Download - 635 Niet Opnemen Van Vergoeding Voor Plavix Na Plaatsing Van Een Electieve Stent Niet Onrechtmatig

Transcript
Page 1: 635 Niet Opnemen Van Vergoeding Voor Plavix Na Plaatsing Van Een Electieve Stent Niet Onrechtmatig

stelsel

50 5-2006 > zorg & financiering

De sector bestuursrecht van de rechtbankArnhem wees op 2 januari 2006, onder nummerAWB 05/3118 ZFW, vonnis in een geschil tusseneen verzekerde en diens ziekenfonds over deweigering vergoeding te verlenen voor een ope-ratie ter correctie van de bovenoogleden.

Eiser achtte de operatie noodzakelijk, omdathij last heeft van blikveldbeperking, vermoeideogen en branderigheid. Het ziekenfonds weiger-de vergoeding, omdat er bij verzekerde geensprake is van een aangeboren afwijking of eenbij de geboorte aanwezige chronische aandoe-ning. In geschil was de vraag of het ziekenfondsterecht had getoetst aan de Regeling zoals die

sinds 1 januari 2005 luidde of de aanvraag hadmoeten toetsen aan de Regeling zoals deze tot1 januari 2005 luidde. De rechtbank overwoog dat bij gebreke van eenovergangsbepaling een gewijzigd artikel inbeginsel onmiddellijke werking heeft. De aan-vraag was op 7 december door het ziekenfondsontvangen, waarna informatie bij verzekerdewas opgevraagd en vervolgens op 5 januari eenbeslissing was afgegeven. Aldus was er volgensde rechtbank door het ziekenfonds voortvarendte werk gegaan en was er geen reden voor uit-zondering op het uitgangspunt van directe wer-king. Bron: RZA 2006, 28<

634 nieuwe regelgeving plastische chirurgie terecht toegepast opdatum van beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage wees op 6 januari 2006, ondernummer KG 0511403, vonnis in een geschil tus-sen de Nederlandse Vereniging voor Cardio-logie en een cardioloog van het St. AntoniusZiekenhuis te Nieuwegein enerzijds en de Staatder Nederlanden anderzijds. Eisers vorderdenin kort geding primair onderdeel 25 van bijlage2 bij de Regeling farmaceutische hulp 1996 metterugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2005 –althans per 1 januari 2006 onderdeel 22 van bij-lage 2 bij de Regeling zorgverzekeringen, waar-in de voorwaarden voor vergoeding vanclopidogrel (Plavix) zijn opgenomen – buitenwerking te stellen.

Subsidiair vorderden eisers de Staat te bevelenclopidogrel met terugwerkende kracht vanaf1 oktober 2005 te vergoeden aan patiënten meteen acuut coronair syndroom zonder ST-seg-mentstijging gedurende ten minste negen tottwaalf maanden en aan patiënten bij wie eenstent is geplaatst gedurende ten minste één tot

twaalf maanden. De cardiologen stelden dat devoorschriften voor vergoeding hen niet in staatstellen om in overeenstemming met hun profes-sionele standaard te handelen, zodat de Staatonrechtmatig handelt door die voorschriftenniettemin te handhaven. Daarmee maakt deStaat volgens hen op ontoelaatbare wijzeinbreuk op de professionele autonomie van decardiologen.De rechtbank overwoog dat de Staat vooralsnogrechtens geen verwijt treft als hij vasthoudt aande voorwaarde dat clopidogrel uitsluitend wordtvergoed voor indicaties die als zodanig zijngeregistreerd, nu er mogelijkheden zijn voor defabrikant om alsnog (Europese) registratie teverkrijgen voor het gebruik van clopidogrel na(electieve) stentplaatsing. De Regeling farma-ceutische hulp 1996 is niet onmiskenbaar onver-bindend, omdat daarin niet is geregeld dat hetgebruik van Plavix na het plaatsen van een (elec-tieve) stent voor vergoeding in aanmerkingkomt. Bron: RZA 2006, 34<

635 niet opnemen van vergoeding voor plavix na plaatsing van eenelectieve stent niet onrechtmatig

ZenF-0506 cyaan.qxd 14-6-2006 13:08 Pagina 50