Energ
iek uit U
den
ho
ut
Voor Hoppenbrouwers Elektrotechniek is 2008 een bijzonder jaar. Het van oudsher
in Udenhout gevestigde bedrijf bestaat 90 jaar. Daarnaast is het 40 jaar geleden dat
directeur Theo Hoppenbrouwers het roer overnam van dit familiebedrijf, dat daarvoor
onder leiding stond van zijn vader en oudoom. In de afgelopen decennia bouwde
Theo Hoppenbrouwers samen met zijn medewerkers een innovatief bedrijf op dat met
recht een specialistische allrounder in de elektrotechniek genoemd mag worden. In dit
jubileumjaar neemt Theo Hoppenbrouwers op 60-jarige leeftijd afscheid als directeur,
al blijft hij als adviseur en ambassadeur bij het bedrijf betrokken. Dat tekent zijn warme
relatie tot zijn opvolger Henny de Haas aan wie hij vol vertrouwen, na een intensieve
samenwerking van bijna 10 jaar, de leiding overgeeft. Het is al 90 jaar karakteristiek
voor Hoppenbrouwers dat het vizier altijd op de toekomst gericht is. Voor één keer
maakt het bedrijf een uitzondering en blikt in dit boek niet alleen vooruit, maar ook
terug op het rijke verleden van het Hoppenbrouwers. Energiek uit Udenhout
90 jaar
Hoppenbrouwers
Elektrotechniek
1918 - 2008
90 jaar Ho
pp
enb
rou
wers Elektro
techn
iek 1918 - 2008
Energiek uit Udenhout90 jaar Hoppenbrouwers Elektrotechniek 1918 - 2008
Dit boek is uitgegeven ter gelegenheid van het afscheid van Theo Hoppenbrouwers als directeur van
Hoppenbrouwers Elektrotechniek.
Udenhout, 3 oktober 2008
� �
Inhoud
Voorwoord Christ van Dijk: In het verleden ligt het heden... 4
Voorwoord Henny de Haas: ...in het nu wat worden zal 5
90 jaar Hoppenbrouwers in vogelvlucht 6
Het bijzondere DNA van Hoppenbrouwers 8
Hoppenbrouwers – een specialistische allrounder 30
Tevreden werknemers maken tevreden klanten 32
Udenhoutse Broeder 52
Colofon 64
�
‘In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’ is al vele jaren een gevleugelde uitspraak binnen de familie Hoppenbrouwers, vrij naar de
woorden van de befaamde Nederlandse dichter Willem Bilderdijk (1756-1831). Vanzelfsprekend kan dit motto niet in deze speciale uitgave ontbreken.
� �
Negentig jaar geleden werd de basis van het huidige Hoppenbrouwers Elektrotechniek gelegd.
Zestig jaar daarvan heb ik aan den lijve mogen meemaken. Als achttienjarige jongeman kwam ik in
1948, het geboortejaar van de latere directeur Theo, bij Hoppenbrouwers werken. Hard werken,
nooit ‘nee’ zeggen en altijd klaar staan voor de klant. Dat waren de gereedschappen waar Willy
Hoppenbrouwers – de opvolger van Jan Beekmans - zijn zaak mee opbouwde. Omdat het bedrijf
van oudsher aan huis gevestigd was, liepen privé en zaken naadloos in elkaar over. Het was hard
werken, maar er was ook alle tijd voor gemoedelijkheid.
Als eerste medewerker van Hoppenbrouwers was ik er kind aan huis, ook privé. Maar belangrijker
nog: ik voelde me vanaf het begin bij Hoppenbrouwers thuis. De familie betrok me overal bij. Zo
at ik tussen de middag in de keuken mijn boterhammen gezamenlijk met de familie op. Het bedrijf
groeide en bloeide gestaag. En ook Theo groeide en bloeide op tot een volwassene met een
passie voor elektrotechniek. En zoals elke jongeman vond hij dat hij zelf zijn weg moest zoeken
als opvolger in het familiebedrijf. Dat vond ik heel speciaal om mee te maken. Want als baby had
ik Theo op schoot, als kind maakte ik hem aan het lachen tijdens het eten, als puber zat hij bij mij
achter op de brommer en als volwassene was hij mijn dierbare baas. We hebben samen een lange
weg afgelegd: van ‘grote broer’ tot partners in het werk. Want ook al heb ik Theo als kind behandeld
toen hij klein was, ik heb hem met liefde later als baas geaccepteerd. Dat was beslist niet moeilijk,
want Theo heeft hart voor zijn mensen. Dat is, ook in moeilijke tijden, altijd zichtbaar gebleven.
Juist dat maakt Hoppenbrouwers zo bijzonder. Niet alleen het resultaat telt, maar zeker ook de
weg er naartoe én de mensen die die weg afleggen. Hart voor de zaak? Dat hoort gewoon bij een
familiebedrijf. Maar hart voor de mensen, dat maakt Hoppenbrouwers zo speciaal!
Warm, hartelijk en noeste werkers, zo herinner
ik me de familie Hoppenbrouwers. Altijd
het vizier op de toekomst gericht, maar met
respect voor het verleden. Niet voor niets was
de lijfspreuk van vader Willy ‘In het verleden
ligt het heden, in het nu wat worden zal’. Het
goede uit het verleden neemt Hoppenbrouwers
mee naar de toekomst. En zo hoort het ook. Het
doet me deugd dat Theo’s opvolger Henny de
Haas daarnaar handelt. Daardoor kan Theo vol
vertrouwen zijn zaak uit handen geven. Hij mag
gaan nagenieten van een prachtbedrijf waar zijn
voorvaderen het fundament van hebben gelegd,
maar dat Theo prachtig heeft opgebouwd!
Christ van Dijk,
eerste medewerker Hoppenbrouwers
… in het nu wat worden zal
Bewondering, dat is het eerste wat me te binnen schiet als ik aan mijn voorganger Theo denk. Hij
heeft in zijn loopbaan Hoppenbrouwers uitgebouwd tot een prachtig, bloeiend bedrijf. Moedig,
dat is een tweede term die in mijn ogen goed bij Theo past. Omdat hij problemen nooit uit de
weg is gegaan. Maar ook omdat hij radicale beslissingen niet schuwt. Je bedrijfsfilosofie 180
graden om durven draaien, dat is heel wat. En toch is dat voor Hoppenbrouwers én Theo zelf een
essentiële stap geweest. Vanaf eind jaren ’80 ging het roer bij dit bedrijf om. Mensen kregen meer
zeggenschap en eigen verantwoordelijkheid. Een cruciaal punt in de negentigjarige geschiedenis
van Hoppenbrouwers. Want het maakte verdere groei mogelijk zonder daarbij de menselijke maat
te verliezen. En juist die menselijke maat maakt dit bedrijf bijzonder. Mensen kunnen zich hier
ontwikkelen in hun eigen tempo en richting. Maar er is meer: mensen zijn hier letterlijk en figuurlijk
maatgevend. We hebben aandacht voor elkaar en dat maakt Hoppenbrouwers tot een (h)echt
familiebedrijf.
Het mooie is dat Theo en zijn medewerkers gezamenlijk een prachtbedrijf hebben opgebouwd. Niet
omdat groei prioriteit had, maar ‘gewoonweg’ omdat mensen hier hart voor de zaak hebben. ‘Hopjes’
willen laten zien wat ze in huis hebben en vinden het een uitdaging om met de nieuwste technieken
te werken. Juist die mentaliteit past bij een familiebedrijf en zeker ook bij mij. Ik voelde me vanaf mijn
aantreden in 1999 dan ook meteen thuis bij Hoppenbrouwers. Ik dacht meteen: dit is mijn bedrijf,
hier kan ik iets van maken. De keuze om het bedrijf gefaseerd van Theo over te nemen past bij ons
allebei. Ik kreeg de tijd om in het bedrijf te groeien. En niet onbelangrijk: Theo kreeg de tijd om ‘uit
het bedrijf te groeien’. Samen hebben we de afgelopen jaren gestalte gegeven aan de toekomst van
Hoppenbrouwers. Dat heeft onze verbondenheid versterkt en vertrouwen gegeven in de toekomst.
Die toekomst, daar heb ik – samen met mijn
medewerkers – ontzettend veel zin in. Want
Theo laat een bedrijf achter dat bol staat van
de mogelijkheden. De mooiste ‘erfenis’ is de
ploeg gemotiveerde, vakkundige medewerkers,
zij staan aan de basis van elk succes. Omdat
Theo in het verleden flink geïnvesteerd heeft
in de ontwikkeling van zijn medewerkers, ligt
er nu een stevige basis voor de toekomst. En
zo ontkom ik, met een glimlach, toch niet aan
het motto van de familie Hoppenbrouwers:
‘In het verleden ligt het heden, in het nu wat
worden zal’. Voor mij staat daarbij vast dat
Hoppenbrouwers ook in de toekomst een
prachtbedrijf zal blijven.
Henny de Haas,
directeur Hoppenbrouwers Elektrotechniek
�
In het verleden ligt het heden …
� �
1918Jan Beekmans start met zijn
vrouw Sjo Hoppenbrouwers in de
Kreitenmolenstraat een handel in
elektriciteitsartikelen. Na enkele
jaren verhuist het bedrijfje naar
het centrum van het dorp. Aan de
Kreitenmolenstraat 3 – de huidige
locatie van Hoppenbrouwers Audio
Video – vestigt Jan Beekmans zich als
elektricien, smid, fotograaf, taxichauffeur
en garagehouder met benzinepomp.
1932 Jan Beekmans en Sjo Hoppenbrouwers
hebben geen kinderen. Neefje Willy
Hoppenbrouwers uit Tilburg komt als
elfjarige jongen bij hen in huis wonen om
mee te helpen in de zaak. Hij is de beoogd
opvolger van Jan Beekmans.
1938Jan Beekmans opent een filiaal in
Berkel-Enschot.
1939Jan Beekmans draagt zijn zaak per
1 maart over aan zijn neven Jan en
Willy Hoppenbrouwers. De firma J.H.
Beekmans wordt omgedoopt in firma
Gebr. Hoppenbrouwers met een zaak
in Udenhout (Willy Hoppenbrouwers)
en een zaak in Berkel-Enschot (Jan
Hoppenbrouwers).
1945Per 28 augustus wordt de firma Gebr.
Hoppenbrouwers ontbonden. De
broers gaan zakelijk uit elkaar en verder
als twee eenmanszaken: firma Joh.
Hoppenbrouwers in Berkel-Enschot en
firma W. Hoppenbrouwers in Udenhout.
Jan Hoppenbrouwers stopt in 1947 met
zijn zaak. Willy Hoppenbrouwers breidt
samen met zijn vrouw Leny Wijnans
de bedrijfsactiviteiten in de naoorlogse
jaren uit en legt daarmee de basis voor
het hedendaagse Hoppenbrouwers
Elektrotechniek.
1959Willy Hoppenbrouwers start in juni een
filiaal in Berkel-Enschot. Het blijft slechts
enkele jaren geopend. In september 1962
valt het doek alweer en wordt het filiaal
gesloten.
1973 Wegens gezondheidsproblemen en omdat
beoogd opvolger Theo Hoppenbrouwers
nog niet klaar is om de zaak over te
nemen, geeft Willy Hoppenbrouwers
per 1 januari de leiding van zijn bedrijf in
handen van het Electro- en Radiotechnisch
Bureau ELEM van H. van den Heuvel uit
Waalwijk.
1978Zoon Theo Hoppenbrouwers neemt per
1 januari het roer van het familiebedrijf in
handen. Op dat moment werken er tien
mensen.
1980Het installatiebedrijf Hoppenbrouwers
groeit uit zijn jasje. Daarom betrekt het
bedrijf een pand aan de Spoorakkerweg
op het Udenhoutse industrieterrein.
De winkel blijft wel gevestigd aan de
Kreitenmolenstraat 3. Er werken ongeveer
20 mensen.
1991Hoppenbrouwers continueert zijn groei:
er werken inmiddels 25 mensen. Het
bedrijf betrekt een groter pand aan de
Brabantsehoek in Udenhout. Voorheen
was hier garagebedrijf Bertens gevestigd.
1993Op grootse wijze viert Hoppenbrouwers
het 75-jarig bestaan met diverse
feestelijkheden en een speciaal
jubileumlogo.
1997Het installatiebedrijf en de winkel gaan
verder als twee aparte bedrijven. Rob
Hoppenbrouwers neemt per 1 januari
de winkel over van zijn oudste broer
Theo. Anno 2008 is deze winkel in luxe
audiovisuele apparatuur en bruin- en
witgoed nog altijd gevestigd aan de
Kreitenmolenstraat 3.
1998Hoppenbrouwers Elektrotechniek keert
terug naar de Kreitenmolenstraat. Het
bedrijf betrekt op nummer 201 een
nieuwbouwpand, ontworpen naar de visie
van eigenaar Theo Hoppenbrouwers. Er
werken inmiddels ruim 70 mensen bij
Hoppenbrouwers.
1999 Henny de Haas treedt in dienst
bij Hoppenbrouwers als Manager
Installatietechniek.
2002Theo Hoppenbrouwers draagt 20% van
zijn aandelen over aan Henny de Haas.
Daarmee is de bedrijfsopvolging in gang
gezet. Henny de Haas wordt tevens
benoemd tot operationeel directeur.
2005Theo Hoppenbrouwers en Henny de Haas
bezitten vanaf 1 januari 2005 ieder 50%
van het aandelenkapitaal. Deze mijlpaal
wordt in april gevierd met een open dag.
2005Hoppenbrouwers Elektrotechniek krijgt de
BOV-trofee uitgereikt als winnaar van het
thema ‘De magie van de strategie’. Deze
prijs voor de Beste Ondernemers Visie
wordt elk jaar uitgereikt door de Tilburgse
Junior Kamer aan een onderneming uit de
regio Tilburg die er het beste in slaagt in
haar marktgebied inventief en succesvol te
opereren ten opzichte van haar concurrenten.
2007 Op 1 januari draagt Theo nog eens 25%
van zijn aandelen aan Henny over. De
verhouding tussen Theo en Henny is nu
dus 25/75.
2008Op 17 juni krijgt Hoppenbrouwers het
certificaat erkend praktijkcentrum van
Kenteq, het kenniscentrum voor technisch
vakmanschap. Een bekroning voor de
eigen praktijkschool.
2008Theo Hoppenbrouwers neemt, in het jaar
dat Hoppenbrouwers Elektrotechniek
zijn 90-jarig bestaan viert, afscheid
als directeur. Wel blijft hij aan het
bedrijf verbonden als ambassadeur en
adviseur. Henny de Haas blijft directeur
van het bedrijf, dat inmiddels bijna 200
medewerkers telt. Ter gelegenheid
van Theo’s afscheid én als dank voor
zijn enorme verdiensten neemt hij op
3 oktober het eerste exemplaar van
een speciale gelegenheidsuitgave over
Hoppenbrouwers Elektrotechniek in
ontvangst.
