Zorg voor een gezond leven

53
Zorg voor een gezond leven Een sociaal-democratische visie op de gezondheid, zorg en ziektekosten van burgers in de samenleving Rapport van de PvdA-projectgroep Zorg April 2005

description

Een sociaal-democratische visie op de gezondheid, zorg en ziektekosten van burgers in de samenleving. Rapport van de PvdA-projectgroep Zorg

Transcript of Zorg voor een gezond leven

Page 1: Zorg voor een gezond leven

Zorg voor een gezond leven

Een sociaal-democratische visie op de gezondheid, zorg en ziektekosten van burgers in de samenleving

Rapport van de PvdA-projectgroep ZorgApril 2005

Page 2: Zorg voor een gezond leven

Voor ons als sociaal-democraten blijft voorop staan dat een stel-sel van kwalitatief goede zorg betaalbaar en toegankelijk is vooriedereen.

Met vriendelijke groet, namens het partijbestuur

Ruud Koole(voorzitter)

Amsterdam, april 2005

Aan de leden van de Partij van de Arbeid.

Hierbij treft u het rapport Zorg voor een gezond leven aan van dePvdA-projectgroep ‘Zorg’ onder voorzitterschap van Steven deWaal.

Van dezelfde projectgroep werd in september vorig jaar reedseen eerste rapport gepubliceerd onder de titel ‘De zorg als zor-genkind’, waarin een diagnose werd gegeven van de problemenin de gezondheidszorg. Mede op basis van dit eerste rapport is inde partij uitvoerig gediscussieerd over dit zo belangrijke thema.

De resultaten van die discussies heeft de projectgroep gebruiktbij de opstelling van dit tweede rapport, waarin voorstellen wor-den gedaan om de gesignaleerde problemen van een oplossing tevoorzien.

Het partijbestuur is van mening dat dit tweede rapport een goedebasis biedt voor verdere discussie in de partij, die uiteindelijkmoet leiden tot besluitvorming op het partijcongres in december2005.Het rapport legt de nadruk op behoud van solidariteit, is terug-houdend ten aanzien van marktwerking, geeft een grotere rolaan gemeenten, komt op voor meer rechten voor patiënten enbenoemt ook de verantwoordelijkheid van de mensen zelf.

Al deze thema’s zullen de komende maanden in de partij naderworden besproken. De materie is ingewikkeld, dat laat dit rap-port zien. Daarom zal de inhoud van dit rapport ook via toegan-kelijke samenvattingen of stellingen ter bespreking op partijbij-eenkomsten worden aangeboden.

Page 3: Zorg voor een gezond leven

4. Sturingsfilosofie: dynamiek en publieke waarborgen 564.1 Marktwerking onder strikte voorwaarden 574.2 Kansen voor marktwerking in de electieve curatieve

zorg: innovatie en heldere competitie 624.3 Kritiek op de implementatie door dit kabinet 674.4 De rol van verzekeraars 694.5 Maatstafconcurrentie en maatschappelijk

ondernemerschap in de WMZP 724.6 Maatschappelijke ondernemingen in de zorg:

een alternatief model 75Samenvatting Hoofdstuk 4 77

5. Het pakket: keuzen in de zorg 795.1 Scherpe keuzen 805.2 Wie beslist over het pakket? 825.3 Keuzen in de cure 855.4 Keuzen in de care 87Samenvatting Hoofdstuk 5 91

6. Werken en ondernemen: de professional aan zet 926.1 Werken in de zorg 926.2 Ruimte voor resultaat 95Samenvatting Hoofdstuk 6 98

Lijst van afkortingen 101

Lijst van bronnen 103

PvdA-projectgroep Zorg 5

Inhoudsopgave

Inleiding 6Samenstelling projectgroep 8

Samenvatting 9

1. Preventie: zorg voor een gezond leven 141.1 Voorkomen in plaats van genezen 151.2 Burgers en professionals bevorderen goed gedrag 161.3 Preventiebeleid beter afstemmen 211.4 Verzekeraars: meer preventie en meer verantwoording 22Samenvatting Hoofdstuk 1 23

2. Emancipatie: de patiënt centraal 262.1 Informatie geeft (tegen) macht 282.2 Meer keus in aanbod 30Samenvatting Hoofdstuk 2 33

3. Geld: voor zorg solidair verzekerd 343.1 Overzichtelijkheid en rechtszekerheid:

naar twee compartimenten 353.2 Wel inkomenssolidariteit in de premie 463.3 Eigen bijdragen: verplicht en vrijwillig 48Samenvatting Hoofdstuk 3 54

4 Zorg voor een gezond leven

Page 4: Zorg voor een gezond leven

De sector zorg en welzijn neemt ook een substantieel deel van decollectieve middelen voor zijn rekening met 42 miljard euro (ver-gelijk dit met zo’n 20 miljard voor onderwijs).2

Het resultaat van onze oriëntatie is onder andere terug te vindenin het eerder verschenen Dagboek Zorg, een verslag van onzebezoeken aan en gesprekken met het zorgveld. 3 Daarnaast hebbenwe grondig kennisgenomen van de vele rapporten van allerlei des-kundigen en kennisinstituten waarin analyses, data en voorstellenvoor stelselverandering zijn opgenomen. Uiteindelijk heeft dit eringeresulteerd dat we in september 2004 een ‘diagnose’ hebbengesteld in het rapport De zorg als zorgenkind: onze diagnose. 4 Ditrapport is in september en oktober binnen de partij bediscussieerdin regionale bijeenkomsten en op het Politiek Forum.

Hierna hebben wij ons geconcentreerd op het formuleren vaneen langetermijnvisie op gezondheid, zorg en het zorgstelsel inNederland. Ook in die fase hebben we nog experts geraadpleegden rapporten bestudeerd. Tevens kwamen in die periode belang-rijke voorstellen van het kabinet voor stelselwijziging in deTweede Kamer aan de orde. Goede afstemming en inspiratie tus-sen de gedachtenontwikkeling in de commissie en de actuelestandpuntbepaling in de Tweede-Kamerfractie hebben daarbijplaatsgevonden.

Dit rapport bevat ons advies aan de partij voor een nieuw gezond-heidszorgbeleid. Wij gaan hierover graag met de partij en anderebetrokkenen in debat. Wij hopen de PvdA een krachtige bouwsteen

Inleiding

Voor u ligt het eindrapport van de PvdA-projectgroep Zorg: Zorgvoor een gezond leven.

De projectgroep is eind 2003 ingesteld door het partijbestuur insamenwerking met de Tweede-Kamerfractie van de PvdA en isonderdeel van een reeks van projectgroepen die met aanbevelin-gen moeten komen over belangrijke koersbepalende kwesties. Deopdracht luidde:Het entameren en organiseren van debat. Dit moet uitlopen opzowel een onderscheidende en als sociaal-democratisch herken-bare fundamentele plaatsbepaling. Daarnaast moet het concretevoorstellen op het gebied van de inrichting van een nieuw zorg-stelsel opleveren. Uitgangspunt daarbij is de wens te komen toteen betaalbaar en toegankelijk stelsel van kwalitatief goede zorg.

In de opdrachtformulering zijn verder nog aanvullende wensenmeegegeven voor de aanpak, zoals een goede analyse van de hui-dige situatie en aandacht voor de relevante dilemma’s uit eerdererapporten, zoals het interne partijrapport van de commissie-DeBoer. De projectgroep werd geacht te werken van eind 2003 totvoorjaar 2005, met de mogelijkheid van verlenging.

Wij hebben eerst ruim de tijd genomen om ons als projectgroepop de zorg te oriënteren, zowel binnen de partij als met deskun-digen daarbuiten. Het gaat immers om een grote en complexesector waarvan het belang moeilijk kan worden overschat. In 2003waren er van de 8.3 miljoen werkenden, 1.1 miljoen werkzaam inde sector zorg en welzijn. De afgelopen twee jaar hebben zij circa1.5 miljoen klinische opnamen (opnamen van een week of langer)en zo’n 730.000 dagopnamen verzorgd.1

6 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 7

1 Ministerie van VWS (2004) Jaarbeeld zorg 2003, p. 32 en Ministerie van Ven W

en VROM (2004) Nota Mobiliteit, p. 53.

2 CBS (2004) AZWinfo, Arbeidsrekeningen (werkgelegenheid in zorg en welzijn) en

Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2004-2005, Rijksbegroting 2005.

3 Röntgenfoto van de Zorg. Conclusies van het project Dagboek Zorg,

Kenniscentrum PvdA 2004

4 De Zorg als zorgenkind: onze diagnose. PvdA september 2004

Page 5: Zorg voor een gezond leven

Samenvatting

In veel opzichten heeft Nederland een goede gezondheidszorgmet professionals die dagelijks een grote inzet plegen. Maar veelgaat ook niet goed. Deze zorgen zijn door de projectgroep geana-lyseerd en verwoord in het rapport ‘De zorg als zorgenkind: onzediagnose’ (september 2004). We concludeerden daar dat de pro-blemen zodanig zijn dat de PvdA moet blijven inzetten op eenfundamentele stelselverandering. Niet alleen van de zorgverze-keringen maar ook van het zorgaanbod en de aansturing hiervan.Het zorgstelsel vertoont nu al stevige scheuren en is niet vol-doende bestand tegen vergrijzing, medische innovatie, internati-onalisatie en kostenverhoging. Daar komt bij dat ook door ande-ren indringende en fundamentele plannen worden gepresenteerdom het zorgstelsel te veranderen. Ook daarom dient de PvdA eeneigen heldere lijn te formuleren. De projectgroep heeft keuzengemaakt, vanuit een lange termijn perspectief. In het rapportworden deze uitvoerig beschreven en onderbouwd. In dezesamenvatting zijn de belangrijkste eruit gelicht.

Gerichte en krachtige aanpak gezondheidsverschillen tus-sen arm en rijkNog steeds is degene die laagbetaald werk heeft of werkloos is enin achterstandswijken woont, eerder en meer ziek in zijn leven engaat gemiddeld veel eerder dood. We willen hiervoor meer aan-dacht, middelen en vooral sterkere organisaties, zoals deGemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD), om deze gezond-heidsverschillen te verkleinen.

Preventie: verbetering van leefstijl als individuele basisvoor collectieve zorgVoorkomen is beter dan genezen. Er moet meer gedaan wordenaan preventie. Soms helpt voorlichting. Soms dwang, zoals bij

voor verdere visie- en standpuntbepaling te hebben meegegevenop een zeer cruciaal en complex terrein in onze samenleving.

Namens de projectgroep,

Steven de WaalVoorzitter

Samenstelling projectgroep

• Frank Heemskerk, lid PvdA fractie in de Tweede Kamer derStaten-Generaal

• Hugo Keuzenkamp, hoogleraar verzekeringskunde aan deUniversiteit van Amsterdam en directeur Zorg bij Delta Lloyd

• Peter van Lieshout, lid WRR met als bijzondere opdrachtVerzorgingsstaat, adviseur van de projectgroep

• Kim Putters, lid PvdA fractie in de Eerste Kamer der Staten-Generaal, verbonden aan de Tilburgse School voor Politiek enBestuur van de Universiteit van Tilburg

• Teresa Cardoso Ribeiro, bestuurskundige verbonden aan deTSPB van de Universiteit van Tilburg, secretaris

• Erik Sloot, voorzitter van de raad van bestuur van hetFlevoziekenhuis te Almere en voorzitter van de PvdA werkgroep‘Patiënt Centraal’

• Jose Smits, lid van de PvdA fractie in de Tweede Kamer derStaten-Generaal

• Steven de Waal, lid van het partijbestuur en senior associatedpartner voor Boer&Croon en bestuurder van de Public SPACEFoundation, voorzitter van de projectgroep

8 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 9

Page 6: Zorg voor een gezond leven

den onderdeel van gemeentelijk beleid. Dergelijke voorzieningendienen beschikbaar te zijn, maar de eisen, inrichting en mate vaneigen bijdragen zijn lokaal beleid. Voor de lagere inkomens blijftfinanciële ondersteuning van kracht. Om dezelfde reden moet debasis-tandartszorg terug in het collectief pakket.

In de goede volgorde aandacht voor kostenbeheersingEerst preventie, dan doelmatigheid en soberheid, dan consu-mentenprikkels, zoals verplichte vormen van eigen bijdragen endan pas pakketkeuzen. Per saldo zijn collectieve arrangementendoor de schaalgrootte soms ook goedkoper. We willen ook datformele rechten sober worden toegewezen. Professionals en ver-zekeraars moeten hierin samenwerken. De belangrijke rol van deonafhankelijke huisarts als poortwachter en doorverwijzer in dezorg dient versterkt te worden.

Een publiekrechtelijke en inkomensafhankelijke basisver-zekeringWe zijn voor een basisverzekering, waarin ziekenfonds en parti-culiere verzekering opgaan. Wij willen een inkomenssolidairepremie, voor de care zelfs een verbreding van de premie grond-slag over het gehele inkomen. Wij kiezen voor Nederlandse regieen beheerste fasering door het geheel publiekrechtelijk te willenverankeren. Het kunstmatig uiteenrafelen van nominale premieen inkomenstoeslag vinden we onnodig, kostbaar, fraudegevoe-lig en te onzeker voor de kwetsbaren in de samenleving.

Bijbetalen: alleen als het doelmatig, voorspelbaar en ‘luxe’ isWij zien weinig in verplichte eigen bijdragen als middel om devraag naar curatieve zorg te beheersen. Als eigen levenskeuzen(leefstijl) een grote rol spelen in de vraag naar zorg, dient demogelijkheid, of soms zelfs verplichting, te bestaan om bij te beta-len. Dit speelt vooral in de care. Tegelijkertijd dient er meer ruim-te te komen voor vrijwillig bijbetalen voor ‘luxer’ wonen, eten enontspanning binnen de zorg. Wij willen dat de basisvergoedingbehouden blijft als dergelijke meerkosten voor eigen rekening zijn.

anti-rookmaatregelen. Wij willen meer stimuleren dat mensengezonder gaan eten en meer bewegen. De verplichte gym- enzwemlessen moeten terugkomen op school. Zorgverzekeraarsgaan ten minste 1% van hun budget aan preventie besteden. Ookvia beprijzen dient de overheid gezond eten te stimuleren enongezond eten af te remmen.

Emancipatie: de patiënt centraalDe patiënt heeft nog steeds niet genoeg te vertellen. We zijn inde zorg nog te veel afhankelijk van autoriteiten, die wel wetenwat goed voor ons is. De PvdA wil de patiënt emanciperen. Ditbetekent dat patiënten en verzekerden meer macht en kennisnodig hebben. Daarom willen wij een sterrensysteem (een soortMichelin-gids) voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Daar-naast moeten instellingen ook meewerken aan een burgerhand-vest. Hierin staat duidelijk wat een patiënt mag verwachten enwaar je terecht kunt met klachten. De Inspectie voor deGezondheidszorg (IGZ) blijft cruciaal. Want niet iedere burgerkan of wil keuzes maken. Strenge inspectie zorgt ervoor dat watbeschikbaar is, van fatsoenlijke kwaliteit moet zijn.

Eenvoud in verzekering: twee compartimenten. We willen kappen in het oerwoud van loketten en procedures.Alle zorg kan verzekerd worden via nog maar twee comparti-menten: de basisverzekering voor de curatieve zorg (inclusief dedaarmee samenhangende delen van de huidige AWBZ) en een(nieuwe) Wet op Maatschappelijke Zorg en Participatie voor delangdurige verpleging en verzorging (care), waarin de overigebestaande zorgwetten (restant AWBZ, WVG, Welzijnswet) zoveelmogelijk zullen opgaan.

Alleen echte zorg verzekerdDeze resterende twee nationale verzekeringen omvatten alleende echte zorg, van cure tot care. Niet-directe zorg die nu metname nog in de AWBZ is opgenomen, zoals begeleiding, active-ring, aangepast wonen, aanvullende voeding, gaan er uit en wor-

10 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 11

Page 7: Zorg voor een gezond leven

Daarnaast is er veel samenhang met wonen, vervoer, welzijn. Datzijn redenen dat gemeenten meer te zeggen moeten krijgen overdeze vorm van gezondheidszorg.

Zorgprestaties verbeteren door moderne aanbodsturing enmaatschappelijk ondernemenMarktwerking is niet de enige manier om instellingen beter telaten presteren. Nederland beschikt over volwassen non-profitorganisaties waarmee de overheid goede partnerschappen kanaangaan, mits verankerd in een stelsel dat dynamiek bevorderten kwaliteit bewaakt. Presteert een innovatieve zorginstellingbeter dan de norm, dan mag die een deel van het geld houden.Instellingen die minder presteren moeten voortdurend aange-pakt worden. Met flexibele contracten kan falend managementnaar huis gestuurd worden. Raden van Toezicht kunnen ondercuratele worden gesteld.

Professionals centraalWerken in de zorgsector dient aantrekkelijk te zijn. De professio-nals, van verpleegkundigen tot medisch specialisten, moetenmeer ruimte en vertrouwen krijgen, in aansluiting op de instel-lingen. Wij willen de status en relatieve beloning voor de ‘handenaan het bed’ verhogen. Regels ten aanzien van doorstroming,taakverschuiving en flexibiliteit tussen verschillende beroepenmoeten worden afgeschaft of verruimd.

Toezicht moet zich ook bewijzenToezicht en verantwoording van resultaten achteraf wordenbelangrijker. Ook de toezichthouders worden gehouden aanstrenge prestatie-eisen en het aantal toezichthouders wordt ver-minderd. Ten slotte introduceren wij een nieuwe toezichtregel: bij conflic-terend toezicht gaat toezicht op kwaliteit altijd voor.

Sparen voor aanvullende zorg op de oude dagWij willen het individuele vooruitzien voor de aanvullende voor-zieningen van de oude dag stimuleren en pleiten daarom vooreen spaarfaciliteit voor ouderdomszorg die fiscaal gunstig wordtingericht.

Heldere keuzen in de uitvoering Ook de uitvoering moet glashelder zijn. In de basisverzekeringzijn dat de zorgverzekeraars. Zij krijgen een zorgplicht en eenplicht voldoende aanbod in een regio in stand te houden. Zij wer-ken op een gereguleerde markt en voeren onderhandelingen metziekenhuizen. Ziekenhuizen hebben een leverplicht. Voor de carezijn gemeenten eindverantwoordelijk. Zij krijgen ook toenemendbudgetten en bevoegdheden. De huidige zorgkantoren en RIO’sworden afgeschaft. Gemeenten voeren de regie uit zonder zelfzorg te gaan leveren, maar in partnerschap met maatschappe-lijke ondernemingen.

Minder mistige marktwerkingMarktwerking heeft in de curatieve zorg met name kansen in deelectieve zorg. Verdere stappen bovenop de huidige 10% markt-werking (of vrije prijsvorming) in curatieve zorg willen we alleenals er aan heldere voorwaarden is voldaan. Voor acute en topkli-nische zorg en opleidingen zien we geen ruimte voor deze vormvan marktwerking. Het publiek eigendom van cruciale infrastruc-tuur moet gewaarborgd zijn. De ontwikkeling ervan mag welmeer via publiek private constructies. Winstuitkering aan derdenis in een beperkt aantal gevallen toegestaan. Voor de care denkenwe dat onderdelen van de thuiszorg en de chronische zorg zichvoor marktwerking zouden kunnen lenen. Daar dient het instru-ment van de PGB behouden te blijven.

Omwenteling in de care; de instellingen de wijk in en loka-le samenhangWe willen de gehele verpleging en verzorging veel meer stimule-ren te integreren in de samenleving. Dat vergt lokaal maatwerk.

12 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 13

Page 8: Zorg voor een gezond leven

Verslavingen, slecht eten, weinig bewegen, blijkbaar zijn er belem-meringen voor veel mensen om te doen wat ze eigenlijk willendoen of om na te laten wat eigenlijk slecht is.

1.1 Voorkomen in plaats van genezen

Het debat over onze gezondheidszorg gaat al snel over dokterenen verzorgen. Het zou beter zijn wanneer dokters en verzorgershelemaal niet aan onze gezondheid te pas hoeven te komen.Voorkomen is beter dan genezen. Preventie levert een doorslaggevende bijdrage aan een gezondleven. Maar preventie is lastig te promoten. Zo zijn de kosten vanpreventie helaas veel beter zichtbaar dan de baten. En ook heeftpreventief beleid vaak een bemoeizuchtig trekje. Vaccinatie doenwe niet alleen voor onszelf, maar ook om te voorkomen dat per-sonen een risico voor de omgeving vormen.

In de negentiende en twintigste eeuw was preventiebeleid vooralgericht op collectieve voorzieningen. Denk aan de komst van rio-lering en schoon drinkwater; de belangrijkste bronnen van beteregezondheid rond 1900. En denk aan het grootschalige vaccinatie-beleid, waardoor een aantal ziekten bij ons vandaag geen rol meerspeelt. Deze maatschappelijke verbeteringen zijn vooral doorgemeenschapsdenken en wettelijke maatregelen tot stand geko-men. Preventie komt er dus niet vanzelf en ook niet via de markt.De PvdA en haar voorlopers hadden daarin een grote rol.

Het grote verschil tussen nu en de vorige preventiegolf is dat pre-ventie toen veel meer een gemeenschapszaak was. Vandaag moetpreventief beleid veel meer op het leefgedrag van individuengericht worden. Ongezond leven wordt helaas steeds meer hetkenmerk van een moderne leefstijl. Deze leefstijl staat niet los van

1. Preventie: zorg voor eengezond leven

Mensen verdienen kansen. Kansen om het beste uit zichzelf naarboven te halen. Maar uitgangsposities zijn ongelijk en de risico’szijn voor veel burgers te groot om individueel te dragen. Naastkansen hebben mensen daarom ook recht op zekerheid.Bijvoorbeeld op de zekerheid dat essentiële voorzieningen vooriedereen beschikbaar en toegankelijk zijn. Dit zijn de uitgangspunten van het nieuwe beginselprogrammavan de PvdA 5 en van onze visie op gezondheidszorg. In deze visiegaan we in op de kansen op een gezond bestaan. Die kansen zijnniet gelijk verdeeld. En niet alle burgers zijn even goed in staat omhet beste voor hun eigen gezondheid naar boven te halen. Zorgvoor een gezond leven – dat is de zorg van de PvdA.

Waarom is gezondheid zo belangrijk? Een haast overbodige vraag.Een goede gezondheid wordt immers gezien als de belangrijkstebron van levensgeluk en welzijn. Verlies ervan wordt door eensubstantieel deel van de bevolking als een bron van zorgen erva-ren. Zo is het aandeel in de bevolking dat zich over het behoudvan zijn gezondheid zorgen maakt gestegen van 35% in 1991 tot47,5% in 2002.6 Een gezonde bevolking is in staat grootse presta-ties te verrichten. ‘Health creates wealth’, zeggen ze overzee.Bovendien is de gezondheid van de ene burger goed voor degezondheid van de ander. Omgekeerd: ongezondheid is besmet-telijk. Investeren in gezondheid is daarom ook een maatschappe-lijk belang.

Waarom is gezondheid zo belangrijk? Overbodig als de vraagklinken mag, toch is er nog een andere reden waarom het goed isdeze te stellen. Want al zeggen burgers massaal dat er niets boveneen goede gezondheid gaat, toch gedragen velen zich zo dat die-zelfde zo gekoesterde gezondheid in het gedrang komt.

14 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 15

5 Beginselmanifest januari 2005, p.1.

6 SCP (2003) De sociale staat van Nederland, p. 301.

Page 9: Zorg voor een gezond leven

Enkele preventiecijfersHet aantal astmagevallen is van alle ziekten het sterkst gestegen.Vooral het aantal kinderen met astma neemt toe. Deze stijging wordtwereldwijd waargenomen, vooral in welvarende landen. Er zijn ster-ke aanwijzingen dat de oorzaken van de stijging gezocht moetenworden in de westerse leefstijl: moeders die roken tijdens de zwan-gerschap, vaccinatie van kinderen, toegenomen antibioticagebruik,veranderende voedingsgewoontes en toegenomen overgewicht.Meer onderzoek is nodig om preventief te kunnen ingrijpen. Naast de noodzaak om meer inzicht te krijgen in achtergronden vanziektepatronen, zijn op verschillende terreinen al concreet effectenvan preventief ingrijpen waarneembaar. Enkele voorbeelden:• Een daling van de amputaties onder diabetespatiënten: zo blijkt

uit een recent Nederlands onderzoek naar complicaties aan devoeten dat het aantal nieuwe gevallen van amputaties onder dia-betespatiënten in de periode 1991-2000 met 36 tot 38% is afge-nomen.

