LVT1170-004A[E]
RX-7042S
INSTRUCTIONS
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVERGEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
GEBRUIKSAANWIJZING
Cover_7040[E]_NL 04.2.10, 17:181
G-1
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Voorzichtig–– STANDBY/ON schakelaar!Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uithet stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroomnaar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de
STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met deafstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIGTer vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgeslotendoor bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in hetapparaat worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij hethuishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren methet KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater ofspatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich eenvloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede VentilatieOm gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient ubij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden.Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals inde afbeelding aangegeven.
Minstens 15 cm tussenruimte
Voorkant
Standard op minstens 15 cm van de vloer
Wand of meubilair
Vloer
RX-7042S
Safety_7040[E]_NL 04.2.10, 17:181
1
Inhoudsopgave
De belangrijkste instellingen ....................... 24
Snel instellen van de luidsprekers ............................................ 24Instellen basisonderdelen ......................................................... 25Basisprocedure ......................................................................... 26
Instellen van de luidsprekers .............................................. 26Instellen van de luidsprekerafstand .................................... 27Instellen van de lage tonen ................................................. 27Kiezen van het hoofd- of subkanaal ................................... 28Instellen voor eenvoudige en effectieve bedieningen
voor surround ............................................................... 28Instellen van de digitale ingangsaansluitingen .................. 29Instellen van de componentvideo-ingang .......................... 29Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron ........... 29
Instellen van het geluid .............................. 30
Basisinstellingen ...................................................................... 30Basisprocedure ......................................................................... 30
Instellen van de egalisatiepatroon ...................................... 31Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus ...................... 31Instellen van de geluidsparameters voor de Surround- en
DSP-functies ................................................................ 31
Gebruik van de Surroundfuncties ................ 33
Reproductie met een bioscoopeffect ........................................ 33Introductie van de Surroundfuncties ........................................ 33Beschikbare Surroundfuncties voor de diverse software ......... 35Activeren van de Surroundfuncties .......................................... 36
7 Activeren van de EX/ES-instelling ................................... 367 Automatisch activeren van de Surroundfuncties .............. 367 Handmatig activeren van de Surroundfuncties ................. 36
Gebruik van de DSP-functies ....................... 37
Reproductie van een geluidsveld .............................................. 37Introductie van de DSP-functies .............................................. 37Activeren van de DSP-functies ................................................ 38
Gebruik van de DVD MULTIweergavefunctie .................................... 39
Activeren van de DVD MULTI weergavefunctie ..................... 39
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem .... 40
Bediening van JVC audio- envideocomponenten ................................. 41
Geluidsapparatuur bedienen ..................................................... 41Beeldapparatuur bedienen ........................................................ 42
Bediening van video-apparatuur van anderemerken ................................................. 43
Problemen oplossen ................................... 46
Specificaties ............................................. 47
Deze markering toont dat de betreffende handelingof bediening ALLEEN MOGELIJK is met deafstandsbediening.
RemoteNOT
Deze markering toont dat de afstandsbedieningNIET voor de beschreven bediening kan wordengebruikt. Gebruik de toetsen en regelaars op hetvoorpaneel.
Introductie.................................................. 2
Kenmerken ................................................................................. 2Voorzorgen ................................................................................. 2
Benaming van de onderdelen ......................... 3
Aan de slag ................................................. 6
De meegeleverde accessoires ontroleren .................................... 6Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ......................... 6De FM- en AM-antenne (voor MG-ontvangst) aansluiten ......... 6Aansluiten van de luidsprekers en subwoofer ............................ 7Aansluiten van audio- en videocomponenten ............................ 9
7 Analoge aansluitingen ........................................................ 97 Digitale aansluitingen ....................................................... 12
De netspanningskabel aansluiten ............................................. 12
De bediening in een notendop ...................... 13
Dagelijkse bedieningsprocedures ............................................. 13De stroomtoevoer inschakelen ................................................. 13Een afspeelbron kiezen ............................................................ 13Het volume aanpassen .............................................................. 14De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ............................ 15In- en uitschakelen van het geluid van de subwoofer .............. 15Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie .................... 15Instellen van het dynamisch bereik .......................................... 16Het invoersignaal dempen ........................................................ 16Activeren en uitschakelen van Analog Direct .......................... 17Voor een natuurgetrouwer geluid ............................................. 17Veranderen van de bronnaam ................................................... 17Het basgeluid versterken .......................................................... 18Het geluid uitzetten .................................................................. 18Veranderen van de helderheid van het display ......................... 18De Sleep Timer gebruiken ........................................................ 18
Radiostations ontvangen ............................ 19
Handmatig afstemmen op stations ........................................... 19Werken met voorkeurzenders ................................................... 19Een FM-ontvangstfunctie selecteren ........................................ 20Ontvangst van FM-zenders met RDS ....................................... 21Opzoeken van een programma met PTY-codes ....................... 22Automatisch overschakelen naar een gewenst programma ...... 23
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM1
2
IntroductieDank u voor de aanschaf van een van onze JVC producten.
Lees voor een optimale prestatie van dit toestel de gebruiksaanwijzing even goed door alvorens dit toestel ingebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing ter referentie.
Kenmerken
CC (Compression Compensative) converterDe CC-converter elimineert trillingen en golven met eendrastische vermindering van de digitale vervorming door dedigitale muziekdata met een 24 bit-quantisatie te verwerken en debemonsteringsfrequentie tot 128 kHz (voor fs 32 kHz signalen)/176,4 kHz (voor fs 44,1 kHz signalen)/192 kHz (voor fs 48 kHzsignalen) te vergroten. Met gebruik van de CC-converter krijgt umet iedere bron een natuurgetrouw en prettig geluidsveld.(Zie bladzijde 17 voor details).
K2 technologieDe K2 technologie is ontworpen voor een natuurgetrouweaudioreproductie met een drastische reductie in digitalevervorming waarbij een oorspronkelijke, uitermate nauwkeurigegeluidssfeer wordt verkregen.
Compatibel met diverse audioformaten, inclusiefDTS 96/24
Met dit toestel kunt u geluid met audioformaten als Dolby DigitalEX, Dolby Pro Logic II, DTS-ES, DTS Neo:6 en DTS 96/24afspelen.• Dit toestel is tevens compatibel met Dual Mono signalen die op
Dolby Digital en DTS discs zijn opgenomen.
DAP (Digital Acoustic Processor)Met de technologie voor het simuleren van diverse geluidsveldenkrijgt u in uw huiskamer de geluidseffecten die u bijvoorbeeld vanbioscopen en concertzalen gewend bent. Dankzij de DSP (DigitalSignal Processor) en een geheugen van grote capaciteit kunt umultikanaal surroundgeluid beluisteren bij weergave van 2-kanaalof multikanaal software in overeenstemming met de gemaakteluidsprekerinstellingen.
Multikanaal virtueel surroundgeluid via dehoofdtelefoon—3D Hoofdtelefoonfunctie
Het ingebouwde virtuele surroundsysteem voor de hoofdtelefoonis compatibel met multikanaal software, zoals Dolby Digital,DTS Surround, enz. Dankzij de signaalverwerking met gebruikvan de kwalitatief-hoogwaardige DSP, kunt u ook via dehoofdtelefoon een natuurgetrouw surroundgeluid horen.
COMPU LINK afstandsbedieningssysteemDankzij de COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt uandere JVC audio componenten via deze receiver bedienen.
Voorzorgen
Algemeen• Zorg dat uw handen droog zijn.• Schakel alle apparatuur uit.• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Stroombron• Gebruik altijd de stekker om het netsnoer van de receiver te
ontkoppelen. Trek niet aan het snoer zelf.• Raak het netsnoer en de stekker niet met natte handen aan.• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact indien u de
receiver voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Plaatsing• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig
mag zijn of kan worden.• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
VentilatieDe in deze receiver ingebouwde versterkers met hoog-vermogenwekken hitte op in het toestel. Let voor de veiligheid derhalve op devolgende punten.• Zorg dat er een goede ventilatie rond de receiver is. Door een
slechte ventilatie zou het toestel kunnen oververhitten en dereceiver worden beschadigd.
• Blokkeer de ventilatie-openingen of gaten niet. (De warmte kanmogelijk niet goed worden afgevoerd indien de ventilatie-openingen of gaten door bijvoorbeeld een krant of kleedje wordenafgedekt).
Overige• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.• Stop het gebruik van het toestel, trek de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop indien eenmetalen voorwerp of vloeistof in het toestel terecht is gekomen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater ofspatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistofbevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,beschermplaten of onderdelen.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg uwJVC handelaar indien u een probleem met het toestel heeft.
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM2
3
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
e
u
i
o
;
a
s
d
r
w
q
p
9
t
y
DIMMER
DVD MULTI DVD CD TAPE/CDR
MUTINGFM/AMVCRTV/DBS
TV VOL CHANNEL VOLUME
TUNING /FFREW/ TUNING
TV/VIDEO
DVD MENUSURROUND
SURR/DSPOFFDSP
CC CONVERTER CATV/DBS VCR TAPE/CDR
EX/ES
ANALOG
ANALOG/DIGITAL
MIDNIGHT RETURN FM MODE
CD-DISC SLEEP
TEST BASSBOOST
CENTERTONE D.EQ FREQ
L RFRONT CENTER D.EQ LEVEL
L RSURR S.BACK SUBWFR
CONT CONT CONT
1 2 3
4 5 6
7/P 8 9
10 0 10
DIRECT
INPUT
MODE
TVVCRCATV/DBSDVD
REC PAUSE
AUDIO
DISPLAY MODE
TA/NEWS/INFO
PTY SEARCH
PTYPTY
A/V CONTROL RECEIVER
Benaming van de onderdelen
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 De toets DIMMER (18, 41)2 De toetsen Standby/Aan (13, 41 – 44)
AUDIO, DVD , CATV/DBS , VCR , TV 3 De toetsen voor het selecteren van een afspeelbron
(13 – 15, 19, 20, 39, 41 – 44)DVD MULTI, DVD, CD*, TAPE/CDR*, TV/DBS, VCR,FM/AM** De receiver wordt automatisch ingeschakeld wanneer u op
een van deze bronkeuzetoetsen drukt.4 De toets TV VOL (volume) +/– (42, 43)5 De toets CHANNEL +/– (42 – 44)6 De toets REC PAUSE (42, 44)
De toets TV/VIDEO (42, 43)Bedieningstoetsen voor audio- en videocomponenten(41, 42, 44)
REW 4, 3, FF ¢, 7, 8Bedieningstoetsen voor tuner (19, 41)
( TUNING, TUNING 9Bedieningstoetsen voor RDS (21)
De toets DISPLAY MODE7 De toets SURROUND (36, 41)8 Bedieningstoetsen voor DVD-speler (42, 44)
ENTER, 3, 2, 5, ∞Bedieningstoetsen voor RDS (22, 23)
TA/NEWS/INFO, PTY (, PTY 9, PTY SEARCH9 De toets DSP (37, 38, 41)p De toets CC CONVERTER (17, 41)q De toets EX/ES (36, 41)w De toets ANALOG DIRECT (17, 41)e De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (16, 41)r De toets MIDNIGHT MODE (16, 41)t De toets CD-DISC (41)y Toetsen voor instellen geluid (18, 31, 32, 41)u De toets MUTING (18, 41)i De toets VOLUME +/– (14, 18, 41)o De toets DVD MENU (42, 44); De toets SURR (surround)/DSP OFF (36, 38, 41)a De toets CATV/DBS CONT (regeling) (43)
De toets VCR CONT (regeling) (42)De toets TAPE/CDR CONT (regeling) (42)
s 10 toetsen voor bediening audio- en videocomponenten (41 – 44)10 toetsen voor bediening tuner (20, 41)
d De toets SLEEP (18, 41)
Druk hier en schuifomlaag om de afdekkingvan de afstandsbedieningte openen.
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM3
4
Voorpaneel
Druk op PUSH-OPEN.
Openen van de voorklep
e De toets EX/ES (36)r De toets INPUT ANALOG (16)
De toets INPUT ATT (16)t De toets MIDNIGHT MODE (16)y De toets INPUT DIGITAL (16)u De toetsen TUNER CONTROL
De toetsen FM/AM TUNING 5 / ∞ (19)De toetsen FM/AM PRESET 5 / ∞ (19, 20)De toets FM MODE (20)De toets MEMORY (19)
i De toets SETTING (26)o De toets QUICK SPEAKER SETUP (24); De knop MULTI JOG (24, 26, 30)
De toets PUSH SET (24, 26, 30)a De toets EXIT (26, 30)s De toets ADJUST (30)d De toets en lampje ANALOG DIRECT (17)
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 De toets STANDBY/ON en STANDBY-lampje (13)2 De toetsen SPEAKERS ON/OFF 1/2 (15)3 De toets SURROUND (35, 36)4 De sensor voor de afstandsbediening5 Displayvenster (Zie “Displayvenster” op de volgende bladzijde
voor details).6 De toetsen voor het selecteren van een afspeelbron
(13 – 15, 17, 19, 20, 39)DVD MULTI, DVD, VCR, TV SOUND/DBS, CD,TAPE/CDR, FM, AM
7 De knop MASTER VOLUME (14)8 De toets en lampje CC CONVERTER (17)9 De toets SUBWOOFER OUT ON/OFF (15)p PHONES aansluiting (15)q De toets DSP (37, 38)w De toets SURROUND/DSP OFF (36, 38)
SUBWOOFER OUT ON/OFF
SPEAKERS ON/OFF
PHONES
1
STANDBY
CC CONVERTER
ANALOG DIRECT
2
STANDBY/ON
SETTING ADJUST
QUICK SPEAKERSETUP EXIT
SURROUND
DSP
SURROUND/ DSPOFF
PUSH SET
MULTI JOG
MASTER VOLUME
1 2
TV SOUND/DBSVCRDVDDVD MULTI AMFMTAPE/CDRCD
PUSH – OPEN
Achter de voorklep
MIDNIGHTMODEEX / ES
INPUT ATT
INPUTANALOG
INPUTDIGITAL
FM/AM TUNING FM/AM PRESET FM MODE MEMORY
TUNER CONTROL
3 4 5 6 7 8
9 p q w
e r t y u
i o ; a s d
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM4
5
! ONE TOUCH OPERATION indicator (29)@ SLEEP indicator (18)# MIDNIGHT MODE indicator (16)$ B. BOOST (Bass Boost) indicator (18)% Luidspreker en signaal indicators (14)^ Digitaal signaalformaat indicators (16)& Hoofddisplay* D. EQ (Digitale Egalisatie) indicator (31)( DSP indicator (15, 35, 37)) 3D-PHONIC indicator (34, 37, 38)_ HEADPHONE indicator (15, 35, 37)+ INPUT ATT (demping) indicator (16)¡ VOLUME niveau-indicator (13, 18)™ SPEAKERS 1/2 indicators (15)
Achterpaneel
VIDEO
RIGHT LEFT S-VIDEOVIDEOAUDIODIGITAL IN
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
DIGITAL 3 (TV)
DIGITAL 4 (CDR)
PCM/ DOLBY DIGITAL/ DTS
DIGITAL OUT
FM 75 COAXIAL
AMEXT
AMLOOP
RIGHT LEFT
+
–
+
–
1 2CENTERSPEAKERSURROUND SPEAKERS
8 16CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SUBWOOFER CENTER
DVD IN
SURR
VCR
CDIN
RIGHT LEFT
ANTENNA
COMPONENT VIDEO
MONITOROUT
DBS(VCR)IN
DVDIN
Y PB PR
COMPULINK-4(SYNCHRO)
SURROUND BACK SPEAKERS
RIGHT LEFT RIGHT LEFTRIGHT LEFT
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SINGLE USESee InstructionManual For Connection
1 OR 2 : 8 16
1 AND 2 : 16 32
SUBWOOFEROUT
+ +
– –
FRONT SPEAKERS
MONITOROUT
Y)IN
(PLA
TAPECDR
OUT(REC)
IN(PLAY)
OUT(REC)
TV SOUNDDBSIN
DVDIN
FRONT
1 2 3 4 5 6 7 8
9 p q w e r
4 ANTENNA aansluitingen (6)5 SUBWOOFER OUT-uitgang (7)6 COMPONENT VIDEO in- en uitgangsaansluitingen (10, 11)
• Ingang: DVD IN, DBS (VCR) IN• Uitgang: MONITOR OUT
7 COMPULINK-4 (SYNCHRO)-uitgang (40)8 Netsnoer (12)9 DIGITAL OUT aansluiting (12)p SURROUND BACK SPEAKERS aansluitingen (7)q SURROUND SPEAKERS aansluitingen (7)w CENTER SPEAKER aansluitingen (7)e FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen (7)r FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen (7)
Displayvenster
D. EQ
INPUT ATT
SLEEP
VOLUME
ONE TOUCH OPERATION
3D - PHONIC
NEO:6 VIRTUAL SB MIDNIGHT MODE
TA NEWS AUTO MUTINGINFO TUNED STEREORDS
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RS
C R
S
LFE
DUAL DIGITAL AUTOANALOG 96/24 MULTI
PRO LOGIC
DSP HEADPHONE SPEAKERS 1 2
B. BOOST
SB
1 2 3 4 5 8 -90 = ~ ! @# $
% ^ & *( ) _ + ¡ ™
76
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 DUAL indicator (34)2 ANALOG indicator (16)3 DIGITAL AUTO indicator (16)4 96/24 indicator (34)5 MULTI indicator (39)6 RDS indicator (21)7 Programmatype (TA/NEWS/INFO) indicators (23)8 NEO:6 indicator (34)9 TUNED indicator (19)0 PRO LOGIC indicator (33)
PRO LOGIC II indicator (34)- STEREO indicator (19, 20)= AUTO MUTING indicator (20)~ VIRTUAL SB (Surroundachter) indicator (33 – 35)
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
1 DIGITAL IN aansluitingen (12)• Coaxiaal: DIGITAL 1 (DVD)• Optisch: DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV),
DIGITAL 4 (CDR)2 AUDIO in- en uitgangsaansluitingen (9 – 11)
• Ingang: DVD IN—FRONT, CENTER, SUBWOOFER,SURR, TV SOUND/DBS IN, VCR IN (PLAY),TAPE/CDR IN (PLAY), CD IN
• Uitgang: VCR OUT (REC), TAPE/CDR OUT (REC)3 S-VIDEO en composiet VIDEO in- en uitgangsaansluitingen
(10, 11)• Ingang: DVD IN, TV SOUND/DBS IN, VCR IN (PLAY)• Uitgang: VCR OUT (REC), MONITOR OUT
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM5
6
FM 75 COAXIAL
AMEXT
AMLOOP
ANTENNA
2 31
Aan de slagIn deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluiten hoe u de stroomtoevoer aansluit.Steek de stekker niet in een stopcontact voordat alle andere verbindingen zijn voltooid.
De meegeleverde accessoires ontroleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires.Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd.Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het typeaccessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)• Batterijen (2)• AM-raamantenne (MG-ontvangst) (1)• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact opmet uw leverancier.
Plaatsen van batterijen in deafstandsbediening
Plaats de twee bijgeleverde batterijen alvorens gebruik in deafstandsbediening.
1. Druk op de batterij-afdekking op de achterkantvan de afstandsbediening en schuif open.
2. Plaats de batterijen.• Zorg dat de polen overeenkomen: (+) met (+) en (–) met (–).
3. Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien de afstandsbediening de signalen nietmeer goed uitzendt of de receiver niet meer juist bedient. Gebruiktwee R6(SUM-3)/AA(15F) type (alkaline) droge-cel batterijen.
Opmerkingen:• De bijgeleverde batterijen dienen voor het maken van de
instellingen bij het in gebruik nemen. Vervang de batterijen voornormaal, langdurig gebruik.
• Stel na het vervangen van de batterijen de fabrikantcode opnieuwin (zie bladzijden 43 tot 45).
LET OP:Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijengaan lekken of openbreken:• Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit:
(+) met (+) en (–) met (–).• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
De FM- en AM-antenne (voor MG-ontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
Verbind de bijgeleverde FM-antenne als tijdelijke oplossing metde FM 75 Ω COAXIAL aansluiting—A
Sluit een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien deontvangst niet bevredigend is—B1. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne.2. Verbind een 75 Ω coaxiale kabel met standaardtype stekker
(IEC of DIN45325).
Aansluiten van de AM-antenne (voor MG-ontvangst)Draai de raamantenne tot de besteontvangst is verkregen.
AM-raamantenne(voor MG-ontvangst)(bijgeleverd)
Opmerkingen:• Als de bedrading van de AM-raamantenne (voor MG-
ontvangst) is afgeschermd met een plastic laag, moet udeze zoals in de afbeelding is aangegeven verwijderen.
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanrakingkomt met andere uitgangen, draden of denetspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om eeneenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag(niet bijgeleverd) op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne (voor MG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten).
1 2R6(SUM-3)/AA(15F)
3
FM-antenne (bijgeleverd)
Kabel naar de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
FM 75 COAXIAL
AMEXT
AMLOOP
ANTENNA
FM 75
COAXIAL FM 75
COAXIAL
BA
De FM-antenne dient horizontaal teworden bevestigd.
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaagbuiten (niet bijgeleverd)
Steek de pinnen van de raamantenne inde openingen van de standaard om deAM-raamantenne (voor MG-ontvangst)gebruiksklaar te maken.