�
90 jaar Hoppenbrouwers in vogelvlucht
�
1918
1932
1945
1978
1980
1991 1997
1993 20051998
2005
2008En
ergiek u
it Ud
enh
ou
t
Voor Hoppenbrouwers Elektrotechniek is 2008 een bijzonder jaar. Het van oudsher
in Udenhout gevestigde bedrijf bestaat 90 jaar. Daarnaast is het 40 jaar geleden dat
directeur Theo Hoppenbrouwers het roer overnam van dit familiebedrijf, dat daarvoor
onder leiding stond van zijn vader en oudoom. In de afgelopen decennia bouwde
Theo Hoppenbrouwers samen met zijn medewerkers een innovatief bedrijf op dat met
recht een specialistische allrounder in de elektrotechniek genoemd mag worden. In dit
jubileumjaar neemt Theo Hoppenbrouwers op 60-jarige leeftijd afscheid als directeur,
al blijft hij als adviseur en ambassadeur bij het bedrijf betrokken. Dat tekent zijn warme
relatie tot zijn opvolger Henny de Haas aan wie hij vol vertrouwen, na een intensieve
samenwerking van bijna 10 jaar, de leiding overgeeft. Het is al 90 jaar karakteristiek
voor Hoppenbrouwers dat het vizier altijd op de toekomst gericht is. Voor één keer
maakt het bedrijf een uitzondering en blikt in dit boek niet alleen vooruit, maar ook
terug op het rijke verleden van het Hoppenbrouwers.
Energiekuit Udenhout
90 jaar HoppenbrouwersElektrotechniek1918 - 2008
90 jaar Ho
pp
enb
rou
wers Elektro
techn
iek 1918 - 2008
2008
� ���
Hoppenbrouwers heeft al sinds de oprichting in 1918 een heel bijzonder DNA. Het bedrijf
combineert de nieuwste technieken met ‘ouderwetse service’ en passie voor het vak. Dát is
van meet af aan de kracht van Hoppenbrouwers Elektrotechniek. En al is er sinds die tijd veel
veranderd, de basis van dit familiebedrijf is altijd hetzelfde gebleven. Vakkennis en persoonlijke
aandacht voor de klant lopen als een rode draad door de geschiedenis van Hoppenbrouwers
heen. Van oudsher zitten klantvriendelijkheid en enthousiasme ingebakken bij de medewerkers.
Het zijn stevige fundamenten voor dit hedendaagse bedrijf. Tekenend voor Hoppenbrouwers
is dat zij al 90 jaar lang de blik op de toekomst heeft gericht om zo aan te kunnen sluiten bij
ontwikkelingen in de elektrotechnische markt.
Het blijft in de familie De geschiedenis van Hoppenbrouwers Elektrotechniek start bij Jan Beekmans. Samen met
zijn vrouw Sjo Hoppenbrouwers vestigt hij zich in 1918 als handelaar in elektriciteitsartikelen
aan de Udenhoutse Kreitenmolenstraat – in die dagen nog Stationsstraat geheten – tegenover
het toenmalige nonnenklooster Huize St. Felix (waar nu het woonwijkje Felixhof is). Als kleine
zelfstandige pakt Jan Beekmans al het werk aan dat hij kan krijgen. Smid, fotograaf, elektricien:
hij is van alle markten thuis. Na enkele jaren verhuist het echtpaar Beekmans naar het voormalige
textielwinkeltje van Jan van Zon aan de Kreitenmolenstraat 3. Daar zetten ze hun winkel in
elektrische artikelen voort en breidt Jan Beekmans zijn activiteiten verder uit. Hij heeft een garage
aan huis, begint in 1927 met de verhuur van luxe auto’s en runt vanaf 1930 een benzinepomp voor
zijn deur. Ondertussen heeft hij ook nog volop werk als elektricien in Udenhout en omgeving.
Het bijzondere DNA van Hoppenbrouwers
De winkel met garage en benzinepomp in de Kreitenmolenstraat, circa 1940. De man op de motor is hoogstwaarschijnlijk
Jan Brekelmans, de zwager van Willy Hoppenbrouwers.
Vanaf het begin van de jaren ’20 start in Udenhout de aanleg van het bovengronds elektriciteitsnet.
Burgemeester H. van Heeswijk is een van de drijvende krachten achter de elektrificatie van
Udenhout. Hij probeert de Udenhouters van het nut en belang te overtuigen. Zo schrijft hij in een
brief in september 1918: “Electrisch licht is het licht der toekomst, dat is zeker: zoowel goed,
gemakkelijk, zindelijk en niet duur” en “dat de totstandkoming der electrische verlichting onzer
gemeente alleen mogelijk is, wanneer
de medewerking beslist algemeen is,
anders kan er zeker niets van komen, dus
niet de kat uit den boom willen kijken.”
Zijn boodschap komt over en Udenhout
gaat massaal ‘aan het licht’. De PNEM
(Provinciale Noord-Brabantse Elektriciteits
Maatschappij) levert de elektriciteit, maar
de aanleg van de installaties besteedt
men uit aan diverse elektrotechnische
firma’s. Electro Technisch Bureau J.H.
Beekmans is een van de gegadigden
voor deze aanbestedingen. Zo krijgt
Het kruispunt Groenstraat - Kreitenmolenstraat in Udenhout, circa 1925. Het tweede huis aan de rechterkant is het winkel/woonhuis
van het echtpaar Beekmans-Hoppenbrouwers.
Briefkaart van de PNEM aan Jan Beekmans, gedateerd
14 oktober 1922.
10 11
het Udenhoutse bedrijf in 1922 de opdracht om de lichtinstallaties te maken voor de plaatselijke
katholieke jongensschool en het gemeentehuis. Jan Beekmans levert zijn werk blijkbaar naar
volle tevredenheid af, want hij wordt daarna agent voor de PNEM in Udenhout en omstreken. Dat
betekent dat hij verantwoordelijk is voor het onderhoud van het elektriciteitsnet. Hij moet daarvoor
niet alleen nieuwe aansluitingen in huizen aanleggen, maar ook verrotte of omgewaaide houten
palen vervangen. Met klimsporen aan de schoenen klautert Jan Beekmans de hoge, houten palen in
om gebroken elektriciteitsdraden te repareren
en aan de porseleinen isolatoren te bevestigen
of om nieuwe aftakkingen te maken vanaf de
bovengrondse leidingen naar de gevels van
de huizen. “Spannende klussen,” zo herinnert
Christ van Dijk – de eerste medewerker van
Hoppenbrouwers – zich nog uit later tijden,
“vooral omdat de spanning tijdens reparaties
op de palen moest blijven staan.” Met al deze
activiteiten legt Jan Beekmans de basis voor het
hedendaagse Hoppenbrouwers Elektrotechniek.
Jan Beekmans en zijn vrouw bouwen met
hard werken een goed lopend bedrijf op. Ze
zijn daar trots op, maar hebben helaas geen
nageslacht dat de zaak kan voortzetten. Daarom
komt in september 1932 het elfjarige neefje
Willy Hoppenbrouwers uit Tilburg in huis. Hij
maakt in Udenhout de lagere school af en
werkt daarnaast volop mee in de zaak van zijn
oom en tante. Voor Jan Beekmans is hij de
beoogd opvolger voor de zaak in Udenhout.
Jan bezit daarnaast sinds 1938 een filiaal in
Berkel-Enschot. Dat kan Jan Hoppenbrouwers
– de oudere broer van Willy – overnemen.
Zo blijven beide zaken in de familie. Voor
de bedrijfsopvolging moet de rechtbank
toestemming geven. Beide broers zijn nog
geen 21 en dus, volgens de toen geldende
wet, nog minderjarig. Nadat het papierwerk
is geregeld, nemen de broers per 1 maart
1939 officieel de zaken van hun oom en tante
over. Ze gaan verder onder de naam firma
Gebr. Hoppenbrouwers. De negentienjarige
Jan opereert vanuit de Molenstraat in
Berkel-Enschot en de achttienjarige Willy
Hoppenbrouwers vanuit de Kreitenmolenstraat
in Udenhout.
Willy Hoppenbrouwers met klimsporen aan de schoenen aan
het werk in een houten elektriciteitspaal, circa 1940.
Linksboven: Huurcontract van
Jan Beekmans voor Willy
Hoppenbrouwers voor het gebruik van
woonhuis, winkel en werkplaats.
Rechtsboven: Brief van Electro
Technisch Bureau J.H. Beekmans
aan het schoolbestuur over de
aanleg en kosten van de ‘electrische
licht installatie’ in de katholieke
jongensschool van Udenhout,
13 oktober 1923.
Rechts: Stuk betreffende de officiële
overname van de gereedschappen
van Jan Beekmans door de firma gebr.
Hoppenbrouwers, 6 november 1942.
1�
“Ik ken Theo en zijn vrouw Corrie van
de studieclub van de Brabants-Zeeuwse
Werkgeversvereniging. Ik heb Theo
leren kennen als een mensen-mens
met oprechte interesse in alles en
iedereen. Knap is dat hij geen blad voor
de mond neemt. Oók niet als het gaat
om zijn eigen, niet altijd even positieve,
ervaringen. Dat vind ik heel bijzonder:
dat je ook je kwetsbare kant durft te laten
zien. Theo is van nature nieuwsgierig,
in de positieve zin van het woord. In
een kort gesprek kan hij daadwerkelijk
diepgaand contact leggen met mensen.
Hij voelt zich bij veel mensen erg
betrokken. Dát is volgens mij enorm
belangrijk geweest voor de ontwikkeling
van het bedrijf. Je bouwt daardoor een
hechte band op met je medewerkers,
opdrachtgevers en leveranciers.”
Apetrots“Vraag aan een willekeurig persoon wat
hij van Theo vindt. Geheid dat die zijn
warme betrokkenheid noemt. Mensen
voelen aan dat hij gewoon zo in elkaar
zit. Hij is goudeerlijk en zegt wat hij vindt.
Netjes, maar duidelijk. Daarom is hij voor
mij een goede sparringpartner. We delen
1�
Roel van Eerd, directeur Van Eerd, Tilburg
‘Een mensen-mens in alle opzichten’
dezelfde ideeën over leidinggeven. En
de bezieling voor het familiebedrijf bindt
ons. Maar belangrijker nog: bindt Theo
met ‘zijn’ mensen. Toen ik enkele jaren
geleden uit ging breiden, schakelde ik
Hoppenbrouwers in voor alle technische
zaken. Simpelweg omdat ik één
deskundig aanspreekpunt wilde voor de
complete organisatie. Wat me opviel was
de passie en deskundigheid waarmee
de medewerkers van Hoppenbrouwers
aan de slag gingen. Een bijna natuurlijke
bescheidenheid siert het bedrijf: we zijn
‘gewoon’ wie we zijn. Maar ondertussen
is Hoppenbrouwers een van de meest
innovatieve, florerende bedrijven in de
elektrotechniek. Daar mogen ze apetrots
op zijn!”
Nadeel blijkt een voordeel“Theo heeft keihard gewerkt om
Hoppenbrouwers uit te bouwen.
Wat mijn respect afdwingt, is dat
hij zijn grootste nadeel in een
voordeel heeft omgebogen. Hij
noemt zichzelf gekscherend altijd
een slecht manager. Dat heeft hem
in de jaren ‘80 ‘gedwongen’ om de
verantwoordelijkheid zo laag mogelijk
in de organisatie te leggen. Zijn keuze
was in die tijd baanbrekend. Maar het
heeft gewerkt! Als klant merk je dat
Hoppenbrouwers doordrenkt is van
verantwoordelijkheidsgevoel. Een
‘Hopje’ loopt er nooit de kantjes vanaf,
houdt zich aan de afspraken en kan werk
doen dat hij prettig vindt. En natuurlijk
straal je het uit als je werk hebt dat je
ligt!”
Stille kracht“Het is Theo’s verdienste dat hij zichzelf
goed kent en daar ook naar handelt.
Maar hij zou zonder Corrie nooit zo
hebben kunnen schitteren. Zij is de
stille kracht op de achtergrond. Een
enorm stabiele factor, zowel thuis
als in de zaak. Theo is voor mij een
belangrijke sparringpartner. En zo is
Corrie ongetwijfeld een belangrijk
klankbord voor Theo. Samen hebben
ze een prachtige volwassen organisatie
neergezet. Net als kinderen, moet je
ook je bedrijf op een gegeven moment
loslaten. Ik weet dat Theo en Corrie dat
moeilijk vinden. Maar ze kunnen met
alle recht trots zijn op wat ze hebben
neergezet!”
Alles wa ge zelf kunt …Willy krijgt al op jonge leeftijd de grote verantwoordelijkheid voor de winkel, garage en benzinepomp
van oom Jan Beekmans in Udenhout. Hij zet de bedrijfsvoering vanaf 1939 op de hem vertrouwde
manier voort. Met alleen een schriftelijke middenstandsdiploma op zak moet hij vooral bogen op
zijn werkervaring. Hij handelt naar de middenstandsmentaliteit van Jan Beekmans. Die is samen
te vatten in twee gevleugelde uitspraken van Willy Hoppenbrouwers: “Alles wa ge zelf kunt doen,
hoefde niet aan anderen uit te besteden” en “Wa ge vandaag kunt doen, moette nie uitstellen.” Het
blijkt een goed advies om de magere oorlogsjaren door te komen, hoewel het zeker geen vetpot is.
Christ van Dijk vertelt daarover: “Willy was in de oorlog, denk ik, moederziel alleen. Er was niets:
geen materiaal, geen auto´s en nauwelijks werk. Hij kocht oude marinekabels op en installeerde
die bij de boeren. Het echte elektriciteitswerk kon pas na de oorlog weer beginnen.” 1945 wordt
een jaar van grote veranderingen. Niet alleen op wereldniveau, maar ook in het leven van Willy
Hoppenbrouwers. Op 5 mei komt er in Nederland een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Er gloort
weer hoop op economisch
betere tijden. Op 28 augustus
1945 gaan de gebroeders
Hoppenbrouwers zakelijk uit
elkaar en opereren ze voortaan
als twee aparte eenmanszaken.
Willy Hoppenbrouwers
ontwikkelt zijn bedrijf op eigen
kracht en naar eigen inzichten.
Jan Hoppenbrouwers houdt
het zelfstandige bestaan na
enkele jaren voor gezien.
Hij gaat in 1947 werken bij
de dienst kijk- en luistergeld
van de toenmalige PTT. Willy
Hoppenbrouwers trouwt op 7
februari 1945 met de Tilburgse
Leny Wijnans. Naast de zorg
voor haar grote gezin (ze krijgen
zeven kinderen) wordt zij
Willy’s steun en toeverlaat in
de zaak. Voor klanten vormt zij
het vertrouwde gezicht in de
winkel en bij de benzinepomp.
Ook op de achtergrond speelt
ze een belangrijke rol, onder
andere bij de administratie van
het bedrijf.
Het diploma van Willy Hoppenbrouwers, dat jarenlang aan de
keukenmuur op de Kreitenmolenstraat heeft gehangen.
1�
Nederland herstelt zich in het begin
van de jaren vijftig van de Tweede
Wereldoorlog. Er breken ook voor
Udenhout andere tijden aan. De lokale
infrastructuur wordt verbeterd, nieuwe
huizen worden gebouwd en in het
buitengebied breiden boeren hun
bedrijven uit. Dat vraagt om aanpassing
en uitbreiding van het elektriciteitsnet.
Werk aan de winkel dus voor Willy
Hoppenbrouwers, die nog steeds de
enige elektricien in het dorp is. Het
bovengronds netwerk verdwijnt en de
kabels gaan voortaan onder de grond. De
hoeveelheid werk groeit. Daarom neemt Willy Hoppenbrouwers in 1948 het eerste personeelslid
aan: de achttienjarige Christ van Dijk uit Oisterwijk. Hij raakt sterk verbonden met het bedrijf én
het gezin Hoppenbrouwers en zal dan ook tot aan zijn pensionering in 1990 bij Hoppenbrouwers
blijven werken. Al na enkele jaren heeft Willy acht personeelsleden op de loonlijst staan. Net als
zijn oom Jan Beekmans is Willy Hoppenbrouwers agent voor de PNEM in Udenhout, Biezenmortel,
Berkel-Enschot en Heukelom. Zo is zijn bedrijf verzekerd van een vaste basis. Totdat de PNEM in de
Loonzakje van Hoppenbrouwers. Zo werd tot in de jaren ’60 het
geld aan het eind van de week of de maand nog uitbetaald.