• Succes bij voorkomen van griep. Influenzavaccinatie is kostenef-fectief: de griepprik voorkomt tijdens een griepperiode bij vol-wassenen gemiddeld 53% van alle sterfte en 48% van de zieken-huisopnames vanwege griep, longontsteking, acute long- en hart-ziekten en beroertes. De medische kosten per gewonnen levens-jaar liggen tussen de 592 euro voor volwassen van 18 tot 64 jaarmet een hoog risico, tot 1.427 euro voor de groep ouderen methoog risico. Wanneer een interventie per gewonnen levensjaarminder dan 20.000 euro per gewonnen levensjaar kost, geldt eeninterventie als kosteneffectief.

• Bestrijding van hypothyreoidie (traagwerkende schildklier).Verrijking van (brood)zout met jodium: dit heeft ertoe geleid dathypothyreoïdie door jodiumgebrek in Nederland verleden tijd is.Dit is vooral onderzocht onder schoolkinderen. Aangenomenmag worden dat daarmee ook de aangeboren vorm van hypothy-reoïdie door jodiumgebrek niet meer voorkomt.

de manier waarop we over de samenleving denken. Leefstijl isgeen individuele keuze waarmee politiek en gemeenschap niks temaken hebben, want het is zeker ook een maatschappelijk ver-schijnsel. Ongezond leven is een groeiend maatschappelijk pro-bleem. Slecht eten, roken, veel drinken en weinig bewegen, ditgedrag draagt bij aan een slechte gezondheid. En juist bij sociaalzwakkere groepen komt dit relatief meer voor. De consumptie-maatschappij is van grote invloed. Het bevorderen van een gezon-de leefstijl heeft voor de emancipatiepartij die de PvdA is dan ookde hoogste prioriteit.

Het nut van preventie wordt breed met de mond beleden. In depraktijk komt er echter veel minder van terecht dan we willen ofpretenderen.7 Het wordt tijd om de vrijblijvende waardering voorbeter preventief beleid om te zetten in daden die passen bij demoderne samenleving. Er dient dus een nieuwe, krachtige wind tewaaien. Meer geld levert de oplossing niet. Om van preventiebe-leid weer prioriteit te maken, zijn verschillende vernieuwingennodig. Die vernieuwingen raken burgers en professionals, de(lokale) overheid en zorgverzekeraars.

1.2 Burgers en professionals bevorderen goedgedrag

Burgers en professionals (dokters) kunnen op drie manierenbeter met preventie omgaan. Ten eerste door gezond gedrag tebevorderen. Ten tweede door diagnostiek sneller en gemakkelijkerte maken en burgers meer bij hun eigen gezondheidsbeeld tebetrekken. En ten derde door zelfredzaamheid te vergroten.Daarnaast is preventie gebaat bij zorgvoorzieningen die zo dichtmogelijk bij de burger staan.

16 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 17

7 Zie ook ons eerder verschenen rapport “De zorg als zorgenkind: onze

diagnose.”

Page 10: Zorg voor een gezond leven

een vragenlijst over leefstijl en persoonskenmerken in, die wordtgevolgd door een bloed- en urinetest. Op basis hiervan wordt eenrisicoprofiel opgesteld, waardoor het op een zinvolle manier moge-lijk wordt in een heel vroeg stadium (niet pas als er klachten zijn)gericht onderzoek naar bijvoorbeeld kanker of diabetes (suikerziek-te) uit te voeren. Bij zelfdiagnostiek voert iemand zelf (onderdelen)van een diagnose uit, bijvoorbeeld door met een handig apparaat-je periodiek de bloedwaarden te testen en deze gegevens in eencomputer (verbonden aan Internet) in te voeren. Hierdoor kan bij-voorbeeld de gang naar de trombosedienst sterk teruglopen.

Door gebruik te maken van moderne informatietechnologieën, krij-gen zowel burger als huisarts een goed beeld van de relatie tussenleefstijl en gezondheidstoestand. Dit (letterlijke) beeld dat uitelektronische medische dossiers gehaald kan worden, maakt men-sen bewuster en meer betrokken. Mensen zien de veranderingenin gedrag, en het effect op gezondheidsrisico’s of zelfs levensver-wachting. Dokters kunnen energie steken in preventie en gezond-heidspromotie, en zelfs op leefstijlbegeleiding beoordeeld worden.

Over het gezondheidsprofiel van de patiënt‘Met deze vragenlijsten bereik je meer: naast het gezondheidsprofiel vande patiënt brengen ze ook zijn risicofactoren boven water, iets waar eenarts in een paar minuten spreekuur niet aan toe komt om te vragen.Artsen zullen dan misschien geen pillen voorschrijven maar de patiëntadviseren een maand een dagboek bij te houden, driemaal daags fruit teeten, een anti-rookvideo te kijken en een uur te fitnessen. De dokter kandan aan de hand van de grafiek op het computerscherm beoordelen ofde patiënt zich daadwerkelijk aan dit recept heeft gehouden, wat helpten in welke mate. En de patiënt kan meekijken: elke verbetering of ver-slechtering wordt zichtbaar, evenals de oorzaken ervan. De patiënt ziethoe hij zijn gezondheid door eigen gedrag kan sturen. Dat maakt meerindruk dan alle waarschuwingen van de arts (Eddie Price, arts teAustralië, aangehaald in Zorgaanzet).

Gezond gedragStandaard voorlichtingsprogramma’s, zoals Postbus 51, hebbenweinig effect op slecht leefgedrag – zelfs de heftige tekst op pakjessigaretten is niet afschrikwekkend genoeg. Er zijn andere metho-den om mensen bewuster van hun leefstijl te maken en het gevolgervan voor hun gezondheid. Sommige maatregelen maken onge-zond leven bijvoorbeeld onbereikbaar of onplezierig, zoals heffin-gen op alcohol en tabak die de individuele vraag naar deze onge-zonde producten remmen. Zeker zo belangrijk is het verkoopver-bod van schadelijke zaken aan minderjarigen. Ook het rookverbodin openbare ruimten en op werkplekken blijkt zeer effectief. Dezemaatregelen maken duidelijk dat individuele leefstijl ook eengemeenschapszaak is. Daarvoor blijken mensen gevoeliger danvoor waarschuwingen op pakjes sigaretten. Dat patat en zoetwarenvanzelfsprekend geworden zijn in sportruimtes, zwembaden enzelfs schoolkantines, is een kwalijke (maar logische) maatschap-pelijke ontwikkeling. Sportclubs zijn zelfs vaak financieel afhanke-lijk van de consumptie van ongezonde zaken. Dat moet verande-ren. Wij pleiten ervoor om sport toegankelijk te houden voor ieder-een, waar nodig met subsidies en niet via de winstmarge op de fri-tuur. In dat kader willen we ook weer de verplichte gym- en zwem-lessen terug op school. Gezonde consumptie moet in het maat-schappelijke leven weer de norm worden. In navolging van hettabaksbeleid zouden we willen pleiten voor een opeenvolgendereeks maatregelen: duidelijke waarschuwingen op verkeerd voed-sel, convenanten met de voedselindustrie, meer zichtbare en toe-gankelijke (lichte) sportfaciliteiten, vooral in achterstandswijken(trap- , basket- en tennisveldjes). Ook via beprijzen dient de over-heid gezond eten te stimuleren en ongezond eten af te remmen.

Snelle diagnostiekVan heel andere orde in de preventie zijn vroegdiagnostiek en zelf-diagnostiek, op basis van moderne medische inzichten. Dit zijnbelangrijke instrumenten die ook goed kunnen passen bij dehedendaagse burger die bezorgd is over zijn/haar gezondheid,maar (nog) geen patiënt is. Bij vroegdiagnostiek vult een burger

18 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 19

Page 11: Zorg voor een gezond leven

plichtingen om informatie over ziekten (anoniem) aan te leveren.Het netwerk van de GGD op het gebied van schoolartsen en vac-cinaties is hierbij cruciaal. Om beter te zien wat GGD-en op hetgebied van preventie doen, worden ze dan met regelmaat metelkaar vergeleken. Jaarlijks wordt een GGD met het beste preven-tiebeleid uitgekozen, en deze GGD krijgt een extra budget waar-mee andere GGD-en ondersteund kunnen worden in het ontwik-kelen van hun preventietaak. Er bestaan al specifieke preventie-mogelijkheden, zoals het project Slimkids van GGD Heerlenbewijst. Dergelijke succesvolle initiatieven zouden sneller overge-nomen dienen te worden in andere regio’s.

Als het gaat om de verplichte na- en bijscholing van huisartsen,zou preventie meer tekst moeten krijgen dan nu het geval is. In designalering zou de wijkzuster belangrijk kunnen zijn in het berei-ken van moeilijke doelgroepen.8 Een grote rol is tot slot weggelegdvoor het netwerk van patiëntengroepen, die vaak ook lokaal geor-ganiseerd zijn. Daarmee komen we bij de lokale omgeving.

1.3 Preventiebeleid beter afstemmen

Preventie is niet alleen een zaak van medici. Vaak heeft de soci-ale omgeving van mensen effect op het voorkomen (in de beidebetekenissen van het woord) van ziekte. Daarom is er ook eenrol voor scholen (het gaat hier ten slotte ook om educatie engedragsverandering), sport- en fitnessclubs, welzijnswerk, maat-schappelijke opvang, thuiszorg, en soms zelfs het huurdercon-tact vanuit woningcorporaties. Lokale overheden hebbeninvloed, want een betere leefomgeving levert een betere gezond-heid op; soms door het voorkomen van ongelukken (een roton-de), soms door het verbeteren van de luchtkwaliteit (snelheids-

ZelfredzaamheidZelfredzaamheid is de derde manier waarmee in een nieuwsamenspel tussen dokter en patiënt, gezond gedrag bevorderdkan worden. Hier bestaan al verschillende initiatieven, vooral bijchronische aandoeningen zoals diabetes en trombose. Veel men-sen zijn bij zulke aandoeningen nu afhankelijk van (zeer) regel-matig doktersbezoek. Het is echter mogelijk om patiënten zelf hetheft in handen te geven, dankzij nieuwe technische middelen. Ditvergroot het welzijn van burgers aanzienlijk, leidt tot een beterinzicht in de therapie (en daardoor tot grotere trouw daaraan) envoorkomt latere gezondheidsschade. In veel gevallen stuit zelf-redzaamheid op weerstand van zorgaanbieders. Om zulke initia-tieven te laten werken, moet de cultuur bij professionals dus ver-anderen. In opleiding en nascholing moeten dokters niet alleengeleerd worden om te dokteren, maar juist ook om medischetaken aan anderen over te laten - waar mogelijk aan burgers zelf.Medische problemen hoeven zeker niet altijd in een medisch cir-cuit te blijven. Patiëntengroepen kunnen hierin een goede stimu-lerende rol vervullen: emancipatie van de zorgvrager draagt bijaan demedicalisering.

Dokters en wijkverplegingOm preventie bij de burger te brengen, moeten zorgvoorzienin-gen worden gebruikt die zo dicht mogelijk bij de burger staan enlaagdrempelig zijn, nog voordat de huisarts er aan te pas komt eniemand officieel patiënt is. Dan komen we vanzelf bij deGemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de consultatiebure-aus. Ook hier pleiten we voor een vernieuwende en krachtige aan-pak voor preventie. Organisatorisch moet de verantwoordelijk-heidsverdeling helder zijn. De regie over preventie en volksge-zondheid moet we leggen bij de GGD. Belangrijk is dat deze regiegevoerd kan worden met organisatorische bevoegdheden. Eenmogelijkheid daarbij is het om consultatiebureaus als voorpost invroegtijdige onderkenning bij de GGD onder te brengen. GGD-enmoeten verder gerichte campagnes via huisartsen en thuiszorgkunnen organiseren, en informatie vergaren - desnoods met ver-

20 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 21

8 De PvdA pleitte hier eerder voor. Tweede Kamer Handelingen 2004-2005,

Behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het

ministerie van VWS (XVI) voor het jaar 2005 (29800 XVI), nr. 13, p. 730-766.

Page 12: Zorg voor een gezond leven

beroepsgroepen een nieuw systeem van maatstaven ontwikkeld.Doet een verzekeraar op grond van de maatstaven onvoldoendeaan preventie, dan wordt zijn preventiebudget verminderd.Verder kunnen verzekeraars signaleren dat bepaalde preventie-programma’s wel of niet werken. Periodieke rapportage overkosten en baten van specifieke preventiemaatregelen wordenniet als bedrijfsgeheim binnenshuis gehouden, maar openbaargemaakt.

Samenvatting Hoofdstuk 1 Preventie: Zorg voor een gezond leven

De PvdA geeft prioriteit aan preventie in de zorg. De sociaal-eco-nomische verschillen in de zorg willen we aanpakken.Wij doen dat door:a. Burgers bewuster te maken van leefstijl en ongezond leven

van een individuele naar een maatschappelijke kwestie op tetillen door:• een verbod of ontmoediging van ongezonde waar in

school- en bedrijfskantine en sportgelegenheden in testellen (‘uit het zicht’- beleid);

• convenanten met de voedselindustrie tot verminderingvan de ongezondheid van bepaald voedsel, zoals snackse.d.;

• een beleid te voeren waardoor sportgelegenheden niet teafhankelijk zijn van inkomsten uit ongezonde waar;

• invoering van een reeks maatregelen zoals bij tabak: waar-schuwingen en vermindering van de verleiding;

• stimuleren van zichtbare laagdrempelige sportfaciliteiten(trap-, basket- en tennisveldjes), vooral in achterstands-wijken;

• terug naar de verplichte zwem- en gymlessen op school;• onderzoek te doen naar vormen van beprijzen van voed-

sel;

beperking van een snelweg door de stad of door de aanleg vanstadsgroen). De kern van beleid en verantwoordelijkheid vangemeenten moet echter liggen in het krachtiger maken van denetwerkpositie van de nieuwe GGD. Verbreding van optiek magvolgens ons niet leiden tot een machteloos gevoel dat ‘alles metalles samenhangt´.

De rijksoverheid voert geen consistent preventiebeleid. Hetministerie van VWS dient een departementoverschrijdende taakte hebben ten aanzien van preventie. Veel preventie van ziekte ofzorgkosten is immers gerelateerd aan zaken buiten de zorg, zoalswonen, verkeer, en (veiligheid op het) werk. Binnen de rijksover-heid zou op deze terreinen een veel krachtiger aansturing moetenplaatsvinden.

1.4 Verzekeraars: meer preventie en meer verant-woording

Verzekeraars zouden een geoormerkt budget voor preventie-maatregelen moeten ontvangen. Er zijn vele voorbeelden in dezorg waar een centrale regie sterk preventief kan helpen, bijvoor-beeld bij diabetes. Zowel door vroegdiagnostiek (brede ‘prik’-campagnes) als door adequate opvolging in de keten valt veelellende voor de mensen te besparen. Op dit moment wordensoms zelfs amputaties verricht die niet nodig waren geweest bijvroegtijdige onderkenning van suikerziekte. Dit budget, vastge-steld op 1 % van de uitgaven aan curatieve zorg 9, zou afkomstigkunnen zijn uit een nieuw te vormen ‘preventiefonds’. Dit fondswordt dan gevoed uit de algemene middelen, bijdragen van dezorgverzekeraars en heffingen op ongezonde zaken, zoals albestaande (alcohol en tabak). De besteding van verzekeraars aanpreventie wordt vervolgens apart verantwoord. Omdat sturen opoutput in dit geval lastig is, wordt in overleg met wetenschap en

22 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 23

9 Dat wil zeggen het budget voor de zorgverzekeringswet.

Page 13: Zorg voor een gezond leven

• monitoren en publiekelijke rapportage en waardering(preventie prijs) van preventieactiviteiten.

e. Resultaatsverplichtingen afspreken; monitoren en toetsing;GGD-en met elkaar vergelijken en de beste voorbeelden belo-nen.

• stimulering van vroegdiagnostiek en zelfhulp, ook doordokters en verpleging;

• signalering van ongezond gedrag: vroegtijdiger, professi-oneler;

• vergroting van zelfredzaamheid en daarmee betrokken-heid van burgers (gesteund door patiëntenverenigingen)bij hun eigen gezondheid.

b. Professionals in opleiding en nascholing veel meer aandachtlaten geven aan preventie en de zelfredzaamheid van burgerste versterken.

c. De overheid op verschillende niveaus weer een regierol op hetgebied van preventie te geven:• gemeenten regisseren, in het bijzonder met de GGD, pre-

ventieve activiteiten van huisartsen, wijkzusters, thuis-zorgers, en monitoren zaken waar de leefomgeving degezondheid beïnvloedt vooral ook inzake kwetsbare wij-ken en kwetsbare doelgroepen; juist ook als overheids-dienst kan hier beter met de gevoeligheden voor privacyworden omgegaan;

• als organisatorische maatregelen nodig zijn, zoals deinvoeging van consultatiebureaus in de GGD, dan magdit niet langer een taboe zijn. Preventie moet dwars doorverkokering heen gaan. Die bredere blik op preventiewordt van alle partijen gevraagd, ook buiten de klassiekezorgsector, zoals scholen en woningcorporaties;

• op rijksniveau kijkt het ministerie van VWS over de eigenschutting en toetst beleid van andere departementen opde gevolgen voor volksgezondheid;

• een nader onderzoek naar de beste fiscale maatregelenrond gezond voedsel en bewegen.

d. Verzekeraars actiever te maken voor preventie door:• de vorming van een preventiefonds: 1 % van het zorgver-

zekeringbudget wordt geoormerkt voor preventievemaatregelen. Verzekeraars moeten verantwoording afleg-gen over de besteding van dit budget;

24 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 25

Page 14: Zorg voor een gezond leven

dienen, maar kiest partij voor de zorgvragers, verzekerden, pati-ënten of hun naasten.

Macht vraagt om tegenmacht, stelt ons beginselprogramma. Inde gezondheidszorg, waar afhankelijkheid onvermijdelijk is, is datbij uitstek aan de orde. De macht van zorgaanbieders, de machtvan zorgbemiddelaars, verzekeraars en regelneven, dit allesvraagt om tegenmacht van burgers. En dat zijn soms patiënten,dan weer consumenten of verzekerden. Tegenmacht is noodzake-lijk om de kansen op een gezond bestaan voor een bredere groepburgers te vergroten. Gebrek aan geld, kennis of goede relatiesmogen geen reden zijn voor een slechtere toegang tot gezond-heid.

Een belangrijk instrument dat hiervoor nodig is, is de introductievan een electronisch patiëntendossier, dat ook is in te zien en aante vullen is door de patiënt zelf. Het minste dat toch transparantmag zijn voor de patiënt is de informatie die ‘het zorgsysteem’opslaat over hem of haar. Tevens kan dit voorkomen dat dubbel-medicaties optreden. Het kan er ook voor zorgen dat nog niet ver-melde behandelingen tijdig door de patiënt gesignaleerd kunnenworden. Wij denken dat dit in enkele jaren gerealiseerd moet zijnen de prioriteit van het ICT beleid in de zorg zou moeten zijn.

Toch ontkomen we er niet aan: in het complexe en professioneleveld van de zorg en zorgverzekeringen heeft iedere burger en pati-ënt behoefte aan partijen die zijn of haar belang mee behartigen,ook voor de langere termijn. Er zijn veel ´zaakwaarnemers´ actief,zich opwerpend voor ‘het belang van de patiënt’. Dat geldt voorpatiëntenverenigingen uiteraard, maar ook voor zorgverzekeraarsen zorgaanbieders. Daarnaast roepen beroepsgroepen en politiekom het hardst dat ze namens de patiënt willen optreden en diensbelangen willen behartigen. Ook de PvdA ontkomt er niet aan zichsterk te maken voor een of andere vorm van zaakwaarnemer-schap. Want de patiënt is vaak kwetsbaar, niet of slecht geïnfor-meerd, onbekend met het systeem, en daardoor onzeker. Deze

2. Emancipatie: de patiënt centraal

De PvdA is van oudsher een emancipatiebeweging. Op veel fron-ten hebben we daarmee grote successen geboekt. In de zorg isemancipatie nog een onderbelicht verschijnsel. De zorg voor eengezond leven is nog te veel een zaak van autoriteiten. Dat moetveranderen, want gezondheid is te belangrijk om alleen aan zorg-verleners en overheid over te laten. De gezondheid van de bevol-king is afgelopen eeuw weliswaar spectaculair verbeterd, maarblijft toch nog structureel sociaal-economisch scheef verdeeld.

Wij stellen het ideaal van emancipatie voorop. Tegelijk beseffenwe dat in de gezondheid lang niet iedereen dat ideaal al heeftbereikt. De ‘mondige patiënt’ wordt steeds zichtbaarder enhoorbaarder, maar niet iedereen is dat. Sterker nog, juist in dezorg zijn er tal van situaties waar afhankelijkheid, zelfs hulpeloosontzag, het wint van mondigheid. Zorgaanbieders moeten ruimtekrijgen om goed met de verschillen tussen patiënten om te kun-nen gaan. Emancipatie van de zorgvrager vraagt om een anderecultuur van zorgaanbieders. Zij moeten meer verantwoordelijk-heid krijgen – en tevens een betere verantwoording afleggen. Ookdat is emancipatie.

Voor zorgaanbieders moet meer ruimte voor handelen komen.Tegelijkertijd moet de koesterende warme deken van overheids-bescherming worden weggetrokken. Machtige belangengroepenhouden de zorg in een wurggreep. Regelgeving, ooit met de bestebedoelingen geïntroduceerd, krijgt een eigen dynamiek en wordtvaak door deelbelangen in stand gehouden. Weinig sectoren zijnzo goed in koepelorganisaties georganiseerd als de zorg.Regelgeving en gevestigde belangen maken de zorg star en hetwerk in de sector onaantrekkelijk. De PvdA is er echter niet omzieltogende instellingen en hinderende belangenorganisaties te

26 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 27

Page 15: Zorg voor een gezond leven

huizen wordt binnen drie jaar vervangen door een publiek toe-gankelijk en begrijpelijk sterrensysteem zoals de Michelingidsvoor restaurants, zo stellen wij ons voor. Voor ziekenhuizen komtprestatie informatie op behandelgroepniveau (maatschappen vandokters) beschikbaar. Op groepsniveau om tegemoet te komenaan het terechte bezwaar van individuele beroepsbeoefenaren datze enige privacy en vrijheid van handelen nodig hebben.Inspectierapporten worden openbaar (in principe ook op groeps-niveau). Schriftelijke klachten worden (geanonimiseerd) verplichtvolgens een vast format op de website van zorgaanbieders enzorgverzekeraars gepubliceerd. Informatie over geleverde kwa-liteit en service van zorgaanbieders en zorgverzekeraars moetinzichtelijk zijn, zodat patiënten op geïnformeerde wijze kunnenwisselen van verzekeraar.

De informatie van zorgaanbieders willen we onder meer tot rechtlaten komen in een verplicht burgerhandvest waarin aanbiedersin de vorm van patiëntenbeloften of leveringsvoorwaarden pre-cies aangeven wat, op welke manier en in welk tijdsverloop gele-verd wordt. Geen instrument van een hele branche of een vaagpapier dat een koepelorganisatie heeft opgesteld, maar een doorde directie vastgelegde weergave van de concrete beloften totlevering van deze concrete zorgaanbieder waarmee deze indivi-duele patiënt nu te maken heeft en waarop hij of zij recht kanlaten gelden. Op grond daarvan kan de cliënt klagen of zelfs naarde rechter stappen om deze omschreven leveringsrechten te krij-gen. In Engeland is zo’n burgerhandvest (citizen’s charter) goed ont-wikkeld. Het komt erop neer dat iedere zorgaanbieder een dui-delijke en leesbare brochure uitgeeft waarin wordt aangegevenwelke diensten worden geleverd, welke prestatieafspraken menbereid is aan te gaan met de burger of toekomstige patiënt ofbewoner (bijvoorbeeld wachttijden, mogelijkheden van e-mail-verkeer, mogelijkheid in een keer alle diagnoses te doorlopen,snelheid waarmee de intake antwoord geeft en andere beslispro-cedures) en hoe de werkwijze is als de patiënt constateert dat het

patiënt moet dus geholpen en bijgestaan worden in moeilijke keu-zen. Er wordt als mogelijkheid geopperd de onzekerheid van depatiënt dan maar weg te nemen door diens keuzevrijheid eninvloed te verminderen. Dat riekt teveel naar overheidsbetutte-ling, dus dat vinden wij niet het juiste sociaal-democratische ant-woord.