NL_01-12_7042S[E]f.p65 11/3/04, 10:51 AM6
7
RIGHT LEFT
+
–
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SPEAKERS
SINGLE USESee InstructionManual For Connection
SU
8
R
Aansluiten van de luidsprekers ensubwoofer
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:• Twee sets luidsprekers aan de voorzijde.• Eén set luidsprekers aan de surround.• Eén surroundachterluidspreker of één paar
surroundachterluidsprekers.• Eén middenluidspreker.• Eén subwoofer met vermogencircuit.
LET OP:• Gebruik uitsluitend luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE
(luidsprekerimpedantie) die bij de luidsprekeraansluitingen isgemarkeerd.– Indien u luidsprekers op alleen de FRONT SPEAKERS 1 of 2
ansluitingen aansluit, moet u luidsprekers met een impedantievan 8 Ω tot 16 Ω.
– Indien u zowel luidsprekers op de FRONT SPEAKERS 1 en2 aansluitingen aansluit, moet u luidsprekers met eenimpedantie van 16 Ω tot 32 Ω gebruiken.
• Verbind niet meer dan één luidspreker met iedereluidsprekeraansluiting.
BELANGRIJK:Na het aansluiten van de luidsprekers moet u de juisteluidsprekerinformatie instellen. U kunt “Quick Speaker Setup”hiervoor gebruiken (zie bladzijde 24).• Zie “Instellen van de luidsprekers” op bladzijde 26 voor het
verkrijgen van een optimaal Surround/DSP-effect.
1 2 3
Aansluiten van de luidsprekers
1. Maak een insnijding, draai en verwijder deisolatie bij het uiteinde van iederluidsprekersnoer (niet bijgeleverd).
2. Open de luidsprekeraansluiting.
3. Steek de luidsprekerkabel in de opening die vrijkomt.
4. Sluit de luidsprekeraansluiting.Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het eneuiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+)en (–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteindeop de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers.
*1*1 VoorFRONTSPEAKERS2
aansluitingen
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHTLEFT
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHTLEFT
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHTLEFT
4
*2 Bij gebruik van slechts één surroundachterluidspreker, verbindt uhet ª snoer met de RIGHT ª aansluiting en het · snoer metde LEFT · aansluiting.
Naar RIGHT ª aansluiting
Aansluiten van een subwooferU kunt de weergave van de lage tonen met een subwooferversterken.Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigencircuit middels een kabel met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd)met het achterpaneel.
SUBWOOFEROUT
Voorluidsprekers 1Rechts / Links
Surroundachterluidsprekers*2
Rechts / LinksVoorluidsprekers 2
Rechts / Links
Middenluidspreker
SurroundluidsprekersRechts / Links
RIGHT LEFT
+
–
+
–
1 2CENTERSPEAKERSURROUND SPEAKERS
8 16CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SPEAKERS
RIGHT LEFT RIGHT LEFTRIGHT LEFT
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SINGLE USESee InstructionManual For Connection
1 OR 2 : 8 16
1 AND 2 : 16 32
+ +
– –
FRONT SPEAKERS
Surroundachter-luidspreker
Subwoofer metvermogencircuit
Naar LEFT ·aansluiting
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM7
8
Opstellen van de luidsprekersVoorluidsprekers (L/R) en middenluidspreker (C)• Plaats deze luidsprekers op dezelfde hoogte vanaf de vloer of op
oorhoogte.• Richt de voorkant naar het luistergebied.
Surroundluidsprekers (LS/RS) en surroundachterluidsprekers (SB)• Plaats deze luidsprekers 60 cm tot 90 cm hoger dan de oren van
luisteraars.• Richt deze luidsprekers direct naar het luistergebied, maar echter
niet direct naar de oren van de luisteraar.
Subwoofer• De lage tonen zijn niet-richtinggevoelig. U kunt de subwoofer
derhalve op iedere gewenste plaats installeren.
Opmerking:
Voor een perfecte luidsprekeropstelling dienen alle luidsprekers opgelijke afstand tot de luisteraar te zijn geplaatst. Dit kan echter in uwkamer onmogelijk zijn. Met dit toestel kunt u de vertragingstijd voor deluidsprekers instellen indien de luidsprekers niet allemaal op gelijkeafstand tot de luisteraar zijn geplaatst, zodat het geluid van alleluidsprekers toch tegelijk de oren van de luisteraar bereikt.(Zie bladzijde 27).
Subwoofer
* Indien slechts éénsurroundachterluidspreker is aangesloten
LuidsprekeropstellingDe ideale luidsprekeropstelling is afhankelijk van de afmetingenen karakteristieken van uw kamer. De afbeelding hieronder toontde aanbevolen, standaardopstelling.
Linkervoor-luidspreker(s)
(L)
Rechtervoor-luidspreker(s)
(R)
Midden-luidspreker
(C)
Surroundachterluidsprekers (SB)
Linkersurround-luidspreker (LS)
Rechtersurround-luidspreker (RS)
LET OP:
Plaats de middenluidspreker niet op de TV. Indien u demiddenluidspreker op de TV plaats, krijgt u mogelijk diverseproblemen met de TV (de kleuren zijn dan bijvoorbeeld onjuist).Daarbij zou de middenluidspreker ook gemakkelijk kunnen vallen.
Subwoofer
CL R
LS RS
SB SBSB*
(Linker) (Rechter)
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM8
9
TAPECDR
IN(PLAY)
OUT(REC)
R
L
R
L
Aansluiten van audio- en videocomponenten
Zie tevens de bij de andere componenten geleverdegebruiksaanwijzingen indien u los verkrijgbare componenten wiltaansluiten.
Analoge aansluitingenIndien uw audiocomponenten digitale audio-uitgangsaansluitingenhebben, moet u deze met digitale snoeren volgens “Digitaleaansluitingen” (zie bladzijde 12). Indien u deze aansluiting gebruikt,zal de geluidskwaliteit beter zijn.
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels metRCA-pinstekers (niet bijgeleverd).• Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode
steker op de rechter audio-uitgang.
Indien uw audiocomponenten een COMPU LINK aansluitinghebbenZie tevens bladzijde 40 voor details aangaande het aansluiten enhet COMPU LINK afstandsbedieningssysteem.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen eenafspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van deontvanger worden vervormd.
CD-speler
CDIN
R
L
CD-speler
Naar deaudio-uitgang
TAPECDR
IN(PLAY)
OUT(REC)
R
L
R
L
Cassettedeck
U kunt een cassettedeck of een CD-recorder met de TAPE/CDRaansluitingen verbinden. Zie hieronder indien u een CD-recordermet de TAPE/CDR aansluitingen wilt verbinden.
CD-recorder
U kunt een CD-recorder of een cassettedeck met de TAPE/CDRaansluitingen verbinden. Zie hierboven indien u een cassettedeckmet de TAPE/CDR aansluitingen wilt verbinden.
Opmerking:
Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen heeftverbonden, moet u de bronnaam naar “CDR”, veranderen zodat dezewordt getoond wanneer u de CD-recorder als bron kiest. Zie bladzijde17 voor details.
CassettedeckNaar de
audio-ingangNaar de
audio-uitgang
CD-recorderNaar deaudio-ingang
Naar deaudio-uitgang
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM9
10
MONITOROUT
TV SOUNDDBSIN
MONITOROUT
Y PB PR
A
B
C
D
R
L
Beeldapparatuur aansluitenGebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels metRCA-pinstekers (niet bijgeleverd).Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode stekerop de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang.• Indien uw videocomponenten S-video (Y/C-gescheiden) en/of
component video (Y, PB, PR) aansluitingen hebben, dient u dezemet een S-videokabel (niet bijgeleverd) en/of componentvideokabel (niet bijgeleverd) te verbinden. Met gebruik van dezeaansluitingen krijgt u een betere beeldkwaliteit op volgorde van:
Component video > S-video > Composiet video
• Indien uw videocomponenten digitale audio-uitgangsaansluitingenhebben, moet u deze met digitale snoeren volgens “Digitaleaansluitingen” (zie bladzijde 12). Indien u deze aansluitinggebruikt, zal de geluidskwaliteit beter zijn.
BELANGRIJK:Deze receiver heeft de volgende video-aansluitingen—composietvideo, S-video en component video aansluitingen. U kunt ieder vandeze drie aansluitingen gebruiken voor het verbinden van eenvideocomponent.De videosignalen van een bepaald type ingangsaansluitingworden echter uitsluitend via de video-uitgangsaansluitingenvan hetzelfde type uitgestuurd.Indien derhalve een videocomponent voor opname en eenvideocomponent voor weergave via verschillende typen video-aansluitingen van deze receiver zijn verbonden, kunt u het beeld nietopnemen. Indien de op deze receiver aangesloten TV envideocomponent voor weergave via video-aansluitingen vanverschillend type zijn verbonden, kunt u het weergavebeeld van devideo niet op de TV bekijken.
VideorecorderÅ Naar audio-ingangı Naar audio-uitgangÇ Naar S-video uitgangÎ Naar composiet video-
uitgang‰ Naar S-video ingangÏ Naar composiet video-
ingangÌ Naar component video-
uitgang
Opmerkingen:
• Indien u een videorecorder met de component video-ingangsaansluitingen verbindt, moet u de instelling voorcomponentvideo-ingang (VIDEO IN VCR) juist maken. Zie bladzijde29 voor details.
• Indien u de instelling voor componentvideo-ingang voor eenvideorecorder (VIDEO IN VCR) heeft gemaakt, is de instelling voorcomponentvideo-ingang voor een DBS-tuner (VIDEO IN DBS) nietbeschikbaar.
Videorecorder
VCRIN
(PLAY)
OUT(REC)
A B DC E F
R
L
R
L
G
DBS(VCR)IN
TV en/of DBS-tuner
Å Naar audio-uitgangı Naar component video-ingangÇ Naar S-video ingangÎ Naar composiet video-ingang
Å Naar audio-uitgangı Naar component video-uitgangÇ Naar S-video uitgangÎ Naar composiet video-uitgang
Opmerkingen:
• Indien u een DBS-tuner met de TV SOUND/DBS IN aansluitingenheeft verbonden, moet u de bronnaam die op het display wordtgetoond bij het kiezen van de bron naar “DBS” veranderen. U kuntanders geen beeld van de DBS-tuner bekijken. Zie bladzijde 17voor details.
• Indien u een DBS-tuner met de componentvideo-ingangsaansluitingen verbindt, moet u de instelling voorcomponentvideo-ingang (VIDEO IN DBS) juist maken. Zie bladzijde29 voor details.
• Indien u de instelling voor componentvideo-ingang voor een DBS-tuner (VIDEO IN DBS) heeft gemaakt, is de instelling voorcomponentvideo-ingang voor een videorecorder (VIDEO IN VCR)niet beschikbaar.
Verbind de video-uitgang van de TVNIET met deze video-ingangs-aansluitingenindien u de TV met deAUDIO aansluitingen(TV SOUND/DBS IN)verbindt.
Verbind de TV met de juiste MONITOR OUT aansluitingen voorweergave van het beeld van de aangeslotenvideocomponenten.
TV SOUNDDBSIN
DBS(VCR)IN
A
B
C
D
R
L
DBS
DBS-tuner
NL_01-12_7042S[E]f.p65 12/3/04, 9:03 AM10
11
DVD-speler
Verbind de DVD-speler via de digitale of analoge discrete(DVD MULTI) aansluitingen voor weergave van Dolby Digital enDTS multikanaal software (inclusief Dual Mono software).
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
Å Naar component video-uitgangı Naar S-video uitgangÇ Naar composiet video-uitgangÎ Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang (of naar
gemengde audio-uitgang indien nodig)
DVD
VIDEO
RIGHT LEFT S-VIDEOVIDEOAUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD IN
FRONT
DVDIN
COMPONENT VIDEO
DVDIN
SURR
R L
A
B
C
D
RIGHT LEFT
DVD-speler
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1kannal-reproductie):
Deze methode voor het aansluiten is het beste voor weergave vanhet geluid van een DVD Audio.• Bij weergave van een DVD Audio kan middels deze verbinding
het oorspronkelijke geluid van hoge kwaliteit wordengereproduceerd.
Å Naar component video-uitgangı Naar subwoofer uitgangÇ Naar middenkanaal audio-uitgangÎ Naar S-video uitgang‰ Naar composiet video-uitgangÏ Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgangÌ Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
SURR
RIGHT LEFT
DVD
VIDEO
RIGHT LEFT S-VIDEOVIDEOAUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD IN
FRONT
DVDIN
COMPONENT VIDEO
DVDIN
R L
R L
A
B
C
D
E F G
DVD-speler
NL_01-12_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:15 PM11
12
DIGITAL IN
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
DIGITAL 3 (TV)
DIGITAL 4 (CDR)
PCM/ DOLBY DIGITAL/ DTS
DIGITAL OUT
Digitale aansluitingenDeze receiver heeft vier DIGITAL IN aansluitingen—één digitalecoaxiale aansluiting en drie digitale optische aansluitingen—en éénDIGITAL OUT (optisch) aansluiting op het achterpaneel.
BELANGRIJK:
• Indien u een DVD-speler, videorecorder, digitale TV-zendertuner ofDBS-tuner met gebruik van de digitale aansluitingen verbindt, moetu tevens een verbinding met de video-aansluitingen op hetachterpaneel maken. U kunt geen beeld bekijken indien u geenverbinding met de video-aansluitingen heeft gemaakt.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingenhebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingenop de juiste wijze aanbrengen.– Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van (DIGITAL
IN). Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “Instellen van dedigitale ingangsaansluitingen” op pagina 29.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we unaar de paragraaf “Kiezen van de analoge of digitaleingangsfunctie” op pagina 15.
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in defabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld:– DIGITAL 1 (coaxiaal):Voor een DVD-speler– DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler– DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner– DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
• Indien u de CD-speler of CD-recorder, met gebruik van hetCOMPU LINK afstandsbedieningssysteem (zie bladzijde 40) wiltbedienen, moet u het te bedienen component volgens debeschrijving bij “Analoge aansluitingen” (zie bladzijde 9) aansluiten.
Digitale ingangsaansluiting
U kunt ieder digitaal component met een coaxiale of optischedigitale uitgangsaansluiting verbinden.
Digitale uitgangsaansluiting
U kunt een gewenst digitaal component met een optische digitaleingangsaansluiting verbinden.
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd)tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)tussen digitale optische aansluitpunten
Verwijder voor het aanbrengenvan een digitale optische kabeleerst hetbeschermendedopje uit de ingang.
Als het desbetreffende apparaat eendigitale optische uitgang heeft, moet udat apparaat met een digitale optischekabel (niet bijgeleverd) aansluiten opde ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3(TV) of DIGITAL 4 (CDR).
Als het desbetreffende apparaat eendigitale coax-uitgang heeft, moet u datapparaat met een digitale coax-kabel(niet bijgeleverd) aansluiten op deingang DIGITAL 1 (DVD).
Als de digitale recorder (b.v. eenCD-recorder) is uitgerust met eendigitale, optische ingang, dient udeze te verbinden met de uitgangDIGITAL OUT zodat u van digitaalnaar digitaal kunt opnemen.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)tussen digitale optische aansluitpunten
Opmerking:
De indeling van het digitale signaal dat via de uitgang DIGITAL OUTwordt uitgevoerd, is gelijk aan de indeling van de invoersignalen. Ditbetekent dat wanneer de DTS-signalen worden ingevoerd, er ookDTS-signalen worden uitgevoerd.
De netspanningskabel aansluiten
Alvorens de ontvanger op de netspanningskabel aan te sluiten, moetu nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in eenwandcontactdoos.• Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en
de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en deweergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnenin de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:– Wanneer u de stekker eruit haalt.– Wanneer er een stroomstoring optreedt.
LET OP:
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de
wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekkerbeet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat dekabel niet kan beschadigen.
NL_01-12_7042S[E]f.p65 12/3/04, 9:03 AM12
13
De bediening in een notendopDe volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
De volgende bedieningen worden uitgelegd met gebruik van de toetsen op het voorpaneel.U kunt tevens de toetsen op de afstandsbediening voor de overeenkomende functies gebruiken indien deze min of meer dezelfdenamen/markeringen hebben.
Een afspeelbron kiezen
Druk rechtstreeks op de toets van de gewensteafspeelbron.• Indien u digitale componenten met de digitale aansluitingen heeft
verbonden, moet u de ingangsfunctie voor deze componenten naarde digitale ingangsfunctie veranderen (zie bladzijde 15).
Opmerkingen:
• Indien u een CD-recorder hebt aangesloten (op de uitgangTAPE/CDR), en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgangTV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op dedisplay wordt weergegeven wijzigen. Zie bladzijde 17 voor meerinformatie.
• Door een druk op de CD, TAPE/CDR of FM/AM toets van deafstandsbediening wordt de receiver automatisch ingeschakeld.
• Indien u “DVD MULTI” kiest, kunt u het geluid van de anlogegescheiden uitgang (5,1-kanaal surroundreproductie) van hetexterne component beluisteren.– U moet mogelijk de analoge gescheiden uitgangsfunctie tevens
met het externe component kiezen.– Bij gebruik van een hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het geluid
van de voorkanalen (links en rechts) beluisteren.– U kunt de surroundfuncties (zie baldzijde 33) niet gebruiken voor
de DVD MULTI weergavefunctie.
Dagelijkse bedieningsprocedures
1. Schakel de stroom in.• Zie “De stroomtoevoer inschakelen” hieronder.
2. Kies de bron.• Zie “Een afspeelbron kiezen” hier rechts.
3. Stel het volume in.• Zie “Het volume aanpasen” op bladzijde 14.
4. Kies de Surround- of DSP-functie.• Zie “Activeren van de Surroundfuncties” (bladzijde 36)
en “Activeren van de DSP-functies” (bladzijde 38).
De stroomtoevoer inschakelen
Druk op de toets STANDBY/ON (of AUDIO van deafstandsbediening).Het STANDBY-lampje gaat uit.
De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSP-functie worden weergegeven.
Het huidige volumeniveau wordt weergegeven.
Voor het uitschakelen van de stroom (naar standby),drukt u weer op de toets STANDBY/ON (of AUDIO van deafstandsbediening).Het STANDBY-lampje licht op.
Opmerking:
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid instandby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen,moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Op het voorpaneel
Op de afstandsbediening
TV SOUND/DBSVCRDVDDVD MULTI AMFMTAPE/CDRCD
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
DVD MULTI DVD CD TAPE/CDR
FM/AMVCRTV/DBS
De naam van de geselecteerde afspeelbron en dehuidige Surround-/DSP-functie worden weergegeven.
12
4 3
NL_13-18_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM13
14
Luidspreker- en signaalindicators op het displayAan de hand van de volgende indicators kunt u gemakkelijk zienwelke luidsprekers zijn geactiveerd en wat voor een signalen en vanwelke bron in de receiver komen.
Welke luidsprekerindicators oplichten is afhankelijk van deluidsprekerinstellingen (zie “Instellen van de luidsprekers” opbladzijde 26 voor details).• De lijsten van “L”, “C”, “R”, “LS”, “RS” en “SB” lichten op
indien de overeenkomende luidsprekers op “LARGE” of“SMALL” zijn gesteld en de luidspreker voor de huidige gekozenSurround/DSP-functie vereist is.
• Indien “SUB WOOFER” op “YES”, is gesteld, licht SUBWFR op(zie bladzijde 26).
• Alle drie de lijsten in de “SB” regel worden niet tegelijkertijdgebruikt.Indien “SBACK OUT” op “2SPK” is gesteld, worden de linker- enrechterlijsten niet gebruikt. Met “1SPK” gekozen, wordt demiddelste lijst gebruikt (zie bladzijde 26).
De signaalindicators lichten op het display op en tonen debinnenkomende signalen.L: • Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
signaal van het linkerkanaal wordt ontvangen.• Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
R: • Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer hetsignaal van het rechterkanaal wordt ontvangen.
• Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.C: Licht op wanneer het signaal van het middenkanaal wordt
ontvangen.LFE: Licht op wanneer het signaal van het LFE (lage frequentie-
effect) kanaal wordt ontvangen.LS: Licht op wanneer het signaal van het linkersurroundkanaal
wordt ontvangen.RS: Licht op wanneer het signaal van het rechtersurroundkanaal
wordt ontvangen.S: Licht op wanneer het signaal van het monosurroundkanaal
wordt ontvangen.SB: Licht op wanneer het signaal van het surroundachterkanaal
wordt ontvangen.
Opmerking:
Met DVD MULTI als bron gekozen, zullen “L”, “C”, “R”, “LFE”, “LS” en“RS” oplichten.
AMFMTAPE/CDRCD
Bijv. Er wordt geen geluid via demiddenluidspreker ensurroundachterluidsprekersweergegeven alhoewel er welsignalen door deze receivervoor het middenkanaal ensurroundachterkanaal wordenontvangen.
Uitleg over de verlichting van de luidspreker- ensignaalindicators
LFESUBWFR
L C R
SLS RS
LFE
L C R
SLS
SB
RS
SB
LFESUBWFR
L C R
LS RS
SB
Kiezen van een verschillende bron voor het beelden geluidTijdens het bekijken van beelden van een videobron, kunt utegelijkertijd het geluid van een andere audiobron beluisteren.• Nadat u een videobron heeft gekozen, worden de beelden van deze
gekozen bron naar de TV gestuurd totdat u een andere videobronkiest.
Druk tijdens het bekijken van het beeld van eenvideocomponent, bijvoorbeeld de videorecorder of DVD-speler,op een van de audiobronkeuzetoetsen.
Het volume aanpassen
Op het voorpaneel:Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok meeom het volume te vergroten.Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume teverkleinen.
