, het Magellan logo, ProMark, ProFlex, BLADE en FAST Survey zijn merknamen van Magellan Navigation, Inc.

ProMark™ 500 ProFlex™ 500

Het meest veelzijdige GPS/GNSS RTK systeem verkrijgbaar!

De nieuwe ProFlex 500 biedt u GPS+GLONASS+20 jaar ervaring. Deze krachtige en multi functionele ontvanger biedt u maximale mobiliteit en fl exibiliteit in een lichtgewicht, kabelvrije ontvanger. Met de unieke BLADE™ GNSS technologie bent u verzekert van snelle initialisatie, een ultieme GPS/GLONASS netwerk- oplossing en bent u voorbereid op het gebruik van toekomstige satellietsignalen.

De ProFlex 500 is de ideale oplossing voor een rugzak confi guratie, machine-besturing en maritieme toepassingen. ProMark 500 en ProFlex 500 bieden de gebruiker alle gemakken zoals Bluetooth, geïntegreerd GSM/GPRS modem en de meest gebruiksvriendelijke grafi sche software.

Lees meer over deze unieke combinatie op onze website www.promagellangps.nl en vraag naar de zeer aantrekkelijke voorwaarden!

Page 43: In Perspectief nr.032009

43

De economische crisis zorgt voor een

nog ruimere arbeidsmarkt voor GIS’ers.

Dat stelt John Stuiver, GIS-docent van

de afdeling Centrum Geo-informatie

van de Wageningen universiteit. “Veel

grote projecten die juist in deze tijd

worden opgepakt, hebben betrekking

op onze omgeving. Er zijn GIS’ers no-

dig om die activiteiten in goede banen

te leiden.” Ook initiatieven als INSPIRE

en GIDEON zorgen ervoor dat op korte

termijn meer functies beschikbaar zijn

waar GIS’ers nodig zijn.

Lees het interview met John Stuiver,

over zijn visie op ontwikkelingen in de

GIS-wereld op pagina 36.

Meer scholieren en studenten moeten

een geo-opleiding volgen. De arbeids-

markt heeft immers een groot tekort aan

professionals die geo-informatie kunnen

toepassen of ontwikkelen. Hoog tijd voor

een campagne.

De Stichting Arbeidsmarkt Geo is daarom

een promotiecampagne gestart op mid-

delbare scholen, ROC’s hogescholen en

universiteiten: Go Geo. In de campagne

wordt de veelzijdigheid en het maat-

schappelijke belang van geo-informatie

benadrukt.

De branche groeit met 17% per jaar, maar

het aantal afgestudeerden neemt over

het algemeen af. Het jaarlijks tekort van

200 afgestudeerde mbo-, hbo- en wo-stu-

denten willen ze zo aanvullen.

De stichting Arbeidsmarkt Geo is opge-

richt om aardrijkskunde en met name

geo-informatie te promoten onder scho-

lieren en studenten. In samenwerking met

mbo, hbo en wo en de arbeidsmarkt (Ge-

oBusiness Nederland en GIN) wordt het

geo-onderwijs vernieuwd en de samen-

werking tussen bedrijfsleven/overheden

en onderwijs geactiveerd. Met ongeveer

80 bedrijven en overheden is een netwerk

gesmeed om gezamenlijk het vakgebied

te promoten en vernieuwen.

Een uitgebreide site en een ‘geogame’

met toepassingen in de praktijk, oplei-

dingsmogelijkheden en statements van

studenten en afgestudeerden vormen de

spil van de campagne. Ook posters, kaar-

ten, zoekmachines, bannering et cetera

worden ingezet om de bekendheid van

geo-informatie te vergroten en het maat-

schappelijke belang te onderstrepen. Ken-

nis van Geo-Informatie geeft toegang tot

een mooie veelzijdige toekomst op de ar-

beidsmarkt .