In concrete kwesties, zowel zorgverzekering als zorgaanbod, is ernog steeds een groeiende behoefte aan goed geïnformeerde enduidelijk gestructureerde keuzen. Niet als plicht tot kiezen en par-ticiperen, maar als recht op een volwassen omgang en relatie. Deburger wil vooral betrokkenheid kunnen tonen en invloed op dedagelijkse gang van zaken in de care (verpleging en verzorging),ook omdat daar vaak een permanent verblijf aan de orde is. En deburger wil vooral eerlijke en duidelijke antwoorden op vragen inde cure (behandeling en genezing). Vanuit de zekerheid dat alsdat antwoord niet bevredigend is, er vanuit het eigen ‘klantenbe-lang’ ook daadwerkelijk kan worden gehandeld, desnoods doornaar een ander te gaan (bijvoorbeeld: recht op second opinion).Op verschillende plaatsen kiezen wij hierna daarom ook voorbepaalde zaakwaarnemers, met vertrouwen waar het bewezendemocratische constructies zijn (gemeenten) of waar het histo-risch bewijs en de non-profitconstructie dit waarborgen (maat-schappelijke ondernemingen in de care). Op andere plaatsen kanmarktconcurrentie met streng toezicht voor voldoende tegen-macht zorgen bij bijvoorbeeld zorgverzekeraars en ziekenhuizen.Binnen het zorgaanbod houden we een pleidooi voor versterkingvan de positie van de zorgprofessional, als de ultieme vorm vanbewezen zaakwaarnemerschap en waarbij iedere patiënt uiteinde-lijk het meeste baat heeft, voldoende geëmancipeerd of niet.

2.1 Informatie geeft (tegen)macht

Tegenmacht begint met informatie. De warrige en onvolledigekwaliteitsinformatie over ziekenhuizen, verzorging- en verpleeg-

28 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 29

Page 16: Zorg voor een gezond leven

gehad met een ziekenhuisfusie in de eigen regio. De toelating vanzorginstellingen is geliberaliseerd - terecht. Dit leidt ertoe dat klei-ne nieuwe aanbieders bestaande concentraties kunnen doorbre-ken. Recentelijk werd nog door de NederlandseMededingingsautoriteit (NMa) een onderzoek ingesteld naar defusieaanvraag van de ziekenhuizen van Hilversum en Gooi-Noord, omdat een fusie een gevaar zou kunnen opleveren vaneen economische machtspositie.10 Nieuwe en kleinere aanbiederskunnen pas echt bestaande concentraties doorbreken wanneer definanciering van toetreders niet op een grote achterstand staat tenopzichte van die van bestaande conglomeraten. Zorgfinancieringdient op een eerlijke wijze (‘een gelijk speelveld’) te worden vorm-gegeven. Nieuwkomers mogen niet bij aanvang al op een achter-stand gezet worden.

Waar grote zorgaanbieders desondanks de markt dichthouden enzorgvragers geen keuze laten, kan zo nodig ruimte voor nieuwaanbod gemaakt worden door een opnamestop op te leggen aaneen bestaande dominante zorginstelling. Wij pleiten voor normendie een minimale keuze in thuiszorg en verpleging laat, door perGGD-regio een minimum aantal aanbieders te vereisen. Waar hetminimum nog niet gerealiseerd wordt, moet bekeken worden ofer via opnamestops of desnoods afgedwongen opsplitsing, keu-zemogelijkheden geforceerd moeten worden.

Niet iedere voorziening hoeft lokaal in veelvoud aanwezig te zijn.Het bestaan van twee academische ziekenhuizen in Amsterdam iswat veel. Veel kortdurende (planbare) zorg kan uitstekend openige afstand van huis worden verkregen. Het huidige zieken-huisaanbod is wat dit betreft te star: de ruwweg 100 ziekenhuizenin ons land hebben een sterke neiging om ieder van alle marktenthuis te willen zijn. Dat leidt tot ondoelmatige zorg en versnippe-ring. Een ziekenhuis waar te sporadisch een bepaalde ingreep

beloofde niet geleverd is. Hierbij wordt natuurlijk aangesloten bijde normale en wettelijk voorgeschreven klachtenprocedure.

De voornaamste reden om dit te bepleiten, is dat hierdoor deinstellingsleiding zelf een verklaring afgeeft over wat ze belooft enwat niet, en zich niet kan verschuilen achter algemeen wettelijkeof macrofinanciële problemen. Voor de betrokken patiënt, bewo-ner of gebruiker wordt het veel inzichtelijker of een klacht indie-nen zin heeft of niet. Het is mogelijk dit instrument juridisch teverankeren door in klachten- en andere procedures uit te gaan vande aanwezigheid van een dergelijk burgerhandvest. Indien dit ont-breekt, wordt de bewijslast dat toch zorgvuldig gehandeld zou zijnvoor de betrokken instelling automatisch veel moeilijker.

Dit alles behoeft zeker geen verzwaring van procedures en regel-druk te zijn, aangezien het heel goed in de plaats kan komen vanvagere pogingen van dit moment en van verplicht intensief infor-matieverkeer met allerlei toezichthouders. In plaats van bureau-cratisch en ‘verticaal’ verantwoorden, gaan we hiermee naarbevolkingsgericht en ‘horizontaal’ verantwoorden.

2.2 Meer keuze in aanbod

Wie geïnformeerd is, kan kiezen. Daarvoor zijn wel keuzemoge-lijkheden nodig. Er moet dus verscheidenheid in aanbod zijn. Envoor degenen die zelf niet goed kunnen of willen kiezen, zijn waar-borgen nodig. Om te kiezen, zijn er dus verschillende aanbiedersnodig. De enorme concentratie van zorgaanbieders, niet alleenvan ziekenhuizen maar ook in de verpleging en thuiszorg, maaktkiezen moeilijk - zo niet onmogelijk. Bij emancipatie past klein-schaligheid. Moderne technieken maken zorg met een menselijkemaat ook mogelijk.

Schaalvergroting was de dominante trend. Zo heeft bijna de helftvan de Nederlanders (47,1%) in de afgelopen 5 jaar te maken

30 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 31

10 Nivel (2002) Enquête de leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg, een

samenwerkingsverband tussen de Consumentenbond en Nivel.

Page 17: Zorg voor een gezond leven

Samenvatting Hoofdstuk 2Emancipatie: de patiënt centraal

De PvdA kiest voor emancipatie in de zorg. Meer rechten en keu-zen voor de (mondige) patient.We doen dat door:a. Informatie voor burgers beschikbaar en wettelijk verplicht te

maken. Informatie over:• de eigen gezondheid en behandeling. Een gestan-

daardiseerd elektronisch patiëntendossier wordt binnenvijf jaar landelijk ingevoerd;

• prestaties en profiel van zorgaanbieders in de vorm vanleveringsvoorwaarden;

• prestaties en profiel van zorgverzekeraars, onder meerdoor een sterrensysteem zoals de Michelingids voorzorgaanbieders en zorgverzekeraars. De overheid neemtde taak op zich dit binnen drie jaar te realiseren.

b. Burgers recht op keuzen te geven als ultieme vorm van echtetegenmacht. Hiervoor worden verschillende instrumenten ver-sterkt: • het persoonsgebonden budget (PGB); • de verplichting aan verzekeraars om per zorgfunctie een

minimaal aantal aanbieders in een regio te contracteren; • normen te hanteren voor de hoeveelheid aanbieders per

regio en deze ook af te dwingen daar waar de schaalver-groting nu te ver is doorgevoerd;

• Indien deze maatregelen allemaal zijn gerealiseerd, kande wetgeving op het terrein van cliënteninspraak in veelzorgsectoren worden geflexibiliseerd, met als meeststrenge de intramurale verpleging en verzorging.

c. Vast te houden aan welomschreven individuele rechten opzorg.

d. Een burgerhandvest met daarin opgenomen de leveringsvoor-waarden voor zorgaanbieders verplicht in te voeren en juridi-sche status te geven.

wordt verricht, zou het aanbod moeten verleggen naar behande-lingen waar wel medische routine (en dus kwaliteit) opgebouwdkan worden. Het bieden van keuzemogelijkheden betekent dusniet dat alle zorg overal en altijd tot het maximum beschikbaarmoet zijn.

Concluderend kan gesteld dat het dus belangrijk is dat de tegen-macht van patiënten en verzekerden wordt georganiseerd. Hetbegint allemaal met duidelijk omschreven wettelijke rechten opzorg in een helder en verantwoord basispakket. Vervolgens is hetvan groot belang dat deze rechten ook waargemaakt kunnen wor-den (beschikbaarheid en objectieve medische procedures) en dater opgetreden kan worden wanneer dit niet het geval is (burger-handvest en klachtrecht). Vervolgens bestaat ook nog de belang-rijke mogelijkheid dat het stemmen met de voeten (ofwel weg-lopen naar een andere zorgaanbieder) voor patiënten en verze-kerden gemakkelijker en krachtiger wordt. Dit betekent dat verze-kerden eenvoudiger van verzekeraar kunnen veranderen.Persoonsgebonden budgetten (PGB´s) geven bovendien ook -met name in de care - daadwerkelijk macht aan de zorgvrager.

Als dit allemaal gerealiseerd wordt, is er veel verbeterd in detegenmacht en de volwassen omgang tussen zorgorganisaties enpatiënt en verzekerde. We hebben twijfels of daar bovenop dannog een standaardvoorschrift moet bestaan voor cliënteninspraakin de vorm van cliëntenraden. Met een pluriformer zorgaanbod ishet niet goed een ‘one-size-fits-all’-model van cliënteninspraakwettelijk op te leggen. Dat geldt evenzo voor zorgverzekeraars.Wij denken dat dit flexibeler kan en moet. Dit past eveneensbinnen ons eigen pleidooi voor vermindering van bureaucratie enregelgeving. Wij stellen dan ook voor deze wettelijke standaard tevervangen door een meer flexibele variant, waarbij de meestebescherming en dus de hardste voorschriften moeten gelden voorde intramurale carevoorzieningen.

32 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 33

Page 18: Zorg voor een gezond leven

doorgebracht, is gemiddeld zelfs 12 jaar.11 En deze verschillennemen bovendien niet af in de tijd.12

Een andere belangrijke verklaring voor deze sociaal-economischegezondheidsverschillen ligt in de individuele leefstijl. Mensen meteen lagere opleiding roken en drinken meer, bewegen minder eneten ongezonder. Ze maken ook minder gebruik van preventievevoorzieningen (zoals bevolkingsonderzoek naar baarmoederhals-kanker) en zijn minder goed bereikbaar met voorlichtingscam-pagnes. Dat sociaal zwakkere groepen een groter beroep zoudendoen op zorgvoorzieningen, blijkt een misvatting. Het (relatiefgoedkope) huisartsbezoek is iets groter, het (dure) specialisten-bezoek ligt lager.Ten slotte speelt ook de leefomgeving (wonen en werken) eenbelangrijke rol als verklaring voor de gezondheidsverschillen.Welzijn heeft een positieve invloed op gezondheid. Niet allegezondheidsproblemen vragen dus om een medische oplossing.Gezondheid is daarmee een maatschappelijke kwestie die eenmaatschappelijke benadering vergt. In het vorige hoofdstuk heb-ben we daarom al gewezen op het grote belang van preventie,gericht op bevolkingsgroepen die nu nog steeds moeilijk bereik-baar blijken. Maar ook om financiële redenen ligt hier natuurlijkeen belangrijke opgave. Er is alle reden kortom, om de solidariteitin de gezondheidszorg te versterken.

3.1 Overzichtelijkheid en rechtszekerheid: naar tweecompartimenten

Van zorg verzekerd zijn, vraagt uiteraard om een goed verzeke-ringsstelsel. De PvdA heeft al lang gepleit voor de integratie van ziekenfondsen particuliere ziektekostenverzekeringen, met een acceptatie-

3. Geld: voor zorg solidair verzekerd

De PvdA kiest voor solidariteit in de gezondheidszorg. Solidariteitmet kwetsbare groepen. Zowel degenen met minder kansen opeen lang gezond leven als degenen met weinig financiële moge-lijkheden. Iedere burger dient gelijke rechten en dezelfde toegangtot belangrijke medisch noodzakelijke zorg te hebben. Draagvlakvoor solidariteit wordt ook sterk bevorderd door duidelijke rech-ten en de verwachting dat deze uitgeoefend kunnen worden alshet nodig is. Door een rechtvaardige aanpak van gezondheidsver-schillen. Door de zekerheid dat het stelsel op lange termijn betaal-baar is. Door mogelijkheden op eigen wijze gebruik te kunnenmaken van voorzieningen, die daartoe ook op individuele maattoegesneden kunnen worden. Dit betekent tegelijkertijd dat desociaal-democratie altijd een streng oog dient te hebben voor aldatgene dat deze solidariteit dreigt te ondermijnen - van fraudetot ondoelmatigheid, van al te gemakkelijk gebruik tot te hogebeloningen.

Een belangrijke opgave is het verkleinen van de onrechtvaardigeverschillen in levensverwachting, gebaseerd op sociaal-economi-sche status. Deze moeten actiever en anders aangepakt worden.De kansen op een gezond leven zijn scheef verdeeld. Er zijn bio-logische (soms genetische) oorzaken voor deze ongelijkheid,maar ook sociaal-economische, regionale en culturele redenen.De scheefheid in kansen op een gezond leven wordt in onsgezondheidsstelsel nog steeds onvoldoende gecorrigeerd.

De verschillen in levensverwachting zijn nog steeds ook duidelijkte relateren aan de sociaal-economische achtergrond van men-sen. Laagopgeleide mannen en vrouwen leven gemiddeld 5 res-pectievelijk bijna 3 jaar korter dan hoogopgeleiden. Het aantaljaren dat door deze groep in minder goede gezondheid wordt

34 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 35

11 Algemene Rekenkamer (2003) Preventieve gezondheidszorg.

12 RIVM/F. van der Lucht (2002) Sociaal-economische gezondheidsverschillen, in:

Nationaal Kompas Volksgezondheid.

Page 19: Zorg voor een gezond leven

cap. Daarnaast is ook de zorg voor mensen met psychiatrischeproblemen tot ondersteuning en begeleiding van chronisch ziekepatiënten, bijvoorbeeld diabetici, via de AWBZ gefinancierd.Vergeleken met andere Europese landen is de huidige AWBZ-ver-zekering uniek. Vele vormen van AWBZ-zorg worden in andereEuropese landen uit de basisverzekering betaald. De meesteAWBZ-zorg voor bijvoorbeeld ouderen en verstandelijk gehandi-capten wordt in andere landen door de lokale overheden georga-niseerd en betaald. Ook hierop zal dus een duidelijke en con-sistente visie moeten worden ontwikkeld.

De kabinetsplannen: naar drie onduidelijke compartimen-ten (basisverzekering, (restant) AWBZ en WMO)Het huidige kabinetsbeleid stuurt aan op een stelsel waarin ener-zijds een basisverzekering wordt opgebouwd, met name voor decuratieve zorg, anderzijds een decentraal systeem van voorzienin-gen (en minder van verzekerde rechten) in een WetMaatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze zou dan wordenuitgevoerd door gemeenten. Op dit moment is de invulling vandeze WMO nog slechts zeer beperkt. Tussen deze twee uiterste inresteert dan nog een (uitgeklede) AWBZ waarvan de toekomsttussen die twee bewegingen in nu nog zeer onduidelijk is. Het‘uitkleden’ van de AWBZ bestaat uit het verschuiven van curatie-ve zorg naar de basisverzekering en van ondersteunende zorg dievaak ook meer een welzijnskarakter heeft naar de WMO. Per saldoresteert dan een AWBZ voor de zware verpleging en verzorging intehuizen (intramurale care).

De beweging om AWBZ-zorg die als een zelfstandige behandelingkan worden beschouwd of aansluit bij een behandeling (zoalskortdurende revalidatie, thuiszorg na een operatie en begeleidingvan diabetici) onderdeel te maken van de basiszorgverzekeringondersteunen wij. Ook wij vinden het een goede zaak om derge-lijke zorg te ontschotten en in een verzekering onder te brengenmet andere aanpalende curatieve zorg. Verzekeraars hebben hier-door immers meer mogelijkheden om samenhang in de geboden

plicht en verzekeringsplicht voor alle burgers. Onze belangrijksteargumenten daarvoor zijn stabiel door de jaren heen. We willen afvan het ouderwetse onderscheid in ziekenfonds en particulier. Wezien grote voordelen door het introduceren van een bredere soli-dariteit in de premiestelling over de gehele bevolking en werkge-vers. Het zal kunnen zorgen voor gemakkelijker mogelijkheden enrechten tot switchen van verzekeraar (met name ook door deaccepatieplicht en de transparante premiestelling van het basis-pakket). Tenslotte zal het ook kunnen leiden tot meer helderheidqua aansturing en rolverdeling over de gehele sector en het gehe-le land, ook richting zorgaanbieders. Dat er een basisverzekeringvoor de gezondheidszorg komt, juichen we dan ook toe. Daarbijis het essentieel dat deze verzekering betaalbaar en breed genoegis om voor alle burgers toegankelijk en beschikbaar te zijn.

Wij zien echter veel problemen ontstaan bij de manier waarop hetkabinet de basisverzekering gaat vormgegeven, zowel in de aan-sturing van het stelsel als in de uitvoering. Een groot nadeel isbovendien dat een aantal maatregelen niet goed te evalueren is,noch terug te draaien, mocht het onverhoopt verkeerd uitpakken.De projectgroep zegt kortom ja tegen de weg naar een basisver-zekering, maar nee tegen de huidige invoeringsplannen van ditkabinet.

Wij hebben ook kritiek op het feit dat in de huidige stelselplannende toekomst van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ) onderbelicht blijft. Dit is onterecht, omdat juist bij AWBZ-zorg de kosten het hardst stijgen en de meest kwetsbare groepenvan zorg verzekerd zijn. Door de vergrijzing zal het beroep op decare immers alleen maar verder toenemen. De AWBZ-verzekeringdekt nu allerlei vormen van zorg, ondersteuning en hulpmiddelenvoor mensen die langdurig op die zorg zijn aangewezen om eenmenswaardig bestaan te behouden. Het gaat om dure én goed-kope vormen van zorg, om intensieve zorg voor demente ouderenin een verpleeghuis, maar ook thuiszorg voor ouderen en onder-steuning in vele variaties voor mensen met verstandelijke handi-

36 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 37

Page 20: Zorg voor een gezond leven

(levensstijl) als collectief (civil society) dat zaken ook dichterbij deburger worden georganiseerd.

Wij hebben echter drie grote kritiekpunten op de voorliggendeplannen van de WMO. Ten eerste vervalt het wettelijk recht op zorg. De nieuwe wet is eenvoorzieningenwet, geen verzekering.Ten tweede worden gemeenten slecht begeleid. Zij krijgen onvol-doende financiële ruimte om de uitvoering van de WMO te orga-niseren, terwijl kwaliteitsnormen ontbreken en het nog onduide-lijk is wat er wel of niet onder de WMO valt. Het kabinet draagtdelen over van de AWBZ naar de WMO, maar doet dat niet con-sequent en met een slechte vastlegging van rechten voor zowelgemeenten als individuele zorgvragers. Ten derde houdt het kabinet een sterk uitgeklede AWBZ over diezorg verzekert voor mensen met langdurige ernstige handicapsen intensieve zorgbehoefte. Dat restdeel is voor mensen die voor´verblijf´ zijn geïndiceerd. Zij dienen in principe opgenomen tekunnen worden in een verpleeghuis of andere intramurale instel-ling voor mensen met handicap of psychiatrische instellingenvoor lang verblijf. Dit is zonder meer de zwakke stee in de huidi-ge plannen. We houden drie compartimenten in plaats van twee.De toekomst van deze rest-AWBZ wordt in het vage gelaten. Deinrichting en organisatie (met zorgkantoren en regionale indica-tieorganen) is bureaucratisch, weinig transparant en weinigkostenbewust en een lange termijn aanpak ontbreekt. En tenslot-te: we sluiten mensen op in ouderwetse intramurale voorzienin-gen die in zichzelf juist bezig zijn een enorme slag naar extramu-ralisering en de samenleving te maken, hetgeen een zeer gewen-ste ontwikkeling is en blijft. Er komt een knip waar deze onge-wenst is, namelijk tussen zorg binnen de muren en zorg buiten demuren. Dit leidt tot een extra schot in regelingen en tot het bijbe-horende afschuifgedrag. Met drie compartimenten bestaat eengroot risico dat burgers nog vaker van het kastje naar de muurworden gestuurd. Een oudere die bijvoorbeeld thuiszorg nodigheeft, zou naar de gemeente moeten voor hulp binnen de WMO.

zorg te creëren. Of negatief geformuleerd: kosten die bij behan-deling horen, kunnen niet langer makkelijk afgeschoven wordenop de AWBZ. De (relatief kostbare) ligduur in ziekenhuizen kanbijvoorbeeld verder worden bekort als er goede opvolgende thuis-zorg of verpleeghuiszorg is. Chronische patiënten, bijvoorbeelddiabetespatiënten, krijgen minder complicaties bij goede begelei-ding. Zulke begeleidingszorg hoort dus thuis in de gewone ziek-tekostenverzekering. Thuiszorg en begeleiding die aansluit opcuratieve behandelingen moeten ook wat ons betreft eveneensworden ondergebracht in de basiszorgverzekering.

Vervolgens is er de andere beweging, waarbij AWBZ-zorg die nietchronisch en niet intensief is en ook niet gericht op behandeling,overgeheveld moeten worden naar de gemeenten in het kader vande Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De achterlig-gende filosofie van het kabinet luidt dat de WMO op lokaal niveautot een betere samenhang leidt voor ondersteuning van mensendie lichtere zorg nodig hebben. Gemeenten voeren immers al deWet Voorzieningen Gehandicapten uit (WVG) voor speciaal ver-voer, hulpmiddelen en woningaanpassingen, als ook deWelzijnswet die mogelijkheden geeft voor ondersteuning en voorhet tegengaan van vereenzaming van mensen die zichzelf zonderhulp minder goed kunnen redden. Ook op het gebied van vervoer,maaltijdvoorziening en bouwen en wonen hebben gemeenten alallerlei taken en bevoegdheden die een grote invloed hebben opwelzijn en benodigde zorg van burgers.

Wij hanteren in onze benadering dezelfde basisfilosofie. Ook wijzien de noodzaak van veel samenhang op lokaal niveau tussenlichtere vormen van ondersteuning en zorg, waaronder delen vande huidige AWBZ-zorg. Ook wij willen inzetten op versterking vande lokale regie en de transparantie voor de burger vergroten doorde regie toe te wijzen naar een democratisch gelegitimeerdniveau, de gemeenteraad. Tenslotte past het ook goed in onsbetoog voor versterking van de preventie en een beter oog voor deeigen verantwoordelijkheid van de burger, zowel individueel

38 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 39

Page 21: Zorg voor een gezond leven

voor een volksverzekering, maar met uitvoeringsregie op gemeen-telijk niveau. Deze WMZP omvat de huidige AWBZ, maar exclu-sief het hiervoor omschreven curatieve deel (dat gaat naar debasisverzekering) en exclusief die delen die niet-zorg zijn maar nuwel via de AWBZ zijn verzekerd. Het gaat hier om zaken als aan-gepast wonen, welzijnsactiviteiten, begeleiding, huishoudelijkehulp e.d. Op de exacte omschrijving van deze pakketkeuzen gaanwe hierna in. De redenen voor deze laatste keuze is dat wij uit-gaan van een echte nationale solidaire verzekering op het gebiedvan verpleging en verzorging. Niet-zorg onderdelen die veel meereen voorzieningenkarakter hebben en sterk met de lokale situatieen met leefstijl te maken hebben, horen daar niet in thuis. Dezehoren onderdeel te zijn van gemeentelijk beleid dat daarvoor ookde ruimte en (aanvullende) middelen zal moeten krijgen.

Samenvattend maken wij dus wezenlijk andere keuzen dan ditkabinet, met name in het care deel. Dat komt omdat wij meerinzetten op eenvoud (twee zorgverzekeringscompartimenten diesamen de gehele echte zorg afdekken), op het nationaal verzekerdrecht via solidaire premieheffing (WMZP), op stimulansen omook de intramurale zorg en haar bewoners in samenhang te hou-den met extramurale zorg en met de lokale samenleving en daar-om ook op een versterking en verbreding van de rol van (geza-menlijke) gemeenten in de gehele care, intramuraal en extramu-raal. Aangezien deze WMZP een belangrijk onderdeel is van derest van ons betoog werken wij hieronder onze basisgedachtenalvast wat verder uit.

Ons voorstel: de Wet op Maatschappelijke Zorg enParticipatie (WMZP)(werktitel)Grote delen van de huidige AWBZ-zorg lenen zich niet voor eenzorgaanbod dat gebaseerd is op concurrentie. Als mensen een-maal langdurig afhankelijk zijn geworden van intensieve zorg, zalniet meer van tehuis of van zorgverzekeraar worden gewisseld omeen betere kwaliteit af te dwingen. Stemmen met de voeten is danniet of nauwelijks een optie. Dit soort zorg heeft een grote verwe-

Een oudere die meer intensieve zorg nodig heeft, komt eerst weerbij de huisarts terecht (basisverzekering). De huisarts verwijstechter weer door naar het Regionale Indicatie Orgaan (RIO) endaarna het Zorgkantoor (als uitvoerder van de AWBZ). Een ondui-delijke situatie. En ongewenst, want instanties kunnen een extradruk op mensen leggen om toch naar een intramurale instellingte verhuizen wanneer de betreffende gemeente weinig thuiszorgof andere noodzakelijke ondersteuning aan huis biedt.

