Download - Dure dierenbruggen. NRC Wetenschap Zaterdag 15-09-2012

Transcript

8 We t e n s ch a p

ren. Eigenlijk brengen we de dingenterug zoals ze horen.” Er is ‘duide-lijk resultaat’ dat aantoont dat hetwerkt, verzekerde ze diezelfde dagin haar toespraak.

Maar biologen vinden de situatieniet ‘simpel’. Zoals Hans-Peter Koe-lewijn, die DNA-onderzoek uitvoerdebij edelherten op de Veluwe: “Eco-ducten kunnen werken, maar toondat dan eens een keer goed aan. Er isgeen of nauwelijks aandacht voor ge-richte monitoring, alleen maar voorhet aanleggen.” Of ecoloog Edgarvan der Grift van instituut Alterra,onderzoeker van wildviaducten:“Dragen de ecoducten bij aan het instand houden van diersoorten? Datweten we niet.”

B oswa c h ter sZe staan niet alleen. In het juli-

nummer van het toonaangevendewetenschappelijke tijdschrift Tr e n d sin Ecology and Evolution schreven deCanadezen David Lesbarrères enLenore Fahrig een opiniestuk vanacht pagina’s over ecoducten en ver-gelijkbare wildpassages. Hun con-clusie: “Er is weinig onderzoek omeen goede evaluatie van hun effectenuit te voeren.”

De vraag is niet of er dieren heenen weer lopen over de Nederlandsewildbruggen. Dat wild is er. In hetkantoor van Natuurmonumenten,aan de bosrand bij Dieren, zittenboswachters André ten Hoedt en

E C O LO G I E De wildviaductenverspreiden zich als een olievlekover Nederland. Maar of herten,vlinders en hagedissen er iets meeopschieten wordt niet onderzocht.

H ester v an S anten

E del hertF O T O S T O C K . X C H N G

In maart vorig jaar liep eenedelhertmannetje op de Velu-wezoom met een grote gelehalsband om zijn nek. In die

halsband zat een zender die aan eensatelliet steeds doorgaf waar het dierheen ging. Het mannetje liep op derand van de Veluwezoom bij Dieren.Toen, in de herfst, begon de bronst-tijd. Het dier trok naar het Deeler-woud, hemelsbreed vijftien kilome-ter verderop op de Veluwe. Mis-schien heeft het mannetje daar meteen vrouwtje gepaard – dat regi-streert de zender niet. Na de bronstkeerde het mannetje weer terug naarde Veluwezoom.

Het klinkt niet opzienbarend. DeVeluwe lijkt immers weids en na-tuurlijk. Naaldbossen, loofbossen,zandverstuivingen, tot aan de hori-zon – daar is vijftien kilometer eenpeuleschil. Maar het edelhertman-netje is tijdens zijn tocht wel eenvierbaans snelweg overgestoken. DeA50 over, heen en terug.

Het mannetje in kwestie liep overéén van de oudste ecoducten van Ne-derland, het ‘wildviaduct’ Terlet. Enhij gebruikte die natuurbrug precieswaar die voor bedoeld is. Om nietaangereden te worden. Om zijn leef-gebied te vergroten. En om zijn ge-nen uit te wisselen met soortgenotenaan de overkant, zodat de populatieedelherten op de Veluwe niet aan in-teelt ten onder gaat.

Dit edelhert is een goed voorbeeldvan hoe ecoducten kunnen werken.Maar biologen wijzen er op dat hetmisschien niet méér is dan dat – éénmooi voorbeeld. Van wildviaducten,die momenteel op veel plaatsen inNederland worden aangelegd, is nietbekend of ze bijdragen aan het instand houden van diersoorten. Envoor edelherten is dat zelfs onwaar-schijnlijk. Er moeten vanwege denieuwe ecoducten zelfs extra edel-herten afgeschoten worden.

Ecoducten, de viaducten-zonder-weg-erover die natuurgebieden metelkaar verbinden, waren lang een be-zienswaardigheid: tot 2000waren ermaar vier in heel Nederland. Maaropeens liggen ze overal. Er zijn er al20, met nog eens circa 17 ecoductenin aanbouw en 10 in voorbereiding.Ecoducten kosten 2 tot 8miljoen eu-ro per stuk.

