Was er een universele zondvloed

30
Was er een universele zondvloed? 1 De zondvloed door Michelangelo Buonarroti, fresco — 1508-1512 Sixtijnse kapel, Vaticaan REDEN VOOR DE VLOED: ZONDE Was er een universele zondvloed? Guido Biebaut, 2008-2009 Alle rechten voorbehouden Verschenen in het Vlaamse evangelisatieblad Kruisbanier, 2007 en 2008 ONTBREEKT 4, dat nooit verscheen. Het artikel is verloren geraakt na een virusinfectie van de PC. ****** Was er een universele zondvloed? (1) In onze bijdragen over de dinosauriërs was het al aangegeven. Een groot deel van die dieren had een universele zondvloed overleefd. Mensen nadien hebben er afbeeldingen van gemaakt. Over die vloed gaan we enkele bijdragen publiceren. En we beginnen met gelijkenissen van het Bijbelverhaal na te gaan in andere culturen. Dat geeft één zaak duidelijk weer, de overlevenden van de vloed hebben hun kinderen die verhalen doorgegeven. Ze zijn echter door hen niet in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven.

description

Was er een universele zondvloed In Genesis staat de beschrijving van de universele zondvloed. In Genesis 6 tot en met 9 lezen we over de opdracht die God gaf aan Noah een ark = een grote boot, te bouwen. God is het onrecht en het ongeloof dat onder de mensen is ontstaan totaal beu en zal met één grote watervloed alle leven, mens en dier vernietigen. Van alle dieren nam Noach er een paar aan boord en enkele meer van dieren die hij na de vloed zal offeren.

Transcript of Was er een universele zondvloed

Page 1: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 1

De zondvloed door Michelangelo Buonarroti,

fresco — 1508-1512 Sixtijnse kapel, Vaticaan

REDEN VOOR DE VLOED: ZONDE

Was er een universele zondvloed?

Guido Biebaut, 2008-2009 Alle rechten voorbehouden

Verschenen in het Vlaamse evangelisatieblad Kruisbanier, 2007 en 2008

ONTBREEKT 4, dat nooit verscheen. Het artikel is verloren geraakt na een virusinfectie van de PC.

******

Was er een universele zondvloed? (1)

In onze bijdragen over de dinosauriërs was het al aangegeven. Een groot deel van die dieren had een universele zondvloed overleefd. Mensen nadien hebben er afbeeldingen van gemaakt. Over die vloed gaan we enkele bijdragen publiceren. En we beginnen met gelijkenissen van het Bijbelverhaal na te gaan in andere culturen. Dat geeft één zaak duidelijk weer, de overlevenden van de vloed hebben hun kinderen die verhalen doorgegeven. Ze zijn echter door hen niet in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven.

Page 2: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 2

DE VLOED IN DE BIJBEL

In Genesis staat de beschrijving van de universele zondvloed. In Genesis 6 tot en met 9 lezen we over de opdracht die God gaf aan Noah een ark = een grote boot, te bouwen. God is het onrecht en het ongeloof dat onder de mensen is ontstaan totaal beu en zal met één grote watervloed alle leven, mens en dier vernietigen. Van alle dieren nam Noach er een paar aan boord en enkele meer van dieren die hij na de vloed zal offeren. Wanneer Noach met zijn vrouw, zijn kinderen en schoondochters, acht zielen in totaal aan boord gegaan is, komt er een grote vloed die alles vernietigde. Na maanden rondgedobberd te hebben zond Noach vogels uit om te zien of er al ergens land was. Een zekere maal keert een duif terug met een olijftak. Na de vloed offerde Noah enkele dieren aan God voor zijn redding. God gaf als teken van zijn goedkeuring een regenboog in de hemel weer. Noachs drie zonen zullen stamvaders van alle latere mensenrassen worden. Uit Sem zouden de Semieten ontstaan, uit Cham de mensen van Afrika en uit Japhet de Europeanen.

EEN SUMERISCH VERHAAL

Het waarschijnlijke oudste - de Bijbel niet ingerekend - vloedverhaal komt uit Sumer. Sumerië (het Bijbelse Shinar) is de naam voor een antieke beschaving in Zuidoost Irak, waar de rivieren Eufraat en de Tigris in de Perzische Golf uitmonden.

Hier zijn enkele gelijkenissen tussen de Bijbel en dat verhaal.

Volgens de Bijbel zijn de mensen opstandig tegen God. In het verhaal van Gilgamesh zijn de mensen te talrijk en maken teveel lawaai.

God besluit tot een wereldomvattende vloed. De goden van Sumer beslissen hetzelfde. Er is slechts één rechtvaardig mens op de ganse aarde, Noah in de Bijbel en Ut-Napishtim in het

Sumerische verhaal. De boten zijn verdeeld in hokken waar de dieren zullen verblijven. Alle bergen worden met water bedekt. De helden offeren na de vloed en worden gezegend.

Er zijn ook enkele grote verschillen.

Noah krijgt verbale instructies van God om een ark te bouwen, Ut-Napishtim krijgt dit te horen in een droom.

Ut-Napishtim heeft in zijn ark ook nog een bootsman en enkele werklieden meegenomen, maar Noah zit slechts in zijn ark met zijn vrouw, zonen en schoondochters, acht zielen in totaal.

In het bijbelverhaal regent het 40 volle dagen, in dat van Gilgamesh slechts 6 dagen.

MASAI (OOST-AFRIKA)

Dit volk heeft ook een uitgesproken vloedverhaal. Een rechtvaardige man, Tumbainot, en zijn vrouw genaamd Naipande hadden drie zonen: Oshomo, Bartimaro, en Barmao. De mensen waren zondig en dachten niet aan God en de dichtbevolkte wereld was nog een andere reden voor hun handelen. Totdat een man genaamd Nambija een andere man, Suage, doodsloeg moordden zij elkaar niet uit. God nam daarop het besluit de mensheid te verwoesten De rechtvaardige Tumbainot vond genade in Zijn ogen. God gebood Tumbainot een boot te bouwen. Hij zou die met vrouw en kinderen en dieren van iedere soort bewonen. Toen ze aan boord gegaan waren, kwam van Godswege een grote regenval die voor een overstroming zorgde. Wie niet in de boot was, mensen en dieren stierven. De ark dreef een lange tijd op het water en het voedsel begon op te raken. De regen stopte en Tumbainot zond een duif uit om te kijken of de aarde al droog was maar de duif kwam vermoeid terug. Enkele dagen later liet hij een gier los. Toen de vloed voorbij was landde de ark op de steppe en alle inzittenden, mensen en dieren, stapten uit. Tumbainot zag toen vier regenbogen, één in elke hoek van de hemel, het teken dat Gods toornen voorbij was.

