25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
1
More than accountants
Financiële knipperlichten en
bijhorende instrumenten.
Spreker: Jan Degryse (Oostnieuwkerke)
• Vennoot: Vandelanotte ++
• Bedrijfsrevisor sinds 1997 - Handelsingenieur
• Ervaring in de sector:
• Echtgenote stamt uit een familie van varkenshouders
• Contacten met Groene Kring en haar actieve jonge leden
• bedrijfsrevisor (commissaris):
- Belgian Pork Group e.a. vleesverwerkende bedrijven
- Diverse veevoederbedrijven
• Begeleiding van landbouwers in moeilijkheden
• In dit kader samenwerken met Boeren op een Kruispunt
MIJN BEDOELING
• VANUIT MIJN FINANCIELE PRAKTIJKERVARING EEN AANTAL
EVIDENTE - CONTROVERSIELE UITSPRAKEN DOEN.
• Evident: iedereen kent ze.
• Controversieel: niemand ‘h’erkent ze.
niemand = alle betrokken partners binnen de sector
STOF TOT NADENKEN GEVEN – voor straks aan tafel en later…
INHOUD 1. BEDRIJFSVOERING - STATEMENTS
2. BEDRIJFSPLAN
3. K.P.I. (Key Performance Indices)
4. FINANCIEEL PLAN – BUDGET
5. KAS PLANNING
6. RATIO ANALYSE
7. PERSOONLIJKE ERVARINGEN
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
2
1. BEDRIJFSVOERING
BOEREN = TOPSPORT
INDIVIDUEEL TEAM
Doelstellingen zoals ik ze hoor: • “Ik wil de grootste worden”
• “Ik wil de beste worden”
• “Ik wil de innovatiefste zijn”
• “Ik wil rustig leven”
• “ik wil afbouwen – “
• “ik wil stoppen”
• “Ik kan ‘niks’ anders”
Termijnen: 1 jaar 3 – 5 jaar 7 – 10 jaar
Mijn vaststellingen
• DOELSTELLING:
o Zijn “MATERIALISTISCH”
o Zijn “ZICHTBAAR”
o Zijn “GEVOELSMATIG”
• ZOUDEN MOETEN ZIJN:
o Meetbaar
o Gefundeerd met een strategie
o Onderbouwd met een SWOT-Analyse
o Getoetst op hun financiële haalbaarheid.
Basisprincipe 1
1. METEN IS WETEN
2. WETEN IS BEHEREN
3. BEHEREN IS BESLISSEN
IK moet weten, beheren, beslissen
Wat niet! “IK WEET HET NIET” – IK GA BELLEN
• Mijn boekhouder
• Mijn vertegenwoordiger
• Mijn bankier
• Mijn …
En heel vaak is het zo !!
Basisprincipe 2
CIJFERS ZEGGEN ALLES!
WELKE:
• Slechts JUISTE cijfers
• VERIFIEERBARE cijfers
• VERGELIJKBARE cijfers
• Bevestigen uw bedrijfsvoering en -plan
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
3
Basisprincipe 3
“IK BEN DE BESTE”
Omwille: - Ik investeer in mijn activiteit
- ik breid uit
- ik bouw
- …
Maar wat ontbreekt: - kan ik mij vergelijken in de sector
- kan ik mij positioneren in de sector
2. BEDRIJFSPLAN - INVESTERINGEN
• Doelstellingen: - uitbreiden
- diversifiëren
- intensifiëren
- …
2. BEDRIJFSPLAN - INVESTERINGEN
• HAALBAARHEIDSANALYSE:
o ARBEIDS-INTENSIVITEIT
o KENNIS – OPLEIDING
o BENODIGDE INVESTERINGEN
o BESCHIKBARE MIDDELEN
o FINANCIELE HAALBAARHEID
• RENDEMENTSVERWACHTINGEN !!! of ???
3. K.P.I.
• Key Performance Indices
(Prestatiegerichte Sleutelindicatoren)
• Deze sleutelindicatoren zijn de basis “kern”gegevens van uw bedrijf
waarmee u de toestand onmiddellijk kan inschatten:
• Welke gebruiken jullie?
