Download - Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Transcript
Page 1: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 1 van 16

PARAGRAAF 12.1 : EXPONENTIËLE GROEI

LES 1 EXPONENTIËLE FUNCTIES

DEFINITIE EXPONENTIËLE FUNCTIES

• Algemene formule : N = b · gt waarbij

b = beginhoeveelheid t = tijd

g = groeifactor

• Exponentiële functies gebruik je als :

- Iedere keer met hetzelfde getal vermenigvuldigd wordt (x3)

- Iedere keer hetzelfde percentage erbij komt of eraf gaat.

( Iedere keer + 3% Iedere keer vermenigvuldigen met 1,03)

VOORBEELD 1

Op 1 jan 2003 zet Harrie 500 euro op de bank. Hij krijgt 6% rente per jaar.

a. Is dit lineair of exponentieel ? Waarom ?

b. Bepaal de formule en bereken daarmee het bedrag na 5 jaar.

c. Bereken in welk jaar het bedrag voor het eerst meer dan verdubbeld is.

Jan zet op 1 jan 2003 700 euro op de bank. Hij krijgt €50 rente per jaar

d. Stel de formule van Jan op

e. Bereken in welk jaar het bedrag van Harrie groter is dan dat van Jan.

Page 2: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 2 van 16

OPLOSSING 1

a. Exponentieel, iedere keer +6% x 1,06.

b. N = 500⋅1,06t.

c. N(5) = 500⋅1,065 = 669,11 (euro’s dus 2 decimalen)

d. 1000 = 500⋅1,06t

(1) Y1 = 500⋅1,06t en Y2 = 1000 (2) Intersect (3) x =11,9 = 12 jaar (rente krijg je pas aan het einde)

Dus in 2003 + 12 = 2015

e. Nu komt er iedere keer een vast bedrag bij (+50). Dus nu een lineaire formule : 𝑦𝑦 = 700 + 50𝑡𝑡

f. Harrie > Jan 500 ⋅ 1,06𝑡𝑡 > 700 + 50𝑡𝑡

Eerst oplossen 500 ⋅ 1,06𝑡𝑡 = 700 + 50𝑡𝑡

(1) 𝑌𝑌1 = 500 ⋅ 1,06𝑥𝑥 𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑌𝑌2 = 700 + 50𝑥𝑥 (2) Intersect (3) x = 21,97 = 22 jaar (rente krijg je pas aan het einde)

Dus in 2003 + 22 = 2025

EXTRA:

• procentuele toename = (nieuw – oud) / oud x 100%

Page 3: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 3 van 16

LES 2 : GROEIFACTOR BEREKENEN

VOORBEELD 1

Een bacterie groeit met 12 % per dag. Bereken de groeifactor en het groeipercentage per

a. 2 dagen

b. week

c. halve dag

d. uur

OPLOSSING 1

100 + 12 = 112 112/100 = 1,12

Groeifactor per dag 1,12

a. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔2𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 𝑔𝑔2 = 1,122 = 1,2544 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 125,44− 100 = 25,44%

b. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔𝑤𝑤𝑑𝑑𝑑𝑑𝑤𝑤 = 𝑔𝑔7 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 𝑔𝑔7 = 1,127 = 2,2107 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 221,07− 100 = 121,07%

c. 𝑔𝑔 = 1,12

𝑔𝑔12 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 𝑔𝑔

12 = 1,12

12 = 1,0583

𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 105,83− 100 = 5,83% d. 𝑔𝑔 = 1,12

𝑔𝑔𝑢𝑢𝑢𝑢𝑢𝑢 = 𝑔𝑔 124 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 𝑔𝑔

124 = 1,12

124 = 1,0047

𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 100,47− 100 = 0,47%

Page 4: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16

VOORBEELD 2

Een andere bacterie verdubbelt in 10 jaar. Bereken het groeipercentage per jaar.