Page 3: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 3

INDISCH VLOEDVERHAAL

In India is een zondvloedverhaal bekend uit de Satapatha Brahma, een appendix van de Veda's (één van hun heilige boeken), met een zekere Manu in de hoofdrol.

Manu is de Noach van het vloedverhaal uit India. Opvallend is hier dat er geen enkele godheid aan te pas komt. De verdorvenheid der mensheid is niet verder benoemd, maar ze sterven toch, en een redding van dieren ontbreekt. Dit is in het kort het verhaal.

Op een dag waste Manu zijn handen en ving daarbij een klein visje. Het visje sprak hem aan en zei: voed mij op, later zal ik je leven redden. Het visje was namelijk bang door de grotere vissen gegeten te worden. Manu bracht het visje groot, eerst in een kleine pot, daarna in een poel en later in de zee.

Op een zekere dag waarschuwde de grote vis Manu, dat er een grote vloed ophanden was en dat hij een boot moest bouwen. Het water begon te rijzen op het tijdstip door de vis aangegeven. Manu scheepte zich in en maakte het schip vast aan de hoorn (waarschijnlijk vin) van de vis die hem naar de bergen in het noorden toe trok. Daar kon Manu aan land gaan. Alle andere mensen en ook nog eens drie hemelen werden verzwolgen. Toen daalde het water en kwam Manu van de berg af.

GRIEKSE ZONDVLOEDVERHALEN

In de Griekse sagenverhalen komen veel bekende zondvloedverhalen voor. Er is het verhaal van Ogyges, de stichter van de stad Thebe een stad in Boetië. Maar dat van Deucalion en Pyrrha is het bekendste. Dit zijn de grote lijnen ervan. De mensen waren zedelijk verwilderd en misdaad was een dagelijkse bezigheid. De oppergod Zeus vond dat er geen hoop meer was voor de mensen en besloot ze te vernietigen. Samen met Poseidon liet Zeus het onophoudelijk regenen en Poseidon liet een vloed opkomen vanaf de zee. (Denk hier aan een tsunami.) Prometheus adviseerde Deucalion een schip te bouwen en daardoor overleefden alleen zij de vloed. De mensen zochten hun toevlucht in de bergen. Bijna alle hoogste toppen van de bergen werden overspoeld en wie een droge plaats wist te bereiken stierf later van de honger. De boot van Deucalion en Pyrrha komt nog vast te zitten op een berg.

AMERIKA

Toen de Spanjaarden in Noord-Amerika aankwamen en de missionarissen de plaatselijke indiaanse bevolking probeerden te bekeren tot het katholicisme hebben deze indianen hun het verhaal van de vloed verteld in hun eigen woorden. De Lakota-indianen die samen met nog enkele andere stammen de grote Siouxnatie vormden, verhaalden dat de mensheid de vloed had overleefd doordat één vrouw door een adelaar op een hoge berg werd gebracht. Later heeft ze een tweeling op de wereld gebracht waar de Lakota's vanaf zouden stammen.

Het merendeel van de indianenstammen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika hebben overleveringen van een wereldwijde watervloed. De Azteken verhaalden dat hun hoogste god Tezcatlopica het mensenpaar Nata en Nena waarschuwde voor een op handen zijnde watervloed. Hij droeg hen op een schip te bouwen. Zo werden ze de enige overlevenden van de ramp. In Londen, in het British museum, ligt een oud Maya-geschrift genaamd het ’Troano-manuscript’. Hier is verteld dat op een zekere dag de poorten van de hemel en de aarde werden opengezet en dat het water bouwwerken verwoest. De gehele bevolking werd uitgeroeid. Het land was lange tijd onbewoonbaar. Toen kwamen er nieuwe bewoners met schepen over de zee.

De Hopi-indianen uit het Zuidwesten van de Verenigde Staten vertellen dat die wereld toen werd vernietigd omdat de mens niet meer gehoorzaamde aan de opdrachten van de Schepper. Slechts zij de Schepper in hun hart bewaarden, werden gered om de dan "vierde wereld" - de huidige wereld - te bevolken. De wereld die door de zondvloed vernietigd werd, was de "derde wereld".

Page 4: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 4

De dieren gaan de ark van Noah binnen.

Illustratie van Edward Hicks op Art PrintOrigneel 81 x 74 cm

Gustave Doré: De zondvloed

******

WIE WAREN DE BETROKKENEN BIJ DE VLOED

Was er een universele zondvloed? (2)

In het verhaal van de zondvloed ontmoeten we enkele personen. Daarover willen we wat zeggen. Begrijpen we wie ze zijn dan zullen we ook het waarom begrijpen van die catastrofe.

BEZWAAR ONGELDIG

Centraal in het zondvloedverhaal staat God als soevereine Heer met zijn genade en met zijn almacht. De reden waarom God besluit de goddeloosheid van de aarde weg te vagen is duidelijk beschreven in het eerste bijbelboek. Genesis 6:5 leest volgens de Willibrordvertaling van 1995: ”De HEER zag hoezeer de slechtheid van de mensen op de aarde was toegenomen, en hoezeer de begeerte van hun hart de hele dag naar het kwade uitging.”