Niet limitatieve lijst:
• Technische KPI’s:
- productiegetal
- worpindex
- sterfte index
- conversiecijfers
- kwalificatie (varken)
- vleespercentage
- slachtrendement
• Financiële KPI’s: (WERKELIJKE – ECONOMISCHE)
o STAND van mijn rekening
o Kostprijs per big
o Kostprijs per mestvarken
o Kapitaalsaflossing - maand
o Resultaat per ronde
o Vaste kosten.
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
4
• Welke marktgegevens moeten jullie volgen ?
- vleesprijs
- biggenprijs
- graanprijs
- exportvraag
- consumentenvraag
• Wat zou je graag weten ?
- vraag en aanbod
- vergunningen
- nieuwe vergunningen
4. FINANCIEEL PLAN - BUDGET
Wat is een budget – financieel plan?
Financieel plan:
Het financieel plan is een kwantitatieve analyse van het project.
Het doel van het financieel plan is eenvoudig: het helpt bij het zo
correct mogelijk inschatten van de behoeften en de middelen van
de onderneming en nagaan of ze in evenwicht zijn. Voor
startende ondernemingen is het financieel plan een verplichting
en moet het aantonen dat het kapitaal toereikend is voor de
uitoefening van de activiteit tijdens minstens twee jaar.
De inhoud van een financieel plan wordt door de wet niet strikt
omschreven. Wel is er een CBN advies inzake de beschrijving van
de componenten van het financieel plan. In de praktijk moeten
evenwel een aantal elementen in aanmerking worden genomen:
• De vooropgezette resultaten
• De financiële structuur van de onderneming
• Het eigenlijk financieel plan dat de evolutie van de
resultaten, de behoeften en de middelen over een periode
van twee tot drie jaar beschrijft.
Budget: (in verstaanbare taal)
Het is de financiële vertaling van uw toekomstig
bedrijfsplan op basis van de huidige bedrijfsvoering
waarbij op basis van hypotheses een financiële
projectie wordt gemaakt.
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
5
Hypotheses: • Inschatting van een aantal parameters.
(marktconform, bestaande gegevens, onderbouwde wijzigingen,…)
Belangrijk: • Budget moet opgebouwd zijn zodanig dat er heel vlot diverse
simulaties kunnen gemaakt worden en waarbij het financiële effect
kan bepaald worden.
NOOT: “Stress test bij banken” wordt nu door de banken ingevoerd bij hun klanten.
Financieel plan: • Hypothesen en gegevens:
Het aanleveren van de veronderstellingen en
gegevens is jullie werk.
Het vertalen van deze “plannen” in cijfers is ons
professioneel werk
• Vanuit historische gegevens
• Budgetten – financieel plan maken
• Simulaties maken van wijzigende hypothesen
Budget – Financieel plan
• Looptijd: 3 tot 5 jaar
• Resultatenrekening:
• Balans:
• Derivaten:
Resultatenrekening ( - Rapport)
2016 2016 Prognose 2015 Ytd
budget Ytd Year end 2015
Bedrijfsopbrengsten
Omzet
Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfskosten
Aankopen handelsgoederen
Diensten en diverse goederen
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
Afschrijvingen
Andere bedrijfskosten
Bedrijfsresultaat
Financieel resultaat
Uitzonderlijk resultaat
Resultaat voor belastingen
Belasting
Resultaat van het boekjaar
Omzet
o Aantal biggen
o Aantal mestvarkens
o Periode
o Prijs
o Gemiddeld gewicht
o Verliespercentage
Overige bedrijfsopbrengsten:
o subsidies
o rechten
o loonkweek
o commissies
o ….
