Economische vooruitzichten 2009-2010 voor België
G. QuadenGouverneur
Persconferentie, 7 december 2009 - Embargo 13u.
Recente activiteitsontwikkeling: internationale vergelijking (veranderingspercentages van het bbp, voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens)
Kwartaalgegevens
K/K-1 K/K-4
2008K3 2008K4 2009K1 2009K2 2009K3 2009K3
België -0,2 -2,1 -1,8 -0,1 0,5 -3,5
Duitsland -0,3 -2,4 -3,5 0,4 0,7 -4,8
Nederland -0,7 -1,0 -2,4 -1,0 0,4 -4,0
Italië -0,8 -2,1 -2,7 -0,5 0,6 -4,6
Frankrijk -0,2 -1,5 -1,4 0,3 0,3 -2,4
Eurogebied -0,4 -1,9 -2,4 -0,2 0,4 -4,1
Verenigd Koninkrijk -0,7 -1,8 -2,5 -0,6 -0,3 -5,1
VS -0,7 -1,4 -1,6 -0,2 0,7 -2,5
Japan -1,7 -3,0 -3,2 0,7 1,2 -4,4
Bronnen: EC, INR.
2
Indicatoren van het ondernemers- en consumentenvertrouwen(gestandaardiseerde gegevens1)
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
20062006 2007 2008 2009
België (NBB) Eurogebied (EC) VS (Conference Board)
Consumentenvertrouwen
Bronnen: EC, Thomson Reuters Datastream, NBB. 1 Deze reeksen werden bekomen door van de basisgegevens het gemiddelde af te trekken en te delen door de standaardafwijking sinds januari 1985.
3
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
2006 2006 2007 2008 2009
België (NBB) Eurogebied (EC) VS (ISM)
Ondernemersvertrouwen (verwerkende nijverheid)
Opeenvolgende voorspellingen voor de bbp-groei van 2009
Bron: Consensus Economics.
4
Bron: Consensus Economics.
5
Opeenvolgende voorspellingen voor de bbp-groei van 2010
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
2004 2005 2006 20082007 2009r 2010r-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
Bbp en conjunctuurindicator(seizoengezuiverde gegevens)
Bbp naar volume1 (linkerschaal) Algemene synthetische conjunctuurindicator (rechterschaal)
Veranderingspercentages t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar
Veranderingspercentages t.o.v. het voorgaandekwartaal
Afgevlakte reeks
Brutoreeks
Bronnen: INR, NBB.1 Voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens.* Flash-raming voor het derde kwartaal van 2009.
Jaarlijkse veranderingspercentages
3,1 2,0 0,8 -3,12,8 2,8 1,0
*
6
Bestedingscomponenten(veranderingspercentages, voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens)
2006 2007 2008 2009r 2010r
Consumptieve bestedingen van de particulieren 1,8 1,6 1,0 -1,6 0,8
Consumptieve bestedingen van de overheid 1,0 2,6 3,3 2,2 1,1
Bruto-investeringen in vaste activa 2,7 5,7 3,8 -4,1 -1,3
Woningen 3,4 -0,8 -1,6 -2,7 -1,9
Overheid -12,4 3,6 3,4 7,6 2,6
Ondernemingen 4,5 8,7 6,1 -5,8 -1,6
Totaal van de binnenlandse bestedingen,
ongerekend voorraadwijziging11,7 2,6 2,1 -1,2 0,4
Voorraadwijziging1 0,6 0,1 -0,2 -1,3 0,4
Netto-uitvoer van goederen en diensten1 0,4 0,2 -1,0 -0,6 0,2
Uitvoer van goederen en diensten 5,0 4,4 1,4 -12,1 3,0
Invoer van goederen en diensten 4,7 4,4 2,7 -11,5 2,7
Bbp 2,8 2,8 0,8 -3,1 1,0
Bronnen: INR, NBB.1 Bijdrage tot de verandering van het bbp.
7
Reëel bbp: positieve groei, maar lange weg te gaan(indexcijfers, K2 2008 = 100)
8
Bronnen: INR, NBB.
-4,2 pct.-2,5 pct.
Inflatie
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
(HICP-veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende periode van het voorgaande jaar)
Bronnen: EC; FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie; NBB.1 Nationale consumptieprijsindex ongerekend de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid, namelijk tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel.
Totale inflatie Voornaamste componenten van de HICP
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
Levensmiddelen (linkerschaal)
Diensten (linkerschaal)
Niet-energetische industriële goederen (linkerschaal)
Energie (rechterschaal)
Totale inflatie
p.m. Gezondheidsindex 1
9
2006 2007 2008 2009r 2010r2004 2005 2006 2007 2008 2009r 2010r2004 2005
Geharmoniseerde werkloosheidsgraad(procenten van de beroepsbevolking)
Bronnen: EC, NBB.
10
Eurogebied
Realisaties
Projecties
België
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010r
VS
Werkgelegenheid in personen en arbeidsvolume in uren(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
Bronnen: INR, NBB.
