Download - Alleen minder eten helpt - mkatan.nl 3 feb_tcm19-33858.pdf · eten helpt Bij afvallen verlies je op elke 3 kilo vet 1 kilo spierweefsel, en daar- ... die happen helpt niet. Patat

Transcript

ZATERDAG 3 FEBRUARI 2 0 0 [email protected] | de Volkskrant | 1

he tBe toog

Nederlanders wordensteeds ouder, en dat ismede te danken aan delandbouwwetenschapen de voedingsweten-

schap die hebben gezorgd vooreen ruim aanbod aan veilig voed-sel plus het inzicht welk voedselhet gezondst is. Sinds 1972 is desterfte aan hartinfarcten meerdan gehalveerd, en dat komt deelsdoor betere medicijnen en opera-ties, maar ook door de vervangingvan ongezonde door gezonderevetten.

Maar nu staan we aan de voor-avond van een voedingscrisis dieuniek is in de geschiedenis. Voed-sel is ongekend goedkoop gewor-den, door steeds efficiëntere pro-ductie en toenemende wereld-handel. Dankzij de toename vanverkooppunten en openingstij-den is het bijna voortdurend be-schikbaar, vaak in een vorm diegeen verdere verwerking behoeft:als zoete drankjes, drinkyoghurt,kant en klare broodjes. Goedkoop,lekker en voortdurend beschik-baar voedsel gekoppeld aansteeds minder beweging heeft ineen razend tempo geleid tot over-gewicht en vetzucht (obesitas).

We staan hulpeloos tegenoverdeze epidemie die de gezond-heidswinst van de afgelopen der-tig jaar bedreigt. Er zijn wereld-wijd nu twee keer zoveel mensendie aan overgewicht en vetzuchtlijden als er honger hebben, en inde Verenigde Staten, waar alles 25jaar eerder gebeurt dan bij ons,heeft een derde van de bevolkingernstig overgewicht en verlaagthet al de levensverwachting. Ookmiddenklassen in ontwikkelings-landen worden in hoog tempo be-dreigd door overgewicht, een opde vier Chinezen is te zwaar.

Obesitas is de voornaamste oor-zaak van diabetes, en verder geefthet gewrichtsproblemen, hart- envaatziekten en kanker van baar-moeder en nieren.

De nieuwe Richtlijnen GoedeVoeding die de Gezondheidsraadonlangs uitbracht, bieden voorhet obesitasprobleem maar be-perkt soelaas. Een van de Richtlij-nen is om een half uur tot een uurper dag te lopen of te fietsen.Onze lichamelijke inspanning isinderdaad drastisch verminderddankzij auto’s, liften, wasmachi-nes en elektrische grasmaaiers. Enbijna iedereen kiest het gemecha-niseerde alternatief en neemt delift. Maar met alleen meer bewe-gen komen we er niet, we moetenvooral ook minder eten. Iemanddie in 10 jaar 20 kilo is aangeko-men heeft al die dagen 700 calo-rieën te veel gegeten. Dat is bijna2 liter frisdrank of 15 bitterballen,en het kost per dag anderhalf uurop de roeimachine of 3 uur lopenof fietsen om die te verbranden.

Op 18 december 2006 presenteer-de de Gezondheidsraad nieuwerichtlijnen voor gezond eten. Hetvorige advies dateerde van 1986.Nieuw is onder andere dat wordtaanbevolen dagelijks een half uurstevig te fietsen of te lopen.Louise Fresco en Martijn Katanvrezen dat het idee kan postvat-ten dat een half uur per dag be-wegen volstaat om niet dik teworden. Ze waarschuwen ookvoor het volksgeloof dat je vansommige etenswaren dik wordten van andere afvalt, terwijl deharde waarheid is dat er mindermoet worden gegeten.Louise Fresco publiceerde in 2006Nieuwe Spijswetten, essays overvoedsel en verantwoordelijkheid.‘Voedselbewustzijn betekent datje weet wat je eet, en dus niet zomaar gedachteloos wat in je win-kelkarretje gooit’, zei Fresco ineen interview met de Volkskrant(Intermezzo, 5 augustus).

Werken Belgenlanger dan wij?