Je hoort beweren dat een universele zondvloed niet kan om de theologische reden dat God toch liefde is. Een universele zondvloed en de vernietiging van de miljoenen goddelozen dat is toch onmenselijk! Waarom zou God zo een agressiviteit tegenover zijn schepping aan de dag leggen? Is dat niet God

Page 5: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 5

onwaardig? Een vraagstelling in die zin heeft echter een verkeerd uitgangspunt. Want indien de Schrift het lot van die ongelovigen beschrijft als ’onmenselijk gedrag en handelen’ waar heb ik dan het recht Gods oordeel in vraag te stellen? Wie ben ik dat ik ooit de diepte en rijkdom van Zijn liefde, maar ook van Zijn gericht zou kunnen begrijpen? Moeten we niet dankbaar aanvaarden dat God barmhartig en rechtvaardig is in al Zijn daden? De verborgen dingen en het goddelijke besluit moeten, voor ons gelovigen, een ja en een amen blijven. De filosofie van mensen – al dan niet theologisch geschoold - is ondergeschikt aan de geopenbaarde waarheid.

Dat men zo gemakkelijk over de “liefde” van God spreekt en zo weinig over de “toorn” van God kan natuurlijk niet. Laat ik een antwoord geven waar we ten volle achter staan. Professor J.N. Sevenster schreef ooit het volgende: “Mensen zijn van nature onderworpen aan de zonde, vijanden van God. Dat geldt voor allen zonder uitzondering... Als wij mensen werkelijk behandeld werden naar wat wij zijn, naar onze zonde, naar onze vijandschap, dan zou het leven in vrede volstrekt onmogelijk zijn. En laat men dan niet zeggen, dat wij toch vanzelfsprekend een beroep mogen doen op Gods liefde. Want liefde en toorn zijn in God geen tegenstelling. Achter dat ganse heilswerk, dat God in Christus begonnen is en dat Hij ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus, ligt de liefde Gods.” (‘Leven en dood in de brieven van Paulus’, Uitg. Holland, 1952, p.45,46).

NOACH

Noach is een getuige en dienst-knecht van God. Hij was een prediker die waarschuwde voor het komende oordeel. Noach is volgens een uitspraak van Petrus in het NT, de prediker der gerechtigheid en hij alleen en zijn gezin, samen een achttal, zijn bewaard gebleven in een wereldomvattende vloed van water (2 Pet.2:5). De aarde was verdorven en voor God was er geen bekering meer mogelijk van de aardse inwoners. Wie vervuld is met een zo groot geweld, waar de scheiding tussen goed en kwaad niet meer onderscheiden word daar heerst totale wanorde. Alles wegvagen en de mens een nieuwe start geven was in Gods ogen de énige oplossing. Dat gebeuren zou dan ook een beeld zijn van wat latere generaties te wachten stond indien met God geen rekening zou gehouden worden. Lucas 17:26,27 NBG zegt: ”En gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zó zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde.”

Noach was al een oude man toen hij voor dit speciale werk werd gekozen. De Schrift zegt dat hij tijdens zijn leven een getuige op aarde was van God. Onder zijn tijdgenoten was hij bekend als een rechtvaardig man. Wat ook van Abel gezegd werd. Noach wandelde met God net zoals Henoch voordien. God roept Noach op om de rechtvaardigheid van hun schepper te verklaren aan zijn tijdgenoten. De elementaire beginselen van waarheid en recht waren door de aardbewoners met voeten getreden. Noach heeft gewezen op hun morele verplichtingen. De heiligheid van God kwam niet meer aan de orde bij de mensen. De wegen die de kinderen Gods bewandelden waren hun eigen wegen. Alleen de eigen wil gold. Als een vlag die hoog wappert zegt de schrift dan: ”Maar Noach vond genade in de ogen des HEEREN” (Gen.6:8).

DE ZONEN GODS

De zonen Gods zegt het verhaal van Genesis trouwden met de dochters van de mensen.

Genesis 6:1,2 SV 77 zegt: ”En het geschiedde, toen de mensen op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden, dat Gods zonen de dochters der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden.”

Wie zijn die zonen? De uitleg van de Statenvertalers is deze: de gelovige mannen en de ongelovige vrouwen hebben elkaar seksueel opgezocht en zo kinderen verkregen die geestelijk anders waren. Er wordt dan verwezen naar het Nieuwe Testament waar 'zonen van God' in de brieven van Paulus wordt gebruikt om mensen aan te duiden die ’in Christus’ zijn (Romeinen 8:14,19 / Galaten 3:26). Het is voor ons duidelijk dat dit geen bevredigende uitleg is. Ik denk dat we geen uitzondering moeten maken met de

Page 6: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 6

andere uitdrukkingen 'zonen Gods' in het Oude Testament, het gaat altijd om engelen. De term komt voor in Job 1:6 NBG: ”Op zekere dag nu kwamen de zonen Gods om zich voor de HERE te stellen, en onder hen kwam ook de satan.” (Zie ook Job 2:1) En ook met een variatie in Job 38:7: ”terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden.”

De tijd na Adam kenmerkt zich door een periode waar het geloof in een God geloochend werd. Men wist dat God ver weg bestond, maar hij hield zich niet bezig met de mensen. En ook ”de zonen Gods”, de afgevallen engelen redeneerden op die wijze. Hun uitleg zal geweest zijn; God strafte Adam niet de dag dat hij zondigde hoewel Hij dat voorzegd had. Ook wij die nog op een hogere trap staan in de schepping dan de mensen, zal God niet straffen wanneer we de mooie mensendames achternalopen. Maar die verkeerde redeneringen waarop ze hun zondigheid willen stoelen klopt niet. De vloek van God rust op Adam en zijn Eva ook als je dat niet hier en nu kan aanduiden. We weten dat Adam uiteindelijk toch stierf als negenhonderddertigjarige. Deze eigenzinnigheid en morele ineenstorting van deze engelen zal hen nog duur te staan komen.

DE 'NEPHILIM', DE GEVALLENEN

De zonen Gods die zich vrouwen kiezen uit de dochters der mensen hebben ook afstammelingen voortgebracht. Ze hebben een naam in de Schrift: de ‘nephilim’, letterlijk vertaald uit het Hebreews ‘de gevallenen.’ ’Nephilim’ kunnen we dus ook aanduiden als ’de gevallenen, de afvalligen.’ Zij beschikten waarschijnlijk over bovenmenselijke machten ze waren mannen van naam, in menselijk opzicht ”reuzen.”

