Download - Ik ben ontslagen - Verlies en rouw op het werk...de rooie. Emoties bij verlies en verandering op het werk. Cozijnsen: ‘Als je je voorstelt, zeg je er vaak bij wat je doet, bijvoorbeeld:

Transcript
Page 1: Ik ben ontslagen - Verlies en rouw op het werk...de rooie. Emoties bij verlies en verandering op het werk. Cozijnsen: ‘Als je je voorstelt, zeg je er vaak bij wat je doet, bijvoorbeeld:

1 4 | 0 4 | 0 9 | V K B A N E N | 1514 | V K B A N E N | 1 4 | 0 4 | 0 9

WE

RK

LO

OSHet kan hard aankomen: ineens sta je op straat, ondanks een vast contract en een keurige staat

van dienst. Veel ontslagen mensen zijn met hun baan ook een deel van hun identiteit kwijt.

Maar voor sommigen is het ronduit een blessing in diguise. tekst Katrijn de Ronde

Op de brug staat een huilend meisje haar moeder tebellen. ‘Ik ben ontslagen.’ Met gierende uithalen pro-beert ze uit te leggen: ‘Ik wist wel dat het niet goedging, en ik deed echt, écht mijn best om het beter tedoen.’ Ze hangt op en snuft wat na. Wat nu?

Dat meisje, dat ben ik. Het was mijn eerste baan. Ikwas zo blij dat ze me hadden aangenomen bij dekleine, gemoedelijke uitgeverij, dat ik de eerste dagzonnebloemen mee had genomen om iedereen tebedanken. De sollicitatiegesprekken waren fantas-tisch gegaan, ik ging het helemaal maken. Anderhalfjaar later stond ik op die brug en vroeg me af waarik dan in vredesnaam wel geschikt voor was.

Ik had mijn ontslag wel aan zien komen. De uitge-ver voerde al een paar maanden regelmatig voort-gangsgesprekken met me.

Wie het echt niet zag aankomen is Mariëlle Ketel-lapper (27). Ze wist dat haar bedrijf, een groot con-sultancybureau, niet ongeschonden door de krediet-crisis kwam. Op andere vestigingen waren al men-sen ontslagen. Maar ze had een vast contract endacht dat ze voorlopig nog even veilig was. Totdat zeuitgenodigd werd voor een gesprek. ‘Toen was hetme wel duidelijk dat het geen goed nieuws zou zijn.Ik werkte niet bij het soort bedrijf dat regelmatigeven evalueert met de medewerkers.’

Patrick Kerremans (30) hoorde pas op het laatstemoment dat zijn proeftijd niet werd verlengd bijeen ict-dienstverlener. ‘Het is niet leuk gegaan. Ikhoorde op 31 december om 16.00 uur dat ze niet ver-der met me zouden gaan en om 16.30 stond ik bui-ten.’ Bij zijn vorige werkgever was hij in goed over-leg weggegaan, dat deed minder pijn. ‘Het is minderheftig als je het zelf in de gaten hebt.’

C R I S I SIk raakte in een existentiële crisis: het was mijn eer-ste baan en ik leek geknipt voor het werk bij een uit-geverij. Als student had ik in de redactie gezeten vaneen tijdschrift en twee almanakken. Bovendien wa-ren de werkzaamheden helemaal niet zo moeilijk: af-beeldingen zoeken voor boeken en beoordelen, lijs-ten maken van die afbeeldingen, registers maken,

teksten nalezen op spelfouten, achterflaptekstenschrijven, drukproeven controleren… Hoe kon hetdan mislukken? Was ik dan niet geschikt om te wer-ken? Was ik wel wie ik dacht dat ik was?