Legitimatiebewijs van Willy Hoppenbrouwers als PNEM-agent.
“Als broekie van ongeveer zestien
jaar heb ik nog bij Hoppenbrouwers
gewerkt. Theo was toen net klaar
met de mts en ik kwam onder
zijn vleugels. Samen gingen we
regelmatig op pad om bijvoorbeeld
straatlampen te repareren. Theo was
toen al ondernemend, altijd bezig met
vernieuwing. Dat herken ik nog steeds
in hem, maar zeker ook in het bedrijf.”
Huisinstallateur“Na wat omzwervingen ben ik in
1975 bij het Koning Willem II College
begonnen. Een baan die ik mede door
mijn elektrotechnische kennis heb
gekregen. Inmiddels ben ik Facility
Manager bij deze onderwijsinstelling.
Sinds begin jaren ’90 is het contact met
Hoppenbrouwers hernieuwd. Nu werk
ik met ze samen voor elektrotechniek,
telematica, beveiliging, utiliteit,
netwerkbekabelingen en keuringen.
Niet vanwege de oude relatie,
maar puur omdat Hoppenbrouwers
verstand van zaken heeft en werkt
met één aanspreekpunt. Dat is in mijn
hectische functie erg prettig. Ik bel mijn
contactpersoon en alles komt in orde.
Lex Stawicki, Facility Manager Koning Willem II College, Tilburg
‘Ze hebben wel eens last van me’
Een objectief en groot compliment
vind ik dat Hoppenbrouwers bij
diverse aanbestedingen als beste
uit de bus kwam. Ze bieden dus
goed werk tegen een heel faire prijs
aan. Al zeg ik gekscherend soms dat
de monteurs wel eens last van me
hebben. Ik weet immers meer dan de
gemiddelde klant van elektrotechniek!
Maar eerlijk gezegd valt het me op dat
Hoppenbrouwers altijd vakkrachten
in dienst heeft. De monteurs
onderscheiden zich met een behoorlijke
kwaliteit van hun werk, óók als het
jongere medewerkers zijn.”
Scholing als stokpaardje“Die kwaliteit heeft alles te maken
met Theo’s stokpaardje: onderwijs en
ontwikkeling. Een belangrijke kracht
van Hoppenbrouwers zit in de scholing.
Niet alleen vaktechnisch, maar ook
in communicatie en presentatie. Als
opdrachtgever merk je duidelijk het
verschil. Hoppenbrouwers valt ook
positief op door hun menselijkheid.
Medewerkers krijgen de kans om
zich te ontwikkelen. Het tekent de
cultuur van Hoppenbrouwers dat er
niet gedacht wordt in promotie of
stappen terugzetten. Het gaat erom dat
iemand zich thuis voelt in zijn werk.
Dat bindt niet alleen medewerkers,
maar zeker ook klanten aan het bedrijf.
Hoppenbrouwers heeft extra oog voor
de dienstverlening. Daarin springen ze
er voor mij echt uit.”
Mooie erfenis“Theo en Corrie laten een mooie
erfenis na. Ze hebben een prachtig
bedrijf opgebouwd met goede mensen
op de juiste plek. Als klant merk je dat.
Ik denk dat Theo goede accenten in
zijn loopbaan heeft gelegd. Knap is dat
Theo en Henny de groeistuipen van het
bedrijf goed hebben opgevangen. In het
licht van de krapte op de arbeidsmarkt
is dat een topprestatie. Minstens
zo’n prestatie is het dat klanten
geen last hebben gehad van deze
groeispurt. Ik kon en kan op mijn vaste
contactpersoon rekenen. Ik heb het hier
dan wel over een erfenis, maar ik kan
me niet indenken dat Theo en Corrie
ooit de binding met Hoppenbrouwers
verliezen. Dat ze helemaal afscheid
nemen, dat kan ik me niet voorstellen.”
1�
1� 1�
jaren ’60 zelf monteurs gaat opleiden en deze vaste omzet wegvalt. Pragmatisch, zakelijk en handig
als Willy is, pakt hij alles aan. Zo koopt hij bijvoorbeeld een ladderwagen om de straatverlichting in
Udenhout te onderhouden. En ook voor de kermis – hét jaarlijkse evenement in het dorp – installeert
Willy licht en elektriciteit. Vrijwel alle particulieren en bedrijven – waarvan het merendeel agrariërs –
in Udenhout en omgeving zijn bij hem klant. Men kan bij de firma W. Hoppenbrouwers-Wijnans
voor van alles terecht: aanschaf van elektrische apparaten, levering van onderdelen, reparaties en
elektrotechnisch installatiewerk. En dan is er ook nog de benzinepomp: dag in, dag uit van
’s morgens vroeg tot ’s avonds laat geopend. Willy en zijn vrouw Leny hebben het er maar druk mee.
De betere tijden in de jaren ‘50 zijn ook merkbaar in de winkel. Dankzij de toenemende welvaart
kunnen steeds meer mensen zich elektrische apparaten veroorloven. De winkel groeit en er is meer
ruimte nodig. Daarom koopt Willy in 1950 het buurhuis – waar tot dan toe de familie Sweens woonde
– en trekt deze ruimte bij de winkel. Oudste dochter Anneke de Boer-Hoppenbrouwers kan zich dat
nog goed herinneren: “Het onderste gedeelte van het huis naast ons kwam bij de winkel; vanuit de
bestaande winkel werd een gat in de muur gemaakt. De huiskamerramen bleven gewoon zitten; er
kwamen geen speciale etalageramen. In dit nieuwe gedeelte kwamen vier wasmachines te staan,
want daar was in de winkel geen plaats voor.
De winkel van Hoppenbrouwers in de jaren ’50 – na de uitbreiding met het buurhuis. De garage is dan al verdwenen, maar
de benzinepomp staat nog altijd voor de deur.
Een speciale advertentiekrant van Hoppenbrouwers met daarin diverse producten uit hun winkel, begin jaren ’60.
1� 1�
Als reclame stond er een beweegbare
pop met een wasbord bij om aan te
geven dat deze manier van wassen
dankzij een wasmachine verleden
tijd was.” In 1959 opent Willy
Hoppenbrouwers een tweede winkel
in de Kerkstraat in Berkel-Enschot.
Personeelslid Christ van Dijk en zijn
vrouw runnen dit filiaal. Dit loopt
echter niet naar wens en daarom
wordt deze zaak in 1962 gesloten.
Ondertussen blijft het in de winkel aan
de Kreitenmolenstraat 3 woekeren
met de spaarzame ruimte. Door
de vele nieuwe producten barst de
winkel uit zijn voegen. Daarom volgt
er begin jaren ‘60 een grootscheepse uitbreiding en verbouwing. De huiskamer wordt winkel, net
als de zolder, die tot dan dienst doet als slaapkamer van de kinderen, magazijn en badkamer. Via
de wenteltrap kunnen de klanten hier voortaan bekijken wat Hoppenbrouwers op het gebied van
verlichting in huis heeft. De eerder doorgebroken muur naar het buurhuis gaat dicht. Deze ruimte
wordt de woonkamer van het nieuwe woonhuis van het gezin. Traditiegetrouw zegent in juni 1963
pastoor Prinsen de nieuwe, grondig verbouwde winkel in. De firma Hoppenbrouwers heeft weer
alle ruimte én vertrouwen in de toekomst.
Moeder Leny tussen het winkelassortiment, begin jaren ’50.
Pastoor Prinsen zegent in 1963 de nieuwe winkel van Hoppenbrouwers in.
Moeder Leny wordt gefeliciteerd tijdens de officiële opening van de nieuwe winkel, 1963.
De nieuwe winkel van Hoppenbrouwers met moderne glazen pui en een uitnodigende tweede verdieping, 1963.
�0
Tóch van vader op zoonHet leven van Willy Hoppenbrouwers staat in het teken van veel en hard werken. De zaak komt
altijd op de eerste plaats. Dag en nacht klaarstaan voor klanten is doodnormaal, zo herinnert Christ
van Dijk zich nog goed.“Familie, huishoudelijke hulpen of medewerkers: iedereen moest de pomp
kunnen bedienen. De benzinepomp ging altijd voor: ‘geef eens gauw benzine’. De pomp was altijd
open. Nee verkopen was er echt niet bij. Ook werden we bij nacht en ontij uit ons bed gehaald
als er elektriciteitspalen omgewaaid waren of als er een breuk in de kabels was. We moesten
dat meteen maken, anders had niemand licht. Zo ging dat toen gewoon.” Het past ook niet in de
bedrijfsfilosofie van Willy Hoppenbrouwers om werkzaamheden uit handen te geven. Zoon Theo
zegt hierover later: “Mijn vader was zeer klantgericht en stond altijd voor iedereen klaar. Afspraak
was afspraak bij hem. Hij had één zwak punt: hij wilde overal grip op hebben en kon maar moeilijk
delegeren.” Eind jaren zestig wordt Willy ziek en moet hij het roer noodgedwongen uit handen gaan
geven. Zoon Theo heeft interesse in de zaak, maar is nog niet klaar om het bedrijf over te nemen.
Hij ziet het, zo verklaart hij later, “als een morele plicht ten opzichte van mijn vader en moeder om
de zaak voort te zetten”. Het is een moeilijke keus voor het echtpaar Hoppenbrouwers: de leiding
overgeven aan een ‘buitenstaander’ of wachten tot Theo de zaak kan voortzetten. Uiteindelijk
kiezen zij er in 1972 voor om de leiding in handen te geven van een collega-ondernemer: Electro- en
Radiotechnische Bureau Elem van H. van den Heuvel in Waalwijk, onder de voorwaarde dat Theo
na vijf jaar het roer kan overnemen. Theo treedt in dienst bij de nieuwe baas. Het zijn vijf harde jaren
voor hem, waarin hij zichzelf bewijst als aankomend eigenaar van de firma Hoppenbrouwers. Op
1 januari 1978 is het zover: Theo Hoppenbrouwers neemt, weliswaar met een omweg, alsnog de
zaak van zijn ouders over.
2
Het winkelassortiment in het begin van de jaren ’80.
2
“Meco en Hoppenbrouwers kennen
elkaar al heel lang. We zijn al vanaf
1978 in deze regio geworteld, zoals
Hoppenbrouwers al 90 jaar geworteld
is in Udenhout. Toen we elkaar pas
ontmoetten waren we allebei nog
kleine ondernemingen. Inmiddels zijn
we allebei uitgegroeid tot grote spelers
in onze markten.”
Vaste ploeg“In onze branche is het hollen
of stilstaan. Onze afzet is erg
conjunctuurgevoelig, vooral omdat
elke machine die we produceren
speciaal voor de klant gebouwd
wordt. Omdat bij ons – net als bij
Hoppenbrouwers – vooral de lange
termijn centraal staat, zochten we naar
een goede manier om bij het hanteren
van de orders flexibel met personeel
om te gaan. Dat betekent dat je niet
teveel medewerkers in dienst moet
nemen. Maar ook dat je in drukke
tijden snel voldoende vakbekwaam
personeel moet kunnen inzetten dat
vertrouwd is met onze bedrijfscultuur.
Sinds jaar en dag doen we dan een
beroep op Hoppenbrouwers. Inmiddels
Managing Director Meco Equipment Engineers, Drunen
‘We zijn een beetje met Hoppenbrouwers getrouwd’
beschouwen wij de ‘Hopjes’ als een
vaste ploeg die we ‘zorgeloos’ kunnen
inschakelen om te ondersteunen
bij het opbouwen van onze plating
machines. Daarnaast worden in de
werkplaats van Hoppenbrouwers
al onze besturingskasten gebouwd.
En dat zijn er per machine heel wat!
Ook in dat geval kunnen we blind
vertrouwen op een goede, vakkundige
afwerking van onze opdracht. Want
‘Hopjes’ weten precies wat er van hen
verwacht wordt en ze voeren hun werk
kundig en enthousiast uit. Ik bewonder
de manier waarop Theo en Henny
met hun medewerkers omgaan. Ze
geven hun mensen bewegingsruimte.
Tegelijkertijd kaderen ze die
ruimte in, zodat mensen hun
verantwoordelijkheid ook aankunnen.
Je merkt dat mede daardoor het bedrijf
de explosieve groei van de laatste
jaren goed kan beheersen. Dat vind ik
knap.”
Half woord is genoeg“We zijn al jarenlang tevreden over
het werk dat Hoppenbrouwers levert.
Misschien heeft dat ook te maken
met het feit dat we verwante zielen
zijn. Ook wij vinden het belangrijk dat
medewerkers de ruimte krijgen om hun
werk goed te doen. Je moet mensen
niet alleen verantwoordelijkheden
geven, maar zeker óók de
bijbehorende bevoegdheden! Alleen
dan kunnen ze hun werk zelfstandig
doen. Net als Hoppenbrouwers
beseffen we dat de mensen het bedrijf
maken. Dus zorg je goed voor ze en
ga je een relatie voor de lange termijn
met ze aan. Dat trekken we graag door
naar onze toeleveranciers. Het werkt
gewoon prettig als je elkaar van haver
tot gort kent. Na zoveel jaar zijn we dan
ook een beetje met Hoppenbrouwers
getrouwd! In elk goed huwelijk is er
wel eens wat. Dat is ook gezond, want
dat houdt de spanning erin. Ook tussen
Meco en Hoppenbrouwers is er wel
eens wat voorgevallen. Maar zoals
het hoort in een goede relatie: je praat
dat uit en gaat op goede voet verder.
Belangrijk is dat Hoppenbrouwers
gewoon begrijpt wat we bedoelen. Na
al die jaren hebben ze aan een half
woord meer dan genoeg. En dat werkt
wel zo prettig!”
�1
Frans Jonckheere,
�� ��
Theo erft een hele ‘bundel’ aan
activiteiten: een winkel in bruin- en
witgoed, een benzinepomp en een
elektrotechnisch installatiebureau.
Theo’s hart ligt vooral bij de
installatie- en elektrotechniek. Dat
werd al duidelijk uit zijn keuze om
na de middelbare school op de mts
elektrotechniek te studeren. Theo
focust in zijn werk dan ook op dit
bedrijfsonderdeel. Zijn vrouw Corrie
en zus Olga bestieren de winkel en
benzinepomp. Ook jongere broer Rob
heeft interesse in de detailhandel. Hij volgt de opleiding elektronica op de mts. Zo zijn beide takken
die vader Willy opgezet heeft in goede handen. Theo zet de zaak jarenlang voort in de lijn van zijn
vader. Hij zegt hierover:“Het lijkt een prachtige kans om het bedrijf van je vader over te nemen.
Maar het betekent ook veel en hard werken. Ik was jong en onzeker en had enorme behoefte aan
advies, steun en vertrouwen. Maar mijn vader dacht totaal anders over ondernemen dan ik. Uit
onzekerheid en door gebrek aan ervaring heb ik zijn visie gekopieerd. Ook al paste die wijze van
ondernemen eigenlijk niet bij me.” Toch legt deze aanpak Theo zakelijk geen windeieren. Het aantal
activiteiten groeit gestaag, evenals het aantal klanten. Daarom neemt Theo de rigoureuze beslissing
het installatiebureau en de winkel fysiek te scheiden, zodat hij de installatieactiviteiten verder kan
uitbouwen. In 1980 betrekt het installatiebureau een eigen pand aan de Spoorakkerweg op het
industrieterrein van Udenhout. De winkel blijft onveranderd gevestigd aan de Kreitenmolenstraat 3.
De winkel van Hoppenbrouwers, begin jaren ’80.