Onze lijn: twee heldere compartimenten met rechtszeker-heidWij vinden de overheveling van curatieve delen van de AWBZ naarde basisverzekering logisch als het gaat om zorg die tot behande-ling kan worden gerekend of daar direct op aansluit. Deze vormenvan zorg lenen zich ook goed voor beïnvloeding door zorgverze-keraars. Zij kunnen immers een passender ketenzorg regelen(thuiszorg die aansluit op ziekenhuisbehandeling) en zo voorelkaar krijgen dat de kwaliteit verbetert en/of de prijzen dalen.Daarnaast steunen wij de argumenten voor overheveling van zorgnaar de lokale overheid. Wij willen de strategische keuzen op hetgebied van de compartimenten echter consequenter doorvoerendan het kabinet en kiezen daarom voor twee compartimenten inde zorgverzekering.

Allereerst pleiten ook wij dus voor een brede basisverzekering inde curatieve zorg. Deze basisverzekering wordt voornamelijkvormgegeven op grond van gereguleerde concurrentie tussen deverschillende zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In hoofdstuk 4gaan we verder in op deze onderliggende sturingsfilosofie en derandvoorwaarden en overwegingen daarbij. Om de schotten teverminderen, afschuifgedrag te voorkomen en samenhang te krij-gen in de langdurige zorg, pleiten wij echter daarnaast voor eenWet op Maatschappelijke Zorg en Participatie (WMZP). DezeWMZP wordt dan het tweede compartiment in de Nederlandsegezondheidszorg, naast de basisverzekering op curatieve zorg.De Wet op Maatschappelijke Zorg en Participatie is een werktitel

40 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 41

Page 22: Zorg voor een gezond leven

past vervoer te organiseren en te betalen. Hetzelfde geldt voor derelatie tussen onderwijs en zorg: hoe meer scholen onderwijs bie-den aan kinderen met een handicap, hoe minder er nodig is aanspeciale dagverblijven en aangepast vervoer voor kinderen. Opdezelfde manier is er samenhang tussen werk en welzijn. Hoemeer de lokale samenleving organiseert aan voorzieningen voormensen met een handicap, des te minder wordt een beroepgedaan op een verzekering die compenserende voorzieningenmoet regelen. Ouderen of gehandicapten die overdag participerenin een lokaal activiteitencentrum, zullen minder vaak thuiszorgnodig hebben.

Opname in een dure intramurale instelling (zoals een verzor-gingshuis of verpleeghuis) kan vaker dan nu, worden voorkomendoor mensen behalve persoonlijke verzorging ook maaltijden tegeven en hulp die het sociale isolement doorbreekt. In succesvol-le experimenten waarin ouderen en gehandicapten langer zelf-standig wonen, blijkt het essentieel voor de kwaliteit van hunbestaan dat bewoners naast puur medische zorg of persoonlijkeverzorging deelnemen aan sociale netwerken. Zorg voor mensenmet handicap of chronische ziekte is kortom meer dan het aan-bieden van professionele contacten van puur medische aard.

Ook nu hebben zorgkantoren die de AWBZ uitvoeren, belang bijgoede geïntegreerde voorzieningen in de locale samenleving. Inhet huidige verkokerde systeem kunnen zij daarop echter nauwe-lijks invloed uitoefenen. Gemeenten kunnen dat wel, maar zij heb-ben weer niet de beschikking over AWBZ-budgetten en geen greepop de ketens die daar gevormd worden. Goed geïntegreerd beleidlevert gemeenten nu wel kosten op, maar nog geen baten in devorm van lagere zorguitgaven. De conclusie is dat het voor eenbetere kwaliteit van bestaan voor alle burgers nodig is schotten opte heffen, zodat kosten en baten beter bij elkaar aansluiten en degeleverde zorg meer past bij de draagkracht van persoon en loka-le samenleving.

venheid met het aanbod aan onderwijs, wonen, openbaar vervoeren dergelijke; taken waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn.Gezien die afhankelijkheid en de verwevenheid met gemeentelijkbeleid zijn zorgverzekeraars niet de logische uitvoerders van dezeAWBZ-zorg. Zorgverzekeraars voeren de AWBZ-zorg momenteelnog uit via zorgkantoren, maar zouden in de toekomst deze func-tie dus niet langer moeten behouden.

Lokaal dient immers de samenhang tussen langdurige zorg enondersteuning zeker te worden gesteld voor mensen met handi-cap en chronische ziekte. De WMZP stelt gemeenten (kleineregemeenten in samenwerking met elkaar) verantwoordelijk voordeze zorg en bepaalt dat zij de verantwoordelijkheid krijgen voorde functie van het zorgkantoor. Gemeenten werken samen met dehuidige of nieuwe AWBZ-instellingen op het gebied van langduri-ge care. Zij gaan niet zélf zorg leveren.

Gemeenten krijgen het huidige AWBZ-budget overgeheveld.Investeringen in aangepaste woningbouw, toegankelijk openbaarvervoer en een fatsoenlijke ondersteuning en begeleiding vangehandicapten op scholen en in werk, kosten een gemeente geld,maar zorgen ook voor een lager beroep op AWBZ-zorg. Eengemeente die erin slaagt mensen lang zelfstandig te laten wonendoor een samenhangend sociaal netwerk in buurten te creëren,hoeft namelijk minder te investeren in grootschalige intramuraleinstellingen. Zo gezien kan de overdracht van AWBZ naargemeenten leiden tot preventie en lagere uitgaven. Hier kan eenparallel getrokken met de Wet Werk en Bijstand (WWB) waarbijgemeenten ook meer bevoegdheden hebben gekregen om insamenhang het gehele veld van arbeidsmarkt en uitkeringspoli-tiek te kunnen vormgeven. Dit kan tot een ondernemender enbedrijfsmatiger werkwijze van gemeenten leiden en zeker ook totgoede effecten op de kosten.

Er is ook in de gemeente een verband tussen vervoer en zorg. Wiezorgt dat het openbaar vervoer is aangepast, hoeft minder aange-

42 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 43

Page 23: Zorg voor een gezond leven

bestuurders en zorgvragers met professionele ondersteuning van-uit de zorginstellingen. Juist in deze categorie patiënten en hunnaasten zitten veel personen met goede inzichten in hun eigenmedische klachten en de mogelijkheden tot hulp en ondersteu-ning. Ook wij zien dat er een zekere spanning zit tussen het inrich-ten van een nationale verzekering met duidelijke rechten aan deene kant en het bieden van beleidsvrijheid voor een politiek gelegi-timeerde op-maat-aanpak door gemeenten aan de andere kant. Indat laatste past ook het afschaffen van de verplichte ‘onafhanke-lijke’ indicatieorganen. Deze werken nu per saldo erg bureaucrati-serend en vertragend. Onafhankelijkheid is hier vaak doorgeslagennaar isolement. Ook de aanwezige expertise bij de zorginstellingenwordt onvoldoende benut. Een sterkere delegatie van taken enmeer een toetsing achteraf zijn ook nu al aan te raden. De medi-sche beslissing dat iemand uit het ziekenhuis naar huis kan en depragmatische inrichting van de zorg thuis waarop dat ook goedgaat, wordt nu vaak onnodig gehinderd en vertraagd door de tus-senkomst van dergelijke instanties. Dit is aan patiënten ook nietuit te leggen. In ons voorstel is het aan iedere gemeente zelf omprocedures en loketten in te richten waarin transparante en recht-vaardige beslissingen genomen worden over te leveren zorg enwaarin ook beroep mogelijk gemaakt wordt. Doordat dit echterdichter bij de burger en met gebruikmaking van de expertise van dezorgverlener zal gebeuren, verwachten wij dat zowel snelheid alsmaatwerk verbeteren.

In de AWBZ wordt al jaren gewerkt met persoonsgebonden bud-getten (PGB´s). Die blijken een sterke steun, die veel onnodigehospitalisering en afhankelijk gedrag tegengaat. Niet elke zorg-vrager kan of wil een PGB beheren. Die groep die het wel kan, zetaan tot vernieuwende vormen van zorg die goedkoper zijn en dezelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen versterkt. Dezeinnovatie komt ook de minder mondige burgers ten goede. Ookblijkt het PGB te leiden tot meer maatschappelijke integratie vanmensen met handicap. De mogelijkheid van een PGB moet dusook behouden blijven binnen de WMZP.

In een dergelijke volledige overdracht van de regie moeten derechten van zorgafhankelijke burgers goed worden vastgelegd.Niet in een landelijk gelijk pakket aan gedetailleerde aanspraken,maar in de vorm van een wettelijk recht op verpleging, onder-steuning, zelfstandig wonen en een volwaardige deelname aan desamenleving. Een deel van de huidige AWBZ verzekerde zorg,namelijk niet-directe-zorgzaken, zoals ‘gewoon’ wonen, voeding,mobiliteit, ondersteuning bij dagelijkse activiteiten en dergelijke,zouden buiten het verzekerd recht kunnen blijven en meer onder-deel uitmaken van eigen beleidsvrijheid van gemeenten. De pre-miestelling voor de volksverzekering zal collectief en solidair vankarakter moeten zijn, anders leidt dat tot onrechtvaardige ver-schillen tussen gemeenten onderling in financiële mogelijkhedenen in hun verplichtingen rond het leveren van zorg.

Niet alle gemeenten kunnen gezien hun omvang deze lokale zorgop eigen kracht organiseren. Daarom zal er samenwerking tussengemeenten nodig zijn. Dat is niet nieuw: we kennen de gemeen-tegrensoverschrijdende GGD-regio’s. Een groot voordeel vangemeentelijke verantwoordelijkheid is dat binnen de lokale demo-cratie keuzen worden gemaakt over hoe de ondersteuning vanouderen en mensen met handicap of chronische ziekte vormkrijgt. Via de lokale democratie zijn bestuurders rechtstreeks aan-spreekbaar op hun beleid en worden ze in positieve en negatievezin afgerekend op resultaten.

Voor de verzekering is het hier van groot belang dat de rechten (enpremies van individuele burgers) nationaal goed worden vastge-legd. Gemeenten en instellingen moeten tegelijkertijd voluit dekans krijgen in de toepassing maatwerk te leveren. Organisatie envormgeving van langdurige zorg op lokaal niveau versterkt in onzeogen de emancipatie van de hulpvrager. De huidige zorgkantorenen Regionale Indicatie Organen (RIO’s) staan nu immers op groteafstand van zorgvragers. Wanneer de verantwoordelijkheid verlegdwordt naar het lokale (en democratisch gelegitimeerde) niveau,ontstaat een rechtstreekse wisselwerking tussen verantwoordelijke

44 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 45

Page 24: Zorg voor een gezond leven

conjunctuur. Premiestelling en inkomenscompensatie wordenonderdeel van een jaarlijkse politieke afweging ten opzichte vantotale koopkrachtplaatjes, valutaontwikkelingen, Europese begro-tingsnormen en andere belastingmaatregelen en niet te vergeten,naderende verkiezingen. Juist bij de zwakkere groeperingen inonze samenleving wordt extra financiële onzekerheid gecreëerdover hun zorgvoorzieningen.

De huidige AWBZ-voorzieningen worden wél voornamelijk inko-mensafhankelijk gefinancierd. Indien op basis van medisch-orga-nisatorische redenen een belangrijk deel van de AWBZ wordtovergeheveld naar de basisverzekering, zoals hiervoor omschre-ven, kan een dergelijke pakketverschuiving als ongewenst neven-effect een verdere verstoring van de inkomensverhoudingen totgevolg hebben. Wij willen geen sluipende verdere nominaliseringvan de verzekeringspremie. Naarmate een groter deel van deAWBZ in de basisverzekering zou komen, dient de premie dusvoor een groter deel inkomensafhankelijk te worden. Als vastge-houden wordt aan nominalisering van de premie, dient in onzeogen wettelijk vastgelegd te worden volgens welke criteria en metwelke garanties inkomenscompensatie wordt uitgevoerd om deonzekerheid te verminderen.

In ons eerdere Diagnoserapport hebben we al aangetoond dat dehuidige inkomenssolidariteit in de huidige premiestelling niet zogroot is als vaak wordt aangenomen. Daarom pleiten wij ervoor –dit is ook in eerdere alternatieve begrotingen doorgerekend - datde AWBZ-premie van 12,55% voortaan wordt geheven over alleinkomensniveaus. Momenteel wordt de AWBZ-premieheffingbeperkt tot de eerste twee belastingschijven ofwel tot een inko-mensgrens van 30.000 euro per jaar. Deze brede grondslag zoudus zeker ook moeten gelden voor de door ons voorgesteldeWMZP.

Veel zal hierin nog op een zeer zorgvuldige wijze nader gedetail-leerd moeten worden. Dit hele bouwwerk van de WMZP moetdaarom geleidelijk en gefaseerd opgebouwd worden, zodat pati-ënten en zorginstellingen vertrouwen houden in de loop van hetproces en de daadkracht van (samenwerkende) gemeenten.Verzekerde rechten kunnen daarbij pas omgebouwd worden naarlokale inrichting van voorzieningen als aantoonbaar daarbij dekwaliteit gehandhaafd blijft.

3.2 Wel inkomenssolidariteit in de premie

Een sociaal en houdbaar verzekeringsstelsel definieert niet alleenverantwoordelijkheden van de verschillende partijen in degezondheidszorg, maar ook betaalbaarheid en wijze van premie-heffing. Uit alle studies blijkt dat de Nederlandse bevolking zeerbereid is tot solidariteit voor zorg voor zieken en dat ook volstrektnormaal en beschaafd acht. Wij kiezen voor een premie die over-wegend inkomensafhankelijk is. Ook tijdens de debatten over denieuwe Zorgverzekeringswet bleek dat een overwegend inko-mensafhankelijke premie eerlijker uitpakt en eenvoudiger uit tevoeren is. In de nieuwe Zorgverzekeringswet wordt echter geko-zen voor een hoge (vaste) nominale premie voor elke burger enfiscale compensatie via de zorgtoeslag. De betaalbaarheid van debasisverzekering is problematischer naarmate de nominale pre-mie hoger is. Fiscale compensatie via de zorgtoeslag vinden wijomslachtig. Het vergt een extra bureaucratie van enkele honder-den ambtenaren die de verschillende formulieren moeten opstel-len en controleren. Bovendien worden in de huidige opzet van dezorgtoeslag veel mensen gecompenseerd die geen inkomensach-teruitgang kennen. Nominalisering is dus kostbaar en vergt veelextra kosten die weer niet ten goede komen aan de zorg zelf.

Met de systematiek van de zorgtoeslag sluipt, juist voor financieelen qua gezondheid kwetsbare groepen, willekeur in het systeem.Zij worden nog afhankelijker van de politieke en economische

46 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 47

Page 25: Zorg voor een gezond leven

door de technische mogelijkheden, omdat zij hun gezondheidbelangrijk vinden en een groot vertrouwen hebben in de raad vanartsen. Eigen bijdragen zullen op grond hiervan nauwelijks effecthebben op de vraag naar curatieve zorg. Als de arts zegt dat eenbepaalde behandeling beter is, zal de patiënt die altijd willen en erdus desnoods voor willen bijbetalen.

Verplichte eigen bijdragen zijn wel acceptabel voor mensen als hetom zorg gaat die meer met leefstijl te maken kan hebben dan metmedische noodzakelijkheid. In het huidige ziekenfondspakket zitechter nauwelijks meer zuiver op leefstijl gerichte zorg. Ietsanders is dat ziekten wel degelijk het gevolg kunnen zijn van eenbepaalde leefstijl. Maar kanker is niet uitsluitend een gevolg vanroken. Diabetes is niet alleen een gevolg van slecht eten en weinigbewegen. Verplichte eigen bijdragen zijn in deze gevallen dusongericht. Het is beter om de verbetering van leefstijl zelf totbeleidsdoel te maken, zoals we hiervoor al bepleit hebben. Accijnsop sigaretten en een streng anti-rookbeleid zijn doelmatiger daneen hogere verzekeringspremie voor rokers, of een verplichte bij-betaling van rokers bij een behandeling voor longkanker.

Concluderend verwachten wij in de curatieve basisverzekering datkostenbewustzijn en doelmatigheidswinst dus vooral te realiserenzijn door een betere preventie, en door scherpere onderhandelin-gen en afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars inplaats van verplicht bijbetalen door patiënten.

De care: leefstijlgerelateerd, verplicht en vrijwillig, accep-tabel De vraag is vervolgens hoe bijbetalen uitpakt bij de langdurige enintensieve verzorging (ons tweede compartiment). Hier zitten wedichter bij een relatie met leefstijl. Hoe komen we dan tot een zinni-ge afbakening die recht doet aan wat mensen nodig hebben in eenmoderne samenleving en tegelijk de kosten beheersbaar maaktdoor mogelijk met eigen bijdragen te werken? In elk geval dooronderscheid te maken naar doelgroepen, leeftijd en inkomen.

3.3 Eigen bijdragen: verplicht en vrijwillig

Wij stellen ook vraagtekens bij de manier waarop eigen risico’s eneigen bijdragen nu geregeld gaan worden.

Curatieve zorg: weinig effect en zelfs gevaarlijkStevige eigen risico’s aan de voet van de verzekering, zoals de no-claimgrens van 250 euro, belemmeren de toegang tot basiszorg.De no-claimregeling is bovendien vooral een gekunstelde con-structie om een stuk van de zorgkosten buiten de collectievelasten te brengen. Het is een bezuiniging in de Haagse boekhou-ding die als groot risico heeft dat de totale maatschappelijkekosten voor de gezondheidszorg alleen maar verder stijgen. Wijbepleiten een beter doordacht stelsel van eigen bijdragen, dat opbasis van een aantal beleidsexperimenten wordt vormgegeven.Eén denkbare variant is volledige vergoeding van de eerste zorg-kosten, tot zeg 300 euro, een nader te bepalen eigen bijdrage inde volgende 500 euro en volledige vergoeding van wat daarnamocht komen. Dit houdt de eerste toegangsdrempel tot bijvoor-beeld huisartsenzorg laag, maar maakt burgers wel duidelijk dater aan zorggebruik kosten verbonden zijn.

Naast een eigen risico wordt vaak over verplichte eigen bijdragengesproken als vorm van ‘remgeld’ op zorgconsumptie. Het effecthiervan is in de curatieve zorg in onze ogen zeer twijfelachtig.Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben samen een grotereinvloed op het verbruik in de zorg. In de curatieve zorg zijn degezondheidseffecten en –risico’s voor de patiënt dusdanig hoogdat daar meer rem van uitgaat dan van welk financieel instrumentdan ook. Niemand laat voor zijn lol een operatie uitvoeren ofondergaat zomaar een misselijkmakende diagnose. Het aanbod(de beschikbaarheid) schept in veel situaties de vraag. De eigeninbreng van patiënten is in curatieve zorg vaak klein en eigen beta-lingen voor acute levensreddende ingrepen hebben per definitieweinig remmende werking. Bij niet-acute curatieve zorg latenmensen zich vaak leiden door adviezen van de professionals en

48 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 49

Page 26: Zorg voor een gezond leven

Dunning dat formuleerde, is bruikbaar in dit verband.13 Een rolla-tor, scootmobiel, of aanpassing van de badkamer als gevolg vanouderdom, dit soort kosten kan in veel gevallen door de mensenzelf opgebracht. Net zoals een fiets, auto of het verbouwen van dekeuken door jongere mensen zelf worden betaald. In de huidigeAWBZ is sprake van een scheefgroei, zoals gesteld. Veel mensenmet een behoorlijk inkomen en een baan, nemen een werkster dieze zelf betalen. Iemand die altijd een werkster had, kan als gevolgvan ouderdom wat gaan mankeren. Volgens de huidige objectieveAWBZ-indicatienormen kan deze persoon recht krijgen op thuis-hulp. In feite worden dan de kosten van de werkster overgenomendoor de gemeenschap - dankzij de huidige vormgeving van deAWBZ.

Er bestaan ook andere voorbeelden waarmee duidelijk kan wor-den gemaakt dat ziekte of gebrek alleen geen rechtvaardiging isvoor het recht op collectief betaalde zorg. Mensen verbouwen hunhuis graag als het nodig is en ze de financiële ruimte hebben.Anderen verhuizen als ze daarmee meer gemak en woongenotkunnen krijgen. Waarom zouden mensen dus ook niet op eigenkosten de badkamer aanpassen als ze wat gaan mankeren en huninkomen toereikend is? Waarom zouden mensen niet zelf opeigen rekening verhuizen naar een huis zonder trappen in plaatsvan een beroep te doen op woningaanpassingen die collectiefworden betaald?

Wij zijn van mening dat er met een dergelijke grotere inkomens-afhankelijkheid op basis van leefstijl tegelijkertijd ook meer ruim-te mag komen voor vrijwillig zelf bijbetalen voor ‘luxe’, mits debasiszorg voor iedereen goed verzekerd en georganiseerd is. Wierecht heeft op verpleging, moet ook mogen kiezen voor duurderevormen, met name rond aanpalende kwesties als luxer wonen,eten en vermaak. De meerkosten in het geval van zorg mogenvoor eigen rekening zijn, terwijl de basisvergoeding behouden

Mensen met ernstige handicaps (verstandelijk, lichamelijk ofpsychisch) die zich zonder behoorlijke hulp niet kunnen handha-ven, moeten worden ondersteund. De noodzaak om dit te orga-niseren en financieren, is onomstreden. Het doet er daarbij niettoe waar de zorg wordt ontvangen: in een instelling, woongroepof thuis. Deze groepen zijn benoembaar op hun ziektebeelden(zoals schizofrenie, syndroom van Down), en op basis van objec-tieve meetmethoden voor zelfredzaamheid en invloed van pro-blematisch gedrag (bijvoorbeeld autisme). Eigen bijdragen voordeze zorg hebben geen remmend effect en leveren ook geenbesparing op collectieve lasten. De inkomenspositie van mensendie op jonge leeftijd zo’n handicap hebben of krijgen is minderdan minimaal: doorgaans een uitkering waar ook nog eigen bij-dragen van af gaan. Een andere grote groep in dit compartiment zijn de ouderen dievanwege ouderdom en de daarbij optredende ziekten en handi-caps, een steeds groter beroep doen op thuiszorg en hulpmidde-len, uitmondend in langdurige, intensieve verpleging wanneer bij-voorbeeld sprake is van dementie. De noodzaak van zulke zorg isook onomstreden.

Voordat deze fase van intensieve verpleging aanbreekt, is echtersprake van een overgangsfase waarin mensen vanwege toene-mende ouderdom wel hulp en hulpmiddelen nodig hebben, maarwaarbij leefstijl, inkomen, samenstelling huishouden en persoon-lijke voorkeuren een grote rol spelen. Het is voor ouderen indivi-dueel en voor de samenleving als geheel een goede zaak wanneerdeze hulp collectief georganiseerd beschikbaar komt. Voor dezezorg kan heel goed een eigen bijdrage worden gevraagd. Er kanzelfs worden gevergd dat mensen dat helemaal zelf betalen als hetinkomen of vermogen daarvoor toereikend is (een vorm van inko-menstoets). Gebreken als gevolg van ouderdom zijn te voorzien.Van mensen kan worden gevraagd daarvoor geld te reserveren.Het enkele feit dat het lichaam gebreken gaat vertonen, kan geenautomatisch recht geven op collectief gefinancierde zorg. Het cri-terium ´kan niet voor eigen rekening komen´, zoals de commissie

50 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 51

13 Zie voor de criteria van Dunning hoofdstuk 5.

Page 27: Zorg voor een gezond leven

den nodig zijn, maar eigen bijdragen mogen hier gevraagd wor-den. Van publiek en dus collectief belang is ook dat crucialeonderdelen van ouderenzorg en welzijn onderdeel zijn van eensysteem van landelijk gelijke verzekerde rechten, rechten op finan-ciële ondersteuning en te leveren zorg. Dit geldt uiteraard voormedisch noodzakelijke verrichtingen tot op hoge leeftijd, dus ookde nieuwe heup. Dit valt onder het collectief verzekerde curatievebasispakket, evenals langdurige intramurale en intensieve extra-murale zorg, zoals verpleeghuis- en verzorgingshuis- en thuis-zorg. Die vallen in ons voorstel onder de WMZP. Maatschappelijkis eveneens van belang dat degenen die op objectieve grondenniet of niet voldoende hebben kunnen sparen, hierbij terug kun-nen vallen op een wettelijk recht op financiële ondersteuning.

