In Perspectief nr.022010
-
Upload
esri-nederland -
Category
Documents
-
view
226 -
download
0
description
Transcript of In Perspectief nr.022010
meerduurzaamheidinNederland
GISgeeftwindenergie
Dehelestadopjebureau
INperspectiefg e o g r a f i s c h d e n k e n e n d o e n
een uitgave van Esri Nederland nr.022010
arCgISactueel uitdagend en inspirerend
een uitgave van Esri Nederland nr.022010
INperspec
tief nr.02
2010
IEdErEEN MET
gIS aaN dE Slag
arCgISHÉT PlaTForM Voor
gEo-INForMaTIE
ar
Cg
ISa
ctu
eel
nr.
02
2010
esri ned
erlan
d
themadUUrZaaMHEId
Colofon
In Perspectief is een uitgave van Esri Nederland. Het magazine brengt actuele ontwikkelingen op het gebied van geografi sche informa-tie in Nederland. De focus ligt op praktijkvoorbeelden, trends en on-twikkelingen.
cONTAcTE: [email protected] T: +31 (0)10 217 07 00I : www.in-perspectief.nl
rEDAcTIEHarmen van Doorn
Aan deze uitgave werkten mee:Baalbergen, Beverloo, Boertjes, Van Eck, Hermans, Van den Heuvel, Hof-stad, Van Katwijk, Koolen, Kraan, Lieverdink, Van Loenen, Meerburg, Meppelink, Möhlmann, Van der Schaaf, Van Veldhuizen, Verbeek, Verdel, Vermeij, Voogt.
ONTWErpKaren Stultiens
fOTOGrAfIELENS!Fotografi e > Marcel Krijger (tenzij anders vermeld)
vOrmGEvINGENDrukLENS! (www.lenspuntnl.nl)‘t Papierenhuys
OpLAGE4.500 exemplaren
ABONNEmENTENOrganisaties met een onderhouds-contract van Esri Nederland krijgen In Perspectief kosteloos toegestu-urd. Zonder onderhoudscontract is het ook mogelijk om In Perspectief te ontvangen. Een jaarabonnement kost 25 euro (excl. btw).
ADvErTErENEsri Nederland biedt partners en relaties de mogelijkheid zich te profi leren in In Perspectief. Vraag naar de advertentiemogelijkheden (voorwaarden, tarieven en aan-leverspecifi caties) via [email protected].
DIScLAImErEsri Nederland besteedt de uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de artikelen in In Perspectief. Aan de verstrekte infor-matie kunnen geen rechten worden ontleend. Gebruikt kaart- en bee-ldmateriaal blijft eigendom van de makers. Artikelen uit In Perspectief mogen alleen openbaar worden ge-maakt na schriftelijke toestemming van Esri Nederland.
NIEUwS
6 3D-data over de ondergrond binnen-
kort vrij beschikbaar
6 Nieuwe schrijfwijze Esri
6 Brabant Water bekroond met award
7 SAG-award voor provincie Noord-Bra-
bant
7 Opleidingen mbo-GIS in de lift
10 GeoBasis en GeoBGT interessant voor
gemeenten
10 Zwolle en Apeldoorn maken strategi-
sche keuze voor Esri
oVErIg
5 Voorwoord
36 GIS geeft Energie-special
40 De hele stad op je bureau
46 ‘Networking, networking and net-
working’
gIS Voor...
12 BOUW & INFRA
ArcGIS onmisbaar in ontsluiten van
Nederlands explosievenrisico
24 ONDERWIJS
Geo Academie: voor leergierige men-
sen zonder geo-basis
28 FINANCIËLE DIENSTEN
Geo-informatie in elke gewenste vorm
32 OOV
Als de nood hoog is en data ontbreekt
gIS gEEFT ENErgIE!
14 ‘Iedereen gaat hier met GIS aan de
slag’
19 Netwerkanalyse Nederlandse scheep-
vaart
26 GIS geeft windenergie
44 Meer duurzaamheid in Nederland
oPINIE
21 Kijkje terug, blik vooruit
22 De kracht van de groep
34 Staat uw klant wel centraal?
35 Met web 3.0 naar de 3e dimensie...
39 De juiste tools
47 Live geo-googlen in de openbare
ruimte
ESrI NEdErlaNd
11 Zij zetten zoden aan de dijk
18 Aanvullend Supportprogramma
vergroot bedrijfszekerheid
30 ‘Verbinden, dát is het juiste woord’
Colofon
ArcGIS Actueel is een uitgave van Esri Nederland voor gebruikers van het ArcGIS-platform.
cONTAcTE: [email protected] T: +31 (0) 10 217 07 00I : www.esri.nl
rEDAcTIEErnst EijkelenboomJessica JansenSabine Put Jeroen van Winden
Aan deze uitgave werkten mee:René ColijnWim LigtendagArjen PluimIrene van Winkel
cOvErZwolle heeft als één van de eerste gemeenten content op ArcGIS.com geplaatst. De cover toont de loca-tie van AED’s in Zwolle. De kaart is voor iedereen toegankelijk op www.arcgis.com.
ONTWErpKaren Stultiens
vOrmGEvINGENDrukLENS! (www.lenspuntnl.nl)‘t Papierenhuys
OpLAGE4.500 exemplaren
ABONNEmENTENOrganisaties met een onder-houdscontract van Esri Nederland krijgen ArcGIS Actueel kosteloos toegestuurd. Zonder onderhouds-contract is het ook mogelijk om ArcGIS Actueel te ontvangen. Een jaarabonnement kost 25 euro (excl.btw).
DIScLAImErEsri Nederland besteedt de uiter-ste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de artikelen in ArcGIS Actueel. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Gebruikt kaart- en beeldmateriaal blijft eigendom van de makers. Artikelen uit ArcGIS Actueel mogen alleen openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Esri Nederland.
2 COLOFON EN INHOUDSOPGAVE
3 VOORWOORD
4 NIEUWS
5 LICENTIEBEHEER VOOR ARCGIS 10
8 ONTDEK DE ARCGIS VIEWER FOR FLEX
12 STRUCTUREER WERKPROCESSEN MET
WORKFLOW MANAGER
15 BRENG 3D-DATA TOT LEVEN
18 WINNAAR MAPGALLERY 2010
20 IN DE WOLKEN MET ARCGIS.COM
23 ADD-INS VOOR ARCGIS DESKTOP 10
26 EEN GEOWEB-RAPPORTAGE IN DRIE
STAPPEN
30 GEBRUIK ARCGIS OP UW MOBIELE
TELEFOON!
31 AGENDA
08
15
20
3
geo-informatie
in elke
gewenste
vorm
live geo-
googlen in
de openbare
ruimte
de kracht
van de groep
als de nood
hoog is en data
ontbreekt
INhoudsopgavein perspectief, nummer twee tweeduizendtien
“Ik kan uren
blijven kijken
naar een kaart”
28 22
14
47 32
Het Geo Competence Center van Atos Origin werkt samen met strategische partners en leveranciers, om in complexe klantomgevingen 100% betrouwbare en onafhankelijke Geo-ICT oplossingen te realiseren.
Of het nu gaat om Asset Management, GIS of Geodata, wij begrijpen het verschil tussen een oplossing die gewoon werkt en een oplos sing die concreet meerwaarde oplevert: een betere efficiency, kosten besparing en een hogere servicegraad.
Het Atos Origin Geo Competence Center opereert landelijk, gericht op integratie van Geo in bedrijfsvoering. Haar diensten zijn: ontwerp, bouw, advies en beheer. Hierdoor biedt zij een One Stop Shop op geo-gebied.
www.atosorigin.nl
Zoekt u overzicht in GeoLand?
Think of the fish.
Efficiënt.Minder kosten.Hoge servicegraad.
Beste lezer,
Energie is cruciaal in het menselijk bestaan. Energie hebben we nodig
om ons te verplaatsen en om werk te verzetten. Gelukkig levert goed
eten en slapen normaal gesproken genoeg energie. Ook maken we
gebruik van energiebronnen uit onze aarde, zoals olie en gas.
Maar, onze energiebronnen zijn beperkt. GIS kan helpen om daar
duurzaam mee om te gaan. De technologie levert een bijdrage
aan onze leefomgeving en helpt energie te besparen. Tijdens de
inspirerende GIS Conferentie zijn er veel presentaties over geweest.
Deze In Perspectief beschrijft bijdragen van IF Technology en Royal
Haskoning aan een beter (groener) milieu.
Duurzaamheid betekent op de juiste locatie de juiste activiteiten
laten plaatsvinden. Geografie kan een lans breken in het goed
inrichten van een duurzame leefomgeving. GIS integreert
verschillende informatie op basis van locatie waardoor ruimtelijke
patronen zichtbaar worden. Steden als Rotterdam zijn er voortdurend
mee bezig.
Als het gaat om energie is er ook een figuurlijke betekenis. Voor mij
persoonlijk inspireert GIS en de community die daarbij hoort. Neem
bijvoorbeld de technische mogelijkheden, innovatieve oplossingen
of zoals recentelijk hulp bieden met Eagle in de rampgebieden
van Pakistan. Ook inspireren de nieuwe mogelijkheden met crowd
sourcing mij. Wie van jullie is al bekend met Ushahidi (www.ushahidi.
com)? Het is een initiatief, gesteund door onder meer Esri, om elkaar
te helpen ten tijde van een crisis. Ook de gratis mogelijkheden om
data te delen met de GIS-community via ArcGIS.com – ‘het YouTube
van geo-informatie’, aldus Jeroen van Winden – biedt nieuwe
kansen. Gebruikers kunnen snel beschikken over gedeelde data, deze
inzetten voor toepassingen of kaartmateriaal verrijken. Lees er meer
over in het inspirerende artikel van Bert Vermeij.
Frits van der Schaaf
directeur business development
Esri Nederland
Voorwoord
5
“Vergelijkhet met
YouTube, maar dan voor geo-
informatie.”
6
De Esri Enterprise Award is dit
jaar aan Brabant water uitgereikt.
Kees de Jong, sectorhoofd Distri-
butie van Brabant Water ontving
de award van Ed van Ingen, direc-
teur van Esri Nederland vanwege
het innovatieve beheer en gebruik
van eigen data. Door het gebruik
van GIS zorgt Brabant Water voor
visualisering van locatiegebonden
informatie en ruimtelijke analyses
daarop. Deze informatie wordt be-
drijfsbreed gebruikt in allerlei pro-
cessen op kantoor en in de buiten-
dienst. Esri Nederland prees tijdens
de conferentie ook de houding van
Brabant Water door het beleid te
richten op een brede toepassing van
geo-informatie in haar bedrijfspro-
cessen.De ambities ten aanzien van
GIS zijn hoog. Sector ICT heeft het
GIS-systeem bestempeld als een van
de drie kernsystemen in de Enterpri-
se Architecture. Nieuw te ontwikke-
len toepassingen in de organisatie
worden getoetst aan de overeen-
stemming met deze architectuur.
Ook de verwachtingen ten aanzien
van datakwaliteit en functionaliteit
in het GIS-systeem zijn hoog. Voor
een adequaat asset management
is de integriteit van gegevens van
groot belang.
De Jong: “Het gebruik van het GIS-
systeem geeft nieuwe mogelijkhe-
den in de processen van Brabant
Water. Zo kan het bijvoorbeeld on-
dersteuning geven bij een storing.
Brabant Water ziet de award als een
aanmoediging voor de manier waar-
op ze haar ambities als het gaat om
geo-informatie waarmaakt. Kees de
Jong: “Met de implementatie van
het GIS-systeem is het fundament
gelegd voor een modern systeem
dat door de hele organisatie heen
gebruikt kan worden.”
E-mail voor meer informatie naar
BrabantWaterbekroondmetaward
3D-dataoverdeondergrondbinnenkortvrijbeschikbaar
NieuweschrijfwijzeEsri
TNO maakt vanaf 1 januari 2011 3D-
data uit het DINOLoket (Data en In-
formatie Nederlandse Ondergrond)
voor iedereen vrij beschikbaar. Dit
maakte Mart van Bracht bekend op
de GIS Conferentie 2010.
Het vrijgeven van de informatie
past binnen het stelsel van basisre-
gistraties waarmee de overheid al
langere tijd bezig is. Veelgebruikte
gegevens kunnen hierdoor effici-
enter worden beheerd en gedeeld.
Door eenmalige inwinning en meer-
voudig gebruik van hoge kwaliteit
geo-data over de ondergrond kan
TNO werken aan een optimaal be-
heer en gebruik van de Nederlandse
ondergrond.
Meer weten over DINO? Kijk op
dinoloket.nl of e-mail naar info@
dinoloket.nl.
Vragen over de basisregistratie over
de ondergrond?
Kijk op vrom.nl/basisregistraties of
e-mail naar [email protected]
Esri vervangt de hoofdletters van
haar logo voor kleine letters. Om de
naam herkenbaar te houden is ge-
kozen voor Esri in geschreven tek-
sten. Het nieuwe logo en de nieuwe
schrijfwijze worden geleidelijk inge-
voerd. Esri Nederland neemt deze
wereldwijde aanpassing één op één
over.
Foto:Erik Visser
JackDangermond,directeurenop-
richter van Esri, heeft een GIS-pro-
jectvandeprovincieNoord-Brabant
bekroondmeteenSAG-award(Spe-
cialAchievementinGISAward).
De provincie begon in 2008 met een
geheel nieuwe implementatie van
enterprise GIS. In 2008 en 2009 zijn
zij er in geslaagd om een OTAP-
omgeving met ArcGIS Server op te
zetten. Er ontstonden afzonderlijke
servers voor het Ontwikkelen, Tes-
ten, Accepteren, en voor een dub-
bele productieomgeving.
Het doel van de provincie is om geo-
grafische informatie aan te bieden
in de gehele organisatie en daar-
buiten. De ArcGIS Server-omgeving
is onderdeel van de algemene IT-
infrastructuur van de provincie. Dit
zorgt er voor dat het beheer en de
verantwoordelijkheden van de pro-
cessen, en dus de resultaten, te sta-
biliseren en er een Service Oriented
Architecture van te maken.
Door het gebruik van de OTAP-me-
thode telt de server minder down-
time; de stabiliteit en prestaties
worden gewaarborgd. De provin-
cie Noord-Brabant draagt op deze
manier bij aan de elektronische
overheid, waar administratieve pro-
cessen worden ondersteund met
geografische informatie.
Omdat de provincie Noord-Brabant
niet bij de conferentie in Amerika
aanwezig kon zijn, wordt de award
later uitgereikt in Nederland.
E-mail voor meer informatie naar
De nieuwe avondopleiding MBO-
Geo start op twee locaties, Zwolle
en Etten-Leur. MBO-Geo richt zich
op mensen die zich op geo-gebied
willen bijscholen. Deelnemers aan
de opleiding zijn in principe werk-
zaam in de aansluitende sectoren en
betreffende beroepspraktijk waarin
de opleiding wordt gegeven. De
opleiding is volgens een landelijke
standaard, die werkgevers de zeker-
heid geeft dat de opleiding overal
hetzelfde niveau heeft.
Het Radius College in Etten-Leur
biedt mbo-studenten nu de moge-
lijkheid ook een opleiding geo-ICT
te volgen, voor ICT-studenten. Vorig
jaar deed het Radius College al een
succesvol experiment met een geo-
ICT-stage voor ICT’ers.
GIS@MBO streeft naar integratie
met Stichting Arbeidsmarkt Geo.
Beide partijen staan positief tegen-
over de voorgenomen bundeling
van krachten. GIS@MBO heeft tot
doel om kennis van geografische
informatiesystemen te introduce-
ren en verankeren binnen het mbo.
Daarvoor biedt GIS@MBO de ROC’s
sinds 2005 een aantal lesmodules
aan, die inmiddels bij 21 ROC’s zijn
ingezet: een algemene basismodule
en drie specialisatiemodules voor
Infratechniek (beheer van kabels en
leidingen), BouwInfra en ICT.