Het eerste nieuwe Veluwse eco-duct dat open ging, was ecoductHoog-Buurlo over de A1, vorig jaarseptember. Minister Schultz vanHaegen van Infrastructuur en Mili-eu schetste bij de feestelijke openingde bedoeling van ecoducten. “Het isvrij simpel”, zei ze tegen OmroepGelderland, “je zorgt dat de dierendóór kunnen. Dat ze voort blijvenbestaan en dat ze geen gevaar opleve-

Dure dierenbruggen

‘Duidelijke resultaten’ van minister Schultz bestaan in werkelijkheid nietMinister Schultz van Haegen weesvorig jaar op ‘duidelijk resultaat’over de uitwisseling van herten enzwijnen via het ecoduct Terlet, in1988 aangelegd tegelijkertijd metde snelweg A50. Uit DNA-onder-zoek, vertelde ze, was gebleken datde dieren aan weerszijden van Ter-let familie van elkaar waren. Desuggestie: die zijn op grote schaalbij de buren geweest om er te pa-ren of zich te vestigen. Mooi bewijsvoor het nut van ecoducten.Het verwantschapsonderzoek bleekgedaan door Hans-Peter Koelewijn,tot voor kort bioloog bij Alterra. Deverslagen liggen bij hem thuis ineen doos – alleen de betrokken or-ganisaties hadden een kopie. Koe-

“Helpen de ecoductenbij het in stand houdenvan diersoorten?Dat weten we niet.”Edgar van der Grift, ecoloog

lewijn: “De conclusies liggen ietsgenuanceerder dan men nu graagze g t . ”Koelewijn en zijn collega HughJansman verzamelden sinds 2006bloedmonsters van aangereden engeschoten wild op de Veluwe. Zewilden de effecten van de nieuweecoducten onderzoeken en haddendus basisgegevens nodig over deverwantschappen onder het wild inhet gebied. Als door de nieuweecoducten die banden zouden ver-anderen, zouden ze dat in de toe-komst zien, was het idee.De edelherten en zwijnen aanweerszijden van Terlet leken gene-tisch inderdaad sterk op elkaar,vergeleken met elders in het zuid-

oosten van de Veluwe.Maar, waarschuwt Koelewijn: “Deaantallen monsters zijn te klein omspecifieke conclusies te trekken.”Hij onderzocht 17 edelherten op deVeluwezoom en slechts 2 aan deandere kant, op landgoed HoogDeelen. De studie rond Terlet wasimmers bedoeld als pilot. En daar-naast: edelherten worden zo oud,dat hun verwantschap wellicht aldateert van vóór de aanleg van deA50. “Het interessantste ligt nog inde vrieskist”, zegt de bioloog. Al-terra heeft recente bloedmonstersvan veel meer wild, van de heleVeluwe. Maar door geldgebrek enpersoonlijke omstandigheden zijndie nooit onderzocht.

Wi l d z w i j n F O T O S H U T T E R S T O C K

DE HOGE

VELUWE

Apeldoorn

A28

A50

A12

A348

A50

A1

Arnhem

Ede

Wageningen

Harderwijk

Wolfhezerheide (2012)

Jac.P. Thijsse (2012)

Oud Reemst (2012)

Harm van de Veen (1999)

Hulshorst (2012)

Middachten (tunnel, 2012)

Terlet (1988)

Woeste Hoeve (1988)

Tolhuis (2012)

Hoog Buurlo (2011)

in voorbereiding

NRC 150912 /Frédérik Ruys, Vizualism 2012.06.10

VOGELSINSECTENREPTIELEN,AMFIBIËN

KLEINEZOOGDIEREN

GROTE ZOOGDIEREN

Vlinders,sprinkhanen,loopkevers

Adder,gewone pad,

heikikkerkamsalamander

Boommarter,wezel, egel,

vleermuis, das

Wild zwijnRee,Edelhert

9

menleving voor over?”, zegt woord-voerder Petra Borsboom. “We gaangeen onderzoek financieren op demillimeter, zoals hoe vlindersoort Azich de komende 20 jaar ontwik-kelt.” De provincie besteedt 200.000euro aan de camera’s op de ecoduc-ten, voor de komende twee jaar. Alswetenschappers nader onderzoekwillen doen, moeten die het initia-tief nemen en fondsen werven.

