1
Beoordelingscriteria EVC
Branchestandaarden Jeugdzorgwerker
Drs. E. Sijstermans-Kokx ITS Radboud Universiteit Nijmegen 4 juli 2013, versie 0.5
2
Competenties van de branchestandaarden jeugdzorgwerker
uitgewerkt naar EVC beoordelingscriteria
3
1. Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over
De jeugdzorgwerker is in staat om informatie en (opvoedings)advies op een begrijpelijke en sensitieve manier over te brengen, zodat de jeugdige en/of opvoeders, het systeem en andere betrokken organisaties of disciplines de informatie en het advies begrijpen en er geen verwarring ontstaat.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Een mondelinge of schriftelijke boodschap
op de gesprekspartner af te stemmen en
informatie helder en samenhangend over te brengen eventueel aangevuld met documentatie. Hierbij de kennis te benutten met betrekking tot de systeemtheorie en agogiek in de communicatie en interactie met de doelgroep.
Begrijpelijke voorbeelden te gebruiken om een boodschap te verduidelijken en te controleren of dit bij de ontvanger duidelijk
is. De bevindingen, discussiepunten of
meningen samen te vatten waardoor de
focus gericht blijft op het doel van het gesprek.
Bij de gesprekspartner(s) te checken of informatie goed is overgekomen.
In kritische beroepssituaties te variëren met gespreksmodellen en gesprekstechnieken en
de communicatiestijl aan te passen aan de doelgroep(en).
In kritische beroepssituaties in de communicatie met de doelgroep(en) door de wijze van communiceren tot de kern van het probleem te komen of onduidelijkheden te achterhalen. Hierbij de kennis te benutten met
betrekking tot de systeemtheorie en agogiek
in de communicatie en interactie met de doelgroep.
Gevraagd advies uit te brengen.
Psycho-educatie te bieden en diagnostisch onderzoek toe te lichten.
Abstracte informatie voor verschillende cliënten/doelgroepen concreet te maken en in begrijpelijk taal voor de toehoorder(s) over te brengen en hierover bondig kan rapporteren.
Alert te zijn op signalen en hierop in te spelen. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s tussen gevraagd en ongevraagd advies te
geven.
4
2. Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders
De jeugdzorgwerker is in staat om alle jeugdigen en opvoeders op een open, toegankelijke en authentieke wijze tegemoet te treden, zodat zij zich
uitgenodigd voelen hun vragen open en eerlijk te verwoorden en weten met welke vragen ze waar en wanneer terecht kunnen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Zijn activiteiten en aanbod helder uit te leggen. Bereikbaar te zijn en op een actieve,
toegankelijke en transparante wijze contacten te leggen en te onderhouden.
Conform de beroepscode jzw, de jeugdige tot zijn recht te laten komen en zijn handelen te
baseren op beroepsinhoudelijke theorie (agogiek).
In contacten met de jeugdige en opvoeders blijk
te geven te handelen conform de beroepscode jzw in het tonen van betrokkenheid en het serieus nemen van betrokkenen en daar respectvol mee omgaat.
Afspraken te maken over hoe vertrouwelijke informatie wordt behandeld.
Zich gedegen voor te bereiden op contacten met jeugdige en opvoeders door onderzoek te verrichten naar de voorgeschiedenis van betrokkenen alvorens een gesprek aan te gaan.
Met jeugdigen en opvoeders mondeling,
telefonisch of digitaal contact te leggen en te onderhouden.
In contacten rekening te houden met de
achtergrond van de jeugdige en opvoeders, het (ontwikkel)niveau en hun verbale en non-verbaal gedrag en de communicatiestijl hierop aan te passen.
De theoretische kennis m.b.t. agogiek(bijvoorbeeld empowermenttheorie) en van gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe te passen in de contacten met jeugdige en opvoeders en te kunnen schakelen tussen diverse contacten.
Diverse gesprekstechnieken toe te passen om jeugdige en opvoeders te helpen hun manifeste en latente hulpvragen uit te spreken.
In kritische beroepssituaties te balanceren tussen betrokkenheid versus distantie en de contactmomenten hierop af te stemmen.
In kritische beroepssituaties bestand te zijn tegen de druk die wordt uitgeoefend om inzicht te geven in manier van werken in relatie tot de problematiek
versus het waarborgen van de privacy van jeugdige en opvoeders.
5
3. Brengt de situatie in kaart
De jeugdzorgwerker is in staat om in samen met betrokkenen de behoeften, wensen, mogelijkheden en beperkingen van de jeugdige, opvoeders, het systeem
en/of de (leef)groep samenhangend in kaart te brengen. Hierdoor weet hij wat er bij de jeugdige, opvoeders, het systeem en/of de (leef)groep speelt en sluit de aanpak aan bij de verwachtingen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
In gesprekken met betrokkenen gericht vragen te stellen en te achterhalen hoe zij
hun situatie ervaren en hierbij bewust te zijn van rolverdeling en hiërarchie in groep of gezin.
Gedrag te observeren en bevindingen voor te leggen en rekening te houden met de beroepscode jzw.
Relevante wetenschappelijke- en
beroepsinhoudelijke theorieën te kunnen toepassen.
Over kennis te beschikken op het gebied van leefpatronen, alcohol- drugs en mediagebruik.
Veranderingen in de situatie van de
jeugdige of in het gezin te signaleren.
Op basis van vooronderzoek (deskresearch, observaties, gesprekken) de wensen, vragen en
behoeften van jeugdigen en opvoeders te signaleren en overzichtelijk in kaart te brengen. Hierbij gebruik te maken van relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.
Groeps- en gezinsverbanden te analyseren en in onderlinge samenhang te brengen en inzichtelijk te
maken met specifieke opvoedingsvragen van individuen of groepen.