OPLOSSING 2

Je kunt dit op 2 manieren oplossen :

(1) Neem als beginhoeveelheid bijvoorbeeld 100 en gebruik de formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡. Dit geeft :

100 ∙ 𝑔𝑔10 = 200 𝑔𝑔10 = 2

𝑔𝑔 = 2110 = 1,072 dus 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 7,2%

(2) Het verdubbelt in 10 dagen. Dus

𝑔𝑔10 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 2

𝑔𝑔 = 2110 = 1,072 dus 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 7,2%

Page 5: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 5 van 16

PARAGRAAF 12.2 GROEIFORMULES

LES 1 : EXPONENTIËLE FORMULE BEPALEN

VOORBEELD 1

Een hoeveelheid neemt exponentieel af. Op 𝑡𝑡 = 3 is 𝑁𝑁 = 505 en op 𝑡𝑡 = 8 is 𝑁𝑁 = 150.

Stel de formule op van N.

OPLOSSING 1

Je kunt een stappenplan gebruiken :

(1) Formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡

(2) Groeifactor berekenen 𝑔𝑔…𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 𝐴𝐴𝐴𝐴ℎ𝑡𝑡𝑑𝑑𝑢𝑢𝑡𝑡𝑡𝑡𝑑𝑑𝑉𝑉𝑉𝑉𝑉𝑉𝑢𝑢𝑡𝑡𝑡𝑡𝑑𝑑

(3) Beginwaarde b berekenen door een punt in te vullen (4) Formule opschrijven

Page 6: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 6 van 16

(1) Formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡 (2) Groeifactor uitrekenen. Dit kan op twee manieren :

(2.1) Neem als beginhoeveelheid 505 en gebruik de formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡 :

150 = 505 ∙ 𝑔𝑔5 (of los dit op met intersect)

𝑔𝑔5 = 150505

= 0,297..

𝑔𝑔 = 0,29715 = 0,784

(2.2) 𝑔𝑔5 𝑗𝑗𝑑𝑑𝑢𝑢𝑑𝑑𝑑𝑑 = 150505

= 0,297..

𝑔𝑔1 𝑗𝑗𝑑𝑑𝑑𝑑𝑢𝑢 = 0,29715 = 0,784 (methode boek)

(3) beginwaarde uitrekenen

Je weet 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 0,748𝑡𝑡

Punt (3,505) invullen 505 = 𝑏𝑏 ∙ 0,7483 (of intersect)

𝑏𝑏 = 5050,78433

= 1048

(4) Formule 𝑁𝑁 = 1048 ∙ 0,748𝑡𝑡

Page 7: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 7 van 16

LES 2 : VERZADIGINGSNIVEAU BEPALEN

DEFINITIE

• Verzadigingsniveau = { y-waarde waar de formule op termijn naar toe gaat } • Verzadigingsniveau berekenen t heel groot maken (t = 1000000)

VOORBEELD 1

Beredeneer het verzadigingsniveau en de praktische betekenis van

a. De hoeveelheid medicijn (M) in het bloed gedraagt zich volgens de formule 𝑀𝑀 = 1 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡

b. Het aantal bacteriën (B) groeit volgens de formule 𝐵𝐵 = 1806+3∙0,4𝑡𝑡

c. Beredeneer of de formule van B stijgend of dalend is.

OPLOSSING 1

a. 𝑡𝑡 ℎ𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑡𝑡 ⟹ 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 0 ⇒ 1 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 1 Dus het verzadigingsniveau is 1 (gram) Dit betekent dat er altijd 1 gram medicijn in het bloed blijft !!!

b. 𝑡𝑡 ℎ𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑡𝑡 ⟹ 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ≈ 0 ⇒ 6 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 6 ⇒ 1806+3∙0,4𝑡𝑡

= 1806

= 30

Het aantal bacteriën (B) gaat op lange termijn naar 30

c. 𝑡𝑡 ↑ ⇒ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 6 + 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 1806+3∙0,4𝑡𝑡

Dus een stijgende functie.