Het is waar dat volgens de Bijbel er twee perioden geweest zijn waarin er reuzen op de aarde waren. In Genesis 6:1-4 is beschreven wie ze zijn, voor de zondvloed. En er staat: "De reuzen waren in die dagen op aarde, en ook daarna." De algemene opvatting die aan ‘en ook daarna’ gegeven word is dat het gaat om dezelfde soort reuzen. Maar dat is niet mogelijk wanneer we de Bijbel zelf laten antwoorden op die vraag. Toen de twaalf verspieders, door Mozes uitgezonden, het hele ‘Beloofde land’ doorkruisten om te zien hoe het er was hebben ze er mensen gezien die ze ”reuzen” genoemd hebben. Numeri 13:33: ”Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren en wij waren als sprinkhanen in onze ogen en ook in hun ogen.”

In Genesis 14:5 en in Deuteronomium 2:10 worden de Emieten genoemd als behorende tot een reuzengeslacht. Deuteronomium 2:20,21 spreekt over een ras: ”lang als de Enakieten, maar de Here had hen verdreven en verdelgd.” Het is God Zelf die deze reuzen verdelgd. Dus zoeken we nu niet meer naar zulke reuzengeslachten.

Velen zien de reuzen na de vloed als afstammend van engelen maar dat is absoluut niet zo! Met de vloed stierven al die reuzen. Het zijn niet meer dan een speciaal mensenras en alle mensen stierven in de vloed behalve de acht die in de ark overleefden. De afvallige engelen zijn sinds die tijd gevangen en wachten op de Wederkomst van Christus die ze definitief naar de hel (Gehenna) zal verwijzen. De tekst die dat allemaal zegt is 2 Petrus 2:4-6 SV 77: ”Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht.”

Er is geen enkele aanwijzing zowel in het OT als het NT, dat er na de vloed nog engelen met vrouwen kinderen gehad hebben. Dat er sommigen reuzen genoemd worden hoeft niets te bewijzen dan, dat ze groot van gestalte waren. Zo zijn er nu ook nog grote mensen. Woorden als ”reuzen” hebben meerdere betekenissen. Dat was al zo in vroegere tijden. We moeten ons bewijs niet gaan zoeken in een apocrief geschrift als het boek van Henoch om hier ons gelijk te halen.

******

Page 7: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 7

Illustratie uit een Amerikaanse kinderbijbel.

EEN ARK VOOR DIEREN EN MENSEN

Was er een universele zondvloed? (3)

WAAROM EEN UNIVERSELE VLOED?

Waarom is het verhaal in Genesis, niet dat van een plaatselijke vloed?

We weten wel dat veel christenen geloven dat de bijbelse vloed slechts een plaatselijke gebeurtenis was. Maar het geloof behouden in de betrouwbaarheid van de Bijbel verplicht ons tot het geloof in een wereldomvattende vloed. We doen het omwille van de volgende redenen:

Noach had bij een lokale vloed gewoon kunnen verhuizen. In een beperkte vloed zou het niet nodig geweest zijn dieren te redden. Het water van de vloed bedekte de toppen van alle bergen. ”En de wateren namen gans zeer de

overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder de ganse hemel zijn, bedekt werden”(Genesis 7:19 SV77).

De Bijbel zegt: ”Al wat een adem van de geest des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het droge was, is gestorven” (Genesis 7:22 SV77).

God beloofde nadien Genesis 9:11 SV77: ”En Ik richt Mijn verbond op met u, dat niet meer alle vlees door de wateren van de vloed zal worden uitgeroeid; en dat er geen vloed meer zal zijn, om de aarde te verderven.” Als dit een plaatselijke vloed is geweest, dan is die belofte van God al vele malen gebroken! Sommige streken in onze wereld hebben eens op de vijf jaar een overstroming. Denk gewoon aan Bangladesh.

HOE DE ARK ER UITZAG

God heeft Noach richtlijnen gegeven over hoe de ark moest gebouwd worden. De onderrichtingen voor de bouw van de ark staan vermeld in Genesis 6:14-16 SV77: ”Maak u een ark van goferhout; met kamers zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek. En aldus is het, dat gij haar maken zult: driehonderd ellen zij de lengte der ark, vijftig ellen haar breedte, en dertig ellen haar hoogte. Gij zult een venster aan de ark maken, en zult haar voltooien tot een el van boven; en de deur der ark zult gij in

Page 8: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 8

haar zijde zetten; gij zult ze met onderste, tweede en derde verdiepingen maken.” Zeer waarschijnlijk kende Noach niets van scheepsbouw. Maar hij wandelde met God en deze architect van de bouwplannen kon hem op elk detail wijzen tijdens de constructie.

Een eerste vraag: hoe lang is een ”el”, dat is de afstand van de elleboog tot aan de vingertoppen. Dit zijn een aantal mogelijkheden:

Hebreeuwse korte el = 44,5 cm. Egyptische korte el = 44,7 cm. Gewone korte el = 45,7 cm. Babylonische lange el = 50,3 cm. Hebreeuwse lange el = 51,8 cm. Egyptische lange el = 52,3 cm.

Voor alle gemak van rekenen nemen we de ”el” = 50 cm.

De ark had dus de volgende kenmerken:

Gemaakt van “goferhout” (teak of een andere harde houtsoort). Binnenin en van buiten, met ”pek” bestreken. ±150 meter lang (300 el), ±25 meter breed (50 el), ±15 meter hoog (30 el). Het ”venster” was een doorlopende gleuf onder de dakrand. Een zijdeur, de ingang. Drie verdiepingen of dekken.

De Bijbel maakt er geen melding van dat Noach werkers aanwierf om mee te helpen de ark te bouwen. Maar het lijkt toch redelijk, dit aan te nemen. Het bouwverloop heeft waarschijnlijk ook de 120 jaar geduurd vanaf Gods waarschuwing dat Hij de wereld zou straffen. Want in Genesis 6:3 SV77 staat: ”Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, omdat hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd twintig jaren.”