AUTEUR: Harmen van Doorn
E-MAIL: [email protected]
gISnieuws
7
Opleidingenmbo-GISindelift
SAG-awardvoorprovincieNoord-Brabant
8
RealWorld_Spread_2xA4_CMYK_DEF.indd 2 26-2-2010 12:22:21
RealWorld_Spread_2xA4_CMYK_DEF.indd 3 26-2-2010 12:22:27
10
Foto’s: Eric Laycock
gis nieuws
gemeenten
Gemeenten zien voordelen in
de twee nieuwe oplossingen de
GeoBasis en GeoBGT voor de wet
en regelgeving rondom de basis-
registraties. Het levert hen vooral
tijdwinstop.
Het nieuwe GeoBasis wordt goed
ontvangen bij gemeenten. Afgelo-
pen zomer is rondom de lancering
van dit product een roadshow ge-
organiseerd voor geïnteresseerden.
Deze informatieve sessies hebben
ertoe geleid dat nu al gemeenten
GeoBasis implementeren. GeoBasis
is een standaard geografisch gege-
vensmagazijn voor de in- en exter-
ne informatievoorziening van de
gemeente en biedt daarmee een
grote winst in de dagelijkse werk-
zaamheden.
GeoBGT speelt in op de komende
Basisregistratie Grootschalige To-
pografie (BGT). Naar verwachting
zal deze applicatie in het eerste
kwartaal van 2011 beschikbaar zijn.
GeoBGT zal voorzien in de opbouw
en het beheer van de BGT en de
integratie met andere registraties
zoals BAG en groen- en wegbeheer.
De functionaliteiten van de appli-
catie worden ontwikkeld in samen-
werking met een klankbordgroep
van gemeenten.
Volg de ontwikkelingen rondom
GeoBGT en GeoBasis via Esri.nl/ge-
meenten.
AUTEUR: Carmen Boertjes
E-MAIL: [email protected]
DegemeentenApeldoornenZwol-
le hebben onlangs een Enterprise
License Agreement (ELA) afgeslo-
ten met Esri Nederland. Dit geeft
de gemeenten onbeperkte moge-
lijkheden om de software van Esri
in te zetten.OokzullenZwolleen
Apeldoorn structureel met Esri sa-
menwerkenomdeinzetvanGISin
hun gemeentelijke bedrijfsvoering
verdertebevorderen.
“Wij zien het gebruik verschuiven
van CAD naar GIS. Van data opbou-
wen naar data zinvol gebruiken.
Hier is steeds meer GIS bij nodig”,
aldus Mark Hardeman, senior geo-
ict adviseur van de gemeente Apel-
doorn. De gemeente Apeldoorn
gebruikt al jaren software van Esri
en dat bevalt, naar eigen zeggen,
prima. Daarnaast zien zij aan de
ontwikkelingen bij Esri dat dit aan-
sluit op de behoefte binnen de ge-
meente, waardoor zij de komende
jaren duidelijk nog meer gebruik
willen maken van GIS.
Ook de gemeente Zwolle heeft een
zeer duidelijke visie met betrek-
king tot het gebruik van GIS. Zij
hebben een plan opgesteld waar-
bij de gemeente in 2015 volledig
‘geo-enabled’ moet zijn. De focus
in dit plan ligt op het optimaal
benutten van GIS-mogelijkheden:
geo in de keten brengen. Peter van
Capelleveen, gemeente Zwolle:
“Met andere woorden, het gebrui-
ken van geo-informatie in alle ge-
meentelijke werkprocessen. Daar-
bij is het organiseren van de basis
geo-informatieketen een wezenlijk
onderdeel”. De ruime mogelijkhe-
den en functionaliteit die het Esri-
platform biedt is voor de gemeente
Zwolle de voornaamste reden om
te kiezen voor Esri-producten.
Beiden gemeenten geven aan GIS
vooralsnog voor ‘zakelijke’ toepas-
singen te gebruiken, maar hebben
creatieve ideeën om GIS steeds
meer voor burgers in te zetten.
Met name op het gebied van infor-
matieverstrekking en meldingen
via GIS, zijn ontwikkelingen te ver-
wachten.
AUTEUR: Carmen Boertjes
E-MAIL: [email protected]
geoBasis en geoBgT interessant voor gemeenten
Zwolle en apeldoorn maken strategische keuze voor Esri
11
Foto’s: Eric Laycock
gis
dienstenZij zetten zoden aan de dijk
Steeds meer organisaties gebruiken
geo-informatie breder in de orga-
nisatie dan voorheen. Een GIS zorgt
voor efficiënter en effectiever wer-
ken, processen visueel inzichtelijk
maken of simpelweg voldoen aan
nieuw gestelde eisen. Om hier snel
van te profiteren is vaak (tijdelijk) ex-
tra capaciteit, kennis en/of ervaring
nodig. De detacheerders van het Ne-
derlandse Esri bieden helpende han-
den als het gaat om de onmisbare rol
die kennis en ervaring spelen.
ExTrApIEkOpvANGEN
Waterschap Groot Salland merkt de
extra handen van de gedetacheerde
Maarten van Dusseldorp voortdu-
rend op. GIS-adviseur Henri Bosch-
man: “Maar dat niet alleen, in ons
al maar groeiende GIS-gebruik en
grote projecten komt de GIS-kennis
van Van Dusseldorp goed van pas.
De lijn tussen onze organisatie en
Esri Nederland is ook veel kleiner ge-
worden; voor vragen waar we niet
direct uitkomen is dat erg handig.”
Ook het Hoogheemraadschap van
Delfland heeft grote projecten lo-
pen. Arnold Holtrop, beleidsmede-
werker Waterkeringen: “ De afde-
ling geo-informatie moet hiervoor
veel input verzorgen. Om de extra
piek in GIS-werkzaamheden op te
vangen is logischerwijs gekozen voor
detachering.” Judith Kats brengt bij
het hoogheemraadschap een schat
aan kennis en ervaring binnen de or-
ganisatie. “Verder was het voor onze
organisatie van belang dat voor het
slagen van de projecten iemand was
die goed kon benadrukken waarom
ArcGIS een krachtig en belangrijk
middel is voor gegevensbeheer, ana-
lyse en visualisatie van geo-informa-
tie.”
ENTHOuSIASmE
Het detacheringsteam van Esri Ne-
derland heeft veel te bieden. Ma-
nager Jort Engels: “We doen enorm
ons best om een constructieve bij-
drage te leveren als het gaat om
projecten of lopende werkzaamhe-
den bij gemeenten, provincies en
waterschappen. Ons team beschikt
over deskundigheid en vertrouwen
waarin elke detacheerder met ple-
zier werkt met geo-informatie. Or-
ganisaties waar wij werken merken
dit.” Voor detachering in andere
markten werkt Esri Nederland sa-
men met partners.
Waarom juist voor detachering naar
Esri? Arnold Holtrop van Hoog-
heemraadschap van Delfland: “Al
eerder hadden wij goede ervaringen
opgedaan met detachering van Esri
Nederland. De medewerkers lever-
den goede eindresultaten, geven
blijk van gedegen vakkennis en
vaardigheid, zetten zich enthousiast
in en zijn een prettige samenwer-
kingspartner. Dat geldt ook nu.”
Henri Boschman van Waterschap
Groot Salland maakte de keuze ook
mede op basis van ervaringen in het
verleden: “Wij wisten dat de deta-
cheerders van Esri Nederland veel
inhoudelijke kennis meenemen van
de systemen INTWIS en IRIS.”
Jort Engels: “Door hun kennis en
brede ervaring hebben ze aan een
half woord genoeg om bedrijfspro-
cessen en GIS-systemen snel te door-
gronden. Met passie voor geo, een
enorme hoeveelheid energie en fo-
cus kunnen ze meteen aan de slag.”
AUTEURS: Harmen van Doorn
Corine Meppelink
E-MAIL: [email protected]
“Lijn tussenons en Esri
Nederland is veel kleinergeworden;
erg handig.”
Esri Nederland biedt diverse vormen van advies en ondersteuning aan.
EénvandezeGIS-dienstenisdetachering.regelmatigwordendiversemede-
werkersgedetacheerden ingezetomorganisaties verder tehelpenbij hun
GIS-werkzaamheden. De organisaties waterschap Groot Salland en Hoog-
heemraadschapDelflandhebbenerprofijtvan.
12
gis voor
Bouw & infra
De Nederlandse sector die zorgt
vooropsporingen ruimingvanex-
plosievenuitdeTweedeWereldoor-
log is de laatste jaren volledig ge-
professionaliseerd. ArcGIS ontsluit
binnenkortalle‘bommendata’voor
gemeentenenvastgoedpartijen.
De mogelijke aanwezigheid van
explosieven schrikt investeerders,
gemeenten en toekomstige kopers
af. Om uit te sluiten dat de bodem
explosief materiaal bevat wordt
bij grote bouwprojecten daarom
steeds vaker historisch vooronder-
zoek verricht. Gemeenten en vast-
goedpartijen zijn geïnteresseerd
in nauwkeurige data over de vind-
plaats van explosieven. Gericht re-
kening houden met die risico’s zorgt
voor een beheersbare planning en
geen onverwachte kosten.
prOfESSIONALISErINGSEcTOr
Tot 1998 zorgde de Explosieven Op-
ruimingsdienst Defensie (EOD) met
een aantal opsporingsbedrijven
voor de oplossing van het bommen-
vraagstuk. Daarna werd de sector
geliberaliseerd, nieuwe bedrijven
betraden de arena. Nu is de markt
voor opruiming van explosieven
volwassen geworden. GIS speelt
in dit professionaliseringproces en
informatiebeheer een zeer promi-
nente rol.
Alle betrokken bedrijven besloten
onlangs om de locaties van eerder
uitgevoerd explosievenonderzoek
prominent aan te bieden aan de
opdrachtgevers. Het bedrijf Saricon
bouwde voor de branchevereniging
Vereniging voor Explosieven Opspo-
ring (VEO) afgelopen jaar een nieuw
platform op basis van ArcGIS Server
voor de uitwisseling van historische
data over explosievenonderzoeken.
Het informatiesysteem was binnen
enkele maanden online.
De toepassing van ArcGIS voor het
oplossen van het bommenvraagstuk
is breder. Met ArcGIS ontsluit Sari-
con een groot deel van alle histori-
sche data over oorlogsvoering, oor-
logsvoorbereiding en naoorlogse
activiteiten met betrekking tot het
verwijderen van explosieven. Bo-
vendien kunnen met ArcGIS cruciale
bronnen worden aangesproken die
anders zeer slecht toegankelijk zijn.
Zo heeft Saricon met ArcGIS een
enorme hoeveelheid luchtfoto’s,
die de Engelse luchtmacht RAF in
de oorlog maakte, ontsloten. Deze
luchtfoto’s bevatten accurate indi-
caties van de inzet van explosieven
en zijn van cruciaal belang bij het
opsporen van oorlogsmateriaal.
kENNISBEDrIJf
Directeur Huibert van Driel van
Saricon: “Net na de oorlog werd
veel oorlogsmateriaal ad hoc ge-
ruimd. Vanaf de jaren negentig
gebeurt dat systematisch. Vooral
bij de ontwikkeling van grootscha-
lige Vinex-wijken blijkt een goede
risicoanalyse van groot belang. Het
project de Waalsprong bij Lent, een
gebied van 1300 hectare, moet met
zekerheid bommenvrij zijn.” Ge-
meenten en projectontwikkelaars
melden zich steeds vaker bij Saricon
voor een historisch vooronderzoek.
“We willen alle relevante histori-
sche informatie op orde hebben
en beschikbaar stellen. Het effici-
ent opsporen van data neemt een
grote vlucht. De tijden zijn veran-
derd, de oorlogsvoering is anders,
net als de opsporingstechnologie...
arcgIS onmisbaar inontsluiten van Nederlandsexplosievenrisico
Beeld: Saricon
Directeur Huibert van Driel van Saricon: “Vanaf de jaren negentig gebeurt dat systematisch. Vooral bij de ontwikkeling van grootschalige Vinex-wijken blijkt een goede risicoanalyse van groot belang.”
Foto: Guido van den Heuvel
13
En als tegenwoordig een oorlog
wordt beëindigd wisselen beide
partijen direct alle data uit over de
opslagplaatsen van explosief mate-
riaal. We hebben de liberalisering
in de sector omarmd en ons ontwik-
keld tot een kennisbedrijf dat zeer
nauwkeurig een risicoanalyse kan
maken en een onderbouwd advies
kan geven wat de risico’s voor de
opdrachtgever minimaliseert.”
pIONIErEN
Saricon specialiseert zich in advies
op het gebied van integrale veilig-
heid, projectgebonden risicoana-
lyses en historisch vooronderzoek.
De consultants van Saricon hebben
veel ervaring opgebouwd in het sa-
menstellen van rampenbestrijdings-
plannen, het ontwikkelen van grote
voorlichtingscampagnes en het ge-
ven van adviezen aan gemeenten
en projectontwikkelaars.
Een nieuw team van zeven historici
en GIS-specialisten verzorgt nu de
inwinning en beheersbaarheid van
data. De GIS-coördinatie is in han-
den van Menno Ribbens. Rond
1998 maakte hij als student al een
scriptie over de toepassing van GIS-
technologie in de wereld van de
explosievenopsporing. Over de re-
cente innovaties zegt hij: “De bron-
gegevens zijn erg divers geworden.
We gebruiken alles wat we kun-
nen vinden; oude militaire kaarten,
handgeschreven administraties, ver-
slagen van gemeenten, kaarten van
bijvoorbeeld ProRail, buurtonder-
zoeken en tips uit persoproepen.
En soms staat er op locatie nog wel
eens een oud mannetje langs de
kant met interessante opmerkingen
over bombardementen en explosie-
ven”, zegt hij lachend.
DATAALSfuNDAmENT
Op zijn werkkamer toont Menno
Ribbens ons het materiaal dat de
basis vormt voor nieuwe risicoana-
lyses. Aan de wand hangt een fraai
klassieke legerkaart die de aanval-
lende bewegingen van geallieerden
in Tweede Wereldoorlog toont. Op
zijn scherm verschijnt een kaart van
de Nieuwe Waterweg aan het einde
van de oorlog. Vlak bij Hoek van Hol-
land geven icoontjes de plaats aan
van verdedigingswerken, geschuts-
opstellingen, bunkers en soldaten-
onderkomens. De lichte vlekken die
we zien op gegeorefereerde lucht-
verkenningsfoto’s van de Royal Air
Force zijn bomkraters. Een lichtgrijs
vlak lijkt omgeploegd, ongevaar-
lijk. Toch is er iets speciaals mee aan
de hand. In de ondergrond heeft
de Duitse Defensie mijnen gestopt
om zo het gebied te verdedigen. Er
omheen ligt een duidelijk zichtbare
ring. Dat is een tankgracht.
Ribbens: “Alle data vormen het fun-
dament voor een risicokaart met
specifieke rapportage op deelgebie-
den. Die is onmisbaar bij de Ruimte-
lijke Ontwikkeling in zo’n gebied.”
Ribbens heeft oog gekregen voor
de Tweede Wereldoorlog, maar dan
wel een geografisch oog. GIS is zijn
dagelijkse werk geworden.
AUTEUR: Guido van den Heuvel
E-MAIL: [email protected]
Beeld: Saricon
15
‘iedereen gaat hier met gis aan de slag’
planten, dieren en hun omgeving beïnvloeden elkaar voortdurend. Groteveranderingenopkorteoflangetermijnlatendushunsporenna.Ditvraagtomeenduurzameomgangmetdenatuur.InNederlandhebbenplanologischebeslissingen,doorbeperkteruimte,vaakgroteimpactopdeomgeving.Hetecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga maakt gebruik van GIS inhaaradviesoverondermeerdeafstemmingtussenmensenmilieu.“Derolvangeo-informatiewordtinonzeorganisatiegroterengroter.”
gis geeft
Energie!
gis: beter werk leveren, tijdwinst maken en extra bijdrage aan natuur leveren.