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s bij het inzichtelijk maken van leefpatronen, alcohol- drugs en mediagebruik door tegenstrijdige informatie over het geobserveerd
gedrag en de opvattingen van jeugdige, opvoeders of (leef)groep.
Op basis van vooronderzoek, observaties en gesprekken in te schatten wat het probleemoplossend
vermogen en mate van zelfstandigheid is van jeugdige, opvoeders of (leef)groep. Hierbij gebruik te maken van relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.
In kritische beroepssituaties dilemma’s te kunnen hanteren in de discrepantie tussen gedrag van jeugdige of opvoeders en de eigen analyse over
psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen die de opvoeding en ontwikkeling beïnvloeden.
Dilemma’s in kritische beroepssituaties te kunnen hanteren in het vinden van een balans tussen de zelfredzaamheid/probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/of opvoeders en (leef)groep.
Bijzonderheden te signaleren.
6
4. Stelt de hulpvraag vast of scherpt deze aan
De jeugdzorgwerker is in staat om, op basis van de verzamelde informatie en in afstemming met de jeugdige en/of opvoeders, de hulpvraag te formuleren of
aan te scherpen, waardoor beoogde doelen en gewenste resultaten zijn afgestemd op de specifieke situatie van de jeugdige, opvoeders en/of de (leef)groep.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
De kennis op het gebied van de
beroepscode jzw ,relevante beroepsinhoudelijke theorie en wettelijke bepalingen e.d. voor goede hulpverlening te vertalen naar een hulpverleningsvraag.
Bij het (her)formuleren van de hulpvraag de gewenste situatie voor de jeugdige en/of opvoeders als uitgangspunt te nemen, niet de problemen.
Gegevens te verwerken in een
hulpverleningsplan.
Uit een grote hoeveelheid schriftelijke of mondelinge informatie tot de kern van het probleem te kunnen komen door samenhang in beïnvloedende factoren te zien, verbindingen te leggen in het helder krijgen van of vertalen in een
hulpvraag. In bekende situaties relevante wetenschappelijke-
of beroepsinhoudelijke theorieën te benutten voor de vertaling naar een werkzame aanpak en doelen te stellen.
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s om de belangen, onafhankelijkheid
of zelfredzaamheid van de jeugdige of de opvoeders in balans te laten zijn met een doelgerichte en werkzame aanpak.
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s op het gebied van informatiegebrek en er geen diagnose gesteld kan worden versus de druk vanuit de jeugdige, opvoeders of sociale omgeving van de jeugdige om een goede diagnose te stellen.
In staat te zijn om op basis van kennis van relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën en de analyse van een hulpvraag in diverse en complexe beroepssituaties werkbare alternatieven uit te werken die bijdragen aan een werkbare aanpak.
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s om al dan niet en op welke moment er actie
gewenst is om het plan van aanpak bij te stellen indien de situatie van de jeugdige of opvoeders daarom vraagt.
In complexe kritische beroepssituaties in te kunnen schatten wanneer er een advies of beslissing van de kinderrechter nodig is.
7
5. Kiest een passende interventie
De jeugdzorgwerker is in staat om een passende interventie te kiezen, waardoor de jeugdige en opvoeders een overzicht hebben van wat hen te wachten staat,
zodat zij zich kunnen committeren aan de gekozen interventie en de hulpvraag op de best mogelijke manier wordt opgelost.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Bij het (mede) vaststellen van de interventiekeuze de basiskennis op het gebied van pedagogische en sociaal agogische methoden en technieken te
benutten om de (leeftijdsgebonden) problematiek te kunnen hanteren.
Een helder beeld te hebben van de interventies die hij als hulpverlener zelf kan uitvoeren, wat er moet gebeuren om de interventies te realiseren en wanneer en doorverwijzing naar andere
hulpverleners of disciplines nodig is. Baseert zijn oordeel op basis van kennis van complexe en multiprobleem situaties, relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de psychologie en psychiatrie etc.)
Jeugdigen en opvoeders helder en in concrete
stappen inzicht te geven in de problematiek en achterliggende oorzaken en welke behandel- of dienstverlening daarbij meest passend is.
In kritische beroepssituaties de dialoog aan te gaan met jeugdige, opvoeders of (leef)groep indien er sprake is van verschillende opvattingen,
meningen of ethische kwesties. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan
met dilemma’s om de belangen of onafhankelijkheid van de jeugdige en de opvoeders in balans te laten zijn gelet op de hulp-
of dienstverleningsvraag en de interventiekeuze.
In complexe kritische beroepssituaties waarbij sprake is van een multiproblematiek de vereiste interventie te kiezen en in te zetten waarbij een goede inschatting wordt gemaakt van de intensiteit en de duur van de
hulpverlening. In kritische beroepssituaties als hulpverlener duidelijk
positie in te nemen bij de interventiekeuze indien er sprake is van verschillende opvattingen/meningen tussen jeugdige en opvoeders.
De leerervaringen uit kritische beroepssituaties op het gebied van interventiemethodieken of
multiproblematiek te delen met vakgenoten, belangen- of beroepsvereniging voor het bedenken en implementeren van nieuwe interventiemethodieken.
8
6. Werkt outreachend (systeemgericht)
De jeugdzorgwerker legt en houdt op proactieve wijze contact met de jeugdige, opvoeders, het systeem en professionals uit de eigen of andere disciplines. Hiermee wordt het hulpverleningsaanbod zichtbaar en laagdrempelig aangeboden. Hij benadert mensen (waarvan het vermoeden bestaat dat) die met problemen kampen of van wie anderen problemen ondervinden. Hierdoor houdt hij zicht op situaties waar inzet van hulpverlening noodzakelijk is (of wordt), kan hij vroegtijdig ingrijpen en escalaties vóór zijn.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
(nog) niet aan de orde Signalen over vermoedelijke problemen waar
jeugdige, opvoeders of de omgeving mee kampen
serieus te nemen en initiatief te nemen met hen contact te leggen om laagdrempelige voorlichting of hulp te bieden. Hierbij blijk te geven te beschikken over relevante kennis m.b.t. wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke
theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek, psychologie, psychiatrie etc.)
