SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling
1
BZK ontkent toezegging over “schrijnende gevallen” Nietap, Dordrecht, 18 oktober 2014
Vrienden,
Op 7 oktober 2014 stuurden wij als SBF-kerngroep een mail aan mevrouw Géke
Hovius van BZK over de mogelijkheid voor “schrijnende gevallen” om in aanmerking
te komen voor individueel maatwerk.
Op donderdag 16 oktober jl. ontvingen wij van mevrouw Chris van Ogtrop van de
Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk van BZK, de volgende reactie :
“Geachte heren Groeneveld en Hattinga Verschure,
U heeft op 7 oktober een mail gestuurd aan mevrouw Hovius in reactie op haar mail
van 3 oktober. Deze mail is ook gestuurd aan minister Blok. Aan mij is gevraagd om
uw mail te beantwoorden.
In uw mail haalt u een passage aan uit de mail van mevrouw Hovius "In schrijnende
gevallen die daar naar oordeel van de (voormalige) werkgever voor in aanmerking
komen is individueel maatwerk niet onmogelijk gemaakt door het akkoord over de
nieuwe SBF-regeling". U leidt hieruit af dat er een hardheidsclausule van kracht is.
Dat is niet het geval.
In uw mail vraagt u vervolgens om de mogelijkheden voor schrijnende gevallen nader
uit te werken. Hiermee vraagt u in feite om een collectieve regeling voor schrijnende
gevallen. Zoals al eerder door mevrouw Hovius in haar mail van 3 oktober is
aangegeven voert het te ver om voor dergelijke individuele situaties een collectieve
afspraak te maken.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Chris van Ogtrop
Vertegenwoordiger sector Rijk
........................................................................
Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk
Directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties”
SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling
2
We kunnen hieruit concluderen, dat BZK niet van plan is om schrijnende gevallen te
erkennen, om ze in behandeling te nemen.
Natuurlijk zijn we hier helemaal niet blij mee. Deze hogere functionaris ontkent de
betekenis van datgene, dat door een medewerker aan ons is geschreven. Wij vinden
die mededeling/terugtrekbeweging echter te gemakkelijk en hebben daar weer met
een mail van onze kant op gereageerd. Zoals jullie wel weten, geven we ons niet zo
maar gewonnen.
Onze mail :
“Geachte mevrouw Van Ogtrop,
Dank voor uw beantwoording op 16 oktober 2014 van de door ons aan minister Blok
gerichte mail.
Er is tussen u en ons gelukkig geen verschil van mening over het feit, dat in de eerder
aan ons gestuurde mail de volgende zinsnede staat: "In schrijnende gevallen die daar
naar oordeel van de (voormalige) werkgever voor in aanmerking komen is individueel
maatwerk niet onmogelijk gemaakt door het akkoord over de nieuwe SBF-regeling".
Wij mogen daar wat u betreft echter niet uit afleiden dat er een hardheidsclausule van
kracht is, want dat is volgens u niet het geval.
Daar waar u de formulering als zodanig – individueel maatwerk is niet onmogelijk
gemaakt door het gesloten akkoord – ongemoeid laat, staat voor ons recht overeind,
dat op schrijnende gevallen, die daar naar het oordeel van de (voormalige) werkgever
voor in aanmerking komen, passend kan worden gereageerd.
Het maakt ons niet uit, hoe een en ander wordt benoemd en gerubriceerd
(hardheidsclausule, individueel maatwerk, etc.); het gaat ons om de inhoud en de
betekenis van de gebruikte formulering; een formulering, die u niet hebt ingetrokken
en die daarmee nog recht overeind staat.
Vervolgens suggereert u, dat wij uit zijn op een collectieve regeling voor schrijnende
gevallen. Op voorhand moge duidelijk zijn dat wij de term “schrijnende gevallen” en
“collectieve regeling” niet hebben geïntroduceerd; die formuleringen zijn van BZK
afkomstig.
Wij willen dat voor individuele gevallen individueel maatwerk kan worden toegepast.
Daarom willen wij en willen onze leden weten, wat BZK dan onder “schrijnende
gevallen” verstaat. Zijn dat bijvoorbeeld de SBF-ers die, met wat door deze regeling is
overgebleven van het pensioen en daarnaast de AOW, onder de armoedegrens
zakken? We willen een nadere omschrijving, zodat het voor de SBF-er ook duidelijk
wordt of hij wel of niet met een verzoek kan komen. Zo lang er op die vraag geen
SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling
3
duidelijk antwoord komt, zult u alleen maar met meer verzoeken om individueel
maatwerk geconfronteerd worden.
“Schrijnende gevallen” zijn voor ons geen “lastige problemen en mensen die zich stil
zouden moeten houden”, maar collega’s van vlees en bloed, die elke dag weer
opnieuw proberen om de eindjes aan elkaar te knopen en die onze aandacht en steun
verdienen. Juist omdat de werkgever met de SBF-regeling 2010-2014 naar hen toe in
gebreke is gebleven.
Met vriendelijke groet,
Joost Hattinga Verschure en Gert Jan Groeneveld”
Om zelf alvast een beeld te krijgen van wat schrijnende gevallen zouden kunnen zijn,
zouden wij graag te weten willen komen wie – de werkgever schermt immers met het
argument dat iedereen van de lichtingen 2013 en 2014 mocht doorwerken –
weliswaar heeft verzocht om te mogen doorwerken, maar aan wie dat is geweigerd
en waarom. Ook willen we graag weten wie om medische redenen niet in
aanmerking kwamen om door te mogen werken.
Met dit hele verhaal willen we duidelijk maken dat we strijdbaar zijn, maar ook, dat er
nog heel veel kinken in de kabel kunnen komen. Niemand van de lichtingen 2013 en
2014 mag zich dan ook al op voorhand rijk (eigenlijk een heel verkeerde term)
rekenen. Maar jullie mogen wel rekenen op onze volledige betrokkenheid en inzet.
Als jullie die houding en inzet waarderen en ook nog eens gecontinueerd willen zien,
dan is een (kleine) bijdrage daarvoor voorwaardelijk. Voor hen die nog nooit wat
hebben bijgedragen, is hier dan ook een prachtkans.
Giro: NL81INGB0003939187 (NL 81 INGB 0003939187) tnv G.J. Groeneveld te
Nietap
Mede namens Joop, Johan en Joost,
met vriendelijke groet,
Gert Jan
Top Related