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
6
Aankopen
• Kostprijs varken (en/of big)
- vleesaanwinst
- voederverbruik / aanzetten vlees
- voederpeiling
- prijs per voeder
• Mestverwerking
• Medicatie
D & D goederen, personeelskost
• Uitbating - Onderhoud gebouwen
- Energiekost
- Verzekeringen
- Personeel
D & D goederen, personeelskost
• Vaste kosten - Bureel
- Erelonen
- Verzekeringen
- Klein materieel
- Taksen
- Representatie – lidmaatschappen
• Bedrijfsleidersbezoldiging
Balansrekening
• De balans geeft een algemeen overzicht van de activa en de
passiva van de onderneming. De activa zijn het volledig economisch
en financieel vermogen van het bedrijf (de behoeften); de passiva
zijn alle financieringsbronnen waarop een beroep werd gedaan voor
de financiering van de activa (de middelen).
Balansrekening
Jaar 1 Jaar 2 Evolutie Jaar 3 Evolutie
-1 -2 (2)-(1) -3 (3)-(2)
ACTIVA (behoeften)
Vaste activa
Oprichtingskosten
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste Activa
Vlottende activa
Vorderingen op meer dan een jaar
Voorraden
Vorderingen op ten hoogste een jaar
Geldbeleggingen
Liquide middelen
Overlopende rekeningen
Totale Activa
Balansrekening
Jaar 1 Jaar 2 Evolutie Jaar 3 Evolutie
-1 -2 (2)-(1) -3 (3)-(2)
PASSIVA (middelen)
Eigen vermogen
Kapitaal
Uitgiftepremies
Herwaarderingsmeerwaarden
Reserves
Overgedragen winst (verlies)
Kapitaalsubsidies
Voorzieningen en uitgestelde belastingen
Voorzieningen voor risico’s en kosten
Uitgestelde belastingen
Schulden
Schulden op meer dan een jaar
Schulden op ten hoogste een jaar
Overlopende rekeningen
Totale Passiva
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
7
Balansrekeningen aandachtspunten
• Afschrijvingspercentages – economische levensduur
• Voorraad – kwartaal
• Liquide Middelen
• Financiële schulden: - kapitaalsaflossing
• Handelsschulden: - operationele (= grondstoffen + uitbating)
- vaste kosten
• Fiscale en sociale schulden
Derivaten
Op basis van de voorgaande kwartaalcijfers kan je nu een aantal
bijkomende interessante financiële parameters genereren.
1. Cash Flow
2. Vrije cash flow
3. Aantal dagen leverancierskrediet
4. Netto bedrijfskapitaal
Cash flow – Vrije Cash Flow
• Cashflow = saldo tussen de inkomende en de uitgaande geldstromen.
(operationele – financiële – uitzonderlijke operaties)
= resultaat van het boekjaar + niet kaskosten
Cash flow – Vrije Cash Flow
• Technisch
+ resultaat na belastingen
+ afschrijvingen
+ waardeverminderingen
+ voorzieningen
- kapitaalsubsidies
_______________________
= CASH FLOW
Cash Flow – Vrije Cash Flow • Free cash flow = beschikbare middelen na terugbetaling van
de kapitaalsaflossingen van de financiële schulden
• Technisch + Cash Flow
- Kapitaalsaflossingen financiële schulden < 1 jaar
= Free Cash Flow
• Dit bepaalt mede de beschikbare ontlenings- en
terugbetalingscapaciteit.
Aantal dagen leverancierskrediet
• Formule
Handelschulden op ten hoogste 1 jaar X 365
Inkopen+Diensten en diverse goederen+BTW op aankopen
• Begrip
Deze ratio geeft een beeld over de kredietpolitiek van de leveranciers of
meer bepaald de betalingspolitiek van de onderneming jegens de
leveranciers.
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
8
Netto bedrijfskapitaal
Netto bedrijfskapitaal = vlottende activa (K.T.)
– vlottende passiva (K.T.)