De bus van Hoppenbrouwers voor het winkelpand met daarachter
Christ van Dijk, circa 1975.
Enkele advertenties van Hoppenbrouwers in het lokale weekblad De Wegwijzer voor Udenhout en Biezenmortel, 1965 - 1985.
�� ��
Het roer gaat omTheo is zich bewust van het feit dat specialisatie onontkoombaar is voor de verdere ontwikkeling
van zijn installatiebureau. Dit wordt bevestigd als begin jaren ’80 het bedrijf in zwaar weer belandt
tijdens de economische crisis. Theo zegt hierover: “Ik moest iets doen om het bedrijf uit het
dal te laten opkrabbelen. Ik dacht: misschien gaat het mis, maar ik ga het op mijn eigen manier
doen. Ik stootte de benzinepomp en een aantal andere activiteiten af en concentreerde me op
de winkel en het uitbouwen van het installatiebedrijf. Daarnaast ben ik meer gaan luisteren naar
mijn eigen medewerkers. Mijn angst dat ze slimmer zouden kunnen zijn dan ikzelf heb ik laten
varen. Het is de beste beslissing in mijn leven geweest.” Deze nieuwe bedrijfsvisie staat lijnrecht
tegenover de zakelijke opvattingen van Theo’s vader: “Alles wa ge zelf kunt doen, hoefde niet
aan anderen uit te besteden”. Vooral het besluit in 1984 om de benzinepomp te sluiten – in ruim
50 jaar uitgegroeid tot de sociale ontmoetingsplaats van het dorp – is tegen de zin van Willy
Hoppenbrouwers. Maar volgens Theo werkt deze activiteit eerder verstorend – tanken gaat altijd
“In 2001 leerden we Hoppenbrouwers
kennen. We zochten naar een vakkundig
bedrijf dat bij kan springen als onze
technische dienst handen tekort komt.
Want echt álles in ons park moet
onderhouden en gerepareerd worden.
Niet alleen onze attracties, maar
ook koffieautomaten, lampen in de
toiletten en toegangssystemen voor het
personeel. Wij gebruiken dagelijks alle
facetten van elektrotechniek. Daarom
werken we graag samen met een
bedrijf dat al die facetten uit en te na
beheerst...”
Chemie“We stellen behoorlijk wat eisen
aan onze leveranciers. Aan hun
vakkundigheid, maar ook aan hun
werkwijze. Natuurlijk moet al het werk
snel en flexibel geklaard worden, maar
daarnaast moet alles er ook picobello
uitzien en piekfijn in orde zijn. Zeker
bij de Efteling telt elk detail mee om
een fantastische indruk te maken
op onze gasten. De werkwijze van
Hoppenbrouwers sluit daarbij aan: elke
medewerker is beleefd en hartelijk,
Hans Haens, Strategisch Inkoper Efteling, Kaatsheuvel
‘Bij Hoppenbrouwers vertellen ze geen sprookjes’
werkt netjes, ruimt alles keurig op,
ziet er representatief uit en past zich
aan het bedrijf waar hij opdrachten
uitvoert aan. Ook prijstechnisch kwam
Hoppenbrouwers goed uit de bus. Maar
er was meer. Hoppenbrouwers snapt
onze bedrijfscultuur en dat maakt de
samenwerking zo prettig.”
Altijd pieken “In ons park zijn er pieken en dalen in
het werk. Dat betekent dat we snel en
flexibel extra menskracht moeten kunnen
inroepen. En dat die aan een half woord
genoeg moet hebben. We verlangen
daarbij ook nog eens dat iedereen ‘piekt’
in zijn werk in kwaliteit, betrouwbaarheid
en vakkundigheid. Bij Hoppenbrouwers
gebeurt dat gewoon, simpelweg omdat
ze zelf graag ‘pieken’. Ze blijven altijd
goed presteren, ook bij vaste klanten.
Het was een van de redenen om een co-
makership aan te gaan. Hoppenbrouwers
kwam namelijk bij het offreren vaak
met de beste prijs-kwaliteitverhouding
uit de bus. De energie die we in het
offertetraject stopten, konden we beter
in een duurzame relatie investeren.
Overigens zijn er nog voldoende
projecten waarvoor Hoppenbrouwers
wel inschrijft met een offerte. Het is het
altijd weer prettig om te merken dat ze
ook dan kwaliteit en prijs in balans weten
te brengen. Ze blijven bij elk project hun
best doen.”
Gezond eigenwijs“Hoppenbrouwers verstaat onze taal.
Ze begrijpen exact wat we willen. Maar
ze denken ook mee en zijn ‘gezond’
eigenwijs. Wij nemen graag wat van
ze aan. Omdat ze hun vak verstaan,
op de hoogte zijn van de nieuwste
ontwikkelingen en omdat ze doen
wat ze beloven. Bovendien neemt
Hoppenbrouwers opbouwende kritiek
ter harte en handelt daarnaar. Je merkt
aan alles dat het bedrijf graag zichzelf
wil blijven verbeteren en dat het gezond
ambitieus is. Dat past helemaal bij ons.
Samengevat: Hoppenbrouwers vertelt
geen sprookjes. Afspraak is afspraak! En
juist daar hebben we in ons attractiepark
achter de schermen grote behoefte aan:
een betrouwbare, innovatieve en vooral
enthousiaste samenwerking!”
��
Het nieuwe pand van Hoppenbrouwers aan de Brabantsehoek, jaren ’90.
Officiële uitnodiging voor de opening van het nieuwe bedrijfspand aan de Brabantsehoek, 22 november 1991.
�� ��
voor, ook al staan er klanten in de winkel – dan dat het zakelijk iets toevoegt. Vader Willy houdt
meer van risico’s spreiden en niet alles op een of twee kaarten zetten: “Als ge alles weg doet,
dan houde straks niks over”. Er is sprake van botsende visies en karakters. Theo houdt vast
aan zijn nieuwe ondernemersvisie. Omdat hij vooral geïnteresseerd is in elektro- en (industriële)
installatietechniek, specialiseert het bedrijf zich langzaam maar zeker in deze diensten. Overigens
zet Theo niet al zijn kaarten op één dienst. Want binnen de brede branche van installatietechniek
ontwikkelt Hoppenbrouwers zich tot een specialistische allrounder. Tekenend voor Theo’s karakter is
zijn interesse in innovatie. Door nieuwe wegen in te slaan, breidt de kennis van het bedrijf zich snel
uit. De techniek maakt steeds meer mogelijk. Klanten willen die mogelijkheden ook benutten en
hebben behoefte aan een installatiebureau dat meegroeit met de technische ontwikkelingen. Daar
speelt Theo op in.
Zakelijk gezien werpt Theo’s nieuwe aanpak zijn vruchten af. Hoppenbrouwers klimt uit het dal.
Het bedrijf ontwikkelt zich van een hoofdzakelijk lokale leverancier naar een regionaal gewaardeerd
bedrijf. Maar de managementstijl van Theo blijkt onvoldoende mee te kunnen groeien. Hij wil wel
taken delegeren, maar vindt het moeilijk om de controle en verantwoordelijkheid uit handen te
geven. Uiteindelijk wordt Theo eind jaren ’80 ziek en moet hij noodgedwongen langere tijd afstand
nemen van zijn bedrijf. In die tijd houdt zijn vrouw, samen met enkele medewerkers, het roer
recht. Zijn afwezigheid bevestigt Theo’s nieuwe aanpak: “Tijdens mijn afwezigheid bleken mijn
medewerkers hun verantwoordelijkheid te nemen en zich enorm betrokken te voelen bij de zaak.
Het is hét omslagpunt geweest in mijn loopbaan. Van baas ben ik een ‘matchmaker’ geworden.
Ik vraag mijn mensen wat ze het liefste willen en koppel personeel aan klanten en opdrachten die
daar bij passen.” Het is in die tijd revolutionair om zo met medewerkers en klanten om te gaan.
Maar het is vooral een keuze die helemaal past bij Theo en zijn bedrijf. Kwaliteit en kennis zijn
belangrijke pijlers om klanten van dienst te kunnen zijn. Theo realiseert zich dat en speelt daar met
zijn bedrijfsfilosofie op in. Tegelijkertijd houdt hij de ‘ouderwetse’ service van Hoppenbrouwers
in ere: doen wat je belooft en wat je doet, doe je goed! Langzaamaan verandert Theo’s rol als
ondernemer. Hij wordt steeds meer een ‘collega’ van een klant. Dat past naadloos in Theo’s visie:
“Natuurlijk hebben we de rol van specialist. Wij moeten een project technisch perfect opleveren.
Maar minstens zo belangrijk is het gevoel dat wij achterlaten: dat we met onze specifieke kennis de
klant een dienst bewezen hebben. Maar ook dat hij een prettig gevoel heeft over de samenwerking.
De klant vindt het heel gewoon als de lamp brandt als wij vertrekken. We zijn niet voor niets
dienstverleners. Maar we willen de klant meerwaarde bieden door mee te denken, betrokken te
zijn en verzorgd werk te leveren. Dat kan alleen als we een gelijkwaardige gesprekspartner zijn van
de klant. En als we ons soms wat eigenwijsheid permitteren om zo met een slimmere oplossing te
kunnen komen. Zo vergroot je niet alleen de betrokkenheid bij je klant, maar ook bij je werknemers.
Dat werkt echt. Want tevreden werknemers maken tevreden klanten en dragen nieuwe klanten
aan. En tevreden klanten vertellen hun goede ervaringen door.”
De bedrijfsfilosofie van Theo werkt. Dat blijkt niet alleen uit de waardering van klanten en
medewerkers, maar ook uit de groei vanaf de jaren ’90. Eind jaren ‘80 werken er 25 mensen
bij het bedrijf. Tien jaar later zijn er dat al ruim 70. En weer 10 jaar later, anno 2008, bijna 200.
Ook de bedrijfshuisvesting groeit mee. In 1991 verhuist het bedrijf naar een groter pand aan
de Brabantsehoek, waar voorheen garagebedrijf Bertens gevestigd was. Daar ontstaat door de
voortdurende groei van het bedrijf ook al snel plaatsgebrek. Er komen extra bedrijfsunits op en bij
het pand. Chronisch ruimtegebrek noopt in 1998 tot verhuizing naar een nieuwbouwpand aan de
Kreitenmolenstraat. Architect Wolfs ontwerpt het pand naar de visie van Theo Hoppenbrouwers en
houdt daarbij rekening met toekomstige groei. Dat blijkt geen overbodige luxe, want inmiddels is
het pand al op diverse manieren uitgebreid.
Ook de winkel aan de Kreitenmolenstraat – min of meer de ‘geboortegrond’ van het bedrijf – maakt in
de jaren ’80 en ’90 eenzelfde ontwikkeling door. Beide bedrijfsonderdelen floreren, maar specialiseren
zich ook steeds meer in hun eigen branche. Ze staan allebei bekend als betrouwbare, professionele
leveranciers. Maar hun doelgroepen lopen steeds verder uiteen. De bruin- en witgoedhandel
specialiseert zich onder leiding van jongere broer Rob meer en meer in luxe consumentenelektronica,
zoals audio en video. Terwijl Hoppenbrouwers Elektrotechniek steeds meer zakelijke klanten
krijgt, verkoopt de winkel voornamelijk aan particulieren. Het is daarom uiteindelijk een logische
stap om de winkel en het bedrijf te splitsen. In 1997 scheiden de wegen van de winkel en het
installatiebureau officieel. Rob Hoppenbrouwers, die sinds 1987 in het bedrijf werkzaam is, gaat aan
de Kreitenmolenstraat 3 zelfstandig verder met Hoppenbrouwers Audio Video.
Een deel van de bijna 200 medewerkers in 2008.
Het voltallige personeel van Hoppenbrouwers in 1994.
��
Blik op de toekomstBegin jaren ‘90 is het voor Theo duidelijk dat er geen opvolging vanuit de familiekring komt. Dus
gaat hij op zoek naar iemand met hetzelfde ‘DNA’ als hij: iemand met een hart voor elektrotechniek,
een ‘mensen-mens’ die het beste uit zijn medewerkers kan halen en tot ambassadeurs van
het vak maakt. Die vindt hij in de persoon van Henny de Haas, die in 1999 in dienst treedt bij
Hoppenbrouwers. Henny heeft zijn sporen verdiend in het elektrotechnische vak, zowel op de
werkvloer als in het aansturen van projecten en bedrijven. Henny en Theo blijken een goede match
en vullen elkaar goed aan. Beiden hebben ze een passie voor hun vak en stellen ze persoonlijk
contact met medewerkers en klanten voorop. En allebei willen ze het familiebedrijf in ere houden.
Gezamenlijk stellen zij een plan op voor een gefaseerde overname.
Op 3 oktober 2008 legt Theo Hoppebrouwers zijn directeursfunctie neer. Daarmee start een
nieuw tijdperk voor Hoppenbrouwers, waarbij de rijke negentigjarige geschiedenis ook in de
toekomst een memorabele basis zal blijven. Want Henny deelt inmiddels de familiespreuk van de
Hoppenbrouwers: ‘In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’.
Interieur en exterieur van het pand van Hoppenbrouwers aan de Kreitenmolenstraat, 2008.
��
Theo Hoppenbrouwers (links) en Henny de Haas, samen voor hun bedrijf, 2008.
�0 �1
De hedendaagse elektrotechniek is een veelomvattende branche met specialistische vakmensen. Hoppenbrouwers Elektrotechniek
heeft zich ontwikkeld tot een specialistisch bedrijf met goed opgeleide medewerkers die graag de beste totaaloplossing aanreiken
aan hun klanten.
Industriële automatiseringIn de industrie speelt automatisering
een steeds grotere rol. Daarbij zijn
efficiency, kostenreductie en veiligheid
van essentieel belang. Hoppenbrouwers
heeft ruime ervaring in alle aspecten van
industriële automatisering: consultancy,
projectmanagement, hardware-
engineering, software-engineering,
panelenbouw, installatiewerk, testen,
inbedrijfstelling en nazorg. Desgewenst
neemt Hoppenbrouwers alle werkzaam-
heden voor haar rekening in een turnkey-
project.
Utiliteit en woningbouwHoppenbrouwers heeft ervaring
in het ontwerpen en realiseren
van licht- en krachtinstallaties,
gebouwbeheerssystemen,
noodverlichting, beveiliging,
telematica en domotica in onder andere
kantoorpanden, productiehallen en
distributiecentra. Bij nieuwbouw, maar ook
bij verbouwingen staat Hoppenbrouwers
de klant met raad en daad bij.
TelecommunicatieHoppenbrouwers volgt de technische
ontwikkelingen op de voet en verzorgt
de perfecte infrastructuur voor en
installatie van telefoonsystemen,
randapparatuur en openbare infrastructuur,
zoals glasvezel. Ook na de aanleg biedt
Hoppenbrouwers zijn kennis aan in
de vorm van onderhoudscontracten
en service-op-afstand.
NetwerkenNetwerken worden niet alleen gebruikt
voor opslag van informatie, maar ook
telefoon- en beveiligingssystemen
maken gebruik van een netwerk.
Capaciteit en stabiliteit zijn dus belangrijk.
Hoppenbrouwers heeft ervaring in advies,
installatie en onderhoud van alle mogelijke
netwerksystemen, waaronder glasvezel en
ethernet.
BeveiligingHoppenbrouwers is een ervaren
beveiligingsbedrijf en is dienstverlener
in inbraakbeveiliging, camera-
en ontruimingssystemen en
toegangscontrole. Het bedrijf is ook
specialist in brandbeveiliging.