Wij willen het individuele vooruitzien voor de aanvullende voor-zieningen van de oude dag stimuleren, en pleiten daarom vooreen spaarfaciliteit voor ouderdomszorg die fiscaal gunstig wordtingericht. Deze faciliteit komt dan in aanvulling op AOW en aan-vullende pensioenen, en op de zorgverzekering, zowel basisver-zekering als WMZP. Uitgangspunten van deze speciale spaarfaci-liteit voor ouderdomszorg: een nader te bepalen maximumbedragwordt tijdens iemands werkzame leven vrijgesteld van inkom-stenbelasting en bij een latere aanwending voor zorgvoorzienin-gen gebruik vervolgens ook niet belast als inkomen waardoor eendubbel belastingvoordeel ontstaat. De gelden zijn bij de succes-sierechten wel gewoon onderdeel van de erfenis, zodat er eenprikkel is om het gespaarde bedrag ook echt aan ouderdomszorgte besteden. Omdat de vergrijzing en de toenemende behoeftenaan ouderdomszorg bekend en voorspelbaar zijn, zou de overheider goed aan doen burgers meer te laten anticiperen op hun aan-vullende voorzieningen van de oude dag. Dit past ook in ons plei-dooi om vormen van eigen bijdragen wel los te laten op die zorg-gerelateerde zaken die veel met levensstijl en levensgewoonten temaken hebben. De individuele burger moet hierop natuurlijk weltijdig kunnen anticiperen.

blijft. Dit is nu vaak niet het geval. Ons bestel van verzekerdevoorzieningen, die in natura geleverd worden door erkende instel-lingen, leidt in de praktijk vaak bij afwijkingen op grond van eigenvoorkeuren tot het verlies van de basisrechten. Het huidig bestelfunctioneert daardoor niet volgens het motto: ‘Iedereen heeftrecht op minimaal een Ford’, maar volgens het motto: ‘U kunt eenFord krijgen en anders niets’. (De beroemde quote van HenryFord uit begin vorige eeuw klinkt hierin door: ‘U kunt elke kleurFord krijgen, als het maar zwart is’.)

Sparen voor voorzieningen en aanvullende zorg voor deoude dagOuderdom is een voorspelbare en zelfs wenselijke uitkomst vaneen moderne levensloop. We worden met elkaar ouder en weworden fitter ouder. Toch geldt nog steeds het oude gezegde datouderdom met gebreken komt. We sparen via pensioenvoorzie-ningen voor het vervallen van inkomen na pensionering. We zou-den ook vooruit kunnen zien door individueel te sparen voor hetmoment waarop we fysiek minder kunnen.

Veel ouderdomskwalen zijn niet levensbedreigend en vaak nietalleen maar medisch van aard. Soms zijn aanpassingen aangedrag nodig (minder intensief sporten), soms zijn woningaan-passingen nodig (trapliften, aangepaste keuken), soms moet ophulp van buiten een beroep worden gedaan (tafeltje-dek-je, tuin-onderhoud, thuishulp) en soms moet worden verhuisd. Dit helepalet aan aanvullende en ondersteunende diensten is te voorzienals ooit behorend tot de oude dag. Net als de kosten van begra-ven (begrafenisverzekering) of het maken van een testament,moeten burgers het sparen voor een deel van deze voorspelbareouderdomskosten als normale, particuliere verantwoordelijkheidgaan beschouwen.

Collectief is vooral van belang dat er ondersteunende organisatieszijn voor zorg en welzijn. Om de beschikbaarheid hiervan tegaranderen, kan gedeeltelijke financiering met gemeenschapsgel-

52 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 53

Page 28: Zorg voor een gezond leven

basis van beleidsexperimenten en zeker niet drempelverho-gend te laten zijn.

d. Verplichte eigen bijdragen in de WMZP op te nemen als hetgaat om levensstijl gerelateerde zaken. Vrijwillige eigen bij-dragen mogelijk te maken voor ‘extra’ zorg, met behoud vaneen basisvergoeding vanuit collectieve aanspraken.

e. Een fiscaal ondersteunde spaarregeling te introduceren voorde financiering van de ondersteunende zorgvraag bij indivi-duen door ouderdom.

Samenvatting Hoofdstuk 3Geld: Voor zorg solidair verzekerd. Transparantie en rechtszekerheid.

De PvdA kiest voor solidariteit in de gezondheidszorg. Wij doendit door:a. Uit te gaan van een stelsel met twee compartimenten:

• een brede basisverzekering voor de gehele curatievezorg, inclusief de gerelateerde delen uit de huidigeAWBZ. Deze basisverzekering wordt uitgevoerd doorconcurrerende verzekeraars. Solidariteit door inkomens-afhankelijke premies, niet door een zorgtoeslag;

• de Wet op Maatschappelijke Zorg en Participatie (werkti-tel), een volksverzekering met uitvoeringsregie opgemeentelijk niveau. Deze wet richt zich vooral op ver-pleging en verzorging en zal de werkelijke zorgrechtenvan de (resterende) AWBZ, WVG en dergelijke vervan-gen. Dit soort zorg wordt een verzekerd recht, uitgevoerdonder regie van gemeenten. De premies voor deze verze-kering dienen maximaal inkomenssolidair te zijn.Vergeleken met de huidige AWBZ bepleiten wij hier eenverbreding van de premiegrondslag naar het hele inko-men;

• ook dringen wij aan op de instandhouding van het PGBin de WMZP, maar uitdrukkelijk als keuzemogelijkheid.

b. De organisatie van de care toegankelijker, aanspreekbaarderen democratischer te maken voor de burger: • de zorgkantoorfunctie verdwijnt bij de zorgverzekeraars,

die rol wordt overgenomen door de gemeenten; • de indicatieorganen worden niet langer wettelijk voorge-

schreven, indicatiestelling zal meer lokaal maatwerk wor-den. Het oordeel en de expertise van de zorgaanbieders(zoals de wijkzuster en huisarts) moeten daarbij veelmeer worden benut.

c. Eigen risico’s in de zorgverzekering beter te doordenken op

54 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 55

Page 29: Zorg voor een gezond leven

Ons uitgangspunt is dat we toe willen naar een dynamische sec-tor waar onderling veel wordt opgepakt en opgelost, met handha-ving van een goede en geloofwaardige toetsing op publieke rand-voorwaarden. Ons mensbeeld houdt overigens niet in dat we den-ken dat alleen winstprikkels dit soort dynamiek kunnen bewerk-stelligen. Wij zien in intrinsieke zorgmotivatie, solidariteit met demedemens en ‘public spirit’ ook drijfveren waardoor mensen kun-nen worden aangesproken.

Juist zorg vraagt om veel zekerheid. Burgers moeten weten waarze recht op hebben en waar ze dat recht desnoods kunnen halen.Vanuit individueel perspectief moet er dus wettelijk en feitelijkveel zekerheid zijn. De dynamiek tussen de instituties kan wordenaangewakkerd, maar voor de individuele burgers moeten er dui-delijke kaders en garanties komen. Daarmee wordt ook aan allepartijen de verantwoordelijkheid gegeven om hiermee rekening tehouden. Ondernemen waar het kan, zorgen waar het moet.

4.1 Marktwerking onder strikte voorwaarden

Bij een grootschalig veranderingsproces zoals in de gezondheids-zorg moeten natuurlijk wel de lessen uit voorgaande ervaringen,ook uit andere sectoren, getrokken worden. Overigens zal het dannog anders gaan dan verwacht. Majeure stelselwijzigingen zijnniet blauwdrukachtig te plannen en de overheid heeft lang nietaltijd voldoende macht, gezag en vaardigheden om het geheel tekunnen sturen. Een van de meest spraakmakende onderdelen,ook in debatten in de PvdA, is natuurlijk de introductie van markt-werking in de basisverzekering: concurrerende, en ten dele com-merciële, private zorgverzekeraars en concurrerende, en ten delecommerciële, private ziekenhuizen gaan de uitvoering ter handnemen. Dit trekt sterk de aandacht in het publieke debat. Ook almenen wij dat er belangrijke andere stelselvragen zijn (meer aan-dacht voor preventie, de inkomenssolidariteit in de premie, dezorgvuldige aanpak van de steeds groter wordende care, keuzen

4. Sturingsfilosofie: dynamiek enpublieke waarborgen

Veel mensen realiseren zich pas écht de onschatbare waarde vaneen goede gezondheid als zij zelf - of hun directe omgeving -getroffen worden door een ziekte. Zolang we gezond zijn, hebbenwe wat anders aan ons hoofd dan de permanente beschikbaarheidvan een goed ziekenhuis of een complexe premievergelijking tus-sen zorgverzekeraars. Gezondheidszorg is in vele opzichten eenkostbaar goed. Hoe krijgt iedere burger de beste en meest ade-quate zorg, terwijl aan de andere kant de doelmatigheid, kostenen kwaliteit van diezelfde zorg bewaakt worden? Wie zorgt voor dejuiste en tijdige investeringen in bereikbaarheid en beschikbaar-heid: van ambulances, gebouwen, opleidingen, nieuwe medischetechnieken? Voor de ‘onzichtbare hand’ ofwel perfecte marktwer-king is de gezondheidszorg niet goed geschikt. Zieke patiëntenzijn geen rationele consumenten, ziektebehandelingen zijn geen‘homogene goederen’, en ook bestaat er vaak schaarste van aan-bod, gebrek aan transparantie en een grote informatie-asymme-trie. Een heldere afweging van publieke belangen, de formuleringvan stevige randvoorwaarden en een duidelijke sturing, dit allesmoet dus van de wetgever en partijen namens deze komen.

Natuurlijk zijn er vele dilemma’s. Veel van deze dilemma’s komenook neer op de vraag naar vertrouwen. Wie durven we deze afwe-gingen in praktijk te laten maken? Wie grijpt in als het fout gaat?Wie stelt bij falen de diagnose? Ligt het aan te weinig geld, aanslecht management, aan verkeerde normen of aan slap toezicht?Wie beloont de goede prestaties, patiënt, dokter, verzekeraar,gemeente of zorginstelling? Dit zijn geen academische kwesties,zoals de recente speurtocht naar de verantwoordelijkheid voor dekwaliteit in de verpleeghuiszorg ons leert.

56 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 57

Page 30: Zorg voor een gezond leven

ze afgerekend worden? Ditzelfde geldt bijvoorbeeld ten aanzienvan de voorwaarden waaronder een zorginstelling door de over-heid tot de markt wordt toegelaten en er mogelijk weer vanafwordt gehaald of onder curatele gesteld.

Ten vierde dient er meer aandacht te zijn voor kwaliteitsborging.Deze ontstaat niet automatisch op de markt en zeker niet op eenonvolwassen markt. Dit kunnen we leren van de liberalisering vande taxibranche: nieuwe taxibedrijven die ongereguleerd mochtentoetreden, hebben niet geleid tot een algemene kwaliteitsverho-ging, maar eerder de indruk gevestigd dat het voor de klant toevalis welke kwaliteit hij/zij aantreft. Er lijkt zelfs geen minimum kwa-liteitsgarantie te zijn. Dat het ook anders kan, leert de luchtvaart-branche, waar zeer strenge kwaliteitseisen bestaan, die ten deleprivaat, ten dele publiek worden bewaakt. De enige reden dat pas-sagiers met vertrouwen voor € 40 menen te kunnen vliegen naarexotische bestemmingen is het geloof in de kwaliteitswaarborgenin de branche. In de zorg waar leven en dood ook aan de orde vande dag zijn, dient dit even streng te worden aangepakt.

Ten vijfde onderkennen wij dat burgers niet alleen eindeloze keu-zevrijheid willen, maar soms ook zekerheden. Een ambulance isop tijd en een huisarts kan goed doorverwijzen. Niet iedereen wilde hele tijd aangesproken worden op het uitgebreid zoeken naarde ideale prijs-kwaliteitverhouding. Veel klachten over het gebrekaan keuzevrijheid zijn eigenlijk klachten over gebrek aan kwaliteiten vooral een gebrek aan een volwassen antwoord op klachten.Weg kunnen lopen zal vaak de boel niet oplossen, noch voor depatient (die alleen maar vertraging oploopt in zijn behandeling),noch voor de instelling (die van een lastige klant is verlost). Enveel consumenten kunnen prima leven met het inleveren vanenige keuzevrijheid ten gunste van een grotere mate van zeker-heid over wat voor kwaliteit ze bij wie kunnen verwachten en ookhier weer mogelijkheden meer dwingend daarin te kunnen optre-den als er reële klachten zijn. Niet iedereen zit op de mogelijkheidte wachten om te kiezen uit honderden varianten van zorgpolis-

inzake de omgang met mondige patiënten zoals in de chronischezorg), toch zullen ook wij hier uitvoerig bij stilstaan. Allereerst aande hand van onze lessen uit de toepassing van dit instrumentvoor de zorg.

Lessen ten aanzien van marktwerkingTen eerste leidt het vrijgeven van markten waar geen concurrentiebestaat of waar schaarste is, niet tot meer doelmatigheid maarjuist tot ongewenste prijsstijgingen. Het klassieke voorbeeld ishier de liberalisering van het loodswezen. Als prijzen op een deel-markt in de zorg dus worden vrijgegeven, dient er vooraf een zorg-vuldige inschatting gemaakt te zijn van het aanbod en de trans-parantie op deze markt.

Ten tweede dient een stelselverandering geen langslepend trajectte zijn. De kans op mislukkingen is alleen al door de overgangstijdgroot. Voor zorgverzekeraars geldt dat we al lang de nadelen ken-nen van de twee systemen van ziekenfonds en particuliere verze-keringen. De huidige private zorgverzekeraars worden steeds gro-ter en machtiger en ook deze markt zal gereguleerd moeten wor-den. Te lang wachten met de keuze voor heldere aansturing eneen uniforme basisverzekering leidt nu al tot een fait accomplistrategie in het veld: vergaande monopolies en verstoringen vantransparantie en keuzemogelijkheden.

Ten derde kan onzorgvuldig terugtreden van de overheid ten gun-ste van meer dynamiek voor burgers en professionals tot zeerongewenste resultaten leiden, namelijk de situatie waarin zorg-aanbieders en zorgverzekeraars noch de tucht van de markt voe-len noch zich aangestuurd weten door de overheid. Dit is deharde les van de verzelfstandiging van de woningbouwcorporatiesen talloze ZBO’s. Het slechtste van twee werelden wordt dan metelkaar verenigd. De politiek verliest haar greep en de organisatieszelf ondervinden niet of nauwelijks concurrentie. De overheidmoet dus kraakhelder een zorgplicht van zorgverzekeraars enleverzekerheid van zorgaanbieders omschrijven: waarop kunnen

58 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 59

Page 31: Zorg voor een gezond leven

baarheid van gezondheidszorg zijn verankerd in de Grondwet enkrijgen veel maatschappelijke en dus politieke aandacht. Het iseen sector met kwetsbare klanten, die vaak weinig inzicht in dedienstverlening hebben en dus zonder macht en met veel afhan-kelijkheid tegenover professional en verzekeraar staan. De collec-tieve kosten zijn een belangrijk politiek en economisch onderwerpdoor de relatie met koopkracht en ‘koopkrachtplaatjes’, de hoog-te van de collectief verplichte premie en de concurrentiepositievan het bedrijfsleven.

Redenen om voorzichtig te zijn met marktwerking in de zorg,maar nog geen argument om er principieel tegen te zijn. Er zijnallerlei randvoorwaarden en beperkingen te formuleren die degrootste te verwachten problemen en onzekerheden aanpakken.We zien ook ontwikkelingen in de samenleving en in Europeesverband die niet goed met aanbodplanning alleen te keren zijn.Daarbij leidt de ook door ons gewenste brede basisverzekeringhoe dan ook tot grote vragen over de samenkomst van bestaandeverschillende systemen in ziekenfonds, particuliere verzekeringen collectieve contracten. De discussie wordt niet meer blancogevoerd.

DeelmarktbenaderingDe hele optelsom van deze lessen uit marktwerking toegepast opde zorgsector geeft al aan dat het daar een zeer kwetsbaar instru-ment is dat niet gemakkelijk de voordelen zal brengen waar theo-retisch op wordt gerekend. Wij pleiten hierna daarom voor eenzeer scherpe focus, een stevige regie en een hele duidelijke volg-orde in stappen. In de kern menen wij dat veel specifieker geke-ken moet worden naar de deelmarkten binnen de zorg waar ditinstrument wel goed werkzaam kan zijn, in plaats van te sprekenvan de marktwerking in de zorg en in plaats van een algemeenheilsgeloof in dit instrument over de volle breedte van de zorg.

Alles overziende menen wij dat marktwerking feitelijk vooral eengoed instrument is in de electieve curatieve zorg en delen van de

sen. In elk geval dient de overheid ervoor te zorgen dat de infor-matie hierover begrijpelijk en adequaat is en dat voor kwetsbaregroepen er al een soort polisselectie heeft plaatsgevonden.

Een zesde les is dat het aansturen van marktpartijen door middelvan publieke randvoorwaarden en toezichthouders minstens zomoeilijk is als het aansturen van klassieke publieke organisaties.De belangrijkste oorzaak is dat de overheid altijd een informatie-achterstand heeft ten opzichte van private partijen die de marktveel beter kennen. Toezichthouders kunnen bovendien pas veelalachteraf ingrijpen en het onheil is dan vaak al geschied. In eenkwetsbaar gebied als de gezondheidszorg betekent dit dat vaakvoorzorg en ‘early warning’-systemen in het toezicht verankerdmoeten zitten, omdat we ons niet kunnen permitteren te wachtenop sancties door de markt zelf, zoals krimp of faillissement. Vaakis de kwaliteit van zorg en management namelijk al veel eerder ingevaar.

Ten zevende leert elke vorm van marktwerking en regulering dater een onvermijdelijke ruil is tussen doelmatigheid en inkomens-solidariteit. De efficiëntie van markten komt vooral tot stand alspartijen consumenten op koopkracht mogen selecteren en heneen zo adequaat mogelijk produkten- of dienstenpakket naarkoopkracht kunnen bieden. Wanneer marktwerking plaatsvindt ineen sector waarin toegankelijkheid voor alle inkomens gegaran-deerd moet worden, zullen de doelmatigheidsvoordelen dusgeringer zijn. Er dient ook een behoorlijk kostbare bureaucratieopgetuigd te worden om dit te controleren en om risico’s enkosten weer te verevenen. Ook zullen belangrijke voordelen vanmarktwerking mogelijk niet worden bereikt, omdat de zorgverze-keraars onvoldoende bevoegdheden zullen krijgen om werkelijk testuren of te selecteren in het curatieve zorgaanbod.

Dan heeft de zorg natuurlijk nog een aantal specifieke kenmerkendie marktwerking hier tot een moeilijker instrument kunnenmaken dan in andere sectoren. De beschikbaarheid en betaal-

60 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 61

Page 32: Zorg voor een gezond leven

als voor het zorgaanbod. Aan de aanbodzijde geldt immers datvan alle zorg de curatieve zorg het meest met internationale ver-houdingen te maken heeft. Dit betreft zowel de verspreiding vaninnovaties en wetenschappelijke kennis, de mogelijke vestigings-keuze van gediplomeerde professionals als ook de speurtochtdoor de patiënt naar het beste aanbod. Dit laatste geldt vooralvoor de electieve zorg. Bij electieve zorg is de diagnose gesteld,maar kan een patiënt nog redelijk goed functioneren en de tijdnemen om optimaal te kiezen. Op deze keuzemogelijkheden enverdergaande internationalisering zal moeten worden ingespeeld.Europa bereidt zich daar ook al op voor. Meer dynamiek en onder-nemerschap horen daarbij. Recente commerciële initiatievenillustreren dat innovatie, concurrentie en lagere prijzen goedsamen kunnen gaan in het electieve segment.

Wij kiezen bij de uitvoering van de basisverzekering op dit onder-deel voor gereguleerde marktwerking omdat dit nieuwe impulsenkan geven. De positie van medische professionals is in de cura-tieve zorg erg beschermd op een wijze die terecht hybride magheten. Zowel binnen de ziekenhuisorganisatie als op nationaalniveau zijn er allerlei traditionele beschermingsmechanismen dieonduidelijkheden genereren. Wie bewaakt en sanctioneert kwa-liteit: management of professional? Wie draait op voor schade-claims: organisatie of dokter? Wie bepaalt groei en aard van medi-sche specialisaties: beroepsgroep of markt? Wie bepaalt en sluithet contract met de medisch specialist: maatschap of ziekenhuis?Wie bepaalt de beloning: minister, management of honorarium-commissie? Commercie en concurrentie kunnen prikkels gevenom hierin meer over te gaan op de normale spelregels van priva-te professionele organisaties, zoals accountancyfirma’s of advo-catenkantoren. Het kan ook prikkelen tot innovatief ondernemenbuiten de ziekenhuismuren, zoals diverse zelfstandig behandel-centra (ZBC) laten zien. In diverse klinieken voert men heup- ofstaaroperaties snel en vakkundig uit. Wachtlijsten worden wegge-werkt. Dit soort private en commerciële initiatieven moeten weniet blokkeren, maar als aanvullend zien. Vooral tussen de

chronische zorg (waar per definitie goed ingevoerde mondigepatiënten voorkomen). Dit werken we hierna uit. De hele rest vande zorg, dat zijn dus de andere onderdelen van de curatieve zorg,zoals acute en urgente zorg, maar ook opleidingen, en anderegrote delen van de zorg, zoals preventie en forse delen van de care(met uitzondering wellicht van de thuis- en kraamzorg), lenenzich hier veel minder voor. Op dit moment wordt geëxperimen-teerd met marktwerking in 10% van de ziekenhuiszorg, dit is dusnog geen 3% van het totale zorgaanbod! Voor die andere onder-delen die dus verreweg het grootste deel van onze gezondheids-zorg zijn, kiezen wij hierna voor systemen van ‘slimme aanbod-sturing’ oftewel (maatschappelijk) ondernemen binnen de publie-ke sector in plaats van marktwerking.

4.2 Kansen voor marktwerking in de electieve curatieve zorg: innovatie en heldere competitie

De toegenomen koopkracht, de gegroeide mondigheid bij bur-gers, de grotere aanwezigheid van privaat kapitaal, de snelle tech-nologische ontwikkelingen en het openbreken van internationalemarkten voor zorg en dienstverlening, zijn de hoofdaanleidingenom bij de uitvoering van de basisverzekering te kiezen voor gere-guleerde marktwerking. Zowel in het nieuwe beginselprogrammaals in vele politieke keuzen heeft de PvdA het standpunt ingeno-men dat er geen principiële bezwaren zijn tegen (vormen van)marktwerking. Zeer belangrijke en tegelijk kwetsbare sectoren alsvoedselvoorziening, benzinedistributie of luchtvaart zijn allenonderhevig aan het pure marktmechanisme binnen blijkbaarafdoende wettelijke kaders. Ook in de gezondheidszorg, vooral decuratieve zorg, kan marktwerking een goed middel zijn ompublieke dienstverlening te dynamiseren of betaalbaar te houden.

Voor de curatieve, op behandeling gerichte sector, ondergebrachtin de basisverzekering, zien wij kansen voor een sturing via gere-guleerde marktwerking. Dat geldt zowel voor de basisverzekering

62 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 63

Page 33: Zorg voor een gezond leven

in de vorm van zelfstandige behandelcentra, die officieel onderstichtingsvlag opereren, kennen natuurlijk vormen van winstde-ling via de honorering van de professionals. Linksom of rechtsom:in de zorg wordt geld verdiend. Soms gebeurt dat in de vorm vanwinst, ook al wordt die niet altijd als dividend uitgekeerd, maar inandere vormen zoals honorarium of verwerkt in een opslag op dekostprijs van leveranciers.

Het gaat dus uiteindelijk over de afweging of we willen dat zorg-organisaties winst kunnen uitkeren aan derden, hetzij personen(bijvoorbeeld een maatschap van dokters), hetzij organisaties (bij-voorbeeld pensioenfondsen of internationale concerns). Daarmeekrijgen die zorgorganisaties immers officieel een winstdoelstellingwaardoor zij niet langer uitsluitend non-profit zijn met de moge-lijkheid op onderdelen for-profit te werken. Vervolgens leidt depositie van externe aandeelhouders niet alleen tot vragen over hunrechten op zeggenschap, eigendom en winst, maar ook over hunplichten en hun aansprakelijkheid voor slecht beheer. Via deze dis-cussie over winst hebben we dus feitelijk een discussie over ver-dergaande privatisering in de vorm van het overdragen van zeg-genschap en eigendomsrechten van ziekenhuizen! Als aanvullingop het huidig landschap van non-profitorganisaties zijn we er niettegen dat een enkele instelling ook op commerciële basis opereert.Immers, hiervoor hebben we aangegeven dat ‘winstuitkering aanderden’ niet zo ver afligt van andere vormen van inkomen en winstin de zorg. We houden wél bezwaren wanneer het commerciëlecuratieve zorgmodel het dominante model zou zijn. Het toestaanvan vormen van winstuitkering dwingt de professionele beroeps-groepen een heldere keuze te maken tussen de rol van ‘werkne-mer’ of die van ‘ondernemer’. Voor maatschapachtige construc-ties, waarbij wel voor eigen rekening en risico wordt ondernomendoor medisch specialisten, zou op deze manier immers meer deweg vrijgemaakt kunnen worden. Beschermingsconstructies viade overheid die tussen werknemerschap en ondernemerschap inzitten en ook een heldere management structuur verhinderen,kunnen dan vervallen.

bestaande zorgaanbieders en zorgverzekeraars dient de competi-tie op prijs en kwaliteit verder toe te nemen.