16
Een (glas)tuinbouwer wil een nieu-
we kas neerzetten. Maar mag dit
wel zomaar? De aanwezigheid van
de nieuwe kas heeft impact op de
omgeving. Er verdwijnt bijvoor-
beeld een stuk land waar weide-
vogels gewend waren hun eieren
te leggen en er is ’s nachts sprake
van meer lichtverstoring in de om-
geving. Ecologisch onderzoeks- en
adviesbureau Altenburg & Wymen-
ga berekent aan de hand van wet-
en regelgeving, wat de prijs is die
de natuur betaalt voor de komst
van de nieuwe kas. Een andere
locatie kan misschien worden aan-
gewezen als ‘compensatiegebied’
voor plant- en diersoorten die ver-
loren gaan. Slaagt die missie? Op
vele van zulke evaluatiemomenten
komt Altenburg & Wymenga in ac-
tie.
We praten met Lucien Davids en
Ronald de Jong, beiden zijn GIS-
medewerker bij Altenburg & Wy-
menga. De Jong: “De flora en fau-
na wordt voortdurend beïnvloed
door ruimtelijke ontwikkelingen.”
Naast concreet vooronderzoek (ef-
fectenstudies en toetsen van plan-
nen), de evaluatie van natuurbe-
heer en –beleid, brengt Altenburg
& Wymenga de verspreiding van
plant- en diersoorten in kaart. Niet
ver van de interviewlocatie berei-
den twee medewerkers in de werk-
plaats een groot muizenonderzoek
voor. Ze zetten straks zo’n twee-
honderd muizenvallen uit om data
te verzamelen. De geografische
locatie van de vallen wordt hierbij
direct digitaal vastgelegd met be-
hulp van mobiel GIS.
BELEIDBEpALENENSTurEN
“GIS speelt op alle niveaus van de
organisatie een rol”, zegt Lucien
Davids. Praktisch is het handig, het
brengt meteen en snel de situatie
letterlijk in kaart. Voor we een pro-
ject ingaan kun je snel nagaan of
er intern al iets bekend is over de
omgeving (is het bijvoorbeeld be-
schermd gebied?).” Als het gaat om
het inwinnen, beheren en analyse-
ren van ruimtelijke data levert GIS
tijdwinst op. Technieken als mobiel
GIS, remote sensing en 3D-digitali-
seren vormen ‘gewoon’ onderdeel
van het werkproces als dat nodig is.
Binnen het bedrijf is een onder-
scheid gemaakt in de volgende in-
houdelijke expertises: Natuurwet-
en regelgeving, Fauna-ecologie,
Vegetatiekartering- en monito-
ring, Fauna-inventarisatie en mo-
nitoring en Ecologie en ruimte. De
ecologen van deze afdelingen scha-
kelen in de uitvoer van projecten
het GIS-team in voor het in kaart
brengen van planten en dieren en
de analyses daarop. Deze kaarten
en de analyseresultaten vormen
de basis voor het verstrekken van
ecologisch advies. Deze informatie
bepaalt en stuurt beleid, of maakt
knelpunten zichtbaar. Veel advies-
werk vloeit voort uit de implemen-
tatie van nationale en Europese
natuurwetgeving zoals Natura 2000
en de Ecologische Hoofdstructuur.
Er wordt bij Altenburg & Wymenga
steeds meer gebruik van de afde-
ling Geo-informatie gemaakt. De
laatste jaren is de afdeling dan ook
flink in niveau gegroeid. Er zijn drie
vrouwen en drie mannen actief.
Niet echt een grote afdeling als
je het vergelijkt met grote ingeni-
eursbureaus, wél innovatief en am-
bitieus in het werk.
pOTENTIEELBENuTTEN
Het enthousiasme van het GIS-team
voor GIS is overgeslagen op de rest
van de organisatie. “Je merkt het,
collega’s zijn bewuster bezig met
geo-data. Dat is niet zomaar ge-
beurd. We hebben GIS op de kaart
De werkwijze van Altenburg & Wymenga
is veranderd doordat de rol van GIS bin-
nen de organisatie groter is geworden.
17
moeten zetten om het potentieel
volledig te kunnen benutten. Daar
zijn we nog steeds hard mee bezig,
maar er is nu al een duidelijke geo-
awareness aanwezig. Het gebruik
van Geo-informatie en de inzet van
GIS vormt een belangrijk onderdeel
in de totstandkoming van onze ad-
viezen. Rapporten zijn voorzien
van hoogwaardig kaartmateriaal
en ruimtelijke data wordt digitaal
opgeleverd volgens geldende stan-
daarden, het voelt voor iedereen
completer. Onze werkwijze is dus
echt veranderd doordat de rol van
GIS binnen de organisatie groter is
geworden.
Er is ruimte gekomen voor een ver-
schuiving van de rol van de afde-
ling Geo-informatie binnen de or-
ganisatie. Binnenkort kunnen onze
medewerkers via de server gemak-
kelijk zelf de grote hoeveelheid die
wij aan Geo-informatie creëren en
beheren, raadplegen. Bijvoorbeeld
waar wij in het verleden onderzoek
hebben verricht of hoe een plange-
bied is gelegen ten opzichte van de
ruimtelijke grenzen van natuurbe-
leid. Iedereen gaat hier met GIS aan
de slag!” Davids: “Veel eenvoudige
GIS vragen zijn straks door de col-
lega’s zelf te beantwoorden. Wij
kunnen ons dan volledig richten op
de geavanceerdere analyses, het
maken van kwalitatief hoogwaar-
dige kaarten en het intern commu-
niceren van de (nieuwe) mogelijk-
heden van GIS.”
cENTrAALWErkEN
Een andere, belangrijke rol ziet
de afdeling in het bewaken van
de kwaliteit. “We werken volgens
bepaalde wetenschappelijk be-
proefde methodieken en die moe-
ten natuurlijk gevolgd worden.”
Verder legt het GIS-team zich toe
op metadata (data over data) om
de datakwaliteit te verhogen en
te waarborgen. Daarnaast is het
ontwerpen, vullen en beheren van
een organisatiebrede database een
nieuwe taak geworden. De Jong:
“Hoewel we een projectgestuurde
organisatie zijn willen we toe naar
een projectoverstijgende opslag
van onze eigen ingewonnen geo-
data. We werken toe naar een
meer themagerichte opslag van
onze gegevens.” Dit moet er voor
zorgen dat data eenvoudiger te
vinden is en daarnaast gemakkelijk
op projectoverstijgend niveau ge-
analyseerd en gepresenteerd kan
worden.
Altenburg & Wymenga slaat de
komende tijd een logische stap in
richting het toegankelijker gebruik
van geo-informatie door medewer-
kers. Daar speelt het GIS team een
cruciale rol in. Maar daardoor kan
het onderzoeks- en adviesbureau
de komende jaren wel efficiënter
werken en hoogwaardiger rappor-
ten afleveren.
AUTEUR: Harmen van Doorn
E-MAIL: [email protected]
WEB: altwym.nl
“Collega’s zijn bewusterbezig met geo-data.”
“GIS speelt op alle niveaus van
de organisatie een rol.”
ALTENBurG&
WymENGA
Onderzoeks- en advies-
bureau Altenburg & Wy-
menga werkt al sinds
1988 in de ecologische
sector. Deze groene markt
wordt met 35 specialisten
bediend, soms in samen-
werking met hydrologen
en landschapsarchitecten.
Opdrachtgevers zijn met
name overheden, na-
tuurbeheerorganisaties,
ingenieursbureaus maar
ook bedrijven en particu-
lieren.
Het ecologisch advies-
bureau voelt zich nauw
verbonden met de natuur
en heeft daarom bij de
nieuw- en verbouw van
haar prachtige kantoor-
pand gekozen voor duur-
zame materialen en tech-
nieken (bijvoorbeeld het
gebruik van een warmte-
pomp, natuurverf en eco-
logische basismaterialen).
Zie voor foto’s de nieuwe
website altwym.nl.
18
gis
diensten
aanvullend Supportprogrammavergroot bedrijfszekerheid
Het gebruik van GIS groeit, bin-
nen steeds meer organisaties is GIS
niet meer weg te denken. Daarom
is juist nu goede beschikbaarheid,
bereikbaarheid en performance van
de GIS-infrastructuur een must. Esri
Nederland Support biedt daarvoor
de juiste oplossing. Niet alleen in
hetgevalvancalamiteiten,maarook
pro-actief via het Aanvullend Sup-
portprogramma.Wantvoorkomenis
beterdangenezen.
Webservices, databases, online map-
ping en desktop GIS bieden talloze
mogelijkheden. Dat is prettig, en
zorgt ervoor dat steeds meer men-
sen binnen uw organisatie gebruik
maken van GIS. De systemen verke-
ren in goede gezondheid, en de me-
dewerkers maken optimaal gebruik
van alle mogelijkheden binnen de
GIS-infrastructuur.
Dit is de ideale situatie. Toch kan het
altijd gebeuren dat er problemen in
het GIS-werk optreden. Geen nood!
Esri Nederland Support helpt gebrui-
kers via internet, e-mail of telefoon
direct weer op weg. Zo zijn vele
klanten afgelopen jaren met succes
geholpen. Maar waarom problemen
oplossen als u ze ook kunt voorko-
men?
OpTImAfOrmA
Hier komt het Aanvullend Support-
programma van Esri Nederland om
de hoek kijken. Lisette Verzijl, mana-
ger van Esri Nederland Support legt
uit: “Het doel van dit programma
is om samen met de gebruiker een
optimale en continue dienstverle-
ning, wat betreft Esri-software, af te
stemmen. Juist omdat het belangrijk
is dat de GIS-omgeving in optima
forma verkeert, legt de aanvullen-
de service de nadruk op pro-actief
beheer en onderhoud van de sys-
temen. Dat houdt bijvoorbeeld pe-
riodieke deskundige gebruikerson-
dersteuning ter plekke in, maar ook
een ‘health check’ van uw systeem,
waarbij wij niet alleen uw systemen
in kaart brengen maar ook adviseren
over de laatste patches en service
packs, over beheer, performance en
backups. Het uiteindelijke doel is het
verminderen van het aantal ad hoc-
problemen, en dat vergroot de be-
drijfszekerheid.”
GOEDEAfSprAkEN
Helaas zijn niet alle problemen te
voorkomen. In dat geval is het be-
langrijk dat er goede afspraken zijn.
Ook dan is de klant koning, want
de Esri-gebruiker bepaalt zelf hoe
ver de service gaat. “Het Aanvul-
lend Supportprogramma biedt tal
van opties, zoals prioritering van de
supportvragen, afspraken over re-
actietijden, een directe verbinding
met een ervaren support engineer,
snelle inzet ter plaatse, 24 uur per
dag inzicht in de status van de sup-
portvraag en afspraken over escala-
tie”, aldus een trotse Lisette Verzijl.
Ze besluit: “We zetten alles in het
werk om de GIS-gebruiker succesvol
te laten werken.”
AUTEUR: Wilfred Hermans
Harmen van Doorn
E-MAIL: [email protected]
WEB: esri.nl/support
In onderstaand overzicht staan enkele opties op een rijtje. Wilt u de mogelijkheden van het Aanvullend Supportpro-
gramma bespreken voor uw organisatie? Neem dan contact op met Lisette Verzijl, manager support van Esri Nederland
(telefoonnr. +31 (0)10-271 07 00 of e-mail naar [email protected]).
vraag Service Silver Gold platinum
Wilt u dat uw problemen met prioriteit worden behandeld? Prioritering (impact + urgentie)
Wilt u een directe lijn hebben met een vaste support engineer? Extended Support Team
Wilt u 24 uur per dag inzicht hebben in de status van uw supportvragen? Klantenportaal
Wilt u dat kleine inrichtingsvragen zo snel mogelijk worden uitgevoerd? Kleine inrichtingsvragen op afstand (max.)
Wilt u periodiek gebruik maken van deskundige gebruikersondersteuning ter plaatse? Functionele doctor’s office (max.)
Wilt u de bedrijfszekerheid en performance van uw serversystemen vergroten? Technische doctor’s office optioneel
Wilt u de experts binnen uw organisatie uitdagen? Expert meeting optioneel
(max.): er worden afspraken gemaakt over maximale inzet per vraag en per jaar.
Hoe kunnen de wacht- en overnachtings-
plaatsen voor de scheepvaart verbeterd
worden? uit enquêtes onder vaarweg-
gebruikers blijkt namelijk grote behoefte
aan meer en beter verzorgde ligplaatsen.
rijkswaterstaat onderzoekt daarom op
welke wijze het aanbod op een slimme
manierverbeterdenvergrootkanworden.
Witteveen+Bosheeftvoorheteerstmeteen
landelijke GIS-netwerkanalyse inzicht ge-
geven indevoorzieningen langs ’sHeeren
vaarwegen.
Het Scheepvaart Verkeers Centrum (SVC) is
het aanspreekpunt binnen Rijkswaterstaat
voor alle scheepvaartzaken. Het SVC houdt
zich onder meer bezig met scheepvaartver-
keersmanagement, vergunningverlening en
het informeren van de scheepvaart, zodat
het vervoer over water vlot, veilig en be-
trouwbaar kan verlopen.
Hoewel Rijkswaterstaat de afgelopen ja-
ren al voor uitbreiding en verbetering van
wacht- en overnachtingsplaatsen heeft ge-
zorgd, blijft er grote behoefte aan meer
ligplaatsen. Dat heeft onder meer te maken
met de voorgeschreven rusttijden, toegeno-
men scheepslengtes en groei van de continu-
vaart. Om de benutting te verbeteren heeft
Witteveen+Bos een netwerkanalyse in GIS
gemaakt van de wacht- en overnachtings-
plaatsen langs alle vaarwegen in Nederland.
Van 393 havens in het beheer bij Rijkswa-
terstaat en bij gemeenten is inzichtelijk ge-
maakt welke voorzieningen aanwezig zijn.
Het gaat hier om bijvoorbeeld afloopstei-
gers naar de wal, verlichting, vuilafgifte-
punten en autoafzetplaatsen waar schip-
pers hun auto met een kraan aan en van
boord kunnen takelen. Verder zijn naast alle
vaarwegen ook de ‘corridors’ opgenomen;
acht doorgaande, elkaar deels overlappen-
de, hoofdvaarroutes door Nederland.
Voor elke locatie langs de vaarweg is geke-
ken welke voorzieningen bereikbaar zijn
binnen een vaartijd van twee uur. Uit de
netwerkanalyses bleek dat op de vaarwegen
vrijwel altijd een haven binnen de gewenste
afstand is te bereiken. De overige analyses
betroffen onder meer de beschikbare capaci-
teit per type ligplaats binnen twee uur varen
en de afstand tot de dichtstbijzijnde auto-
afzetplaats vanuit elke plek in het netwerk.
Door analyses te combineren is bijvoorbeeld
ook de totale capaciteit van de ligplaatsen
voor verschillende gevaarklassen (kegels)
berekend. Verder zijn de uitkomsten afgezet
tegen het aantal langsvarende schepen, om
zo projecten voor verbetering op nationale
schaal onderling te prioriteren.
Dit eerste landelijk overzicht met een een-
duidige interpretatie van alle voorzieningen
blijkt een belangrijke bijdrage voor een suc-
cesvol vervolg. Zowel uit de probleemanalyse
als uit interviews met de schippers blijkt aan
uitbreiding van de capaciteit de meeste be-
hoefte te zijn. Hier zal SVC zich in eerste in-
stantie oprichten; voor korte termijn kan bij-
voorbeeld bebording in een specifieke haven
aangepast worden, voor de lange termijn
wordt verbeterd ligplaatsenbeheer mede als
een oplossing gezien. Centraal bij verbeterd
ligplaatsenbeheer staat het verschaffen van
inzicht in de beschikbare capaciteit voor de
schipper om zo tot een betere verdeling van
schepen over de havens te komen.