�0
Hoppenbrouwers - een specialistische allrounder
�1
Industriële automatisering
Telecommunicatie Utiliteit en woningbouw
Netwerken
Inspectie en onderhoud
Beveiliging
Service
Inspectie en onderhoudWetgever en verzekeraars vereisen
goede zorg en onderhoud van
installaties. Hoppenbrouwers kan de
benodigde inspecties uitvoeren en biedt
onderhoudsovereenkomsten om de klant
deze zorg uit handen te nemen.
Service Hoppenbrouwers is 24 uur per dag
bereikbaar om storingen op te lossen.
��
Dát is in een notendop de bedrijfsfilosofie van Theo Hoppenbrouwers. Het klinkt eenvoudig,
maar het is in de huidige krappe arbeidsmarkt een hele uitdaging om werknemers te
vinden èn te behouden. Zeker omdat de ‘buitenwacht’ nog vaak bij technische beroepen
het onterechte beeld heeft van saai, zwaar of vies werk. Toch weet Hoppenbrouwers
Elektrotechniek medewerkers aan zich te binden. Met uitdagende opdrachten, goede scholing
en vooral: werk dat bij iemand past.
Wat doe je het liefst? Die vraag heeft elke sollicitant of medewerker van Hoppenbrouwers minstens één keer
beantwoord. Simpelweg omdat Hoppenbrouwers wil dat medewerkers plezier hebben in hun
werk. Niet alleen omdat ze dan beter functioneren, maar ook omdat ze dat plezier uitstralen bij
klanten. Medewerkers krijgen daarom de kans zich te ontplooien en te scholen in werkzaamheden
die ze graag doen. Dat betekent dat ze kunnen groeien, maar dat het ook prima is als ze het in
hun functie naar de zin hebben. Promotie mag, maar is zeker geen vereiste. Die vrijheid betekent
trouwens niet dat er geen eisen aan medewerkers gesteld worden. Theo Hoppenbrouwers zegt
daarover: “Door mensen werk te laten doen waar ze plezier in hebben, krijg je een ploeg goed
gemotiveerde medewerkers. Zij stellen er dan eer in om hun werk goed te doen. Daar profiteert de
klant van. Tevreden medewerkers dragen nieuwe klanten aan. Daarom zijn klanten en personeel
even belangrijk voor een bedrijf. Mijn belangrijkste taak is het om mijn medewerkers te bieden wat
ik zelf ook graag krijg: vertrouwen, veiligheid, begrip en interesse. Onze filosofie is dan ook dat
Tevreden werknemers maken tevreden klanten
��
��
tevreden medewerkers tevreden klanten maken. Dat vereist wel dat onze mensen vakbekwaam
én handelingsbekwaam – dus ook goed in communiceren en samenwerken – zijn. Het is de
verantwoordelijkheid van de directie om mensen kennis en kunde bij te brengen. Dat is het
gereedschap waarmee onze medewerkers aan de slag gaan. Maar ze moeten zelf bepalen hoe ze
dat gereedschap goed gebruiken. Die verantwoordelijkheid leggen we duidelijk bij henzelf.”
Vrijheid leidt tot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is de basis van de bedrijfsfilosofie van
Hoppenbrouwers Elektrotechniek. Een gedachte die bij Theo eind jaren ’80 post vatte nadat hij
door langdurige ziekte terug moest treden uit de dagelijkse leiding van het bedrijf. Het betekende
een breuk met het verleden. Vader Willy Hoppenbrouwers pakte alles aan om bedrijfsrisico’s te
spreiden. Hard werken, niet zeuren en vooral de klant op zijn wenken bedienen. Dat was in die
tijd de heersende middenstandsmoraal. Willy was daarin geen uitzondering. Nagenoeg zonder
vakopleiding en met veel doorzettingsvermogen bouwde hij na de oorlog een bedrijf op van acht
medewerkers. In drukke tijden werd de vaste ploeg aangevuld met tijdelijke krachten. Theo groeide
op met deze middenstandsmentaliteit van Willy Hoppenbrouwers en nam die als vanzelfsprekend
over. Dankzij de inzet en het vakmanschap van de eigenaar én medewerkers van Hoppenbrouwers
groeit het bedrijf gestaag uit tot 25 medewerkers, een punt waarop het onmogelijk blijkt om als
directeur alle touwtjes in eigen hand te houden. Theo beseft dat. Het siert hem dat hij het lef heeft
om het roer radicaal om te gooien. Zeker omdat op dat moment het bedrijf in zwaar weer verkeert
vanwege de economische crisis in de jaren ’80: “Mijn manier van ondernemen heb ik veranderd.
Samen met enkele personeelsleden heb ik een kwaliteitstraject bij het kwaliteitszorgprogramma
“Ik werk al vanaf 1971 voor
Hoppenbrouwers. Ik was officieel in
dienst bij Van den Heuvel in Waalwijk,
die toen ook de officiële leiding had
over Hoppenbrouwers in Udenhout.
Toen Theo in 1978 de leiding overnam,
ben ik bij hem in dienst gekomen. Ik
kan me nog goed herinneren dat zijn
moeder Leny vroeger het zakelijke
brein was in de zaak. Dat heeft Theo
dus niet van een vreemde!”
Mooie herinneringen“Theo was een baas van mijn eigen
leeftijd. Ik neem mijn petje er voor af
hoe hij de zaak heeft overgenomen en
opgebouwd. Zeker in de beginjaren
had Theo veel aan zijn kop. Gelukkig
kon hij bouwen op een goed team,
met onder andere Jacques Donders,
Ad van Esch en Christ van Dijk. Zij
zijn belangrijke sparringpartners voor
Theo geweest. Zeker aan de tijd waarin
Theo de zaak opbouwde heb ik goede
herinneringen. Zo weet ik nog dat
Theo een keer vast kwam te zitten in
een hoogwerker. Wij konden er wel
om lachen, maar hij had haast en zag
er de humor wat minder van in. Dat
Ad van Dongen, medewerker Hoppenbrouwers
‘Theo en Henny staan pal voor hun mensen’
is Theo ook ten voeten uit: altijd druk
en met veel dingen tegelijk bezig.
Daarom moeten we ook zelfstandig
kunnen werken. Maar als er iets is,
staat Theo pal voor zijn mensen. Ik
weet nog dat ik op een barre winterdag
’s morgens vroeg met de bus naar
een klus reed op een spekgladde weg.
Mijn collega had het ijskoud en was
moe. Hij zat onderuitgezakt naast
me. Dat is zijn redding geweest, want
ik slipte en de scherpe materialen
vlogen op ooghoogte door de voorruit
naar buiten! Theo was er snel bij om
poolshoogte te nemen. Het typeert
hem dat die kapotte bus hem niet zo
interesseerde. Het eerste wat hij vroeg
was hoe het met ons ging. Dat doet
je op zo’n moment heel wat. Zo vond
ik het ook heel prettig dat Theo me
persoonlijk belde om te vertellen dat
hij ging stoppen met werken.”
Familiebedrijf“Bij Henny zie ik de oprechte interesse
voor zijn medewerkers terug. Dat hoort
echt bij Hoppenbrouwers. Iedereen
heeft interesse voor elkaar, ook nu het
bedrijf groter is geworden. Natuurlijk
moet je hard werken, maar er is ook
tijd voor een feestje. En die zijn op en
top, want feesten kunnen ze wel bij
Hoppenbrouwers! Dan merk je ook
dat iedereen er echt bij hoort. Want
naast hun schoenen lopen, dat doet
de familie Hoppenbrouwers niet.
Dat zie ik ook bij Henny. Al is hij een
heel ander type dan Theo, in wezen
lijken ze erg op elkaar. Allebei houden
ze bijvoorbeeld hun medewerkers
in ere. Dat is ook de reden waarom
er zoveel ´blijvertjes´ werken bij
Hoppenbrouwers. Ikzelf ben de enige
die voor vier generaties van het bedrijf
heeft gewerkt: vader Willy, Van den
Heuvel, zoon Theo en nu Henny. En
eerlijk is eerlijk: ik werk er nu al 37 jaar
met veel plezier!”
��
�� ��
��
van de brancheorganisatie UNETO gevolgd. Ik ben veel meer gaan luisteren naar mijn eigen
medewerkers. De angst voor medewerkers die misschien wel slimmer dan ik zouden zijn, heb
ik laten varen omdat ik besefte dat ik met die houding de groei van mijn eigen bedrijf in de weg
zou staan. Achteraf kun je zeggen dat de crisis in de jaren tachtig me gedwongen heeft te breken
met het verleden.” Een spannende stap voor Theo, zeker ook omdat zijn medewerkers de kans
aangrijpen om hun mening over de bedrijfsvoering te geven. Zij vinden overduidelijk dat een aantal
zaken veel beter kan. Theo pakt de uitdaging op en maakt een prioriteitenlijst met verbeteringen:
“Er kwamen nieuwe auto’s, andere bedrijfskleding en beter gereedschap. De betrokkenheid
die daaruit voortkwam leverde direct betere resultaten op, maar zelf raakte ik overspannen.”
Noodgedwongen neemt Theo afstand van zijn bedrijf. Daardoor raakt zijn nieuwe aanpak in een
stroomversnelling. Medewerkers krijgen nog meer verantwoordelijkheid. Het blijkt achteraf een
positieve impuls te geven aan de verbondenheid tussen medewerkers en het bedrijf. Theo ziet dat
zijn nieuwe bedrijfsfilosofie werkt en zal er de rest van zijn carrière naar blijven handelen.
Leren werken en werkend lerenBij Hoppenbrouwers leren medewerkers tijdens opleidingen, trainingen en kwaliteitsprojecten
hoe ze hun werk moeten doen. Maar ze leren ook constant tijdens hun werk. Juist de kennis
die ze bij klanten en op de werkvloer opdoen is van onschatbare waarde voor hun ontwikkeling.
Het daagt ze uit om praktische oplossingen te zoeken en zich te ontwikkelen. Dat betekent ook
dat medewerkers fouten mogen maken. Natuurlijk moeten die hersteld worden, maar zulke
‘leermomenten’ zijn waardevol voor de ontwikkeling van de medewerkers én het bedrijf. Klanten
voelen zich overduidelijk thuis bij deze aanpak. Keer op keer vertellen opdrachtgevers dat ze
inhoudelijk meer dan tevreden zijn over de kwaliteit van het werk. Maar ook dat ze de opstelling
van Hoppenbrouwers kunnen waarderen: duidelijk, no-nonsense en met één aanspreekpunt. En
het allerbelangrijkste: iedereen weet waar hij over praat. Ook dat is een bewuste keuze van Theo
Hoppenbrouwers: “Ik heb er bewust voor gekozen om geen ‘verkopers’ in dienst te nemen.
Iedereen die bij de klant over de vloer komt heeft een technische achtergrond en weet waarover hij
“Theo is een kameraad in het werk. Hij
geeft ruiterlijk toe dat keihard zaken
doen niet aan hem besteed is. Onder-
tussen heeft hij wel een flinke groei tot
stand gebracht. Hij was zo verstandig
om te gaan denken in divisies, waar-
door hij risico´s spreidt. En hij kent op
vele terreinen van de elektrotechniek
de ontwikkelingen. In feite was de zo-
veelste doorstart van Hoppenbrouwers
naar een groter pand voor Theo een
zeer spannende beslissing. Theo is
zeker geen keiharde zakenman, maar hij
geeft wel goed leiding aan zijn bedrijf.
Innovatie heeft bij hem ook wezenlijke
betekenis. Daarom is een loftuiting voor
de ondernemer op zijn plaats.”
Ontmoetingen“Theo vindt ontmoetingen zeer
waardevol. Dat betekent dat hij veel
respect heeft voor zijn gesprekspartner.
Dat is een goede basis voor
vernieuwing. Hij heeft daarbij de gave
om door zaken heen te prikken. Die
karaktereigenschap hebben we gemeen.
En Theo zoekt naar betrouwbare,
vernieuwende zakenpartners. Dat
Marinus Wolfs, Wolfs Architecten Moergestel
‘Theo’s kracht is dat hij andere mensen mee laat doen’
doen wij ook. Daarom komen we
elkaar regelmatig tegen in het werk.
Naar aanleiding van ons goede
contact in het werk wisten we wat
we aan elkaar hadden. Dat was een
prettig uitgangspunt om het huidige
pand van Hoppenbrouwers te mogen
ontwerpen.”
Openheid “Theo houdt van openheid en
transparante structuren. Dat wilde
hij dan ook terug laten komen in de
nieuwbouw. Hij vond en vindt dat
het bedrijfspand ontmoetingen wil
stimuleren en ruimte moet bieden
aan ontplooiing en coaching. Aan ons
de taak om dat in het ontwerp en de
bouw terug te laten komen. Al kon
hij tijdens de besprekingen wel eens
kritisch zijn, hij heeft alle vertrouwen
in iemands vakmanschap. Dat werkt
bijzonder prettig en leidt tot een goed
eindresultaat. Het is prettig om te
merken dat het pand goed functioneert.
Het gebouw heeft als het ware een ‘spin
off’-effect gehad, gezien de groei van
het bedrijf.”
Hardop denken“Theo denkt vaak hardop. Hij ‘spart’ met
zijn gesprekspartners. Deze vorm van
communiceren leidt tot een beter plan
van eisen. Eigenlijk laat Theo mensen al
vanaf zijn eerste gedachten meedenken
en meedoen. Dat is heel bijzonder. Door
mensen los te laten en te vertrouwen,
krijgt hij ook zoveel terug. Zijn visie is
dat je mensen vertrouwen en kansen
moet geven om nieuwe dingen te laten
ontstaan. En als je terugkijkt op zijn
carrière, zie je dat zijn filosofie klopt.
Hij heeft samen met zijn mensen een
prachtbedrijf opgebouwd.”
��
�0 �1
praat. Onze monteurs zijn breed geschoold. Ze zijn meestal geen specialist in één discipline, maar in
meerdere vakgebieden. Bovendien hebben ze geleerd om altijd door te denken bij problemen. Een
uitdrukking als ‘daar ga ik niet over’ wordt door onze werknemers niet gebruikt. En iedereen moet
van aanpakken weten. Zo kunnen bijvoorbeeld onze projectleiders dankzij hun praktijkervaring ook
op de werkvloer bijspringen als dat nodig is.”
Hoewel Theo vanaf de jaren ’80 nadrukkelijk zijn eigen koers gaat varen, komt hij toch niet
helemaal los van de waarden die zijn vader Willy hoog hield. Logisch, omdat klantvriendelijkheid en
‘ouderwetse’ service – in de goede zin van het woord – ook nu nog belangrijke waarden zijn in de
zakenwereld. Daarom besteedt Hoppenbrouwers Elektrotechniek ook veel aandacht aan training
van sociale vaardigheden en communicatie- en vergadertechnieken. “Je respecteert als werknemer
van Hoppenbrouwers een klant. Daar horen bepaalde omgangsvormen bij. Ook je werkplek, je bus
en je kleding moeten er representatief uitzien” is het devies van Theo en zijn opvolger Henny de
Haas. Het is een constant aandachtspunt vanuit het management. Een mooi voorbeeld daarvan zijn
de acties ‘Blik op…’ uit 2003 en 2008. Medewerkers worden uitgedaagd om kritisch naar hun eigen
bureau, auto en gereedschapskist te kijken en om na te denken over hoe ze met elkaar en hun
klanten communiceren. Juist die reflectie op het eigen handelen heeft een meerwaarde. Door te
weten wat je kunt, maar vooral ook wat je wilt, kun je gericht werken aan de toekomst.