Op de afstandsbediening:Druk op de toets VOLUME + om het volume te vergroten.Druk op de toets VOLUME – om het volume te verkleinen.
Opmerkingen:
• Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen“0” (minimaal) tot “70” (maximaal).
• Als u voor de “ONE TOUCH OPE” (One Touch-bediening deinstelling) “ON” opgeeft (zie bladzijde 29), hoeft u het volumeniveauniet elke keer aan te passen wanneer u een andere afspeelbronselecteert. Het niveau wordt automatisch ingesteld op hetopgeslagen niveau.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een broninschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan deplotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekerspermanente schade toebrengen.
DVD MULTI DVD CD TAPE/CDR
FM/AMVCRTV/DBS
SignaalindicatorsLuidsprekerindicators
Op het voorpaneel Op de afstandsbediening
NL_13-18_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM14
15
De luidsprekers aan de voorzijdeselecteren
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u kiezen welkeluidsprekers u wilt gebruiken.
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op deaansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1, moet uop de toets SPEAKERS ON/OFF 1 drukken zodat de indicatorSPEAKERS 1 op het display licht op.• Controleer dat de SPEAKERS 2 indicator niet is opgelicht.
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op deaansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 2, moet uop de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat de indicatorSPEAKERS 2 op het display licht op.• Controleer dat de SPEAKERS 1 indicator niet is opgelicht.
Voor gebruik van beide paren luidsprekers die met de FRONTSPEAKERS 1 en 2 aansluitingen zijn verbonden, drukt u opSPEAKERS ON/OFF 1 en 2 zodat de SPEAKERS 1/2 indicators ophet display oplichten.
Opmerking:U kunt beide paren voorluidsprekers gebruiken tijdens weergave vananaloge bronnen of digitale 2-kanaal software zonder een Surround-/DSP-functie gekozen.
Voor geen gebruik van beide paren luidsprekers die met deFRONT SPEAKERS 1 en 2 aansluitingen zijn verbonden,drukt u op SPEAKERS ON/OFF 1 en 2 zodat de SPEAKERS 1/2indicators op het display doven.De HEADPHONE indicator licht op en “HEADPHONE” wordt ophet display getoond.• Als u de luidsprekers activeert, wordt de eerder geselecteerde
Surround- en DSP-functies ingeschakeld.
Weergave via uitsluitend de hoofdtelefoon:Schakel beide paren voorluidsprekers uit en verbind uwhoofdtelefoon met de PHONES aansluiting.• Controleer dat alle luidsprekerindicators niet zijn opgelicht.
U kunt tevens de geluidseffecten via de hoofdtelefoon horen indiende Surround- of DSP-functie is geactiveerd—3D Hoofdtelefoon(3D H PHONE) functie.• “3D H PHONE” verschijnt en de DSP en HEADPHONE
indicators lichten op het display op. (Zie bladzijde 35 voor details).
Opmerking:De 3D Hoofdtelefoon (3D H PHONE) functie kan niet voor de DVDMULTI weergavefunctie worden gebruikt.
LET OP:Verlaag het volume:• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een
hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kanbeschadigen.
• Alvorens de luidsprekers weer te activeren, daar anders mogelijkeen zeer hoog volume via de luidsprekers wordt uitgestuurd. Zie verder op de volgende pagina
RemoteNOT
In- en uitschakelen van het geluidvan de subwoofer
U kunt het geluid van de subwoofer uitschakelen, ookal heeft u eensubwoofer aangesloten en “YES” voor “SUB WOOFER” ingesteld(zie bladzijde 26).
Druk op de toets SUBWOOFER OUT ON/OFF om het geluidvan de subwoofer te annuleren.Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt het geluid van desubwoofer gedeactiveerd (“SUBWFR OFF”) of geactiveerd(“SUBWFR ON”).• De SUBWFR indicator dooft wanneer u het geluid van de
subwoofer heeft uitgeschakeld. De lage tonen (en LFE-signalen)worden vervolgens via de voorluidsprekers weergegeven(uitgezonderd tijdens de DVD MULTI weergavefunctie).
• U kunt het subwooferuitgangsniveau instellen (zie bladzijden 31en 32) indien de subwoofer is geactiveerd.
Opmerkingen:
• De SUBWOOFER OUT ON/OFF werkt niet indien u “SMALL” voorde voorluidsprekers bij het instellen van luidsprekerformaat (ziebladzijde 26) of met “Quick Speaker Setup” (zie bladzijde 24) heeftgekozen.
• U kunt de subwooferuitgang niet activeren indien u “NO” voor“SUB WOOFER” heeft ingesteld (zie bladzijden 24 en 26).
• De subwooferuitgang wordt automatisch geactiveerd indien u de“SUB WOOFER” instelling van “NO” naar “YES” verandert (ziebladzijde 26).
Kiezen van de analoge of digitaleingangsfunctie
U moet de digitale ingangsfunctie kiezen indien u digitalebroncomponenten met de digitale aansluitingen heeft verbonden (ziebladzijde 12).
Voordat u start, vergeet niet...De instellingen voor de digitale ingangsaansluiting dienen juistte zijn gemaakt voor de bronnen waarvoor u de digitaleingangsfunctie wilt kiezen (zie “Instellen van de digitaleingangsaansluitingen” op bladzijde 29).
1. Druk op een van de bronkeuzetoetsen (DVD, VCR,TV SOUND/DBS, CD of TAPE/CDR*) waarvoor u deingangsfunctie wilt veranderen.
* De digitale ingangsfunctie is niet beschikbaar indien u TAPE alsbron heeft gekozen. Zie “Veranderen van de bronnaam” opbladzijde 17 om de bronnaam naar CDR te veranderen.
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1 2
Bijv. Met beide paren luidsprekers gekozen.
RemoteNOT
NL_13-18_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM15
16
Instellen van het dynamisch bereik
U kunt met de Midnight modus ook ’s avonds laat een krachtiggeluid beluisteren.
Druk op MIDNIGHT MODE zodat “MID NIGHT: 1” of“MID NIGHT: 2” op het display verschijnt.De MIDNIGHT MODE indicator licht tevens op.
MID NIGHT: 1 Kies indien u het dynamisch bereik iets wiltverkleinen.
MID NIGHT: 2 Kies voor een volledige verkleining van hetdynamisch bereik (vooral ’s avonds laat zeerhandig).
MID NIGHT: OFF Kies wanneer u het surroundgeluid met hetgehele dynamische bereik wilt beluisteren (erwordt geen effect toegepast).
Opmerkingen:
• De Midnight modus wordt tijdelijk geannuleerd indien Analog Directin gebruik is (zie bladzijde 17).
• Midnight Mode kan niet voor de DVD MULTI weergavefunctieworden gebruikt.
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt ervervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af tezwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron afzonderlijk vastgelegd.
Druk op de toets INPUT ATT (INPUT ANALOG) en houdt dezeingedrukt zodat de indicator INPUT ATT op de display oplicht.• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“ATT ON”) of uitgeschakeld(“NORMAL”).
Opmerking:
Deze functie werkt niet indien DVD MULTI is gekozen of “AnalogDirect” is geactiveerd.
LINEAR PCM
DIGITAL
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RS
C R
LFE
DIGITAL AUTO
DGTL AUTO DGTL D.D
DGTL DTS(Dolby Digital)(Digital)
VOLUMESPEAKERS 1
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RS
C R
LFE
DIGITAL AUTO
VOLUMESPEAKERS 1
RemoteNOT
RemoteNOT
2. Druk op de toets INPUT DIGITAL om “DGTLAUTO” te kiezen.• Bij gebruik van de afstandsbediening moet u op ANALOG/
DIGITAL INPUT drukken. Door iedere druk op de toets wordtafwisselend de analoge (ANALOG) en digitale (DGTLAUTO) ingangsfunctie geactiveerd.
De DIGITAL AUTO indicator licht op het display op.
• Met “DGTL AUTO” gekozen, tonen de volgende indicatorshet digitale signaalformaat van de ontvangen signalen.
: Licht op wanneer lineaire PCM signalenworden ontvangen.
: Licht op wanneer Dolby Digital signalenworden ontvangen.
: Licht op wanneer DTS signalen wordenontvangen.
Er licht geen indicator op indien de receiver het digitalesignaalformaat van de ontvangen signalen niet kan herkennen.
Opmerking:
Zie bladzijden 33 en 34 voor details aangaande digitalesignaalformaten.
Bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS isgecodeerd, kunnen de volgende symptonen voorkomen:• Geen geluid bij het begin van de weergave.• Ruis tijdens het zoeken of overslaan van hoofdstukken of
fragmenten.
Druk in dit geval herhaaldelijk op INPUT DIGITAL om“DGTL D.D” of “DGTL DTS” te kiezen terwijl“DGTL AUTO” nog op het display wordt getoond.• Door iedere druk op INPUT DIGITAL verandert de
ingangsfunctie als volgt:
Met “DGTL D.D” of “DGTL DTS” gekozen, zal de AUTOindicator doven en de overeenkomende indicator van het digitalesignaalformaat op het display oplichten.• Indien het ontvangen signaal niet overeenkomt het het gekozen
digitale signaalformaat, zal de rand van de gekozen indicatorknipperen.
Opmerking:
De “DGTL D.D” en “DGTL DTS” instellingen worden geannuleerd ende digitale ingangsfunctie wordt automatisch naar “DGTL AUTO”gesteld wanneer u de stroom uitschakelt of een andere bron kiest.
Weer kiezen van de analoge ingangsfunctieDruk op INPUT ANALOG (of druk herhaaldelijk op ANALOG/DIGITAL INPUT van de afstandsbediening totdat “ANALOG” ophet display wordt weergegeven). De ANALOG indicator licht op.
NL_13-18_7042S[E]f.p65 12/3/04, 9:04 AM16
17
Activeren en uitschakelen vanAnalog Direct
U kunt het geluid op bijna dezelfde wijze als het origineleopgenomen geluid beluisteren door de diverse geluidscircuits,bijvoorbeeld de middernachtfunctie (zie bladzijde 16), Bass Boost(zie bladzijde 18), de egalisatiepatronen (zie bladzijde 31), deinstellingen voor de luidsprekeruitgangsniveaus (zie bladzijde 31) ende surroundfuncties en DSP-functies (zie bladzijden 33 tot 38) tenegeren. Met gebruik van Analog Direct kunt u uitsluitend hetvolumeniveau en het subwooferuitgangsniveau regelen.• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron afzonderlijk vastgelegd.
Druk op de toets ANALOG DIRECT zodat “A DIRECT” op hetdisplay wordt getoond.Het lampje op de toets licht tevens op.• Door iedere druk op de toets wordt Analog Direct afwisselend
geactiveerd en uitgeschakeld (het lampje dooft).
Opmerkingen:
• Analog Direct kan niet worden gebruikt indien de digitaleingangsmodus is geactiveerd.
• Analog Direct wordt uitgeschakeld en de hiervoor gekozengeluidsinstellingen worden opgeroepen wanneer u Surround of eenDSP-functie activeert.
• Middernachtfunctie (zie bladzijde 16) wordt tijdelijk uitgeschakeldwanneer u Analog Direct activeert.
• Door Analog Direct te activeren, worden de ingangsdemping (ziebladzijde 16) en CC Converter (zie hieronder) geannuleerd.
Voor een natuurgetrouwer geluid
Met JVC CC (Compression Compensative) Converter wordentrillingen en onregelmatigheden geëlimineerd zodat de digitalevervorming aanzienlijk wordt gereduceerd door de digitalemuziekdata met een 24-bit quantisatie te verwerken en debemonsteringsfrequentie tot 128 kHz (voor fs 32 kHz signalen)/176,4 kHz (voor fs 44,1 kHz signalen)/192 kHz (voor fs 48 kHzsignalen) te verhogen voor de voorluidsprekers.Met gebruik van de CC-converter krijgt u met zowel digitale alsanaloge bronnen een natuurlijk en prettig geluidsveld.
Druk op de toets CC CONVERTER zodat het lampje op de toetsoplicht.• Door iedere druk op de toets wordt de CC-converter afwisselend
geactiveerd en uitgeschakeld (het lampje dooft).
Opmerking:
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer “Analog Direct” isgeactiveerd. Door “Analog Direct” te activeren, wordt de converteruitgeschakeld.
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
Veranderen van de bronnaam
Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR IN aansluitingen ofeen DBS-tuner met de TV SOUND/DBS IN aansluitingen op hetachterpaneel heeft verbonden, moet u de bronnaam die op hetdisplay wordt getoond veranderen.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van TV tot DBS:1. Druk op de toets TV SOUND/DBS.
• Controleer dat “TV” op de display wordt weergegeven.
2. Druk op de toets TV SOUND/DBS en houdt deze ingedrukttot “ASSGN DBS” op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
Indien u een DBS-tuner met de TV SOUND/DBS IN aansluitingenheeft verbonden, moet u de bronnaam die op het display wordtgetoond bij het kiezen van de bron naar DBS veranderen. U kuntanders het beeld van de DBS-tuner niet bekijken.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van TAPE totCDR:1. Druk op de toets TAPE/CDR.
• Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
2. Druk op de toets TAPE/CDR en houdt deze ingedrukt tot“ASSGN CDR” op de display wordt weergegeven.
Voor het veranderen van de bronnaam naar TV en TAPE, moetu de hierboven beschreven procedure opnieuw uitvoeren.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u debronnaam niet heeft veranderd. U krijgt in dat geval echter mogelijkwat moeilijkheden.– “TAPE” of “TV” wordt op het display weergegeven wanneer u de
CD-recorder of DBS-tuner kiest.– U kunt de digitale ingang (zie bladzijden 15 en 16) niet voor de
CD-recorder gebruiken.
RemoteNOT
NL_13-18_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM17
18
De volgende basisbedieningen kunnen uitsluitend met deafstandsbediening worden uitgevoerd.
Het basgeluid versterken
Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken.• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
Druk op BASS BOOST om het niveau van de lage tonen teversterken.De B. BOOST indicator licht op het display op.• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de
basversterkingsfunctie geactiveerd (“BOOST ON”) engedeactiveerd (“BOOST OFF”).
Opmerkingen:• Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid via de
voorluidsprekers, middenluidspreker en subwoofer.• Bass Boost wordt tijdelijk geannuleerd indien u Analog Direct (zie
bladzijde 17) activeert.
Het geluid uitzetten
Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle luidsprekersen de hoofdtelefoon uit te schakelen.De vermelding “MUTING” op de display wordt weergegeven en hetvolume wordt uitgeschakeld (de indicator voor het VOLUME niveaugaat uit).
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toetsMUTING.• Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– tedrukken, wordt het geluid hersteld.
Veranderen van de helderheidvan het display
U kunt de verlichting van het display dimmen.Druk op de toets DIMMER.• Door iedere druk op de toets verandert de helderheid van het
display als volgt:
De Sleep Timer gebruiken
Met gebruik van de Sleep Timer kunt u muziek beluisteren terwijl uin slaap valt. Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moetuitschakelen, als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvangerzichzelf uit.
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP.De SLEEP indicator licht op het display op en de uitschakeltijdverandert met stappen van 10-minuten.
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelfuitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen:Druk één keer op de toets SLEEP.De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. Detijd wordt weergegeven in minuten.• Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u
herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken.
De Sleep Timer uitzetten:Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding“SLEEP OFF” op de display wordt weergegeven. De indicatorSLEEP gaat uit.• Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer.
Opnemen van een bronVoor analoog-naar-analoog opnameU kunt een analoge weergavebron tegelijkertijd opnemen op deopnamecomponenten die met de audio-uitgangsaansluitingen ophet achterpaneel van dit toestel zijn verbonden.
Van digitaal naar digitaal opnemenU kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoerdigitale opnames maken op een digitale recorder die op deuitgang DIGITAL OUT is aangesloten.
Opmerkingen:• Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet
mogelijk.• Het volume-uitgangsniveau, de middernachtfunctie (zie balzijde
16), Bass Boost (zie hier links), de egalisatiepatronen (ziebladzijde 31), de Surround- en DSP-functies (zie bladzijden 33tot 38) hebben geen invloed op de opname.
Automatisch geheugen voor basisinstellingeDeze receiver legt automatisch de geluidsinstellingen vooriedere bron vast—• wanneer u de stroom uitschakelt,• wanneer u van bron verandert, en• wanneer u de bronnaam instelt (zie bladzijde 17).
Bij het veranderen van bron worden de vastgelegde instellingenautomatisch voor de nieuwe bron opgeroepen.Het volgende kan voor iedere bron worden vastgelegd:• Analoog/digitaal ingangsfunctie (zie bladzijden 15 en 16)• Middernachtfunctie (zie bladzijde 16)• Verzwakking voor het ingangssignaal (zie bladzijde 16)• Analoog Direct (zie bladzijde 17)• CC Converter (zie bladzijde 17)• Egalisatiepatroon (zie bladzijde 31)• Luidsprekeruitgangsniveaus (zie bladzijde 31)• Keuze van Surround- en DSP-functie (zie bladzijden 36 en 38)• “Bass Boost” instelling (zie hier links).
Opmerkingen:• Met FM of AM als bron gekozen, kunt u voor beide golfbanden
afzonderlijke instellingen maken.• Indien u het volumeniveau met de hierboven getoonde
instellingen wilt vastleggen, moet u “One Touch Operation” op“ON” stellen (zie bladzijde 29).
Het basgeluidversterken
De Sleep Timergebruiken
Het geluiduitzetten
Veranderen vande helderheidvan het display
VOLUMECHANNELTV VOL
DVD MULTI DVD CD TAPE/CDR
FM/AMVCRTV/DBS
TVVCRCATV/DBSDVD
AUDIODIMMER
MUTING
CD-DISC
TESTCENTER
TONE D.EQ FREQ
L RFRONT CENTER D.EQ LEVEL
L RSURR S.BACK SUBWFR
SLEEP
BASSBOOST
MODE 10 0 10MIDNIGHT RETURN FM MODE
Dimmer DonkerderGeannuleerd
(Normaal display)
2010 30 40 50 60 70 80 90
(Geannuleerd)OFF
NL_13-18_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM18
19
Handmatig afstemmen op stations
1. Druk op de toets FM of AM om de golfband tekiezen.Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in dedesbetreffende band was afgestemd.
2. Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM TUNING5 of ∞ totdat de gewenste frequentie is bereikt.• Als u op de toets FM/AM TUNING 5 drukt, wordt er een
hogere frequentie gekozen.• Als u op de toets FM/AM TUNING ∞ drukt, wordt er een
lagere frequentie gekozen.
Opmerkingen:
• Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikendis, verschijnt er op de display de indicator TUNED.
• Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordtontvangen, licht ook de indicator STEREO op.
• Als u de toets in stap 2 ingedrukt houdt (en daarna loslaat),verandert de frequentie net zolang tot er een station is gevonden.
Op de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM.• Door iedere druk op de teots wordt afwisselend FM en AM
(MG) als golfband gekozen.
2. Druk herhaaldelijk op de toets TUNING 9 of( TUNING totdat de gewenste frequentie isbereikt.• Als u op de toets TUNING 9 drukt, wordt er een hogere
frequentie gekozen.• Als u op de toets ( TUNING drukt, wordt er een lagere
frequentie gekozen.
AUTO MUTINGTUNED STEREO
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
AUTO MUTINGTUNED STEREO
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
AUTO MUTINGTUNED STEREO
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
AUTO MUTINGTUNED STEREO
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend,kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FM-zenders en 15 AM-zenders (MG) als voorkeurzenders wordeningesteld.
Een station als voorkeurzender instellenVoordat u start, vergeet niet...Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor deonderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerdvoordat u klaar bent, moet u bij stap 2 beginnen.
1. Stem op de vast te leggen zender af (zie“Handmatig afstemmen op stations”).• Als u de FM-ontvangstfunctie voor dit station wilt opslaan,
moet u nu de FM-ontvangsfunctie van uw keuze selecteren.Zie “Een FM-ontvangstfunctie selecteren” op bladzijde 20.
2. Druk op de toets MEMORY.
De cursor knippert gedurende 10 seconden op de positie voorhet kanaalnummer.
3. Druk zolang de positie voor het kanaalnummerknippert op de toets FM/AM PRESET 5 of ∞ omeen kanaalnummer te selecteren.
4. Druk nogmaals op de toets MEMORY wanneerhet geselecteerde kanaalnummer op de displayknippert.Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
5. Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations dieu als voorkeurzenders wilt instellen in hetgeheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderenAls u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaandevoorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit hetgeheugen verwijderd.
RemoteNOT
Radiostations ontvangenU kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaaldradiostation afstemt.
NL_19-23_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM19
20
Afstemmen op een voorkeurzenderOp het voorpaneel:
1. Druk op de toets FM of AM om de gewensteomroepband te selecteren.Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in dedesbetreffende band was afgestemd.
2. Druk net zo vaak op de toets FM/AM PRESET 5of ∞ tot u het kanaal dat u zoekt hebt gevonden.• Als u op de toets FM/AM PRESET 5 drukt, wordt er een
hoger kanaalnummer gekozen.• Als u op de toets FM/AM PRESET ∞ drukt, wordt er een
lager kanaalnummer gekozen.
Op de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM om de gewensteomroepband te selecteren.Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in dedesbetreffende band was afgestemd.• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend FM en AM
(MG) als golfband gekozen.
2. Druk op de 10 cijfertoetsen om eenvoorkeurzender te selecteren.• Druk voor kanaalnummer 5, op de toets met het cijfer 5.• Druk voor kanaalnummer 15, op +10 en daarna op 5.• Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en daarna op 10.• Druk voor kanaalnummer 30, op +10, daarna op +10, en tot
slot op 10.
