zowiso wb leerjaar4 blok5 cpdf - De Klimop · 2020. 4. 1. · 58 oefenen BLOK 5 1 LES 28 Oefen je...
Transcript of zowiso wb leerjaar4 blok5 cpdf - De Klimop · 2020. 4. 1. · 58 oefenen BLOK 5 1 LES 28 Oefen je...
18
meetkunde
BLOK 5 Wat ga je doen?
• cirkels herkennen en benoemen• het middelpunt, de middellijn en de straal van een cirkel benoemen• cirkels met een gegeven straal tekenen met een passer
1
De cirkelLES 8
Verbind het middelpunt met de punten B, C, D en E. Meet de lengte van elk lijnstuk en vul in. Lees de zin en vul aan.
[AB] = cm
[AC] = cm
[AD] = cm
[AE] = cm
In een cirkel zijn alle stralen .
Lees, kleur en vul aan.
• Kleur een straal groen.
• Kleur de diameter of middellijn blauw.
• Kleur de omtrek rood.
• Het middelpunt is .
• In een cirkel zijn alle stralen .
2
B
E
A
C
D
L
A
K CM
B
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 18 31/05/2018 13:47:28
19
3
Maak een tekening met cirkels.
Teken een cirkel met middelpunt D en met een straal van 3 cm. Gebruik hiervoor een passer.
4
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 19 31/05/2018 13:47:28
58
oefenen
BLOK 5
1
Oefen je nog eens mee?LES 28
Schrijf de getallen op de juiste plaats.
Geef elk cijfer de juiste waarde. Kies uit: T, E, t, h of d.
Vul aan.
2
4
3
Schrijf het getal eerst in het positieschema. Schrijf het dan als kommagetal.
0,157 29,5461 7 2 4
1t 5h
2E 7t 3d
9H 6E 8h
H T E t h d
_______ , _______
_______ , _______
_______ , _______
0 0,1 _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______
1t
_____ h
0,10
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
_______
10 ____
100 ___
1
0,38 0,81
0,3 0,4
0,30 _______
0,8 0,9
_______ _______
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 58 31/05/2018 13:47:49
59
5
Schrijf als een breuk met noemer 10, 100 of 1000.
0,3 = .
.
0,07 = .
.
0,275 = .
.
0,95 = .
.
0,023 = .
.
0,40 = .
.
Vul de getallenlijn aan. Waar ongeveer? Verbind de getalkaarten met de getallenlijn.
Schrijf als kommagetal.
610
= ________ , ________
20100
= ________ , ________
9100
= ________ , ________
751000
= ________ , ________
81000
= ________ , ________
43100
= ________ , ________
7
9
Kleur in elke kolom het grootste getal. Omcirkel in elke kolom het kleinste getal.
5,36 7,158 3,2
2,16 6,815 3,24
2,06 7,581 3,02
5,63 7,815 3,40
8
Vul in: <, > of =.
7,39 7,4 10,05 10,050 4,95 4,951
6
0 _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ _______ 0,1
0,002 0,060 0,034 0,090 0,075
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 59 31/05/2018 13:47:49
60
oefenen
BLOK 5
10
Oefen je nog eens mee?LES 28
Kies een figuur en reken uit. Neem de correctiekaart. Verbeter. Kies een volgende figuur.
83,07 - 10 =
4 x 2,6 =
7 x 0,4 =
6,3 + 5,09 =
31,2 + 5,26 =
10 x 2,94 =
16 - 10,3 =
4 x 10,12 =
70 + 30,15 =
60,24 - 20,3 =
12,08 - 10,2 =
8 x 4,1 =
9 x 1,3 =
42,6 + 2,01 =
16,1 + 4,153 =
12,4 + 3,44
=
6,75 - 4,25 =
3 x 10,4 =
8,09 + 1,23 =
11,2 + 26,17 =
7,4 - 5,32 =
2 x 8,03 =
10,065 - 7,004 =
17,54 + 7 =
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 60 31/05/2018 13:47:50
61
65,4 + 10,13 = 51 - 15,5 =
42 + 46,3 =
18,6 - 15,15 =
4 x 8,3 =
10 x 0,206 =
5 x 6,5 =
0,105 + 0,195 =
2,45 + 3,5 =
30 - 7,5 =
11 - 3,27 =
6 x 3,2 =
7 x 5,4 =
62 + 4,16 =
10 x 0,8 =
100 - 5,7 =
10,45 - 2,55 =
5 x 5,5 =
3 x 7,1 =
25,1 + 25,75 =
49,8 + 6,2 =
86,3 - 5,26 =
28,69 - 2,6 =
2 x 9,8 =
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 61 31/05/2018 13:47:50
62
oefenen
BLOK 5
1
Oefen je nog eens mee?LES 29
Vul in: = of ≠.