Netto bedrijfskapitaal
Beperkt vlottende activa (= vlottende activa = vorderingen op meer dan 1 jaar)
3 + Voorraden en bestellingen in uitvoering
40/41 + Vorderingen op minder dan 1 jaar
50/53 + Geldbeleggingen
54/58 + Liquide middelen
490/491 + Overlopende rekeningen actief
Vlotte passiva (= schulden op korte termijn)
42/48 + Schulden op minder dan één jaar
492/493 + Overlopende rekeningen passief
5. KASPLANNING
De kasplanning heeft als doel om op een kortere periode uw
liquiditeitspositie bij te houden. Het is dus een gedetailleerd budget
waarbij er rekening wordt gehouden met de effectieve inkomende en
uitgaande geldbewegingen.
Je kan zo ver gaan in het detailleren als je wenst maar laat duidelijk zijn
dat het een werkinstrument is. (wekelijks)
Kasplanning
• Hierna vindt u een goed basis voorbeeld. Dit werd niet door mij ontwikkeld, wel
verfijnd maar we gebruiken dit model voor WCO plannen in de rechtbank.
• Men kan zo ver gaan als men wenst !
• Het is als volgt opgebouwd
Kasplanning basis
basisprijs
varkens 0,91 opleg 0,21 basisprijs
biggen 35
Week gespeende biggen (1)
totaal biggen in batterij (2)
biggen max te verkopen (3)
te verkopen biggen (4)
opbrengst biggen (5)
verpl big nr mv (6) -10% (7)
totaal mv (8)
verkoop vleesvarkens (9) -4% (10) opbrengst (11)
8 590 1.057 2.488 240 230 0
9 1.057 320 310 2.555 0
10 633 1.370 0 2.552 0 0
11 1.370 85 82 2.632 0 0 0
12 1.285 245 11.448 0 2.629 219 210 27.452
13 493 1.533 300 13.491 300 270 2.677 0 0 0
14 1.233 0 0 2.674 118 113 13.588
15 564 1.700 0 0 0 0 0 2.553 0 0 0
16 1.700 333 300 13.786 0 2.550 150 144 17.257
17 1.367 0 0 0 300 270 2.667 311 299 35.779
18 766 1.833 0 0 2.353 219 210 25.195
19 1.833 0 0 2.131 214 205 24.620
20 646 2.479 493 444 20.410 0 0 1.914 0
21 1.986 0 0 1.911 276 265 31.753
22 1.986 564 508 23.350 0 0 1.632 230 221 26.461
23 1.422 0 0 1.399 240 230 27.611
24 527 1.949 0 0 1.156 0
25 1.949 766 689 31.712 0 0 1.153 240 230 27.611
26 712 1.895 0 0 910 228 219 26.231
27 1.895 646 581 26.744 0 0 679 0
28 590 1.839 0 0 676 310 298 35.664
29 1.839 0 0 363 0
30 0 1.839 0 0 360 82 79 9.434
31 1.839 527 511 0 0 275 0 0 0
32 1.312 0 0 272 270 259 31.063
33 0 1.312 712 641 29.477 0 0 0 0
34 600 0 0 0 0 0
35 0 600 590 531 24.426 0 0 0
36 10 0 0 270 259 31.063
Kasplanning 11
Week
werkings-
kosten (12)
voeder-
kosten (13)
jonge
zeugen (14)
opbrengst/verlies
per week (15)
kasplanning
cumulatief (16)
8 0 0 0
9 0 0 0
10 0 0 0
11 0 0 0 0 0
12 54 9.505 29.341 29.341
13 9.129 18.665 -14.303 15.037
14 2.793 11.947 -1.152 13.885
15 3.920 14.500 -18.420 -4.535
16 3.920 14.500 12.623 8.089
17 3.920 14.500 17.359 25.448
18 3.920 12.500 8.775 34.223
19 3.920 12.000 8.700 42.923
20 3.920 11.500 4.990 47.913
21 3.920 11.500 16.333 64.246
22 3.920 11.000 34.890 99.136
23 3.920 10.500 13.191 112.328
24 3.920 10.000 -13.920 98.408
25 3.920 9.500 45.904 144.311
26 3.920 9.000 13.311 157.622
27 3.920 8.500 14.324 171.946
28 3.920 8.000 23.744 195.690
29 3.920 7.500 -11.420 184.270
30 3.920 7.000 -1.486 182.784
31 3.920 6.500 -10.420 172.364
32 3.920 6.000 21.143 193.507
33 3.920 5.500 20.057 213.564
34 3.920 5.000 -8.920 204.644
35 3.920 3.650 16.856 221.500
36 3.920 3.650 23.493 244.992
opleg groep + kwaliteit op 21 kg verkoop
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
9
(1) Gespeende biggen per week
Op basis van de info mail dd. 22 februari 2015 en aantallen te vermenigvuldigen met het
aantal gemiddelde gespeende biggen per groep en per bedrijf van de laatste 2 perioden,
gekend ten laatste in de maand januari 2015 als speendatum.