Korte lijnen met professionals te onderhouden en serieus te nemen en op zoek te gaan naar ‘vindplaatsen’ waar jeugdigen en opvoeders zich bevinden.
In complexe kritische beroepssituaties met dilemma’s om te kunnen gaan in de afweging op welk moment en
op welke wijze actie noodzakelijk is in het leggen van contacten met jeugdigen, opvoeders, het systeem of professionals.
In kritische beroepssituaties in contacten met jeugdige en opvoeders zonder directe hulpvraag weerstand bij
hen te kunnen overbruggen door positie in te nemen en vasthoudend te zijn om hen te bewegen tot het
nemen van actie of het formuleren van een hulpvraag.
9
7. Creëert een veilige omgeving (pedagogisch gericht)
De jeugdzorgwerker heeft het vermogen om in een sfeer van respect en vertrouwen samen met de jeugdige en de (leef)groep normen en waarden bespreekbaar te maken,
afspraken te maken over gedragsregels en grenzen te stellen. Hierdoor kan in een veilige omgeving worden gewerkt aan de ontwikkeling van de jeugdige en het hulpverleningsplan.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderd beginner
Bekwame professional
Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
In zijn beroepsmatig handelen, houding en
gedrag aandacht te schenken aan het creëren van een sfeer van respect en vertrouwen met jeugdige en/of de (leef)groep en te handelen volgens de beroepscode jzw en relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorieën
De jeugdige en/of (leef)groep aan te spreken
op hun gedrag (normen en waarden) wat in strijd is met gedrags-, omgangs- en huisregels of te signaleren waarbij het nemen van eigen verantwoordelijkheid in het geding is.
In kritische beroepssituaties met de jeugdige en/of de
(leef)groep om te kunnen gaan met dilemma’s op het gebied van grenzen stellen versus meer verantwoordelijkheid geven aan jeugdige of (leef)groep.
In kritische beroepssituaties te kunnen balanceren tussen ingrijpen of afstand nemen. Zijn oordeel, keuzes en beroepsmatig handelen te baseren op
relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorieën.
In complexe kritische beroepssituaties de belangen van de
opvoeders en jeugdige of (leef)groep te behartigen door tijdig in te grijpen in de situatie, positie in te nemen en de situatie te stabiliseren.
In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met vraagstukken waarbij gesignaleerde problemen niet door opvoeders worden (h)erkend en al dan niet gedwongen hulpverlening dient te worden ingeschakeld
(bv. Kinderbescherming).
10
8. Werkt samen
De jeugdzorgwerker is in staat om op constructieve wijze actief samen te werken met collega’s, leidinggevenden en professionals uit andere disciplines en
organisaties.
Beoordelingscriteria (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Samen te werken in een team, afspraken te maken over de eigen bijdrage en rol en afspraken na te komen.
Zijn werkzaamheden af te stemmen met
collega’s, leidinggevenden of professionals uit andere disciplines en hen tijdig van de juiste informatie te voorzien.
Respectvol om te gaan met de kennis, ervaring en deskundigheid van anderen en dit te benutten in het beroepsmatig
handelen.
Goede en efficiënte samenwerking te realiseren met een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden in multidisciplinaire teams binnen en buiten de organisatie zodat hij of zij
daarmee bijdraagt aan een transparante en eenduidige wijze van de hulpverlening.
In samenwerkingsprojecten kennis en ervaring te delen en de organisatie te vertegenwoordigen.
Samen te werken met partijen/disciplines met verschillende belangen en culturen en een bijdrage te leveren aan de ketenhulpverlening, de grenzen van zijn expertise te erkennen en bereid te zijn
professionele oordelen ter discussie te stellen. Leiding te geven aan samenwerkingsverbanden
binnen en buiten de organisatie. In samenwerkingsverbanden deelnemers aan te
spreken op hun verantwoordelijkheden en uitvoering. Actief op zoek te gaan naar
samenwerkingsmogelijkheden en partijen/disciplines
te overtuigen van de meerwaarde van samenwerken.
11
9. Coördineert de zorg (systeemgerichte context)
De jeugdzorgwerker heeft het vermogen contact te leggen en te onderhouden met professionals van andere disciplines en organisaties die betrokken zijn bij
een jeugdige of zijn opvoeders en weet hen op overtuigende wijze tot samenwerking te motiveren, waardoor de hulpverlening plaatsvindt met optimale inzet en onderlinge afstemming van de verschillende disciplines. Door in te grijpen waarborgt hij de continuïteit van de hulpverlening en voorkomt verslechtering van de situatie.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Kennis te hebben van het hulpaanbod in de
keten en de aanbieders. Te beschikken over basiskennis over
relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën
In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s in de afweging om al dan niet gebruik te maken
van doorzettingsmacht
Vanuit de hulpvraag een helder beeld te kunnen schetsen van de samenwerking en bijdrage die nodig is met relevante professionals van andere disciplines en organisaties voor het
hulpverleningsplan. Zijn oordeel en keuzes te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de (ortho)pedagogiek en socialisatietheorie
In samenspraak met relevante professionals uit
andere disciplines een gemeenschappelijke visie
op de best mogelijk aanpak te kunnen formuleren, de rolverdeling vast te stellen en de communicatie te coördineren.