Ten slotte vinden wij politieke consistentie en zorgvuldigheid vanhandelen bij grootschalige veranderingsprocessen belangrijk. EenSER-advies over ziektekostenverzekeringen van enige jaren terugwas unaniem en koos voor gereguleerde marktwerking14. Dit SER-advies staat ook uitvoerig stil bij de vele randvoorwaarden dienodig zijn om tot een evenwichtig bestel te komen. Het advies isovergenomen door opeenvolgende kabinetten en de voorberei-dingen hiervoor zijn in volle gang. De gehele zorg bevindt zich nual jaren in een mistig soort overgangsfase. Het is geen ‘totalitaire’overheidsplanning meer en het is nog lang geen markt. De kansop mislukkingen is alleen al door die overgangstijd groot. Om aldeze redenen ondersteunen wij nog steeds de principiële keuzevoor meer marktwerking in delen van de gezondheidszorg.

Winstuitkering in sommige gevallen toelaten en publiekeigendom waarborgenEen apart punt van aandacht is de vraag hoe we aankijken tegende winstprikkel in het zorgaanbod. Mogen externe aandeelhou-ders via dividenduitkering profiteren van de activiteiten van beurs-genoteerde zorgconsortia? Is dat nodig? Voegt het wat toe?Allereerst dient een vaakvoorkomend misverstand rechtgezet teworden. Binnen de curatieve zorg wordt reeds op allerlei manie-ren winst gemaakt of goed geld verdiend aan de gezondheids-zorg: via salarissen, via professionele inkomsten gebaseerd optarieven en verrichtingen, via de declaraties van interim-mana-gers, via farmaceuten die medicijnen leveren en ontwikkelen, vialeveranciers zoals ICT- bedrijven en aannemers, via zelfstandigondernemerschap van zorgverleners zoals apothekers en fysio-therapeuten. Er bestaan al commerciële initiatieven binnen deelectieve zorg, variërend van rugklachten tot staaroperaties engespecialiseerde diagnose-units. Ook recente private initiatieven

64 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 65

14 SER-advies (2000) Naar een gezond stelsel van ziektekostenverzekeringen.

Page 34: Zorg voor een gezond leven

• de rollen zijn goed verdeeld wat betreft sturende bevoegdhe-den van zorgverzekeraars, interventiemogelijkheden van over-heidstoezicht zoals de inspectie en de mededingingsautoriteit,maar ook het toezicht op het functioneren van de top van deziekenhuizen (governance) en de keuze- en klachtmogelijkhe-den voor de individuele burger; tevens willen we dat de keten-verantwoordelijkheid goed voorzien is, dit kan bijvoorbeelddoor een leveringsplicht voor regionaal geschakelde zorgaan-bieders en een zorgplicht voor zorgverzekeraars;

• de zeggenschap is goed geregeld over eigendom, opleidingenen infrastructuur, maar ook binnen instellingen terzake van derelatie met de betrokken professionals en hun vergoeding,contract e.d.;

• de tarieven zijn helder, vooral de maximum tarieven, mede inrelatie tot de gewenste premiehoogte van de basisverzeke-ringspolis (te dure prijzen leiden immers uiteindelijk tot drukop de premiehoogte en daarmee de zorgtoeslag!);

• eventuele oneigenlijke constructies rond het grensvlak van geli-beraliseerde en niet geliberaliseerde zorg zijn opgespoord enaangepakt;

• tenslotte dient het maatschappelijk vertrouwen te bestaan datpartijen daadwerkelijk invulling zullen geven aan hun rol.

4.3 Kritiek op de implementatie door dit kabinet

Ook het kabinet Balkenende 2 kiest voor een basisverzekering metmeer dynamiek tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders opbasis van gereguleerde marktwerking.Dit neemt niet weg dat we vele vragen hebben bij de huidige con-crete aanpak tot implementatie hiervan. Allereerst hebben we,zoals al gezegd, principiële bezwaren tegen de keuze voor eensysteem van hoge nominale premies en een onzekere inkomens-toeslag. Tevens gaven we al aan dat het niet juist is dat er eenonvoldoende heldere visie op de toekomst van de AWBZ is. Maarrond de gekozen invulling van marktwerking als sturingsbenade-

Indien toegestaan wordt dat extern aandeelhoudersschap vergrootwordt, dan is het wél essentieel dat regelgeving garandeert dat cru-ciale zorgvoorzieningen niet in verkeerde handen vallen of de kwa-liteit van zorg onder de maat raakt, maar gegarandeerd blijft viawaarborging van publiek eigendom. Met andere woorden: voorsommige cruciale bouwlocaties, dure apparatuur en opleidingsin-frastructuur zou juridisch gezien ‘bruikleen’ of ‘vruchtgebruik’ doordergelijke externe aandeelhouders de beste oplossing zijn.

Voorwaarden voor vervolgstappenIn een beperkt gedeelte (10%) van deze electieve ziekenhuiszorgis momenteel sprake van de eerste stappen naar marktwerking envrije prijsonderhandelingen. Wij houden vast aan een dergelijkevoorzichtige start.

Zolang de mededingingstoezichthouder (de Zorgautoriteit) nogniet operationeel is, wensen wij geen verdere stappen. De uit-komsten van de huidige onderhandelingen tussen ziekenhuizenen zorgverzekeraars moet bovendien ook eerst grondig geanaly-seerd worden. Uitbreiding van de marktwerking kan alleen plaats-vinden als de kwaliteit is verbeterd. Het afnemen van wachttijdenen behoud van pluriformiteit zijn bijvoorbeeld goede kwaliteitscri-teria. Lagere prijzen met een verschraald zorgaanbod vormtnatuurlijk een ongewenste uitkomst. Tevens willen we erg goedkijken of er toch geen neiging tot risicoselectie plaatsvindt bij(sommige) zorgverzekeraars en dat het betreffende verevenings-systeem goed functioneert.

Als in deze meer algemene voorwaarden voorzien is, leren onzelessen uit marktwerking voor de zorg dat wij pas verder willen methet systeem van marktwerking in de curatieve sector als voldaanis aan de volgende eisen:• er zijn normen vastgesteld voor kwaliteit, minimum aantal aan-

bieders en hun produktiecapaciteit (geen grote schaarste!) perrelevante regio, evenals het minimum aantal verzekeraars enhet toezicht hierop;

66 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 67

Page 35: Zorg voor een gezond leven

aangegeven. Wij zouden veel meer investeren in toezicht en nor-mering vooraf en kiezen voor een publiekrechtelijk verzekerings-stelsel om meer grip op het proces te houden. Wij zouden net alsdit kabinet ook inzetten op transparantie van kostprijzen, maar ditminder complex vormgeven, en de belangrijkste schaarstefactor,namelijk die in opleidingen en vestigingseisen van professionals,eerder aanpakken. Wij zouden de rechten én plichten van verze-keraars scherper omschrijven. Ten slotte dient de (bestuurlijke)aandacht beter verdeeld te worden. Nu gaat veel aandacht uitnaar de circa 10% van de vooral electieve curatieve zorg die viaonderhandelingen vrij en op basis van transparante prijzen wor-den gecontracteerd. Juist bij de overige 90% valt echter het meestte winnen. Het zou beter zijn geweest om elementen van compe-titie en transparantie binnen het publieke domein te versterken.Daar kan nog heel veel gebeuren. Via dynamische benchmarkingkan bijvoorbeeld duidelijk worden welke instellingen beter preste-ren. Ieder jaar moeten prijzen en prestaties vergeleken en bijge-steld worden. De goede instellingen worden beloond en de ineffi-ciënte aangepakt. Wij werken dit type sturing op het aanbodbinnen het publieke domein verder uit bij de maatschappelijkeondernemingen in de care.

Kortom: ook voor de PvdA is er in de gezondheidszorg een stel-selverandering nodig. Deze dient nog steeds uit te gaan van deintroductie van (gereguleerde) marktwerking, maar de aanpakzou fundamenteel anders moeten zijn dan nu is voorgenomen.Tevens mag de aandacht voor het introduceren van marktwerkingin 10% van de curatieve zorg er niet toe leiden dat de overige 90%niet worden geprikkeld tot meer innovatie en doelmatigheid doorde introductie van slimme aanbodsturing.

4.4 De rol van verzekeraars

Juist in de zorg is er evenwicht, of samenspel nodig tussen de driesignalen: ‘weglopen’ (naar een andere partij), ‘de stem verheffen’

ring ontbreekt nog meer als we ons kader zoals we dat hiervoorweergaven, volgen.

Veel randvoorwaarden zoals we die aangaven, zijn ook nu nogonvoldoende ingevuld. Het gaat hier toch om inzichten dieinmiddels na vele jaren van ‘experimenteren’ met marktwerking invele sectoren van publieke dienstverlening gemeengoed haddenmoeten zijn. Zonder de navolging van deze inzichten, worden dedoelen van marktwerking niet gehaald (samen te vatten als: meerinnovatie, meer keuzevrijheid en prijsdruk). Daarnaast dreigt hetgevaar van (soms onherstelbaar) verlies van voorzieningen, kwa-liteit en vertrouwen.

Wij pleiten er eveneens voor dat het veranderingsproces plaats-vindt onder duidelijke regie van de Nederlandse overheid en dat wijniet overvallen worden door Europese rechtspraak. Wij kiezen vooreen publiekrechtelijk bestel, ook omdat daarin beter afdwingbareaanvullende eisen aan zorgverzekeraars gesteld kunnen worden.De privaatrechtelijke vormgeving van het nieuwe verzekeringsstel-sel die door het kabinet Balkende 2 is gekozen, leent zich daarvoorslecht. Die vormgeving is bovendien te veel ondergeschikt enkwestbaar voor Europese richtlijnen en rechtspraak. De keuze vooreen privaatrechtelijk stelsel levert extra grote onzekerheid op overde vraag of publieke belangen bij private partijen mogen wordenafgedwongen. Een zaak die onvermijdelijk bij het Europese Hof zalworden aangebracht. Dit levert grote financiële risico’s op. Als deNederlandse staat wordt teruggefloten, hebben private partijentegen grote kosten een plek op de markt verworven. Zij zullen danongetwijfeld met stevige schadeclaims reageren.

Een publiekrechtelijk bestel als alternatiefPer saldo staan wij dus zeer afwijzend tegenover de aanpak vande introductie van marktwerking in de basisverzekering door hethuidige kabinet. Kort gezegd: er worden fouten gemaakt in dekaderstelling en fasering en de regie wordt onnodig uit handengegeven. De contouren van ons eigen alternatief zijn daarmee wel

68 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 69

Page 36: Zorg voor een gezond leven

beschikbaarheid van de eerstelijn (huisarts, fysiotherapeut entandarts) en de acute zorgverlening in gevaar komen. De beschik-baarheid (en instandhouding) van een goed zorgaanbod wringtdus met een volledige marktwerking op sommige marktsegmen-ten.

In de curatieve zorg, te starten met de electieve zorg, denken wedat via concurrentie en inkoopgedrag van verzekeraars een vol-waardig en goed gespreid zorgaanbod tot stand kan komen, mitsaan de voorwaarden van een doorzichtige en concurrerendemarkt wordt voldaan. Er zal wel een zwaar vangnet nodig zijn bijeen aantal publieke randvoorwaarden, zoals het tegengaan vanrisicoselectie, de borging van toegankelijkheid en de bewakingvan kwaliteit. Maar dan nog zijn er functies in de zorgketen die bijonverwachte grillen van de markt in het gedrang kunnen worden,zoals de acute zorg in een streekziekenhuis. Wij pleiten er in dit verband echter niet voor om de gebouwdeinfrastructuur geheel in publieke handen te brengen, wel moetduidelijk het uiteindelijk eigendom goed geregeld zijn. Voor som-mige bouw zal dit beteken dat deze in publieke handen moetenblijven, met overigens mogelijkheden om dit innovatiever, bouw-kundig en financieel, in te vullen. Bouwfaciliteiten moeten veelflexibeler de innovatieve zorg volgen dan nu het geval is. We moe-ten bovendien af van de vanzelfsprekendheid dat dit met publiekgeld wordt bekostigd en op deze manier toe groeien naar meerzakelijke ondernemende afwegingen. De verspilling van steen entechnologie is op sommige plaatsen groot; betere marktprikkelskunnen daar goed werk doen om beschikbaarheid ook doelmatigte laten worden. De nu opkomende experimenten met publiekpri-vate samenwerking - analoog aan de experimenten in ziekenhuis-en scholenbouw in Engeland (‘private finance initiative’) - juichenwe toe.

(inspraak via cliënten- of verzekerdenraden) of ‘loyaal blijven’ aaneen bestaande zorgaanbieder. Stemmen met de voeten is alsvoornaamste sturingsprincipe in de gezondheidszorg niet functi-oneel. Wanneer iedereen jaarlijks van verzekeraar wisselt, kunnenverzekeraars ook geen duurzame relatie met zorgaanbieders ont-wikkelen. Van langetermijnafspraken over kwaliteit en preventiezal dan weinig terechtkomen. Met andere woorden: de zorg kanhet niet alleen van concurrentie hebben. Daarom zijn juist de tweeandere mogelijkheden waardevol: de stem verheffen en hetopbouwen van een relatie op basis van loyaliteit. Deze mechanis-men moeten niet vrijblijvend voorgesteld worden, maar dwingendingebed.

Zorgverzekeraars concurreren met collectief bepaalde en ver-plichte premies. De betaalbaarheid van ziektekostenpremies zoudoor concurrentie dus gegarandeerd moeten worden. Maar devoorwaarde hiervoor is dat verzekeraars ook echt met elkaar riva-liseren. Als dit niet gebeurt, en er in plaats daarvan een verzame-ling van regionale verzekeringsmonopolies ontstaat in combinatiemet regionale monopolies van zorgaanbieders, dan komt vanbetaalbare premies helemaal niets terecht. Daarom vinden wij datregionale marktaandelen van verzekeraars die uitkomen boven de(toch al royale) 40%, moeten worden bestreden. Daarvoor zijnverschillende maatregelen denkbaar, variërend van een gedwon-gen acceptatiestop tot de opsplitsing van regionaal dominanteverzekeraars.

Beschikbaarheid van aanbodVan zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij voldoende aanbod inde diverse regio’s garanderen. Maar aan beschikbaarheid (ennoodzakelijke overcapaciteit voor piekbelastingen) hangt eenprijskaartje dat niet altijd door feitelijk gebruik gedekt zal worden.Hier faalt de markt. Marktpartijen hebben immers het liefst datanderen de prijs voor beschikbaarheid betalen. Hier leidt zoge-naamde regie door heftig met elkaar concurrerende verzekeraarstot een warboel. Met de groeiende marktwerking in de zorg kan de

70 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 71

Page 37: Zorg voor een gezond leven

óók op de gemeentelijke prestaties. In aanvulling hierop pleitenwe voor de mogelijkheid om patiënten een budget te geven waar-mee ze, al dan niet met hulp van een zaakwaarnemer (zoals eenfamilielid), zelf de zorgverlener kunnen uitzoeken. Zorgverlenersmoeten ook in dit geval duidelijk maken waarop de gebruiker kanrekenen: het handvest geeft aan wat de gebruiker mag verwachten(de leveringsvoorwaarden). Het gaat hier om een grote omslag eneen complexe operatie voor alle betrokken partijen. Alleen metzorgvuldige fasering en een duidelijke regie kunnen de voordelenvan kleinschaligheid en lokale organisatie behaald worden.

Als dit goed wordt uitgevoerd, is er geen noodzaak en waar-schijnlijk ook weinig ruimte voor (meer) puur commerciële partij-en. Deze hoeven echter niet geweerd te worden, mits zij zichonderwerpen aan hetzelfde toezicht- en sanctieregime als alleandere (maatschappelijke) ondernemingen. Bij een dergelijksysteem hoort een vergunningenstelsel op publiekrechtelijkegrondslag.Er zijn nu ook commerciële aanbodpartijen in de care, zoals som-mige thuis- en kraamzorgorganisaties en een aantal concerns dieactief zijn in de ouderenzorg. Daarnaast wordt het de bestaandeorganisaties toegestaan profitgerichte activiteiten te vervullen,maar binnen een non-profitmissie en binnen duidelijke randvoor-waarden. Wij denken dat dit geheel, gevoegd bij een uitgesprokenregie bij de lokale overheid en met duidelijke sancties, voldoendewaarborgen biedt om een zekere dynamiek en innovatie ook wer-kelijk te bereiken.

De WMZP is een verzekering die maximaal inkomenssolidair is enwaarin grote delen van de huidige AWBZ, WVG en Welzijnswetopgaan. De sturing op de uitvoering zien wij in een democratischgelegitimeerde en bestuurde regie op lokaal of regionaal niveau.Alleen regie, want de werkelijke uitvoering van zorg blijft onder-gebracht bij maatschappelijke ondernemingen. Gemeenten enregio’s hebben keten- en inkoopregie, onder andere in de keuzetussen verschillende maatschappelijke ondernemingen. Op den

4.5 Maatstafconcurrentie en maatschappelijk onder-nemerschap in de WMZP

Er dient een heldere visie op de toekomst van de AWBZ te wordengeformuleerd is. Dit is veelal een gebied van zorg voor de zeerkwetsbaren. Verpleging en verzorging worden soms binnen demuren van instellingen geleverd, maar steeds vaker daarbuiten.Als er binnen de muren (intramuraal) zorg geleverd wordt, betrefthet meestal (heel) langdurig verblijf van patiënten die zeer afhan-kelijk en minder mondig zijn. Aangezien ‘stemmen met de voe-ten’ dan niet aan de orde is, zal marktwerking niet effectief zijn.Dergelijke langdurig verplegende zorg (binnen of buiten demuren van instellingen) is bovendien zeer verweven met het aan-bod aan wonen, openbaar vervoer en onderwijs. Gemeenten zijnprimair verantwoordelijk voor deze taken. Hier pleiten we daaromvoor gemeentelijke regie, waar nodig regionaal georganiseerd.Dynamiek en doelmatigheid ontstaan, omdat gemeenten de uit-voering kunnen overlaten aan maatschappelijke ondernemingenbinnen een helder systeem van eisen. Het gaat hier om een alter-natief model voor de huidige dominantie van het marktdenken.Hierbij staat veel meer solidariteit tussen burgers centraal. Tevensis het een echt Nederlands model, omdat we maximaal profiterenvan het feit dat de Nederlandse zorg nu (nog) gedomineerd wordtdoor private non-profitorganisaties. Dus partnership met duide-lijke spelregels.

Gemeenten kunnen dit goed combineren met hun bestaande rol-len rond bijstand, voorzieningen voor gehandicapten, wonen enstedelijke herstructurering en dan ook doelmatigheidswinst beha-len. Een groot voordeel van gemeentelijke verantwoordelijkheid isdat binnen de lokale democratie keuzen worden gemaakt over demanier waarop de ondersteuning van ouderen en mensen methandicap of chronische ziekte vorm krijgt. Via de lokale democra-tie zijn bestuurders rechtstreeks aanspreekbaar op hun beleid enworden ze afgerekend op de resultaten. Via benchmarking ofmaatstafconcurrentie kunnen burgers inzicht en invloed krijgen,

72 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 73

Page 38: Zorg voor een gezond leven

4.6 Maatschappelijke ondernemingen in de zorg:een alternatief model

De Nederlandse gezondheidszorg kent een groot aantal particu-liere instellingen, verzekeraars en professionals die niet in de eer-ste plaats gericht zijn op winst maken. Zij verlenen publieke dien-sten en dragen bij aan de kwaliteit en beschikbaarheid van goedegezondheidszorg. Het zijn maatschappelijke ondernemingen diesteeds vaker gebruik maken van principes uit het bedrijfsleven,zoals klantgerichtheid, bedrijfsmatigheid, innovatie en competi-tie. Deze instellingen hebben behoefte aan een ruime mate vanautonomie in hun bedrijfsvoering. Veel beleidsinspanningen vande afgelopen jaren hadden echter de neiging om de zorg tebureaucratiseren vanuit een afrekencultuur en verkeerd begrepencontractmanagement.15 In feite werd de autonomie van zorgin-stellingen ontkend. Natuurlijk is er in de zorg sprake van regule-ring. Ter vermijding van werkelijk marktfalen (een faillissement)grijpt de overheid vroegtijdig in. De gezondheidszorg zou echtereen modernere aansturing moeten kennen van deze maatschap-pelijke ondernemingen.

Moderne en strenge aansturing van maatschappelijke onderne-mingen op de wijze zoals we die hiervoor hebben geschetst, isvooral nodig bij de uitvoering van de langdurige verpleging en ver-zorging, preventie en de ondersteunende welzijndiensten. Juist indie sectoren gaat marktwerking met mondige patiënten die stem-men met de voeten vaak niet op. Hieronder schetsen wij een aantal contouren van een aanstu-ringssysteem dat overigens ook toegepast kan worden in anderesectoren. Omgekeerd zijn wij ook schatplichtig aan de ervaringenuit andere sectoren.Dus: hoe ziet die aansturing van maatschappelijke ondernemin-gen in de zorg eruit?

duur zal zich dit in onze ogen ook vertalen naar een verdere extra-muralisering van deze instellingen, nog dichter bij de burger,zoals de laatste jaren al in gang is gezet.

Met dit alles hopen we te bereiken dat er een duidelijke rechtsze-kerheid is die gebaseerd is op nationale solidariteit, dat er regieontstaat die democratisch gelegitimeerd is en zich lokaal verbindtmet processen van woningbouw, mobiliteit en welzijn, en dat dedynamiek binnen het geheel van betrokken maatschappelijkeondernemingen gericht wordt op professionaliteit, ondernemer-schap en een betrokkenheid dicht op het lokale niveau.

Dit betekent een grote omslag, zowel voor gemeenten als voor dehuidige zorginstellingen. Maar die is ook weer niet zo groot alswel gedacht wordt. Er is toch al veel gaande aan extramurale initi-atieven en ketenbenaderingen van zorgaanbieders. Er gebeurt alveel aan verandering van woningbouw naar bepaalde zorgdoel-groepen in samenwerking tussen gemeenten, corporaties en zor-ginstellingen. Er is al veel meer oog voor de samenhang tussenvolksgezondheid en ‘gewone’ gezondheidszorg. Niettemin zaldeze overgang zorgvuldig en gefaseerd uitgevoerd moeten wor-den, met een goed oog voor de continuïteit en kwaliteit van zorg.Het gaat uiteindelijk om een grote en ingrijpende operatie in eenzeer kwetsbaar publiek goed. Gemeenten zullen fors moeten in-vesteren in kennis en regiekwaliteiten in een veld waar dit tot nutoe maar beperkt gevraagd wordt. De betrokken zorgorganisatieszullen een forse (verdere) heroriëntatie naar kleinschaligheid enlokaal niveau moeten plegen. Het eindresultaat hiervan kan heelgoed zijn, maar de weg ernaar toe is niet gemakkelijk voor debetrokken gemeenten en zorginstellingen. Dit betekent ook eenduidelijke krachtige nationale regie op dit proces. Voor een helde-re fasering is daarbij van belang dat beleidsmatige instrumenten(geld, zorgdomein, contracteerbevoegdheden etc.) die lokaal wor-den toebedeeld vervolgens pas na bewezen kwaliteit en doeltref-fendheid, nationaal worden afgebouwd.

74 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 75

15 zie ook recente WRR-rapport ‘Bewijzen van goede dienstverlening’.

Page 39: Zorg voor een gezond leven

bereikt, kan het toezicht en de bevordering van dynamiek in ditbestel niet gelegd worden op het niveau van de gemeenten zelf.Zij zijn er voor de regie, het inrichten van de diverse ketens vanvoorzieningen en het betaalbaar en toegankelijk houden van der-gelijke voorzieningen. Zij moeten daarbij zaken doen met grote,professionele organisaties, waarbij het streven moet zijn dat zeook werkelijk wat te kiezen hebben. Het toezicht op, ingrijpen inen dynamiseren van het functioneren van deze organisaties (datniet zomaar door concurrentie zal ontstaan gegeven de huidigesituatie) kan beter plaatsvinden op nationaal niveau, waarbij eruiteraard wel sprake moet zijn van goede uitwisseling van infor-matie over dit functioneren tussen beide niveaus.