Week = werpweek + 4 weken
(2) Totaal biggen
Start: inventaris opgemaakt door
Per week: inkomende beweging = gespeende biggen
uitgaande beweging = biggen maximum te verkopen +verplaatsen
biggen naar vleesvarkens
(3) Biggen max te verkopen
= gespeende biggen per week + 7 weken
(4) Te verkopen biggen
Er wordt gerekend met de reële biggensterfte op heden 10%
(5) Opbrengst biggen
Aantal te verkopen biggen te vermenigvuldigen met een prijs per stuk.
Prijs per stuk = basisprijs biggen + opleg grootte groep + kwaliteitstoeslag
+ gewichtstoeslag (1 euro per kg boven 20 kg)
Basisprijs biggen kan variëren per week
Veronderstelling biggen op 21kg te verkopen
(6) Verplaatsen biggen
Maximum te verplaatsen biggen van 21kg naar de vleesvarkensstal. Terug gespeende
biggen (week) + 7 weken
(7) – 10%
Uitval op basis rendac gegevens rekeninghoudend met de huidige situatie
(8) Totaal mestvarkens
Start= inventaris gekregen van
ingaande beweging = verplaatsen biggen naar vleesvarkensstal
uitgaande beweging = verkoop vleesvarkens
maximum te plaatsen varkens = 3000
(9) Verkoop Vleesvarkens
Maximaal te verkopen vleesvarkens week
Te verkopen = week te verplaatsen biggen + 19 weken
Eerste maanden op basis inventaris
(10) -4 %
Uitval op basis rendac gegevens rekeninghoudend met de huidige situatie
Standaardpercentage uitval tijdens groeitraject 21kg tot 110 kg
= aantal te verkopen vleesvarkens
(11) Opbrengst
Aantal te verkopen vleesvarkens vermenigvuldigen met netto uitbetaalde kg (hier =
107 kg (110 kg bruto – 3 kg aftrek)).
Deze totaal netto te betalen kg worden vermenigvuldigd met de basisprijs varkens
met een kwaliteitstoeslag.
De basisprijs varkens varieert iedere week.
(12) Werkingskosten per week
Gemiddelde variabele kost laatste 3 jaar delen door 52 weken (zie afzonderlijke
berekening ‘werkingskosten’)
(13) Voederkosten
Bepaald op actuele prijzen voeders betaling contant
Gemiddelde voederkosten delen door 52 weken (zie afzonderlijke berekening
‘voederkosten’)
(14) Aankoop jonge zeugen
Inschatting aankoopkost jonge zeugen om zeugenstapel terug productiever te
krijgen
(15) Opbrengst / verlies per week
Kasplanning op weekbasis
(16) Cumulatieve kasplanning
Detail - VOEDERKOSTEN
Aankopen voeders
Aantal Kg/dier Soort Totaal Prijs/ton Totaal kost
509 843 Dracht 429,09 267 114.566,23
509 283 Lacto 144,05 304 43.790,29
11198 28 Baby 313,54 400 125.417,60
7028 55 Biggen 386,54 275 106.298,50
7028 195 Vleesvarkens 1370,46 258 353.578,68
TOTAAL 743.651,30
Correctie voeder sterfte 5.016,89
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
10
Wat is het nut?