AUTEUR: Erik Kraan | Witteveen+Bos
E-MAIL: [email protected]
19
NetwerkanalyseNederlandsescheepvaart
gis geeft
Energie!
Groei van binnenvaart vraagt om juiste voorzieningen.
TechnischeachtergrondVoor het faciliteren van de
schippers langs deze corri-
dors zijn alle vaarwegen in
een shapefile gezet. Deze
shapefile is met topologiere-
gels op under- en overshoots
en kruisende lijnen gecon-
troleerd.
De havens (facilities) zijn uit
verschillende bronsystemen
van Rijkswaterstaat afkom-
stig, zoals Vaarwegkenmer-
ken in Nederland (ViN), River
Information Services (RIS) en
Beheerkaart Nat (BKN). Uit
deze systemen zijn gegevens
via administratieve en ruim-
telijke koppelingen geaggre-
geerd tot 393 unieke wacht-
en overnachtingsplaatsen.
Daarna is met de Esri-ex-
tensie Network Analyst een
landelijk netwerk in ArcGIS
opgebouwd en zijn net-
werkanalyses uitgevoerd.
Foto:Witteveen+Bos
21
Column
“Ook Sony neemt definitief afscheid van de floppy disk.” Voor ve-
len zomaar een kop in de Automatiseringsgids. Voor mij niet. Flop-
py’s waren in de tijd van mijn eerste computer van groot belang:
om de PC of programma’s te kunnen starten, maar ook als opslag-
en uitwisselmedium. Toen mijn buurman ook een PC kocht, ging
ik er met mijn opbergbak vol floppy’s heen. Eén voor één werden
ze, onder het genot van een aantal kopjes koffie, gekopieerd. Zo
ging dat. Uitwisselen van digitale data; met name programma’s.
Sinds die tijd volgden opslagstructuren en uitwisselingsmetho-
dieken elkaar in een razend tempo op. Andere floppy-formaten,
kaartjes en sticks. Maar ook netwerken en overige verbindingen.
We zijn een aantal fasen verder: delen is heel normaal en het liefst
alles online.
Een gegevenshuishouding die meerdere gelijktijdige gebruikers
toegang biedt tot één gezamenlijke geografische gegevensset is
nu goed denkbare. Dat kunnen een vijftal medewerkers zijn van
één organisatie die gelijktijdig binnen een intern netwerk een ge-
gevensset opbouwen of aanpassen. Of duizenden mensen over de
hele wereld die via internet een routeplanner raadplegen.
Dit lijkt op het veel aangehaalde ‘cloud’, maar is niet hetzelfde.
Er zijn wel overeenkomsten. De cloud stelt via internet op aan-
vraag hardware, software en gegevens beschikbaar. Als het maar
plaatsvindt op internet. ‘Cloud-based’ GIS is een volgende stap.
Met de komst en ontwikkelingen van internet kwam ook de func-
tionaliteit beschikbaar om kaartdata via het web te ontsluiten en
te laten integreren met overige onderdelen en functionaliteit van
webpagina’s.
Een ver-van-je-bed-show? Je deelt je datasets met collega’s die
waarschijnlijk raadpleger zijn. Misschien zijn specifieke gegevens
al vrijgegeven, zodat ze deze mogen onderhouden? Misschien
overweegt u ook om mobiel ‘mee te geven’ aan collega’s van de
buitendienst (de ogen in het veld) om de dataset te verrijken met
actuele data. Dan bent u, misschien zonder het zelf te weten, toch
al bezig met stappen richting ‘the cloud’!
Lees de volledige column op esri.nl/kijkje-terug-blik-vooruit
AUTEUR: Jeroen Lieverdink | Esri Nederland
E-MAIL: [email protected]
Kijkje terug,blik vooruit
“Eén vooréén werden
ze, onder het genot van
kopjes koffie,gekopieerd.”
22
opinie
ArcGIS.cOm
Het zijn niet alleen de bekende so-
cial media waar GIS en online com-
munities elkaar vinden. Op het re-
cent gelanceerde ArcGIS.com raken
zij elkaar – de kracht van de groep
als mechanisme – om de rijkste bron
van geografische informatie op te
bouwen. Met elkaar en voor elkaar.
ArcGIS.com is dé website voor het
werken met kaarten en andere
geografische informatie. Met Arc-
GIS.com maak je online kaarten, je
vindt er basiskaarten en thematische
kaarten, geografische applicaties en
toepassingen en je kunt er kaarten
en geo-informatie delen met andere
gebruikers. Dáár zit de kracht. GIS-
gebruikers en professionals delen via
de ArcGIS.com-portal hun ‘content’
met anderen. Een community van
en voor GIS-professionals, maar ook
voor iedereen die op zoek is naar
goede geografische informatie of
goed digitaal kaartmateriaal.
Waarom zou je meedoen aan Arc-
GIS.com? In elk geval vanwege het
belang van samenwerking, omdat
samenwerking tussen organisaties
veel makkelijker kan. Voor het samen
aanpakken van allerlei vraagstukken
rond inrichting, gebruik en beheer
van onze leefomgeving.
GISISSAmENWErkEN
De essentie van GIS is samenwerken.
Dat is het altijd al geweest. Met loca-
tie als verbindend mechanisme legt
GIS verbanden tussen verschillende
beleidsvelden. GIS helpt bij het ont-
dekken van relaties, patronen en
dwarsverbanden en vormt zo de
basis voor de integrale aanpak van
onder meer mobiliteit, leefbaarheid
van de steden, economische ontwik-
keling, behoud van ecosystemen en
veiligheid. Om dit goed te kunnen
is informatie nodig uit diverse bron-
nen. Samenwerken en GIS horen bij
elkaar.
GIS-professionals hebben altijd al
heel veel kennis en geografische in-
formatie georganiseerd in GIS-syste-
men. Waarom niet anderen helpen
met deze kennis? Zodat iedereen alle
voor hem of haar beschikbare en re-
levante informatie kan integreren in
al het werk. De slag die we dan ma-
ken is het bouwen van verbindingen
tussen organisaties en vakdisciplines.
Deze visie is op weg om werkelijk-
heid te worden. Het is mogelijk om
deze gemeenschappelijke geogra-
fische kennis, de gezamenlijke in-
vesteringen in professionele data,
informatie en kaarten voor iedereen
beschikbaar te maken. Zo kan ruim-
telijk denken overal worden ingezet.
de krachtvan de groepDoe mee met ArcGIS.com!
Gemeenschappelijkeinteressesbrengenmensensamen.Inde‘echtewereld’
zijnwelidvandevoetbalclub,eenfietsgroepofdetoneelvereniging.Devir-
tuelewereldvan internetweerspiegeltdit inonlinecommunities.Wie iser
nietactief inéénofmeercommunities,omdathet leuk, leerzaamennuttig
is?mijnfavorieten?Indezomerdewielercommunitykuitenbijters.com(‘het
voorportaalvandepijn’)enindewinterschaastpeloton.nl,allesovermara-
thonschaatsen.Ennatuurlijktwitter ikregelmatigmeeoverschaatsen,over
watmijbezighoudtindeactualiteitenuiteraardookoverGIS.
Internet is het platform dat deze drie soorten – formele infrastructuren, professionele
communities en user-generated content – van informatie samenbrengt tot een gedistri-
bueerd netwerk van gemakkelijk te vinden, open en eenvoudig te gebruiken bronnen.
23
cOmpLEmENTAIrEkENNIS-
BrONNEN
Overheidsorganisaties publiceren
steeds vaker hun databronnen. Via
formele trajecten als INSPIRE en
PDOK of in de context van wettelij-
ke verplichtingen wordt informatie
ontsloten. De regelgeving bepaalt
hier echter de dynamiek van de
ontwikkelingen.
Tegelijkertijd is er die boeiende
ontwikkeling dat allerlei ‘commu-
nities’ uitgroeien tot een integraal
deel van ons kennissysteem. Wie
gebruikt er geen nuttige filmpjes
van Youtube? Wie maakt er geen
gebruik van sociale netwerken om
antwoorden op vragen te krijgen
of reflectie op een discussie? Alle-
maal user-generated content. Ook
Open Streetmap, een veelgebruikt
medium in ons werkveld dat ont-
staan is op vrijwillige basis, is er een
prachtig voorbeeld van.
Zet daar nu alle beschikbare pro-
fessionele GIS-informatie nog eens
naast. Content waarvan de profes-
sionele bronhouders instaan voor
de kwaliteit. GIS-gebruikers kun-
nen hun kaarten of informatie via
een professionele community de-
len met anderen. Met hun eigen
dynamiek en met eventueel zelf
bepaalde autorisaties binnen sub-
groepen.
Internet is het platform dat deze
drie soorten – formele infrastructu-
ren, professionele communities en
user-generated content – van infor-
matie samenbrengt tot een gedis-
tribueerd netwerk van gemakkelijk
te vinden, open en eenvoudig te
gebruiken bronnen.
Zo ontstaat een soort collectief
geografisch begrip.
cOmmuNITyBASEmAp
In dit geheel is een goede, unifor-
me basiskaart onmisbaar. Het prin-
cipe van het delen en beschikbaar
stellen van professionele content
kan heel specifiek worden gemaakt
naar het idee van een ‘gemeen-
schappelijke (topografische) basis-
kaart’. Uniform van opmaak voor
de hele wereld. In diverse schalen.
Opgebouwd met ‘authoritative
content’ – basisdata afkomstig uit
professionele bronnen en beschik-
baar voor iedereen: GIS-professio-
nal en publiek, in een webviewer,
via open interfaces of in een GIS-
omgeving.
mEEDOEN!
In het begin van dit artikel stelde
ik de vraag ‘waarom meedoen?’.
Eigenlijk zou je deze vraag niet
eens meer moeten stellen. Open
data is een vorm van kennis delen
en draagt bij aan open innovatie.
Binnen een samenleving waarin
gezamenlijk de schouders worden
gezet onder het oplossen van grote
en kleine maatschappelijke vraag-
stukken is het toch evident dat alle
beschikbare informatie die betrek-
king heeft op de vraagstukken zo
goed mogelijk beschikbaar is?
Een ander argument heeft betrek-
king op de identiteit van organi-
saties. Die wordt bepaald door
de consument, door wat mensen
denken van of over een organisa-
tie. Ziet een klant de organisatie
als open of gesloten, als modern
of ouderwets, als innovatief of be-
houdend?
Tenslotte is data delen een vorm
van klantgerichtheid. Hierdoor valt
het onderscheid tussen ‘binnen’
en ‘buiten’ weg en zo verdwijnen
denkbeeldige muren.
Waarom meedoen aan ArcGIS.com?
Daarom!
AUTEUR: Bert Vermeij
E-MAIL: [email protected]
de krachtvan de groep
“De kracht van geografie ligt naar mijn mening in het kunnen verbinden van het totale spectrum aan beschikbare
informatie. Ontwikkelingen als PDOK, INSPIRE, social media en (digitale) communities als ArcGIS.com versterken el-
kaar.” Ries Bode, Programmamanager PDOK
Bert Vermeij
24
gis voor
onderwijs
geo academie:voor leergierige mensen zonder geo-basis
Het begon als een soort puzzel,
met stukjes die opeens op hun plek
vielen. De eerste rapportage ‘Geo-
sector in kaart’, waarin als knelpunt
stond dat er op alle niveaus te wei-
nig mensen van de geo-opleidin-
gen afstudeerden; de ervaring bij
Esri Nederland Opleidingen, waar
we regelmatig mensen trainen die
toch relatief weinig algemene ken-
nis van het vak geo-informatie heb-
ben; en de nog beschikbare ruimte
op GeoFort, wat hét educatieve
centrum voor geo-informatie in
Nederland aan het worden is. Pak
die elementen bij elkaar en de Geo
Academie is geboren.
Dat betekent dat ik ook niet meer
actief ben voor Esri Nederland.
Natuurlijk vind ik het door mijn
achtergrond - ik heb bijna 10 jaar
gewerkt bij organisaties waar Esri-
software werd gebruikt en werk
nu alweer ruim 3 jaar bij Esri zelf
- logisch om deze opleidingen te
verzorgen op basis van het ArcGIS-
platform, geen moeilijke keuze.
Maar daar houdt de band dan ook
bij op: de Geo Academie is een zelf-
standige stichting. Overigens zijn
gedreven geo-mensen altijd wel-
kom voor de Raad van Advies van
deze stichting.
BASISOpLEIDINGGIS
De Geo Academie start op 7 janu-
ari met haar eerste opleiding: de
Basisopleiding GIS. Dit moet de be-
langrijkste pijler van de Academie
EénvandeambitiesvanGeofort ishéteducatievecentrumvanNederland
worden.vanafjanuari2011wordtopGeofortookechtGIS-onderwijsgege-
ven.DeGeoAcademieverzorgtdit.Erikmeerburg,voorheenwerkzaambij
EsriNederland,isinitiatorvandeGeoAcademieendrijvendekrachtachterdit
initiatief.Hijbeschrijftinditartikeldeachtergrondvandenieuweopleiding.
Erik Meerburg betoogt: “Voor de
werknemer biedt de opleiding
meer kennis en daardoor interes-
santer werk. Voor de werkgever
biedt goed opgeleid personeel,
naast een hoge waardering door de
medewerkers, ook zekerheid: goed
opgeleid personeel presteert beter
en maakt minder fouten.”
Foto: Erik Meerburg
25
“Het is een opleiding voor mensen die in hun werk met GIS te maken hebben, maar nooit daarin opgeleid zijn.Erin gerold, zeg maar.”
worden. Het is een opleiding voor
mensen die in hun werk met GIS te
maken hebben, maar nooit daar-
in opgeleid zijn. Erin gerold, zeg
maar. Of dat nu een landmeter is
die meer binnenwerk is gaan doen,
een medewerker van een gemeen-
te die met de BGT (Basisregistratie
Grootschalige Topografie) te ma-
ken krijgt of een milieukundige
die ruimtelijke analyses of kaarten
maakt vanuit zijn of haar eigen ge-
gevens, met de Basisopleiding GIS
heb je de achtergrond om dit op
een goede manier te doen.
Die basisopleiding is echt bedoeld
voor mensen die dit in bijvoorbeeld
hun POP-traject hebben bespro-
ken. Het is zeker niet niks, twintig
vrijdagen hiermee bezig gaan en
dan ook nog huiswerkopdrachten
meekrijgen. Maar er staat tegen-
over dat je dan ook beter inzet-
baar wordt: je leert, zoals dat heet,
ruimtelijk denken: een probleem
vertalen naar een GIS-vraagstuk,
dit uitwerken tot een oplossing en
vervolgens dit ook goed met een
kaart presenteren. Voor de werk-
nemer biedt dit meer kennis en
daardoor interessanter werk. Voor
de werkgever biedt goed opgeleid
personeel, naast een hoge waarde-
ring door de medewerkers, ook ze-
kerheid: goed opgeleid personeel
presteert beter en maakt minder
fouten.
DETIJDNEmEN
Een lesdag is in twee blokken ver-
deeld. In de ochtend zijn er voor-
namelijk lessen, afgewisseld met
gastsprekers. De middag wordt
gebruikt om aan projecten te wer-
ken, waarin het geleerde ook echt
wordt toegepast. Dát maakt deze
opleiding ook echt interessant: dat
je niet alleen individueel onderwijs
aan het volgen bent en opdrachten
uitvoert, maar dat je in kleine groe-
pen ook aan GIS-projecten werkt,
die je steeds in de vijfde week ook
afrond met een korte presentatie.
Niet elke vrijdag van de opleiding
sluit met een vrijdagmiddagborrel,
maar op de dagen dat er gepresen-
teerd wordt zal dat zeker wel het
geval zijn.