De voortgang van de zorg te volgen, afspraken te maken en te bewaken en indien nodig betrokkenen hierop aan te spreken.
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan
met dilemma’s in het maken van een afweging om al dan niet en op welk moment gespecialiseerde zorg of crisishulpverlening in te schakelen.
In complexe kritische beroepssituaties ook buiten het eigen verantwoordelijkheidgebied op eigen initiatief relevante professionals uit andere disciplines en organisatie te overtuigen dat
samenwerking bijdraagt aan een optimale invulling van een hulpverleningsplan.
In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s in het maken van een afweging om al dan niet en op welk moment inschakeling van
gespecialiseerde zorg, crisishulpverlening of
doorverwijzing nodig is. In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen
gaan met dilemma’s in de afweging om al dan niet gebruik te maken van doorzettingsmacht.
12
10. Vormt een oordeel De jeugdzorgwerker is in staat om informatie of mogelijke aanpakken in het licht van de visie van de organisatie en de visie van zijn beroepsgroep tegen elkaar af
te wegen, zodat hij tot een afgewogen oordeel kan komen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
(nog) niet aan de orde Feiten van meningen, ervaringen of emoties te
kunnen onderscheiden. Standpunten of visies van anderen in kaart te
kunnen brengen, dit vanuit verschillende invalshoeken te benaderen alvorens een oordeel
te vormen en objectieve, subjectieve, rationele en intuïtieve argumenten te gebruiken.
Zijn aanpak te baseren op een realistische aanpak voor wat betreft tijd, inzet en beoogt resultaat (uitgaan van ‘ zo licht mogelijk en zo zwaar als
nodig’). Zijn oordeelsvorming te baseren op relevante
wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën bijvoorbeeld vanuit de sociologie en dit ook te kunnen verantwoorden.
Fingerspitzengefühl te hebben voor zaken die niet helemaal kloppen. Ook op zijn intuïtie durven afgaan. Een situatie in zijn totaliteit in te schatten en aan te voelen wanneer het niet pluis is.
Vanuit een helikopterview verbanden te kunnen leggen
tussen eerdere werkervaringen en de specifieke hulpvraag of problematiek en hiervan de risico’s in te schatten
Hoofd- van bijzaken te kunnen onderscheiden. In te kunnen schatten wat wel en niet haalbaar is.
Te kunnen zorgen voor een onderbouwde risicoanalyse bij strategische keuzen, ook al bevat de informatie veel
aannames en onzekerheden. Bij de afweging van alternatieven rekening te houden
met meerdere scenario’s en de effecten daarvan voor de jeugdige, de opvoeders in de mate waarin doelstellingen kunnen worden gerealiseerd (risicoanalyse).
13
11. Neemt en beargumenteert besluiten
De jeugdzorgwerker is in staat om in moeilijke situaties, bij tegengestelde belangen en zwaarwegende beslissingen, op vastberaden en constructieve wijze
besluiten te nemen en genomen besluiten (zowel door hem als andere professionals) te beargumenteren, zodat twijfels worden voorkomen en er duidelijkheid heerst over de koers en de grenzen van de gekozen hulpverlening.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
(nog) niet aan de orde Kennis te hebben van besluitvormingsprocessen en de factoren die het nemen van besluiten al dan niet
in positieve of negatieve zin kunnen beïnvloeden. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan
met dilemma’s in een goede afweging tussen het al dan niet bijstellen van het hulpverleningsplan en urgentie daarvan (prioriteiten).
In kritische beroepssituaties betrokkenen te kunnen motiveren om mee te werken, keuzes te maken en
hen te overtuigen van de noodzaak om (andere) methodieken, middelen en/of expertise in te zetten om stagnatie op te heffen.
Zijn oordelen, keuzes e.d. te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie,
agogiek, psychiatrie, psychologie, sociologie. Levensbeschouwing, ethiek filosofie e.d.
Aan anderen keuzes helder over te brengen door deze met argumenten te onderbouwen en oog te
hebben voor de belangen en standpunten van anderen.
In complexe kritische beroepssituaties tot de kern van het probleem te kunnen komen en argumenten aan te dragen die tot besluitvorming leiden.
In complexe kritische beroepssituaties lef te tonen en stevig in de schoenen te staan door argumenten
aan te dragen die zodanig overtuigend zijn dat anderen hierin meegaan.
In onderhandelingen met meerdere (interdisciplinaire) partijen de gekozen tactiek zodanig te kunnen aanpassen dat weerstand wordt weggenomen.
In complexe beroepskritische situaties zijn ideeën, visie en opvattingen helder over te brengen zodat tegenstellingen of gemeenschappelijkheden in kaart worden gebracht om tot keuzes en besluiten te komen.
14
12. Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling
De jeugdzorgwerker heeft een duidelijke visie op het belang van een goede opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen, voor de jeugdige zelf, opvoeders en de samenleving. Hierdoor heeft hij een duidelijke focus tijdens het werken met jeugdigen en opvoeders.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
De focus van zijn werk in te richten vanuit een heldere pedagogische visie en dit in gedrag en houding richting jeugdige, opvoeders en samenleving zichtbaar te
maken. Kennis te hebben van de Internationale
Rechten van het kind en deze als richtlijn toe te passen in het dagelijkse werk.
In zijn beroepsmatig handelen de kennis op het gebied van psychosociale problematiek toe te passen.
Vanuit een duidelijke focus te werken; kiest
interventies vanuit een pedagogische visie en maakt expliciet hoe deze visie en interventies aan elkaar gelinkt zijn en te verantwoorden.
Inzicht te hebben in wetenschappelijke theorieën en ontwikkelingen op het gebied van opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen en deze kennis te kunnen vertalen naar het vormgeven van een visie.