• Evolutie in je liquide middelen
• Vervroegd ingrijpen en uitstel van betaling vragen
• Je ontdekt onmiddellijk een verliessituatie
TO DO
• De reële kosten en opbrengsten en betalingsdata moeten
wekelijks aangevuld worden.
JAARREKENING
Praktijk voorbeelden
• ACTIVA : bezittingen en rechten
• PASSIVA : schulden en verplichtingen
• RESULTATENREKENING :kosten en opbrengsten
• TOELICHTING
ACTIVA A B C D E F
VASTE ACTIVA 1.338.721 2.611.333 1.183.229 1.287.366 1.085.842 1.383.116
Oprichtingskosten 11.363
Immateriële vaste activa 42.151 11.050 26.597
Materiële vaste activa 1.334.434 2.539.599 1.181.549 1.285.866 1.074.292 1.356.519
Financiële vaste activa 4.288 18.221 1.680 1.500 500
VLOTTENDE ACTIVA 577.206 1.114.403 327.230 377.523 724.251 86.247
Vorderingen op meer dan één jaar 1
Voorraden en bestellingen in uitvoering 372.472 916.565 246.225 322.000 505.460
Vorderingen op ten hoogste één jaar 203.753 30.767 28.542 7.208 82.308 47.904
Liquide middelen 554 145.213 50.855 48.315 131.042 38.343
Overlopende rekeningen 426 21.857 1.608 5.440
TOTAAL DER ACTIVA 1.915.927 3.725.736 1.510.459 1.664.889 1.810.093 1.469.363
PASSIVA
A B C D E F
Eigen vermogen -951.775 463.513 389.978 73.903 868.135 100.387
Kapitaal 478.592 593.750 218.592 218.592 430.000 62.000
Reserves 4.839 241.292 211.225 379.272 38.387
Overgedragen winst (verlies) -1.443.879 -388.508 -80.721
-144.689
-16.963
Kapitaalsubsidies 8.673 16.979 40.882 75.826
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 456 83.636
Schulden 2.867.246 3.262.223 1.120.481 1.590.986 858.321 1.368.976
Schulden op meer dan één jaar 1.334.965 2.019.615 517.625 858.000 545.249 1.037.500
Schulden op ten hoogste één jaar 1.532.281 1.242.607 602.856 732.986 313.072 297.401
Overlopende rekeningen 34.075
TOTAAL DER PASSIVA 1.915.927 3.725.736 1.510.459 1.664.889 1.810.093 1.469.363
RESULTATENREKENING A B C D E F
2016
Brutomarge -390.226 184.525 88.820 161.908 196.243 300.347
Bezoldigingen en sociale lasten 47.194
Afschrijvingen en waardeverm. op V.A. 109.463 181.500 129.061 94.317 190.242 154.873
Waardevermin. op voorraden en B.I.U.
Voorzieningen voor risico's en kosten
Andere bedrijfskosten 8.613 10.977 12.223 63.720 6.422 11.715
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) -508.302 -7.652 -52.464 66.797 -581 86.255
Financiële opbrengsten 1.230 60.207 20.699 27.232 18.658
Financiële kosten 45.623 80.868 47.927 29.072 27.004 45.405
Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting
-552.694 -28.313 -79.692 64.957 -8.927 40.851
Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting -552.694 -28.313 -79.692 64.957 -15.827 40.851
Winst (Verlies) van het boekjaar -552.638 -31.322 -80.721 63.720 -16.963 40.851
Ratio’s
• Rendabiliteit
• Liquiditeit
• Solvabiliteit
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
11
Rendabiliteit
• Rendabiliteitsratio’s hebben tot doel de resultaten van de
onderneming op relatieve basis te evalueren
• Bestudeerd in relatie tot de verkopen, de activa en het
eigen vermogen
Rendabiliteitsratio’s
• Netto rendabiliteit totaal activa =
EBIT /Geheel van het geïnvesteerd vermogen
• Netto rendabiliteit eigen vermogen =
netto resultaat van het boekjaar/eigen vermogen
A B C D E F
net.rendab. Activa 0% 38% 20% 218% 22% 240%
net. Rendab. E.V. 38% -7% -21% 86% -2% 41%
Liquiditeit
• Liquiditeit: betreft de mate waarin de onderneming in staat
is kasmiddelen te mobiliseren om haar kortlopende
betalingsverplichtingen na te leven
• Voornamelijk belangrijk voor schuldeisers op korte termijn:
leveranciers, kredietinstellingen en diverse korte termijn
crediteuren, zoals de fiscus en de RSZ.