Wat de Geo Academie nog meer op
de planning heeft staan? Er komt in
2011 zeker nog aandacht voor een
aantal actuele zaken. Die trajecten
zullen korter zijn dan de basisop-
leiding. Het idee is altijd dat er tijd
moet zijn om echt even bezig te
zijn met het onderwerp, om een en
ander zelf een keer goed uit kun-
nen zoeken. Want dan leer je niet
alleen de vaardigheden, maar krijg
je ook echt inzicht in de materie!
AUTEUR: Erik Meerburg
E-MAIL: [email protected]
WEB: geo-academie.nl
26
gIS geeftwindenergie
gis geeft
Energie!
Beelden: ministerie van Defensie
Als vader van vier kleine kinderen moet ik vaak iets
uitleggen. Bijvoorbeeld tijdens een fietstocht door de
omgeving.Alswelangseenmolenmetdraaiendewie-
kenfietsenslaaktéénvandejongstengeheideenkreet
vanuitdefietskar;“kijk,eendraaimolen!”.Deze‘draai-
molens’leverenonsduurzameenergieop.GeoSolutions
royalHaskoningzoektnaardebestelocatievoorwind-
molens, rekeninghoudendmeteffectiviteit,praktische
zakenenzichtbaarheid.GISvormtdaarbijdesleuteltot
dejuisteoplossing.
Nederland staat van oudsher bekend om de windmo-
len. Rond 1880 lag het aantal draaiende windmolens
in Nederland op zijn top met circa 10.000 windmolens.
Behalve windmolens bestonden er ook andere vormen
van aandrijving zoals tredmolens, getijdemolens en wa-
termolens. Sinds de komst van onder meer de stoomma-
chine en elektromotor is het aantal drastisch afgenomen
en zijn er van de oorspronkelijke windmolens nog zo’n
1000 over. Sinds circa 1970 zijn de moderne windturbines
in opkomst met als doel elektriciteitsopwekking. De laat-
ste jaren neemt dat aantal en voornamelijk het vermo-
gen, wat we aanduiden met MW, snel toe. Windenergie
is belangrijk om de Nederlandse doelen voor klimaat en
duurzame energie te kunnen halen. Voor 2020 moet 10
procent van de energiebehoefte voorzien worden door
duurzame energiebronnen.
WINDkAArTEN
Voordat de locatie van windmolenparken gepland wordt,
moet er informatie zijn over de beschikbare wind per lo-
catie. Het raadplegen van windkaarten is dan raadzaam.
Aangezien de nieuwste windmolens een turbinehoogte
van circa 100 meter hebben is er door Agentschap NL een
kaart vervaardigd waarin voor heel Nederland de gemid-
deld jaarlijkse windsnelheid is berekend op 100 meter (80
en 120 meter). De Windkaart heeft een ruimtelijke reso-
lutie van 200 bij 200 meter. Daarnaast zijn voor Europa
windkaarten voor in zee en op land.
prOJEcTINZEE
Op een weekend Egmond aan Zee met vrienden van mijn
atletiekclub Tartlétos kun je met goed zicht vanaf de
kust windturbines van het prinses Amalia windpark ont-
waren. Met enig enthousiasme vertel ik de aanwezigen
dan over een tweetal projecten met windmolenparken
in zee (off-shore) waarin ik betrokken ben geweest. Eén
project betreft een locatiekeuze in zee bij Maasvlakte 2
(MV2) in opdracht van Eneco New Energy. Hierin werd
via een multi-layer analyse het gebied voor de kust bij
GIS helpt in duurzaamheid door de beste ligging voor windmolens te berekenen.
Beelden: GeoSolutions Royal HaskoningVoordat de locatie van windmolenparken gepland wordt,
moet er informatie zijn over de beschikbare wind per locatie.
Sinds circa 1970 zijn de moderne windturbines in opkomst
met als doel elektriciteitsopwekking.
27
MV2 onderzocht op mogelijkheden en beperkingen voor
een windpark. Het andere project betreft 3 verschillende
windmolenparken (Den Helder I, Breeveertien II en West-
Rijn) voor Airtricity (SSE) in samenwerking met Pondera
Consult.
De werkzaamheden gingen onder meer over het bepalen
van een zo’n klein mogelijke kabellengte voor interne be-
kabeling tussen de turbines en transformatorstation en
aanlandingskabels. Daarbij moest rekening worden gehou-
den met haaks kruisen van vaarwegen, kabels en leidingen;
bufferzones rondom militaire gebieden, platforms, zand-
afgravingen; afstand t.o.v. andere kabels en leidingen.
Een ander aspect, dat nog niet eerder in een project is
voorgekomen, is de windschaduw die windparken ver-
oorzaken. Andere windparken ondervinden er mogelijk
hinder van en kunnen daardoor minder vermogen op-
brengen. Zo’n situatie kan zich binnen een paar jaar voor-
doen wanneer voor de Engelse kust een megawindpark
wordt gerealiseerd.
prOJEcTOpLAND
De GIS-werkzaamheden in projecten op land (on-shore)
richten zich voornamelijk op zichtbaarheidsberekeningen
als aanvulling op het MER. De resultaten geven een indicatie
van de zichtbaarheid. Is de turbine wel of niet zichtbaar,
afhankelijk van objecten die het zicht kunnen verhinde-
ren. De zichtbaarheid van de geplande windmolenpar-
ken wordt berekend aan de hand van de viewshed-tool.
Dit is gedaan voor een aantal geplande windparken zoals
windpark Delfzijl-zuid en Noordoostpolder nabij Urk. Voor
deze laatste is ook een omgekeerde viewshed berekend,
waarbij bepaald werd op welke locaties het beschermde
dorpsgezicht van Urk werd verhinderd door het windpark.
DuurZAAmHEID
Van grote windturbines naar microwindmolens. De afge-
lopen tijd heb ik informatie ingewonnen om bij huis een
kleine windturbine te plaatsen, maar door een te lage
gemiddelde windsnelheid krijg ik helaas te maken met
een lange terugverdientijd van zo’n microwindmolen.
Door thuis en op het werk aan een duurzame samen-
leving te werken hoop ik op een goede toekomst voor
onze kinderen.
AUTEUR: Egon Hofstad
GeoSolutions Royal Haskoning
E-MAIL: [email protected]
WEB: windenergie.nl
Voor 2020 moet 10 procent van de energiebehoefte voor-
zien worden door duurzame energiebronnen.
Soms moet rekening worden gehouden met onder meer
haaks kruisen van vaarwegen, kabels en leidingen.
28
geo-informatie in elke gewenste vorm
gis voorFinanciële
diensten
Het idee voor D-Base is ontstaan
in een café, waar de nu 37-jarige
Remco Dolman met een vriend een
biertje dronk. “Ik heb altijd als con-
sultant gewerkt in de verzekerings-
wereld. Ongeveer 5 jaar geleden
begon ik voor mezelf, maar ik wilde
meer bieden dan alleen consultant-
werk. Omdat de omgeving vaak niet
goed door verzekeraars in beeld
wordt gebracht, zag ik daar een gat
in de markt.”
Dolman geeft aan dat omgeving een
breed begrip is. Het kan gaan over
het type huizen in de buurt of de
kans op natuurrampen. “Ik dacht:
laat ik dat eens in kaart brengen.”
Zo kwam Dolman in aanraking met
GIS. Met hulp van Geodan kon hij
tegen een redelijke prijs een leuk
product opzetten voor de verzeke-
ringsmarkt. De portal ZEUS World
werd vervolgens ontwikkeld om met
de kennis van de databronnen voor
elke locatie ter wereld een gedetail-
leerd risicoprofiel samen te stellen.
TIJDWINST
Dolman stond voor twee uitdagin-
gen: met GIS leren werken en aan
kaartmateriaal komen. “Gelukkig
vond ik het vak aardrijkskunde op
het voortgezet onderwijs al mách-
tig mooi. Op internet leerde ik een
en ander over GIS. Het kaartmate-
riaal kwam van Swiss Re, een Zwit-
serse grote herverzekeraar. Het
was bereid hun Esri-bestanden aan
te leveren. Toen is het spreekwoor-
delijke balletje gaan rollen.”
Aanvankelijk werkte D-Base van-
wege budgettaire redenen met een
open source-oplossing van Geodan.
“Maar op een gegeven moment lie-
pen we tegen beperkingen aan. Ik
was zowat een halve dag zoet om
een simpel kaartje in elkaar te zet-
ten. Nu we op het ArcGIS-platform
werken gaat alles supersnel. We
updaten elke week kaarten, in to-
taal wordt onze data nu 1,5 mil-
joen keer per maand opgevraagd.
Tijdwinst was de voornaamste re-
den om over te stappen. GIS van
Esri scheelt ons zeker 1 fte.”
GIS blijft Doman fascineren. “Al die
“verzekeraarshebbenaltijdallede-
tailsvangebouwenenprojectenhel-
der,maarlettennogteweinigopde
omgeving.”Aanhetwoordisremco
Dolman. Na die conclusie kreeg hij
een briljant idee: ‘omgevingsinfor-
matie’ van gebouwen of projecten
gebruikenbijhetverzekerenervan.
met dit concept richtte hij zijn ei-
gen bedrijf op. De directeur van D-
Baseleidt inmiddelseensuccesvolle
en snelgroeiende organisatie. “De
geografische component maakt het
werkzogaaf.”
kaartlagen die we inmiddels heb-
ben, het zijn er momenteel bijna
duizend. En als ik op een locatie
klik zie ik meteen de hoogte, of
er een overstromingsrisico is, welk
type land het is en welke mensen er
wonen. Het is een atlas, maar dan
online.”
vErBrEDING
D-Base heeft toegang tot databron-
nen van onder meer de Europese
Commissie, TNO, NASA en Swiss
Re. Het bedrijf uit Bergen op Zoom
krijgt toegang tot de data door
een door henzelf ontwikkeld flexi-
bel data-integratiemodel. Op deze
manier is het mogelijk om elke da-
tabron ter wereld in te lezen en te
ontsluiten.
Het inmiddels zeskoppige D-Base is
booming. Dolman: “Ik moet mezelf
echt remmen, anders wil ik al mijn
plannen tegelijk uitvoeren. We wil-
len in de Nederlandse markt een
goede basis leggen, onze interna-
tionale ambities volgen daarna.”
Naast de risicoprofielen heeft D-
Base een aantal producten ontwik-
keld om hun data ook voor andere
doeleinden aan te wenden. “We
kunnen daardoor veel voor mensen
betekenen.” Er zijn allerlei bedrij-
ven – woningmakelaars, telecombe-
drijven én media – die stuk voor stuk
iets met de data kunnen en willen.
“Daardoor zijn onze bedrijfsactivi-
teiten verbreed. Samengevat komt
het hier op neer: wij verzamelen
omgevingsinformatie, en jij vertelt
ons waarvoor en in welke vorm je
het wilt hebben.”
AUTEUR: Wilfred Hermans
E-MAIL: [email protected]
Bredereinzetvandata
Juist omdat D-Base zo breed opereert, wordt de klantenkring divers. Zo wilde huizenwebsite JAAP.NL plaatjes heb-
ben van onder meer nieuwbouwplannen, geluidshinder en type inwoners rondom een te verkopen huis. En sinds
kort verzorgt D-Base de content van de sms-dienst Veiligheid op de zenders van RTL Nederland. “Een commercial
roept mensen op om je postcode te sms’en. Die postcode komt bij ons binnen. Wij verzamelen via alle informatie op
postcodegebied– zoals inbraken, bedreigingen of zelfs moorden – en ontsluiten deze informatie via een sms.”
29
“GIS van Esri scheeltons zeker 1 fte.”
Met een duidelijke uitleg schetst Ten Siethof de geschie-
denis van de Esri Nederland-vestiging in Zwolle. Activitei-
ten speciaal gericht op de waterschapsmarkt en de groei
en verbreding van technologieën daarin, vervolgens de
focus op het bouwen van oplossingen voor meerdere
markten en het logische gevolg dat Esri Nederland en
AQUAGIS elkaar weer vonden en fuseerden. Ten Siethof:
“Door deze samenwerking ontwikkelen we relevante en
betrouwbare diensten en oplossingen. Deze diensten en
producten moeten organisaties helpen hun doelstellin-
gen te realiseren.” Wat zit er allemaal in het vat?
kENNISpLATfOrm
Esri Nederland fungeert als een soort kennisplatform,
stelt Ten Siethof. “We doen kennis op in de ene organisa-
tie en zetten deze als het ware terug in een andere orga-
nisatie, waar we weer andere kennis vergaren. Hiermee is
elke organisatie een schakel in de verbetering. Verbinden,
dát is dus het juiste woord. Zo helpen we onze relaties
voortdurend verder op weg in hun informatievraagstuk-
ken. We leggen de focus op de klant, die komt tot uiting
doordat we de voor hen relevante waarde halen uit alle
nieuwe technologie, databronnen, rapporten en basisre-
gistraties.”
Met die kennis – van processen, standaarden en produc-
ten (zoals IRIS) – blijft Esri Nederland de waterschappen
bedienen. “Het nadrukkelijker inzetten van onze domein-
kennis biedt meerwaarde”, aldus Ten Siethof. Consultancy
kan nuttig zijn bij de invoering van wetten, het opzetten
van een GIS-infrastructuur in een organisatie, invoering
van metadata, conversies et cetera. Om hier (snel) van te
profiteren is vaak ook (tijdelijk) extra capaciteit, kennis
en/of ervaring nodig. De detacheerders van Esri kunnen
hiervoor worden ingezet.
OpLOSSINGEN
Naast een kennisplatform is Esri Nederland een bouwer
van nieuwe oplossingen. Een voorbeeld hiervan is de Di-
gitale Watertoets voor gemeenten, waterschappen en
derde partijen. De watertoets is de fase waar bij het op-
stellen van ruimtelijke plannen en besluiten op tijd de be-
langen van het waterschap worden meegewogen. In het
verleden was hiervoor veel interactie en controle nodig
van gemeenten en waterschappen. Dit kon sneller en be-
ter. Daarom hebben acht waterschappen samen met Esri
Nederland de website www.dewatertoets.nl ontwikkeld.
‘Verbinden, dát ishet juiste woord’
30
esri
Nederland
‘Onzerelatiesverderopweghelpen’kopteInperspectiefindevorigeeditie.voorEsriNederlandisdemarktbehoefte
hetuitgangspunt.metdieinsteekwordenvanuitdecontextvandeklantoplossingengeleverdmetbetekenis.Daar
willenwewatmeeroverweten.JurgentenSiethof,diesamenmetEdvanIngendetweekoppigedirectievanEsri
Nederlandvormt:“Weontzorgendoorhetbouwen,implementerenenbeherenvansoftware.Eromheenleverenwe
–aldannietmetpartners–anderediensten,zoalsdetacheringenconsultancy.”
31
‘Verbinden, dát ishet juiste woord’
Ruimtelijke ontwikkelaars kunnen
voortaan direct zien of ze in hun
plannen voldoende rekening hou-
den met relevante wateraspecten. In
andere branches kunnen zich verge-
lijkbare situaties voordoen. De ont-
wikkelde oplossingen kunnen dan
min of meer gekopieerd worden.
Naast het bedienen van de water-
schappen legt Esri Nederland zich
toe op het bieden van oplossingen
voor gemeenten en provincies. Er is
een serie producten ontwikkeld die
veel zorgen wegnemen, zoals Geo-
Basis, GeoBGT en GeoCMS (laatst-
genoemde is nog in ontwikkeling).
Jurgen ten Siethof, directeur van
Esri Nederland is blij dat al veel ge-
meenten aan de slag gaan met de
nieuwe oplossingen.
In de komende jaren zet Esri Ne-
derland vanuit de vestigingen in
Rotterdam, Zwolle en Breda al-
les in het werk om het succes van
geo-gebruikers te bevorderen door
middel van oplossingen en dienst-
verlening. Ten Siethof besluit:
“Voor elke uitdaging van de geo-
gebruiker is er een oplossing.”
