1
De mediawijze adolescent
Amber Walraven,
12 november 2014
ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
2
Inhoud
• Wat kunnen adolescenten wel op het gebied van
mediawijsheid?
• Wat kunnen adolescenten niet op het gebied van
mediawijsheid?
• Wat doet het onderwijs aan mediawijsheid?
• Wat zou het onderwijs moeten doen aan mediawijsheid?
3
Competentieniveaus po
4
De adolescent
• Adolescentie kort samengevat:
▪ veranderingen in verantwoordelijkheid,
onafhankelijkheid en vrijheid.
▪ ontwikkeling in individuele, interpersoonlijke en sociale
bekwaamheid.
▪ meer eigen initiatief
▪ aangaan van relaties
▪ meer tolerantie voor wat afwijkt van het eigene.
5
De omgeving is van levensbelang
• ‘wat vindt een ander er van’
• vinden van een positie in een groep
• sociale groep en risicogedrag
• Omgeving bepaalt verloop van de veranderingen
• Omgeving -> media!
• Ontwikkelingen van adolescenten zullen veelvuldig online
plaatsvinden.
• Mediawijsheid en adolescentie horen bij elkaar.
6
Begrip (1)
• Inzicht hebben in medialisering van de samenleving
▪ In hoeverre adolescenten ‘inzicht hebben’ nauwelijks
onderzocht, voornamelijk beschrijving ‘mate van
medialisering’
• Begrijpen hoe media gemaakt worden
▪ Kijken is nog geen begrijpen
▪ Sceptische houding niet automatisch bereikt door
kennis van productieprocessen
▪ Analyseren van media kan kritische denkvaardigheden
vergroten.
7
Begrip (2)
• Zien hoe media werkelijkheid kleuren
▪ Online is verlengstuk van offline, maar geen
automatisch inzicht
▪ Adolescenten zouden in staat moeten zijn
boodschappen te evalueren en analyseren
▪ Actieve kritische analyse potentie om mate waarin
media bijdraagt aan negatief zelfbeeld te beïnvloeden
▪ Mediawijsheid hangt positief samen met betrokkenheid
bij gezond gedrag
8
Gebruik
• Mediagebruik van tieners niet uniform
• Hangt af van de context
• Verschilt veel vanwege school en thuissituaties
• Gevaar van de ‘vergeten groep’
• Aspecten zoals privacyinstellingen en dergelijke niet altijd
vanzelfsprekend.
9
Communicatie (1)
• Informatie zoeken en verwerken
▪ Adolescenten overschatten eigen
informatievaardigheden
▪ Online tekstbegrip niet vanzelfsprekend
• Content creëren
▪ Verschillende typen gebruikers
▪ Bij weinigen hoogstaande content creaties
▪ Adolescenten zijn kritischer dan gedacht
▪ Sexting hoort bij normaal gedrag
10
Communicatie (2)
• Participeren in sociale netwerken
▪ Zelfpresentatie en zelfonthulling, imagomanagement
en bepalen identiteit
▪ Frequentie gebruik indirect effect op gevoel
eigenwaarde
▪ Veel ‘low bandwidth’, maar ook opbouw van
vriendschap.
▪ Invloed op omgeving hangt af van wijze van participatie
en dat hangt weer af van motief om te participeren.
11
Strategie
• Reflecteren op eigen mediagebruik
▪ Communicatie over gebruik van belang
▪ Regulatie kan een probleem zijn
▪ Sociale competentie, zelfvertrouwen en eenzaamheid
significante voorspellers van gameverslaving
• Doelen realiseren met media
▪ Strategische vaardigheden houden verband met leeftijd
▪ Ontwikkelen met ervaringen, onderwijs van belang
12
Mediawijze adolescenten
• Mediawijs door ervaren en leren; steun en sturing van
belang
• Enkele competenties zullen grote rol spelen (ontwikkeling)
▪ inzicht hebben in de medialisering van de samenleving
▪ begrijpen hoe media gemaakt worden
▪ zien hoe media de werkelijkheid kleuren
▪ content creëren
▪ participeren in sociale netwerken
▪ reflecteren op het eigen mediagebruik
▪ doelen realiseren met media.