Vanaf de jaren ‘90 werpt de nieuwe bedrijfsfilosofie van Hoppenbrouwers Elektrotechniek vruchten
af. Het bedrijf groeit als kool. Net als veel andere ondernemers wordt ook Hoppenbrouwers
geconfronteerd met een krappe arbeidsmarkt. Hoe los je het gebrek aan menskracht op als je
weigert sier te maken met gouden bergen en exorbitante beloningen? Trouw blijvend aan zijn
bedrijfs- en levensfilosofie zoekt Theo samen met zijn mededirecteur Henny de Haas opnieuw
het antwoord in scholing en uitdaging. Hij wil zijn medewerkers aan het bedrijf binden met goede
arbeidsvoorwaarden, een prettige bedrijfscultuur en interessante doorgroeimogelijkheden.
Maar Theo en Henny kijken ook verder. Want ze signaleren dat techniek weinig aantrekkingskracht
heeft op jongeren: “Er wordt over technische beroepen onterecht nogal laatdunkend gedaan.
De vreemde opvatting heerst dat een technische opleiding voor mensen is die niet goed kunnen
leren. Door kinderen al in een vroeg stadium met techniek in aanraking te brengen, denk ik dat het
aanzien van technische beroepen weer zal worden opgeschroefd. De keuze voor een technische
opleiding zal minder snel als een ‘spijtoptie’ worden gezien. Jongeren hebben een beeld van het
elektrotechnische vak dat absoluut niet overeenkomt met de realiteit. Elektrotechniek is ongelooflijk
spannend en uitdagend door toepassing van computertechnologie en automatiseringsprocessen.
Met een vak als elektrotechniek sta je met beide benen in de toekomst”, stelt Theo.
Omdat Theo handelt naar zijn denkbeelden, maakt hij zich sterk om technische beroepen concreter
in beeld te brengen. Zo krijgt het credo ‘werkend leren’ een tweede invulling binnen het bedrijf.
Eenvoudig gezegd: er heerst bij Hoppenbrouwers bijna een verbod op het weigeren van een
stagiair. Leerlingen van alle niveaus krijgen op alle mogelijke manieren de kans om stage te lopen
of afstudeerprojecten uit te voeren. Tegelijkertijd gaat het bedrijf ook naar scholen toe. Zo geeft
directeur Henny de Haas gastcolleges bij Avans Hogeschool in Breda. Theo en Henny zijn beiden
overtuigd van het nut van stagiairs. “Leren kost geen geld, maar levert uiteindelijk geld op. Omdat
we met kundig personeel klanten kunnen behouden én werven.” Onderwijs is in de loop der jaren
een belangrijke pijler geworden binnen én buiten het bedrijf en dat zal ook het ook in de toekomst
zeker blijven. Het is een onderwerp waar Theo Hoppenbrouwers en Henny de Haas zich beiden
enorm bij betrokken voelen. Dat uit zich op allerlei manieren. Van het leveren van materiaal voor
de techniekkisten van de plaatselijke basisschool tot een maatjesproject van het ROC, waarin
Theo als extra steun en toeverlaat wordt gekoppeld aan een scholier. Theo’s inzet om techniek te
promoten blijft niet onopgemerkt. Zo is hij jarenlang ROBO-lid (Regionaal Overleg Bedrijfsleven
en Onderwijs). Daarnaast kan hij zijn pleidooi voor techniek in het onderwijs kracht bijzetten in het
Platform Promotie Techniek. Binnen dit samenwerkingsverband houdt hij zich bezig met vragen als:
hoe kunnen wij het imago van het vak techniek verbeteren en is het lesprogramma zodanig dat het
goede mensen oplevert?
�� ��
�� ��
Laten zien wat we in huis hebbenHoppenbrouwers toont jongeren graag wat het in huis heeft, om hen te interesseren voor
techniek. Tegelijkertijd biedt het bedrijf stageplekken en afstudeerprojecten, zodat de jongeren
op hun beurt kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Die wisselwerking houdt Hoppenbrouwers
jong van geest en helpt het om enthousiast, geïnteresseerd personeel te vinden in een steeds
krapper wordende arbeidsmarkt. De wisselwerking tussen onderwijs en praktijk werpt haar
vruchten af. Het geeft jongeren een reëel beeld van de mogelijkheden van het vak. Maar
ook van de dagelijkse zaken op de werkvloer. “Scholieren en duale studenten die een tijdje
met ons meelopen, verbazen zich altijd over het verschil in mentaliteit en werktempo tussen
onze werknemers en hun klasgenoten. Er wordt hier hard gewerkt,” memoreert Theo. Ook
leerkrachten zijn van harte welkom om kennis en inspiratie op te doen bij Hoppenbrouwers,
net als iedereen trouwens. Daarom organiseert Hoppenbrouwers regelmatig open dagen waar
iedereen kan kennismaken met de ‘wondere wereld’ van de techniek. Ook klanten kunnen tijdens
bedrijfsevenementen het bedrijf nóg beter leren kennen. Het blijkt een gewaardeerde manier
om de banden tussen medewerkers en klanten in een informele sfeer aan te halen. Zo krijgt
Hoppenbrouwers in de loop der jaren een geheel eigen gezicht. Dat gezicht staat centraal in
advertenties van het bedrijf waarin klanten en medewerkers hun persoonlijke ervaringen vertellen.
Hoppenbrouwers daagt jongeren uit om te laten zien wat ze kunnen. Dat heeft alles te maken
met de betrokkenheid die Theo heeft met alle mogelijke vormen van onderwijs. Hij signaleert
al jaren knelpunten in het huidige onderwijssysteem: “De afgelopen jaren heeft het onderwijs
vooral in het teken gestaan van de persoonlijke ontplooiing van de leerling. De bal wordt dus
bij de leerling gelegd. Maar in mijn visie kan die ontplooiing alleen maar plaatsvinden als die
leerling zich weet te verhouden tot de praktijk waarin hij of zij straks een boterham moet
verdienen. De kennismaking met die praktijk moet dus structureel onderdeel uitmaken van het
onderwijsaanbod!” Daarom onderneemt Hoppenbrouwers zelf actie. In 2006 wordt een deel
van de werkplaats vrijgemaakt voor de eigen praktijkschool. Leerlingen doen er vakkennis op,
leren er om zelfstandig te werken en om problemen praktisch op te lossen. Jongeren die de
beroepsbegeleidende leerweg (BBL) op een ROC volgen, gaan een dag per week naar school
en werken vier dagen per week bij hun werkgever. Bij Hoppenbrouwers volgen deze leerlingen
ook nog eens een avond per week praktijklessen bij het bedrijf. In 2008 wordt Hoppenbrouwers
door Kenteq, het kenniscentrum voor technisch vakmanschap, erkend als praktijkcentrum.
Een mooie prestatie omdat de eisen die Kenteq aan een praktijkcentrum stelt hoog zijn: “Een
goede en veilige leerplaats en voldoende mogelijkheden voor het aanleren en inoefenen van
vaardigheden, relevant voor het beroep waarvoor de onderwijsdeelnemer wordt opgeleid;
Voldoende en deskundige begeleiding gericht op de deelnemer; Bereidheid tot overleg met de
onderwijsinstelling en het kenniscentrum.”
De aandacht voor onderwijs blijkt effect te hebben. Hoppenbrouwers bouwt de naam op dat
het beschikt over goed gekwalificeerd, enthousiast personeel. Dat draagt wezenlijk bij aan de
groei van het bedrijf. Theo geeft dan wel figuurlijk alle ruimte aan zijn personeel, letterlijk gezien
zitten de medewerkers in het pand aan de Brabantsehoek als haringen in een ton. Uitbreiding
kan dan ook niet uitblijven. Theo besluit tot nieuwbouw aan de Kreitenmolenstraat 201. Hij grijpt
de kans aan om in een gloednieuwe ‘thuisbasis’ letterlijk te laten zien wat het bedrijf allemaal
��
“Al op de basisschool was ik bezig met
zwakstroom. Mijn oom is directeur van
een transformatorfabriek en hij gaf me
wat spullen cadeau. Zo kon ik veilig met
elektriciteit ‘knutselen’, want met 220
volt werken durfde ik natuurlijk niet.
Voor mij was dus al vroeg duidelijk dat
mijn hart bij de techniek lag. Toen ik op
de middelbare school zat, fietste ik vaak
langs het pand van Hoppenbrouwers.
Op een keer zag ik een aankondiging
voor een open avond. Daar ging ik met
een vriend naar toe. Bij de deur kwamen
we Theo tegen. Het bleek om een open
avond voor bedrijven te gaan. Toch
heette Theo ons hartelijk welkom en gaf
hij ons een rondleiding door het pand.
Hij nam de tijd om ons met zijn bedrijf
kennis te laten maken. We vonden het
wel gaaf, dat wij ook gewoon welkom
waren. Na die avond wist ik het zeker:
voor zo’n baas en bedrijf wil ik later
gaan werken.”
Van niks naar vakman“In het laatste jaar van de middelbare
school ben ik gaan informeren of ik
Rob Heijmans, medewerker Hoppenbrouwers
‘Van niks naar vakman’
bij ‘d’n Hop’ aan de slag kon. Ik ben
geen studiebol en wilde graag met
mijn handen werken. Ik mocht op
sollicitatiegesprek komen en nog
voor mijn eindexamen heeft Henny
de Haas me aangenomen. Ik kreeg
een contract op basis van een leer/
werkovereenkomst. Dus ging ik vier
dagen werken en één dag naar school.
Na anderhalf jaar had ik mijn diploma
monteuropleiding elektrotechniek,
terwijl er twee jaar voor stond. Het
studeren ging erg goed. Vooral omdat
je in de praktijk allerlei dingen leert.
Die opgedane kennis kun je gebruiken
in je lessen. Dat motiveerde me enorm.
Meteen daarna ben ik doorgegaan met
de eerste monteuropleiding. Ook die
heb ik versneld afgemaakt. Ik dacht
toen klaar te zijn, maar in het laatste
jaar van de mts kwam ik in aanraking
met PLC-programmeren, een belangrijk
aspect van industriële automatisering.
Dit vond ik zo interessant dat ik toch
door wilde studeren. Nu volg ik een
deeltijdopleiding aan de hts, richting
industriële automatisering. Ik ben er dan
ook best trots op hoe ik me in zes jaar
ontwikkeld heb: van niks naar vakman.”
Vertrouwen“Het fijne is dat je bij Hoppenbrouwers
alle vertrouwen krijgt. En dat werkt
wederzijds. Als je vertrouwen krijgt,
beschaam je dat niet. Niet naar je
baas, niet naar je collega’s en zeker
niet naar je klant. Dat vertrouwen is de
basis van alles: de mogelijkheden voor
scholing, het zelfstandig werken en de
mogelijkheid om je op verschillende
vakgebieden te ontwikkelen. Zo ben
ik er werkenderwijs achtergekomen
dat speciaal werk me beter ligt dan
seriematig werk. Als ik daarbij de goede
sfeer en het persoonlijke contact met
collega’s en klanten optel, is voor mij de
uitkomst dat Hoppenbrouwers een erg
fijn bedrijf is om voor te werken. Hier
wil ik voorlopig nog wel blijven, want ik
voel me een echt ‘Hopje’!”
�� ��
�� ��
kan. Transparantie en openheid, dat zijn de belangrijkste uitgangspunten die Theo meegeeft aan
de Moergestelse architect Wolfs. De transparantie is duidelijk zichtbaar in het gebouw: split-level,
gebogen wanden, overal glas en een grote, open hal die een verbinding legt met alle verdiepingen
in het gebouw. Vanuit de hal kunnen bezoekers meteen zien wat er allemaal in het pand te doen
is. Ook de techniek is zichtbaar: zo zijn niet overal de kabelgoten weggewerkt. Bijzonder is de
ligging en de vormgeving van het magazijn. Direct achter de hal en duidelijk zichtbaar door de
glaswand. Want, zo is de redenatie van Theo, in mijn magazijn moeten mijn mensen aangenaam
kunnen ‘winkelen’. Daarom heeft het magazijn ook een lichte uitstraling en zijn de artikelen
uitgestald. Door de vormgeving, die bijzonder goed gestalte geeft aan de visie van Theo, is het
bedrijfspand een showroom én ontmoetingsplek voor medewerkers onderling en zeker ook voor
klanten en medewerkers. Vanzelfsprekend zijn in het pand de modernste technieken toegepast.
Hoppenbrouwers had de Nederlandse primeur van de toepassing van het LONWorkssysteem.
Dit decentrale besturingssysteem regelt onder andere de verlichting, zonwering, verwarming,
geluidsregeling en beveiliging. Het pand is de eerste tijd dan ook regelmatig voor demonstraties
van dit systeem ingezet. Bij de opening in 1998 wekt het hypermoderne pand vooral bewondering.
Ruim tien jaar later staat het pand nog steeds als een huis. Theo: “Het pand stimuleert mensen
om nog beter te presteren. Het prikkelt nog steeds de nieuwsgierigheid van iedereen die het ziet.
Bovendien dwingt het je om er iets mee te doen.”
De kroon op het werkWat een andere bedrijfsfilosofie al niet voor gevolgen heeft! Door een omslag in denken en doen
van Theo Hoppenbrouwers zijn scholing en zelfstandigheid twee belangrijke pijlers van het bedrijf
geworden. Het legt Hoppenbrouwers geen windeieren. Klanten roemen de professionaliteit en
bedrijfscultuur. Medewerkers waarderen hun werkgever met een goed rapportcijfer. Het succes van
de bedrijfsfilosofie blijft niet onopgemerkt. In 2005 krijgt Hoppenbrouwers Elektrotechniek de BOV-
trofee uitgereikt als winnaar van het thema ‘De magie van de strategie’. Deze prijs voor de Beste
Ondernemers Visie wordt elk jaar uitgereikt door de Tilburgse Junior Kamer aan een onderneming
uit de regio Tilburg die er het beste in slaagt in haar marktgebied inventief en succesvol te zijn
ten opzichte van haar concurrenten. Het is voor Theo en Henny een kroon op het werk. Ondanks
de bescheidenheid, die de bedrijfscultuur van Hoppenbrouwers siert, citeren wij uit het lovende
juryrapport: “De winnaar van de BOV trofee 2005 is in de jaren ’90 overgeschakeld van een
traditioneel hiërarchisch geleid bedrijf naar een modern, welhaast Schumpeteriaans opgezet bedrijf.
Dit is heel bijzonder omdat de kern van de medewerkers in dit bedrijf min of meer zelfstandige
ondernemers zijn of zijn geworden. Zij hebben grote bevoegdheden om bijvoorbeeld zelf orders te
accepteren. De magie van de strategie van dit bedrijf schuilt in belangrijke mate in deze benadering
en met bewezen succes. De kern van de werknemers in dit bedrijf zijn ondernemers: zij vernieuwen
binnen de onderneming, op basis van in hoge mate eigen verantwoordelijkheid, voortdurend
de portefeuille van activiteiten van complexe geïntegreerde projecten. De organisatie doet qua
verantwoordelijkheid denken aan een aantal samenwerkende vennoten in een vennootschap
onder firma: de directie fungeert daarbij als adviseur in last resort. Het is een sterk bottom-up
�0 �1
gedreven onderneming die in deze sterk afwijkt van hiërarchisch geleide collega-bedrijven. Aan
nieuwe ontwikkelingen wordt ruim baan gegeven, hetgeen ook blijkt uit het ruimhartige beleid ten
aanzien van het binnenhalen van stagiairs. Het bedrijf is bij de realisatie van deze strategie maximaal
zorgvuldig met de belangen van het personeel omgegaan, ook als ontslagen (medewerkers bleken
geen ondernemers) onvermijdelijk waren. Indien sprake was van ontslagen werd nazorg verleend
tot ver voorbij het ontslagtijdstip. De jury stelt vast dat het bedrijf met zijn strategie-magie twee
doelen tegelijk bereikt, te weten: het ontwikkelen van een veelbelovend ondernemingsperspectief
en het optimaal ruimte geven aan ondernemerstalent onder de medewerkers.” Het zijn mooie
woorden, die samengevat kunnen worden in: tevreden werknemers maken tevreden klanten!