AUTEUR: Harmen van Doorn
E-MAIL: [email protected]
WEB: esri.nl
Jurgen ten Siethof, directeur van Esri
Nederland, reageert op een aantal
woorden die betrekking hebben
op de werkzaamheden van Esri Ne-
derland. “Esri laat steeds weer zien
dat we in Nederland met een team
van ervaren specialisten een project
volledig kunnen begeleiden en be-
waken. Onze consultants hebben
jarenlange GIS-ervaring en kennen
daardoor de processen, wetgeving,
regels en cultuur van vele overheids-
organisaties.”
ADvIES
“Bij gemeenten, waterschappen en
provincies ontstaan vaak vraagstuk-
ken over specifieke geo-IT-omge-
vingen. Het oplossen van een geo-
grafisch probleem kan vragen om
het stroomlijnen van GIS-processen,
capaciteit, ontwikkelen van aanvul-
lende software of een implementa-
tietraject. Hiervoor hebben we vak-
kundige specialisten, die bekend zijn
bij overheden en in staat zijn GIS-
functionaliteit te ontwikkelen en te
implementeren in processen.”
ImpLEmENTErEN
“Het succes van implementeren zit
vooral in de onderstroom. Imple-
menteren is een ingewikkeld veran-
deringsproces met veel aandachts-
velden; het is meer dan een nieuw
stukje techniek gebruiken en daar-
voor gebruikers opleiden. Bij imple-
mentaties staat de klant voor ons
centraal; met ons concept
van ontzorging helpen we organisa-
ties bij transities.”
HOSTING
“Esri Nederland tilt hosting naar een
hoger plan. We bieden professionele
full service-hosting om het werken
met digitale geografische bestanden
en services voor uw organisatie zo
eenvoudig mogelijk te maken. Wij
nemen graag al uw beheerszaken uit
handen! Zo bespaart u enorm veel
tijd, geld en kennisopbouw.”
mOBIEL
“Mobiel GIS kent vele aspecten, zoals
veldcomputers, landmeting, online/
offline connecties naar databases en
inrichten van een DMZ. Esri heeft in
Nederland meerdere toepassingen
van mobiel GIS. Wij hebben ruime
praktijkervaring en staan – soms let-
terlijk, maar vooral figuurlijk – met
onze voeten in de klei.”
Lees meer over de dienstverlening
van Esri Nederland op Esri.nl/dienst-
levering
Esri Nederland aan het werk
32
HOEGINGENJuLLIENAAANkOmSTTEWErk?
“We hebben allereerst onderscheid gemaakt tussen ver-
schillende soorten gebruikers. ArcGIS is geïnstalleerd
voor de specialisten. Niet alleen om kaarten mee te ma-
ken, maar ook voor GIS-analyses. Voor de eenvoudige
gebruiker installeerden we ArcEngine-applicaties; alleen
in- en uitzoomen, een gebied selecteren en symbolen
plaatsen. Het systeem werkt mét en zonder GPS. Er is ook
een ArcGIS Server Silverlight-applicatie geïnstalleerd. De
installatie hiervan is door het supportteam in Nederland
in ‘de cloud’ geregeld.”
WELkEASpEcTENvANArcGISBEWEZENHuN
TOEGEvOEGDEWAArDE?
“Onder meer de manier waarop ArcGIS gebruik maakt
van webservices. Daardoor konden we niet alleen met
data van lokale partijen werken, maar ook met data van
het gebied die elders in de wereld via een webservice
werd aangeboden. Ook de cartografische functionaliteit
om snel mooie kaarten te maken met standaard symbo-
logie en de vele analysemogelijkheden hebben ons daar
echt geholpen. Dat maakte het mogelijk om analyses uit
te voeren die echt een dieper inzicht in de situatie gaven.
Bijvoorbeeld: hoeveel vluchtelingenkampen zijn er pre-
cies in een gebied en hoeveel bedden zijn er dan weer
per kamp? De eerste bestanden werden nog aangeleverd
in verschillende projecties, maar we hebben al snel een
bestekje gemaakt voor de dataleveranciers, zodat alle
files uiteindelijk worden aangeleverd in de geografische
referentiestandaard WGS ’84 en natuurlijk in het shape-
file-formaat.”
HOEmAAkTENJuLLIEDEONDErLIGGENDE
GEODATABEScHIkBAAr?
“In principe wordt gebruik gemaakt van webservices, zo-
als bijvoorbeeld Bing maps en Open Streetmap. Hiervoor
ben je echter afhankelijk van infrastructuur en stroom.
Vijf keer per dag valt ongeveer 10 minuten het stroom
uit. Je laptop gaat wel door, maar het netwerk is weg.
Zonder garantie van webservices moet er ook lokale data
aanwezig zijn. Voor gebruik in het veld heeft iedereen de
referentiedata lokaal staan. Microsoft Groove synchroni-
seert de dynamische gegevens uit de lokale file geodata-
bases .”
HOEkWAmENJuLLIEAANDEGEBruIkTE
GEODATA?
“Via ArcGIS.com was al een webservice beschikbaar van
het rampgebied, met een rasterkaart die afgeleid is uit
satellietbeelden. Daarnaast hebben we veel webservices
van verschillende instanties toegevoegd, zoals de Pakis-
taanse variant van het ministerie van Infrastructuur en
Milieu waarvan we ‘CBS-gegevens’ kregen. Ook hebben
we veel gegevens ter plekke verzameld. Zo hebben we
wegenbestanden gekregen, maar bijvoorbeeld ook met
locaties van vluchtelingenkampen en plaatsen/gehuch-
ten. Om de lay-out consistent te houden is ter plekke
een aantal symbolen gekozen uit de standaard ArcGIS-
symbolen, hier is een template van gemaakt die gedeeld
wordt via Groove.”
WATWASDEGrOOTSTEuITDAGING?
“Het verzamelen en ordenen van de geodata kostte veel
moeite. In Nederland zijn we verwend met alles wat op
de kaart staat, BGT, Top10NL. Ze zijn daar al blij met een
onnauwkeurige Bing-satellietfoto. We zijn letterlijk met
een auto door Lahore gereden om data te verzamelen
Het crisismanagement systeem Eagle is actief in
pakistan. met hulp van het systeem hopen de lokale
rampbestrijdersondermeergroterecontroletekrijgen
op de enorme overstromingsramp. Begin september
is een team van medewerkers van Esri Nederland en
GeodannaarLahoreinpakistangevlogenomdaarhet
Eagle crisismanagement systeem te installeren. Het
team bestond uit: Stef Louwers, Evert meijer, Sander
vlotman(Geodan)enmarcStrik(EsriNederland).Indit
interviewlichtmarcStrikopbasisvanzijnpersoonlijke
ervaringen de toegevoegde waarde toe van ArcGIS
binnenditbijzondereproject.
gis voor
oovAls de nood hoog is en data ontbreekt
33
Als de nood hoog is en data ontbreekt
bij verschillende bureautjes. Ook vanuit Nederland is data
aangeboden door verschillende GIS-gebruikers, geo-be-
drijven als Deltares en instellingen als universiteiten. Dit
krijgt nog een vervolg.”
WATvIELJEOpAANDEOpLEIDINGEN?
“Het viel op dat de gebruikers van Eagle over een hoog
niveau beschikken. Dit komt omdat iedereen in Pakistan
de Engelse taal spreekt en omdat de mensen een tech-
nische achtergrond hebben. Ook heeft de toegankelijke
applicatie bijgedragen aan het snelle begrip. De beheer-
ders hebben ook een opleiding gekregen, hierbij heeft
ook de Pakistaanse Esri-distributeur PRDS goed gehol-
pen. Zij nemen het stokje over. Wij verlenen nog wel na-
zorg, want anders zakt de kennis snel weg.”
kuNNENDELEZErSvANINpErSpEcTIEfNOG
EENBIJDrAGELEvErENAANHETprOJEcT?
“Bedrijven met een vestiging of projecten in Pakistan
zouden ons erg helpen door geodata ter beschikking te
stellen. We hebben digitale gegevens nodig voor onder-
gronden en ook gegevens om analyses mee uit te voeren.
Het kaartmateriaal is zo onvolledig, dat alle gegevens
welkom zijn. GIS is prachtig, maar met gebrekkige gege-
vens is het garbage-in-garbage-out.”
WATmAAkTEDEmEESTEINDrukOpJE?
“Het totaalplaatje. Bij aankomst in het land vlogen we
over het overstroomde gebied, dit zag eruit als de oude
beelden van de watersnoodramp in Zeeland. We waren
zo druk met voorbereidingen dat het besef van de om-
vang pas doordrong toen we daar aankwamen. Ook het
rijden door Lahore om gegevens te verzamelen en het
kunnen helpen van mensen in een andere cultuur maakte
grote indruk.”
AUTEUR: René Voogt
E-MAIL: [email protected]
WEB: eagle4pakistan.com, eagle4s.com
Marc Strik (bovenin rechts): “veel gegevens moesten ter
plekke worden verzameld.”
Een deel van het overstroomde gebied is rechts zichtbaar en
links zijn de opvangkampen afgebeeld.
Marc Strik: “Het viel op dat de gebruikers van Eagle in Paki-
stan over een hoog niveau beschikken.”
Beelden: Marc Strik
34
Bovenstaande titel was het onder-
werp van het Executive Seminar,
dat tijdensdeGISconferentie2010
heeft plaatsgevonden. voorwaarde
voordeelnamewaseenopenmind.
Hoewel deze titel zo overgenomen
zou kunnen zijn uit het boekwerk
‘management kretologie, voor elk
wat wils’, past het geheel bij het
bestaansrecht of de missie van Esri
in Nederland: gebruikers van geo-
informatiesuccesvolmaken.Enhoe
zitdatbijuworganisatie?
Elke organisatie heeft klanten.
We voeren onze taken, projecten,
meetwerk, planvorming uit voor
anderen. Zonder klanten heeft een
organisatie geen bestaansrecht.
Wellicht dat het woord ‘klant’ niet
even snel gebruikt wordt door over-
heidsorganisatie (uitgezonderd het
gevangeniswezen), maar uiteinde-
lijk werken zij ook voor klanten: u
en ik, de burgers.
Het past in de trend naar meer open-
heid om in een setting zoals het Exe-
cutive Seminar dit onderwerp eens
op tafel te leggen: hoe stelt u uw
klanten centraal? Het zal lastig zijn
om alle klanten naar tevredenheid
te bedienen. En de manier waarop
organisaties dat doen zal verschil-
len. Zo heeft een gevangenis een
andere klantbenadering dan een
vuilnisophaaldienst.
Doen wat klanten van u vragen lijkt
gemakkelijker dan het is. Niemand
weet zo goed wat een klant wil, als
de klant zelf. Je zou denken: dan
vragen we toch gewoon even wat
die klant wil? Van de leverende or-
ganisatie vraagt dit actief luisteren,
en gestructureerd omzetten in actie.
Maar soms willen klanten gewoon
begrepen worden. Klantgericht zijn
blijkt op het moment dat een pro-
bleem zich aandient. Dat inlevings-
vermogen, in de schoenen staan van
de ander, moet geleerd zijn. Alleen
op die manier kan men voorrang ge-
ven aan wat klanten wensen.
Esri stelt niet de kaart of ArcGIS,
maar de klant en wat zij wil bereiken,
centraal. Dankzij de discussie met en
de input van de executives hebben
we weer een paar stappen kunnen
zetten. Maar uiteraard speelde dit
onderwerp ook tijdens de gehele GIS
Conferentie. Door klanten ‘op het
podium’ te zetten, wisselen we ken-
nis uit en leren we van elkaar. Wist u
dat een groot deel van de innovaties
van organisaties ontstaan in het sa-
menspel tussen klant en organisatie?
En daar profiteren klant én de leve-
rende organisatie van!
Overigens was ik dit jaar zelf afwe-
zig tijdens de tweede dag van de GIS
Conferentie: ik mocht te gast zijn bij
de opening van het Academische
programma van het ITC. Ook op het
ITC is het klantdenken doorgedron-
gen: na binnenkomst van de geachte
professoren werd rustig gewacht tot
alle studenten een plaats hadden
gevonden in de Grote Kerk. Gefluis-
ter achter mij: het gaat hier tenslotte
om de studenten. Wellicht lopen zij
volgend jaar als eerste naar binnen?
AUTEUR: Jan Willem van Eck
Esri Nederland
E-MAIL: [email protected]
Jan Willem van Eck is directeur stra-
tegie bij de Esri Nederland Groep.
Op zijn blog www.kortsteroutes.nl is
deze column ook te vinden, inclusief
een aantal links.
opinie
Staatuwklantwelcentraal?
Foto: Katharina van Eck
“Je zou denken: gewoon even vragen wat die klant wil.”
35
Staatuwklantwelcentraal?
een ander
Perspectief
Met web 3.0 naarde 3e dimensie...
Als ik wel eens bij mijn gamende kinderen over de
schouders meekijk zie ik de mooiste, zeer realistische
3D-visualisaties. Google geeft bij de zoekterm ArcGIS
10 de term 3D als eerste resultaat. Zou het dan nu echt
los gaan komen, werken met de 3e dimensie? Er zijn in
de wereld al prachtige 3D-toepassingen. Net als bij ga-
ming wordt ook in mijn oude vertrouwde studie geo-
logie 3D veelvuldig toegepast om ondergrondse struc-
turen te analyseren. In mijn dagelijks werk als Geo-ICT
adviseur bij Geodan zie ik echter maar zelden 3D-GIS.
Terwijl de techniek nauwelijks nieuw te noemen is.
Zo’n 20 jaar geleden, tijdens mijn eerste baan, werkte ik
met 3D-modellen voor het simuleren van sneeuwsmelt
in de Rocky Mountains. We keken naar het effect van
klimaatverandering op de hoeveelheid water die vrij-
komt door het smelten van sneeuw, een onderwerp dat
nog steeds heel actueel is (en de Pakistanen op dit mo-
ment tot grote wanhoop drijft). Sneeuw smelt onder
invloed van warme lucht en zonnestraling. De beste ma-
nier om dat proces te in beeld te brengen is het maken
van een 3D-model van het gebergte. We genereerde 20
jaar geleden dus al virtuele landschappen.
Waarom is deze interessante en aansprekende ma-
nier van werken dan geen gemeengoed geworden?
Waarom moet het 20 jaar duren
voordat het toegankelijk wordt?
Geld. De kosten wegen (nog) niet
op tegen de baten… Dat het bij
de gamingindustrie en geologie
wel lukt heeft natuurlijk alles te
maken met dat de baten daar
evident zijn! Zowel in de game-
industrie als in de geologie gaan
miljarden om...
Dit brengt ons terug bij de ham-
vraag: gaat 3D nu écht doorbre-
ken? Esri heeft daar wel zijn geld
op gezet: in ArcGIS 10 is het mo-
gelijk om 3D-analyses te maken
en gegevens interactief in 3D te
bewerken. Ik zet op mijn beurt
mijn geld op Esri… en op Web 3.0
om 3D mogelijk te maken.
Web 3.0 zal volgens visionairs het internet en de echte
wereld doen versmelten. Met Bing Maps en Google Ea-
rth is de wereld op de kaart gezet en is de basis ge-
legd voor het verder uitbouwen van de 3e dimensie.
Grote steden zijn reeds gevirtualiseerd en met tools
als sketchup kan iedereen gebouwen toevoegen in 3D.
Ook met photosynth of zijn opvolger kan de eindeloze
stroom aan digitale foto’s omgezet worden tot één gro-
te virtuele wereld.
De vraag is, kunnen we met ArcGIS 10 als GIS’ers 3D
gemeengoed maken? Of creëert Web 3.0 een virtuele
3D-wereld en surfen we als GIS’ers mee op deze ontwik-
keling? Wie het weet mag het zeggen…
AUTEUR: Victor van Katwijk| AGGN en Geodan IT
E-MAIL: [email protected]
EENANDErpErSpEcTIEf
In deze rubriek schrijft één
van de bestuursleden van
de ArcGIS Gebruikersgroep
Nederland (AGGN) vanuit
persoonlijk perspectief of
dat van de AGGN. Deze afle-
vering wordt verzorgd door
AGGN-bestuurslid Victor
van Katwijk.
