Genesis 610 – 101

1

Genesis is samengesteld uit documenten (‘toledot’) die de aartsvaders hebben nagelaten.

2

1 Dit is het BOEK van BOEK van toledottoledot van Adam.

Genesis 5

toledot = documenten

NBG: nakomelingen, geschiedenis

3

1 Dit is het BOEK van BOEK van toledottoledot van Adam.

Genesis 5

* ‘tweede scheppingsverhaal’ (hfst.2)

* eerste overtreding (hfst.3)

* Kaïn en Abel (hfst.4)

4

9 Dit zijn de toledot van Noach.

Genesis 6

* het register van tien generaties tot de zondvloed (hfst.5)

* ‘de zonen Gods’ en ‘nephilim’ (hfst.6)

5

1 Dit zijn de toledot der zonen van Noach: Sem, Cham en Jafet...

Genesis 10

* de zondvloed (hfst.6,7,8)

* eerste gebeurtenissen na de zondvloed (hfst.9)

6

De ‘bronnensplitsing’ ziet in het Bijbels bericht omtrent de zondvloed de samensmelting van op zijn minst tweeërlei verschillende overlevering (…)Volgens een der nieuwste opvattingen zou men zelfs aan drie ‘bronnen’ moeten denken…

‘Korte Verklaring’dr.G.Ch. Aalders

7

meerdere vermeldingen van:

• aankondiging zondvloed

• ingaan in de ark

• toename van het water

• verwoestende effecten van de vloed

• etc.

8

en verder…

• afwisselende stijlen

• afwisselend woordgebruik

• afwisselende aanduidingen van God (‘Elohiem’ en ‘Jahweh’)

• etc.

9

het zondvloedverhaal is…

# ooggetuigen-verslag van Sem, Cham en Jafeth vanuit de ark.

# GEEN verhandeling over de lotgevallen van ‘de planeet aarde’

10

Aarde

De aarde is vanaf de zon gezien de derde planeet van ons zonnestelsel…

11

12

10 En God noemde het droge aarde (erets = land), en de samengevloeide wateren noemde Hij zeeen.

Genesis 1

“De aarde” in de Bijbel…

13

ha erets

NBG-vert.

b.v “het land Israël”, “het land Egypte”

14

189 x “de aarde”

302 x “het land”

ha erets ± 30x in het zondvloedverhaal…

15

19 En de wateren namen geweldig sterk toe over de aarde*…

Genesis 7 (NBG enz.)

19 En de wateren namen geweldig sterk toe over het land…

Genesis 7

16

19 … en alle hoge bergen onder de ganse hemel werden overdekt.

Genesis 7 lett.

17

18

"We mogen ook niet zeggen, dat het in Gen.6-9 alleen om de aarde gaat inzoverre die binnen Noachs gezichtsveld lag.... het gaat in Gen.6-9 helemaal niet om een beschrijving door Noach of om zijn persoonlijke indrukken."

‘de ark in de branding’, 1977 (blz. 39,40)

19

1 Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden.

Genesis 8 (NBG enz.)

20

1 Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over het land strijken, zodat de wateren daalden.

Genesis 8

21

het “gehele land” of de “gehele aarde”?

Hoe hebben de kangeroe, de ijsbeer en de pinquin hun reis naar de ark kunnen ondernemen?

Hoe kon de hele dierenwereld verzorgd worden door een achttal mensen?

Hoe hebben zee- en zoetwaterdieren in hetzelfde water kunnen overleven?

etc.

22

8 … de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water.

2Petrus 3

23

24

5 (Indien God…) de wereld van de voortijd niet gespaard heeft…

2Petrus 2

25

5 … maar Noach, de prediker der gerechtigheid…

2Petrus 2

Noach emigreerde niet maar predikte nl. door een ark te bouwen.

26

5 … met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen bracht…

2Petrus 2 heel de mensheid stamt af van deze acht mensen

27

Vandaar…

Heel de mensheid bewaart herinneringen aan de zondvloed.

Geen overleverig zo oud en wijdverbreid als die van een gigantische watervloed.

Honderden (!) overleverigen ontdekt bij vrijwel alle volken.

28

belangrijkste overeenkomsten…

1.een boot als middel van ontkoming;

2.een algehele vernietiging;

3.de bewaring van een uitverkoren familie;

4.zonde van de mensheid reden van vloed;

5.dieren als medebewoners van ark;

6.vogels verschaffen informatie ná de vloed;

7.de ark landt ten slotte op gebergte;

8.de overlevenden ontvangen Gods gunst.29

30

De ark kreeg vaste grond op

… 17-de van de 7-de maand (Gen.84) = sinds Ex.12 de 1-ste maand

de datum dat Christus verrees!

31

“na verloop van veertig dagen…” (86)

… wordt het venster naar boven geopend

de dag dat Christus ten hemel voer

32

rond de 50-ste dag (87-11)

… komt de duif met een vers olijftak terug

Pinksteren

33

34