Zo´n werkgerelateerde identiteitscrisis blijkt hele-maal niet zo raar te zijn. Mensen ontlenen een deelvan hun identiteit aan hun werk, zeggen Bert Cozijn-sen en Joost van Wielink, auteurs van het boek Overde rooie. Emoties bij verlies en verandering op het werk.Cozijnsen: ‘Als je je voorstelt, zeg je er vaak bij wat jedoet, bijvoorbeeld: ik ben stewardess of ik ben psy-choloog. Als je wordt ontslagen, verlies je een deelvan wie je bent.’

Marielle Ketellapper herkent die twijfel. Voordat zebij het consultancybureau ging werken had de psy-chologe volgens velen een droombaan. Toen hethaar duidelijk werd dat het werk haar niet echt lag,overwoog ze om te stoppen. ‘Maar het is moeilijkom te besluiten te stoppen als iedereen om je heenje voor gek verklaart.’ Ook nu, na haar ontslag, denktze weer na over wat ze wil en waar ze voor geschiktis. ‘Misschien een kleiner adviesbureau, waar je jemeer met mensen kunt bezig houden.’

Ik legde een lijst aan van alle activiteiten waar ikblij van werd. Zo hoopte ik erachter te komen waarik dan wel goed in was. Er stonden voor de hand lig-gende dingen op als vriendinnen bellen en boekenlezen, maar ook lezingen over sterrenkunde luiste-ren en boekrecensies tikken. Wat er niet op stondwas: organiseren, regelen, achter mensen aanzitten,plannen. En dat is precies wat het werk in een uitge-verij inhoudt. Ook Ketellapper maakte zo’n lijstje enontdekte dat haar ‘droombaan’ nooit voor haar weg-gelegd was.

M E T E E N S O L L I C I T E R E N ?Maar zelfs als je stevig in je schoenen staat en weetwie je bent en wat je kunt, doet een ontslag pijn. Ke-tellapper vond het ontslaggesprek ‘surreëel’. ‘Hetwordt je medegedeeld en dan is het ineens werke-lijkheid. Je hebt het maar te slikken.’ De week vanhaar ontslag heeft Ketellapper nog gewerkt, maardaarna is ze in overleg met haar leidinggevende van

haar werkzaamheden ontheven. ‘Het was heel dub-bel. Ik zat daar en mensen vroegen of ik wilde hel-pen. En ik dacht, ik wil wel, maar ik werk hier straksniet meer.’

Patrick Kerremans sloeg meteen na zijn ontslagdriftig aan het solliciteren. ‘De markt ligt nu evenstil, maar ik heb een oproep geplaatst op LinkedInen ik praat met bestaande relaties. Zo solliciteer ikgericht.’

Zo snel gaan solliciteren, dat is volgens de expertsgeen goed idee. Hugo van der Heide van loopbaan-adviesbureau Carrière Switch: ‘Een ontslag voelt alshet verlies van je bestaansrecht. Zo iemand is nietsollicitabel.’ Carrière Switch begeleidt jaarlijks zo’nvijfhonderd kandidaten bij het vinden van het juistewerk. Het eerste wat het bureau doet is, is de finan-ciën op orde brengen. ‘Dat is het eerste wat hetthuisfront vraagt’, legt Van der Heide uit. ‘Kunnenwe de hypotheek nog betalen? Als je dat weet, keertde rust weer.’

Die rust heeft Ketellapper. Zij maakt zich over hetgeld niet al te veel zorgen. ‘Mijn vriend en ik hebbeneen Excel-sheetje met al onze uitgaven en inkom-sten. We redden het wel met de WW en zijn salaris.Er zijn hele gezinnen die van minder rondkomen. Al-leen de extra’s, uit eten gaan, leuke kleren kopen,dat kan even niet.’

D E P R E S S I EOntslagen worden is niet leuk. Ontslagen worden tij-den een recessie die vergeleken wordt met de GroteDepressie uit de jaren dertig is nog veel erger. Ketellap-per, Kerremans en ik (30) zijn van de verwende genera-tie Y, de internetkinderen voor wie het altijd alleenmaar beter werd. De generatie die gelooft in het indi-vidu en zijn eigen leven wil scheppen. En nu breekt ereen recessie uit. Kunnen we dat wel aan?