Informatie over lidmaat-
schap, nieuwsbrief en activi-
teiten van de AGGN: aggn.nl
Verbind je met de AGGN
vialinkedin.com /groups?
gid=89036
35
Beeld: Esri Nederland
36
Een wereld winnen door beter gebruik
Voor veel organisaties is er nog een we-
reld te winnen door beter gebruik te
maken van geografische informatie.
De meeste organisaties maken wel op
één of andere manier gebruik van in-
formatie met geografische aspecten. Of
het nu gaat om reële objecten als gebou-
wen, leidingstelsels en wegen of virtuele
objecten zoals bestuurlijke gebiedsinde-
lingen, verzekeringen of bestemmings-
plannen. Van vrijwel alle objecten die
een rol spelen in de bedrijfsprocessen is
op enig moment van belang waar zij zich
bevinden of gaan bevinden.
Het Atos Origin GEO Competence Cen-
ter helpt bij de integratie van geo in
de bedrijfsvoering van organisaties. De
dienstverlening variëert van ontwerp
tot bouw en van advies tot beheer. Hier-
door is Atos Origin de ideale One Stop
Shop voor geo-informatie oplossingen.
kijkvoormeerinformatieop
www.atosorigin.com
AUTEUR: Jan Willem Baalbergen
Atos Origin
E-MAIL: jan-willem.baalbergen@
atosorigin.com
gis geeft
Energie!
Beeld: Atos Origin
“Van vrijwel alle objecten die een rol spelen in de bedrijfsprocessen is op enig mo-ment van belang waar zij zich be-vinden of gaan bevinden.”
Juno Sd: nieuw Trimbleveldboek!
De Juno SD is een toevoeging op de se-
rie duurzame en lichtgewicht veldcom-
puters op zakformaat met een breed
scala van krachtige functies.
Dit veldboek bevat standaard een mo-
biele telefoon. Samen met de interne
modem, de interne camera, de GPS-ont-
vanger en natuurlijk ArcPad of ArcGIS
Mobile software is de Juno SD de ultie-
me alles-in-één oplossing om de pro-
ductiviteit en effectiviteit van uw veld-
medewerkers te vergroten. Geen losse
camera, GPS-ontvanger, telefoon en
PDA meer mee het veld in. De modem
van de Juno SD levert een snelle inter-
netverbinding, waardoor de gebruiker
in het veld, altijd toegang heeft tot cru-
ciale informatie, zoals werkopdrachten,
kaartdata, referentiebestanden, e-mail
en internet. De Juno SD is verkrijgbaar
bij Geometius.
kijkvoormeerinformatieop
www.geometius.nl
AUTEUR: Emiel Verdel | Geometius
E-MAIL: [email protected]
Samen Sterk inenergiek ondernemen
GIS gaf Energie! Dat de GIS Conferen-
tie 2010 in het teken stond van energie
en duurzaamheid zal niemand zijn ont-
gaan.
Océ Nederland kijkt terug op een ener-
gieke en succesvolle deelname aan de
GIS Conferentie. Veel bezoekers stuur-
den mooie en originele inzendingen in
voor de MapGallery. Deze inzendingen
werden allemaal geprint op de duur-
zaamste grootformaat-printer in de
markt, de Océ ColorWave 600. Naast
veel verdienstelijke contactmomenten
op de Océ-stand, waren veel bezoekers
blij met de gepersonaliseerde kalender
met luchtfoto gemaakt door CycloMe-
dia die zij in de Océ-stand ontvingen.
Océ stelde de aanwezigheid van alle
deelnemers aan de beurs bijzonder op
prijs.
kijkvoormeerinformatieop
www.oce.nl
AUTEUR: Laila Beverloo | Océ
E-MAIL: [email protected]
37
Beeld: Geometius Beeld: Océ
“Met Juno SD niets meer los
mee in het veld.”
“Bezoekers blij met gepersonali-seerde kalender.”
Tensing’s Map driven asset Management
Belangrijke trends binnen de netbe-
heerdersmarkt stellen nieuwe eisen aan
bedrijfsvoering en informatiemanage-
ment. Wat zijn de gevolgen? En hoe
spelen netbeheerders hier op in?
Naast veiligheid en kwaliteit voegen in-
novatie, marktwerking en regulering een
nieuwe pijler toe aan de bedrijfsvoering
van netbeheerders: efficiency. Efficiency
in operatie, informatiemanagement en
communicatie. De integratie van data-
sets, applicaties en processen is een ver-
eiste voor een efficiënte inrichting van
deze processen. In Tensing’s visie hierop
staan locatie en tijd centraal.
Op basis van locatie (GIS) wordt informa-
tie uit verschillende bronnen ontsloten en
gecombineerd. Het gaat hier om typische
netwerkgegevens, maar ook gegevens
als gepland onderhoud, bodeminforma-
tie, objecthistorie en incidenten. Tensing
biedt GIS-informatie op maat aan voor
(1) monteurs > assetstatus; (2) asset ma-
nagers > risicoanalyse; (3) service provi-
ders > netwerkstatus; (4) eindafnemers >
incidentmelding of ingeven meterstand.
kijkvoormeerinformatieop
www.tensing.com
AUTEUR: Sophie Verbeek | Tensing
E-MAIL: [email protected]
gis geeft
Energie!
38
Systeem voor controle op kwaliteitsnormen
Tijdens de GIS conferentie werd ge-
toond hoe het Digitaal Topografisch
Bestand (DTB) met minder energie tot
een kwalitatief hoogwaardiger bestand
kan leiden.
Arthur Maring van de Data ICT-Dienst
(DID) van Rijkswaterstaat presenteer-
de de door Realworld Systems gere-
aliseerde controle en validatietool in
ArcGIS Server.
Aannemers die het Digitaal Topogra-
fisch Bestand voor de DID vervaardigen
kunnen hiermee zelf via een online ap-
plicatie testen in hoeverre hun bestan-
den voldoen aan de kwaliteitsnormen
van Rijkswaterstaat. Op deze wijze
wordt de werkdruk bij de DID vermin-
derd en worden opdrachten sneller ver-
werkt.
Door het controleproces direct via het
web aan de aannemers aan te bieden
wordt de doorlooptijd van het verwer-
ken van opdrachten aanzienlijk verkort.
Interessant voor elke organisatie waar
bestanden door derde partijen vervaar-
digd worden.
kijkvoormeerinformatieop
www.realworld-systems.nl
AUTEUR: Mirjan Koolen
Realworld Systems
E-MAIL: mirjan.koolen@realworld-
systems.com
Beeld: Realworld Systems Beeld: Tensing
39
Column
Op een mooie zaterdagochtend, onlangs in Parijs, raakte ik
bij toeval verzeild in een ceremonie ter ere van de oprichting
van de lokale brandweer. Op de binnenplaats van het ‘Hotel
des Invalides’ stonden brandweermannen strak in het gelid.
Al snel werd mijn aandacht getrokken door een, in mijn
ogen, merkwaardig stuk gereedschap. Men was opgesteld
in cohorten van 18. Drie ‘pompiers’ droegen een bijl, de
overige vijftien collega’s een mitrailleur. De functie van de bijl
begreep ik nog wel, maar ik vraag me nog steeds af wat de
toegevoegde waarde is van een mitrailleur bij het blussen van
branden. Of neemt het geweld tegen hulpverleners in Parijs
dusdanig erge vormen aan?
Een paar dagen daarvoor was ik bij de lancering van de
eerste op TomTom Work gebaseerde routenavigatie voor een
aantal brandweerkorpsen in de Veiligheidsregio Gelderland
Midden. Nu is routenavigatie op zich geen bijzonderheid
meer in de zwaailichtensector. Ook van de functionaliteit
zelf viel ik niet direct van mijn stoel, hoewel het automati-
sche doorzetten van de bestemming vanuit de meldkamer
of vanuit het ROT (Regionaal Operationeel Team) natuurlijk
wel tijdwinst oplevert. Wat mij die middag vooral opviel was
de reactie van een aantal gebruikers. Zij waren uitermate
positief. En waarom? Omdat ze thuis ook zo’n TomTom in de
auto hebben.
Nu weet ik dat de technologie aan de achterkant sterk
verschilt. Maar de voorkant is hetzelfde, en dus net zo simpel
in gebruik als de consumentenversie. Voor de gebruikers dus
een feest van herkenning. Ik realiseerde me dat innovatie niet
altijd een kwestie is van zeer ingewikkelde nieuwe techno-
logieën. Soms is het ook gewoon het beste uit verschillende
werelden samenbrengen en koppelen. Daar zijn we voor
deze gebruikers uitermate goed in geslaagd. Ze gaan nu met
de juiste tool op weg zodat ze hun eigenlijke taak sneller en
beter kunnen uitvoeren.
Wellicht dat we binnenkort ook eens bij de Parijse brandweer
langsgaan. Kan ik ze direct vragen waar die mitrailleurs voor
dienen.
AUTEUR: Han van Veldhuizen | Geodan
E-MAIL: [email protected]
de juiste tools
“Zij waren zo positief,
omdat ze zelf ook zo’n
TomTomhebben.”
40
41
de hele stadop je bureauAls kind was hij al veel met kaarten bezig, en nu het zijn werk is kan hij nog steeds uren
kijken naar een kaart. Louis Smit werkt vol passie als hoofd van de afdeling Landmeten
Gemeentewerkenrotterdam,bestaandeuithonderdmedewerkers.Nauwlettendhoudthijde
ontwikkelingeninzijnvakgebiedindegaten.“Nogeven,eneenlandmeternaarbuitensturenis
achterhaald.”
Interview
42
Vanuit zijn ruime werkkamer kijkt
Louis Smit uit op de skyline van Rot-
terdam, zoals een koning zijn rijk
overziet. Oude landmeetapparatuur
siert de ruimte. Waar is de landmeet-
kundige van Rotterdam zoal druk
mee? “Momenteel zijn we veel be-
zig met een nieuw product: hoogte-
informatie. In Rotterdam stimuleren
we groene daken. Begroeiing op het
dak houdt regen wat langer vast,
waardoor het niet meteen het riool
ingaat. Dit voorkomt overstromin-
gen. Niet elk dak is geschikt voor be-
groeiing, en met hoogte-informatie
kun je dat goed vaststellen. Verder
zijn we op het niveau van het minis-
terie van VROM bezig met het aan-
scherpen van de wetgeving rondom
de grootschalige topografie; we wil-
len niet verplicht worden om met
kwalitatief mindere producten te
moeten gaan werken.”
kAArTENNIETHIp?
Louis Smit heeft altijd al interesse ge-
had voor kaarten. “Ik kan uren blij-
ven kijken naar een kaart. Het eerste
wat ik doe als ik in een vreemde stad
arriveer, is een kaart aanschaffen.
Ik wil weten waar ik ben! Op mijn
smartphone zit wel een TomTom,
maar mijn vrouw is één van de wei-
nige vrouwen die goed kan kaartle-
zen, dus zij vindt de routenavigatie
helemaal niet leuk. Al zijn kaarten
misschien niet hip, de toepassingen
zijn dat wel wel; dat je via gps pre-
cies kunt zien waar je bent, of dat
een apparaatje tijdens een rondje
hardlopen bijhoudt wat je doet – het
hoort allemaal bij ons vakgebied.”
NIETLuLLEN,mAArpOETSEN
Smit studeerde Geodesie aan de TU
Delft. Daarna werkte hij 7 jaar bij
een ingenieursbureau in Nijmegen
waar hij bezig was met landmeet-
kundige projecten. In 1989 stapte
hij over van het bedrijfsleven naar
Gemeentewerken Rotterdam. Een
goede keuze. “Dáár gebeurt het.
De mentaliteit van ‘niet lullen, maar
poetsen’ bevalt me wel. En als je hier
een goed verhaal hebt, krijg je alle
ruimte. Inclusief de financiële ruimte
om met innovatie bezig te zijn.”
Terugkijkend naar de afgelopen 20
jaar komt het gesprek op de ont-
wikkelingen in 20 jaar. De auto-
matisering springt er uit. “Vroeger
leverden we Rotterdamse data aan
gebruikers via grote magneetban-
den. Nu heb je heel Europa, inclusief
straatnamen, op je smartphone. Een
gewéldige ontwikkeling! De gewo-
ne burger gebruikt massaal toepas-
singen als TomTom of Google Earth.
Maar ook aan de inwinningskant is
alles veranderd. Vroeger gingen we
met drie landmeters naar buiten: de
één stond achter het instrument, de
ander liep met een baak (een lat met
maatverdeling, red.) rond om pun-
ten te meten en de derde schreef
alle waarnemingen op. Nu kan een
landmeter er alleen op uit met zijn
gps-apparaat. Op het Kruisplein bij
Centraal Station hebben we zelfs
apparaten staan die automatisch
waarnemingen doen die vervolgens
ook automatisch geregistreerd wor-
den. Als er iets niet klopt, stuurt
het apparaat zelf een sms’je naar
de landmeter – 24 uur per dag, ze-
ven dagen per week. Geweldig! Die
ontwikkelingen maken het werk erg
spannend.”
pANOrAmAfOTO’S
De afdeling Landmeten treedt nu
meer naar buiten dan vroeger, legt
Smit uit. “We maken niet alleen ac-
tuele kaarten, de landmeter gaat nu
naar buiten om de ligging van ob-
jecten die ánderen beheren goed in
een bestand onder te brengen. We
proberen dus te achterhalen wat de
klant met onze informatie wil doen.
We maken landmeters bewust van
wat de klant wil. Een landmeter is nu
dus veel meer onderdeel van een ke-
ten, en dat maakt het interessanter.”
Bij Gemeentewerken Rotterdam
heeft Smit zelf ook de nodige ont-
wikkelingen in gang gezet. “Ik heb
ervoor gezorgd dat Rotterdam als
eerste gemeente met panoramafo-
to’s is gaan werken. Best spannend,
want zijn er wel gebruikers die dat
willen afnemen? Tegenwoordig is
die data onmisbaar. Verder werd de
grootschalige topografie hier intern
wel, maar buiten de gemeente niet
gebruikt. Daarom heb ik contact
gezocht met grote partijen zoals
nutsbedrijven en het kadaster om te
inventariseren of zij geïnteresseerd
Interview
“Ik kan uren blijven kijken naar een kaart.”
43
waren in het aanschaffen van groot-
schalige kaarten. Hiermee genereert
de gemeente extra inkomsten.”
mANHATTANAANDEmAASIN3D
Om de geografische ontwikkelin-
gen nauwlettend bij te houden,
toog Smit afgelopen zomer naar San
Diego om de Esri International User
Conference bij te wonen. “Op zo’n
congres hoor je welke wereldwijde
ontwikkelingen er plaatsvinden,
welke koers ons vakgebied ingaat.”
Gert van Maren, Technical Product
Manager 3D voor Esri, gaf met de
Rotterdam-data die Louis Smit hem
verschafte een prachtige demo van
de 3D-ontwikkelingen in ArcGIS. Dat
filmpje werd plenair getoond toen
directeur en oprichter Jack Danger-
mond van Esri de ontwikkeling van
3D aankaartte. Smit glundert. “Der-
tienduizend mensen in de zaal, vier
screens van vijftig meter per stuk en
– páts! – daar zag je een stukje Rot-
terdam in 3D; het Manhattan aan de
Maas!”
Twee dingen vielen Smit op tijdens de
conferentie. Ten eerste crowdsour-
cing. “Iedereen weet waar je op
elk moment bent en wat je doet,
via Twitter bijvoorbeeld. Dat gaat
wereldwijd enorme mogelijkheden
opleveren, omdat het gaat over geo-
grafisch gerelateerde bewegingen
van mensen. Het tweede wat me
opviel, was cloudsourcing zoals ik
dat gekscherend heb genoemd, in-
winning via puntenwolken. Auto’s
en helikopters die informatie verza-
melen geven enorme puntenwolken
aan data, en van daaruit kun je topo-
grafische objecten gaan genereren.