OPMERKING

Je kunt c al beredeneren omdat op t = 0 er 𝐵𝐵 = 1806+3∙0,40

= 1809

= 20 beestjes zijn en het

verzadigingsniveau is 30 (dus stijgend).

Page 8: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 8 van 16

PARAGRAAF 12.3 : LOGARITMEN

LES 1 LOGARITMEN

DEFINITIE LOGARITMEN

• Hoofdregel : 𝑔𝑔𝑡𝑡 = 𝑏𝑏 ⇔ 𝑡𝑡 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) met domein 𝑏𝑏 > 0

Voor logaritmen uit je hoofd berekenen gebruik je de hulpregel

• Hulpregel : 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔)𝑡𝑡 = 𝑡𝑡

Voorbeeld 1

Bereken uit je hoofd

a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (9) =

b. log�√27�. 3

c. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �12�.

2

Oplossing 1

a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (9) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (32) = 2 b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔�√27�.

3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔�√33� = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �(33)12 � =.

3. 3 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �31

12 � =.

3 1 12

c. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �12�.

2 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(2−1) = −1. 2

Opmerking

Als je op de GR 𝑦𝑦 = log (2𝑥𝑥 + 1)6 wil intikken, moet dit als volgt doen :

𝑌𝑌1 = log(2𝑥𝑥 + 1) / log(6) of met de knop logbase (Math > A : logbase)

Page 9: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 9 van 16

PARAGRAAF 12.4 WERKEN MET LOGARITMEN

LES 1 : LOGARITMISCH PAPIER

DEFINITIES

Op logaritmisch papier is :

• de macht lineair (iedere keer + 1)

• wordt in een stapje alles 10 keer zo groot

• de formule y = b⋅gt (exponentiële) een rechte lijn !!!!

VOORBEELD 1

Aflezen A,B,C,D,E en F op blz. 35 log papier.

Page 10: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 10 van 16

LES 2 : REKENREGELS LOGARITMEN

REKENREGELS LOGARITMEN

De belangrijkste 4 regels zijn :

(1) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺 ∙ 𝑏𝑏) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (5) + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (5𝑥𝑥)

(2) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑑𝑑𝑏𝑏

) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔2 (10) − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔2 (5) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔2 (105

) = 1

(3) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 �𝐺𝐺𝑤𝑤� = 𝑘𝑘 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (𝐺𝐺5) = 5 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (𝐺𝐺)

(4) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔)𝑡𝑡 = 𝑡𝑡 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔7 (7)5 = 5

Er zijn ook nog een aantal regels die handig kunnen zijn :

(5) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (1) = 0 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔7 (1) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔7 (70) = 0

(6) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝐺𝐺) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔10 (𝐺𝐺) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(3) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔10 (3)

(7) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) = 𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (𝑑𝑑)𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (𝑑𝑑)

𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔8 (20) = 𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (20)𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (8)

(8) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝐺𝐺) = −1𝑔𝑔 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝐺𝐺)𝑑𝑑 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝑥𝑥) = −

13 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝑥𝑥)3

Page 11: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 11 van 16

VOORBEELD 1

Bereken exact met de rekenregels

a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3

b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(25)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)13

c. 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 =

OPLOSSING 1

a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6 ∙ 12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(72)333

b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(25)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)13 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(52)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5) = 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)333

c. 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(62)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(36)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)33

𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �3612�3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(3) = 13 { want 31 = 3 }

VOORBEELD 2

Gegeven is de formule 𝑁𝑁(𝑥𝑥) = 3 + 6 log (𝑥𝑥). Bereken wat er gebeurt met de waarde van N als :

a. De waarde van x verdubbelt. b. De waarde van x halveert.