Van der Grift vindt juist onder-zoek naar ‘vlinder A’ n o o d z a k e l ij k .Of naar muizen, kamsalamanders,zandhagedissen en adders. “Het bes-te ecoduct verbindt ecosystemenmet elkaar. Dat trekt dus niet alleengroot wild, maar ook kleine dierenen zelfs bodemfauna.” A n d e r z ij d szijn het ook die kleine dieren diewellicht juist niet van ecoducten pro-fiteren, door negatieve invloeden inde omgeving. “Een adder bereikt hetecoduct over een snelweg misschienniet doordat hij al door smallere we-gen wordt tegengehouden.”

Fo t o g e n i e kVrijwilligers van de stichting

RAVON tellen momenteel reptielenop Terlet, maar dat is een uitzonde-ring. Tot nog toe ging het bij ‘verbin-den van dierpopulaties’ op de Velu-we vooral om edelherten (C ervus elap -h us). Toen Terlet en Woeste Hoeve in1988 opengingen, heetten ze zelfs‘cerviducten’. Edelherten leggengrote afstanden af en zijn op de Velu-

Dure dierenbruggen

Paul Jansen ernaar te kijken. Vijftienkilometer verderop ligt wildviaductTerlet, hét uithangbord voor de Ne-derlandse ecoducten. De mannenspotten het wild er dagelijks met eenbewakingscamera. Er gaat al 25 jaargeen dag voorbij zonder dat er eenhert, zwijn of rund oversteekt.

Op hun computerscherm ver-schijnt een groepje herten. “Edel-herten”, constateert Ten Hoedt.“Een aardige groep van 14stuks. Danzie je al hoe lastig het is om ze alle-maal te tellen. Laat staan als er 40heen gaan, en 20 meteen weer te-rug .” Volgende beeld. “Hier is het aldonker. Wat is het nou? Dit vraag ikaltijd even aan Paul.” “Twee edelher-ten”, zegt die beslist. “Als ze zo rus-tig lopen, lukt het wel.”

Nieuwe koloniesNergens wordt – dankzij Natuur-

monumenten – zo intensief geteldals op Terlet, en de inrichting ervangeldt als voorbeeld voor de nieuweecoducten. Terlet is 50 meter breed.Het is een zandige grasvlakte, meteen dichte rij bomen aan de zijkant.Over de hele lengte is een wal vanboomstronken opgestapeld, voorkleine dieren. Op een aantal nieuweecoducten komt ook nog een ‘nattezone’ voor kikkers en salamanders.

De natuurorganisatie is er opgeto-gen over, en ecoloog Edgar van derGrift is het daarmee eens. “Te r l e twordt boven alle verwachtingen ge-

bruikt. Blijkbaar ligt het op de goedeplek. Beesten accepteren het, het isgoed ingericht.” Van der Grift leidtbij het Wageningse instituut Alterrasinds tien jaar het onderzoek naarecoducten en andere faunapassages(dassentunnels, marterbruggen, etcetera). Van der Grift is kritisch overhet gebrek aan kennis over ecoduc-ten, maar de bouw ervan keurt hijzeker niet af. “Voor mij zou er geenecoduct minder hoeven”, zegt hij alswe haast uitgepraat zijn.

Ecoduct Woeste Hoeve, ook overde A50, lijkt ook intensief gebruikt teworden door het grote wild. Maarzeker is dat niet: er is al is sinds 2005niet meer geteld. Op het derde oude-re Veluwse ecoduct, ‘Harm van deVe e n ’ over de A1 (1999), is zelfs alleenin 2000 kort onderzoek gedaan. Hetbleek er veel minder druk dan elders.Die waarneming leidde nooit tot eenvervolgstudie. Toch werd vorig jaarhet nieuwe ecoduct Hoog-Buurlovlak bij Harm van de Veen aange-legd. Zonder dat onderzocht is of bij

de nieuwe natuurbrug ook weinigwild te verwachten is, en of daar ietsaan te verbeteren valt.

En zelfs al z ij n die ruwe gegevenser, dan zegt dat niet genoeg, bena-drukt Edgar van der Grift. Wat hij alsecoloog wil weten, is of het wild in-derdaad, in de woorden van de mi-nister, ‘dóór kan en blijft voortbe-staan’. Of de wildpopulaties van eengroter leefgebied profiteren, nieuwgebied koloniseren. En, uiteindelijk,of ze levensvatbaarder worden door-dat de dierpopulatie groeit en inteeltvermindert.