Dat wordt waarschijnlijk de nieuwe
inwinningsmethode voor landme-
ters. Nog even, en een landmeter
naar buiten sturen is achterhaald.”
3D
Smit loopt naar een grote, gekleur-
de plattegrond van Rotterdam aan
de wand, een hoogtebestand. En-
thousiast zet hij uiteen waarom 3D
in zijn vakgebied de toekomst heeft.
“Met behulp van 3D kun je verdro-
gingskaarten en hoogtebestanden
maken en heel nauwkeurige bere-
keningen maken om te bepalen wat
bijvoorbeeld het afschot van een rij-
baan is, dus in hoeverre het slijtage
vertoont. Je ziet dan dat het midden
een paar centimeters hoger is dan
de goot.” Wijzend op het hoogtebe-
stand: “Dit zijn vier miljard punten,
dertig punten per vierkante meter.
Heel nauwkeurig. Op basis hiervan
kunnen we zo een 3D-stadsmodel
aanleveren. De hoogte van het water
is dan bijvoorbeeld voor elke plaats
in Rotterdam te bepalen. En omdat
je twee verschillende timestamps
hebt, namelijk een dataset uit 2008
en uit 2010, kun je de verschillen op-
zoeken. Een tussentijds geplaatste
dakkapel gaat dus opvallen! Als dat
geautomatiseerd gebeurt, kunnen
wij gemakkelijker de kaart bijhou-
den, en de Belastingdienst vindt het
vast ook prettig.”
3D heeft dus de toekomst; het ha-
venbedrijf of ingenieursbureaus
vragen er om, zegt Smit. Maar dat
niet alleen. Smit: “Om de Tour de
France naar Rotterdam te halen,
hebben we de proloog in Rotter-
dam gevisualiseerd in 3D en dat
in een filmpje gezet. Ik ben ervan
overtuigd dat dit de tourdirectie op
zijn mínst een duwtje richting Rot-
terdam heeft gegeven! Het is moei-
lijk de kosten en baten van 3D af te
wegen, maar in dit geval is 3D dus
nuttig geweest om jezelf als stad op
de kaart te zetten.”
AUTEUR: Wilfred Hermans
E-MAIL: [email protected]
“3D heeft de toekomst. Dit hier zijn vier miljard punten, dertig punten per vierkante meter. Heel nauwkeurig. Op basis hiervan kunnen we zo een 3D-stadsmodel aanleveren.”
44
Het principe is helder: waterhoudende lagen in de bo-
dem laten zich uitstekend gebruiken om warmte en kou-
de in op te slaan. Dat betekent in de zomer het koele
grondwater gebruiken om woningen, bedrijfsgebou-
wen en andere ruimten te koelen, en het opgewarmde
water in de bodem opslaan zodat het in de winter een
stuk aangenamer is. In de praktijk zijn besparingen van
40 tot 80 procent bereikt.
Voor de opslag wordt geschikte grond gezocht. “Vandaar
dat ik de term bodemenergie beter vindt”, legt Marc Koen-
ders van IF Technology uit. Het concept warmtekoude-
opslag (WKO) is hartstikke duurzaam en wint steeds
meer terrein. Het bedrijf in Arnhem geeft advies en ont-
wikkelt duurzame technieken. “In Nederland zijn nu zo’n
1200 van dit soort systemen actief. Nederland is koploper
in de wereld op het gebied van warmtekoude-opslag.”
De techniek kent zogenaamde open en gesloten syste-
men. Bij een open systeem wordt grondwater van en
naar een koude en warmte bel gepompt om bodemener-
gie te winnen en op te slaan. Een gesloten systeem werkt
anders: vloeistof wordt door gesloten bodemlussen ge-
leid om warmte en koude aan de bodem te onttrekken.
Meer duurzaamheid in Nederland
gis geeft
Energie!
Gegevens over waarde bodemenergie via GIS-tool op Nederlandse schaal beschikbaar.
Duurzaamheidisbelangrijkengoed.maar,hetheefteenprijskaartje.Organisatieswillendestapnaareenduurzame
omgangmetenergievaaknietwagenvoorbekendiswaarzeaantoezijn.voorbodemenergie,beterbekendals
warmtekoude-opslag,heefthetadviesbureauIfTechnologyeenonlinetoolontwikkelddieeenindicatiegeeftvande
financiëleconsequentiesvoorelkeplaatsinheelNederland.
45
Gegevens over waarde bodemenergie via GIS-tool op Nederlandse schaal beschikbaar.
Open systemen hebben een dieper bereik (tot 300 meter)
dan gesloten systemen (tot 150 meter).
QuIckScAN
De installatie van een open of gesloten systeem is een
kostbaar project. Er zijn veel gegevens nodig over de lo-
catie. “De bodem is overal anders. Elk systeem moet op
de specifieke situatie geënt worden. Niet elke plaats is
daarvoor geschikt.” Soms is bodemenergie zelfs onrenda-
bel. “Bedrijven willen de gemaakte kosten meestal bin-
nen 5 tot 7 jaar terug kunnen verdienen.”
Vooraf wil een organisatie via een Quick Scan altijd we-
ten of hun duurzame plannen haalbaar zijn en wat finan-
cieel gezien de consequenties zijn. Een bepalende factor
is bijvoorbeeld de dikte van een watervoerend pakket en
de doorlatendheid van de bodem, het systeem werkt dan
ook alleen in zandgronden. Verder kan de locatie zich
bevinden in een waterwingebied waar warmtekoude-
opslag niet is toegestaan of in een gebied waar de zoet-
water-zoutwaterverhouding mogelijk uit balans raakt.
Ook mag een WKO-systeem een ander systeem niet in
de weg zitten.
LANDELIJk
“Voor al deze factoren hebben we de WKO-tool ontwik-
keld”, zegt Jan van Arkel. Hij is verantwoordelijk voor de
technische ontwikkeling en de vormgeving van de WKO-
tool. De webapplicatie berekent meteen met de beschik-
bare data voor elk gebied in Nederland de kansen, kosten
en terugverdientijden van bodemenergie – afhankelijk
van de te verwarmen/verkoelen (soorten) ruimten. Om
dit te realiseren zijn onder meer bodem- en vergunning-
gegevens uit een GIS gekoppeld met financiële rekenmo-
dellen. De tool interpreteert vervolgens de informatie die
op de aangewezen locatie van toepassing is.
Voorheen deed IF Technology deze Quick Scan op aan-
vraag. “We ontworpen een kansenkaart op basis van
gegevens uit het DinoLoket (Data Informatie van de
Nederlandse Ondergrond, red.) en andere informatie-
bronnen, bijvoorbeeld van gemeenten en provincies”,
aldus Koenders. Hij is projectleider van de WKO-tool.
De informatieverzoeken leverden extra werkdruk op bij
de overheid. Onoverzichtelijkheid en ontoegankelijkheid
van data zorgden ervoor dat potentiële initiatiefnemers
afhaakten. De provincie Noord-Holland wilde een oplos-
sing en vroeg daarom IF Technology een web-tool voor
de provincie te ontwikkelen. Het voormalig ministerie
van VROM nam kennis van de tool en wilde deze beschik-
baar hebben voor alle provincies van Nederland. De nieu-
we tool bevat meer rekenfuncties en gemeenten kunnen
zelf kaartlagen toevoegen. Het ministerie financiert de
tool. De WKO-tool geeft alleen een indicatie, de provin-
cie geeft definitieve goedkeuring.
TOEGANkELIJkHEID
Het meest in het oog springende kenmerk van de tool is
de toegankelijkheid. Iedereen die wil kan een indicatie
krijgen van de mogelijkheden voor een duurzaam sys-
teem op een willekeurige locatie in Nederland. De tool
brengt de informatie op een laagdrempelige manier en
de kaart zorgt ervoor dat de gebruiker in een oogopslag
ziet hoe de vlag erbij hangt. Dit gemak is gegrift in de
organisatie. Koenders: “Wij kunnen niet denken aan IF
Technology zonder GIS.”
Om iets te zeggen over het succes van de tool is nog
even geduld nodig. De eerste resultaten van de tool van
Noord-Holland zijn bemoedigend, de website heeft per
week zo’n 200 – 300 unieke hits. Koenders: “We hopen
met de tool het voordeel van bodemenergie te laten zien
en daardoor de WKO-koudwatervrees van veel organisa-
ties weg te halen.”
AUTEUR: Harmen van Doorn
E-MAIL: [email protected]
WEB: gis.noord-holland.nl/wko
‘Networking, networkingand networking’
Ian masser, dé goeroe op gebied
vanGeo-informatieInfrastructuren
(GI) heeft een nieuw editie uit-
gebracht van zijn boek Building
European Spatial Data Infrastruc-
tures. Tijdens het INSpIrE-congres
afgelopen juni in krakau (polen)
deedmasserweervanzichspreken.
WaarzoongeveerheelGI-mindedEuropazichbezighoudt
metdeimplementatievanINSpIrE,kijktmasserterug.Op
het proces dat leidde tot INSpIrE en de totstandkoming
vandiverseuitvoeringsregelsdieopbasisvanINSpIrEvan
krachtzijnenzullenworden.
Deze second edition van het
boek Building European Spatial
Data Infrastructures bouwt voor
een groot deel voort op de eer-
ste editie. De eerste hoofdstuk-
ken zijn identiek aan de eerste
versie, maar desalniettemin
nog steeds bijzonder nuttig
voor nieuwkomers in het GI-
domein. Met een paar uur le-
zen ben je op de hoogte van
het hoe en waarom van GI in
het algemeen en SDI’s in Eu-
ropa in het bijzonder.
Het boek is vooral een update van de ontwikkelingen
van Nationale Geo-informatie Infrastructuren en van de
INSPIRE-vorderingen van de afgelopen 3 jaar. Voor wat
betreft het laatste beperkt Masser zich tot een nauwge-
zette beschrijving van de gepubliceerde informatie: wat
is INSPIRE? Wat zijn de uitvoeringsregels en hoe zijn deze
tot stand gekomen? De doorgewinterde GI’er zal zeer
veel herkennen van wat Masser beschrijft.
Voor een derde editie heb ik echter nog wel wat sugges-
ties. Masser zou zijn licht kunnen werpen op de INSPIRE-
implementatie in Europa, waar hij kan bouwen op de
uitkomst van het INSPIRE State of Play-project. Want ook
daar is Masser’s kennis van SDI’s en nationale ontwikke-
lingen van zeer grote waarde gebleken.
Verder zou hij in kunnen gaan op de toenemende invloed
van volunteered geographic information. Hoe ziet Mas-
ser deze trend in het perspectief van nationale geo-in-
formatie infrastructuren, en hoe kan dit INSPIRE verder
brengen? Een andere nieuwe trend die vermeldingswaar-
dig is, is de toenemende vrije beschikbaarheid van publie-
ke geo-informatie.
Een derde trend is de toetreding van nieuwe netwerken
tot het domein van de traditionele geo-informa-
tie. Hoe kunnen bijvoorbeeld de mo-
biele telefonie en telecommunicatie,
de aardobservatie, en de traditionele
GI elkaar versterken om belangrijke
maatschappelijke vraagstukken zo
effectief en efficiënt mogelijk op te
lossen? De laatste trend wordt volle-
dig door Masser onderkend want zoals
Masser stelt “networking, networking
and networking” is de basis voor de
succesvolle verdere ontwikkeling van
geo-informatie infrastructuren. Dit kan
echter alleen succesvol worden als men
elkaars positie en achtergrond volledig
begrijpt.
Door het lezen van dit boek krijgen nieuwkomers een
mooie kijk in de keuken van de geo-informatie en alleen
daarom draagt het boek bij aan de doelen die iedereen,
die bij de ontwikkeling van geo-informatie infrastructu-
ren betrokken is, nastreeft.
AUTEUR: Bastiaan van Loenen | TU Delft
E-MAIL: [email protected]
WEB: bastiaanvanloenen.nl
recensie
SpATIALDATA
INfrASTrucTurES
(SEcONDEDITION)
Ian Masser, 2010,
95 pagina’s.
47
live geo-googlen in de openbare ruimte
Kent u de uitspraak ‘oplossingen veranderen, maar
functies blijven gelijk’? Indianen communiceerden
draadloos over afstand met rookwolken, wij doen dat-
zelfde met een smartphone. Valt het u ook op voor
hoeveel geautomatiseerde processen dit vaak nog
geldt. De rekencapaciteit van computers helpt zaken
sneller en efficiënter te doen. Maar beter?
Ondanks alle technologische mogelijkheden en be-
schikbare softwarepakketten leert de praktijk dat
kwalitatieve interpretatie van geautomatiseerd opge-
hoeste cijfers en analyses, vaak nog het werk is van een
specialist. Maar eerlijk is eerlijk, het is erg lekker dat de
bulk aan datacollectie en verwerking al door een chip
is gedaan.
Soms levert innovatieve automatisering toepassingen
op met functionaliteit, die nauwelijks mogelijk was ge-
weest zonder de rekencapaciteit van computers. Ook
deze kunnen als ‘hype’ soms onnodig ontploffen. Maar
binnen het geo-domein lijkt de markt één ontwikke-
ling duurzamer te gaan oppakken. Er verschijnen na-
melijk steeds meer verzoeken om geodata met innova-
tieve digitale technieken grootschalig in de openbare
ruimte in te winnen. Laser, video en foto wel of niet
gecombineerd met andere sensoren, om er een paar te
noemen. De huidige tijdgeest eist tegelijkertijd dat dit
voor ‘weinig’ kan.
De ontwikkelingen gaan daarbij zo snel dat het een
sport lijkt om kwantitatieve inwinning en de conver-
sie, van al die data tot bruikbare informatie, ‘live’ moet
plaats kunnen vinden! Dus geen of nauwelijks pre- en
postprocessing.
Wellicht is dit iets minder relevant bij de inwinning
van het areaal voor de gemeente. Maar bijvoorbeeld
de veiligheidsregio’s, politie en het OM zullen daar
bij incidenten heel anders over denken. Netcentrische
realisatie ‘live’ gevoed vanuit allerlei vooral draadloze
inwinnigsensoren. Camera’s van de professionals, die
op alle zwaailichtachtigen kunnen zitten. Smartphones
in de handen van getuigen van een incident. Livebeel-
den van de aanwezige pers. Dan nog even een ‘cloud’
om via een internetoplossing de boel aan elkaar te
knopen, slimme en snelle analysesoftware eroverheen,
en ja hoor… we googlen live in de openbare ruimte!
Toekomstmuziek, hype of al een bijna gerealiseerde
nieuwe ‘geo-zoekmachine’. De GIS Conferentie 2010
liet zien dat we al heel erg dichtbij zitten.
AUTEUR: Ruud Möhlmann | Horus
E-MAIL: [email protected]
WEB: horus.nu
mijn
Perspectief
Ag
end
aw
ie, wat en w
aar
Eur
OpEA
NLID
Ar
mA
ppING
fOr
um
30 no
vemb
er - 1 decem
ber 2010
Den
Haag
, Ned
erland
ww
w.lid
armap
.org
/elmf
GEO
DESIG
NSu
mm
IT
5–7 jan
uari 2011
Red
land
s, Veren
igd
e Staten
geo
desig
nsu
mm
it.com
ESrIW
Or
LDW
IDEB
uSIN
ESSpAr
TNEr
cO
NfEr
ENc
E
6–8 m
aart 2011
Palm Sp
ring
s, Veren
igd
e Staten
Esri.com
/events/b
pc/
ESrID
EvELO
pErSu
mm
IT
7–10 maart 2011
Palm Sp
ring
s, Veren
igd
e Staten
Esri.com
/events/d
evsum
mit/
ESrIIN
TErN
ATIO
NA
LuSEr
cO
NfEr
ENc
E
11-15 juli 2011
San D
iego
, Veren
igd
e Staten
Esri.com
/events/u
c/