Kijk voor meer informatie over de activitei-

ten van de stichting Arbeidsmarkt Geo op

www.arbeidsmarktgeo.nl

In personeel

run op GIS’ers

Campagne van stichting arbeidsmarkt Geo: kansrijke toekomst met geo

Bron: GoGeo

Page 44: In Perspectief nr.032009

44

RealWorld_Ad_A4_CMYK_cont.indd 1 6-10-2009 9:17:08

Page 45: In Perspectief nr.032009

45

altijd de kaart!

Het kaartbeeld is binnen GIS nog steeds het belang-

rijkste element. De uitspraak dat ‘één plaatje meer

zegt dan 1024 woorden’, brengt het analoge beeld

wel weer erg dicht bij de digitale wereld, maar toch

blijft het gaan om dat kaartbeeld. Natuurlijk helpt

GIS om informatievragen efficiënt te stellen en er

verschillende analyses op los te laten, maar toch… de

kaart.

Gaandeweg de jaren ben ik het GIS binnen gerold

en heb daar mijn weg aardig in gevonden. Ik verricht

werk bij verschillende organisaties: een vervangings-

traject en business-onderzoeken bij een multi-utility-

bedrijf; implementatie en conversie bij een nutsbe-

drijf in het buitenland; implementatie van GIS op een

luchthaven met de daarbij behorende problematiek

van netwerken die in specifieke gebouwen over ver-

schillende verdiepingen lopen. Kortom, veelzijdig en

uitdagend, maar telkens weer op basis van… de kaart.

En zo wil ik GIS blijven bekijken: als een tool die de

gebruiker in staat stelt om zijn of haar gegevens te

selecteren, te bewerken en te presenteren. En als een

middel om resultaten weer te geven in rapporten,

beleidsbeslissingen voor te bereiden en conclusies te

trekken. De GIS-sector is een compleet vakgebied ge-

worden en nu steeds vaker een geïntegreerd onder-

deel van allerlei applicaties en toepassingen. Maar bij

al die veranderingen is nog steeds één ding hetzelfde

gebleven, de ondergrond… de kaart.

Als laatste wil ik een beschrijving

over ‘perspectief’ te voorschijn

halen. Wikipedia vermeldt: “Een

gezichtspunt, de manier om naar

een situatie te kijken.” Een nieuwe

kijk op een probleem levert soms

oplossingen op die voordien onop-

gemerkt bleven, daarom is het bij

een lastig probleem weleens nuttig

ook een adviseur die niet bij de zaak

betrokken is in te roepen. Hij kan

soms geheel nieuwe gezichtspun-

ten te berde brengen. Vandaar dat

ik me als GIS-adviseur zo verbonden

voel met deze definitie: een ander

gezichtspunt, een nieuwe kijk op

het probleem, een ander inzicht,

een ander perspectief, maar natuur-

lijk altijd vanuit… de kaart!

AuTEuR: Martin Mesch

Mesch GIS Consultancy

E-MAIL: [email protected]

mijn

perspectief

Page 46: In Perspectief nr.032009

aG

end

aw

ie, wat en w

aar

ag

gn

-geb

Ru

ikeR

SDa

g

10 decem

ber

utrech

t

ww

w.ag

gn

.nl

eSRi D

eVelo

peR Su

mm

it

22 – 25 maart 2010

Palm Sp

ring

s

ww

w.esri.co

m/even

ts/devsu

mm

it

eSRi w

oR

lDw

iDe b

uSin

eSS paR

tneR

Co

nFeR

enC

e

21 – 23 maart 2010

Palm Sp

ring

s

ww

w.esri.co

m/even

ts/bp

c

ma

SteRC

laSS w

ebSeR

ViC

eS

12, 13, 19 en 20 jan

uari 2010

Ro

tterdam

ww

w.esri.n

l/op

leidin

gen

giS teC

H

april 2010

Ro

tterdam

ww

w.g

istech.n

l

Page 47: In Perspectief nr.032009