DE VORM VAN DE ARK

Het bijbelse woord voor ark is ”tebah.” Een begrip dat 28 maal gebruikt is in het Oude Testament. Het wordt slechts gebruikt voor de ark van Noach en voor het ”kistje van biezen, belijmd met lijm en met pek” (Exodus 2:3) waarin Mozes werd gelegd door zijn moeder. Een woord met een gelijkaardige klank in het Egyptisch betekent ”doos of kist.” Dat wil zeggen dat de ”ark” van Noach geen gestroomlijnd vaartuig was, om gemakkelijk door het water te glijden. De ”doos” lijkt meer op een ”aak” die diep in het water bleef drijven. Noach moest niet van punt ”A” naar punt ”B.” Maar zeewaardig was die ”boot” wel. De Bijbel geeft aan dat de ark gebouwd werd in ”goferhout”. ”Gofer” staat er in het Hebreeuws, maar wat voor hout het was weten we niet zo goed. ”Cipressenhout” is een gissing, hoewel in onlangse Bijbelvertalingen gebruikt voor het begrip ”tebah.” Ook dit soort hout heeft een hoge weerstand tegen verrotting. Wat voor materiaal het precies was blijft dus een raadsel. Volgens Genesis 6:14 zijn er ”kamers” of ”nesten” in die boot, om dieren te huizen en voedsel op te slaan. De ark was van buiten en van binnen ingesmeerd met pek. Het kwam al of niet van een op petroleum-gebaseerd product. Het is namelijk niet onmogelijk dat er vóór de vloed ook olie bestond als product door niet-biologische bronnen gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde bomen die hars afscheiden. Een bewarend en waterbestendig middel was essentieel, want de tocht op het water zou méér dan een jaar duren. De rechthoekige doos is dan klaar; zonder enig zeil, zonder kiel, zonder voorsteven en zonder een anker. De ark zal een jaar lang gewoon op het water dobberen.

DE AFMETINGEN VAN DE ARK

We hebben de bijbelse maten van het vaartuig gerekend in ”ellen”; 300 el lang, 50 el breed en 30 el hoog. Heeft Mozes, de schrijver van het boek Genesis, de Egyptische koninklijke ”el” gebruikt die 52,5 cm lang is? Dat is mogelijk, want Mozes is in Egypte opgevoed. De ark kon dus 157,5 m lang x 26,25 m breed x 15,75 m hoog geweest zijn. Met de kleine ”el” gemeten is dat 137,4 m x 22,9 x 13,7. Het was niet vóór de late 19de eeuw dat er schepen van die afmetingen gebouwd werden. Voor alle gemak in onze

Page 9: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 9

berekeningen kiezen we de ”el” = 50 cm.

Zeer belangrijk is de verhouding van lengte x breedte x hoogte van het schip = 30 x 5 x 3. De moderne scheepsbouw heeft deze verhoudingen slechts zeer laat ontdekt als het beste in de scheepsstabiliteit op ruwe zeeën. De verhouding lengte op hoogte is hier 10 op 1 (300 el op 30 el). Voor de andere verhouding is het 5 op 3 (50 el op 30 el). Er zijn vóór de 19de eeuw honderden schepen vergaan omdat ze niet met die verhouding gebouwd werden. De ark, die door God was ontworpen, zou niet kapseizen, hoe sterk de wind ook zou worden op zee. Met de kleine ”el” gemeten had de ark een volume (kubieke meter) van 43.106 m3 en dat is ongeveer deze van de Titanic geweest. Dit komt overeen met 574 standaard goederenwagons van 75 m3. Met de grote ”el” is dat 65.116 m3 of 868 wagons. Aangezien de ark drie verdiepingen heeft, was er een vloeroppervlakte van 9.500 m2, of met de koninklijke ”el” gerekend 12.400 m2. Dit is ongewoon groot. Het levenswerk van acht mensen.

Het venster waar de Bijbel naar verwijst was zeer waarschijnlijk niet één venstertje maar een lange gleuf onder de dakrand. Dat was er nodig voor de luchtverversing en verlichting. De ark had slechts één deur. Enkele commentatoren geloven dat het betekent dat er één el ruimte moest gelaten worden aan de top, over de gehele lengte van het vaartuig. De deur zou dus niet ergens onderaan gestaan hebben. Mensen en dieren moesten dan op een verhoogde stellage de ark binnengaan op de derde verdieping.

DE DIEREN IN DE ARK

Hoe werden de dieren naar de ark gebracht? De Schrift is hier duidelijk door te schrijven dat zowel Noach (Genesis 7:19 / 7:2) als God (Genesis 6:20 / 7:9, 15) er een aandeel in hadden.

De wereld van de dieren vóór de vloed was geheel verschillend van de onze.

De dieren waren toen nog allemaal vegetariërs (Genesis 1:30). Ze hadden geen vrees voor mensen (Genesis 9:2). Ze zijn onder Gods leiding naar Noach gekomen (Genesis 6:20).

Waarschijnlijk gaat Gods leiding hierin nog verder en hebben veel dieren in de ark een hibernatie-instinct (winterslaap) ontwikkeld, zodat veel dieren in de ark ‘sliepen.’

In Genesis 6:19,20 wordt gezegd dat er koppels van alle soorten dieren plaats namen in de ark: vogels, het vee en allerhande soorten kruipend gedierte. Van wat later reine dieren genoemd worden waren er zeven paren. Het waren ademende dieren en geen zeedieren Ook geen walwissen, want hoewel ademende dieren konden ze zoals steeds blijven doorzwemmen. De nu opgesomde dieren zaten dus wel in de ark:

Sommige dieren die nu uitgestorven zijn Landzoogdieren Landreptielen Dinosaurusachtigen Vogels Amfibieën

******

Was er een universele zondvloed? (5)

of EEN KOE IS GEEN PAARD

We willen een vraag beantwoorden die met regelmaat in deze zaak aan bod komt: hoeveel soorten dieren waren er in de ark?