Opmerking:
Indien u een voorkeurzendernummer niet met de 10 toetsen kuntkiezen, moet u eerst met de afstandsbediening weer FM als bronkiezen.
Een FM-ontvangstfunctie selecteren
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veelruis wordt ontvangen, het is mogelijk een andere FM-ontvangstfunctie te selecteren wanneer u naar een FM-uitzendingluistert.• U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt
ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstfunctie in hetgeheugen opslaan (zie bladzijde 19).
Druk op de toets FM MODE terwijl u naar eenFM-station luistert.• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt de FM-
ontvangstfunctie heen en weer tussen “AUTOMUTING” en“MODE MONO”.
AUTOMUTING Kies normaliter deze stand.Programma’s die in stereo wordenuitgezonden, worden in stereo ontvangen.Programma’s die in mono wordenuitgezonden, worden in mono ontvangen.De functie kan ook worden gebruikt omstatische storingen tussen stations teonderdrukken. Als u deze functie selecteert,licht de indicator AUTO MUTING op dedisplay op. (Fabrieksinstelling)
MODE MONO Kies deze stand voor een verbeterdeontvangst (maar het stereo-effect gaatverloren).In de functie hoort u ruis terwijl u opstations aan het afstemmen bent.De AUTO MUTING indicator (en deSTEREO indicator) dooft van het display.
Opmerking:
Indien u de FM-ontvangstfunctie niet met de FM MODE toets kuntkiezen, moet u eerst met de afstandsbediening weer FM als bronkiezen.
DIMMER
DVD MULTI DVD CD TAPE/CDR
MUTINGVCRTV/DBS
TV VOL CHANNEL VOLUME
TVVCRCATV/DBSDVD
AUDIO
FM/AM
1 2 3
4 5 6
7/P 8 9
10 0 10
AUTO MUTINGTUNED STEREO
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
TUNED
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
NL_19-23_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM20
21
Ontvangst van FM-zenders met RDS
Met gebruik van RDS (Radio Data System) sturen FM-zenders extrasignalen samen met de normale programmasignalen uit. De zendersleveren dan bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over hettype programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek, enz.• De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een FM-
zender heeft afgestemd die tevens RDS-signalen levert.
Met deze receiver kunt u de volgende typen RDS-signalen ontvangen.
PS (Stationsnaam) Toont de algemeen bekende zendernamen.
PTY (Programmatype) Toont het programmatype dat wordtuitgezonden.
RT (Radiotekst) Toont tekstmededelingen die door dezender wordt uitgezonden.
Enhanced Other NetworksLevert informatie over het soortprogramma’s dat wordt uitgezonden doorandere RDS-zenders van anderenetwerken dan het netwerk dat umomenteel ontvangt.
Opmerkingen:
• RDS is niet beschikbaar voor AM (MG)-uitzendingen.• Niet alle FM-zenders leveren RDS-signalen en niet alle
RDS-zenders leveren dezelfde service. Controleer de lokaleradiozenders voor details aangaande RDS in uw gebied.
• RDS werkt mogelijk niet goed indien de zender waarop isafgestemd de RDS-signalen niet juist uitstuurt of de signalen tezwak zijn.
Tonen van RDS-informatieU kunt op het display zien welke RDS-informatie door de zenderwordt uitgestuurd.
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op de toetsDISPLAY MODE van de afstandsbediening.• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het
display en toont u de volgende informatie:
PS (Stationsnaam) Tijdens het zoeken verschijnt “PS” enworden de zendernamen getoond.“NO PS” zal verschijnen indien er geensignaal wordt ontvangen.
PTY (Programmatype) Tijdens het zoeken verschijnt “PTY” envervolgens het type van het programmadat wordt uitgezonden. “NO PTY” zalverschijnen indien er geen signaal wordtontvangen.
RT (Radiotekst) Tijdens het zoeken verschijnt “RT” enwordt de tekstmededeling getoond diedoor de zender wordt uitgezonden.“NO RT” zal verschijnen indien er geensignaal wordt ontvangen.
Opmerkingen:
• Voor gebruik van DISPLAY MODE op de afstandsbediening, moetde afstandsbediening voor de tuner zijn geactiveerd en niet voorDVD of andere bronnen. (Zie bladzijde 42).
• Indien het zoeken direct stopt, zullen “PS”, “PTY” en “RT” niet ophet display verschijnen.
• Bepaalde ontvangen speciale tekens en symbolen kunnen mogelijkniet juist worden getoond. Er worden geen bijzondere letters op dedisplay weergegeven. (Zo kan een “A” bijvoorbeeld een “Å, Ä, Ã, Á,À en ” aanduiden).
DISPLAY MODE
PS
Geannuleerd
PTY RT
NL_19-23_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM21
22
Opzoeken van een programmamet PTY-codes
Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een bepaald soortprogramma kunt opzoeken dat door een van de voorkeurzenders (ziebladzijde 19) wordt uitgezonden door de overeenkomende PTY-codein te voeren.
Zoeken van een programma met gebruik van dePTY-codesVoordat u start, vergeet niet...• Druk tijdens het zoeken op de toets PTY SEARCH om het zoeken
wanneer u wilt te stoppen.• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordatu klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
1. Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender opde toets PTY SEARCH.“PTY SELECT” knippert op het display.
2. Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op detoets PTY9 of PTY( totdat de gewenste PTY-code op het display verschijnt.• Door iedere druk op de toets verandert de PTY-code als volgt:
None “ News “ Affairs “ Info “ Sport “Educate “ Drama “ Culture “ Science “ Varied “Pop M(usic) “ Rock M(usic) “ Easy M(usic) “Light M(usic) “ Classics “ Other M(usic) “Weather “ Finance “ Children “ Social “Religion “ Phone In “ Travel “ Leisure “Jazz “ Country “ Nation M(usic) “ Oldies “Folk M(usic) “ Document “ TEST “ Alarm! “(terug naar het begin)
• Zie de rechterkolom voor details aangaande de PTY-codes.
3. Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijlde in de vorige stap gekozen PTY-code nog steedsop het display wordt getoond.Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen PTY-code afwisselend op het display getoond.Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodraeen zender is gevonden die een programma van het gekozen typeuitzendt.
Verder zoeken nadat de eerste zender is gevondenDruk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de aanduidingenop het display knipperen.“NOT FOUND” zal verschijnen indien er geen overeenkomendprogramma op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
Indien de RDS-bedieningstoetsen niet voor RDS werken, moet ueerst met de afstandsbediening weer FM als bron kiezen.
PTY SEARCH
PTYPTY
Beschrijving van PTY-codes
News Nieuws.
Affairs Programma’s met een thema waarin dieper op hetnieuws wordt ingegaan—debat of analyse.
Info Programma’s die in een brede zin meer informatieen advies geven.
Sport Programma’s over sport en sportwedstrijden.
Educate Educatieve programma’s.
Drama Radiohoorspelen en series.
Culture Programma’s over nationale of regionale cultuur,met inbegrip van taal, theater, enz.
Science Programma’s over natuurwetenschappen entechniek.
Varied Voornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeldquizzen, spelletjes en interviews met beroemdheden.
Pop M Commerciële, hedendaagse muziek.
Rock M Rockmuziek.
Easy M Huidige muziek die ookwel “easy listening” wordtgenoemd.
Light M Lichte instrumentale muziek, zang ofkoormuziek.
Classics Uitvoeringen van orkesten, symfonieën,kamermuziek, enz.
Other M Muziek die niet bij een van de andere categorieënhoort.
Weather Weerberichten.
Finance Verslagen van de beurs, handel en commercie, enz.
Children Programma’s voor kinderen.
Social Programma’s over sociologie, geschiedenis,geografie, psychologie en sociale vraagstukken.
Religion Religieuze programma’s.
Phone In Luisteraars die hun mening via de telefoon offorums duidelijk maken.
Travel Reisinformatie.
Leisure Programma’s over recreatie en activiteiten.
Jazz Jazzmuziek.
Country Programma’s met muziek van oorspronkelijk hetzuiden van Amerika.
Nation M Huidige populaire, nationale of regionale muziek inde taal van het land.
Oldies Muziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe ouwe”.
Folk M Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
Document Programma’s die dieper op gebeurtenissen ingaan ofbepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST Uitzendingen voor het testen van onder anderenoodberichten en waarschuwingen.
Alarm! Waarschuwingen en noodberichten.
None Geen programmatype, ongedefinieerd programma ofprogramma’s die niet gemakkelijk in een van deandere groepen passen.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY-code kanmet sommige FM-zenders afwijken van de hierboven gegevenbeschrijving.
NL_19-23_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM22
23
Automatisch overschakelen naareen gewenst programma
Een andere handige RDS-service draagt de naam “Enhanced OtherNetworks”.Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaaldstation overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (TA,NEWS en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:• Bij het luisteren naar een niet-RDS netwerk—alle AM (MG)
zenders en bepaalde FM-zenders.• Indien de laatst ontvangen FM-zender een niet-RDS netwerk is.• Als de ontvanger in de Standby-functie staat.
Voordat u start, vergeet niet...• De Enhanced Other Networks-functie is alleen op FM-
voorkeurzenders van toepassing.• U kunt de Enhanced Other Networks functie gebruiken tijdens het
luisteren naar iedere bron. Voor gebruik van de RDS-bedieningstoetsen op de afstandsbediening dient deafstandsbediening echter wel voor bediening van de tuner te zijngeactiveerd (zie bladzijde 41).
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO om hetgewenste programmatype te kiezen.• Door iedere druk op de toets verandert het programmatype en licht
de overeenkomende indicator op het display op.
TA Verkeersinformatie in uw gebied.
NEWS Nieuws.
INFO Programma’s die u advies in de breedste zin van hetwoord geven.
Indien “FM” de huidige bron isIndien de huidige zender het door u gekozenprogramma start uit te zenden
De receiver blijft de zender ontvangen maar de indicator vanhet ontvangen programmatype begint te knipperen.
Na het programma stopt de indicator van het ontvangenprogrammatype te knipperen en blijft continu opgelicht, maarde Enhanced Other Networks functie blijft met de receiverstandby geschakeld.
Indien een andere FM-zender het door ugekozen programma start uit te zenden terwijlu een FM-zender beluistert
De receiver schakelt automatisch naar de zender over. Deindicator van het ontvangen programmatype begint teknipperen.
Na het programma schakelt de receiver weer terug naar dehiervoor ontvangen zender maar de Enhanced Other Networksfunctie blijft standby geschakeld. De indicator van hetontvangen programmatype stopt te knipperen en blijft continuopgelicht.
GEVAL 1
GEVAL 2
‘
‘
Indien de huidige bron een andere brondan “FM” is
Indien een zender een door u gekozenprogramma start uit te zenden wanneer eenandere bron dan “FM” is geactiveerd
Zodra een zender het door u gekozen programma start uit tezenden, of reeds aan het uitzenden is, schakelt de receiverautomatisch over naar die zender.De indicator van het ontvangen programmatype begint teknipperen.
Na het programma schakelt de receiver weer terug naar dehiervoor gekozen bron maar de Enhanced Other Networksfunctie blijft standby geschakeld. De indicator van hetontvangen programmatype stopt te knipperen en blijft continuopgelicht.
GEVAL 3
‘
Stoppen van het programma dat door Enhanced OtherNetworks functie werd gekozenDruk op TA/NEWS/INFO zodat de indicator van hetprogrammatype (TA/NEWS/INFO) stopt te knipperen en continuopgelicht blijft. De Enhanced Other Networks functie wordt standbygeschakeld en de hiervoor gekozen bron wordt weer geactiveerd.
Indien een “Alarm!” (of TEST) signaal van een zender wordtontvangen, stemt de receiver automatisch op die zender af.• Tijdens ontvangst van een noodhericht “Alarm!” op de display
wordt weergegeven.
Het TEST signaal wordt voor het testen van het “Alarm!” signaalgebruikt. Het toestel dient met het TEST signaal hetzelfde tefunctioneren als met het “Alarm!” signaal.
Opmerkingen:
• Enhanced Other Networks data van bepaalde zenders zijn mogelijkniet bruikbaar met deze receiver.
• Indien u tijdens de Enhanced Other Networks standbyfunctiesynchroonopname (zie bladzijde 40) start, wordt de EnhancedOther Networks standbyfunctie tijdelijk geannuleerd. De EnhancedOther Networks standbyfunctie wordt weer geactiveerd zodra deopname is afgelopen.
• Tijdens het luisteren naar een programma waarop door deEnhanced Other Networks functie werd afgestemd, kunt uuitsluitend de DISPLAY MODE en TA/NEWS/INFO toetsen voorbediening van de tuner gebruiken.
• Tijdens het luisteren naar een programma waarop door deEnhanced Other Networks functie werd afgestemd, kunt u niet vanbron of zender veranderen. Voor het veranderen moet u eerst op deTA/NEWS/INFO toets drukken om de Enhanced Other Networksfunctie te annuleren.
LET OP:
Indien afwisselend herhaaldelijk tussen de zender die met EnhancedOther Networks functie is gekozen en de laatst beluisterde zenderwordt geschakeld, moet u de Enhanced Other Networks functieannuleren door herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO te drukken.Indien u niet op de toets drukt, zal uiteindelijk de huidige afgestemdezender worden ingesteld en de knipperende TA/NEWS/INFOindicators op het display doven.
TA
NEWS/INFO
NEWS
TA/NEWS/INFOGeannuleerd
INFO TA/NEWS TA/INFO
NL_19-23_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:16 PM23
24
Snel instellen van de luidsprekers
Met “Quick Speaker Setup” kunt u gemakkelijk en snel hetluidsprekerformaat en de luidsprekerafstand voor uw luisterruimteinstellen zodat u het geluid met een optimaal surroundeffect kuntbeluisteren.• U kunt de informatie voor de luidsprekers tevens handmatig
vastleggen. Zie bladzijde 26 voor details.
Voordat u start, vergeet niet...Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaandestappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,moet u bij stap 1 beginnen.
1. Druk op de toets QUICK SPEAKER SETUP.“SETUP” en “SPEAKERS?” worden op het display getoond envervolgens verschijnt de fabrieksinstelling voor het totaal aantalaangesloten luidsprekers (kanalen).
2. Draai MULTI JOG om het juiste aantal voor deaangesloten luidsprekers(luidsprekerkanaalaantal) te kiezen.Het aantal luidsprekers verandert als volgt wanneer u de schijfverdraait.• Zie “Luidsprekers (kanalen) aantal en formaat” op bladzijde
25 voor details aangaande het aantal luidsprekers.
* “6.0CH” is de fabrieksinstelling.
De belangrijkste instellingenBepaalde hieronder beschreven instellingen moet u maken na het aansluiten en opstellen van uw luidsprekers enbepaalde instellingen kunt u maken voor een handigere bediening. U kunt met “QUICK SPEAKER SETUP” snel eneenvoudig de vereiste instellingen voor uw luidsprekers maken.
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.“ROOM SIZE?” wordt op het display getoond en vervolgensverschijnt de fabrieksinstelling voor het kamerformaat.
4. Draai MULTI JOG om het juiste formaat vooruw kamer te kiezen.Het kamerformaat verandert als volgt wanneer u de schijfverdraait.• Zie “Kamerformaat en luidsprekerafstand” op bladzijde 25
voor het kiezen van het juiste formaat voor uw kamer.
* “LARGE” is de fabrieksinstelling.
5. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.“COMPLETE” wordt op het display getoond en vervolgensverschijnt de aanduiding van de bron weer.• De instellingen voor de luidsprekers zijn nu geactiveerd.
Opmerkingen:
• De instellingen worden niet vastgelegd en geactiveerd indien u deprocedure niet helemaal heeft voltooid.
• Indien u “Snel instellen van de luidsprekers” uitvoert, worden deluidsprekeruitgangsniveaus tevens automatisch op een passendewaarde ingesteld (voor alle bronnen hetzelfde). Zie “Instellen vande luidsprekeruitgangsniveaus” op bladzijde 31 indien u hetluidsprekeruitgangsniveau voor iedere bron afzonderlijk wiltinstellen.
RemoteNOT
LINEAR PCML R
ANALOG
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
L R
ANALOG
2.0CH “ 2.1CH “ 3.0CH “ 3.1CH “ 4.0CH “4.1CH “ 5.0CH “ 5.1CH “ 6.0CH* “ 6.1CH “7.0CH “ 7.1CH “ (Terug naar het begin)
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
SMALL “ MID “ LARGE* “ (Terug naar het begin)
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
VOLUMESPEAKERS 1
NL_24-29_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM24
25
Luidsprekers (kanalen) aantal en formaatU kunt zien welk formaat voor de luidsprekers wordt ingesteld inovereenstemming met het door u gekozen aantal aangeslotenluidsprekers (luidsprekerkanaal “CH” aantal).• De subwoofer wordt als het 0,1 kanaal geteld.
Formaat van de aangesloten luidsprekersCH
L/R C LS/RS SB SUBWFR
2.0CH LARGE NONE NONE NONE NO
2.1CH SMALL NONE NONE NONE YES
3.0CH LARGE SMALL NONE NONE NO
3.1CH SMALL SMALL NONE NONE YES
4.0CH LARGE NONE SMALL NONE NO
4.1CH SMALL NONE SMALL NONE YES
5.0CH LARGE SMALL SMALL NONE NO
5.1CH SMALL SMALL SMALL NONE YES
6.0CH LARGE SMALL SMALL SMALL NO
6.1CH SMALL SMALL SMALL SMALL YES
7.0CH LARGE SMALL SMALL SMALL* NO
7.1CH SMALL SMALL SMALL SMALL* YES
* Deze instelling wordt voor beide surroundachterluidsprekergebruikt.
Kamerformaat en luidsprekerafstandIn overeenstemming met het gekozen kamerformaat wordt deluidsprekerafstand voor iedere geactiveerde luidspreker als volgtingesteld:
Formaat Luidspreker Afstand
LARGE L/R 3.0 m (10 ft)
C 3.0 m (10 ft)
LS/RS 3.0 m (10 ft)
SB 3.0 m (10 ft)
MID L/R 2.7 m (9 ft)
C 2.4 m (8 ft)
LS/RS 2.1 m (7 ft)
SB 1.8 m (6 ft)
SMALL L/R 2.4 m (8 ft)
C 2.1 m (7 ft)
LS/RS 1.5 m (5 ft)
SB 1.2 m (4 ft)
Opmerking:In de tabel hierboven staat “L” voor de linkervoorluidspreker, “R” voorde rechtervoorluidspreker, “C” voor de middenluidspreker, “LS” voorde linkersurroundluidspreker, “RS” voor de rechtersurround-luidspreker, “SB” voor de surroundachterluidspreker en “SUBWFR”voor de subwoofer.
Instellen basisonderdelen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgendeonderdelen instellen:• U kunt uitsluitend de op het moment beschikbare onderdelen
kiezen. Zie de uitleg voor ieder onderdeel.
Onderdeel Aktie Zie bladzijde
SUB WOOFER* Registreren van uw subwoofer. 26
FRONT SPEAKER* Registreren van het formaat van uwvoorluidspreker. 26
CNTR SPEAKER* Registreren van het formaat van uwmiddenluidspreker. 26
SURR SPEAKER* Registreren van het formaat van uwsurroundluidspreker. 26
SBACK SPEAKER* Registreren van het formaat van uwsurroundachterluidspreker. 26
SBACK OUT* Registreren van het aantal aangeslotensurroundachterluidsprekers. 26
DIST UNIT Kiezen van de meeteenheid voor deluidsprekerafstand. 27
FRNTL DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf delinkervoorluidspreker tot uwluisterpositie. 27
FRNTR DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf derechtervoorluidspreker tot uwluisterpositie. 27
CNTR DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf demiddenluidspreker tot uw luisterpositie. 27
SURRL DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf delinkersurroundluidspreker tot uwluisterpositie. 27
SURRR DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf derechtersurroundluidspreker tot uwluisterpositie. 27
SBACK DISTANCE* Registreren van de afstand vanaf desurroundachterluidspreker(s) tot deluisterplaats. 27
S WFR OUTPUT Kiezen van geluid voor weergavevia de subwoofer. 27
CROSS OVER Kiezen van de drempelfrequentievoor de subwoofer. 27
LFE ATTENUATE Verzwakken van de lage tonen(LFE; lage frequentie-effect). 28
DUAL MONO Kiezen van het “Dual Mono”geluidskanaal. 28
AUTO SURROUND Activeren of uitschakelen vanautomatisch surround. 28
DGTL IN COAX Kiezen van het component dat metde digitale coaxiale aansluiting isverbonden. 29
DGTL IN OPTICAL Kiezen van de componenten die metde digitale optische aansluitingenzijn verbonden. 29
VIDEO IN DVD Deze instelling is niet effectief voor deEuropese modellen.
VIDEO IN DBS Kiest het soort video-aansluiting datvoor de DBS-tuner wordt gebruikt. 29
VIDEO IN VCR Kiest het soort video-aansluiting datvoor de videorecorder wordt gebruikt. 29
ONE TOUCH OPE Vastleggen van het volumeniveauvoor iedere bron. 29
Opmerking:
* Deze instellingen kunnen met “Quick Speaker Setup” wordengemaakt.
RemoteNOT
NL_24-29_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM25
26
Instellen van de luidsprekersU verkrijgt de best mogelijke surround-sound met de Surround- enDSP-functies als u de informatie over de opstelling van deluidsprekers in het geheugen registreert (opslaat) nadat alleaansluitingen tot stand zijn gebracht.• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 24 heeft gebruikt.