5

Bakker blaftmaar watU-pagina: 7

Uitstekend dat er aandacht is voor gezond eten, voor goedevetten, vezels, fruit en groente, vinden Louise Fresco enMartijn Katan; maar de waan dat je van zulk eten slankwordt, moet de wereld uit.

Alleen mindereten helpt

Bij afvallen verlies je op elke 3 kilovet 1 kilo spierweefsel, en daar-door wordt je rustmetabolisme la-ger. Als je hard traint tijdens hetafvallen halveer je het verlies aanspieren, maar een lager totaal ge-wicht betekent altijd een lager ba-saal metabolisme.

De nieuwe Richtlijnen zijn soli-de als het gaat over het effect vanvoeding op andere aandoeningendan overgewicht: gezonde vettenter voorkoming van hart- en vaat-ziekten, vezel tegen constipatie,en minder zout voor een lagerebloeddruk. Dat zijn goed onder-bouwde maatregelen, en de su-permarkten en de industrie staante trappelen om van die ‘gezonde -re’ producten te verkopen. Als denieuwe minister van VWS maarstreng is op claims en logo’s van‘gezonde’ producten kan dat deconsument helpen de juiste keuste doen en langer gezond te blij-ven.

Maar het zal niet helpen om afte vallen. Weliswaar suggereert deGezondheidsraad voorzichtig datgroente en fruit, vezel en minderfrisdrank helpen tegen overge-wicht, maar de wetenschappelijkeonderbouwing daarvan is mager.Eigenlijk heeft de voedingsleergeen antwoord op de vraag hoe jede calorie-inname kunt remmen.

De populariteit van diëten geeftaan dat veel mensen, vaak meerom esthetische dan om medischeredenen bezorgd zijn om hun ge-wicht. Bijna alle bekende diëtengaan ervan uit dat sommige voe-dingsmiddelen inherent goedvoor het gewicht zijn en andereslecht, en verklaren de oorlog aanvetten of koolhydraten. Maar erbestaat geen voedsel waarvan jeafvalt, de enige weg is mindereten. De farmaceutische industriemaakt eetlustremmers die de trekonderdrukken, maar daarmee valje op zijn best een kilo of vijf af, enveel eetlustremmers zijn in hetverleden uit de handel genomenwegens bijwerkingen. Er is nu eennieuwe eetlustremmer, een anti-

cannabinoïd die het plezier ineten vermindert, maar het is devraag of die op den duur geen de-pressies veroorzaakt. Wat welwerkt, ook op lange termijn, ismaagverkleining, en in de Vere-nigde Staten schieten de klinie-ken daarvoor als paddestoelen uitde grond. Maar de operatie isduur, en 10 tot 20 procent van depatiënten krijgt min of meer ern-stige complicaties.

Waarom is dat overgewichts-probleem zo hardnekkig? Dat isin de eerste plaats een kwestie vangenetische selectie. Ons door tien-duizenden jaren gescherpte in-stinct is om zoveel mogelijk calo-rieën naar binnen werken als ervoedsel voorhanden is, en om nietonnodig te bewegen. Voedselover-vloed en mechanisatie zijn zo re-cent dat we aan het aanpassenvan de impuls tot eten nog nietzijn toegekomen.

In de tweede plaats speelt demarkt in op onze eetzucht doorvoedsel voortdurend beschikbaarte maken en in een vorm die eten,ook buiten de maaltijden om, sti-muleert. Iedere voedselproducenten iedere snackbar, snoeptent ensupermarkt wil eten verkopen, enwel zoveel mogelijk. Dat betekentruime openingstijden, en hapkla-re verpakkingen in de meest aan-lokkelijke vormen, ondersteunddoor de verleiding van reclame.De nieuwste trend is ‘vingervoed -sel’, zo verpakt dat je het met éénhand kunt eten tijdens het winke-len, autorijden, typen of telefone-ren: minipasteitjes, minipizza’s.We grazen en happen wat af. Datis een probleem vanwege de calo-rieën die niet worden verbrand endus worden opgeslagen als vet.Een gezondere samenstelling vandie happen helpt niet. Patat ge-bakken in zonnebloemolie enmet kaliumzout in plaats van na-triumzout is goed voor choleste-rol en bloeddruk maar je wordt ernog steeds dik van. Er zijn geenvoedingsmiddelen waar je van af-valt, en levensmiddelen die het te-gengestelde beweren werken niet.