64 : 4 . 32 : 2
225 : 5 . 250 : 10
40 : 5 . 4000 : 50
320 : 40 . 32 : 4
Bereken het quotiënt.
2
4
Vul het ontbrekende getal in.
84 : 4 = 42 :
360 : 60 = 36 :
2250 : 50 = : 5
452 : 4 = : 2
235 : 5 = : 10
560 : 8 = 140 :
3
2100 : 70 =
20 200 : 2 =
42 000 : 30 =
7200 : 90 =
305 : 5 =
2800 : 50 =
20 000 : 50 =
Lees en vul de tabel in.
Bewerking Quotiënt Rest
1
2
Ik verpak 74 fl essen
per 5. Hoeveel volle dozen?
_________
Ik verpak 74
per 5. Hoeveel volle dozen?
1Ik verpak 123
koeken per 6. Hoeveel volle zakjes?
_________
Ik verpak 123
per 6. Hoeveel volle zakjes?
_________
2
Denk aan handig rekenen!
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 62 31/05/2018 13:47:51
63
5
Zoek op in de dienstregeling. Vul in.
Lees, reken uit en noteer een antwoordzin.
263 brikken verpakken. Alle brikken worden vervoerd. Ze worden verpakt per 6. Hoeveel dozen heb je nodig?
Reken uit:
Antwoord:
Hoeveel volle dozen?
Antwoord:
Hoe lees ik de tijd? Vul in.6
7
• Hoe laat vertrekt de trein in Lokeren?
_______________________________
• Hoe laat is de trein in Antwerpen-Zuid?
_______________________________
• Hoelang doet de trein over het stuk Lokeren - Antwerpen-Zuid?
_______________________________
Gent - Antwerpen
IC P3031
L 761 IR G1811
IC L2309
IC C732
P7295➂■
L2683
IC P3032
Herkomst
Lille Flandres (F)KortrijkOostende 11.05
➊11.08 11.43
PoperingeBrus.-ZuidBrus.-CentraalBrus.-Noord
9.3111.2111.2511.30
Gent-Sint-PietersGentbruggeGent-Dampoort
11.15
11.22
11.4211.4811.51
11.47
11.55
12.05
12.12
12.0812.1412.17
12.15
12.22
Gent-DampoortBeerveldeLokeren
11.23
11.36
11.52 11.56
12.07 12.16
12.13
12.24
12.1812.2612.33
12.23
12.36
LokerenSinaaiBelseleSint-Niklaas
11.37
11.45
12.08
12.16
12.1812.2312.2612.30
12.25
12.33
12.4012.4712.5012.55
12.37
12.45
Sint-NiklaasNieuwkerken-WaasBeverenMelseleZwijndrechtAntwerpen-ZuidAntwerpen-Berchem
11.47
11.53
12.0012.04
12.18
12.3012.34
12.35
12.49
12.3812.4212.4712.5012.5312.5813.02
12.5613.0013.0513.0813.1213.1713.22
12.47
12.53
13.0013.05
Antwerpen-BerchemAntwerpen-Centraal
12.0512.09
12.3512.39
12.5012.54
13.2413.28
13.0613.10
Bestemming Eeklo12.17
zowiso_wb_leerjaar4_blok5_cpdf.indd 63 31/05/2018 13:47:52
5-3zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 3
Kommagetallen (duizendsten)
13,25 . 3,251
7,06 . 7,006
6,78 . 6,8
4,78 . 4,51
9,03 . 9,030
2,4 . 2,36
0 0,1
9 9,1 9,5 10
6 76,5 7,5 8
0,025 0,040 0,090 0,055 0,075
9,095 9,155 9,999 9,9
6,02 6,5 7,25 6,74 7,099
Vul in: <, > of =.1
Vul de getallenlijn aan. Waar ongeveer? Verbind de kaartjes met de getallenlijn.2
Waar ongeveer? Verbind de kaartjes met de getallenlijn.3
T E t h d
Naam Datum
5-4 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
2 gehelen 36 honderdsten 2,306
23 gehelen 6 tienden 2,36
2 gehelen 306 duizendsten 2,036