13
Survey onder docenten vo en mbo
• Eigen vaardigheden met betrekking tot
mediawijsheid, het vertrouwen om mediawijsheid te
onderwijzen en de aandacht voor mediawijsheid op
school en in lessen.
• Verspreid via sociale media (en een ‘ouderwetse’
brief)
• LET OP: uitkomsten waarschijnlijk ‘gekleurd’
• Gevraagd door te sturen aan collega’s
• Vakantieperiode
14
Resultaten survey: achtergrond
• 80 volledige vragenlijsten (36 man, 44 vrouw)
• 47 vo, 2 vso en 31 mbo
• Docenten voelen zich basaal vaardig (20), gevorderd
(30) of zeer gevorderd (30) in gebruik van computer
als didactisch hulpmiddel
• Meer dan de helft geeft aan dat mediawijsheid geen
expliciet deel uitmaakt van het curriculum.
• 67 van de 80 ziet mediawijsheid als taak van ouders
en school samen
• Deelnemers hebben gemiddeld 15 jaar
onderwijservaring
15
Beste competenties leerlingen
0
10
20
30
40
50
60
70
B1 B2 B3 G1 G2 C1 C2 C3 S1 S2
vo+vso
mbo
totaal
16
Beste competenties leerlingen
• Duidelijke top 3
• G1: Apparaten, software en toepassingen gebruiken
• C3: Participeren in sociale netwerken
• C1: Informatie vinden en verwerken
17
Minste competenties leerlingen
0
10
20
30
40
50
60
B1 B2 B3 G1 G2 C1 C2 C3 S1 S2
vo+vso
mbo
totaal
18
Minste competenties leerlingen
• Duidelijke 1 en 2
• 2 competenties op plek 3
• S1: Reflecteren op het eigen mediagebruik
• B3: Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
• B1/S2: Inzicht hebben in de medialisering van de
samenleving/ Doelen realiseren met media
19
Competenties best in staat bij te
brengen
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
B1 B2 B3 G1 G2 C1 C2 C3 S1 S1
vo+vso
mbo
totaal
20
Competenties best in staat bij te
brengen
• Duidelijke 1
• Nr 2 en 3 afhankelijk van vo of mbo
• C1: Informatie vinden en verwerken
• B3: Zien hoe media de werkelijkheid kleuren
• S1: Reflecteren op het eigen mediagebruik
• Bij vo staat G1: Apparaten en software en toepassingen
gebruiken op plek 2
21
Competenties minst in staat bij te
brengen
0
5
10
15
20
25
30
35
40
B1 B2 B3 G1 G2 C1 C2 C3 S1 S2
vo+vso
mbo
totaal
22
Competenties minst in staat bij te
brengen
• Duidelijke 1 en 2
• Nr 3 afhankelijk van vo of mbo
• B2: Begrijpen hoe media gemaakt worden
• C2: Content creëren
• S2: Doelen realiseren met media
• Bij mbo staat G2: Orienteren binnen mediaomgevingen
op plek 3
23
Competenties vaakst proberen bij te
brengen
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
B1 B2 B3 G1 G2 C1 C2 C3 S1 S2
vo+vso
mbo
totaal
24
Competenties vaakst proberen bij te
brengen
• Verschil tussen vo en mbo
• Totaal:
• C1: Informatie vinden en verwerken
• G1: Apparaten, software en toepassingen gebruiken
• S1: Reflecteren op het eigen mediagebruik
• vo: G1 en kort daarop (elk zelfde hoogte) B3, C1, C3 en
S1
• mbo: C1 en op afstand G1 en op afstand daarvan B1 en
S1
25
Conclusies
Beste beheerst versus minst
beheerst• G1: Apparaten, software
en toepassingen gebruiken
• C3: Participeren in sociale
netwerken
• C1: Informatie vinden en
verwerken
• po: G1, C1, G2
• S1: Reflecteren op het
eigen mediagebruik
• B3: Zien hoe media de
werkelijkheid kleuren
• B1/S2: Inzicht hebben in
de medialisering van de
samenleving/ Doelen
realiseren met media
• po: B3, S1, B2
26
Conclusies