Tevreden medewerkers voelen zich thuis in ‘hun’ bedrijf. Dat betekent dat bedrijf en personeelslid
bij elkaar moeten passen. Anno 2008 werken er bijna 200 ‘Hopjes’ bij Hoppenbrouwers. Natuurlijk
hebben ze allemaal hun eigen persoonlijkheid. Maar toch hebben ze een aantal gemene delers:
techniek heeft hun interesse en ze zijn leergierig. Hopjes vinden het een uitdaging om hun kennis
praktisch toe te passen. Ze hebben een open mentaliteit. Hopjes verstoppen zich niet als dingen
even niet gaan zoals de bedoeling is. Ze zijn verantwoordelijk en enthousiast in hun werk. Dat
enthousiasme stralen ze, soms onbewust, uit naar collega’s en klanten. En Hopjes houden van
uitdagingen in hun werk. De vraag om een onalledaagse of ingewikkelde oplossing gaan ze beslist
niet uit de weg! Daarvoor hebben Hopjes een ‘gezonde’ dosis eigenzinnigheid nodig. Juist dat
maakt ze tot bijzondere ambassadeurs van een bijzonder bedrijf!
�1
“In 1979 ben ik bij Hoppenbrouwers
begonnen. In de loop der jaren heb ik
alle functies wel bekleed, waaronder 20
jaar die van bedrijfsleider. En al hebben
Theo en ik soms flinke botsingen gehad,
over het praktijkonderwijs zijn we het
altijd roerend eens geweest. Onderwijs
is echt Theo’s stokpaardje. Hij wil de
kloof tussen school en praktijk dichten
omdat hij vindt dat technische beroepen
ten onrechte een slecht imago hebben.
Ik vind het lovenswaardig dat hij allerlei
initiatieven op dat gebied ondersteunt.
In de praktijk leren werken en op school
de bijbehorende theorie leren, dat is
daarbij onze filosofie. Daarom zei ik ook
volmondig ja toen me gevraagd werd
om na mij pensionering praktijkopleider
te blijven. Dat houdt me trouwens ook
nog jong!”
Leerlingen zijn een lust, geen last“Dat is altijd het uitgangspunt bij
Hoppenbrouwers geweest. Leerlingen,
stagiairs en afstudeerders krijgen de kans
om bij ons te leren en wij krijgen de kans
om van hen te leren! Een frisse blik doet
Jacques Donders, praktijkopleider Hoppenbrouwers
‘Je ziet je leerlingen groeien’
je bedrijf altijd goed. Het enthousiasme
van aankomende vakmensen is heel
aanstekelijk. Het mooie is dat je als
praktijkopleider je leerlingen ziet groeien.
Nieuwe werknemers die vanuit het vmbo
in dienst komen, moeten bij de basis
beginnen. Ze gaan vier dagen werken en
een dag naar school. Daarnaast volgen
ze nog een avond per week les in ons
praktijkcentrum in onze werkplaats. Die
extra praktijklessen zijn broodnodig
om er flexibele, breed geschoolde
vakmensen van te maken. Als leerlingen
hier beginnen kunnen ze bij wijze
van spreken, en soms zelfs letterlijk,
nog geen buis buigen. In twee jaar
ontwikkelen ze zich tot een vakman op
niveau 2, waarbij ze steeds zelfstandiger
functioneren en door scholing kunnen
doorstromen naar een hoger niveau. Dat
groeiproces is elke keer weer mooi om
mee te maken.”
Betrokkenheid”In 2007 ben ik door leerlingen en het
bedrijf opgegeven om mee te dingen
naar de titel van Praktijkopleider van
het jaar. Tot mijn verrassing, en het
genoegen van de leerlingen, ging ik
met de titel aan de haal. Naderhand is
me vaak gevraagd wat mijn geheim is.
Volgens mij is dat het feit dat we ons bij
Hoppenbrouwers niet puur beperken tot
het opleiden. We hebben ook aandacht
voor normen en waarden, een positieve
werkhouding en de thuissituatie van
leerlingen. We betrekken de school én
de ouders bij de opleiding. Dat laatste is
uitzonderlijk, maar erg belangrijk. Als het
niet goed gaat, zoeken we samen naar
een manier om uit het dal te kruipen.
Juist zo’n gezamenlijk vangnet is voor
een jongere belangrijk. Daardoor werkt
hij in een veilige omgeving waarin hij
het vak kan leren en snel zelfstandig
kan werken. Fouten mogen bij ons
gemaakt worden, als je er maar van
leert! Ook dat is een belangrijke pijler
in ons praktijkonderwijs. We geven
jongeren veel, maar vragen er ook heel
wat voor terug: doorzettingsvermogen,
zelfstandigheid en gedrevenheid. Dat is
niet niks en toch slaagt 100% van onze
leerlingen. Daar zijn we trots op!”
�� ��
Udenhout en Hoppenbrouwers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 1918 start het
bedrijf in het hart van dit Brabantse boerendorp. Zoals in die tijd gebruikelijk is, woont en
werkt de familie op één plek. Dat zal bij de volgende generaties zo blijven. Daardoor is niet
alleen het bedrijf Hoppenbrouwers diep geworteld in Udenhout, maar zeker ook de familie
Hoppenbrouwers. Ze voelen zich nauw verbonden met Udenhout. Of zoals ze zelf zeggen:
“We zijn echte Udenhoutse Broeders!”
Energiek uit Udenhout Aan het begin van de twintigste eeuw is
Udenhout een agrarische gemeenschap,
voornamelijk bestaande uit kleine boeren
en een goed ontwikkelde middenstand.
De kruidenier, bakker, slager, melkboer,
schoenmaker; allerhande winkeliers zijn er
gevestigd. De meeste winkels liggen aan de
huidige Kreitenmolenstraat – de belangrijkste
straat van het dorp – waar ook het Felix-
complex, de boerenbond en zuivelfabriek te
vinden zijn. De notabelen en welgestelde
boeren wonen in de Groenstraat. De kerk,
pastorie, jongensschool en het gemeentehuis liggen aan de Slimstraat. Langs de Schoorstraat staan
een aantal boerderijen, Huize Vincentius en het kasteel. Vier straten, dat is heel Udenhout in deze
tijd. Op het kruispunt van deze wegen vestigt Jan Beekmans – geboren en getogen in dit dorp –
Udenhoutse Broeder
zijn zaak, aan de Kreitenmolenstraat 3. Hij is de zoon van de Udenhoutse smid Willem Beekmans
uit de Slimstraat. Zoon Jan heeft net als zijn vader twee rechterhanden en een zakelijk instinct.
Naast smid is hij ook taxichauffeur, pomphouder, fotograaf, handelaar in elektrische artikelen en
elektrisch installateur. Hij speelt in op de plaatselijke behoeften en bouwt samen met zijn vrouw Sjo
Hoppenbrouwers een bloeiende dorpszaak op.
Het huwelijk van Jan Beekmans en Sjo Hoppenbrouwers blijft kinderloos. Daarom komt het elfjarige
neefje Willy Hoppenbrouwers in 1932 bij hen wonen. Willy is het tweede kind van Henricus
Hoppenbrouwers – hoofd van de katholieke school in de Heikant in Tilburg (nu Tilburg-Noord) – en
Anna van Spaendonk. Zij krijgen dertien kinderen. Willy is zeker niet de gemakkelijkste van het
Sjo Hoppenbrouwers Jan Beekmans
Familiefoto ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van Henricus Hoppenbrouwers en Anna van Spaendonk, de
ouders van Willy Hoppenbrouwers, oktober 1943. Willy staat 5 e van rechts op de achterste rij, zijn oom Jan Beekmans en
tante Sjo helemaal links op de achterste rij.
Familiefoto met Willy, vader Henricus Hoppenbrouwers, Jan, Cor, Henk, moeder Anna, Roos en op de voorgrond Agnes en
Marietje, circa 1930.
De broers Willy en Jan Hoppenbrouwers, ongeveer 10 en
11 jaar oud, op de fiets, circa 1930.
Willy Hoppenbrouwers op de motor in de
Kreitenmolenstraat, circa 1950.
�� ��
stel, maar wel een van de
handigste. In die tijd gebeurt
het wel vaker dat kinderloze
echtparen neefjes en nichtjes
in huis nemen. Voor de zus of
broer die ‘gezegend’ is met
een kinderrijk gezin, betekent
het een mond minder te
voeden. Van meet af aan
werkt Willy mee in de zaak.
Hard werken wordt hem met
de paplepel ingegoten. In 1939
neemt Willy op achttienjarige
leeftijd de zaak van zijn oom
en tante over. Hij gaat op
dezelfde voet verder als Jan
Beekmans. Tijdens de oorlogsjaren leert hij tijdens dansavonden in zijn vaders school de Tilburgse
Leny Wijnans kennen, waarmee hij op 7 februari 1945 trouwt. Zij gaat een belangrijke rol in het
bedrijf vervullen. Als dochter van een huisjesmelker is ze zich terdege bewust van het belang van
een goede administratie en facturering. Ze neemt die taken meteen voor haar rekening. En dat is
hard nodig, zo blijkt uit de familieoverlevering:
“Mijn moeder trok na haar trouwen in het
kantoor de bureaulades open. Die puilden uit
van de werk- en leverbonnen. Omdat haar vader
invalide was en daardoor in zijn inkomsten
voorzag door huizen te verhuren, was ze erg
doordrongen van het feit dat er hoe dan ook
brood op de plank moest komen. Ze zette
een gestructureerde administratie op, zodat
facturen en betalingen overzichtelijk werden”,
vertelt dochter Olga. Moeder Leny stippelt
gaandeweg het financiële beleid uit. Door haar
gestructureerde aanpak én zakeninstinct groeit
de zaak verder. Ook privé houdt ze de financiën
goed in de gaten. Daarnaast staat Leny in de
winkel, bedient ze de benzinepomp en bestiert
ze haar gezin, al heeft ze daarvoor broodnodige
hulp in de huishouding.
Willy en Leny krijgen zeven kinderen die, zoals
ze zelf zeggen “onder de toonbank worden
geboren”. Ze worden al jong ingeschakeld
in het huishouden of het bedrijf: rekeningen
rondbrengen, de benzinepomp bedienen of
bestellingen afleveren. De dochters Anneke en Olga werken na school en voor hun huwelijk volop
mee in de winkel. Olga helpt daarnaast haar moeder mee met de administratie en wordt hier
later alleen verantwoordelijk voor. Na haar trouwen blijft Olga in de zaak werken, al bouwt ze haar
activiteiten langzaam af. Ook oudste zoon Theo werkt tijdens en na zijn studie thuis mee. Een echt
familiebedrijf dus, waarin zaken en privéleven naadloos in elkaar overlopen. Als de gezondheid van
vader Willy eind jaren ‘60 verslechtert en hij niet meer kan werken, komt de continuïteit van het
bedrijf in gevaar. Olga kan het zich allemaal nog goed herinneren.“De vraag was of mijn ouders
de zaak moesten verkopen of dat er opvolging vanuit de kinderen zou komen. Ze vonden Theo
toen nog te jong om de grote verantwoordelijkheid voor het bedrijf te dragen. Maar ze hebben
Verlovingsfoto van Willy Hoppenbrouwers en Leny
Wijnans, Tilburg 1944.
De stand van de firma Hoppenbrouwers op de Tentoonstelling Udenhoutse Middenstand (T.U.M.) van 1960. Op de foto
links staat Leny Hoppenbrouwers tussen het witgoed, op de foto rechts is haar man Willy (links) in gesprek met een
vertegenwoordiger.
Willy Hoppenbrouwers op 18-jarige
leeftijd, 1939.
Leny Wijnans op 23-jarige leeftijd,
1944
Willy en Leny Hoppenbrouwers bij het afscheid van Toontje van den Bersselaar als kassier van de Boerenleenbank van
Udenhout, 25 februari 1967.
�� ��
hem toen duidelijk de vraag gesteld of hij interesse had om de zaak over te nemen. Hij zei ‘ja’. Dat
betekende dat mijn ouders een partij gingen zoeken die de zaak na vijf jaar weer over wilde dragen
aan Theo. Dat bleek niet zo gemakkelijk en diverse gesprekken liepen op niets uit. Er waren genoeg
geïnteresseerden, maar die wilden de zaak kopen. Uiteindelijk kwam Van den Heuvel uit Waalwijk
praten. Hij ging akkoord met een overdracht na vijf jaar aan Theo. Dat vind ik nog steeds bijzonder,
want daardoor kon Theo zich goed ontwikkelen en bleef de zaak uiteindelijk toch in de familie. In de
praktijk veranderde er niet zo heel veel. Theo en ik runden de zaak zoals we altijd gedaan hadden.”
Als Theo in 1978 de zaak officieel overneemt van Van den Heuvel is hij inmiddels al zeven jaar
getrouwd met Corrie van Esch. Geheel in lijn met de familietraditie werkt ook zij mee in de
winkel, al heeft ze geen ervaring in de detailhandel. Naarmate het bedrijf groeit, concentreert
Theo zich meer en meer op het installatiebedrijf. Corrie krijgt de volledige verantwoordelijkheid
voor de winkel, die mede dankzij haar floreert. Vanaf 1987 vormt ze een team met haar zwager
Rob Hoppenbrouwers, de jongste broer van Theo. Samen met hem en enkele medewerkers
(onder andere Jacques Donders, Ad van Esch, Nel van Kasteren, Christ van Dijk en Ad van
Dongen) houdt ze het totale bedrijf op koers als Theo eind jaren ‘80 door ziekte noodgedwongen
afstand moet nemen van de zaak. Het zijn zeker geen gemakkelijke jaren, maar het is tekenend
voor Corries doorzettingsvermogen dat ze als moeder van een jong gezin de zaken recht
overeind houdt. Na de overname van de winkel door Rob Hoppenbrouwers in 1997 blijft Corrie
als medewerker aan de winkel verbonden. De winkel en het installatiebureau gaan door deze
overname ook organisatorisch uit elkaar. Maar als vanzelfsprekend blijven beide onderdelen in
Udenhout gevestigd. Want zoals het bedrijf vervlochten is met de familie Hoppenbrouwers, zo is
het bedrijf ook vergroeid met Udenhout. Niet voor niets luidt al jarenlang het motto van de firma
Hoppenbrouwers: Energiek uit Udenhout!
Theo bij zijn plechtige communie, 1960. Theo op 9-jarige leeftijd, 1957.
“Het mooie van Theo is dat hij leeft naar
zijn visie. Dat vind ik knap, zeker omdat
hij in zijn persoonlijke en zakelijke leven
een grote omslag heeft gemaakt. Hij is
daarbij nooit teruggevallen in zijn oude
patronen. Dat getuigt van een bijzonder
karakter. Theo is gewoon zoals hij is en
doet zich niet mooier voor dan hij is.
Hij heeft oprechte belangstelling voor
zijn woonomgeving én speciaal voor de
jeugd, die de toekomst heeft. Juist onze
visies over de ontwikkeling van de jeugd
liggen heel dicht bij elkaar. We zoeken
allebei naar talenten van mensen en
naar de ‘bronnen’ van de mensen om
ons heen om zo het beste uit iemand te
halen.”
Leren met hoofd, hart en handen“We zijn ook eensgezind over de manier
waarop mensen moeten kunnen leren.