7 Instelling voor de subwoofer—SUB WOOFERKies of u wel of niet een subwoofer heeft aangesloten.
SUB WOOFER: YES Kies indien u een subwoofer heeftaangesloten.
SUB WOOFER: NO Kies indien u geen subwoofergebruikt.
Opmerking:
Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt uSUBWOOFER OUT ON/OFF op het voorpaneel niet gebruiken.
7 Luidsprekerformaat—FRONT SPEAKER, CNTRSPEAKER, SURR SPEAKER, SBACK SPEAKERKies het formaat voor iedere aangesloten luidspreker.
LARGE*1 Kies indien de luidspreker relatief groot is.
SMALL*2 Kies indien de luidspreker relatief klein is.
NONE Kies indien een luidspreker niet is aangesloten.(Niet kiesbaar voor de voorluidsprekers).
*1 Fabrieksinstelling voor de voorluidsprekers.*2 Fabrieksinstelling voor de midden-, surround- en
surroundachterluidsprekers.
Opmerkingen:• Gebruik het volgende ter referentie bij het instellen.
– Kies “LARGE” indien het formaat van de hoornvormigeluidsprekerunit in uw luidspreker groter dan 12 cm is, en kies“SMALL” indien het kleiner dan 12 cm is.
• Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt uuitsluitend “LARGE” voor de voorluidsprekers kiezen.
• Indien u “SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kuntu niet “LARGE” voor de midden, surround ensurroundachterluidsprekers kiezen.
• Indien u “SMALL” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen,kunt u niet “LARGE” voor de surroundachterluidsprekerskiezen.
• Indien u “NONE” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen,wordt tevens “NONE” voor de surroundachterluidsprekersingesteld.
7 Aantal surroundachterluidsprekers—SBACK OUTKies het aantal aangesloten surroundachterluidsprekers.
SBACK OUT: 1SPK Kies indien u 1surroundachterluidspreker gebruikt.
SBACK OUT: 2SPK Kies indien u 2surroundachterluidsprekers gebruikt.
Opmerking:
U kunt deze instelling niet maken indien u “NONE” voor desuroundachterluidsprekers heeft gekozen (zie hierboven).
: toont de fabrieksinstelling in de volgendetabellen.
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
ONE TOUCH OPERATION
LINEAR PCML R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet...Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaandestappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. “One Touch Operation” op “ON” stellen.
1. Druk op de toets SETTING.Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2. Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeelop het display wordt getoond.• In dit bijvoorbeeld kiest u “ONE TOUCH OPE”. Zie de lijst
met “Instellen basisonderdelen” op bladzijde 25 voor demogelijkheden.
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.De huidige instelling voor het gekozen onderdeel verschijnt ophet display.
4. Draai MULTI JOG totdat de gewenste instellingop het display verschijnt.
5. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
6. Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor hetinstellen van andere onderdelen.
7. Druk op de toets EXIT.De bronaanduiding verschijnt weer op het display.
RemoteNOT
NL_24-29_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM26
27
Instellen van de luidsprekerafstandDe afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers is een anderbelangrijk element voor een optimaal surroundgeluid met Surround-en DSP-functie. U moet derhalve de afstand vanaf uw luisterplaatsof stoel tot de luidsprekers instellen.Dit toestel stelt automatisch de vertragingstijd van het geluid vaniedere luidspreker in op basis van de instellingen voor de afstand vande luidsprekers. Het geluid van alle luidsprekers bereikt u op dezemanier tegelijk.• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 24 heeft gebruikt.
7 Meeteenheid—DIST UNITKies de gewenste meeteenheid.
DIST UNIT: meter Kies voor het instellen van de afstand inmeters.
DIST UNIT: feet Kies voor het instellen van de afstand invoet.
7 Luidsprekerafstand—FRNTL DISTANCE,FRNTR DISTANCE, CNTR DISTANCE,SURRL DISTANCE, SURRR DISTANCE,SBACK DISTANCEStel de afstand vanaf de luisterplaats binnen het bereik van0.3 m (1 ft) tot 9.0 m (30 ft) met stappen van 0.3 m (1 ft) in.• Bij het verlaten van de fabriek is “3.0 m (10 ft)” voor de
afstand voor iedere luidspreker ingesteld.
Opmerkingen:
• U kunt geen afstand instellen voor een luidspreker waarvoor u“NONE” (zie bladzijde 26).
• Deze instelling heeft geen effect op de DVD MULTIweergavefunctie.
Bijv. Stel voor het hierboven getoonde voorbeeld deluidsprekerafstand als volgt in:
Voorluidsprekers (L/R): 3.0 m (10 ft)Middenluidspreker (C): 3.0 m (10 ft)Surrounduidsprekers (LS/RS): 2.7 m (9 ft)Surroundachterluidsprekers (SB): 2.4 m (8 ft)
Instellen van de lage tonenKunt u de gewenste instellingen voor de subwoofer en de lage tonenmaken.
7 Subwooferuitgang—S WFR OUTPUTU kunt het type signaal kiezen dat naar de subwoofer wordtgestuurd. Met andere woorden, u kunt bepalen of de lage tonenvoor de voorluidsprekers, ongeacht het ingestelde formaat voorde voorluidsprekers (“SMALL” of “LARGE”), via desubwoofer moeten worden gereproduceerd.
Kies een van de volgende instellingen:
S WFR: LFE Kies voor het uitsluitend uitsturen van LFE-signalen (tijdens weergave van Dolby Digital ofDTS software) of de lage tonen van de“SMALL” voorluidsprekers (tijdens weergavevan een andere bron dan de hiervoor genoemde).
S WFR: LFE+MAINKies voor het altijd weergeven van de lage tonenvan de voorluidsprekers (MAIN). Tijdensweergave van Dolby Digital en DTS softwareworden de lage tonen en de LFE-signalenbeiden weergegeven.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar indien subwoofer op “NO” isgesteld.
7 Drempelfrequentie—CROSS OVERU kunt de drempelfrequentie voor de kleine luidsprekers kiezen.De signalen onder het gekozen frequentieniveau worden naar desubwoofer gestuurd en via deze gereproduceerd (of naar de“LARGE” luidsprekers indien u “NO” voor de subwoofer heeftingesteld).
Kies in overeenstemming met het formaat van de kleineluidspreker een van de drempelfrequentieniveaus:
CROSS OVER: 80Hz Kies wanneer de hoornvormigeluidsprekerunit van hetluidsprekersysteem ongeveer 12 cm is.
CROSS OVER: 100Hz Kies wanneer de hoornvormigeluidsprekerunit van hetluidsprekersysteem ongeveer 10 cm is.
CROSS OVER: 120Hz Kies wanneer de hoornvormigeluidsprekerunit van hetluidsprekersysteem ongeveer 8 cm is.
CROSS OVER: 150Hz Kies wanneer de hoornvormigeluidsprekerunit van hetluidsprekersysteem ongeveer 6 cm is.
CROSS OVER: 200Hz Kies wanneer de hoornvormigeluidsprekerunit van hetluidsprekersysteem ongeveer 5 cm is.
Opmerkingen:
• Indien u “LARGE” voor alle geactiveerde luidsprekers heeftingesteld (zie bladzijde 26), zal deze functie op “OFF” wordengesteld.
• De drempelfrequentie heeft geen effect op DVD MULTIweergave, de hoofdtelefoon en de 3D hoofdtelefoonfunctie.
2,1 m(7 voet)
2,4 m(8 voet)
2,7 m(9 voet)
3,0 m(10 voet)
3,3 m(11 voet)
CL R
LS RS
SB SB(Linker) (Rechter)
NL_24-29_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM27
28
Instellen voor eenvoudige en effectievebedieningen voor surround7 Automatisch surround—AUTO SURROUND
Automatisch surround werkt wanneer het toestel hetbinnenkomende digitale signaal herkent. Met andere woorden,de functie werkt wanneer...• U de digitale bron kiest (de bron waarvoor de digitale ingang
is gekozen), en• U de ingangsfunctie van analoog naar digitaal verandert.
Kies “AUTO SURR ON” om automatisch surround teactiveren.
AUTO SURR: ON• Er wordt een passende surroundfunctie geactiveerd
wanneer een multikanaal signaal wordt ontvangen.• “PLII MOVIE” of “NEO:6CINMA” wordt gekozen
indien Dolby Digital 2-kanaal met surroundsignalenwordt herkend.
• “SURR OFF” wordt geactiveerd wanneer DolbyDigital 2-kanaal zonder surroundsignalen wordtontvangen.
• Er verandert niets wanneer een lineair PCM-signaalwordt ontvangen.
AUTO SURR: OFF Kies indien u automatisch surround nietwilt gebruiken.
Opmerkingen:
• Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:– Bij weergave van een analoge bron,– Indien een van de DAP-functies is gekozen (zie bladzijde
37), of een van de vastgestelde digitale ingangsfuncties—“DGTL D.D” of “DGTL DTS” (zie bladzijde 16), en
– Bij weergave via de hoofdtelefoon—“HEADPHONE” (ziebladzijde 15).
• Automatisch Surround wordt tijdelijk voor de huidige brongeannuleerd wanneer u op SURROUND of SURROUND/DSPOFF drukt terwijl Automatisch Surround is geactiveerd.Automatisch Surround wordt in de volgende gevallen weergeactiveerd:– Wanneer u het toestel uit- en weer inschakelt,– Wanneer u van bron verandert,– Wanneer u de analoge/digitale ingang verandert, en– Indien u “AUTO SURR OFF” en vervolgens weer “AUTO
SURR ON” kiest.
7 Verzwakker voor het lage frequentie effect—LFE ATTENUATEStel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormdtijdens weergave van software die met Dolby Digital of DTS isgecodeerd zodat de vervorming wordt verminderd.• Deze functie is uitsluitend effectief indien LFE signalen
worden ontvangen.
Kies een van de volgende instellingen:
LFE ATT: 0dB Selecteer onder normale omstandighedendeze instelling.
LFE ATT: −−−−−10dB Selecteer deze instelling als het bass-geluidvervormd is.
Kiezen van het hoofd- of subkanaalU kunt het gewenste weergavegeluid (kanaal) kiezen tijdensweergave van digitale software die met de Dual Mono functie (ziebladzijde 34) is opgenomen (of wordt uitgezonden) en dus tweegescheiden monokanalen heeft.
7 Dual Mono—DUAL MONO
Kies het weergavegeluid (kanaal).
DUAL MONO: MAINKies voor weergave van het hoofdkanaal (Ch 1).*De “L” signaalindicator licht op bij weergave van ditkanaal.
DUAL MONO: SUBKies voor weergave van het subkanaal (Ch 2).*De “R” signaalindicator licht op bij weergave van ditkanaal.
DUAL MONO: ALLKies voor weergave van zowel het hoofdkanaal als hetsubkanaal (Ch 1/Ch 2).*De “L” en “R” indicators lichten op bij weergave vandeze kanalen.
Opmerkingen:
• Het Dual Mono formaat is niet identiek aan het formaat vantweetalige uitzendingen of aan het MTS (Multikanaal TelevisieGeluid) formaat dat voor TV-programma’s wordt gebruikt. Dezeinstelling heeft dus geen effect op weergave van tweetaligeprogramma’s of MTS-programma’s.
* Dual Mono signalen kunnen via de volgende luidsprekersworden weergegeven—L (linker-voorluidspreker), R (rechter-voorluidspreker) en C (middenluidspreker)—inovereenstemming de huidige surroundinstelling.
Met Surround geactiveerd
Dual Mono Zonder Surround Instelling voor middenluidspreker
instelling SMALL/LARGE NONE
L R L C R L R
MAIN Ch 1 Ch 1 — Ch 1 — Ch 1 Ch 1SUB Ch 2 Ch 2 — Ch 2 — Ch 2 Ch 2
ALL Ch 1 Ch 2 — Ch 1+Ch 2 — Ch 1+Ch 2 Ch 1+Ch 2
NL_24-29_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:41 PM28
29
Instellen van de componentvideo-ingangIndien u de componentvideo-ingangen voor het verbinden van eenDBS-tuner of videorecorder heeft gebruikt, moet u het soortingangsaansluiting registreren.
7 Voor de DBS-tuner—VIDEO IN DBSKies een van de volgende instellingen:
VIDEO DBS: CMPNT*2 Kies indien u de DBS-tuner met decomponentvideo-ingangs-aansluitingen heeft verbonden.
VIDEO DBS: S/C Kies indien u de DBS-tuner met decomposietvideo- of S-video-ingangs-aansluitingen heeft verbonden.
Opmerkingen:• Deze instelling kan niet worden gekozen indien u “CMPNT” als
componentvideo-instelling voor de videorecorder (VIDEO INVCR) heeft gekozen.
*2 De componentvideo-instelling voor de videorecorder (VIDEO INVCR) kan niet worden gekozen indien u deze instelling heeftgekozen.
7 Voor de videorecorder—VIDEO IN VCRKies een van de volgende instellingen:
VIDEO VCR: CMPNT*3 Kies indien u de videorecorder metde componentvideo-ingangs-aansluitingen heeft verbonden.
VIDEO VCR: S/C Kies indien u de videorecorder met decomposietvideo- of S-video-ingangsaansluitingen heeft verbonden.
Opmerkingen:• Deze instelling kan niet worden gekozen indien u “CMPNT” als
componentvideo-instelling voor de DBS-tuner (VIDEO IN DBS)heeft gekozen.
*3 De componentvideo-instelling voor de DBS-tuner (VIDEO INDBS) kan niet worden gekozen indien u deze instelling heeftgekozen.
Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bronDit toestel legt diverse instellingen voor iedere bron afzonderlijk inhet geheugen vast.U kunt daarbij tezamen met de andere vastgelegde instellingen hetvolumeniveau voor iedere bron vastleggen—One Touch Operation.
• Deze receiver onthoudt het volumeniveau—– wanneer u van bron verandert, of– wanneer u de bronnaam verandert.
7 One Touch Operation—ONE TOUCH OPEKies een van de volgende instellingen:
ONE TOUCH: ON Kies voor het afzonderlijk vastleggenvan het volumeniveau van iedere bron.(De ONE TOUCH OPERATIONindicator licht op het display van hettoestel op).
ONE TOUCH: OFF Kies wanneer u het volumeniveau nietwilt vastleggen.
Oproepen van het volumeniveauMet de ONE TOUCH OPERATION indicator opgelicht, wordthet volumeniveau voor de huidige gekozen bron automatischingesteld zodra u de bron kiest.
Annuleren van One Touch OperationStel “One Touch Operation” op “OFF” zodat deONE TOUCH OPERATION indicator op het display dooft.
Instellen van de digitale ingangsaansluitingenBij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggenwelke componenten met welke digitale ingangsaansluitingen zijnverbonden.
7 Digitale coaxiale aansluiting—DGTL IN COAXStel het component in dat met de digitale coaxialeaansluiting (DIGITAL 1).De volgende instellingen zijn mogelijk:
• DVD (fabrieksinstelling)• CD• TV (of DBS*)• CDR• VCR
* “DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS”heeft veranderd (zie bladzijde 17).
7 Digitale optische aansluitingen—DGTL IN OPTICALStel de componenten in die met de digitale optischeaansluitingen (DIGITAL 2 – 4) zijn verbonden.
• Door MULTI JOG te draaien, worden de digitale optischeingangsaansluitingen voor de volgende digitale componenteningesteld:
Met “DIGITAL 1 (DGTL IN COAX)” op “DVD” gesteld:
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: VCR “
2: CD 3: VCR 4: CDR “
2: VCR 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL 1 (DGTL IN COAX)” op “CD” gesteld:
2: DVD 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
2: DVD 3: TV (of DBS*1) 4: VCR “
2: DVD 3: VCR 4: CDR “
2: VCR 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL 1 (DGTL IN COAX)” op “TV” of “DBS”*1
gesteld:
2: CD 3: DVD 4: CDR “
2: CD 3: DVD 4: VCR “
2: CD 3: VCR 4: CDR “
2: VCR 3: DVD 4: CDR “
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL 1 (DGTL IN COAX)” op “CDR” gesteld:
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: DVD “
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: VCR “
2: CD 3: VCR 4: DVD “
2: VCR 3: TV (of DBS*1) 4: DVD “
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL 1 (DGTL IN COAX)” op “VCR” gesteld:
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
2: CD 3: TV (of DBS*1) 4: DVD “
2: CD 3: DVD 4: CDR “
2: DVD 3: TV (of DBS*1) 4: CDR “
(terug naar het begin)
*1 “DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS”heeft veranderd (zie bladzijde 17).
NL_24-29_7042S[E]f.p65 12/3/04, 9:05 AM29
30
Instellen van het geluidU kunt na het maken van de basisinstellingen de geluidsparameters naar wens instellen.
Basisinstellingen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgendeonderdelen instellen:• U kunt uitsluitend de onderdelen instellen die betrekking hebben
op de huidige geactiveerde geluidsfunctie.• U kunt geen geluidsinstellingen maken indien Analog Direct is
geactiveerd.
Onderdeel Aktie Zie bladzijde
EQ 63Hz Instellen van het equalizerpatroonop 63 Hz. 31
EQ250Hz Instellen van het equalizerpatroonop 250 Hz. 31
EQ 1kHz Instellen van het equalizerpatroonop 1 kHz. 31
EQ 4kHz Instellen van het equalizerpatroonop 4 kHz. 31
EQ16kHz Instellen van het equalizerpatroonop 16 kHz. 31
SUBWFR LVL Instellen van hetsubwooferuitgangsniveau. 31
FRNT L LVL Instellen van het uitgangsniveau van delinkervoorluidspreker. 31
FRNT R LVL Instellen van het uitgangsniveau van derechtervoorluidspreker. 31
CENTER LVL Instellen van het uitgangsniveau van demiddenluidspreker. 31
SURR L LVL Instellen van het uitgangsniveau van delinkersurroundluidspreker. 31
SURR R LVL Instellen van het uitgangsniveau van derechtersurroundluidspreker. 31
SBACK LVL Instellen van het uitgangsniveau van desurroundachterluidspreker(s). 31
EFFECT*1 Instellen van het effectniveau. 32
ROOMSIZE*1 Kiezen van het kamerformaat voor uwvirtuele luisterruimte. 32
LIVENESS*1 Kiezen van het levendigheidsniveauvoor uw virtuele luisterruimte. 32
CTR TONE Voor een zachtere of scherpemidden-toon. 32
PNRM CNTRL*2 Toevoegen van een “omringend”effect met gesimuleerde zijmuren. 32
CNTR WIDTH*2 Instellen van de lokalisatie van hetmiddenkanaal tussen demiddenluidspreker en de linker-/rechtervoorluidsprekers. 32
DIMENSION*2 Instellen van de positie voor degeluidslokalisatie. 32
CNTR GAIN*3 Instellen van de geluidslokalisatie vanhet middenkanaal. 32
Opmerkingen:*1 Instelbaar indien een van de DAP-functies of Mono Film (zie
bladzijden 37 en 38) in gebruik is.*2 Instelbaar wanneer Pro Logic II Music (zie bladzijde 34) in gebruik is.*3 Instelbaar wanneer Neo:6 Music (zie bladzijde 34) in gebruik is.
LINEAR PCML
SUBWFR
R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML
SUBWFR
R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML
SUBWFR
R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML
SUBWFR
R
ANALOG
VOLUMESPEAKERS 1
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet...Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaandestappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. Het subwooferniveau op “–3” stellen.
1. Druk op de toets ADJUST.Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2. Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeelop het display wordt getoond.• In dit bijvoorbeeld kiest u “SUBWFR LVL”. Zie de lijst
“Basisinstellingen” voor de mogelijkheden.
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.De huidige instelling (of het niveau) voor het gekozen onderdeelverschijnt op het display.
4. Draai MULTI JOG om de gewenste instelling temaken of het gewenste niveau in te stellen.
5. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
6. Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor hetinstellen van andere onderdelen.
7. Druk op de toets EXIT.De aanduiding van de bron verschijnt weer op het display.
NL_30-32_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM30
31
Instellen van de luidsprekeruitgangsniveausU kunt de luidsprekeruitgangsniveaus instellen.• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
7 Instelbare luidsprekersU kunt de uitgangsniveaus van de volgende luidsprekers vanaf–10 dB tot +10 dB (“0 (dB)” is de fabrieksinstelling):
SUBWFR LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de subwoofer.
FRNT L LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de linkervoorluidspreker.
FRNT R LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de rechtervoorluidspreker.
CENTER LVL Kies voor het instellen van hetuitgangsniveau van de middenluidspreker.
SURR L LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de linkersurroundluidspreker.
SURR R LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de rechtersurroundluidspreker.
SBACK LVL Kies voor het instellen van het uitgangs-niveau van de surroundachterluidspreker.
Opmerkingen:
• Indien u “NO” of “NONE” voor een luidspreker heeft gekozen(zie bladzijde 26), kunt u het uitgangsniveau voor deovereenkomende luidspreker niet instellen.
• De uitgangsniveaus voor de middenluidspreker en de linker- enrechtersurroundluidsprekers zijn instelbaar voor de DVD MULTIweergavefunctie, ookal heeft u “NONE” als luidsprekerinstellinggekozen.
• De luidsprekeruitgangsniveaus (uitgezonderd hetsubwooferuitgangsniveau) kunnen niet worden ingesteldwanneer Analog Direct is geactiveerd. Indien u de subwooferechter op “OFF” stelt, kunt u tevens het subwooferuitgangs-niveau niet instellen.