Vanuit een helikopterview en op basis van leereffecten uit beroepskritische situaties een bijdrage te kunnen leveren aan het verder uitdiepen van pedagogische uitgangspunten.
Met collega’s, management of belangen- of beroepsvereniging kennis te delen en een visie te ontwikkelen op het gebied van opvoeding en
ontwikkeling van jeugdigen.
15
13. Handelt methodisch
De jeugdzorgwerker is in staat om planmatig, methodisch en gestructureerd te werken, waardoor de jeugdige, opvoeders of de (leef)groep zicht hebben op de
aanpak en behandeldoelen, en het beoogde resultaat wordt gehaald.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Voor de jeugdige, opvoeders of (leef)groep de
verschillende stappen/(deel)fases te benoemen en te verhelderen.
De werkzaamheden methodisch uit te voeren volgens stappen van een cyclisch proces. Benut hierbij de kennis vanuit relevante beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek).
In kritische beroepssituaties een goede afweging te kunnen maken van welke activiteiten met welke prioriteit op een effectieve en efficiënte
wijze bijdragen in het realiseren van de gestelde doelen. Zijn oordeel en keuzes te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek)
Hulpverlening efficiënt te plannen en te organiseren.
In complexe kritische beroepssituaties na incidenten of onverwachte gebeurtenissen dilemma’s te kunnen hanteren in het stabiliseren van de situatie en terug
te grijpen op het hulpverleningsplan en de te bereiken doelen.
De leerervaringen uit beroepskritische situaties te benutten voor het verder ontwikkelen van methoden en technieken.
16
14. Voert passende interventies uit
De jeugdzorgwerker kan het gedrag van de jeugdige met gedragsproblemen en van opvoeders met opvoedingsproblemen (gelijktijdig) beïnvloeden, zodat het gedrag, de competenties en de interactie tussen de betrokkenen verbeteren en de jeugdige in een gezonde opvoedingssituatie opgroeit.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Kennis te hebben van: systeem-, sociale leer- en empowermenttheorie, cognitieve gedragstherapie; evenals hechtingstheorie (systeemgerichte context of groepsdynamica (pedagogisch gerichte context).
De jeugdige of opvoerder te ondersteunen bij het in kaart brengen van en het vinden van en
het volhouden van onderwijs, arbeid en/of vrijetijdsbesteding en hierop accuraat te interveniëren.
De doelgroep inzicht te geven in, bewust te maken van, te motiveren en te faciliteren.
In te kunnen schatten in welke situatie en met welke audiovisuele hulpmiddelen het leerproces kan worden bevorderd (systeemgerichte context).
In kritische beroepssituaties bij gedrags- of opvoedingsproblemen te kunnen balanceren tussen
betrokkenheid en distantie. Positie in te nemen en grenzen te stellen aan het
(ongewenst)gedrag van de jeugdige of opvoeders al dan niet met lichte dwang.
In complexe kritische beroepssituaties actief en op het juiste moment de juiste steunbronnen te betrekken.
In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met tegenstrijdige opvattingen of weerstand van jeugdige, opvoeders of (leef)groep bij incidenten of onverwachte gebeurtenissen. In staat te zijn de
situatie te stabiliseren en de doelen te realiseren. De kennis en leerervaringen uit beroepskritische
situaties op het gebied van gedragsbeïnvloeding te delen met vakgenoten, belangen- en
beroepsvereniging voor de ontwikkeling van beïnvloedingsmethodieken.
(In gedwongen kader) in overleg relevante
(straf)maatregelen uit te voeren en (in overleg) toewijzingsbesluiten te effectueren.
17
15. Werkt verantwoord
De jeugdzorgwerker is in staat zich te verantwoorden tegenover de jeugdige, zijn opvoeders, zijn organisatie, samenwerkingspartners en juridische instanties, zodat alle betrokkenen inzicht krijgen in zijn handelwijze en deze ook begrijpen. Houdt rekening met de kwaliteit van de hulpverlening, privacy en
vertrouwelijkheid van cliëntgegevens.
Beoordelingscriteria: ( aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Kennis te hebben van de beroepscode jzw,
het competentieprofiel jzw, de beroepsstandaard, functiebeschrijving, verantwoordelijkheden en rechten en plichten van de jeugdzorgwerker, kennis
van relevante wetgeving/juridische kaders, protocollen (over kwaliteit van hulpverlening ,privacy en vertrouwelijkheid etc.)
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s om enerzijds het beroepsmatig- en beroepsethisch handelen te verantwoorden en anderzijds de vertrouwelijkheid van informatie en privacy van de cliënten te waarborgen.
Met de lezer voor ogen kort bondig en objectief te rapporteren en inzicht te hebben met wie en onder welke voorwaarden informatie kan worden gedeeld.
Zijn keuzes en werkwijze op uitvoerend niveau te
verantwoorden en deze te baseren op relevante
wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën.
Systematisch de kwaliteit van de werkprocessen en de prestaties te reflecteren in relatie tot de doelen, de kwaliteits- en beroepsstandaarden en hierover te rapporteren.
Zich staande te kunnen houden in kritische
beroepssituaties waarin zowel de legitimiteit van de jeugdzorg als zijn eigen functie ter discussie zijn komen te staan.
Een duidelijke visie te hebben over de plaats en functie van het beroep in relatie tot actuele
maatschappelijke vraagstukken in de jeugdzorg,
maar ook ten aanzien van de grenzen als de professionele standaard in het geding is (neemt positie in).