Page 10: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 10

EEN DEFINITIE

Wanneer we vanuit de lessen biologie een definitie van een diersoort trachten te geven, zullen we horen dat een zekere Linnaeus al in de 18e eeuw, het verschil in dieren wetenschappelijk trachtte te beschrijven. Op zijn idee heeft men verder gebouwd en is bijvoorbeeld volgens E. Mayr dit een goede definitie van diersoort: “in de biologie behoren die individuen tot eenzelfde biologische soort (species) die in de natuur vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.” Een dergelijke biologische definitie van de soort voldoet echter niet aan het bijbelse inzicht. De oorspronkelijke soorten die God geschapen heeft, bezaten een veel groter mogelijkheid tot variatie dan er nu is onder de dieren. Dat moet zo geweest zijn om de eenvoudige reden dat wanneer we de huidige levende soorten gaan indelen, er een groot verschil kan zijn tussen bijvoorbeeld de katachtigen. Veel van die dieren kunnen onder elkaar paren en vruchtbare jongen hebben. Wij wijzen u ook op dit: “Recent DNA-onderzoek heeft aangetoond dat bovenstaande taxonomische indeling niet klopt; wellicht wordt deze dan in de toekomst ook officieel aangepast. De indeling zou dan zijn: Geslacht 1 (samenvoeging bestaande geslachten Panthera, uncia, neofelis) Leeuw, tijger, luipaard, panter, jaguar, sneeuwpanter, nevelpanter. (…)” En dan een opvolging tot 7 hoofdsoorten terwijl er voordien wel 18 waren. Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Katachtigen

WAS ER EVOLUTIE VAN HET PAARD?

Page 11: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 11

Eén van de twintig tabellen voor de "evolutie" van de paarden.

Daar waar over ‘soorten’ gesproken wordt in de kringen van de evolutionisten komt het ontstaan van het paard achter de hoek kijken. We gaan er op in, omdat dit een verhaal is van het falen van die leer hoewel ze het tegendeel zullen beweren. We halen er een tabel bij, jammer genoeg uit het Engels maar niet zo moeilijk te interpreteren. [1]

Wat zegt men over de 'evolutie' van het paard? Er zou een geleidelijke ontwikkeling geweest zijn van een klein paardachtig wezen met 4 tenen dat zich ontwikkelde tot het modern paard met slechts 1 grote teen (de hoef). Uit de vondsten van Noord-Amerika (een tweehonderdvijftigtal paardachtige fossielen gevonden) zou een bepaalde lijn gerangschikt kunnen worden zoals in de tabel. Het is toch eigenaardig op te merken dat dit niet het énige model is maar dat er zo'n 20 verschillende evolutielijnen van het paard zijn. (Zie van: Bowden M., Science vs Evolution, Sovereign Publications, Kent, GB, 1991, blz.26-29.) Gezien de onderlinge strijd van evolutionisten gaan we niet uitvoerig in op al de verschillen onderling, maar toch dit. Prof. G. Simpson een grote mijnheer op dit terrein (er verschenen van hem minstens drie boeken vertaald in het Nederlands) zegt: "De continue transformatie van Hyracotherium (een fossiele paardachtige) tot Equus (het modern paard), zo geliefd bij vele generaties boekschrijvers, is in de natuur nooit gebeurd." (Simpson, G.L., 'Life in the Past', blz.i,19) Een Frans paleontoloog, Charles Deperet zei: "De veronderstelde stamboom van de Equidae (familie der paardachtigen) is een bedriegelijke waanvoorstelling." (Deperet C, 'Transformations in the Animal Kingdom', blz.105).

EEN ANDER PROBLEEM

Page 12: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 12

We citeren nog eens uit de Wikipedia en onderstrepen enkele zaken. Het artikel is duidelijk door een evolutionist geschreven, maar geeft toch het probleem aan dat alle dieren niet zomaar te mengen zijn. Een kat en een hond kunnen samen geen dieren voortbrengen. Of een paard en een koe. En toch staan die dieren zeer dicht bij elkaar in de tabellen van de evolutionisten.

Ook bij de vroeger levende wezens waarvan we de fossielen gevonden hebben zijn die gemengde types niet te vinden. Ieder van die fossielen behoort afzonderlijk tot een echte soort. Binnen die soort treft men ook dan een rijkdom aan variatie aan, er zijn meerdere katten en meerdere honden te vinden in die aardlagen. Die soorten komen overeen met de afzonderlijke soorten die God in het begin heeft geschapen ook grondtype, of 'grundtyp' genoemd.

Bij het basistype van bijvoorbeeld de paardachtigen behoren het paard de zebra en de ezel. Kruisingen tussen paard en ezel zijn alom bekend: de muilezel. Veel muilezels zijn echter niet vruchtbaar. Kruisingen tussen paard en zebra en tussen ezel en zebra zijn ook bekend. Meestal komt dit slechts voor in dierentuinen en niet in de vrije natuur.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Soort

“De biologische soort is gedefinieerd als een verzameling organismen die zich onderling voortplanten of dit zouden kunnen doen. Dit is meestal de nuttigste definitie voor wetenschappers die zich met levende hogere dieren bezighouden zoals zoogdieren, vissen en vogels, maar zinloos bij organismen die zich niet seksueel voortplanten. (…) Het is bijvoorbeeld mogelijk een paard met een ezel te kruisen en nakomelingen (muildieren of muilezels) te krijgen; niettemin zijn dit om twee redenen toch verschillende soorten: Ten eerste omdat paarden en ezels normaliter in het wild niet kruisen en ten tweede omdat de nakomelingen maar heel zelden vruchtbaar zijn. Het belangrijkste kenmerk van een biologische soort is dat er geen significante genenoverdracht tussen de twee populaties optreedt.”

CIJFERS

Hoeveel dieren zijn er nu in de wereld? Dit zijn cijfers van het ‘Wereld Natuur Fonds’ gevonden op hun Nederlandstalige site;

Landzoogdieren: 21 ordes; 140 families, 4475 soorten.

Landreptielen: 4 ordes; 62 families, 7984 soorten.

Vogels: 29 ordes; circa 180 families, circa 9000 soorten.

Amfibieën: 3 ordes, 44 families, circa 5000 soorten.

Vissen: 4 klassen; 62 ordes; 491 families, circa 24.500 soorten.

Ongewervelden: 30 fyla, ca. 2 miljoen soorten beschreven (mogelijk tientallen miljoenen)

Daar dienen we nog dit aan toe te voegen:

Dinosaurusachtigen: onbekend?

Sommige dieren die nu uitgestorven zijn: onbekend?