Instellen van de geluidsparameters voor deSurround- en DSP-functiesU kunt de geluidsparameters voor de Surround- en DSP-functiesnaar wens instellen. (Zie bladzijden 33 tot 38 voor de Surround- enDSP-functies).• De volgende onderdelen kunnen niet worden ingesteld wanneer de
middenluidspreker op “NONE” is gesteld:– “CTR TONE”– “CNTR WIDTH”– “CNTR GAIN”
7 Instelbare parametersU kunt de volgende parameters instellen:
Voor Surround- en DSP-functies (met de middenluidsprekeraangesloten)• Deze instelling is voor alle surroundfuncties hetzelfde, en
wordt afzonderlijk voor de DSP-functies vastgelegd.
CTR TONE Voor het instellen van de toon van demiddenluidspreker. Door een hoger nummerwordt de dialoog helderder zodat het geluidvan stemmen van zacht naar scherpveranderd.(Instelbereik: 1 tot 5. Kies normaliter defabrieksinstelling “3”).
Instellen van de egalisatiepatroonHet is mogelijk om het egalisatiepatroon aan uw eigen wensen aante passen.• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.• Het egalisatiepatroon heeft uitsluitend effect op het geluid van de
voorluidsprekers.
7 Instellen van de egalisatie—EQ 63Hz, EQ250Hz,EQ 1kHz, EQ 4kHz, EQ16kHzU kunt vijf frequenties (63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz)binnen een bereik van –8 dB tot +8 dB (“0 (dB)” is defabrieksinstelling) met stappen van 2 dB instellen.• De D. EQ indicator licht op het display op nadat de instelling
is gemaakt.
Voor een neutraal egalisatiepatroon, dient u alle frequentiesop “0 (dB)” in stap 4 van “Basisprocedure” (op bladzijde 30) testellen. De D. EQ indicator dooft van het display.
Opmerking:
De egalisatiepatronen kunnen niet worden gebruikt wanneer AnalogDirect is geactiveerd.
U kunt de egalisatie ook met gebruik van de afstandsbedieninginstellen.
1. Druk herhaaldelijk op D.EQ FREQ (Digitaleegalisatiefrequentie) om de in te stellen frequentie tekiezen.• Door iedere druk op de toets verschijnt de volgende
frequentie op het display.
2. Druk herhaaldelijk op D.EQ LEVEL + of – om hetfrequentieniveau in te stellen.Het huidige frequentieniveau verschijnt en de D. EQindicator licht op het display op.• Het frequentieniveau verandert vanaf –8 dB tot +8 dB met
stappen van 2 dB.
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het instellen van de anderefrequenties.
D.EQ FREQ
D.EQ LEVEL
NL_30-32_7042S[E]f.p65 11/3/04, 10:53 AM31
32
U kunt tevens het luidsprekeruitgangsniveau en de middentoonmet gebruik van de afstandsbediening instellen.
Instellen van het luidsprekeruitgangsniveau:1. Druk op de toets TEST om te controleren dat het
geluidsniveau van alle luidsprekers gelijk is.De testtoon wordt in de volgende volgorde via deluidsprekers uitgestuurd.• Er wordt geen testtoon uitgestuurd via luidsprekers
waarvoor u “NONE” heeft ingesteld (of “NO” voor desubwoofer).
FRNT L (Linkervoorluidspreker) = CENTER(Middenluidspreker) = FRNT R (Rechtervoorluidspreker) =SURR R (Rechtersurroundluidspreker) =SBACK (Surroundachterluidspreker) =SURR L (Linkersurroundluidspreker) =SUBWFR (Subwoofer) = (Terug naar het begin)
2. Stel het luidsprekeruitgangsniveau in.Instelbereik: –10 dB tot +10 dB. “0 (dB)” is de fabrieksinstelling.• Druk op FRONT L + of – voor het instellen van de
linkervoorluidspreker.• Druk op CENTER + of – voor het instellen van de
middenluidspreker.• Druk op FRONT R + of – voor het instellen van de
rechtervoorluidspreker.• Druk op SURR R + of – voor het instellen van de
rechtersurroundluidspreker.• Druk op S.BACK + of – voor het instellen van de
surroundachterluidspreker.• Druk op SURR L + of – voor het instellen van de
linkersurroundluidspreker.• Druk op SUBWFR + of – voor het instellen van de subwoofer.
Opmerkingen:• Door één druk op iedere toets wordt het huidige niveau voor
de gekozen luidspreker op het display getoond en wordt detesttoon via de gekozen luidspreker uitgestuurd.
• De functie voor het instellen van het niveau wordtgeannuleerd indien u nu gedurende ongeveer 4 secondengeen bediening uitvoert.
• Het luidsprekeruitgangsniveau kan ook zonder gebruik vande testtoon worden ingesteld. Wacht in dat geval ongeveer4 seconden nadat de instelling is gemaakt. De instelfunctiewordt dan voor de gekozen luidspreker geannuleerdwaarna de bronaanduiding weer op het display verschijnt.
3. Herhaal stap 2 voor het instellen van de andereluidsprekeruitgangsniveaus.
4. Druk nogmaals op TEST om de testtoon te stoppen.
Instellen van de toon van de middenluidspreker:1. Druk herhaaldelijk op CENTER TONE.
Instelbereik: 1 tot 5. Kies normaliter de fabrieksinstelling “3”.
2. Wacht ongeveer 4 seconden nadat de instelling is gemaakt.De instelfunctie voor de toon van de middenluidsprekerwordt dan geannuleerd waarna de bronaanduiding weer ophet display verschijnt.
Voor DAP-functies en Mono Film• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere DAP-functie vastgelegd.
EFFECT Voor het instellen van het effectniveau. Heteffect wordt sterker naarmate u een hogernummer kiest.(Instelbereik: 1 tot 5. Kies normaliter defabrieksinstelling “3”).
ROOMSIZE Voor het instellen van het virtuelekamerformaat. Door een hoger nummerwordt het interval tussen reflecties verhoogdzodat het lijkt alsof u in een grotere ruimtebent.(Instelbereik: 1 tot 5. Kies normaliter defabrieksinstelling “3”).
LIVENESS Voor het instellen van de levendigheid. Dooreen hoger nummer wordt het dempingsniveauvan de tijd van reflecties verlaagd zodat deakoestiek van “dood” naar “levendig”veranderd.(Instelbereik: 1 tot 5. Kies normaliter defabrieksinstelling “3”).
Alleen voor Pro Logic II Music
PNRM CNTRL Kies “ON” voor een “ingepakt” geluid meteen effect van zijmuren.(Fabrieksinstelling: “OFF”).
CNTR WIDTH Voor het instellen van de lokalisatie van hetmiddenkanaal tussen de middenluidsprekeren de linker-/rechtervoorluidsprekers. Dooreen hoger nummer wordt het geluid van hetmiddenkanaal meer naar de linker- enrechterluidsprekers verplaatst.(Instelbereik: OFF en 1 tot 7. Kies normaliterde fabrieksinstelling “3”).
DIMENSION Voor het instellen van de richting van hetgeluid. Door een hoger nummer wordt hetgeluid meer van voren naar achterenverplaatst.(Instelbereik: 1 tot 7. Kies normaliter defabrieksinstelling “4”).
Alleen voor Neo:6 Music
CNTR GAIN Voor het richten van het geluid van hetmiddenkanaal. Door een hoger nummerwordt het geluid van het middenkanaalduidelijker geplaatst.(Instelbereik: 0 tot 0.5. Kies normaliter defabrieksinstelling “0.2”).
TEST
L RFRONT CENTER
L RSURR S.BACK SUBWFR
CENTERTONE
NL_30-32_7042S[E]f.p65 11/3/04, 10:53 AM32
33
Gebruik van de SurroundfunctiesDit toestel activeert automatisch een van de vele beschikbare Surroundfuncties. De vastgelegde basisinstellingen engeluidsregelingen die met het instelmenu en regelmenu zijn gemaakt (zie bladzijden 24 tot 32) worden toegepast.
Reproductie met een bioscoopeffect
In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen omeen imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u via allerichtingen ontvangt.Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsingvan het geluid goed worden uitgedrukt.
De in deze receiver ingebouwde Surroundfuncties kunnen bijnadezelfde surroundgeluiden als in een echte bioscoop reproduceren—met slechts vijf of zeven luidsprekers (plus subwoofer).
Introductie van de Surroundfuncties
Dolby Digital*1
Dolby Digital is een digitale signaalcompressiemethode, ontwikkelddoor Dolby Laboratories, voor multikanaal codering en decodering(1 kanaal tot 5,1 kanaal).• De DIGITAL indicator licht op het display op wanneer een
Dolby Digital signaal via de digitale ingang wordt ontvangen.
Dolby Digital 5.1CHBij codering met Dolby Digital 5,1CH (DOLBY D) worden designalen van het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal,linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en het LFE-kanaalopgenomen en gecomprimeerd. (Er zijn in totaal dus 6 kanalen,maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal geteld. Vandaar determ 5,1 kanaal).Daarbij kan Dolby Digital ook het surroundgeluid via deachterluidsprekers stereo reproduceren en wordt dedrempelfrequentie voor de hoge surroundtonen, in vergelijking met7 kHz voor Dolby Pro Logic, op 20 kHz gesteld. Deze feitenversterken de verplaatsing van het geluid en het“aanwezigheidsgevoel” veel meer dan in vergelijking met Dolby ProLogic.
Dolby Digital EXDolby Digital EX (DOLBY D EX) is een nieuw digitaal surround-coderingsformaat dat de derde surroundkanalen toevoegt, oftewel“surroundachter”.In vergelijking met het conventionele Dolby Digital 5,1CH, leverendeze nieuw toegevoegde surroundachterkanalen een gedetailleerdereverplaatsing van het geluid achter uw luisterplaats tijdens hetbekijken van videosoftware. Daarbij zal de lokalisatie van hetsurroundgeluid stabieler worden.• U kunt Virtual 6,1-kanaal surround gebruiken bij weergave van
Dolby Digital EX software terwijl er geensurroundachterluidsprekers zijn aangesloten. De signalen voor hetsurroundachtereffect worden nu zodanig gereproduceerd dat hetlijkt alsof er werkelijk surroundachterluidsprekers zijnaangesloten, zodat u ook het wijde surroundachtereffect krijgt.De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het displayop.
Dolby Pro LogicBij codering met Dolby Surround worden de signalen voor hetlinkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal ensurroundkanaal op 2 kanalen opgenomen.De in deze receiver ingebouwde Dolby Pro Logic (PRO LOGIC)decoder decodeert deze signalen van 2 kanalen weer tot deoorspronkelijke signalen voor 4 kanalen—matrix-based multikanaalreproductie.• De indicator licht op het display op wanneer
Dolby Pro Logic is geactiveerd.
Subwoofer
Linkervoor-luidspreker
(L)
Rechtervoor-luidspreker
(R)
Midden-luidspreker
(C)
Surroundachterluidsprekers (SB)
Linkersurround-luidspreker (LS)
Rechtersurround-luidspreker (RS)
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM33
34
DTS 96/24De laatste jaren is er steeds meer interesse in een hogerebemonsteringswaarde voor zowel opname en reproductie in dehuiskamer. Hogere bemonsteringswaarden geven een brederfrequentiebereik en hogere bitdiepten leveren een breder dynamischbereik.DTS 96/24 is een multikanaal digitaal signaalformaat (fs 96 kHz/24bits) dat door Digital Theater Systems, Inc. werd geïntroduceerd,voor een “betere geluidskwaliteit dan CD” in uw huiskamer.• De en 96/24 indicators lichten op wanneer DTS 96/
24 signalen worden herkend. U kunt het 5,1-kanaal geluid met devolwaardige kwaliteit beluisteren.
DTS Neo:6DTS Neo:6 is een andere conversiemethode voor het creëren van6-kanaal (plus subwoofer) geluid van analoog/digitaal 2-kanaalsoftware met gebruik van een uitermate nauwkeurige digitalematrix-decoder die voor DTS-ES Matrix 6.1ch wordt gebruikt.De NEO:6 indicator licht op het display op wanneer een van deNeo:6 functies wordt geactiveerd.• Deze receiver heeft de volgende DTS NEO:6 functies—Neo:6
Cinema (NEO:6CINMA) en Neo:6 Music (NEO:6MUSIC).De NEO:6 indicator licht op wanneer DTS NEO:6 wordtgeactiveerd.
NEO:6CINMA Geschikt voor weergave van films. U krijgt met2-kanaal software dezelfde sfeer als met 6,1kanaal software. Deze functie is tevens effectiefvoor het afspelen van software die metconventionele surroundformaten is gecodeerd.
NEO:6MUSIC Geschikt voor weergave van muzieksoftware. Designalen voor de voorkanalen worden niet via dedecoder gestuurd (zodat er geen kwaliteitsverliesin het geluid is) en de surroundsignalen wordenvia de andere luidsprekers gestuurd zodat hetgeluidsveld op natuurlijke wijze wordt verbreed.
Wat is Dual Mono?Dual Mono is min of meer vergelijkbaar met het formaat vantweetalige uitzendingen of het MTS (Multikanaal TelevisieGeluid) formaat dat voor TV-programma’s wordt gebruikt (DualMono is echter niet identiek aan deze analoge formaten).Dit formaat wordt nu gebruikt voor Dolby Digital, DTS, enz. Ditformaat maakt het mogelijk om twee afzonderlijke kanalen (ookhet hoofdkanaal en subkanaal genoemd) gescheiden op te nemen.• De DUAL indicator licht op wanneer een Dual Mono signaal
wordt ontvangen. U kunt nu het gewenste, te beluisteren kanaalkiezen (zie bladzijde 28).
Bij gebruik van de surroundfunctie wordt het geluidweergegeven via de geactiveerde luidsprekers die voor desurroundfunctie vereist zijn.• Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers of de
middenluidspreker is gekozen, worden de signalen voor dezekanalen naar de voorluidsprekers gestuurd en via devoorluidsprekers weergegeven.
• Indien “NONE” voor zowel de surroundluidsprekers als demiddenluidsprekers is gekozen, worden de signalen met hetoriginele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voorhet reproduceren van het surroundeffect via uitsluitendvoorluidsprekers) verwerkt. De 3D-PHONIC indicator licht op hetdisplay op.
*1 Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van DolbyLaboratories.
*2 “DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken vanDigital Theater Systems, Inc.
Dolby Pro Logic IIDolby Pro Logic II heeft een nieuw ontwikkeld multikanaalweergaveformaat voor het omzetten van 2-kanaal software in5-kanalen (plus subwoofer). De matrix-gebaseerdeconversiemethode die voor Dolby Pro Logic II wordt gebruikt, heeftgeen limiet voor de drempelfrequentie van de surround hoge tonenen levert stereo surroundgeluid.• Deze receiver heeft twee verschillende Dolby Pro Logic II
functies—Pro Logic II Movie (PLII MOVIE) en Pro Logic IIMusic (PLII MUSIC).De indicator licht op het display op wanneerDolby Pro Logic II is geactiveerd.
PLII MOVIE Geschikt voor weergave van software die metDolby Surround is gecodeerd. U krijgt metgebruik van deze functie een geluidsveld dat zeerdicht bij het discrete 5,1 kanaal geluid ligt.
PLII MUSIC Geschikt voor weergave van 2-kanaal stereosoftware. U krijgt met deze functie een breed endiep geluid.
DTS*2
DTS is een ander digitale signaalcompressiemethode, ontwikkelddoor Digital Theater Systems, Inc., en levert multikanaal coderingen decodering (1 kanaal tot 6,1 kanalen).• De indicator licht op wanneer een DTS signaal door
de digitale ingang wordt ontvangen en herkend.
DTS Digital SurroundDTS Digital Surround (DTS) is een ander discreet 5,1 kanaaldigitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software.In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surroundformaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft DTSDigital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U zultmerken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en gashelderoverkomt.• Met de EX/ES-instelling op “ON” gesteld, wordt DTS Neo:6
(DTS NEO:6) bij weergave van multikanaal DTS-softwaregebruikt. U krijgt hetzelfde surroundeffect als bij weergave van6,1-kanaal software.
DTS Extended Surround (DTS-ES)DTS-ES is een ander nieuw multikanaal digitaal coderingsformaat.Het verbetert aanzienlijk het 360-graden surroundbeeld en deruimtelijke expressie door het derde surroundkanaal toe te voegen—surroundachterkanaal.DTS-ES bestaat uit twee signaalformaten met verschillendesurroundsignaal-opnamemethodes—DTS-ES Discrete 6.1ch (ESDSCRT) en DTS-ES Matrix 6.1ch (ES MATRIX).DTS-ES Discrete 6.1ch is ontworpen voor het gescheiden coderen(en decoderen) van 6,1 kanaal signalen zodat interferentie tussen dediverse kanalen wordt voorkomen.DTS-ES Matrix 6.1ch is ontworpen voor het toevoegen van eenextra surroundkanaal aan DTS Digital Surround 5,1 kanaal. Metgebruik van een matrix codering/decoderingmethode, wordt eenextra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) inzowel de linker- als rechtersurroundkanaalsignalen.• U kunt Virtual 6,1-kanaal surround gebruiken bij weergave van
DTS-ES software terwijl er geen surroundachterluidsprekers zijnaangesloten. De signalen voor het surroundachtereffect worden nuzodanig gereproduceerd dat het lijkt alsof er werkelijksurroundachterluidsprekers zijn aangesloten, zodat u ook het wijdesurroundachtereffect krijgt.De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het displayop.
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:43 PM34
35
Beschikbare Surroundfuncties voor de diverse software
De Surroundfuncties die u kunt gebruiken verschilt afhankelijk van de luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen.De tabel op deze en de volgende bladzijde toont de relatie tussen de Surroundfuncties en de binnenkomende signalen (metsurroundachterluidsprekers en EX/ES-instelling).• Het tussen haakjes aangegeven aantal onder het type van het binnenkomende signaal toont het aantal voorkanalen en surroundkanalen.
(3/2) betekent bijvoorbeeld dat de signalen met drie signalen voor drie voorkanalen (links/rechts/midden) en twee (stereo) surroundsignalenzijn opgenomen.
Type binnenkomende signaal Instelling surroundachterkanaal EX/ES-instelling Beschikbare Surroundfunctie
Dolby Digital EX 2SPK/1SPK AUTO/ON DOLBY D EX*1
OFF DOLBY D
NONE AUTO/ON DOLBY D (VIRTUAL SB)*1*2
OFF DOLBY D
Dolby Digital (3/2, 2/2) 2SPK/1SPK ON DOLBY D EX
AUTO/OFF DOLBY D
NONE ON DOLBY D (VIRTUAL SB)*2
AUTO/OFF DOLBY D
Dolby Digital (3/1, 2/1, 3/0, 1/0) 2SPK/1SPK/NONE AUTO/ON/OFF DOLBY D
Dolby Digital (Dual Mono) 2SPK/1SPK/NONE AUTO/ON/OFF DUAL MONO
DTS-ES Discrete 6.1ch 2SPK/1SPK AUTO/ON ES DSCRT
OFF DTS
NONE AUTO/ON DTS (VIRTUAL SB)*2
OFF DTS
DTS-ES Matrix 6.1ch 2SPK/1SPK AUTO/ON ES MATRIX*3
DTS-ES 96/24 Matrix OFF DTS
NONE AUTO/ON DTS (VIRTUAL SB)*2 *3
OFF DTS
DTS, DTS 96/24 (3/2, 2/2) 2SPK/1SPK ON DTS NEO:6*3
AUTO/OFF DTS
NONE ON DTS (VIRTUAL SB)*2 *3
AUTO/OFF DTS
DTS (3/1, 2/1, 3/0, 1/0) 2SPK/1SPK/NONE AUTO/ON/OFF DTS
DTS (Dual Mono) 2SPK/1SPK/NONE AUTO/ON/OFF DUAL MONO
Type binnenkomende signaal Beschikbare Surroundfunctie
Analog/PCM/Dolby Surround/Dolby Digital (2/0)/DTS (2/0) PLII MOVIE/PLII MUSIC/PRO LOGIC/NEO:6 CINMA/NEO:6 MUSIC
DVD MULTI Geen
3D Hoofdtelefoonfunctie—3D H PHONEIndien u op de toets SURROUND drukt wanneer beide voorluidsprekers 1 en 2 zijn uitgeschakeld, wordt de, 3D Hoofdtelefoonfunctie(3D H PHONE) geactiveerd, ongeacht het type software dat wordt afgespeeld.“3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP en HEADPHONE indicators lichten tevens op.
*2 Virtueel 6,1-kanaal surroundIndien u surroundluidsprekers heeft aangesloten (en geactiveerd), kunt u Virtueel 6,1-kanaal surround gebruiken bij weergave van DolbyDigital EX of DTS-ES gecodeerde software ookal zijn geen surround-achterluidsprekers verbonden. Met dit surroundformaat worden designalen van de surround-achterkanalen naar de surroundluidsprekers gestuurd zodat het lijkt alsof er toch een surroundeffect via deachterluidsprekers wordt gereproduceerd. De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het display op.
*3 DTS 96/24 verwerking wordtniet toegepast. Indien u deverwerking wilt gebruiken,moet u EX/ES op “OFF”stellen.
*1 Afhankelijk van despecificaties van de software.“DOLBY D” wordt voorbepaalde software gebruikt.
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM35
36
Activeren van de Surroundfuncties
Welke Surroundfuncties u kunt gebruiken, is afhankelijk van deluidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. (Ziebladzijde 35).
Door een van de Surroundfuncties voor een bron te activeren,worden automatisch de vastgelegde instellingen opgeroepen (ziebladzijden 24 tot 32).