Minste competenties ll versus
vaakst proberen in bij te brengen• S1: Reflecteren op het
eigen mediagebruik
• B3: Zien hoe media de
werkelijkheid kleuren
• B1/S2: Bewust zijn van de
medialisering van de
samenleving/ Doelen
realiseren met media
• C1: Informatie vinden en
verwerken
• G1: Apparaten software en
toepassingen gebruiken
• S1: Reflecteren op het
eigen mediagebruik
• (B3:Zien hoe media
werkelijkheid kleuren,
C3:Participeren in sociale
netwerken, B1: Bewust zijn
v medialisering
samenleving)
27
Conclusies
Best versus minst in staat bij te
brengen• C1: Informatie vinden en
verwerken
• B3: Zien hoe media de
werkelijkheid kleuren
• S1: Reflecteren op het
eigen mediagebruik
• B2: Begrijpen hoe media
gemaakt worden
• C2: Content creëren
• S2: Doelen realiseren met
media
28
Conclusies
• C1: Informatie vinden en verwerken: wordt vaak
aangeleerd, kunnen docenten goed aanleren/bijbrengen,
en beheersen leerlingen volgens docenten ook goed.
• G1: Apparaten en software en toepassingen gebruiken
wordt vaak bijgebracht en beheersen leerlingen ook goed.
• S1: Reflecteren op het eigen mediagebruik is ook een
opvallende: wordt vaak bijgebracht, kunnen docenten
goed bijbrengen, maar beheersen leerlingen het minst.
29
Conclusies
• Nadruk op begrip en strategie in het voortgezet onderwijs
en mbo?
• Niet volgens deze enquete……
• Want volgens docenten ontbreekt het aan:
▪ Kennis, middelen, scholing,
materialen/leerlijn/curriculum en de juiste instelling.
▪ “Reflectie is voor een vmbo’er niet weggelegd”
•
30
Survey versus literatuur
• C1: Informatie vinden en verwerken is juist een
competentie die leerlingen niet goed beheersen
• Er is geen enkele reden voor de stelling dat kinderen van
de verschillende schooltypen verschillend zouden zijn in
hun aanleg of potentie om mediawijs te zijn of worden.
• Training in mediawijsheid moet voor ieder kind, van welk
schooltype dan ook, te behalen niveau is gelijk, kan alleen
zijn dat je andere technieken, leermiddelen, en instructies
moet inzetten
• Rekening houden met ontwikkeling, met eerdere
leerervaringen. Die bepalen het succes van een nieuwe
leerervaring.
31
Wat zou het onderwijs moeten
doen? (1)
• Aandacht voor mediawijsheid bij adolescenten
noodzakelijk
• Koppel het niet los van hun offline ontwikkeling, maar leg
de link expliciet
• Focus op b, c en s, vergeet de groep met minder ervaring
op g vooral niet.
• Praat, kijk, luister.
32
Wat zou het onderwijs moeten
doen? (2)• Welke leerlingen verlaten onze school? Wat
kunnen ze?
• Welke kennis en vaardigheden hebben ze?
• Hoe werken we toe naar die eindkwalificaties?
• Welke curriculum past daar bij?
• Wat vraagt dat van leerkrachten?
• Wat vraagt dat van leerlingen?
• Wat vraagt dat van onze organisatie?
33
Wat zou het onderwijs moeten
doen? (3)▪Opnemen in alle vakken
▪Authentieke taken
▪Basis voor iedereen, specialisatie voor wie wil
▪Ontwerpteams, curriculumgroep, delen, delen,
delen!
34
Take home message
• Mediawijsheid bij adolescenten:
• ≠ ‘welk niveau kunnen we wanneer verwachten’
maar liever:
• wat verwachten wij op welk moment van onze
leerlingen?
• Kijk hiervoor naar de manier waarop
adolescenten zich ontwikkelen.
• Bewust aandacht in het curriculum
Top Related