18
16. Reflecteert op het eigen handelen
De jeugdzorgwerker is in staat op constructieve wijze en in overleg met collega’s, de jeugdige, opvoeders en het systeem te reflecteren op zijn eigen normatieve
kader en beroepsmatig handelen, waardoor hij weet waar zijn professionele grenzen liggen en waar verbeterpunten in het werkproces zijn.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Het eigen handelen te kunnen beschrijven in termen van gedrag en houding en toetsing hiervan aan de beroepstandaard en de beroepscode van de jeugdzorg.
Te kunnen reflecteren op het eigen normatieve kader en wat dit betekent voor de effecten daarvan op anderen.
Structureel feedback te vragen aan anderen over het
beroepsmatig handelen en houdingsaspecten (leidinggevende, collega’s, cliënten).
Deel te nemen aan reflectiebijeenkomsten met
collega’s om zijn beroepsmatig- en beroepsethisch handelen te reflecteren (supervisie, intervisie of werkbegeleiding)
De feedback m.b.t. zijn beroepsmatig handelen en het professioneel en beroepsethisch oordeel van zijn collega’s te benutten voor verbetering van de taakuitoefening en verdere professionalisering.
Inzicht te hebben in sterke en minder sterke punten in het eigen functioneren en hieruit de leereffecten te benutten.
Een Persoonlijk Ontwikkel Plan te hebben opgesteld
waarin SMART acties zijn opgenomen om de verbeterpunten aan te pakken.
Met collega’s en leidinggevende de ervaren problemen en successen te delen.
Nieuwe werkwijzen (handelingsalternatieven) in te zetten om deze na afloop te evalueren en effectieve onderdelen daarvan blijvend in te zetten.
Feedback te geven en te vragen aan anderen (leidinggevende, collega’s, cliënten).
Verbanden te zien tussen de effecten van het
eigen normatieve kader op de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening.
Met tegenslagen in de beroepsuitoefening
om te kunnen gaan en om te zetten in positieve energie.
Een beroepshouding te hebben ontwikkeld waarin het systematisch reflecteren op zijn normatieve kader, beroepsmatig – en beroepsethisch handelen en attitude aan de beroepsstandaard en beroepscode van de jeugdzorg vanzelfsprekend is.
De grenzen van de eigen deskundigheid te herkennen en te erkennen.
De eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk af te bakenen in relatie tot zijn of haar rol en de specifieke hulp- en dienstverleningsvraag.
19
17. Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden
De jeugdzorgwerker is in staat zijn eigen arbeidsomstandigheden te bewaken en te beïnvloeden, zodat hij goed kan functioneren, plezier in zijn werk houdt en
zich blijft ontwikkelen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Verantwoordelijkheid te nemen om conform
het Arbobeleid en de veiligheidsvoorschriften invulling te geven aan zijn werk.
Zijn werk zodanig in te kunnen richten dat de gezondheid, welzijn en veiligheid van
werken gewaarborgd blijft.
Verbanden te kunnen zien tussen eigen lichamelijke of psychische klachten en werkgerelateerde factoren op het gebied van gezondheid, welzijn en veiligheid van het werk en dit te signaleren of op te lossen.
Proactief te zijn in het waarborgen van goede
arbeidsomstandigheden voor zichzelf door aanpassingen te verrichten in de werksituatie
(plannen, organiseren en prioriteiten stellen).
In kritische beroepssituaties aspecten te herkennen die de gezondheid, veiligheid en welzijn van zichzelf en in samenhang in gevaar kunnen brengen. Neemt actie ter voorkoming hiervan en doet aan het management voorstellen voor aanpassing van het beleid en de borging hiervan.
Het welzijn, gezondheid en veiligheid voor zichzelf te bewaken en mensen hier actief op aan te spreken.
Op te komen voor zijn eigen positie in de organisatie door te onderhandelen met de werkgever over de eigen arbeidsomstandigheden.
20
18. Draagt bij aan beleid
De jeugdzorgwerker is in staat om op kritisch opbouwende wijze bij te dragen aan de vorming en de uitvoering van het beleid van de organisatie, waardoor het
management van de organisatie over inzichten uit de praktijk kan beschikken voor het ontwikkelen van beleid.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional
Bekwame professional
Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Deel te nemen aan interne overlegsituaties. Kennis en ervaring te delen met collega’s en
leidinggevende. Organisatorische knelpunten te signaleren
die een negatieve invloed hebben op de
kwaliteit van de beroepsuitoefening. Verantwoording af te leggen over de
kwaliteit van zijn beroepsuitoefening en dit te registreren.
Kwaliteitsgericht te zijn door organisatorische knelpunten aan te kaarten.
Onderwerpen en ontwikkelingen tijdig onder de aandacht te brengen voor zover deze in overeenstemming met de beroepsstandaard en de
beroepscode van de jeugdzorg. Gebruik te maken van inhoudelijke en
strategische kennis van de organisatie en deze te benutten bij het leveren van een bijdrage aan de
vormgeving en uitvoering van het beleid. Intern kritisch en extern loyaal te zijn in kritische
beroepssituaties waarin sprake is van verschillende opvattingen over het beleid van de organisatie of tegenstrijdigheden met de beroepsstandaard of de beroepscode jzw.
Gevraagd en ongevraagd structurele factoren te signaleren die een positieve of negatieve invloed hebben op de vorming en uitvoering van het beleid.
Organisatorische knelpunten te benoemen en te signaleren.
De organisatie als kader voor zijn beroepshouding te aanvaarden en het strategisch beleid van de organisatie centraal te stellen in kritische beroepssituaties waarin sprake is van verschillende
opvattingen of visies van anderen binnen en buiten de organisatie.
Beleid- en organisatiegebonden aspecten te rapporteren voor de verantwoording van de ontwikkeling en evaluatie van het beleid.