Samenvatting Hoofdstuk 4Sturingsfilosofie: dynamiek en publieke waarborgen

De PvdA kiest voor dynamiek en doelmatigheid in de zorg. Wij doen dat door:• voor de grote meerderheid van de zorg (zo’n 90%) te kiezen

voor publieke regie en kaderstelling, liefst lokaal (zoals in pre-ventie en care) en uitvoering door maatschappelijke onderne-mingen in een competitief en dynamisch bestel; alleen in deelectieve of planbare curatieve zorg zien we goede kansen voorgereguleerde marktwerking waarbij we uitdrukkelijk allerleirandvoorwaarden en basiscondities benoemen (in navolgingvan het SER advies) vanwege het specifieke karakter en dekwetsbaarheid van de zorg;

• aan te dringen op transparantie en helderheid rond randvoor-waarden en op een duidelijke sturing en regie. In duidelijkestappen de marktwerking te introduceren. We geven ook dui-delijke criteria indien gekozen moet worden inzake verder-gaande marktwerking;

• om die reden te kiezen voor een publiekrechtelijke vormgevingvan het bestel van de basisverzekering en niet de huidigekeuze voor een privaat rechtelijk bestel;

Allereerst moet er sprake zijn van een sterk publiekrechtelijk kadermet een vergunningensystematiek (bijvoorbeeld op vijfjaarsbasis)met eisen aan de organisaties die worden toegelaten tot de sec-tor. Ten tweede stellen wij als eis aan het bestuursmodel (de gover-nance) vooral dat er sprake is van een not-for-profit-doelstelling(hetgeen het hebben van for-profitactiviteiten niet verbiedt!). In deorganisatie moet er ook sprake zijn van maatschappelijke belan-genhouders, waaronder het recht op publiekelijk ter verantwoor-ding roepen van de Raad van Toezicht (RvT). Hier hoort bij dat weook eisen stellen ten aanzien van de invloed van cliënten en pati-ënten. Als voorschriften voor het management (RvB) zien wij heteindige en flexibele managementcontract (waardoor falend mana-gement naar huis wordt gestuurd vóór de gehele instellingen ingevaar komt, ook wel een managementlicentie genoemd), eenscreening van het te benoemen management, een verbod op her-intreden in de sector bij eerder falen en als laatste een maxime-ring van de beloning. Wanneer de RvT in een bepaalde periode(vier jaar?) ondermaats presteert ten opzichte van de benchmark,moet de RvT extern (bijvoorbeeld door een agentschap) ondercuratele gesteld worden.Ten derde kunnen ook aan de ‘economie’ van dergelijke organisa-ties eisen gesteld worden, bijvoorbeeld de maximering van hetpercentage overheadkosten en de maximering van het percentagevermogensreservering, beide ten opzichte van het totale jaarbud-get. Daarnaast moeten overwinsten terug naar de centrale kas.Overwinst wordt naar rato verdeeld onder de beste performers opeen aantal kengetallen (maatstafconcurrentie belegd met echtgeld). Een laatste eis aan de economie van deze organisaties:ieder jaar wordt de onderste 5 procent van de sector aangepakt. Tenslotte, kijkend naar de hele sector, moeten er normen gesteldworden voor het minimaal aantal aanbieders per deelmarkt endaarmee de keuzemogelijkheden van gemeenten en patiënten.

Gezien het feit dat maatschappelijke ondernemingen fors gepro-fessionaliseerd zijn en inmiddels ook een grote schaal hebben

76 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 77

Page 40: Zorg voor een gezond leven

5. Het pakket: keuzen in de zorg

De PvdA bepleit van oudsher een breed pakket van publiekgeborgde aanspraken op zorg, met premies die zoveel mogelijkinkomensafhankelijk zijn. De PvdA wil zo bewerkstelligen datiedereen toegang heeft tot alle noodzakelijke zorg. Een laag inko-men mag nooit reden zijn om van zorg af te zien. Dat pleidooihandhaven we, en we kiezen voor een ruim maar zeker geen uit-bundig pakket in de basisverzekering. Het uitgangspunt is dat debasisverzekering zorg biedt die noodzakelijk, nuttig, en aantoon-baar effectief is, en tegen een redelijke prijs kan worden geleverd.Criteria die al eerder door de Commissie Dunning werden opge-steld. In die zin is het basispakket ook geen statisch gegeven. Een ruim basispakket is voor de PvdA een principieel uitgangs-punt - solidariteit tussen rijk en arm, tussen gezonden en zieken.Maar bovendien biedt een ruim basispakket ook economischevoordelen, namelijk schaalvoordelen, inkoopmacht en mogelijk-heden voor verzekeraars om risico’s beter te spreiden. Voor aan-vullende verzekeringen zijn extra uitvoeringskosten (marketing,beleggings- en verzekeringsrisico’s) nodig waardoor wij als maat-schappij per saldo duurder uit zijn. Bovendien kunnen wij dan uit-eindelijk afglijden naar de situatie waar het aanvullende pakket zogroot wordt, dat het ook onvermijdelijk is. Voor aanvullende ver-zekeringen bestaat echter géén acceptatieplicht. Chronisch ziekenof ouderen kunnen dus niet meer switchen als de geleverde zorgonder de maat is. Of nog erger: zij blijven onverzekerd met zeeronwenselijke situaties tot gevolg. Met een breed basispakket zijnwij als maatschappij niet alleen beter maar ook goedkoper uit.

Naast economische en medische afwegingen, spelen ook afwe-gingen van ethische (wat hebben we over voor een gezond levenof voor overleven), politieke (hoe ver gaat de collectieve verant-

• de structurele beschikbaarheid van de ketens van opleidingenen acute zorg te garanderen temidden van de toenemendemarktwerking in de basisverzekering onder andere door depublieke zeggenschap over de infrastructuur te waarborgen;eisen te stellen van leverzekerheid (aan regionaal samenwer-kende zorgaanbieders) en zorgplicht (aan zorgverzekeraars);

• zorgverzekeraars die meer dan 40% marktaandeel in een regiohebben te dwingen marktaandeel te verminderen;

• winstuitkering in bepaalde gevallen toe te staan;• bij marktwerking als instrument beter lering te trekken uit eer-

der opgedane ervaringen;• de burger met benchmarking of maatstafconcurrentie inzicht

en invloed te geven op de prestaties van maatschappelijkeondernemingen en van gemeenten;

• voor de care in te zetten op een nationale volksverzekering dielokaal wordt uitgevoerd en geregisseerd wordt uitgevoerd inpartnerschap met maatschappelijke ondernemingen. Dezelaatste worden ondergebracht in een publiekrechtelijk bestelmet vergunningen, eisen en prikkels tot goed functioneren ensancties bij slecht functioneren. Toezicht en dynamiseringsop-gave liggen op nationaal niveau in nauwe samenwerking metgemeenten;

• de implementatie van deze vergaande decentralisatie van eengroot terrein van zorg zorgvuldig onder te brengen in eennationale stapsgewijze regie.

78 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 79

Page 41: Zorg voor een gezond leven

gaan betalen en daarbij komt nu het eigen risico in de vorm vanno-claim. De PvdA heeft zich daartegen steeds verzet.

Behalve de wens de kostengroei te beheersen, is er nog een redenom vanuit de politiek scherp de grenzen van het pakket te bewa-ken. Bij een goed samengesteld pakket zijn er meer mogelijkhe-den voor de politiek om te sturen op het aanbod en het gebruikvan zorg. Van bevolkingsonderzoek wordt doorgaans vooralgebruik gemaakt als het goedkoop en gemakkelijk beschikbaar is.Het gratis beschikbaar stellen van anticonceptiemiddelen verge-makkelijkt het gebruik ervan, voorkomt abortussen of geslachts-ziekten en daarmee veel maatschappelijke ellende. Gerichtemedische verslavingszorg of psychiatrische dienstverlening moetsoms worden opgedrongen, en dat gaat gemakkelijker als het gra-tis is. Aan de andere kant kan via het al dan niet opnemen in eenwettelijk verzekerd pakket, medicalisering worden voorkomen.Commerciële partijen in de zorg hebben belang bij omzet en dushogere zorgconsumptie. Opname in een wettelijk pakket geeft dewetgever het recht voorwaarden te stellen bij de indicatiestellingen verstrekking van zorg. Dat helpt om onnodige medicaliseringtegen te gaan.

Is ons collectief verzekerde pakket smal of breed? In omringendelanden zijn eigen bijdragen hoger. Wel is tandartszorg in het bui-tenland vaak opgenomen in het verzekerde pakket. Ook lijkt hetalsof nieuwe medicijnen en technieken in de rest van welvarendEuropa sneller beschikbaar komen. Een aanwijzing dat het zie-kenfondspakket smaller is dan veel burgers wensen, is dat demeeste zorg die uit het pakket werd gesneden, meteen werdondergebracht in vrijwillige aanvullende verzekeringen. Dit geldtzeker voor de tandzorg. Sinds 1995, het moment waarop de aan-spraak op tandheelkundige hulp werd ingeperkt, heeft ruim 80%van de ziekenfondsverzekerden gekozen voor een aanvullendeverzekering. Hierover is in een evaluatie van het College vanZorgverzekeringen (CVZ) aangegeven dat het aanbod duurderbetaald en beperkter is dan wat in het ziekenfondspakket werd

woordelijkheid) en financiële aard (moet alles verzekerd zijn watwereldwijd medisch is uitgevonden?). Gezien de complexiteit vandit afwegingsvraagstuk geven wij in dit hoofdstuk vooral denk-richtingen en eerste voorstellen weer en minder pasklare, een-voudige antwoorden. Het debat hierover is cruciaal, de uitkomstbepalen we samen.

5.1 Scherpe keuzen

Toch bepleiten ook wij scherpe keuzes in de basisverzekering.Zowel de vraag naar zorg als het aanbod groeit enorm, en zonderbegrenzing wordt de zorg te duur. Het is ook een misverstand tedenken dat alle zorg voor iedereen in alle omstandigheden evennoodzakelijk is. Te duur is wel een relatief begrip. Als de welvaart omhoog gaat,mag ook het deel van het inkomen stijgen dat aan zorg wordtbesteed. Maar de welvaartsgroei willen we ook aan andere zakenbesteden, zoals goed onderwijs, veiligheid, of lekker op vakantiekunnen gaan. De afweging hiertussen, en vooral wat tot het col-lectieve domein behoort en wat niet, is een zaak voor de politiek.Wie als politieke partij afziet van bewuste keuzes, geeft beslis-ruimte uit handen.

Als voor grote groepen de premielast te hoog en de best moge-lijke kwaliteit onbereikbaar wordt, ondermijnt dit de acceptatievan het zorgstelsel. Dit hebben we al eerder geconcludeerd.Verzekerden krijgen dan het idee dat ze geen waar meer krijgenvoor hun geld, en zij hebben daarin vaak nog gelijk ook. Scherpkiezen in het verzekerde pakket zorgt voor ruimte voor kwaliteits-verbetering en vergroot de bereidheid van mensen om eraan bij tedragen. De afgelopen jaren heeft dat in de gezondheidszorggeleid tot besluiten die de solidariteit heeft verminderd tussen rijken arm, en tussen gezond en ziek. Het ziekenfondspakket is inge-perkt en de nominale premies werden verhoogd. Mensen metlagere inkomens zijn een groter deel van de totale premielast

80 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 81

Page 42: Zorg voor een gezond leven

al weer jaren geleden een aantal criteria geformuleerd: noodzake-lijkheid, werkzaamheid, doelmatigheid en of iets voor eigen reke-ning kan komen. Met deze criteria beoordelen we de huidige pak-ketten. Onze conclusie, die we hierna uitwerken, is dat er in decure, in grote lijnen redelijk volgens de lijn Dunning wordtgewerkt. Maar in de care is dat verre van het geval.

Een kleine toelichting op de criteria: Bij noodzakelijkheid gaat het om de vraag of ingreep, medicijn, hulp-middel of ondersteuning noodzakelijk is in de zin dat het een levenredt of de persoon (weer) maatschappelijk voldoende laat functio-neren? Vervolgens moet duidelijk zijn of de zorg die noodzakelijk is,ook werkzaam is. Doet het middel wat het zegt te doen?Doelmatigheid zegt iets over de prijs in verhouding tot werkzaam-heid en kwaliteit. Een bepaalde verstrekking of therapie kan werk-zaam zijn, maar slechter of duurder dan een vergelijkbare verstrek-king die ook werkzaam is. Minder werkzame verstrekkingen komendan niet in het verzekeringspakket. Als laatste onderdeel in de ‘trech-ter’ geldt het criterium of iets voor eigen rekening kan komen. Decommissie Dunning vond dat wat mensen zelf kunnen betalen uitnormale middelen niet in het verzekeringspakket hoort.

In het huidige pakket aan zorg is de vraag wie de maatstaven aan-legt. De politiek moet uitmaken wat tot het verzekerde pakkethoort, maar artsen en andere professionals zijn vaak beter in hetbeoordelen van de vraag of een middel of therapie noodzakelijk,werkzaam en doelmatig is. Politici dienen echter over het laatstecriterium - financieel draagvlak - wél een oordeel te geven. In het huidige systeem is een grote rol weggelegd voor de pro-fessionals in de zorg, hun beroepsorganisaties en adviescolle-ges. Het CVZ is daarvan de belangrijkste. Het CVZ adviseert overtoevoeging van een verstrekking aan het pakket of juist hetintrekken. De minister neemt op basis van die adviezen eenbesluit. Het CVZ betrekt in zijn oordeel wetenschappelijk onder-

aangeboden. Deze enorme vraag heeft geleid tot een woud aanpakketten (de 22 zorgverzekeraars bieden samen 72 verschillen-de pakketten aan), waarvan de premies voor alle aangebodenvormen van aanvullende verzekering de afgelopen jaren fors zijngestegen.16 Ook is geconstateerd dat verzekerden uit de sociaalzwakkere groepen vaak minder aanvullend verzekerd zijn en datzij kiezen voor een eenvoudige aanvullende verzekering. In deconclusies geeft de CVZ aan dat de inperking van de aanspraakop tandheelkunde geleid heeft tot de verslechtering van het gebitvan kinderen tot 10 jaar (de periode waarin de basis wordt gelegdvan een goed gebit als volwassene) en dat het verwijderen vanhet periodiek preventief onderzoek weer negatief zal uitpakkenvoor de armeren onder ons.17 Vanuit onze visie op het basispak-ket (aandacht voor preventie, profiteren van schaalvoordelen alscollectieve sector en tegengaan gezondheidsverschillen dievoortkomen uit sociaal-economische verschillen) zouden we duswillen bepleiten dat de preventie (de periodieke controle) en demedisch noodzakelijke basistandartszorg weer terughoort in hetbasispakket.

Het AWBZ-pakket voor verzorging is juist breed, blijkt bijvoor-beeld uit internationale vergelijking. In Nederland verblijven veeljongeren met handicap of ouderen in zorginstellingen. Dezeinstellingen worden, inclusief bouw- en onderhoudskosten enmedische zorg en hulpmiddelen, volledig uit de collectieve zorg-middelen verzekerd en gefinancierd.

5.2 Wie beslist over het pakket?

Om te beoordelen of de pakketten voor cure en care de goedeomvang hebben, heeft een commissie onder leiding van Dunning

82 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 83

16 CVZ (2003) Signalement Mondzorg: Evaluatie beperking aanspraak tandheelkun-

de, p. 14.

17 CVZ (2003) zie de samenvatting.

Page 43: Zorg voor een gezond leven

lijk voor mensen die de zorg echt nodig hebben. Aan wachtlijstenzijn bovendien hoge maatschappelijke kosten verbonden, dievaak over het hoofd worden gezien: als pijn en ongemak tot ziek-teverzuim leiden is er directe economische schade. Het middelvan wachtlijsten wijzen we af als instrument om kosten te beper-ken. Wachtlijsten zijn wel met mate een indicatie van de voorraad‘onderhanden werk’ en daarmee nuttig om planbare zorg doel-matig uit te voeren en de bestaande capaciteit optimaal te benut-ten. Daarbij moet echter altijd de medische noodzakelijkheid inhet oog worden gehouden. Mensen staan niet vrijwillig op derge-lijke wachtlijsten in de zorg. Er ligt altijd een medische indicatieaan ten grondslag. Daarom kunnen wachtlijsten niet eindeloosopgerekt worden.

ContracteervrijheidZorgverzekeraars kunnen ruimhartig voorschrijven beperken doorbij dure verrichtingen apart toestemming te geven (en dus perpatiënt te beoordelen) en door bij minder dure ingrepen zorgaan-bieders te stimuleren of te dwingen sober voor te schrijven.Stimuleren kan door artsen en andere professionals beter te belo-nen indien ze in vergelijking met collega’s minder dure zorg aan-bieden en toch goede resultaten halen. Zorgverzekeraars en orga-nisaties van huisartsen hebben succesvol geëxperimenteerd metbeoordelingssystemen en bijbehorende financiële stimulansen.Financiële prikkels gericht op zorgaanbieders hebben veel effect.Meer dwang ontstaat als zorgverzekeraars de ruimte krijgen zorg-aanbieders die slecht presteren qua sobere indicering uit te slui-ten van contractering.

5.3 Keuzen in de cure

Moeten we in de curatieve zorg scherpere keuzen maken? Het cri-terium ´noodzakelijkheid´ is bij nader inzien niet zo duidelijk. In depraktijk wordt er weinig systematisch op getoetst of over gedebat-teerd binnen adviescolleges, in beroepsgroepen of in de politiek.

zoek en adviezen van professionals. Naast het CVZ is er ook deGezondheidsraad, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid enMilieu (RIVM) en het College ter Beoordeling van Geneesmidde-len. In de curatieve sector is de beoordeling van de vraag of eenmiddel noodzakelijk, werkzaam en doelmatig is voorbehoudenaan deze adviescolleges.

Onze indruk is dat de adviescolleges en beroepsgroepen er rede-lijk in slagen om in het curatieve pakket te schiften op de criteria‘werkzaam’ en ‘doelmatig’. De vraag of iets voor eigen rekeningkan komen, wordt zelden in dit circuit aan de orde gesteld (of opzijn minst willekeurig beantwoord). Een middel dat heel goed-koop is, wordt nooit om die reden alléén geweerd uit het verze-kerde pakket. Een bril wordt niet vergoed, al is die altijd medischnoodzakelijk en niet eens zo goedkoop, maar deze kan uit eigeninkomen wel worden betaald. Allerlei medicijnen zijn heel goed-koop en toch is er vergoeding. Soms is het verstandig om eengoedkoop middel toch te verzekeren, om te voorkomen dat men-sen anders gebruik gaan maken van dure (wel verzekerde) midde-len. Voor ons is het geen prioriteit om in het curatieve pakketscherper het criterium ´kan voor eigen rekening komen´ toe tepassen, zoals we hiervoor inzake de discussie over de eigen bij-drage al aangaven.

Bij een duidelijke regie vanuit beroepsgroepen (protocollering vandiagnose en verstrekking) en een goede controle door zorgverze-keraars kan het verzekeringspakket breed zijn en blijven, mits ersober en doeltreffend wordt geïndiceerd. Als professionals enzorgorganisaties ruim aanbieden, wordt een breed pakket te duur.De PvdA wil een zo breed mogelijk pakket en vindt daarom datzinnig, sober gebruik van zorg moet worden nagestreefd.

WachtlijstenAls er wachtlijsten zijn omdat de zorgcapaciteit tekort schiet, zul-len zorgaanbieders scherper selecteren (naar noodzaak en urgen-tie). Wachtlijsten en te kleine zorgcapaciteit zijn echter onwense-

84 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 85

Page 44: Zorg voor een gezond leven

meer zal gaan kosten, zelfs als het ons lukt om veel meer met pre-ventie te bereiken. Groeiende technologische mogelijkheden engrotere vraag door vergrijzing leiden tot hogere curatieve uitga-ven, die wij grotendeels in het zorgpakket willen afdekken. Metenige regelmaat zal daarom de discussie weer oplaaien, of eenheel dure nieuwe behandeling (stamceltransplantatie) of opere-ren op hoge leeftijd (een nieuwe heup op je honderdste?) tot deverzekerde curatieve zorg toegelaten moeten worden. De keuzehiervoor is deels ethisch, deels een moeilijke afweging van (col-lectieve) kosten en (individuele) baten, en deels afhankelijk vanonze welvaart.18 Bij toenemende welvaart zullen mensen graagbereid zijn om meer van beschikbare mogelijkheden van degezondheidszorg gebruik te maken. De pakketdiscussie is van alletijden.

Wij denken dat er in de curatieve zorg meer ruimte is om uit tegaan van een sober toewijzen van de formeel verankerde rechten.Hierin is de rol van de huisarts als eerste echelon, poortwachteren verwijzer van cruciaal belang in de Nederlandse gezondheids-zorg. Versterking en uitbouw van die positie is erg belangrijk, juistom te vermijden teveel in allerlei pakketdiscussies terecht tekomen.

5.4 Keuzen in de care

Verpleging en verzorging verschilt in veel opzichten wezenlijk vancuratieve zorg. Het gaat om langdurige revalidatie, behandeling,thuiszorg, verzorging en verpleging van ouderen en ondersteu-ning voor mensen met chronische ziekte of (geestelijke en licha-melijke) handicap. Het is zorg die vaak niet al te technisch is ensterk lijkt op wat normale zorg is die mensen elkaar onderling ver-lenen, zij het dat die zorg in bijzondere omstandigheden, bijzon-dere hoeveelheden en met een bijzondere bewaking en expertise

Bij levensreddende ingrepen of behandelingen staat gauw vast dater sprake is van noodzakelijkheid. Bij vele ingrepen is van het red-den van levens geen sprake, maar kan zonder ingrijpen debestaanskwaliteit ernstig worden aangetast of het normale functi-oneren van mensen worden belemmerd. In dat geval staat nood-zakelijkheid ook vast. Een kapotte knie kan worden gerepareerd -en het staat vast dat mensen ernstig worden gehinderd in hundagelijks functioneren wanneer een operatie achterwege blijft. Maar dezelfde techniek die voor de kapotte meniscus wordtgebruikt, is ook toepasbaar bij vagere knieklachten die het dage-lijkse bestaan niet in de weg staan, hooguit het potje voetbal opzaterdag. Een kijkoperatie op kosten van de verzekering is zogedaan. De fanatieke sporter is er blij mee, maar of het strikt nood-zakelijk is, is de vraag. Het is denkbaar van de sporter te verlangendat hij medische ingrepen zelf betaalt als die vooral de sportbeoe-fening betreffen. In de praktijk is het lastig om te onderscheidentussen medische zorg die normaal functioneren en een kwalitatiefgoed bestaan mogelijk maakt en zaken die meer voortkomen uiteen (luxere) leefstijl en keuzen die mensen daarin zelf maken.

In een rijk hoogontwikkeld land mag verzekerde zorg meer zijndan alleen het allernoodzakelijkst. De medische techniek maakthet mensen ook mogelijk meer te kiezen. Hoe meer medischezorg te maken heeft met eigen voorkeuren, hoe logischer het isdie niet te verzekeren of een eigen betaling te verlangen. In hethuidige curatieve verzekeringspakket zijn weinig verstrekkingendie grotendeels met leefstijl te maken hebben. Het ziekenfonds-pakket is tamelijk uitgekleed. Zelfs zo sterk dat medisch noodza-kelijke zorg ten onrechte erbuiten wordt gehouden. Het niet ver-zekerd zijn van tandartszorg is bijvoorbeeld zo ver doorgeschotendat het behandelen van kaakontstekingen voor eigen rekeningkomt. Wat is het principiële verschil tussen het behandelen vaneen kaakontsteking en een ontsteking elders in het lichaam?

De PvdA houdt vast aan de keuze voor een breed curatief pakket.Wij zijn ons ervan bewust dat zo’n pakket in de loop van de tijd

86 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 87

18 RVZ (1999) Ethiek met beleid en RVZ (2002) Gezondheid en gedrag.

Page 45: Zorg voor een gezond leven

den en dus tot het maken van keuzen. Zo hebben we hiervooraangegeven dat niet-zorg die nu via de AWBZ wordt verzekerd watons betreft uit zo’n verzekerd bestel kan en kan worden overgela-ten (mits voorzien van voldoende financiële middelen) aangemeentelijk beleid.

Complicerend daarbij is nog dat de feitelijke sociale en financiëledraagkracht binnen huishoudens verschilt. Gezinsleden wordengeacht elkaar te verzorgen en het huishouden zelf te regelen.Zoals gesteld: de zorg voor een partner of kind met handicap ofchronische ziekte wordt in sommige gezinnen volledig zelf gedra-gen met hulp van vrienden en familie (mantelzorg), in andere isdat niet of minder mogelijk of beschikbaar en is inzet van profes-sionele hulp nodig.