Sommige mensen worden eer-

der dik dan anderen. Dat komtniet door hun hormonen, die spe-len zelden een rol, maar houdtverband met opleiding en inko-men: laag opgeleide arme men-sen zijn dikker dan hoog opgelei-de rijken. Een op de negen volwas-sen Nederlanders is obees (zie ka-der), en bij de laagst opgeleidenzijn dat er drie keer zo veel als bijde hoogst opgeleiden. Dat is pre-cies de situatie van de VS in 1971.Sindsdien is een derde van deAmerikanen obees geworden enhet verschil tussen lage en hogeopleiding is grotendeels verdwe-nen. Ook in Nederland wordenhoog opgeleide vrouwen snel dik-ker. Aanleg – inclusief genen – ensociale klasse bepalen dus wie erhet eerst dik wordt, maar op denduur lijkt de vetzucht niet te stui-ten.

Vetzucht is een collectief pro-bleem, net als drugsbestrijding,verkeersveiligheid en het broei-kaseffect. Dit zijn problemen diede verantwoordelijkheid zijn vaniedereen tezamen, en niet door demarkt kunnen worden opgelost –anders gezegd waarbij het onvol-

doende is om te zeggen dat deconsument zelf maar moet kie-zen. Marktwerking verondersteltnamelijk dat de consument weetwat op de lange termijn in zijn ofhaar belang is en daarvoor kiest.Maar de consument kiest meestalvoor zijn korte-termijn belang:meer eten, meer autorijden, meergenotsmiddelen, want dat geeftonmiddellijk bevrediging. Dat de-zelfde keuze op den duur slecht isvoor gezondheid en milieu is temoeilijk om te overzien, vooralook omdat het om kleine bijnaonmerkbare effecten gaat.

Het reguleren van de markthelpt voor een aantal collectieveproblemen, bijvoorbeeld het ver-bod op heroïneverkoop, de regu-lering van cannabis en alcohol, devermindering van de stikstofoxi-de-uitstoot van auto’s door ver-plichte katalysatoren. Maar wehebben geen idee welke regule-ring zou helpen bij obesitas, endat maakt obesitas een wezenlijknieuw probleem.

Een directe belasting op vet(vet-tax) is onzin, omdat alle calo-rieën even dikmakend zijn. Je

wordt dik van kaas en patat maarook van brood en sinaasappelsapwant ook daarin zitten calorieën.Het vervangen van slechte doorgoede vetten, zoals het uitbannenvan transvetten in Denemarkenen New York en in onze eigensnackbars, helpt tegen hart- envaatziekten maar niet tegen obe-sitas, want van gezonde vetten

word je even dik als van slechte.De effecten van een algemene ca-lorieënbelasting zijn moeilijkvoor te stellen: zoiets leidt moge-lijk tot vervanging van dure calo-rieën door goedkope (zoals vetdoor suiker) en zeker tot een gro-te bureaucratie van tarieven encontroles. De parallel met de be-lasting op tabak gaat niet op, om-dat calorieën essentieel zijn om televen; je kunt ze niet verbieden.

Het zorgwekkendste aan de op-komst van obesitas is dus dat wegeen idee hebben welke maatre-gelen ertegen echt werken op delange termijn. Daarvoor is veel on-derzoek nodig, dat wordt betaalduit publieke middelen, net alsvoor andere collectieve proble-men. Want aan minder eten valtmoeilijk te verdienen, en dus ishet niet aantrekkelijk voor het be-drijfsleven.