2 gehelen 36 duizendsten 23,6
60 6 0,6 0,06
0,00269,029
9
0,02 0,9
0,2 2 0,009 0,09
30 3 0,3 0,03
0,00434,604
6
0,04 0,6
0,4 4 0,006 0,06
4 0,4 0,04 0,004
0,0073,473
3
0,07 0,3
0,7 7 0,003 0,03
4,56 0,275 5,358 4,4
5,46 0,752 3,558 4,45
5,64 0,257 3,835 0,445
4,65 2,570 8,355 4,050
5 0,45 0,05 0,005
0,0088,215
2
0,08 0,2
0,8 8 0,001 0,01
Verbind de geschreven getallen met het juiste kaartje.4
Maak de getallen. Omkring.5
Kleur in elke kolom het grootste getal. Omcirkel in elke kolom het kleinste getal.6
5-17zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Breuken en kommagetallen
blok 5 • les 19
25100
=
33100
=
50100
=
5100
=
1251000
=
210
=
0,50
0,05
0,375
0,20 euro 0,05 euro 0,10 euro 0,50 euro
0,02
0,2
0,6
510
20100
3751000
60100
5100
2100
Verbind wat evenveel is.2
Schrijf als kommagetal.1
Naam Datum
5-18 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
9 10
9,52 9,09 10,2 9,85
8,01 8,02 8,03
1,98 1,99 2,03
0,08 0,09 0,1
3,4 3,6 3,8
8,99 9,02 9,05
0,5 1 1,5
6,12 6,17 6,22
2,30 2,40 2,50
8,7 9 9,3 9,6 9,8 10,2
0 0,05 1 1,50 2 2,50
2,1982,191 2,193 2,195
Welke sprong? Vul de rij aan.3
Welke sprong? Zoek de fout in de rij. Verbeter. Vul de rij aan. 4
Waar ongeveer? Verbind met de getallenlijn.5
5-13zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 11
Handig delen!
Deeltal en deler delen door hetzelfde getal quotiënt
Deeltal en deler vermenigvuldigen met hetzelfde getal quotiënt
66 : 6 . 22 : 2
26 : 2 . 52 : 4
40 : 5 . 4000 : 50
56 : 8 . 112 : 4
Reken uit. Vul de pijlen aan. 1
Reken uit. Vul de pijlen aan. 2
Vul aan.3
Vul de pijlen aan. Vul in: = of ≠.4
160 : 8 = 40 : 2 = .
1200 : 30 = 120 : 3 = .
4800 : 600 = 48 : 6 = .
28 000 : 400 = 280 : 4 = .
32 : 4 =
16 : 2 =
60 : 3 =
180 : 9 =
3500 : 5 =
7000 : 10 =
Naam Datum
5-14 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
240 : 8 = 60 : .
2400 : 80 = 240 : .
60 600 : 6 = . : 2
2650 : 50 = . : 5
325 : 5 = . : 10
540 : 6 = 270 : .
2400 : 60 = 240 : . = .
84 000 : 40 = . : 4 = .
325 : 5 = 650 : . = .
650 : 50 = . : 100 = .
750 : 5 =
42 000 : 70 =
1600 : 10 =
65 000 : 50 =
40 400 : 8 =
Vul het ontbrekende getal in.5
Maak de delingen eenvoudiger. 6
Vul aan en reken uit.7
Bereken het quotiënt. Schrijf de tussenstappen die je nodig hebt.8
1800 : 50 480 : 60 840 : 5
5-9zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Vermenigvuldigen met kommagetallen
blok 5 • les 7
4 x 0,6 =
9 x 0,5 =
8 x 0,5 =
5 x 0,2 =
6 x 0,61 =
3 x 0,7 =
5 x 0,25 =
3 x 0,2 =
8 x 0,1 =
4 x 0,002 =
7 x 0,04 =
2 x 0,2 =
5 x 0,03 =
6 x 0,08 =
8 x 0,05 =
0,008
0,28
0,04
0,15
0,048
0,04
0,6
0,08
0,08
0,028
0,4
1,5
0,48
0,4
6
0,8
Reken uit. Kleur het juiste product.1
Bereken het product. Je mag tussenstappen noteren. Kruis de vermenigvuldigingen aan waarvan het product minder is dan 3,5.