OPLOSSING 2

a. 𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 + 6 log(2𝑥𝑥) = 3 + 6 [ log(2) + log(𝑥𝑥) ] = 3 + 6 log(2) + log(𝑥𝑥) 𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 + 1,81 + log (𝑥𝑥) De waarde van N neemt dan altijd met 1,81 toe.

b. 𝑁𝑁 �12𝑥𝑥� = 3 + 6 log �1

2𝑥𝑥� = 3 + 6 � log �1

2� + log(𝑥𝑥) � = 3 + 6 log �1

2�+ log(𝑥𝑥)

𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 − 1,81 + log (𝑥𝑥) De waarde van N neemt dan altijd met 1,81 af.

Page 12: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 12 van 16

PARAGRAAF 12.5 GROEISNELHEID

LES 1 : HET GETAL E

We kijken naar een paar afgeleiden

VOORBEELDEN

a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 2,5𝑥𝑥 → 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 0,916 ∙ 2,5𝑥𝑥

b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥 → 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 1,10 ∙ 3𝑥𝑥 c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 2,718. .𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓 ‘(𝑥𝑥) = 1 ∙ 𝑒𝑒𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝑥𝑥

Dus er geldt 𝑓𝑓 (𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓 ‘(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥

OPMERKING

• Omdat e een getal is (en wel = 2,718…) is e2 = 7,389.. ook een getal en dus alle machten zijn getallen

VOORBEELD 1

Herleid

a. 3𝑒𝑒 + 6𝑒𝑒 =

b. 3𝑒𝑒2 ∙ 13𝑒𝑒2 =

c. 𝑑𝑑2𝑥𝑥−9𝑑𝑑𝑥𝑥−3

=

d. ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)2 =

OPLOSSING 1

a. 9𝑒𝑒 b. 39𝑒𝑒4

c. 𝑑𝑑2𝑥𝑥−9𝑑𝑑𝑥𝑥−3

= (𝑑𝑑𝑥𝑥−3)(𝑑𝑑𝑥𝑥+3)𝑑𝑑𝑥𝑥−3

= 𝑒𝑒𝑥𝑥 + 3

d. ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)2 = ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥) = 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥 + 𝑒𝑒6𝑥𝑥 = 𝑒𝑒6𝑥𝑥 + 2𝑒𝑒3𝑥𝑥 + 1

Page 13: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 13 van 16

LES 2 : DIFFERENTIËREN VAN E-MACHTEN

DIFFERENTIËREN VAN E-MACHTEN

• Hoofdregel voor e-machten : 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥

OPMERKING

• Ook bij e-machten kun je productregel, quotiëntregel of kettingregel nodig hebben!!!

VOORBEELD 1

Differentieer

a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 5𝑒𝑒3𝑥𝑥

b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 4𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥

c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥2

d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥−5𝑑𝑑2𝑥𝑥

OPLOSSING 1

Differentieer

a. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 5𝑒𝑒3𝑥𝑥 ∙ 3 = 15𝑒𝑒3𝑥𝑥

b. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 4𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥 + 4𝑒𝑒𝑥𝑥

c. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥2 ∙ 2𝑥𝑥 = 2𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥2

d. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 𝑑𝑑2𝑥𝑥∙2∙(3𝑥𝑥−5)−3𝑑𝑑2𝑥𝑥

𝑑𝑑4𝑥𝑥= 6𝑥𝑥𝑑𝑑2𝑥𝑥−10𝑑𝑑2𝑥𝑥−3𝑑𝑑2𝑥𝑥

𝑑𝑑4𝑥𝑥= 6𝑥𝑥𝑑𝑑2𝑥𝑥−13𝑑𝑑2𝑥𝑥

𝑑𝑑4𝑥𝑥= 𝑑𝑑2𝑥𝑥(6𝑥𝑥−13)

𝑑𝑑2𝑥𝑥 ∙𝑑𝑑2𝑥𝑥= 6𝑥𝑥−13

𝑑𝑑2𝑥𝑥

Page 14: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 14 van 16

LES 3 : DE NATUURLIJKE LOGARITME { LN(X) }

DEFINITIES LN(X)