Niet alleen met het hoofd, maar ook
met hart en handen. Op onze school
staat daarbij een oude Chinese spreuk
centraal:
Wanneer ik hoor, vergeet ik
Wanneer ik zie, onthoud ik
Wanneer ik doe, begrijp ik
��
Piet Lagarde, directeur Basisschool De Wichelroede, Udenhout
‘Techniek biedt zoveel méér’
Dus komt in ons onderwijs ook het
‘doen’ nadrukkelijk en gestructureerd
aan bod. Een goed voorbeeld daarvan
zijn onze techniekkisten. Daarmee
ontdekken kinderen spelenderwijs allerlei
aspecten van techniek. Tegelijkertijd
leren ze door de opdrachten allerlei
andere vaardigheden, zoals zelfstandig
werken en samenwerken, woordenschat,
rekenen en taalvaardigheid. Juist door
praktische toepassingen kun je veel
leren. Of zoals Theo het zegt: ‘Je moet
mensen raken door ze iets moois te laten
maken’. Dat zie je ook terug in de manier
waarop Theo met zijn medewerkers
omgaat. Hij inspireert en motiveert
ze en geeft ze alle ruimte om zich te
ontwikkelen. Dat kan alleen als je open
en transparant je bedrijf leidt.”
Aanstekelijk enthousiasme“Theo wil techniek op alle mogelijke
manieren promoten en geeft materialen
voor onze techniekkisten. Ook gaan
we jaarlijks bij Hoppenbrouwers
op excursie. Daar besteden ze veel
aandacht aan. Onze leerlingen mogen
bijvoorbeeld een etalage inrichten.
Zo maken jonge kinderen op een
aansprekende manier al vroeg kennis
met de mooie mogelijkheden van een
technisch beroep. Want techniek biedt
zoveel méér! Juist Theo is een goede
ambassadeur omdat in zijn bedrijf alle
aspecten van techniek verzameld zijn en
omdat zijn enthousiasme voor techniek
zo aanstekelijk werkt. Dat draagt hij goed
over op de leerlingen van onze school.
Daarbij valt me altijd weer op dat Theo
mensen ontmoet mensen in de ware
betekenis van het woord.“
Persoonlijke klik“Theo en ik hebben een persoonlijke klik.
Omdat we het allebei belangrijk vinden
om een dynamische, inspirerende
omgeving te scheppen waarin mensen
kunnen werken. Het mooie is dat wij ook
elkaar weer inspireren. Bijvoorbeeld over
wat kinderen nodig hebben om later
goed te kunnen functioneren of over
het aantrekkelijk maken van technische
beroepen. En ook daarin zijn we het
roerend eens: als je iets leuk vindt, dan
leer je het vanzelf. Samen hebben we er
hard aan gewerkt om te laten zien hoe
leuk techniek is. Dat vind ik bijzonder
waardevol!”
��
DorpshartHoppenbrouwers Elektrotechniek is van 1918 tot 1980 in het dorpshart van Udenhout gevestigd,
de winkel zit er nog altijd. Maar ook letterlijk heeft de familie van oudsher een waar dorpshart.
Vader Willy is bijzonder actief in de plaatselijk middenstandsvereniging. Zo is hij in 1938 een van de
initiatiefnemers van de T.U.M. (Tentoonstelling Udenhoutse Middenstand), een soort huishoudbeurs
van plaatselijke winkeliers die van heinde
en verre belangstelling trekt. Een belangrijk
evenement voor Udenhout “waarbij de
dorpsclientèle kan zien wat de eigen winkeliers
vermogen te leveren”. Wegens het grote
succes wordt de tentoonstelling in 1955 en
1960 geprolongeerd. Het ondernemersgezin
Hoppenbrouwers is volop betrokken bij de
voorbereiding en uitvoering, zo blijkt ook uit
een artikel in de Nieuwe Tilburgse Courant van
maandag 15 april 1955: “Alvorens mevrouw
Verhoeven (red: vrouw van de toenmalige
burgemeester) het lint doorknipte werden
haar door de kleine Agnes Hoppenbrouwers
bloemen aangeboden, waarbij de kleine een
mooie declamatie ten beste gaf.” Maar ook in
de beursstand laat de firma Hoppenbrouwers
zich van haar beste kant zien!
2
Theo Hoppenbrouwers ongeveer 14 jaar oud (4 e van links op de achterste rij) op de lts in Oudenbosch.
“Theo en ik schelen zeventien jaar.
Dat is voor een kind een wereld van
verschil. Toch hebben we wel wat
dingen gemeen. We waren bijvoorbeeld
allebei geen studiebollen. Dat gold
overigens voor alle jongens in ons
gezin. Onze moeder had goed gezien
dat we op de lts beter floreerden dan
in een theoretische studie. Dankzij haar
– en een gewonde wielrenner die bij ons
in de winkel verzorgd werd en leraar
op de lts in Vught bleek te zijn – ging ik
daar naar school. Ondanks het feit dat
Theo en ik binnen de techniek andere
interesses hebben, zoeken we allebei
naar de nieuwste technieken om toe te
passen. En we vinden allebei dat je in
je werk mensen moet vertrouwen en
kansen moet geven. Dat hebben we van
onze moeder meegekregen. Ook haar
zakeninstinct hebben we geërfd.”
Winkel“Theo was al getrouwd en had
kinderen toen ik als jonge twintiger bij
hem in de zaak begon. Na mijn mts
zou ik eerst bij een andere werkgever
ervaring opdoen. Maar net voordat ik
examen deed, stierf onze vader. Theo
Rob Hoppenbrouwers, eigenaar Hoppenbrouwers Audio Video, Udenhout
‘Nieuwe technieken, dat interesseert ons wel’
deed al vrij snel daarna een beroep op
me om in de winkel te gaan werken.
Van jongs af aan had ik daar interesse
in. Ik weet nog dat ik op de lagere
school zat en toen al zeker wist dat
ik in de winkel wilde werken. Vooral
audiovisuele technieken hebben mijn
belangstelling en dat past goed bij het
assortiment van onze winkel. Ik vond
het dan ook een uitdaging om juist
daar te gaan werken. Wat dat betreft
kwam het mooi uit dat Theo juist meer
feeling had met het elektrotechnisch
bureau en daarop focuste.”
Nieuwe technieken“We kijken ook allebei graag vooruit.
Dus introduceerden we allerlei nieuwe
technieken in het bedrijf. Niet alleen
omdat we dachten dat er markt
voor was, maar vooral ook omdat
we zelf geïnteresseerd zijn in zulke
vernieuwingen. Wat dat betreft zijn we
wel uit hetzelfde hout gesneden. Zo
introduceerde ik in 1991 de computer
in de zaak en konden we in de winkel
meteen de klantaankopen en voorraden
goed bijhouden. Nu heel normaal, toen
een noviteit.”
Betrokkenheid“Betrokkenheid loopt als een rode draad
door onze familie. Niet alleen onderling,
maar zeker ook bij medewerkers en
klanten. Onze interesse houdt niet op
bij de voordeur. Tegelijkertijd zijn we
als familie altijd goed in staat geweest
om zaken niet onze onderlinge relatie te
laten verstoren. Natuurlijk hebben Theo
en ik zakelijk wel eens gebotst. Maar dat
heeft nooit gevolgen gehad voor onze
persoonlijke relatie. Dat hebben we ook
van huis uit meegekregen. Conflicten
los je op en voor meningsverschillen
heb je begrip. Theo heeft minder goede
herinneringen aan de periode dat het
bedrijf werd geleid door Van den Heuvel
uit Waalwijk. Ik was te klein om alles
goed te beseffen. Maar ik weet wel dat
Van den Heuvel als eerste apparatuur
van Bang & Olufsen in onze winkel
aanbood. Dat was het begin van ons
dealerschap van dit merk. En daar ben
ik nog elke dag trots op!”
��
Theo (14 jaar) aan het werk op de lts, 1962.
�1
Moeder Leny is een vrouw met een bijzonder sociaal hart. Naast de eigen zaak en haar drukke
gezin, steekt ze ook veel tijd in diverse dorpsactiviteiten. Zij is in Udenhout jarenlang bestuurslid
van het Wit-Gele Kruis en is medeoprichtster van de Hulpdienst en gezinszorg in het dorp. Ook
zit zij namens de middenstandspartij enkele jaren in de gemeenteraad van Udenhout, waarin ze
met voorkeurstemmen is gekozen. Voor de dorpsbewoners is Leny een échte Udenhoutse, al
is ze pas op haar drieëntwintigste in het dorp komen wonen. Theo treedt in haar voetsporen als
hij in 2002 lid wordt van de dorpsraad, die na de annexatie van Udenhout door Tilburg in 1999
officieel is ingesteld. Theo zal tot 2007 hier lid van blijven, waarbij hij de portefeuille jeugd- en
jongerenbeleid beheert. Dit thema heeft immers zijn speciale belangstelling. Zo vraagt hij bij de
officiële opening van het nieuwe bedrijfspand aan de Kreitenmolenstraat 201 op 2 oktober 1998
aan de genodigden een envelop met inhoud als cadeau. Het levert 7.000 gulden op, die het bedrijf
schenkt aan basisschool De Wichelroede ten bate van het project ‘Techniek biedt zoveel méér’.
Binnen dit project heeft de school in de loop der jaren 150 leskisten ontwikkeld waarin techniek in
allerlei facetten zit besloten. Deze lesmaterialen maken structureel onderdeel uit van het lesaanbod,
waardoor wekelijks 200 leerlingen op deze school aan de slag gaan met techniek. Overigens krijgt
de Udenhoutse basisschool landelijke aandacht voor én navolging van dit initiatief. Nog steeds
onderhoudt deze basisschool een goede band met Hoppenbrouwers, zoals blijkt uit een jaarlijkse
excursie naar het bedrijf. Als Theo in 2005 50% van zijn aandelen overdraagt aan Henny de Haas,
wordt de genodigden van dit feestelijke moment weer verzocht om een bijdrage in een envelop te
doen. Het totale bedrag komt ten goede aan de openbare speeltuin Vincentius in Udenhout.
Van oudsher ondersteunt Hoppenbrouwers ook het verenigingsleven in het dorp. Zo sponsort het
bedrijf de plaatselijke hockeyvereniging en wielerclub. “Geen enkele vereniging klopt tevergeefs
bij ons aan,” zeggen verschillende medewerkers van het bedrijf. Het maakt Hoppenbrouwers goed
zichtbaar in het dorp en de regio en dat past bij een ondernemend bedrijf, zoals ook vader Willy vele
jaren geleden al vond. Dochter Olga vertelt hierover: “Mijn vader was heel creatief en verzon altijd
ludieke acties om publiek naar de winkel te trekken. Bij elke opening na een verbouwing was er wel
een bijzondere actie. Zoals een grote houten wand met kastjes. Elke woning kreeg een sleutel en zo
kon men proberen of de sleutel op een van de deurtjes paste. En achter elk deurtje zat een mooie
prijs, vanzelfsprekend afkomstig uit ons assortiment. Maar ook in kleine dingen was hij creatief.
Zo maakte hij een omslag voor de televisiegids. Zijn redenatie was: zo zien mensen elke dag onze
naam en komen ze vanzelf een keer naar de winkel.”
Het zit in de familieHoppenbrouwers is letterlijk en figuurlijk een écht familiebedrijf. Alle kinderen van Leny en Willy
hebben in het bedrijf gewerkt. Medewerkers voelen zich verwant met het bedrijf en sommigen
werken er al meer dan 30 jaar. De bedrijfscultuur is ook karakteristiek voor een familiebedrijf: hard
werken, maar zeker ook op zijn tijd de teugels laten vieren. Daarom organiseert Hoppenbrouwers
allerlei activiteiten voor medewerkers en gezinsleden, zoals Sinterklaas, Kerstmis, het Hopcafé en
een jaarlijkse barbecue. Daarnaast houdt de belangstelling voor elkaar niet op bij de voordeur.
�0
Theo aan het werk, circa 1968. Theo in de winkel op de Kreitenmolenstraat, circa 1978.
��
Medewerkers zijn op de hoogte van elkaars wel en wee en tonen oprechte wederzijdse
belangstelling. Het is een van de geheimen van het succes van Hoppenbrouwers. Door samen op
te trekken, kun je immers meer bereiken. En dat blijkt te werken!
Als begin jaren ’90 blijkt dat zijn kinderen Bas, Wieneke en Willem geen interesse hebben in een
bedrijfsopvolging, start Theo een zoektocht naar een geschikte opvolger. Het is geen sinecure
om iemand te vinden die drager is van het ‘Hoppenbrouwers-DNA’. Uiteindelijk vindt Theo een
gelijkgestemde in Henny de Haas. Theo is bij zijn komst in 1999 eerlijk over zijn verwachtingen:
“Ik houd hier de pannetjes op het vuur, maar het is net iets te groot voor mij. Mijn opvolger moet
met zijn hoofd de zaak leiden, maar in de bedrijfsvoering zijn hart volgen.” Henny is meteen
enthousiast over Hoppenbrouwers: “Ik dacht, dit is mijn bedrijf, hier kan ik iets van maken.
Maar ik wilde wel graag gefaseerd het bedrijf overnemen. Dan kon ik er op een gedegen en
rustige manier ingroeien en zou ik tijd en ruimte hebben om het vertrouwen van het personeel te
verdienen. Theo had dan ook genoeg tijd om het los te laten. Theo deelde deze visie gelukkig.”
Theo en Henny blijken een uitstekende match te zijn. Beiden houden ze de cultuur van het
familiebedrijf in ere: concentreren op de lange termijn, respect voor de medewerkers en daarnaar
handelen. Die eigenschappen zijn ingebakken bij de familie Hoppenbrouwers. Maar zeker ook
in het karakter van Henny de Haas. Of zoals Theo het zegt: “Mijn opvolger heeft hart voor de
elektrotechniek en hetzelfde DNA als ik. Dat geeft me alle vertrouwen voor de toekomst!”
��
Theo en zijn vrouw Corrie voor hun huis in de Kreitenmolenstraat, 2008.
Theo in 2006 tijdens een familiedag.
��
Colofon
Dit boek is mede tot stand gekomen dankzij de welwillende medewerking van:Familie Hoppenbrouwers, Kees van den Bersselaar (Heemcentrum ’t Schoor), Christ van Dijk, Roel van
Eerd (Van Eerd), Hans Haens (Efteling), Frans Jonckheere (Meco Equipment Engineers), Piet Lagarde
(basisschool De Wichelroede), Lex Stawicki (Koning Willem II College), Marinus Wolfs (Wolfs Architecten)
en medewerkers van Hoppenbrouwers Elektrotechniek.
Idee, ontwikkeling en productie:Anno’04, Best
Onderzoek, interviews en tekst: Hubertine van den Biggelaar, Wim Maas
Ontwerp en opmaak: René van der Horst, Mike Twilhaar
Grafische begeleiding: Joop Kemper
Eindredactie:Maryvon Putman, Hoppenbrouwers Elektrotechniek
Fotografie:Familie Hoppenbrouwers, Dion de Bakker, Ruth Besselink, James van der Borght, Harrie van Breugel,
Heemcentrum ’t Schoor en Hoppenbrouwers Elektrotechniek.
Druk:Drukkerij Verhagen, Veldhoven
Boekbinderij Van Mierlo, Nijmegen
Hoppenbrouwers Elektrotechniek heeft er naar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens
wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich
tot Hoppenbrouwers Elektrotechniek wenden.
© 2008 Hoppenbrouwers Elektrotechniek / Anno’04
ISBN 978-90-70295-31-8
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Hoppenbrouwers Elektrotechniek.
Top Related