Zoals al opgemerkt er is verwarring in het soortbegrip. Charles Darwin en de evolutionisten beweren, dat de verandering in de soorten ontstaan is na verloop van miljoenen jaren. En wat zeggen de mensen die in de schepping van de diersoorten geloven, de creationisten? Dit: de scheppingssoort zal nu niet meer bestaan. Wanneer wij zeggen dat er verschillende rassen en nieuwere biologische soorten zijn, dan geloven we nog steeds dat ze uit één ouderpaar voortkomen. Ook als creationisten geloven we in het variatieprincipe. Die zijn te herleiden tot vier grote processen die gedeeltelijk welbekend zijn:

Page 13: Was er een universele zondvloed

Was er een universele zondvloed? 13

Mutaties of verandering van erfelijk materiaal door afwijking tijdens de zwangerschap (verkeerde medicatie, slechte voeding). We mogen echter géén nieuwvorming van een andere soort verwachten omdat dit buiten de “soort” valt. Dat laatste beweren wel de evolutionisten.

Natuurlijke selectie wijst erop dat de best aangepaste individuen meer nakomelingen krijgen en dus vlugger zullen uitbreiden dan deze met weinig nakomelingen.

Vermenging van erfelijk materiaal bij voortplanting, twee ver uiteenlopende soorten die kleintjes hebben.

Afzondering van dierengroepen, bijvoorbeeld in Australië vinden we een groot aantal dieren die nergens anders te vinden zijn.

Hoeveel katten, honden, vissen, vlinders enz. er nu wél zijn (alle geschapen Bijbelsoorten bij elkaar) weet niemand. Hoeveel er in de ark dus waren blijft dus ook een vraagteken! Dit weten we zeker: alle dieren die zuurstof ademen, waarvan er nu levende exemplaren zijn op deze aarde, stammen af van de overlevenden uit de ark van Noach!

Voetnoten:

[1] Een artikel van Tim Spaan op het Internet met de titel ‘De evolutie van een nobel dier’ is één van de beste zaken om in dit verband te lezen. Zie: www.nadarwin.nl/

******

VRAAG EN ANTWOORD !

Was er een universele zondvloed? (6) Waar komt het water van de vloed vandaan?

Waar kwam al dat water vandaan dat nodig was voor de zondvloed? Was de Mount Everest met water bedekt? Waar is al het water heengegaan na de zondvloed? Hoe kan dit allemaal wetenschappelijk uitgelegd worden? We geven u enkele antwoorden.

Over de beschrijving van de wereldwijde zondvloed in de dagen van Noach hebben we slechts de Bijbel als eerste bron. Het resultaat van de vloed, de niets ontziende resultaten van het water, kunnen we vinden door opgravingen te verrichten. Waar we de oorsprong van het water moeten zoeken wordt vermeld in Genesis 7:11. Dit staat er in de NBG-vertaling: 'In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepten open en werden de sluizen des hemels geopend.' De Statenvertaling spreekt van: 'de fonteinen van de grote afgrond' en 'de sluizen van de hemel.'

Page 14: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 14

DE AARDBOL

Wanneer we de aarde zouden voorstellen als een mooie grote bol zonder oneffenheden van bergen en dalen, dan zou de huidige hoeveelheid water deze bol bedekken met méér dan tweeduizend meter water. Momenteel is er op de aarde een landoppervlakte gelijk aan 29 % en water gelijk aan 71 %. Hoe het er vroeger uitzag weten we niet in alle details. Een verhouding van 50% aan water en 50% vóór de vloed is niet uit te sluiten. Samen met de vloed kan de rest van het water toegevoegd zijn. Maar de Schrift weet ons toch dit te zeggen: 'En God zeide: Dat de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge te voorschijn kome; en het was alzo. En God noemde het droge aarde, en de samengevloeide wateren noemde Hij zeeën. En God zag, dat het goed was.' In Genesis 1:9,10 is het dus duidelijk dat er ooit een tijd was, vóór de zondvloed, dat er maar één enorm stuk land was op aarde omgeven door één grote zee. In een zeer dichterlijke taal komen we hetzelfde nog eens tegen in Job 38:8-11: 'Wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij bruisend uit de moederschoot kwam? - toen Ik wolken maakte tot haar kleed en duisternis tot haar windselen; toen Ik de door Mij gestelde grens uitbrak, grendel en deuren aanbracht; toen Ik sprak: Tot hiertoe en niet verder zult gij komen, hier zal de trots uwer golven blijven staan!'

DE MARIANENTROG

Mag ik eerst het verhaal van de hoge bergen aanpakken! De Marianentrog is een immens grote diepe scheur in de aardkorst. Het is de diepste plek in de Stille Oceaan, ten oosten van de Marianeneilanden. Die trog is ongeveer 2500 km lang. Hij heeft een gemiddelde breedte van zo'n 70 km maar is tegen het eiland Guam, ongeveer 338 km breed. Jacques Piccard heeft in zijn bathyscaaf (soort onderzeeër), de 'Triëste', in 1960 een meting gedaan die, 10.912 meter aangaf als diepte onder de zeespiegel. Deze diepte wordt, mits enkele correcties van een aantal meetfouten, nu algemeen erkend.

Stel je nu eens het volgende tafereel voor ogen. Een grote reus zaagt met een grote zaag alle bergen in Noord-Indië af aan de voet, keert ze om zodat de kop onderaan zit, dan kan hij ze zonder probleem in die Marianentrog verbergen. Dat Himalayagebergte is 2400 km lang en tussen de 150 en 280 km breed. Daar zijn ook de hoogste bergtoppen ter wereld, zoals de Mount Everest (8850 m) en de Kanchenjunga (8586 m). Niemand zal er na het reuzenwerk nog over praten, want ze zitten dan nog op een diepte in de zee van wel tweeduizend meter. De diepe zee spreekt minder tot de verbeelding dan hoge bergtoppen, maar alle bergen op het vasteland kunnen probleemloos verdwijnen in één of andere scheur of zeetrog.