Van der Grift bewees door zijn ja-ren onderzoek wel dat dieren via eenecoduct nieuwe gebieden kan kolo-niseren. Dat was bijvoorbeeld zo bijhet ecoduct Zanderij-Crailoo in hetGooi. Twee jaar nadat dat wildvia-duct was aangelegd, verschenen eropeens dassen aan de kant waar zevoorheen nooit zaten. “Ze haddenecht geen andere manier om de wegen de spoorlijn over te steken. Doorhet ecoduct zaten weer dassen in hetbos, ze kregen jongen. Dat was in2008 en ze zitten er nog steeds.”

Het team van Van der Grift speur-de in dat gebied langdurig naar die-ren in de omgeving van het ecoduct.Op de Veluwe wordt dat soort onder-zoek niet gedaan, er zijn vooral ca-merawaarnemingen óp de ecoduc-ten. Van der Grift heeft er weinigaan, zegt hij. “Als we 1.000 overste-kende edelherten per jaar zien, is datdan genoeg? Of 100?” De bouwersvan de ecoducten hebben alleen alsdoel gesteld wélke diersoortenmoesten oversteken. Van der Grift:“Maar hoeveel dieren de bruggenmoeten gebruiken en welke invloeddat op de soort moet hebben, daarhoudt men zich niet mee bezig.” Te -gen het eind van het gesprek is hij di-recter: “Een politicus is blij met eenfotootje van een ree op een ecoduct,maar wetenschappelijk zegt dat na-tuurlijk niets.”

Zijn instituut Alterra diende in2009 een voorstel in bij Rijkswater-staat en het ministerie van L N V, omvoor de nieuwe ecoducten en anderefaunapassages gedurende 25 jaar teonderzoeken wat de invloed ervanop dierpopulaties is. Kosten: 50 mil-joen. Van der Grift: “Ecoducten zijnniet goedkoop. Je wilt er dus niet teveel aanleggen, maar ook niet teweinig. Anders is de investe-ring voor niets geweest.”Het werd afgewezen.

Het ministerie van In-frastructuur en Milieuwil nauwelijks reage-ren op de kritiek. Eenwoordvoerder zegt al-leen dat het ministe-rie kijkt “of het eco-duct gebruikt wordt”.

De provincie Gel-derland is concreter.“De vraag is: hoeveelgeld hebben we er als sa-

“Ecoducten kunnenwerken, maar toon datdan eens een keer goedaan.”Hans-Peter Koelewijn, bioloog

Studies naar ecoducten zijn moeilijk te vinden en vaak matig van kwaliteit

Nederland heeft een voorbeeld-functie op het gebied van ecoduc-ten. Nergens is zo veel aandachtvoor het verbinden van door we-gen gescheiden snippers natuur.Maar een buitenlandse onderzoe-ker die er iets van wil weten, zoueen lastige klus hebben.Van alle recente waarnemingen-reeksen van dieren op de Veluwseecoducten, bijvoorbeeld, bleek ermaar één in een Engelstalig weten-schappelijk tijdschrift gepubliceerd– zij het drie jaar na dato. Anderetellingen waren er alleen in het Ne-derlands en bleken moeilijk te vin-

den. Ze stonden ergens op een in-ternetpagina, of in een lokaal vak-tijdschrift, of in een oud rapport datalleen bij de auteurs op te vragenwas. Verwarrend is ook dat er zoveel uitvoerders van onderzoek zijn:terreinbeheerders zoals Natuurmo-numenten, natuurverenigingen,wetenschappelijke instituten, com-merciële bureaus.Gebrekkige verslaglegging vanecoducten-onderzoek is eerder re-gel dan uitzondering, schrijven Da-vid Lesbarrères en Leonore Fahrig

in T r e n d s in E c olog y a n dE v o l u t i o n . Bij-

na alles is enkel in 'grijze literatuur'(beperkt verspreide rapporten zon-der pe e r r e v ie w ) te lezen, schrijvenze. Ze denken dat het komt doordatde onderzoekers vaak voor lokaleopdrachtgevers werken en niet hetnut inzien van bredere toegang.Ook vinden ze de kwaliteit van veelonderzoek matig, zodat het nooit ineen wetenschappelijk tijdschriftzou worden geaccepteerd. “In eentijdperk waarin de meeste weten-schappelijke resultaten overal be-schikbaar zijn, blijft dit onderzoeks-veld een beetje in de middeleeu-wen hangen.”