De interpretatie van wat mensen geacht worden zelf te doen, waarnog een redelijk beroep op mantelzorg mag worden gevraagd enwelke mensen het overduidelijk niet zelf redden, verschilt perdoelgroep en verschuift in de tijd. Het is afhankelijk van opvattin-gen over het al dan niet hebben van betaald werk, van rolpatronenen welke verwachtingen mensen hebben van collectieve zorg. Mensen hebben het steeds drukker met hun baan, het forensen,het opvoeden van kinderen plus alle leuke dingen als sport of the-ater. De dagelijkse zorg kun je ook uitbesteden: wie geld heeft,koopt kant-en-klaar eten en neemt een werkster. Waar de samen-leving in die zin steeds meer dagelijkse zorg uitbesteedt, is hetniet raar te zien dat ook eerder en vaker een beroep wordt gedaanop collectief verzekerde zorg als sprake is van ziekte, handicap ofouderdom in een familie. De leefstijl die mensen kiezen en de kosten die ze bereid zijn zelfte dragen, hebben in die zin invloed op de vraag naar verzekerdezorg. Elke keuze die mensen maken in hun persoonlijk leven is terespecteren, ook als mensen ervoor kiezen veel zorg voor zich-zelf of elkaar uit te besteden. Maar keuzen in dit opzicht zijn nietvrijblijvend, omdat we de kosten met zijn allen via premiesopbrengen.

nodig is. Bij de zorgvragers geldt in de caresector (veel meer danbij de curatieve sector) dat mensen zelf afwegen of ze zorg willenof nodig achten. De zorg voor een partner of kind met handicapof chronische ziekte en zelfs psychiatrische klachten wordt insommige gezinnen volledig zelf gedragen, in andere is dat niet ofminder mogelijk en is collectief verzekerde zorg nodig. Dat is vol-strekt anders dan in de curatieve sector. Geen mens in Nederlandzal zijn eigen gebroken been wel even behandelen.

Wat tot het AWBZ verzekerde pakket hoort, is globaal beschreven.Sinds kort wordt gewerkt met functies: verblijf, behandeling, ver-pleging, verzorging, ondersteunende en activerende begeleidingen huishoudelijke verzorging. Dat geeft weinig houvast. Wat aanprecieze zorg en therapieën in AWBZ-instellingen wordt gebodenof door thuiszorgmedewerkers wordt gedaan, wordt weinig uitge-splitst, verantwoord en beoordeeld. Het CZV schrijft niet voor hoeverpleeghuiszorg moet zijn of welke ondersteuning voor dementeouderen het beste werkt. Of een methode in de gehandicapten-zorg doelmatig en werkzaam is, wordt amper onderzocht. Ofthuiszorg na ziekenhuisopname medisch noodzakelijk is, is eenvraag die slechts op casuïstisch niveau wordt beantwoord. De cri-teria van Dunning worden nauwelijks toegepast op grote delenvan de AWBZ-zorg. Daarom en omdat in de periode 2000 tot2004 budgetbeperkingen vervielen, is er een sterke groei vanAWBZ-uitgaven geweest. Lange wachtlijsten zijn deels wegge-werkt, en dat was gewenst beleid. Beheersing van de groei vanuitgaven blijft echter ook hier nodig.

Wij pleiten zoals eerder gesteld voor de organisatie en uitvoeringvan langdurige zorg en ondersteuning onder verantwoordelijk-heid van gemeenten volgens een nieuwe Wet op Maatschap-pelijke Zorg en Participatie (WMZP). Gemeenten zullen investe-ren in samenhangend beleid en sociale netwerken en zo kostenbesparen. Wij pleiten daarbij voor duidelijke wettelijke rechten opdeze langdurige zorg. Het betekent dat het nodig blijft om lande-lijk te begrenzen wat de zorg is die gemeenten altijd moeten bie-

88 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 89

Page 46: Zorg voor een gezond leven

Samenvatting hoofdstuk 5Het pakket: keuzen in de zorg

De PvdA kiest voor een breed pakket en heldere besluitenEen breed pakket omdat dit leidt tot solidariteit in de zorg en toteconomische voordelen. Scherpe keuzen vanwege kostenbeheer-sing en de mogelijkheid om politiek te sturen op aanbod engebruik van zorg. We doen dat door:a. uit te gaan van een breed curatief pakket, met scherpe keuzen,

vooral door professionals en het CVZ in de beoordeling vandoeltreffendheid en werkzaamheid en kosten-batenverhoudingin medische zin; hierbij uitdrukkelijk de criteria van Dunning tehanteren;

b. de preventieve en basis tandartszorg terug te brengen in hetpakket van de basisverzekering;

c. in de care uit te gaan van een heldere rechten in een nationalevolksverzekering en meer te sturen via eigen bijdragen en debeoordeling van noodzakelijkheid dichter op het lokaal niveaute brengen;

d. de verplichte indicatieorganisatie af te schaffen en maximalevormvrijheid op lokaal niveau mogelijk te maken;

e. wachtlijsten in principe niet als instrument te accepteren omvraag naar en aanbod van zorg te beheersen, hoogstens alsdeel van een efficient systeem van planbare zorg;

f. te blijven pleiten voor een sterke positie van de huisarts in hetsober en doelmatig beoordelen van noodzakelijke zorg;

g. uit te lokken tot discussie over deze gevoelige materie.

Waar persoonlijke voorkeur en leefstijl een rol spelen, is het duszinnig en acceptabel eigen bijdragen te verlangen. De zorg is welnoodzakelijk maar tegelijk afhankelijk van die eigen keuzen.Vergelijk dit maar met professionele kinderopvang. Niemand zalbetwisten dat kinderopvang noodzakelijk en nuttig is voor zowelgebruiker als samenleving. Toch staat buiten kijf dat een eigen bij-drage van ouders (naast een bijdrage van werkgevers en overheid)nodig is om kosten beheersbaar te houden en te erkennen datgebruikers zelf ook profiteren. Langdurige zorg en levensonder-steuning zijn in die zin te zien als een maatschappelijke dienst-verlening waarvoor mensen een bijdrage over hebben, als hetmaar goed is georganiseerd.

Juist vanwege deze moeilijke maar noodzakelijke inschatting,bijna per individueel ‘geval’, ligt hier een grote uitdaging voor deonderliggende beoordelings- en toewijzingssystemen. Hierbijmoet maximaal worden samengewerkt tussen lokale overheid enprofessionele zorginstellingen. Een onafhankelijke, bureaucra-tisch gecontroleerde indicatieorganisatie past daar volgens onsniet in. Het gaat juist om een goede mix van lokaal geaccepteer-de criteria voor zorgtoewijzing, een individuele aanpak op maatwaarvoor de expertise vooral in de zorg zelf zit en een goede toe-leiding en organisatie van de zorg en zorgprocessen zelf. Dit allesvalt niet te rijmen met een losstaande organisatie die alleen indi-ceert en niet is ingebed in het zorgveld. Wij pleiten hierin voormaximale vormvrijheid op lokaal niveau, ook vanuit de doelstel-lingen doublures, onnodig vertragende processtappen en bureau-cratisering tegen te gaan. Hierbij moet uitdrukkelijk ook gebruikworden gemaakt van de expertise en de beoordelingen door pro-fessionals. Dat dit zal leiden tot verschillen in de zorg tussengemeenten nemen we voor lief. Ten dele zouden we dat zelfs wil-len bevorderen als dit wordt aangevuld met informatie- en prik-kelsystemen om tot een goede uitruil van verbeteringen en slim-me ideeën tussen gemeenten te komen. Innovatie door diversiteitin plaats van starheid door een streven naar formele gelijkheid.

90 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 91

Page 47: Zorg voor een gezond leven

worden. Op allerlei manieren is het professionele denken en han-delen in de zorg ingeperkt, ondergewaardeerd, verdwenen of zelfsvergeten. Dat is het slechtste wat organisaties van professionalskan overkomen, want de kern van de dienstverlening wordt gele-verd door goedopgeleide, zelfstandige werknemers met een hogemate van zelfsturing, horizontale verantwoording en scherpeberoepscodes. Bovendien worden kwaliteit, klantgerichtheid enuniciteit van de dienstverlening sterk bepaald door de professio-nals zelf. Een (goede) professional is het belangrijkste schaarsegoed - slechts deels vervangbaar, vaak alleen met een hogeinvestering in opleiding en beloning. En dus moeten organisatieen management en interne staf daar vooral faciliterend, dienst-verlenend en stimulerend tegenover staan.

Voor de professional in de zorg, van dokter tot wijkverpleegkundi-ge, van apotheker tot fysiotherapeut, van verzorgende tot psycho-loog, van maatschappelijk werkende tot revalidatiearts, zit het zoechter al heel lang niet meer in elkaar. Management en bureau-cratie hebben naar hun gevoel gezamenlijk veel meer macht engrip naar zich toe getrokken dan in deze visie past en doelmatigis. Vaak wordt op een verkeerde manier gestuurd: de inspannin-gen in plaats van de resultaten worden tot in detail gemeten engestuurd. Zo verzuchten veel professionals dat ze alleen tenbehoeve van de ‘hobby’s’ van deze groep papieren en formuliereninvullen, terwijl ze vanuit hun eigen beroepsopvattingen hiertoeten dele zeker ook bereid zijn. Vooral als het resultaat duidelijkertelt. Willen we de zorg teruggeven aan de professional en vooralaan de kernrelatie tussen patiënt en professional, dan moet hierwat gaan veranderen.

De zorg heeft, net als andere sectoren van publieke dienstverle-ning zoals politie, brandweer en onderwijs, last van onderwaarde-ring van frontliniemedewerkers ten opzichte van de wereld van

6. Werken en ondernemen: de professional aan zet

De vraag naar zorg zal de komende decennia groeien aangeziener meer ouderen zijn. Die groep heeft een grote zorgbehoefte.Daar komt bij dat er door technologische vooruitgang steedsmeer mogelijk wordt in de gezondheidszorg en nieuwe mogelijk-heden creëren nieuwe behoeften. Op dit moment werken er ruim8 miljoen mensen op de Nederlandse arbeidsmarkt, van wie meerdan een miljoen in de zorg.19 Het belang van de zorgsector alswerkgever zal slechts groeien. Zo is de schatting dat tot 2010 deinstroom van huisartsen landelijk met 54% moet toenemen omaan de vraag te kunnen voldoen.20 Voor verzorging en verpleginggelden soortgelijke groeiverwachtingen. En dat terwijl de arbeids-markt krapper wordt. Of dit een realistisch scenario is, mogen we betwijfelen. De een-voudige rekensom maakt wel twee dingen duidelijk. Ten eerstemoet het aantrekkelijk zijn om in de zorg te werken. Als de zorgzijn glans verliest, raakt de beschikbaarheid van zorg in grootgevaar. Ten tweede moet er alles aan gedaan worden om de pro-ductiviteit in de zorg te verbeteren. Niet door zorgverleners veelharder te laten werken, want een gebrek aan inspanning is meest-al niet het probleem. Een gebrek aan doelmatigheid is dat wel. Dezorg moet zo ingericht zijn dat de beste voorbeelden snel navol-ging krijgen en dat belemmerende, vaak demotiverende, regelge-ving zonder dralen wordt afgeschaft.

6.1 Werken in de zorg

Innovatie begint bij de professional in de zorg. Voor innovatie isruimte nodig, en vertrouwen. Uiteraard niet tegen elke prijs, enzeker niet zonder dat professionals hierop aangesproken mogen

92 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 93

19 CBS (2004) Arbeidsrekeningen (werkgelegenheid) 1997-2003.

20 Van der Velden e.a., Arbeidsmarktinformatie Zorg en Welzijn, 2004.

Page 48: Zorg voor een gezond leven

ondernemer (dat kan ook via freelanceovereenkomst). Hybridearbeidsovereenkomsten en bijbehorende gezagsverhoudingenwijzen wij af. Dubbele aanstellingen, zoals een beschermdebinnen de warmte van een ziekenhuis plus een ondernemende ineen quasi-commerciële zorgaanbieder, leiden tot belangenconflic-ten en moeten worden tegengegaan. Voorop staat daarbij dewisselwerking tussen de ondernemende organisatie en de onder-nemende professional.

Een terugkeer naar het professionele (in plaats van het ambtelijkeof industriële) model voor de zorg is broodnodig. Daarvoor is eenhelder concept nodig over de verantwoordelijkheid en bevoegd-heid van de eigen organisatie waar men werkt. En zelfs een ver-groting van concurrentie en ondernemerschap draagt hiertoe bij.In dat laatste geval ziet namelijk iedereen direct in, hoe noodzake-lijk goede en gemotiveerde professionals zijn voor de organisatie.

6.2 Ruimte voor resultaat

Zorgverleners doen grote inspanningen voor de gezondheid vanmensen. Maar de enorme inspanningen zijn niet altijd de meestdoelmatige. Dat valt niet altijd iemand te verwijten. Het stelselvan zorgaanbod staat bol van de vreemde regelingen die ooit metde beste bedoelingen bedacht zijn, maar in veel gevallen eengoede zorg eerder hinderen dan bevorderen. In de regelgevingrond gezondheid gaan wij niet meer vanzelfsprekend uit vangoede bedoelingen, maar zal het benoemen van resultaat en hetmeten van uitkomsten leidend zijn. Net zoals nieuwe behandelin-gen in de geneeskunde met doordachte experimenten wordenontwikkeld, willen wij dat ook beleid meer op basis van experi-menten en het meten en vergelijken van resultaat wordt gestoeld.

Het is zaak dat we het gestolde wantrouwen doorbreken dat degezondheidszorg momenteel beheerst. Dat vraagt erom dat ver-trouwen geschonken wordt aan de partijen in de zorg die met

beleid, staf, overhead en middenmanagement. In de huidige cul-tuur en beloningssystematiek maakt men uiteindelijk carrièredoor van het bed af te gaan en achter het bureau en de vergader-tafels plaats te nemen. Dit is een verspilling en onderwaarderingvan zorgtalent. Het werk van de professional zal financieel eninhoudelijk moeten worden opgewaardeerd. De onderwaarderingconstateren wij vooral buiten de gespecialiseerde medischeberoepen. Zo liggen de uurtarieven voor fysiotherapie en psycho-logische hulp onder die van andere dienstverleners (zoals lood-gieters). Dat is fnuikend voor de arbeidsmotivatie en uitermateschadelijk voor het wervend karakter op de arbeidsmarkt.

De professionals hebben de huidige verstarring voor een deel ookaan zichzelf te wijten. Veel regulering in de sector is voortgeko-men uit driftig lobbywerk van georganiseerde beroepsgroepen;vaak meer gericht op bescherming dan op innovatie of doelma-tigheid. Tegelijk is er ook beschermende wetgeving die tot in deinstelling beoordeelt en bewaakt wie wat mag doen en zelfs welkebeloning en inspraakstructuren daarvoor gelden. Niet alleen over-heidsregelgeving leidt hieraan, ook de CAO’s zijn een bolwerk indeze strijd tussen de beroepsgroepen. Dit ondermijnt de moge-lijkheid om per instelling innovatief en adequaat met taakverde-ling en functieopbouw bezig te zijn. En het leidt tot regelgeleid enprocedureel gedrag van het management. Meer vrijheid en ruim-te voor de professional in de zorg betekenen onvermijdelijk datingeleverd moet worden op deze gedetailleerde bescherming vanbuitenaf. Wanneer dat gebeurt, zal ook de doelmatigheid van dezorg verbeteren.

Professionals in de zorg spelen nu vaak ondernemer, zonder deconsequenties van ondernemen te willen aanvaarden, in termenvan werken voor eigen rekening en risico. De PvdA wil dat veran-deren, juist omdat ondernemerschap in de toekomst belangrijkerwordt. De rolverdeling tussen zorgorganisaties en professionalsmoeten dan glashelder zijn voor iedereen die in de zorg werkt. Erzijn twee smaken: werknemer (al dan niet via uitzendbureau) of

94 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 95

Page 49: Zorg voor een gezond leven

Ten eerste: horizontale verantwoording (dus aan bevolking enbetrokken maatschappelijke partijen) gaat voor verticale verant-woording (dus aan allerlei toezichthouders). Ten tweede: toezichthouders worden gehouden aan strengeprestatie-eisen die hun regeldruk per saldo indammen. Er magbijvoorbeeld alleen informatie opgevraagd worden door een toe-zichthouder als deze daarop ook binnen vier weken officieel rea-geert met een relevant oordeel. Ten derde: de toezichthouders worden in aantal uitgedund. Zomag er maar één toezichthouder zijn op allerlei rechtmatigheids-eisen en deze moet dan ook nog sterk uitgaan van de accoun-tantscontrole die toch al verplicht plaatsvindt. Een goed voor-beeld hier is de rechtmatigheidseis dat werknemers die tussentwee banen in zitten, officieel eerst moeten worden uitgeschreven(met de vraag wat dit betekent voor hun recht op zorg) en kortdaarna weer ingeschreven. Ten vierde: regels gaan meer uit van vertrouwen, bijvoorbeeld ver-antwoording achteraf in plaats van vooraf. Toezicht moet ookbevorderen dat instellingen hun eigen kwaliteitscontrole hebbenen veel meer daarop (steekproefsgewijs) worden getoetst. Eenkleine rondgang door de zorg leert dat het barst van de voorbeel-den waarbij regels innovatie en soms zelfs goede zorg belemme-ren. Kijk maar naar de nieuwe bouwconcepten, die niet passen inde zeer gedetailleerde normen en voorschriften, maar wel effi-ciencywinst en betere logistiek opleveren.

Spelregels zijn er vooral om inzicht te krijgen in daadwerkelijkgeleverde zorg, inzicht dus in de resultaten. Dat staat in schrilcontrast met de manier waarop zorgaanbieders en verzekeraarszich nu nog moeten verantwoorden, namelijk voor hun inspan-ningen en rechtmatigheid. Meten van output in de zorg is nieteenvoudig. Daarom is een zekere uniformiteit in indicatoren overkwaliteit en kwantiteit van geleverde zorg behulpzaam. Dat biedtde mogelijkheid om te vergelijken, voor de toezichthouders, maarvooral ook voor de burgers.

elkaar de doelmatige zorg moeten leveren: aanbieders, verzeke-raars, professionals en patiënten. Het vraagt om ruime kaders omgevarieerde voorzieningen op maat te leveren, met een scherptoetsingskader op resultaten, achteraf (dus minder controle opinspanningen, vooraf). Om te voorkomen dat dit weer leidt totbureaucratie aan de achterkant van het handelen, moeten bepaal-de vormen van toezicht voorrang krijgen, bijvoorbeeld het toe-zicht op kwaliteit. Wanneer toezicht door de NederlandseMededingingsautoriteit (NMa) en Inspectie voor deGezondheidszorg (IGZ) strijdig zijn aan elkaar, bijvoorbeeld alseen samenwerking in het aanbod enerzijds wordt gezien alsgoede zorg op maat en anderzijds als ongeoorloofd kartel, gaathet toezicht op kwaliteit voor. Zo staat het al in de mededingings-regels, maar het is van groot belang om dat steeds weer tebevestigen. Dat schept helderheid en vertrouwen dat de partijenin het belang van kwaliteit voor de patiënt handelen en dienen tehandelen. Wij introduceren een heldere regel. Wij willen dat bijconflicterend toezicht, het toezicht op kwaliteit voorrang heeft. Ditnoemen we toezicht van links.

Juist omdat we zo hechten aan een betaalbaar en tegelijk solidairbestel van zorg moeten we sterk letten op doelmatigheid enkosten. Dat kan niet door de kosten per decreet (budgetten, prijs-maatregelen) af te kondigen. Decreten leiden tot afwentelen,afwachten en afhankelijkheid. Tot zorgaanbieders die zich op definancieringsregels richten, in plaats van zich af te vragen wie nueigenlijk hun klanten zijn. Tot verzekeraars, die zich achter regelsverschuilen, in plaats van tegenmacht te organiseren. Tot patiën-tenorganisaties, die vaste bezoeker van departementen zijn, inplaats van innovatieve coalities met zorgaanbieders of verzeke-raars te sluiten. Veel van de voorstellen die we doen, leiden weer tot nieuwe regels.In een sector die toch al zwaar geteisterd wordt door regelingenen oekazes lijkt dat een slechte zaak. Maar we willen ook van eenhoop regels af. Per saldo zal de regeldruk gaan afnemen en detransparantie groter worden, als we uitgaan van vier principes.

96 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 97

Page 50: Zorg voor een gezond leven

Samenvatting hoofdstuk 6Werken in de zorg

De PvdA maakt werken in de zorg aantrekkelijk.We doen dat door:

a. de doelmatigheid van zorg te verbeteren. Daarvoor moet desector zo georganiseerd zijn dat de beste voorbeelden snelnavolging krijgen en dat belemmerende, vaak demotiverende,regelgeving zonder dralen wordt afgeschaft;

b. door de professional ruimte, vertrouwen en aanmoediging tegeven, en dat betekent verantwoording van resultaten achter-af, en dus minder controle op inspanningen vooraf, en een hel-dere rolverdeling tussen verzekeraars, zorginstellingen, toe-zichtorganen en overheid;

c. door de wisselwerking tussen ondernemende organisaties enactieve professionals te verbeteren en heldere keuzen temaken tussen werknemerschap en ondernemerschap vooreigen rekening en risico;

d. de oneerlijke concurrentie tussen beroepsgenoten of naar deeigen instelling waar men parttime in dienst is, tegen te gaan;

e. te kiezen voor een verdeling van status en beloning binneninstellingen waarbij de handen aan het bed zoveel mogelijkcentraal staan, in tegenstelling tot overhead en managementen soepeler om te gaan met allerlei regels die doorstroming,taakverschuiving en flexibiliteit tussen verschillende beroepenhinderen;

f. ondermaats presterende zorginstellingen en zorgverlenersniet langer te accepteren, en het toezicht op kwaliteit voorrangte geven. De PvdA introduceert een heldere regel: Toezicht vanlinks (op kwaliteit) gaat altijd voor!;

g. de regels in de zorg drastisch te reduceren door toepassingvan de uitgangspunten rond toezichthouders zoals horizonta-le verantwoording gaat voor verticale verantwoording, toe-zichthouders worden gehouden aan strenge prestatie-eisen enin aantal teruggebracht.

98 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 99

Page 51: Zorg voor een gezond leven

Lijst van afkortingen

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten CBS Centraal Bureau voor StatistiekCVZ College van ZorgverzekeringenGGD Gemeentelijke GezondheidsdienstIGZ Inspectie voor de GezondheidszorgNMA Nederlandse Mededingingsautoriteit PGB Persoonsgebonden BudgetRIO Regionaal Indicatie OrgaanRIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuRvB Raad van BestuurRvT Raad van ToezichtRVZ Raad voor de VolksgezondheidSCP Sociaal en Cultureel PlanbureauVROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

en MilieuVWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en SportWMO Wet Maatschappelijke OndersteuningWMZP Wet op Maatschappelijke Zorg en ParticipatieWRR Wetenschappelijke Raad voor het RegeringsbeleidWVG Wet Voorzieningen GehandicaptenWWI Wet Werk en Inkomen

100 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 101

Page 52: Zorg voor een gezond leven

Lijst van bronnen

• Algemene Rekenkamer (2003) Preventieve gezondheidszorg.• CBS (2004) Arbeidsrekeningen (werkgelegenheid) 1997-2003.• CBS (2004) AZWinfo, Arbeidsrekeningen (werkgelegenheid

in zorg en welzijn).• CVZ (2003) Signalement Mondzorg: Evaluatie beperking aan-

spraak tandheelkunde.• Kenniscentrum PvdA (2004) Röntgenfoto van zorg.• Nivel (2002) Enquête de leden van het Consumentenpanel

Gezondheidszorg, een samenwerkingsverband tussen deConsumentenbond en Nivel.

• Projectgroep Zorg PvdA (2004) De zorg als zorgenkind: onzediagnose.

• PvdA (2004) Beginselmanifest.• RIVM/F. van der Lucht (2002) ‘Sociaal-economische gezond-

heidsverschillen’, in: Nationaal Kompas Volksgezondheid. • RVZ (1999) Ethiek met beleid.• RVZ (2002) Gezondheid en gedrag.• SCP (2003) De sociale staat van Nederland.• SER (2000) Naar een gezond stelsel van ziektekostenverze-

keringen.• Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2004-2005,

Rijksbegroting 2005.• Tweede Kamer der Staten-Generaal, Handelingen 2004-2005,

Behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begro-tingsstaat van het ministerie van VWS (XVI) voor het jaar2005 (29800 XVI), nr. 13.

• Velden, van der e.a. (2004) Arbeidsmarktinformatie Zorg enWelzijn.

• Verkeer en Waterstaat, Ministerie van en Ministerie vanVROM (2004) Nota Mobiliteit.

• VWS, Ministerie van (2004) Jaarbeeld zorg 2003.• WRR (2004) Bewijzen van goede dienstverlening.

102 Zorg voor een gezond leven PvdA-projectgroep Zorg 103

Page 53: Zorg voor een gezond leven

104 Zorg voor een gezond leven