‘Geen enkele generatie is recessieproof, voor elke iser een eerste keer’, zegt Karin van Steensel, jongeren-onderzoeker bij het Centrum voor Online Onder-zoek. Dat betekent niet dat de huidige twintigers endertigers nu ineens bij de pakken neer gaan zitten.‘De jongere generaties van na 1975 zijn opgegroeid

W AT V O E L J E B I J O N T S L AG ?

Elk verlies moet je verwerken. Ook op ontslag volgt een rouwperio-

de. Die periode wordt traditioneel in vijf fasen verdeeld:

1. Ontkenning: ‘Nee, ze kunnen me niet ontslagen hebben, daar

komen ze nog wel op terug.’

2. Boosheid: ‘En ik heb zo hard voor het bedrijf gewerkt!’

3. Neiging tot onderhandelen: ‘En als ik nu voor minder geld

hetzelfde werk blijf doen, is dat geen oplossing?’

4. Depressie of neerslachtigheid: ‘Je begrijpt niet hoe ik me voel.’

5. Acceptatie: ‘Misschien is het maar beter zo.’

Overigens hoeven de fasen niet chronologisch op elkaar te volgen en

kan de pijn van het ontslag bij een volgend ontslag wéér de kop op

steken. Maar toch, als je eenmaal het ontslag geaccepteerd hebt,

ben je weer ‘sollicitabel’: klaar om jezelf van je beste kan te laten

zien aan een potentiële nieuwe werkgever.

Bron: Bert Cozijnsen en Joost van Wielink, Over de rooie. Emoties bij ver-

lies en verandering op het werk (Kluwer, juni 2009) en Bert Cozijnsen, Ont-

slagkracht. Van verwerken naar doorwerken (Paradigma, zomer 2009).

C O L U M N

JE

RO

EN

RIE

ME

IJE

R

Het hoofd laat hethoofd snel hangen

De zorg levert altijd wel mooie co-lumnonderwerpen. Was het u bij-voorbeeld bekend dat deze nobeleberoepsgroep een eigen voertaalheeft? Probeer maar eens te volgenwat uw huisarts in uw patiëntendos-sier schrijft. Het is niet alleen onlees-baar, het is ook nog eens een gekkemengeling van Latijn en absoluut on-vervoegd Nederlands. Het gaat demedici duidelijk niet om de gramma-ticale correctheid van onze moeder-taal. Het moet snel, dat is het enigewat telt. Dat geldt overigens nietvoor het foutloos geschreven maga-zine Arts en Auto. Schitterende vakli-teratuur mag ik wel zeggen en volko-men terecht als wachtkamerleesma-teriaal beschikbaar gesteld aan dedoodzieke en bloednerveuze wach-tenden. Een duurtest van de nieuweAston Martin, gegevens over te koopstaande en uiterst goed geoutilleer-de appartementen in de Franse Al-pen en informatie over de samen-

stelling van de nieuwste skischoen.Welke idioot denkt nu dat een wach-tende behoefte heeft aan zo’n sneurijkste der rijken blad? Krijg ineenseen strak idee voor een nieuw maga-zine: Verpleegkundige en Fietstas.Even terug naar het zorgjargon. Ikmoest daaraan denken, toen zater-dagochtend mijn oog op een bijzon-dere zorgadvertentie viel. Gevraagd:Hoofd m/v. Een los hoofd? Gatver.Wat kan daarvan nou de toegevoeg-de waarde zijn voor een bedrijf? Eenmooi vrouwenhoofd, op een stok inde gang als kunstobject? Zou kun-nen. ‘Dat is toch niet zo gek’, zegtmijn vrouw gelijk, die jarenlange er-varing heeft met het spreken enschrijven van de zorgtaal. ‘Iederezorgverlener is bekend met de func-tie van hoofd. In de zorg kennen wijzelfs verschillende soorten hoofden’.We praten hier trouwens wel overeen akkefietje voor een luis op eenzeer hoofd, want er behoeft maar88,89 procent per week te wordengewerkt. Dat paste waarschijnlijkbeter in het altijd onder druk staandezorgbudget. Het is mijn verwachtingdat het nieuwe hoofd het hoofd snelzal laten hangen, want de adverten-tie meldt dat het hoofd een zwarelast moet kunnen dragen: ‘Zorg dra-gen voor de bedrijfsvoering van eenlocatie’. Mijn vrouw, die mijn co-lumns wekelijks kritisch beoordeelt,begint geïrriteerd te raken. ‘De werk-zoekende weet heus wel dat er zorg-dragen wordt bedoeld’. De adverten-tie eindigt hoopvol met het ‘wij vra-gen’: Een goede mondelinge enschriftelijke uitdrukkingsvaardig-heid.