we wijdverspreid. Als één soortzou profiteren van de nieuwe

verbindingen, was het dathert. Bovendien hebben her-ten hun imago mee. Ze zijnfotogeniek en als ze zich bui-ten de aangewezen natuurbegeven, richten ze minderschade aan op akkers dan

wilde zwijnen.Door de nieuwe Veluwse

ecoducten moeten de edelher-ten zich over de hele Veluwe kun-

nen verspreiden, en ze de moge-lijkheid bieden om uit te wijken naarde vruchtbare landbouwgebiedenbij het Veluwemeer en in de valleienvan IJssel en Rijn.

Maar zelfs over de verspreidingvan de iconische edelherten via deecoducten is nog nauwelijks iets be-kend. Toen minister Schultz vanHaegen tijdens haar toespraak over‘duidelijk resultaat’ sprak, doelde zeop DNA-onderzoek. Daaruit zou ge-bleken zijn dat ecoduct Terlet edel-hertengroepen aan weerszijden metelkaar verbindt. Maar die resultatenblijken bij navraag prematuur enverre van duidelijk (zie kader). Enhet zenderonderzoek van Natuur-monumenten is veelbelovend, maarnog in analyse.

Wat kunnen we verwachten? Voorde levensvatbaarheid van de Veluwseedelhertenpopulatie verwacht Vander Grift weinig van de ecoducten.“Edelherten staan niet op uitster-ven. Ze worden beheerd met het ge-w e e r. ” Van de circa 3.000 edelhertenop de Veluwe worden er elk jaar so-wieso 1.000 tot 1.400 afgeschoten omte voorkomen dat het er meer wor-den. Maar het leven van de dierenwordt er wel beter van, denkt de bio-loog. “Het is heel belangrijk dat deedelherten van de arme zandgron-den af kunnen. Bij de rivieren kun-nen ze bomen schillen en grazen.Dat is ook goed voor de diversiteitvan landschap.” Dat is het ideaal-beeld. Dat zo’n edelhertmannetje opstap gaat, vanaf de Veluwezoom he-lemaal naar het Veluwemeer. Strakskan het. Want in oktober of novem-ber gaat ecoduct Hulshorst open, bijH a r d e r w ij k .

Maar zo zal het niet altijd gaan,want Nederland is krap. De mensenvan de provincie Gelderland zijn ereerlijk over. Ze vertellen: aan deopenstelling van Hulshorst zit eenvoorwaarde. De stand van de hertenbij het ecoduct, zeggen ze, moet inde omgeving zodanig zijn dat jegeen ‘i n va s i e ’ krijgt van herten in delandbouwgebieden – boeren zijnbang voor schade. Daarom mogen erdichtbij het ecoduct minder edelher-ten leven dan elders op de Veluwe.

Er leeft nu nog een groep van 25hinden. Dat is te veel voor het ge-bied. Eerst moeten er 15 gedood wor-den. Daarna kan het twee meter ho-ge hek dat nu nog op het ecoductstaat, afgebroken worden. En krij-gen de dieren weer de ruimte.

Das F O T O A F P

DamhertF O T O J O H A N N -

N I KO L A U S A N D R E A E

Ree F O T O S H U T T E R S T O C K

DE HOGE

VELUWE

Apeldoorn

A28

A50

A12

A348

A50

A1

Arnhem

Ede

Wageningen

Harderwijk

Wolfhezerheide (2012)

Jac.P. Thijsse (2012)

Oud Reemst (2012)

Harm van de Veen (1999)

Hulshorst (2012)

Middachten (tunnel, 2012)

Terlet (1988)

Woeste Hoeve (1988)

Tolhuis (2012)

Hoog Buurlo (2011)

in voorbereiding

NRC 150912 /Frédérik Ruys, Vizualism 2012.06.10

VOGELSINSECTENREPTIELEN,AMFIBIËN

KLEINEZOOGDIEREN

GROTE ZOOGDIEREN

Vlinders,sprinkhanen,loopkevers

Adder,gewone pad,

heikikkerkamsalamander

Boommarter,wezel, egel,

vleermuis, das

Wild zwijnRee,Edelhert