U kunt tevens de toetsen van de afstandsbediening voor devolgende procedure gebruiken.
Activeren van de EX/ES-instellingVoor multikanaal digitale software kunt u de EX/ES (7,1 kanaal)reproductiefunctie activeren.• Nadat u eenmaal de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie heeft
ingesteld, wordt deze in het geheugen vastgelegd en opgeroepenwanneer u de Surroundfunctie activeert waarvoor de EX/ES (7,1kanaal) reproductiefunctie kan worden gebruikt.
Druk op de toets EX/ES om een geschikte instelling voor uwweergave te kiezen.De huidige gekozen EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie wordt ophet display getoond.• Door iedere druk op de toets verandert de functie als volgt:
Zie “Beschikbare Surroundfuncties voor de diverse software” opbladzijde 35 voor details aangaande de surroundfuncties die u kuntgebruiken.
EX/ES AUTO Er wordt, afhankelijk van het binnenkomendesignaal, een geschikte Surroundfunctiegebruikt.• Voor Dolby Digital EX en DTS-ES,
EX/ES (7,1-kanaal) reproductiefunctiegebruikt.
• Voor andere multikanaal (5,1-kanaal oflager) gecodeerde software wordt de 5,1-kanaal reproductie gebruikt.
EX/ES ON Kies voor het gebruik van de EX/ES (7,1kanaal) reproductiefunctie voor zowel 5,1kanaal als 6,1 kanaal gecodeerde software.
EX/ES OFF Kies voor het annuleren van EX/ES (7,1kanaal) reproductie.
Opmerkingen:
• Bij weergave van een analoge of digitale 2-kanaal bron metsurround, kunt u de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie instellenen de instelling vastleggen, maar deze instelling heeft echter geeneffect voor de huidige bron.
• Indien een bron is gekozen waarvoor EX/ES (7,1 kanaal) niet kanworden gebruikt, kunt u wel een instelling maken en in hetgeheugen vastleggen maar de weergave via de betreffende kanalenverandert dan echter niet.
• U kunt deze instelling niet activeren en “NO SURR SP” verschijnt ophet display indien de surroundluidsprekers zijn uitgeschakeld.
Automatisch activeren van de SurroundfunctiesU kunt de Surroundfuncties gebruiken door eenvoudigweg de bronte kiezen (met de digitale ingang voor die bron gekozen) of dedigitale ingang voor de bron te kiezen.
Voor het activeren van automatisch surround, zie bladzijde 28.
Handmatig activeren van de Surroundfuncties
1. Kies en start de weergave van een andere brondan DVD MULTI.• Controleer dat u de juiste analoge of digitale ingangsfunctie
heeft gekozen.• De Surroundfuncties kunnen niet voor de DVD MULTI
weergavefunctie worden gebruikt.
2. Druk op SURROUND om de surroundfunctie teactiveren.
• Voor digitale multikanaal software, wordt op basis van debinnenkomende signalen automatisch een passendeSurroundfunctie geactiveerd (zie bladzijde 35 voor details).
– Indien de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie op “AUTO”of “ON” is gesteld, wordt een van de EX/ES (7,1 kanaal)reproductiefuncties geactiveerd (zie de linkerkolom).
• Voor analoge en digitale 2-kanaal software, kunt u een vande volgende Surroundfuncties gebruiken. Door iedere druk opSURROUND verandert de Surroundfunctie als volgt:
• Voor Dual Mono software, u kunt het gewenste kanaal voorweergave kiezen. (Zie bladzijde 28).
Voor het instellen van het luidsprekeruitgangsniveau, ziebladzijden 31 en 32.
Annuleren van de SurroundfunctiesDruk herhaaldelijk op SURROUND/DSP OFF (of SURR/DSP OFFvan de afstandsbediening) totdat “SURR OFF” op het displayverschijnt.
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RS
C R
LFE
DIGITAL AUTO
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
DUAL DIGITAL AUTO
VOLUMESPEAKERS 1
LINEAR PCML
SUBWFR
R
ANALOG
VOLUME
PRO LOGIC
SPEAKERS 1
(CINEMA)NEO:6CINMANEO:6MUSIC
PLII MOVIE PLII MUSIC PRO LOGIC
Bijv. Met “DOLBY D” geactiveerd.
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM36
37
Gebruik van de DSP-functiesDit toestel activeert automatisch een van de vele beschikbare DSP-functies. De vastgelegde basisinstellingen en anderegemaakte instellingen (zie bladzijde 24 tot 32) worden automatisch toegepast.
Snelle reflecties
Reflecties viaachterkant
Directe geluiden
Reproductie van een geluidsveld
Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, etc. bestaat uit hetdirecte geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties enreflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluidbereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirectegeluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot hetplafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn debelangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten.De DSP-functies kunnen deze belangrijkste elementen simulerenvoor een geluidsweergave met een aanwezigheidsgevoel, alsof uwerkelijk bijvoorbeeld in de zaal “aanwezig” bent.
Introductie van de DSP-functies
De DSP biedt u de volgende functies—
• Digitale Akoestiek Processor (DAP) functies (HALL 1, HALL 2,LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATER 1,THEATER 2)
• ALL STEREO
• MONO FILM—Voor alle soorten 2-kanaal signalen (inclusief hetDual Mono signaal)
3D Hoofdtelefoonfunctie—3D H PHONEU kunt tevens het DSP-functie (uitgezonderd All ChannelStereo) gebruiken bij weergave via de hoofdtelefoon.Indien u op DSP drukt wanneer beide voorluidsprekers 1 en 2zijn uitgeschakeld, wordt de 3D Hoofdtelefoonfunctie (3D HPHONE) functie geactiveerd, ongeacht het type software datwordt afgespeeld.“3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP enHEADPHONE indicators lichten tevens op.
: Geschikt voor audiobronnen
: Geschikt voor videobronnen
Voor gebruik van de DSP-functies, drukt u op de toets DSP zodatde DSP-functies als volgt veranderen.De DSP indicator licht tevens op het display op.
= HALL 1 = HALL 2 = LIVE CLUB
= DANCE CLUB = PAVILION = ALL STEREO
= THEATER 1 = THEATER 2 = MONO FILM
= (Terug naar het begin)
Digitale Akoestiek Processor (DAP) functiesU kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave meteen akoestisch geluidsveld in uw huiskamer.
HALL 1 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van eengrote, schoenendoos-vormige zaal dievoornamelijk voor klassieke concerten isontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer2000).
HALL 2 Reproduceert het ruimtelijke gevoel van eengrote wijngaard-vormige zaal die voornamelijkvoor klassieke concerten is ontworpen. (Hetaantal stoelen is ongeveer 2000).
LIVE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een“live” muziekclub met een laag plafond.
DANCE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van eenswingende discotheque.
PAVILION Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een halmet een hoog plafond voor bijvoorbeeldtentoonstellingen.
THEATER 1* Reproduceert het ruimtelijke gevoel van eengroot theater met ongeveer 600 stoelen.
THEATER 2* Reproduceert het ruimtelijke gevoel van eenklein theater met ongeveer 300 stoelen.
* De ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder wordt geactiveerd bijweergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron. De
indicator licht op.
Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alleaangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.• Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers is ingesteld,
wordt de originele JVC 3D-PHONIC verwerking geactiveerd(ontwikkeld voor een surroundeffect via uitsluitend devoorluidsprekers).De 3D-PHONIC indicator licht op het display op.
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM37
38
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RS
C R
DIGITAL AUTO
VOLUMEDSP SPEAKERS 1
Stereofunctie voor alle kanalenDeze functie kan een groter stereo-geluidsveld reproduceren metgebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers.• U kunt “ALL STEREO” niet kiezen indien “NONE”, voor de
surroundluidsprekers is gekozen.
Mono-filmU kunt deze functie gebruiken voor een betere akoestiek in uwkamer tijdens weergave van videosoftware met monogeluid(analoog, 2-kanaal digitaal en Dual Mono signalen).Er wordt een surroundeffect toegevoegd en de richting en plaatsingvan de dialoog wordt verbeterd. Deze functie kan echter niet voormultikanaal digitale signalen worden gebruikt.
Met “MONO FILM” geactiveerd, wordt er geluid via alleaangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.• Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers is gekozen,
orden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem(dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van hetsurroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De3D-PHONIC indicator licht op het display op.
• “MONO FILM” wordt geannuleerd en er wordt een anderepassende surroundfunctie geactiveerd indien de binnenkomende2-kanaal signalen veranderen naar een ander digitaal signaaltype.
Activeren van de DSP-functies
Door een van de DSP-functies voor een bron te activeren,worden automatisch de met het instel- en regelmenu gemaakteen vastgelegde instellingen opgeroepen (zie bladzijden 24 tot 32).
U kunt tevens de toetsen van de afstandsbediening voor devolgende procedure gebruiken.
1. Kies een andere bron dan DVD MULTI en startde weergave.
2. Druk herhaaldelijk op DSP totdat degewenst DSP-functie op het display wordt getoond.• Door iedere druk op de toets verandert de DSP-functie als
volgt:
= HALL 1 = HALL 2 = LIVE CLUB
= DANCE CLUB = PAVILION = ALL STEREO*1
= THEATER 1 = THEATER 2 = MONO FILM*2
= (Terug naar het begin)
*1 U kunt “ALL STEREO” niet kiezen indien “NONE” voor desurroundluidsprekers is ingesteld.
*2 U kunt “MONO FILM” niet kiezen wanneer multikanaalsignalen worden ontvangen.
Opmerking:
Indien “NONE” , voor de surroundluidsprekers is gekozen, worden designalen voor de DSP-functies met 3D-PHONIC verwerkt (de3D-PHONIC indicator licht tevens op).
Voor het instellen van het effectniveau (uitgezonderd AllChannel Stereo), zie bladzijde 32.
Annuleren van de DSP-functiesDruk herhaaldelijk op SURROUND/DSP OFF (of SURR/DSP OFFvan de afstandsbediening) totdat “SURR OFF” op het displayverschijnt.
Geluid dat met normale stereo wordt gereproduceerd
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:17 PM38
39
Gebruik van de DVD MULTI weergavefunctieDeze receiver voorziet in de DVD MULTI weergavefunctie waarmee de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kanworden gerealiseerd.
Activeren van de DVD MULTIweergavefunctie
1. Druk op de toets DVD MULTI tot de vermelding“DVD” op de display wordt weergegeven.Het MULTI indicator licht tevens op.
Opmerking:
Als u DVD MULTI als afspeelbron selecteert, worden deSurround- en DSP-functies geannuleerd en werken de toetsenSURROUND en DSP niet.
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op deDVD-speler en start het afspelen van een DVD.• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
U kunt de egalisatiepatronen en luidsprekeruitgangsniveausinstellen.Zie “Instellen van de egalisatiepatroon” en “Instellen van deluidsprekeruitgangsniveaus” op bladzijde 31 voor details.
Opmerkingen:
• De middernachtfunctie kan niet voor de DVD MULTIweergavefunctie worden gebruikt (zie bladzijde 16).
• Bij gebruik van een hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het geluid vande voorkanalen (links en rechts) beluisteren. De 3Dhoofdtelefoonfunctie (3D H PHONE) kan derhalve niet voor de DVDMULTI weergavefunctie worden gebruikt.
Aansluitdiagram
Å Naar component video-uitgangı Naar subwoofer uitgangÇ Naar middenkanaal audio-uitgangÎ Naar S-video uitgang‰ Naar composiet video-uitgangÏ Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgangÌ Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
DVD-speler
SURR
RIGHT LEFT
DVD
VIDEO
RIGHT LEFT S-VIDEOVIDEOAUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD IN
FRONT
DVDIN
COMPONENT VIDEO
DVDIN
R L
R L
A
B
C
D
E F G
De DVD MULTI weergavefunctie is de beste functie voor hetbeluisteren van het geluid van een audio-DVD.• Tijdens weergave van een audio-DVD kan het oorspronkelijke
kwalitatief hoogwaardige geluid uitsluitend met gebruik vandeze functie worden gereproduceerd.
LINEAR PCML
SUBWFR
LS RS
C R
LFE
ANALOG MULTI
VOLUMESPEAKERS 1
NL_33-39_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM39
40
COMPU LINK afstandsbedieningssysteemMet het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt u andere JVC audiocomponenten via deafstandsbedieningssensor op deze receiver bedienen.
Automatische bronkeuzeDoor een druk op de weergavetoets (3) van een aangeslotencomponent of de daarbij behorende afstandsbediening, zal dereceiver automatisch worden ingeschakeld en de vereiste ingangvoor deze bron kiezen. Wanneer u een nieuwe bron met de receiverof de daarbij behorende afstandsbediening kiest, zal de weergavevan het gekozen component direct starten.In beide gevallen zal de voorgaande gekozen bron de weergave nogeen paar seconden, echter zonder geluid, voortzetten.
Automatisch in- en uitschakeling (standby) van destroom: Uitsluitend mogelijk met de COMPU LINK-3 enCOMPU LINK-4 verbindingDe aangesloten componenten worden in overeenstemming met dereceiver ingeschakeld en uitgeschakeld (standby).Wanneer u bijvoorbeeld de receiver inschakelt, zal afhankelijk vanhet laatst gekozen component een van de aangesloten componententevens automatisch worden ingeschakeld.Wanneer u de receiver uitschakelt, zullen de aangeslotencomponenten tevens worden uitgeschakeld (standby).
SynchroonopnameMet synchroonopname bedoelen we dat het cassettedeck de opnamedirect start wanneer de weergave van de CD begint.
Voer de volgende stappen uit voor synchroonopname:
1. Plaats een cassette in het cassettedeck en een CDin de CD-speler.
2. Druk op het cassettedeck tegelijkertijd op deopnametoets (¶) en op de pauzetoets (8).Het cassettedeck is nu voorbereid om op te nemen.Als u niet tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en de pauzetoets(8) drukt, kunt u geen synchrone opname maken.
3. Druk op de CD-speler of op de draaitafel op deafspeeltoets (3).De ontvanger schakelt over naar de bron die u selecteert enzodra het afspelen begint, start het cassettedeck de opname. Alshet afspelen stopt, onderbreekt het cassettedeck het opnemendoor in de pauzestand te gaan staan. Na circa 4 seconden zal hetopnemen worden beëindigd.
Opmerkingen:
• Tijdens synchroonopname kunt u niet van bron veranderen.• Indien de stroom van een component tijdens synchroonopname
wordt uitgeschakeld, zal het COMPU LINK afstandsbedienings-systeem mogelijk niet juist werken. U moet in dat geval opnieuwvanaf het begin starten.
Voor het gebruik van dit afstandsbedieningssysteem moeten behalvede normale verbindingen met de RCA-pinstekers (zie bladzijde 9) deandere JVC audiocomponenten ook via de COMPU LINK(SYNCHRO) aansluitingen (zie hieronder) worden verbonden.• Controleer dat de stekkers van de netsnoeren van de andere
componenten uit het stopcontact zijn getrokken alvorensverbindingen te maken. Steek de stekkers van de netsnoeren pas ineen stopcontact nadat alle verbindingen zijn gemaakt.
Opmerkingen:
• Er zijn vier verschillende versies van het COMPU LINKafstandsbedieningssysteem. Deze receiver gebruikt de vierdeversie—COMPU LINK-4. Met deze versie kunnen ooksysteembedieningen met de CD-recorder worden uitgevoerd, watniet het geval was met de voorgaande versie—COMPU LINK-3.
• Indien uw audiocomponent twee COMPU LINK aansluitingen heeft,kunt u een willekeurige van de twee gebruiken. Indien er slechtséén COMPU LINK aansluiting is, moet u dit component als laatstecomponent in de serie aansluiten.
• Stel indien nodig de juiste bronnaam in voor bediening van hetcassettedeck of de CD-recorder met gebruik van het COMPU LINKafstandsbedieningssysteem. (Zie bladzijde 17).
• Zie tevens de gebruiksaanwijzingen die bij de andereaudiocomponenten zijn geleverd.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de hierna beschreven vierfuncties gebruiken.
Afstandsbediening via de afstandsbedieningssensor opdeze receiverU kunt de aangesloten audiocomponenten via deafstandsbedieningssensor op deze receiver met gebruik van dezeafstandsbediening bedienen. Richt de afstandsbediening recht naarde afstandsbedieningssensor op deze receiver. Zie bladzijden 41en 42 voor details.
COMPULINK-4(SYNCHRO)
Cassettedeckof
CD-recorder CD-speler
NL_40-40_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM40
41
Bediening van JVC audio- en videocomponentenMet de afstandsbediening van deze receiver kunnen ook andere audio- en videocomponenten van JVC worden bediend omdatde signalen die voor het bedienen van andere JVC-componenten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn ingebouwd.
FM MODE: Hiermee wijzigt u de FM-ontvangstmodus.DISPLAY MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.TA/NEWS/INFO: Instellen van programmas voor de Enhanced
Other Networks-functie (TA, NEWS, INFO).PTY 9/(: Hiermee selecteert u een PTY-code.PTY SEARCH: Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
CD-spelerNadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgendehandelingen verrichten met een CD-speler:
3: Hiermee start u het afspelen.4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.7: Hiermee stopt u het afspelen.8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slotop 10.
CD-wisselaarNadat u op de toets CD-DISC hebt gedrukt, kunt u de volgendehandelingen verrichten met een CD-wisselaar:
3: Hiermee start u het afspelen.4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.7: Hiermee stopt u het afspelen.8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in
de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgendehandelingen verrichten met een CD-wisselaar:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slotop 10.
Voorbeeld:• Kiezen van CD-nummer 4, track-nummer 12 en starten van de
weergave.1. Druk op CD-DISC en vervolgens op 4.2. Druk op CD en vervolgens +10, 2.
Indien u een CD-wisselaar voor 200-discs heeft (uitgezonderd deXL-MC100 en XL-MC301), kunt u de volgende bedieningen metde 10 cijfertoetsen uitvoeren na een druk op CD.
1. Kies een CD-nummer.2. Kies vervolgens het track-nummer (voer altijd twee cijfers in).3. Druk op de toets 3 om de weergave te starten.Voorbeelden:• Kiezen van CD-nummer 3, track-nummer 2 en starten van de weergave:
Druk op 3, vervolgens op 0, 2 en dan op 3.• Kiezen van CD-nummer 10, track-nummer 5 en starten van de weergave:
Druk op 1, 0, vervolgens op 0, 5 en dan op 3.• Kiezen van CD-nummer 105, track-nummer 12 en starten van de weergave:
Druk op 1, 0, 5, vervolgens op 1, 2 en dan op 3.
Opmerking:In de hierboven beschreven procedure moet u binnen 4 seconden opde volgende toets drukken.
Geluidsapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening tekunnen bedienen:• Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de
COMPU LINK (SYNCHRO)-uitgangen (zie bladzijde 40) maar ookgebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie bladzijde 9).
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op deafstandsbedieningssensor van de ontvanger richten.
• Als u de toetsen op het voorpaneel aan de voorzijde of de menufunctiesgebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het desbetreffendeapparaat niet met de afstandsbediening bedienen. Als u een afspeelbronmet de afstandsbediening wilt bedienen, moet u het desbetreffendeapparaat met behulp van de afstandsbediening selecteren.
• U moet indien nodig de juiste naam voor de bron instellen om debetreffende bron met het COMPU LINK afstandsbedienings-systeem te kunnen bedienen. (Zie bladzijde 17).
• Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met deafstandsbediening wilt bedienen.
Bediening van het geluid (Versterker)In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
AUDIO: In- of uitschakelen van de receiver.DIMMER: Dimmen of verhelderen van het display.VOLUME +/–: Instellen van het volumeniveau.MUTING: Dempen of weer activeren van het geluid.SURROUND: Activeren en kiezen van de surroundfuncties.DSP: Activeren en kiezen van de DSP-functies.SURR/DSP OFF: Uitschakelen van de Surround- en DSP-functie.CC CONVERTER: Activeren of uitschakelen van CC Converter.EX/ES: Kiezen van de EX/ES reproductiefunctie.ANALOG DIRECT: Activeren of uitschakelen van Analog Direct.ANALOG/DIGITAL INPUT:
Afwisselend kiezen van de analoge en digitaleingang.
MIDNIGHT MODE: Kiezen van de middernachtfunctie.SLEEP: Instellen van de inslaaptimer.TEST: Activeren of uitschakelen van de testtoon.BASS BOOST: Activeren of uitschakelen van de Bass Boost
functie.CENTER TONE: Instellen van de middenluidsprekertoon.D.EQ FREQ: Kiezen van de frequentiebanden.D.EQ LEVEL +/–: Instellen van het niveau van de gekozen
frequentieband.FRONT L +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
linkervoorluidspreker.FRONT R +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
rechtervoorluidspreker.CENTER +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
middenluidspreker.SURR L +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
linkersurroundluidspreker.SURR R +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
rechtersurroundluidspreker.S.BACK +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
surroundachterluidspreker.SUBWFR +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de subwoofer.
TunerIn elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
FM/AM: Afwisselend kiezen van FM en AM.
Na een druk op FM/AM kunt u de volgende bedieningen voor detuner uitvoeren:1 – 10, +10: Direct kiezen van een kanaalnummer van een
voorkeurzender.Voor kanaalnummer 5, drukt u op 5.Voor kanaalnummer 15, drukt u op +10 en dan op 5.Voor kanaalnummer 20, drukt u op +10 en dan op 10.
TUNING 9/(: Afstemmen op zenders.