-3
-2
-1
0
1
2
3
2006 2007 2008 2009r 2010r
-3
-2
-1
0
1
2
3
Werkgelegenheid in uren
Werkgelegenheid in personen
Aantal gewerkte uren per persoon
11
Aanbod van en vraag naar arbeid(jaar-op-jaarveranderingen in duizenden personen, tenzij anders vermeld)
Bronnen: ADSEI, INR, RVA, NBB.1 Landbouw, industrie, bouwnijverheid, handel en horeca, vervoer en communicatie, financiële diensten, vastgoed en diensten aan ondernemingen, met uitzondering van dienstenchequebanen.2 Procenten van de beroepsbevolking. Deze reeks stemt overeen met de resultaten van de arbeidskrachtentelling die, overeenkomstig de Eurostat-methodologie,
maandelijks worden aangepast aan de hand van de nationale administratieve gegevens.3 Werkzame personen in procenten van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar).
12
2006 2007 2008 2009r 2010r
Beroepsbevolking +47,2 +18,9 +56,7 +25,6 +24,7
Totale werkgelegenheid +52,7 +72,1 +82,5 -27,3 -64,7
Loontrekkenden (incl. grensarbeiders) +48,2 +64,7 +72,3 -30,0 -59,3
waarvan: conjunctuurgevoelige bedrijfstakken1 +32,5 +49,0 +48,7 -55,0 -79,9
Zelfstandigen +4,5 +7,4 +10,1 +2,6 -5,4
Niet-werkende werkzoekenden -5,5 -53,2 -25,8 +53,0 +89,4
p.m. Geharmoniseerde werkloosheidsgraad2 8,3 7,5 7,0 7,9 9,0
p.m. Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraad3 61,0 62,0 62,4 61,6 60,4
Consumptie, beschikbaar inkomen en spaarquote van de particulieren(volumegegevens, veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld)
Bronnen: INR, NBB.
-2
-1
0
1
2
3
4
1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009r 2010r
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Consumptieve bestedingen van de particulieren
Bruto beschikbaar inkomen van de particulieren
Spaarquote van de particulieren (in procenten van het bruto beschikbare inkomen) (rechterschaal)
(linkerschaal)
13
14
Overheidsfinanciën: België en eurogebied1
(procenten bbp)
Bronnen: EC, INR, NBB.1 Volgens de in het kader van de procedure bij buitensporige overheidstekorten gebruikte methodologie.
-8
-7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
r
2010
r
België Eurogebied
Financieringsbehoefte (-) of -vermogen
Geconsolideerde brutoschuld
= 39 pct. bbp
Bronnen: EC, NBB (België).
Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van het financieringssaldo(procenten bbp)
2007 2009r 2010r
Finland 5,2 -2,8 -4,5
Duitsland 0,2 -3,4 -5,0
Italië -1,5 -5,3 -5,3
België -0,2 -6,1 -5,4
Nederland 0,2 -4,7 -6,1
Eurogebied -0,6 -6,4 -6,9
Frankrijk -2,7 -8,3 -8,2
Spanje 1,9 -11,2 -10,1
Ierland 0,3 -12,5 -14,7
Verenigd Koninkrijk -2,7 -12,1 -12,9
Verenigde Staten -2,7 -11,3 -13,0
15
Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van de overheidsschuld(procenten bbp)
2007 2009r 2010r
Finland 35,2 41,3 47,4
Nederland 45,5 59,8 65,6
Spanje 36,1 54,3 66,3
Duitsland 65,0 73,1 76,7
Frankrijk 63,8 76,1 82,5
Ierland 25,1 65,8 82,9
Eurogebied 66,0 78,2 84,0
België 84,2 98,1 102,0
Italië 103,5 114,6 116,7
Verenigd Koninkrijk 44,2 68,6 80,3
Verenigde Staten 61,9 84,8 93,6
16
Bronnen: EC, IMF (Verenigde Staten), NBB (België).
Rendementsverschillen van de staatsleningen op tien jaar t.o.v. de Duitse bund (daggegevens, basispunten)
17
Bron: Thomson Reuters Datastream.
2007 2008 2009
Recente vooruitzichten voor België
Bbp Inflatie1 Begrotingssaldo2
2009 2010 2009 2010 2009 2010
NBB (december 2009)3 -3,1 1,0 0,0 1,6 -6,1 -5,4
Federaal Planbureau (september 2009)4 -3,1 0,4 0,0 1,5 n.b. n.b.
Consensus primary dealers (september 2009) -3,0 1,1 0,1 1,1 -4,7 -5,4
IMF (oktober 2009)5 -3,2 0,0 0,2 1,0 -5,9 -6,3
EC (november 2009)6 -2,9 0,6 0,0 1,3 -5,9 -5,8
OESO (november 2009)7 -3,1 0,8 -0,1 1,0 -5,7 -5,6
Consensus Economics (november 2009) -3,4 0,6 0,2 0,9 n.b. n.b.
1 HICP, behalve Federaal Planbureau: NICP.2 Procenten bbp.3 Hypothesen voor 2010: wisselkoers 1 euro = 1,49 $, olieprijs = 81,4 $.
4 Hypothesen voor 2010: wisselkoers 1 euro = 1,42 $, olieprijs = 76,5 $.5 Hypothesen voor 2010: wisselkoers 1 euro = 1,41 $, olieprijs = 76,5 $.6 Hypothesen voor 2010: wisselkoers 1 euro = 1,48 $, olieprijs = 76,5 $.7 Hypothesen voor 2010: wisselkoers 1 euro = 1,49 $, olieprijs = 77,0 $
18
Top Related