2
Naam Datum
5-10 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Hoeveel wegen 3 peren?
Bewerking:
Antwoord:
Hoeveel kosten 5 potjes?
Bewerking:
Antwoord:
Hoeveel kosten 3 ananassen?
Bewerking:
Antwoord:
Hoeveel drank in 8 brikjes?
Bewerking:
Antwoord:
Hoeveel kosten 3 repen?
Bewerking:
Antwoord:
Hoeveel liter in 6 flessen?
Bewerking:
Antwoord:
€ 0,40
10 x 0,2 =
10 x 3,22 =
10 x 0,02 =
10 x 0,35 =
10 x 0,22 =
10 x 1,46 =
€ 1,25
1,5 l
€ 1,20
0,210 kg 0,2 l
Hoeveel? Bereken het product. Je mag splitsbeentjes tekenen. Formuleer een antwoordzin.
3
Vermenigvuldig met 10.4
5-7zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 5
Cijferen tot 100 000
Eerst schatten, dan cijferen.
31 018 + 49 091
Ik schat:
Som:
56 032 - 24 147
Ik schat:
Verschil:
23 x 3459
Ik schat:
Product:
55 706 : 6
Ik schat:
Quotiënt:
80 679 - 32 586
Ik schat:
Verschil:
64 x 1543
Ik schat:
Product:
Naam Datum
5-11zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 9
Cijferend optellen en aftrekken met kommagetallen
Lees de tabel. Bereken de som en het verschil. Eerst schatten. Controleer met . Kruis aan.
Term 1 Term 2 Som Verschil
437,151 623,458 goed fout
4751,368 1372,19 goed fout
Bewerking:
Schatting:
Antwoord:
Bewerking:
Schatting:
Antwoord:
Bewerking:
Schatting:
Antwoord:
Bewerking:
Schatting:
Antwoord:
D H T E t h d D H T E t h d
D H T E t h d D H T E t h d
Naam Datum
5-19
Lees de tabel. Schat. Schrijf elke bewerking in een schrijfschema. Reken uit en vul het product in.
zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 16
Cijferend vermenigvuldigen
Vermenig-vuldiger
Vermenig-vuldigtal Schatting Product
8 635,17
4 7032,6
45 183,64
38 106,532
TD D H T E t h d TD D H T E t h d
TD D H T E t h d TD D H T E t h d
Naam Datum
5-13zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Allemaal bouwsels!
blok 5 • les 15
grondplan voorkant zijaanzicht rechts
4 2 3
2 1 0
1 0 0
Maak het bouwsel. Vul in: vooraanzicht, zijaanzicht links en zijaanzicht rechts.1
Schrijf de hoogtegetallen in het grondplan. Kleur de gevraagde aanzichten.2
Naam Datum
5-14 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Het ontwerp moet voldoen aan bepaalde voorwaarden. • Het bouwsel bestaat uit 16 blokken. • Het bouwsel moet op een plattegrond van 4 op 4 vakjes kunnen.• Het bouwsel moet juist één toren van vier hoog hebben.
Maak twee verschillende ontwerpen. Maak telkens eerst het bouwsel. Vul de hoogtegetallen in het grondplan in. Teken het vooraanzicht en het gevraagde zijaanzicht.
2 1
1 4 2
1
3 1 1
grondplan
vooraanzicht
Bouwsel 2
Bouwsel 1
grondplan
grondplan
vooraanzicht
vooraanzicht
zijaanzicht links
zijaanzicht rechts
zijaanzicht rechts
De burgemeester vraagt aan de inwoners om een eigen ontwerp te maken voor een bouwsel in zijn stad.
3
Voorbeeld
5-5zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5 • les 4
De klok
Matz gaat naar de stad.
Hij vertrekt om 10.26 uur. Hoeveel minuten tot 11 uur?