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM41
42
DVD MENU
1 – 9,10 (RETURN), 0, 100+ (+10):Kiezen van de TV-kanalen van een videorecorder.De 10 (RETURN) toets functioneert als ENTERtoets indien u voor uw videorecorder na het kiezenvan een kanaalnummer op ENTER moet drukken.
REC PAUSE: Opnamepauze.Voor het starten van de opname, drukt u op dezetoets en vervolgens op 3.
Opmerking:U kunt de VCR of de betreffende bedieningstoets (VCR CONT)gebruiken voor het activeren van de hierboven beschreven toetsen.Indien u echter op een van de bronkeuzetoetsen drukt, zal tevens deovereenkomende weergavebron worden ingesteld. Indien u niet vanbron wilt veranderen, kunt u derhalve beter de toets gebruiken.
DVD-spelerIn elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
DVD : Hiermee schakelt u de DVD-speler aan/uit.
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u devolgende handelingen met de DVD-speler verrichten:
3: Hiermee start u het afspelen.4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) kapittel.¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
kapittel.7: Hiermee stopt u het afspelen.8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets 3.1 – 10, 0, +10: Direct kiezen van een fragmentnummer.
Voor fragmentnummer 5, drukt u op 5.Voor fragmentnummer 15, drukt u op +10 en danop 5.Voor fragmentnummer 20, drukt u op +10 en danop 10 (of druk op +10, +10 en dan op 0).Voor fragmentnummer 30, drukt u op +10, +10 endan op 10 (of druk op +10, +10, +10 en dan op 0).
Nadat u op de toets DVD of DVDMULTI hebt gedrukt, kunt u dezetoetsen gebruiken om de DVD-speler te bedienen.
Opmerking:
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-spelerverwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
TVIn elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
TV : Hiermee schakelt u de TV aan/uit.TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of
VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgendehandelingen verrichten met een TV:
CHANNEL +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal.1 – 9, 0, 100+ (+10):
Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.RETURN (10): Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen het
kanaal dat de vorige keer was geselecteerd en hetkanaal dat nu is geselecteerd.
CD-recorderNa een druk op TAPE/CDR (of TAPE/CDR CONT) kunt u devolgende bedieningen voor een CD-recorder uitvoeren:
3: Hiermee start u het afspelen.4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.7: Stoppen van de weergave of opname.8: Pauzeren van de weergave of opname. Druk op 3
om weer te starten.REC PAUSE: Opnamepauze.
Voor het starten van de opname, drukt u op dezetoets en vervolgens op 3.
CassettedeckNa een druk op TAPE/CDR (of TAPE/CDR CONT) kunt u devolgende bedieningen voor een cassettedeck uitvoeren:
3: Hiermee start u het afspelen.REW: Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links.FF: Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts.7: Stoppen van de weergave of opname of het
snelspoelen van de band.8: Pauzeren van de weergave of opname. Druk op 3
om weer te starten.REC PAUSE: Opnamepauze.
Voor het starten van de opname, drukt u op dezetoets en vervolgens op 3.
Opmerking:U kunt de bronkeuzetoetsen of de betreffende bedieningstoets(TAPE/CDR CONT) gebruiken voor het activeren van de toetsen voorhet te bedienen component. Indien u echter op een van debronkeuzetoetsen drukt, zal tevens de overeenkomende weergavebronworden ingesteld. Indien u niet van bron wilt veranderen, kunt uderhalve beter de toets gebruiken.
Beeldapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Voor bediening van JVC videocomponenten met dezeafstandsbediening:• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten
bedieningssignalen—afstandsbedieningscode “A” en “B”.Alvorens deze afstandsbediening in gebruik te nemen moet ucontroleren dat de afstandsbedieningscode voor de videorecorderop “A” is gesteld.
• Bij gebruik van de afstandsbediening, richt de afstandsbedieningrecht naar de afstandsbedieningssensor op het aangeslotencomponent, dus niet naar de receiver.
VideorecorderIn elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
VCR : Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
Nadat u op de toets VCR (of VCR CONT) kunt u de volgendebedieningen voor de videorecorder uitvoeren:
3: Hiermee start u het afspelen.REW: Hiermee spoelt u een videoband terug.FF: Snel doorspoelen van de band.7: Stoppen van de weergave of opname of het snel
door- of terugspoelen van de band.8: Pauzeren van de weergave of opname. Druk op 3
om weer te starten.CHANNEL +/–: Veranderen van TV-kanaal van de videorecorder.
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM42
43
Bediening van video-apparatuur van andere merkenDe afstandsbediening die bij deze receiver wordt geleverd, kan ook besturingssignalen verzenden naar TV’s, CATV-converters, DBS-tuners, videorecorders, en DVD-speler van andere fabrikanten.
Voor meer informatie over de bediening van apparatuur van anderemerken verwijzen we u naar de handleiding die bij die apparatuurwordt meegeleverd.• Nadat u de batterijen van de afstandsbediening hebt vervangen,
dient u de codes van de fabrikanten opnieuw in te stellen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezendie geschikt zijn om een TV van ander merk tebedienen
1. Druk op de toets TV en houd de toetsingedrukt.
2. Druk op de toets TV/DBS.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van decijfertoetsen 1 – 9 en 0.Zie de lijst op bladzijde 45 voor de juiste code.
4. Laat de toets TV weer los.
5. Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op detoets TV te drukken.Als uw TV nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcodeingevoerd.
Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijststaan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u ereen hebt gevonden die werkt.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de TV tebedienen:
TV : Hiermee schakelt u de TV aan/uit.TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of
VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgendehandelingen verrichten met een TV:
CHANNEL +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal.1 – 9,10 (RETURN), 0, 100+ (+10):
Hiermee kunt u een TV-kanaal selecteren.De toets 10 (RETURN) fungeert als ENTER-toets als u bij uw TV na het selecteren van eenkanaal op ENTER moet drukken.
Opmerkingen:
• Het is mogelijk dat niet alle hierboven beschreven functies met uwTV kunnen worden gebruikt.
• Indien u voor uw TV niet met de cijfertoetsen van kanaal kuntveranderen, moet u de CHANNEL +/– toetsen voor het kiezen vankanalen gebruiken.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezendie geschikt zijn om een CATV-converter ofDBS-tuner
1. Druk op de toets CATV/DBS en houd de toetsingedrukt.
2. Druk op de toets CATV/DBS CONT.
3 Voer de fabrikantcode in met behulp van decijfertoetsen 1 – 9 en 0.Zie de lijst op bladzijde 45 voor de juiste code.
4. Laat de toets CATV/DBS weer los.
5. Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tunerte bedienen door op de toets CATV/DBS tedrukken.Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt ude goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tunermeerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden weu aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
De volgende toets kan voor het bedienen van een CATV-converter en DBS-tuner worden gebruikt:
CATV/DBS : Hiermee schakelt u de CATV-converter of DBS-tuner aan/uit.
Na een druk op de toets CATV/DBS CONT, kunt u de volgendebedieningen voor de CATV-converter of DBS-tuner uitvoeren:
CHANNEL +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal.1 – 9,10 (RETURN), 0, 100+ (+10):
Hiermee kunt u een kanaal selecteren.De toets 10 (RETURN) fungeert alsENTER-toets als u bij uw CATV-converterof DBS-tuner na het selecteren van eenkanaal op ENTER moet drukken.
Opmerking:
Het is niet mogelijk om de CATV-converter en de DBS-tuner tegelijk tegebruiken.
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM43
44
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezendie geschikt zijn om een DVD-speler van eenander merk te bedienen
1. Druk op de toets DVD en houd de toetsingedrukt.
2 Druk op de toets DVD.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van decijfertoetsen 1 – 9 en 0.Zie de lijst op bladzijde 45 voor de juiste code.
4. Laat de toets DVD weer los.
5. Probeer uw DVD-speler te bedienen door op detoets DVD te drukken.Als uw DVD-speler nu aan- of uitgaat, hebt u de goedefabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk DVD-speler meerdere fabrikantcodesin de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberentot u er een hebt gevonden die werkt.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de DVD tebedienen:
DVD : Hiermee schakelt u de DVD aan/uit.
Na een druk op DVD of DVD MULTI kunt u de volgendebedieningen voor de DVD-speler uitvoeren:
3: Hiermee start u het afspelen.4: Terugkeren naar het begin van het huidige (of
voorgaande) hoofdstuk. Met bepaalde DVD-spelers kunt u het beeld versneld inachterwaartse richting bekijken.
¢: Verspringen naar het begin van het volgendehoofdstuk. Met bepaalde DVD-spelers kunt uhet beeld versneld in voorwaartse richtingbekijken.
7: Hiermee stopt u het afspelen.8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
de toets 3.1 – 10, 0, +10: Direct kiezen van een fragmentnummer.
Voor fragmentnummer 5, drukt u op 5.Voor fragmentnummer 15, drukt u op +10 endan op 5.Voor fragmentnummer 20, drukt u op +10 endan op 10 (of druk op +10, +10 en dan op 0).Voor fragmentnummer 30, drukt u op +10, +10en dan op 10 (of druk op +10, +10, +10 en danop 0).
Nadat u op de toets DVD of DVDMULTI hebt gedrukt, kunt u dezetoetsen gebruiken om de DVD-speler te bedienen.
Opmerking:
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-spelerverwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezendie geschikt zijn om een videorecorder van eenander merk te bedienen
1. Druk op de toets VCR en houd de toetsingedrukt.
2. Druk op de toets VCR.3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.Zie de lijst op bladzijde 45 voor de juiste code.
4. Laat de toets VCR weer los.5. Probeer uw videorecorder te bedienen door op de
toets VCR te drukken.Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goedefabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodesin de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberentot u er een hebt gevonden die werkt.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om devideorecorder te bedienen:
VCR : Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor devideorecorder uitvoeren:
CHANNEL +/–: Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op devideorecorder.
1 – 9,10 (RETURN), 0, 100+ (+10):Hiermee kunt u een TV-kanaal op de VCRselecteren.De toets 10 (RETURN) functioneert alsENTER-toets indien u voor uw videorecorderna het kiezen van een kanaalnummer opENTER moet drukken.
3: Hiermee begint u het afspelen.REW: Hiermee spoelt u een videoband terug.FF: Snel doorspoelen van de band.7: Stoppen van weergave of opname.8: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
de toets 3.REC PAUSE: Opnamepauze.
Voor het starten van de opname, drukt u opdeze toets en vervolgens op 3.
DVD MENU
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM44
45
Fabrikant CodeJVC 01*
Kenwood 02, 03
Mitsubishi 06
Panasonic 07Philips 05
Pioneer 08
Sony 09Toshiba 04
Yamaha 10
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf wordengewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffendeapparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
Fabrikant CodeJVC 01*Akai 02, 36Bell+Howell 03, 16Blaupunkt 04CGM 03, 05, 16Digtal 05Fisher 03, 16GE 06Grundig 07Hitachi 08, 09Loewe 10, 11, 05Magnavox 04, 05Mitsubishi 12, 13, 14, 15Nokia 16Nordmende 17, 18, 19, 31Orion 20Panasonic 21Philips 05, 22Phonola 05Saba 23, 17, 18, 19, 31Samsung 24, 25Sanyo 03, 16Sharp 26, 27Siemens 07Sony 28, 29, 30, 35Telefunken 17, 18, 19, 31, 32Toshiba 33Daewoo 34
Fabrikant Code
JVC 01*, 02Amstrad 03, 04, 05, 06, 31
BT 01
Grundig 07, 08Hirschmann 07, 17, 37
Wisi 07Philips 09, 23
Pace 10, 25, 31
Finlux 11ITT Nokia 11
Luxor 11
Salora 11RFT 12
Skymaster 12, 36
Kathrein 13, 14, 34Maspro 13
Panasonic 15
Jerrold 16Echostar 17, 18, 19, 21
Canal Stellite 20
Canal + 20Sagem 22, 29
TPS 22
D-Box 24Nokia 24, 26, 33
Galaxis 27
Force 28Selector 29
Triax 30
Mascom 32Saba 35
Thomson 35
Voor CATV-converter/DBS-tuner
*Fabrieksinstelling
Voor TV Voor videorecorder
Voor DVD-speler
Fabrikant Code
Philips 09Saba 12, 13, 17,
25, 26, 27Samsung 09, 18, 31Sanyo 05Schneider 02, 05Sharp 19Sony 20, 21, 22,
23, 24Telefunken 12, 13, 17,
25, 26, 27Thomson 12, 13, 17, 25,
26, 27, 29Toshiba 28Daewoo 09, 30, 31
Fabrikant Code
JVC 01*Akai 02, 05Blaupunkt 03Fenner 04, 30, 31Fisher 05Grundig 06Hitachi 07, 08Irradio 02, 05Magnavox 09Mitsubishi 10, 32Miver 03Nokia 11, 33Nordmende 12, 13, 17,
25, 26, 27Orion 14Panasonic 15, 16
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM45
46
Problemen oplossenUn deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in depraktijk blijken te werken. Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op meteen JVC-service center bij u in de buurt.
OPLOSSING
Steek de netspanningskabel in het stopcontact.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers ensluit deze indien nodig opnieuw aan. (Zie bladzijde 7).
Druk beide SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERSON/OFF 2 in de juiste stand. (Zie bladzijde 15).
Selecteer de juiste bron.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit teschakelen. (Zie bladzijde 18).
Selecteer de juiste invoermodus (analoog of digitaal).(Zie bladzijden 15 en 16).
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit dezeindien nodig opnieuw aan. (Zie bladzijde 7).
Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten “YES”voor “SUB WOOFER” zodat SUBWOOFER OUTON/OFF werkt.
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact opmet uw leverancier. (Zie bladzijde 6).
Selecteer een ander station.
Neem contact op met uw leverancier om na te gaan ofu wel de juiste antenne gebruikt.
Controleer de aansluitingen. (Zie bladzijde 6).
Plaats de antenne verder weg van de openbare weg.
Schakel Analog Direct uit. (Zie bladzijde 17).
Kies een andere bron dan DVD MULTI.(Zie bladzijde 13).
Speel software af die de Dolby Digital EX of DTS-ESmarkering heeft.Stel “EX/ES” op “AUTO” of “ON”. (Zie bladzijde 36).
1. Druk op de toets STANDBY/ON op het voorpaneelaan de voorzijde om de ontvanger uit te zetten.
2. Stop het afspelen van het apparaat.3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume aan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvangerop de toets STANDBY/ON en controleer dekabels van en naar de luidsprekers.Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekkeruit het stopcontact verwijderen en daarna weer in hetstopcontact steken.Als de kabels van en naar de luidsprekers geenkortsluiting veroorzaken, raden we u aan contact op tenemen met uw leverancier.
Druk op de toets STANDBY/ON aan devoorpaneel om deze uit te schakelen. Verwijder destekker uit het stopcontact en neem contact op met dedealer.
Druk op de toets STANDBY/ON aan devoorpaneel om deze uit te schakelen. Verwijder destekker uit het stopcontact en neem contact op met dedealer.
Verwijder het voorwerp.
Vervang de batterijen. (Zie bladzijde 6).
Selecteer de juiste bedieningsmodus voor deafstandsbediening. (Zie bladzijden 41 en 42).
MOGELIJKE OORZAAK
De netspanningskabel is niet aangesloten.
De kabels van en naar de luidsprekers zijnniet aangesloten.
De toetsen voor SPEAKERS ON/OFF 1en SPEAKERS ON/OFF 2 zijn niet goedingesteld.
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
De functie Mute is ingeschakeld.
Er is een verkeerde invoermodusgeselecteerd (analoog of digitaal).
De kabels naar de luidsprekers zijn nietgoed aangesloten.
U heeft op SUBWOOFER OUT ON/OFFgedrukt terwijl “NO” voor “SUBWOOFER” is ingesteld.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Het station is te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antenne is niet goed aangesloten.
Ontstekingsgeluiden van auto’s enbromfietsen.
Analog Direct is geactiveerd.
DVD MULTI is als bron gekozen(uitgezonderd digitale egalisatie).
De software of instelling is niet voorDolby Digital EX of DTS-ES geschikt.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolgvan een te hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolgvan kortsluiting bij de uitgangen van ofnaar de luidsprekers.
De ingebouwde microprocessorfunctioneert niet goed.
Zeer hoge of lage spanning wordt naar dereceiver of ingebouwde versterkergestuurd waardoor het toestel niet meerfunctioneert.
Er is een obstakel tussen deafstandssensor op de ontvanger en deafstandsbediening.
De batterijen zijn (bijna) op.
Er is een verkeerde bedieningsmodus voorde afstandsbediening geselecteerd.
PROBLEEM
De display licht niet op.
De luidsprekers geven geen geluid.
Er is slechts één luidspreker die geluidgeeft.
“NO SUBWFR” verschijnt op het display.
Een voortdurende ruis of gesis bij deontvangst van FM-stations.
Ruis tijdens ontvangst van een FM/AM(MG) uitzending.
Geen geluidseffect van bijvoorbeeld eensurroundfunctie, DSP-functie enegalisatiepatroon.
EX/ES (7,1-kanaal) reproductieonmogelijk voor Dolby Digital EX ofDTS-ES software.
De vermelding “OVERLOAD” begint teknipperen op de display.
De vermelding “DSP NG” begint teknipperen op de display.
Het lampje STANDBY gaat aan nadat ude stroom hebt ingeschakeld, maar daarnaschakelt de ontvanger zichzelf uit (gaatweer in standby).
De afstandsbediening doet het niet.
De afstandsbediening werkt niet zoals debedoeling is.
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM46
47
Specificaties
Versterker
Uitvoervermogen
Bij Stereo-werkingKanalen voor: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming (IEC268-3/DIN).
Bij Surround-werkingKanalen voor: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanaal midden: 100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz met totaalmaximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Surroundkanalens: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, mettotaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Surroundachterkanalen: 100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij 1 kHz, met totaalmaximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Audio
Gevoeligheid/Impedantie audio-ingang (1 kHz)
DVD IN, VCR IN, TV SOUND/DBS IN: 200 mV/47 kΩCD IN, TAPE/CDR IN: 200 mV/47 kΩ
Audio-ingang (DIGITAL IN)*
Coaxiaal DIGITAL 1 (DVD): 0,5 V(p-p)/75 ΩOptisch
DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV), DIGITAL 4 (CDR): –21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm)
* Heeft betrekking op Linear PCM, Dolby Digital en DTS (met sampling-frequentie—32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz).
Audio-uitgangsniveau SUBWOOFER OUT: 1 V
Opname-uitgangsniveau VCR OUT, TAPE/CDR OUT: 200 mV
Digitale uitgang
Optisch DIGITAL OUT
Signalgolflengte: 660 nm
Uitgangsniveau: –21 dBm tot –15 dBm
Signaal-tot-ruis verhouding (’66 IHF/DIN)
DVD IN, VCR IN, TV SOUND/DBS IN: 87 dB/67 dB
CD IN, TAPE/CDR IN: 87 dB/67 dB
Frequentierespons (8 Ω)
DVD IN, VCR IN, TV SOUND/DBS IN: 20 Hz tot 100 kHz (+1 dB, –3 dB)
CD IN, TAPE/CDR IN: 20 Hz tot 100 kHz (+1 dB, –3 dB)
Basversterking: +6 dB ±1,0 dB bij 100 Hz
Egalisatie 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz: ±8 dB (met stappen van 2 dB)
Zie verder op de volgende pagina
NL_41-48_7042S[E]f.p65 10/3/04, 4:18 PM47
48
Video
Gevoeligheid/Impedantie video-ingang
Composiet video DVD IN, VCR IN, TV SOUND/DBS IN: 1 V(p-p)/75 Ω
S-video DVD IN, VCR IN, TV SOUND/DBS IN
(Y: luminantie): 1 V(p-p)/75 Ω(C: chrominantie, burst): 0,286 V(p-p)/75 Ω
Component video DVD IN, DBS (VCR) IN
(Y: luminantie): 1 V(p-p)/75 Ω(PB/PR): 0,7 V(p-p)/75 Ω
Video-uitgangsniveau
Composiet video VCR OUT, MONITOR OUT: 1 V(p-p)/75 Ω
S-video VCR OUT, MONITOR OUT
(Y: luminantie): 1 V(p-p)/75 Ω(C: chrominantie, burst): 0,286 V(p-p)/75 Ω
Component video MONITOR OUT
(Y: luminantie): 1 V(p-p)/75 Ω(PB/PR): 0,7 V(p-p)/75 Ω
Synchronisatie: Negatief
Signaal-tot-ruis verhouding: 45 dB
FM-tuner (IHF)
Afstembereik: 87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid Mono: 17,0 dBf (1,9 µV/75 Ω)
50 dB stiltegevoeligheid Mono: 21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω)
Stereo: 41,3 dBf (31,8 µV/75 Ω)
Stereo-scheiding bij OUT (REC): 35 dB bij 1 kHz
AM (MG)-tuner
Afstembereik: 522 kHz tot 1 629 kHz
Algemeen
Vereiste vermogen: AC 230 V , 50 Hz
Stroomverbruik: 250 W (tijdens werking)2 W (in Standby-functie)
Afmetingen (B x H x D): 435 mm x 157 mm x 425 mm
Gewicht: 12,1 kg
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
NL_41-48_7042S[E]f.p65 12/3/04, 9:06 AM48
NL
0304MWMMDWJEIN© 2004 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
RX
-7042SA
UD
IO/V
IDE
O C
ON
TR
OL
RE
CE
IVE
R
Cover_7040[E]_NL 04.2.10, 17:182
Top Related