21
19. Ontwikkelt het eigen werk
De jeugdzorgwerker is in staat om op interactieve wijze zijn visie op het werk te ontwikkelen, en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn persoonlijke ontwikkeling als professional en voor de ontwikkeling van het werk, waardoor hij zich verder ontwikkelt, zijn vakkennis actueel blijft en zijn beroepsuitoefening
herkend en erkend wordt.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Zijn of haar deskundigheid te bevorderen in de
beroepsuitoefening en op peil te houden conform de beroepscode jzw.
De ontwikkelingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie te benutten voor de competentieontwikkeling in het beroep en het werk in de jeugdzorg.
Over een leergierige attitude te beschikken om
de kwaliteit van zijn werk te verbeteren. Kennis te nemen van ontwikkelingen met
betrekking tot wet- en regelgeving binnen de jeugdzorg.
Vakliteratuur bij te houden en dit te delen met collega’s, leidinggevenden e.d.
Een visie te hebben op het beroep en bij te
dragen aan de ontwikkeling van het beroep jeugdzorgwerker
Op te hoogte te zijn van vernieuwingen in het
werkterrein (zoals inhoudelijke ontwikkelingen, wet- en regelgeving, organisatorische- en bedrijfsmatige ontwikkelingen).
Actief zijn visie en kennis uit te dragen aan personen binnen en buiten de organisatie over de ontwikkelingen in het beroep en werk in de jeugdzorg (netwerken van belangen- en
beroepsverenigingen). De ontwikkelingsmogelijkheden binnen en buiten
de organisatie te benutten voor de verdere professionalisering in het werk.
Veranderingen in de samenleving te signaleren,
systematisch te onderzoeken en te vertalen naar innovatie van de eigen beroepsontwikkeling en beroepsmatig handelen. (artikelen, vakliteratuur e.d.)
Deel te nemen aan (regionale) bijeenkomsten in netwerken van belangen- en beroepsverenigingen waarin kennisdeling of
visieontwikkeling centraal staan Een visie te hebben op het beroep en in staat te
zijn deze te verwoorden in termen van maatschappij, mens en organisatie.
Te beschikken over een flexibele houding en open te staan voor nieuwe werkmethodieken en deze verder door te ontwikkelen en te borgen in
de organisatie.
22
Themagerichte competentie 20. Omgaan met jeugdigen en opvoeders in gedwongen kaders
De jeugdzorgwerker is in staat om bij het inzetten of het adviseren aan relevantie instanties (zoals de kinderrechter) van drang en dwangmaatregelen op duidelijke en respectvolle wijze om te gaan met de jeugdige en opvoeders. Past specifieke wet- en regelgeving tijdens het handelen toe, waardoor jeugdige en
opvoeders weten waar ze aan toe zijn, grenzen zijn vastgesteld en er geen onrechtmatige handelingen worden verricht.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Primair vanuit het belang van de cliënt te werken; verwoordt op heldere wijze waarom dwang en drang als tijdelijke maatregel een
legitiem middel is. Door zijn beroepsmatig handelen en houding
aan te kunnen geven wanneer welke grens is overschreden in het gedrag van de jeugdige en/of opvoeders waardoor een maatregel nodig
is. Over theoretische kennis te beschikken over
groepsdynamische processen bij groepen jeugdigen en in (leef)groepen (systeemtheorie).
De beroepscode jzw toe te passen
De noodzaak van het gedwongen kader te onderschrijven en te beargumenteren. Dit met relevante wetenschappelijke of
beroepsinhoudelijke theorie te kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit systeemtheorie, psychiatrie, psychologie etc.).
Te beschikken over een grondhouding waaruit blijkt dat hij of zij transparant is over het
ingrijpen en de gevolgen daarvan voor de jeugdige en opvoeders en in staat te zijn om zijn
eigen rol te verhelderen. Duidelijke afspraken te maken met de jeugdige
en opvoeders over de te volgen acties, de inzet die van hun wordt verwacht en mogelijke sancties bij het overschrijden van gestelde grenzen.
Iedere toepassing van drang of dwang met de
jeugdige en opvoeders te evalueren op de inzet en het gewenste resultaat.
Te reflecteren op het doel van het ingrijpen binnen het gedwongen kader. Dit met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie te
kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, psychologie, psychiatrie etc.)
Waar mogelijk toe te werken naar het (gedeeltelijk) herstel van de handelingsvrijheid van de jeugdige en/of opvoeders.
23
Themagerichte competentie 21. Omgaan met diversiteit
De jeugdzorgwerker is in staat om in zijn werk bewust en systematisch rekening te houden met het unieke referentiekader van de jeugdige, opvoeders en het systeem, dan kan afwijken van het algemene beeld, zodat er een optimale aansluiting van de hulpverlening is bij de jeugdige, opvoeders en het systeem,
waardoor ongewenste verhoudingen (zoals discriminatie en uitsluitingmechanismen) worden voorkomen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan:
(in aanvulling op bekwame professional)
Te weten dat er verschillende gezinsvormen bestaan en wat de kenmerken hiervan zijn. Zijn handelen te baseren op beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld systeemtheorie,
agogiek, psychiatrie, culturele antropologie). Om te kunnen gaan met verschillen in
communicatiestijlen en – codes. Door zijn beroepsmatig handelen en houding
kennis te hebben van specifieke problemen die jeugdige en/of opvoeders uit minderhedengroepen ervaren zoals
discriminatie, migratie, radicalisering en eergerelateerd of antihomogeweld.
De sekse specifieke en normatieve gelijkwaardigheid tussen zichzelf en de jeugdige en/of opvoeders te bewaken in de beroepsuitoefening.
De opvattingen en denkbeelden van de jeugdige te
onderzoeken en deze te verbinden met algemeen geldende normen en waarden en het rechtssysteem van de samenleving. Zijn oordeel te baseren op relevante wetenschappelijke en beroepsinhoudelijke theorieën
(bijvoorbeeld systeemtheorie, agogiek, psychiatrie, culturele antropologie).