Genetisch onderzoek brengtniet de oplossing. We zijn wel ge-netisch bepaald om veel te etenen weinig te bewegen, maar der-tig jaar geleden waren we dun enhadden we dezelfde genen maarniet het hetzelfde gedrag. Wat wenodig hebben, is onderzoek naarsimpele vragen, zoals wat er ge-beurt als je meer gymnastiekurenin het rooster opneemt, en hetvoor ouders onaantrekkelijkmaakt om de kinderen per auto tebrengen. Worden die kinderendaar slanker van, of nemen ver-keersongelukken met fietsendescholieren toe? Doen ze na diegymnastiek op school thuis geenstap meer? Helpt het om liften

langzamer te maken zodat men-sen sneller de trap nemen? Helpthet de frisdrankautomaten uitscholen te verwijderen of kopende kinderen de frisdrank dan omde hoek? Kunnen de openingstij-den van winkels en de grootte vande verpakkingen de calorie-inna-me beïnvloeden? Helpen kleinereporties of nemen mensen dantwee porties? Hebben kantines,waar zichtbaar is voor anderenwat je eet, een rol als ze gezondealternatieve aanbieden? Allemaalvragen waar geen Nobelprijs meete winnen valt maar die voor onzegezondheid even belangrijk zijnals de sequentie van het menselijkgenoom. Ze zijn bovendien nietsimpel te beantwoorden, wantaan korte-termijnstudies hebbenwe niets, en het onderzoek moet‘dubbelblind’ gebeuren, wanteten is heel gevoelig voor sugges-tie.

Hopelijk weten we over 10 of 20jaar wat er werkt. Maar wat datook zal zijn, het is waarschijnlijkdat we collectief maatregelen zul-len moeten nemen om ons voed-selgedrag te beïnvloeden. Matig-heid is in deze periode van over-vloed niet populair en de meestemensen zullen stijgeren bij hetidee dat hun vrijheid om te etenwordt beperkt. Bij drugs en alco-hol accepteren we dit echter ook.Zelfs in Amsterdam staan er in deKalverstraat geen stalletjes metbrandende hasjpijpjes en krijg jede cocaïne niet uit de automaat.Ook het verbod op roken in open-bare ruimtes blijkt wonder bovenwonder mee te vallen.

De mens heeft in de loop van deevolutie geleerd om zijn ge-weldsimpulsen en seksuele lustente kanaliseren. We slaan elkaarniet het hoofd in en wij hebbengeen seks in de tram. In iedere be-schaving bestaan oeroude wettendie dergelijke impulsen aan ban-den leggen omdat ze het welzijnvan het collectief bedreigen. Inbijna alle culturen was ook deconsumptie van voedsel tot voorkort aan regels gebonden en hadvoedsel vaak een religieuze di-mensie die tot uiting kwam inspijswetten die voedselinnameaan banden legden, vaak ook doorvasten. Voor de huidige, unieke si-tuatie van voedselovervloed en fy-sieke inactiviteit, hebben wij noggeen nieuwe spijswetten. Vet-zucht is zo een symbool van hetongebreidelde consumptiegedragvan de eerste generaties mensendie in structurele overvloed levenen nog niet hebben geleerd dieovervloed samen in te tomen.

Louise O. Fresco is universiteits-hoogleraar aan de Universiteit vanAmsterdam. Martijn Katan is hoog-leraar Voedingsleer aan de VrijeUniversiteit te Amsterdam.

Richtlijnen gezond eten

Goedkoop en lekkereten is voortdurendbeschikbaar

Wij verhuizen. Dit weekendwordt de inboedel overgebrachtvan een lelijk rotgebouw op delelijkste plek van Amsterdam,de Wibautstraat, naar een mo-dern fris kantoor ergens in hetoostelijk havengebied. Vanafmorgenavond huist daar de re-dactie van de Volkskrant.

De verhuizing roept bij mijeen veelheid aan gevoelens op.

In de eerste plaats weemoed.Ik heb meer dan 24 jaar in datoude gebouw gewerkt. Hetgrootste deel van mijn volwas-sen leven heb ik er doorge-bracht, achter een beeldschermen een plastic bekertje espressomet melk. Als mijn kleinkinde-ren (if any) mij later vragennaar de ingrijpendste gebeurte-nis uit mijn leven, zal ik ant-woorden: ‘De verhuizing naar

de Czaar Peterstraat!’In de tweede plaats vreugde.