Jeroen Riemeijer is HR-consultant bij een

multinational

in positieve tijden. Zij hebben daardoor een basaaloptimisme, dat gaat echt niet stuk.’ Wel heeft VanSteensel de indruk dat jongeren door de crisis ge-richt zoeken in branches waar nog wel werk te vin-den is en langer blijven zitten op een plek die nietideaal is.

Er is zelfs reden tot optimisme. Een hele generatiebabyboomers staat klaar om met pensioen te gaan.Juist deze generatie is, in vergelijking met die ervooren erna, enorm groot. Kortom, een paar jaartjes sap-pelen en dan zijn er banen in overvloed.

Er gloort dus hoop aan de horizon. Na een ontslagkomt ook zonneschijn, zeggen de experts. ‘Een ont-slag kan een geweldige kans zijn’, zegt Van der Hei-de. ‘Veel mensen weten zelf wel dat het niet goedgaat, maar ze nemen geen initiatief.’ Ook voor men-sen die hun werk verliezen door de recessie, kan hetontslag een kans betekenen. ‘Durf te dromen’, zegtVan Wielink. ‘Een ontslag is niet alleen maar ellen-de.’ Dit is het moment om na te denken over wat jeleuk vindt en wat je nog wilt bereiken. Maak eenlijstje van activiteiten waar je energie uit haalt vraagvrienden familie welke kwaliteiten ze in jou zien.Met die informatie kun je op zoek naar een baan dieje goed past.

Het moment om te gaan solliciteren is als je weerzin in het leven hebt. ‘Als je denkt, potverdrie, ik zieeen kans, zegt auteur Joost van Wielink. Het heleproces van ontslag tot solliciteren kan volgens Vander Heide van twee weken tot drie maanden duren.Als het langer duurt, is het verstandig om professio-nele hulp in te roepen.

Kerremans heeft een paar maanden naar werkmoeten zoeken. Vlak voor verschijnen van dit artikelbelde hij. Zijn digitale zoektocht heeft vruchten afge-worpen. Een werkgever vond zijn profiel op Lin-kedIn en nodigde hem uit voor een gesprek. De baanis precies wat Kerremans zocht, vertelt hij opgeto-gen: een salesfunctie in de telecom.

Ketellapper is nog zoekende. ‘Werkloos zijn is nietleuk’, zegt ze. ‘De kredietcrisis komt ineens heeldichtbij. Maar ik denk niet dat het nu nooit meergoed komt. Ik ben optimistisch.’ En niet zonder re-

den; ze heeft al allerlei vacatures toegestuurd gekre-gen.

En ik? Ik heb aan al die voortgangsgesprekken metde uitgever een blijvende angst voor beoordelings-,functionerings- en evaluatiegesprekken overgehou-den. En ik heb ontdekt dat mijn nieuwsgierigheid enbehoefte aan deadlines zich veel beter leent voor eenjournalistieke redactie dan voor een bedachtzameuitgeverij. Het was niet leuk om ontslagen te wor-den, maar ik ben blij dat het gebeurd is. ln

Ik ben ontslagen