Door zijn beroepsmatig handelen en houding bewust te zijn van eigen cultureel, levensbeschouwelijk en/of seksueel referentiekader.
Door zijn beroepsmatig handelen en houding zich bewust te zijn van de positie, denkbeelden en vooroordelen die spelen.
Het unieke referentiekader van de jeugdige te benutten bij de hulpverlening.
In te spelen op de verschillende maatschappelijke ordeningen van de jeugdige.
24
Themagerichte competentie 22. Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld
De jeugdzorgwerker is in staat op een zorgvuldige en heldere wijze signalen van (psychisch, fysiek of seksueel) geweld in huiselijke kring te analyseren en te handelen volgens de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Legt vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld voor, de stappen van de
meldcode volgend, aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), respectievelijk het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), zodat het geweld op een effectieve manier wordt aangepakt en de relatie tussen jeugdige, opvoeders en de jeugdzorgwerker op een juiste manier voortgezet kan worden.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Door zijn beroepsmatige handelen in situaties
met vermoedens van huiselijk geweld blijk te geven over (basale) recente kennis te beschikken over kindermishandeling en huiselijk
geweld (zoals over beschermende factoren en risicofactoren, vormen en signalen en de gevolgen van het geweld voor jeugdigen). De
eigen waarnemingen in concreet gedrag te kunnen beschrijven en onderbouwen met
relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde).
Kennis te hebben van de beroepscode , relevante (landelijke) meldcodes, protocollen en
richtlijnen op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld en
hiernaar te handelen. Bij andere professionals te kunnen toetsen of de
signalen worden herkend en tijdig advies te vragen.
Signalen te kunnen (her)erkennen rond geweld
bij jeugdige en/of opvoeders (lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag van opvoeders).
Signalen te kunnen (her)erkennen rond geweld bij jeugdige en/of opvoeders (lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag van opvoeders) en dit kan onderbouwen met relevante
wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of
gezondheidskunde etc.). Bewust te zijn van de eigen verantwoordelijkheden en
mogelijkheden en deze te nemen in de aanpak van de
problematiek maar hier ook grenzen aan te stellen. Te weten wanneer sprake kan zijn van een
levensbedreigende situatie waarin onmiddellijk handelen nodig is. Dit te kunnen onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie,
geneeskunde of gezondheidskunde etc).
Zich bewust te zijn van de eigen emoties en dilemma’s en eigen sterke en zwakke kanten ten aanzien van deze problematiek en in staat te zijn deze te benoemen;
In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma’s in de overwegingen om al dan niet en op
welke moment in te grijpen indien er sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld.
Zijn eigen waarnemingen en oordelen te kunnen scheiden van die van anderen (professionals en/of informanten).
Op een open en respectvolle manier zorgen
of vermoedens kunnen bespreken met jeugdige en/of opvoeders en daarbij om kunnen gaan met emoties, weerstand en
loyaliteitsconflicten (vanuit de jeugdige en/of opvoeders).
Situaties te hebben meegemaakt waarin hij
of zij melding heeft gedaan van kindermishandeling of huiselijk geweld bij het AMK of ASHG.
25
Themagerichte competentie 23. Omgaan met verbaal geweld en (licht) agressief gedrag
De jeugdzorgwerker is in staat op respectvolle en duidelijke wijze op te treden bij verbaal geweld en (licht)agressief gedrag, zodat situaties niet escaleren, zijn
professionele grenzen niet worden overschreden en problemen worden voorkomen.
Beoordelingscriteria: (aan te tonen met beroepsproducten)
Gevorderde professional Bekwame professional Vakvolwassen professional
De jeugdzorgwerker toont aan: De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op gevorderd beginner)
De jeugdzorgwerker toont aan: (in aanvulling op bekwame professional)
Agressief gedrag te voorkomen door duidelijk regels te handhaven, consequent te zijn in gedrag en rechtvaardig en eerlijk te handelen.
Gebruik te maken van de handelingsprotocollen rond agressie en geweld die door de organisaties zijn opgesteld.
Om bij ongedurig, geïrriteerd en/of (licht)
agressief gedrag zich professioneel en rustig op te stellen.
Het beroepsmatig- en beroepsethisch handelen in het kader van agressief gedrag en de keuzes die hij of zij maakt kan verantwoorden op basis van kennis van beroepsinhoudelijke theorieën
vanuit bijvoorbeeld de psychologie, psychiatrie, agogiek etc.
In staat te zijn destructief gedrag op te merken en spanningen aan te voelen en dit met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie te kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie,
geneeskunde of gezondheidskunde etc.)
De durf te hebben te confronteren en eerlijk te zijn door te benoemen wat moet stoppen in het belang van de jeugdige en opvoeders en op een overtuigende manier zich op te stellen.
In kritische beroepssituaties met escalatie van verbaal geweld en (licht)agressief gedrag het
overzicht te kunnen houden. Een inschatting te kunnen maken van de
gevolgen van het (agressie) handelen van de jeugdige voor alle betrokken personen
(waaronder de jeugdige, omstanders en zichzelf als professional). Dit kan onderbouwen met relevante wetenschappelijke of
beroepsinhoudelijke theorie (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde).
In gesprek te gaan met de jeugdige en/of opvoeders om gedrag en bejegening bespreekbaar te maken;
De verantwoordelijkheid, regie te nemen en keuzes te maken in agressieve situaties en zelfstandig in te grijpen en te beslissen bij escalerende situaties. Dit
kan onderbouwen met relevante wetenschappelijke
of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde).
27
Top Related