• 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) = { de natuurlijke logaritme van x } • 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑥𝑥)

Omdat ln(x) een logaritme is gelden alle logaritme regels! Bijvoorbeeld :

• 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑒𝑒𝑥𝑥) = 𝑥𝑥{ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔𝑥𝑥) = 𝑥𝑥 }

• 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒3) = 3

VOORBEELD 1

Los de volgende vergelijkingen exact op. Denk aan de regel : 𝑔𝑔𝑡𝑡 = 𝑏𝑏 ⇔ 𝑡𝑡 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏).

a. 𝑒𝑒𝑥𝑥 = 10

b. 𝑒𝑒2𝑥𝑥+1 = 18

OPLOSSING 1

a. 𝑒𝑒𝑥𝑥 = 10

𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (10) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(10)

b. 𝑒𝑒2𝑥𝑥+1 = 18 2𝑥𝑥 + 1 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (18) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(18) 2𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝑒𝑒(18) − 1

𝑥𝑥 = 12𝑒𝑒𝑒𝑒(18) − 1

2

Page 15: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 15 van 16

REKENREGELS LOGARITMEN

De belangrijkste 4 logaritme regels in ln-vorm zijn :

(1) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺) + 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺 ∙ 𝑏𝑏)

(2) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺) − 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑑𝑑𝑏𝑏

)

(3) 𝑒𝑒𝑒𝑒�𝐺𝐺𝑤𝑤� = 𝑘𝑘 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝐺𝐺)

(4) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒𝑡𝑡) = 𝑡𝑡

VOORBEELD 2

Herleid tot één vorm

a. 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) =

b. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒(13) =

c. 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑒𝑒) + 2 =

d. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 2 =

OPLOSSING 2

a. 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) = 2

b. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒(13) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3 ∙ 13) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(39)

c. 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑒𝑒) + 2 = (𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒))2 + 2 = 1 + 2 = 3

d. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 2 = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3𝑒𝑒2)

Page 16: Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) · 2020. 4. 27. · Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 4 van 16 VOORB EELD 2 Een andere bacterie verdubbelt in

Hoofdstuk 12 Exponenten en logaritmen (V6 Wis A) Pagina 16 van 16

LES 3 : DIFFERENTIËREN VAN DE NATUURLIJKE LOGARITME LN(X)

DEFINITIE DIFFERENTIËREN VAN LOGARITMISCHE FUNCTIES

• Hoofdregel : 𝒇𝒇(𝒙𝒙) = 𝒍𝒍𝒍𝒍(𝒙𝒙) → 𝒇𝒇′(𝒙𝒙) = 𝟏𝟏𝒙𝒙

• Hulpregel : 𝒇𝒇(𝒙𝒙) = 𝒍𝒍𝒍𝒍𝒍𝒍 (𝒍𝒍 𝒙𝒙) → 𝒇𝒇′(𝒙𝒙) = 𝟏𝟏𝒙𝒙 𝒍𝒍𝒍𝒍(𝒍𝒍)

VOORBEELD 1

Differentieer

a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥)

b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑥𝑥2 + 5𝑥𝑥)

c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑒𝑒3(𝑥𝑥)

d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 (3 6𝑥𝑥 + 7)

OPLOSSING 1

Differentieer

a. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) + 3 ∙ 1𝑥𝑥

= 3𝑥𝑥𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) + 3𝑥𝑥

b. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 1𝑥𝑥2+5𝑥𝑥

∙ (2𝑥𝑥 + 5) = (2𝑥𝑥+5)𝑥𝑥2+5𝑥𝑥

c. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 3 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑥𝑥) ∙ 1𝑥𝑥 { KETTINGREGEL MET u = ln(x) }

d. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 1(6𝑥𝑥+7)𝑙𝑙𝑑𝑑(3)

∙ 6