Er komt een eind aan vele jarenvan bijna ondraaglijk lijden. Deredactie van de Volkskrant ope-reerde al die tijd vanuit een kan-toortuin, een infernaal oordwaar – anders dan de misleiden-de naam suggereert – niets kanbloeien en alles verdort. Van devele waanideeën uit de jaren ze-ventig hebben er weinig zo veelmenselijke en economischeschade aangericht als de kan-toortuin. Elders in het bedrijfs-leven heeft het tuinconceptreeds lang afgedaan, maar bijons vooruitstrevend dagbladwordt hardnekkig het romanti-sche beeld gekoesterd van de re-dactiezaal als een dynamischeambiance, zinderend van inter-actieve creativiteit, waar jour-

nalisten in voortdurend overleg(‘Stop de persen!’) en collegialesamenspraak werken aan hungezamenlijk product.

Niks van geloven.In de kantoortuin wordt hele-

maal niets gedaan, behalve ein-deloos geouwehoerd. Alleenmensen die uit hoofde van hunfunctie vaak moeten telefone-ren, kunnen nog wel gedijen inde dynamische redactieruimte,maar hun gekwaak draagt ver-der slechts bij aan de onrust dieanderen het werken onmoge-lijk maakt. Jean-Paul Sartre zeihet al: de hel, dat zijn de ande-ren.

De krant wordt intussenhoogst individueel volgeschre-ven door mensen die thuis zit-ten te tikken, of ergens op loca-tie, of in een van de zogeheten

‘werkcellen’ op een hogere eta-ge. Het is mijn heilige overtui-ging dat de Volkskrant met 50procent minder aan journalis-ten kan worden gemaakt, zon-der aan kwaliteit in te boeten:kantoortuin opheffen, iedereeneen eigen kamer, in het middeneen ruimte voor overleg, klaar.

In de derde plaats vrees. Zal al-les nu beter worden? Ik hou m’nhart vast, maar vooralsnog gunik ons nieuwe gebouw het voor-deel van de twijfel.

In de vierde plaats veroor-zaakt de verhuizing bij mij eensoort existentiële catharsis, eenmengeling van zinloosheid enhernieuwde werkdrift. Datheeft te maken met het leegrui-men van de kasten, waartoe deoperatie ons noopt. We grijpende gelegenheid aan om de be-

zem te halen door persoonlijkearchieven. Een voor een haal ikmijn hangmappen leeg en be-oordeel de inhoud op nut ennoodzaak. Vijftien jaar lang hebik als buitenlandredacteur rap-porten, berichten van persbu-reaus en knipsels gehamsterden opgeborgen in mapjes. Numoet ik besluiten of al dat mate-riaal mij zal vergezellen op wegnaar de volgende fase van mijnarbeidsbestaan.

De inhoud van de map ‘Te r r o -risme’ wordt dag in dag uit in-gehaald door de actualiteit:weggooien. De map ‘BerechtingSaddam Hussein’: dossier geslo-ten. De map ‘Kofi Annan’: idem.De map ‘Inheemse volken’: oudspul over een onderwerp dat bo-vendien niet élke week op devoorpagina staat.

De meeste dossiers zijn ont-staan tijdens – dus eigenlijk na –het schrijven van een artikel. Envoor elk volgend stuk over hetonderwerp raadpleeg ik nieu-we, actuelere bronnen, tegen-woordig vrijwel altijd op het in-ternet.

Al mijn archiveerwerk van ja-ren blijkt dus een variant te zijngeweest op de missie van Sisy-phus – het rotsblok met zorg enzweet naar boven gesjord, en opde top besloten hem over de an-dere helling maar weer naar be-neden te laten rollen. Ik neemme voor: straks aan de Czaar Pe-terstraat ga ik, als de binnen-huisarchitect me dat toestaat,keihard aan de slag. Maar nooitmeer rotsblokken de berg op.

Ik neem me voor: aan de Czaar Peterstraat geen rotsblokken meerGeboren in

’53

Rob Vreeken

Zes auteurs vertellenom de beurt overde dilemma’s van hung e n e ra t i e.Helga Ruebsamen (1934),Ger Thijs (1948),Rob Vreeken (1953),Philippe Remarque (1966),Rachida Azough (1975)en Anna Woltz (1981).

Volgende week:

Rachida Azough

Nieuw!Beluister

‘Geboren in’,gelezen door deauteurs, op v o l k s-krant.nl/generaties

Illustratie Tammo Schuringa

Bij afvallen verlies jeop elke 3 kilo vet1 kilo spierweefsel