Liquiditeitsratio’s
• Current ratio= vlottende activa/vlottende passiva
• Quick ratio = beperkte vlottende activa/beperkte vlottende
passiva
A B C D E F
current ratio 0,38 0,90 0,54 0,52 2,31 0,29
quick ratio 0,13 0,16 0,13 0,08 0,70 0,29
Solvabiliteit
• In hoeverre is de onderneming in staat haar financiële
verplichtingen i.v.m. intrestbetaling en aflossing van
schulden na te komen
Solvabiliteitsratio’s
• Financiële onafhankelijkheid =
eigen vermogen / totaal vermogen
• Schuldgraad =
(totaal vermogen – eigen vermogen) / eigen vermogen
A B C D E F
EV/TV 0% 12% 26% 4% 48% 7%
VV/EV 0 7 3 22 1 14
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
12
VERGOEDING RENDEMENT
• Vergoeding
???
• Rendement
BEDRIJFSLEIDERSVERGOEDING
Hypothese: Gezin – 2 kinderen ten laste. Vergoeding voor beiden samen.
3000 uren
Bruto Netto Per uur
bruto netto
25.000 20.352 8,33 6,78
37.500 25.524 12,50 8,51
50.000 31.656 16,67 10,55
75.000 43.680 25,00 14,56
Omrekening van de bruto vergoeding naar
een bruto maandwedde als werknemer
Bruto Maandwedde (1,5 FTE)
(afgerond) Netto
25.000 1.795 1.462
37.500 2.694 1.746
50.000 3.592 2.127
75.000 5.388 2.842
RENDEMENT – EIGEN INBRENG
• Laatste vijf financiële plannen die ik heb gezien
o Investering: +/- 2 000.000 EUR
o Eigen inbreng: +/- 300.000 EUR (15%)
vnl: inbreng in natura (geen cash)!!
o Aantal plaatsen mix van 4.500
o Netto bedrijfskapitaal nodig 400 à 450.000 – (geen intrest vergoeding)
o Omzet: 1 800.000 EUR
o Bedrijfsleidersvergoeding: 1.500 EUR/maand (= 18.000 EUR)
o Winst na belasting 10.000 EUR
RENDEMENT – EIGEN INBRENG • Wat is het rendement op uw investering?
Boekhoudkundig: 10.000 EUR/ 300.000 EUR (3,33%)
Economisch: 10.000 EUR/ 750.000 EUR (1,33%)
REEEL: 0%
Quid: RISICOPREMIE ?
WAAR LOOPT HET MIS
1. Onder financiering met te laag rendement
2. Opvolging – kwaliteit (soms)
3. Geen financiële reserves
4. Flexibele kredieten
5. Geen financiële cijfers
6. Lange productieketen
25 november 2016 Jan Degryse, vennoot Vandelanotte ++
22/11/2016
13
TOT SLOT
• Persoonlijke ervaringen
- Menselijke drama’s vermijden
- Harde beslissingen (WCO – boeken neerleggen)
- Pijn verdelen – niet blijven uitstellen
-….
• Oproep voor bedrijven in moeilijkheden
- Het ging iets beter. Putten zijn niet gedelgd.
Bezin als sector om misschien een aantal harde beslissingen door te
drukken en “proper” te saneren.
- Geloof niet in het sprookje dat alles goed komt.
Bewijs: dat de VARKENSSECTOR
ook een TEAM kan vormen. met elkaar en door elkaar
met en door uw adviseurs
want JULLIE GEDREVENHEID is de start
om als topsporter te slagen
• DANK VOOR UW AANDACHT
Top Related