Om 11.14 uur is hij terug thuis.
Hoelang is Matz weggebleven?
Hoe laat is het? Verbind wat bij elkaar hoort. 1
Lees en vul in. Teken eventueel op een lijn.2
Het is 14 voor 8.
Het is kwart over 3.
Het is 27 over 11.
Het is 9 voor 7.
Noteer nu ook het tijdstip.
Naam Datum
5-6 zoWISo, leerjaar 4 ǀ © 2018 Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
Papa gaat wandelen met de hond. Hij vertrekt om 18.32 uur.
Hij komt terug om 19.14 uur.
Hoelang is hij weggebleven?
Matz kijkt op tv naar een film. De film begint om 19.13 uur.
Het einde is om 20.07 uur.
Hoelang heeft de film geduurd?
Lees en vul in. Teken eventueel op een lijn.3
49zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5
Klokken-kaartspel
Het is 12 voor 2.
Het is 12 voor 4.
✂
✂
✂ ✂
Het is 25 voor
11.
Het is 25 voor 12.
zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen50
blok 5
Klokken-kaartspel
Het is 25 over 2.
✂
✂
✂ ✂
Het is 5 voor 6.
Het is 5 voor 5.
Het is 20 over 1.
Het is 14 over 5.
51zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5
Klokken-kaartspel
Het is 5 over 6.
Het is 12 uur.
✂
✂
✂ ✂
Het is 2 uur.
Het is kwart
voor 3.
Het is 12 uur.
zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen52
blok 5
Klokken-kaartspel
✂
✂ ✂
Het is 9 voor 10.
Het is kwart over 3.
Het is 22 voor 1.
53zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5
Spelregels kwartetspel
Aantal spelers: 4
Probeer door slim te spelen zoveel mogelijk sets van vier kaarten te verzamelen, de kwartetten. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kwartetkaarten heeft. De speler met het grootste aantal kwartetten wint.
Begin:
• Verdeel alle kaarten onder de spelers. Het kan zijn dat sommige spelers meer kaarten
hebben dan andere spelers.
• De kaarten neem je in je hand en laat je niet aan de andere spelers zien.
Verloop:
• Een willekeurige speler begint.
• Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt.
Dit moet een kaart zijn van een kwartet waarvan je minstens een kaart in de hand hebt.
• Als de speler die kaart heeft dan moet hij deze aan jou geven en mag je doorgaan met
kaarten vragen. Dit mag aan dezelfde of aan een andere speler.
• Als je een set van vier kaarten hebt, roep je ‘kwartet!’ en leg je de vier bij elkaar horende
kaarten voor je neer op tafel.
• Heeft de speler de gevraagde kaart niet dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je
het laatst een kaart vroeg aan de beurt.
• Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn.
zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen54
blok 5
Kwartet
0,250
0,25 0,250
0,500,5 0,50
510
12
12
0,5
510
0,5 0,50
510
12
12
0,5 0,50
510
5
10
1
2
0,250
28
14
14
0,25
28
0,5
0,25
0,50
✂
✂
✂
✂
55zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5
Kwartet
0,400,4
0,4 0,40
0,2500,25 0,250
28
14
14
0,25
28
0,40
25
410
0,4
25
410
0,40
25
410
410
0,4
25
0,400,4
✂
✂
✂
✂
2
8
2
54
10
1
4
zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen56
blok 5
Kwartet
0,20
0,2 0,20
0,7500,75 0,750
912
34
0,75
912
34
0,75 0,750
912
34
34
0,75 0,750
912
9
1234
0,20
15
210
210
0,2
15
0,75
0,2
0,750
✂
✂
✂
✂
57zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen
blok 5
Kwartet
0,600,6
0,6 0,60
0,200,2 0,20
15
210
210
0,2
15
0,60
35
610
610
0,6
35
0,60
35
610
610
0,6
35
0,600,6
✂
✂
✂
✂
1
5210
610
3
5
zoWISo, rekenspellen leerjaar 4 ǀ © 2018, Uitgeverij Zwijsen België, Antwerpen58
blok 5
Kwartet
0,800,8 0,80
45
810
810
0,8
45
0,8 0,80
45
810
810
0,8
0,80
45
4
5
810
0,80,80
✂
✂
✂