DE SLUIZEN DES HEMELS

De 'kolken der grote waterdiepten' worden allereerst genoemd als oorzaak van de vloed, daarna 'de sluizen van de hemel.' Die volgorde geeft aan wat het belangrijkste is in deze gebeurtenissen. We beginnen onze uitleg toch bij het laatste. Bij 'de sluizen des hemels' denken we zondermeer aan de regen die van boven komt. We gebruiken die term trouwens nu ook nog, wanneer er méér aan de hand is dan een gewone regenval. De vraag is dan, hoeveel water bevindt er zich in onze huidige atmosfeer? We denken dan aan wolken, dampen en ijs. Vergeleken bij het water op het aardoppervlak - de oceanen, meren, rivieren en het ijs op de hoge bergen en de poolkappen - is wat er in de lucht zit een peulschil. In de lucht (in de wolken) zit niet meer dan 0,01 % van al het water op aarde. Het andere water zit in of op de aarde, een slordige 99,99 %. We maken die opmerking omdat men ten onrechte denkt dat het water van de vloed grotendeels uit de lucht is komen vallen. Technisch is het onmogelijk dat er zo een grote massa water in de lucht kan blijven hangen, hoogstens een paar dagen en dan zeer beperkt. In de zondvloed van Genesis is het duidelijk: die buitengewone regenval gedurende 40 dagen en nachten is het resultaat van een ongewone watercyclus. Hoe ontstaat regen? De zon verwarmt het oppervlaktewater en doet een gedeelte verdampen. Na gecondenseerd te zijn wordt het opnieuw vloeibaar water in de vorm van regen. Wolkvorming door verdamping leidt uiteindelijk tot neerslag.

Een opmerking over de uitdrukking 'sluizen van de hemel' zal ons wat te leren hebben. Die wordt twee keer gebruikt in het verhaal van de zondvloed (Genesis 7:11 en 8:2). Op drie andere plaatsen in het Oude Testament komt de term nogmaals naar voren: twee keer in 2 Koningen 7:2 en 19 als verwijzing naar Gods macht in het sturen van regen. Een laatste maal is het gebruikt in Maleachi 3:10 en daar is het de uitdrukking

Page 15: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 15

van Gods vermogen zijn volk te zegenen. Je kunt zonder water niet leven en God geeft het ons. Hoe of wat dan ook de bron van dit mechanisme was, dat in de vloed aan de orde was, weten we niet ten volle. De Bijbelse beschrijving over het openen van de sluizen van de hemel is een passende beschrijving van die wereldwijde stortregens. Uit dat woordgebruik is het duidelijk dat, daar waar God het laat regenen het vooral Zijn zegen is. Hier gaat het om een straf van God. Zijn wijze van handelen om de verdorvenheid van de mensheid die zich had opgestapeld totaal uit te roeien. Daar ligt ook het antwoord op die grote hoeveelheid regen die er veertig dagen en veertig nachten uit de hemelen valt. Wanneer we er 2 Petrus 3:3-7 op naslaan, is het duidelijk: die symbolische hemelen en aarde (de menselijke maatschappij) uit die tijd van de vloed, zijn door God met water verzwolgen. Zo ook zal de symbolische nieuwe hemel en aarde die daarna ontstaan is door goddelijk vuur vergaan. Technisch kan het géén veertig dagen en nachten na elkaar regenen, maar als God het als straf gebruikt dan moeten we het ook geloven.

DE FONTEINEN VAN DE GROTE AFGROND

We lezen in Genesis 1:6-8: 'En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en dit make scheiding tussen wateren en wateren. En God maakte het uitspansel en Hij scheidde de wateren die onder het uitspansel waren, van de wateren die boven het uitspansel waren; en het was alzo. En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.'

Wat zijn de 'fonteinen van de grote afgrond' of 'kolken der grote waterdiepten' in Genesis 7:11en 8:2? De term is ook gebruikt in Spreuken 8:28 maar de betekenis is er niet duidelijk. Het begrip 'de grote afgrond' wordt nog drie keer gebruikt. In Jesaja 51:10, waar het duidelijk naar de oceaan verwijst. Dan is er ook Psalm 36:7, waar het gebruikt wordt voor de diepte van Gods gerechtigheid. Tot slot Amos 7:4, waar Gods oordelend vuur een straf is uitgebeeld.

Gewoon over de afgrond of een afgrond zonder het bijvoeglijk naamwoord 'grote' is er meerdere malen sprake in het OT. Het is meestal de verwijzing naar de grote zeeën zoals in Genesis 1:2; Job 38:30; Psalm 42:8; Jesaja 51:10 enz. Soms verwijst het ook naar ondergrondse waterbronnen (Ezechiël 31:4,5). En dit laatste is hier aan te bevelen als uitleg voor die grote hoeveelheid water van de vloed. Er wordt een Hebreeuws woord gebruikt (mayan), dat hier vertaald is met 'fontein' maar ook 'bron' kan betekenen. Dus de 'fonteinen van de grote afgrond' zijn ondergrondse waterbronnen.

Page 16: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 16

Voor ons zijn de fonteinen van 'de grote afgrond' de belangrijkste waterbronnen die vrijgekomen zijn in de vloed. Het is de echte oorzaak van de stijging van het water tot boven de bergtoppen. Op de derde scheppingsdag toen God het land liet verschijnen is er een groot deel water ingesloten onder het droge land. Zodat Genesis 7:11 ons kan vertellen dat de fonteinen open breken wanneer de zondvloed begon. Er is een enorme hoeveelheid water vrijgekomen uit grote spleten in de grond of door de zeebodem. Het water dat tot dusver werd vastgehouden, kwam met catastrofale gevolgen vrij. De niets ontziende vulkanische uitbarstingen die aan de orde waren hebben grote hoeveelheden water uit de grond doen uitspuiten. Over opgravingen die de vloed bewijzen gaan we volgende maal wat zeggen.

******

Gravure van Gustave Doré

Page 17: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 17

******

BERGEN REZEN, DALEN ZONKEN NEER

Was er een universele zondvloed? (7) We vervolgen wat we vorige maal hebben aangehaald over de enorme krachten die gepaard gingen met een gebeurtenis als een universele vloed. Het resultaat ervan is zichtbaar in de opgravingen van fossielen.

TSUNAMI = VLOEDGOLF

Laat ons even de kracht illustreren van water, van een vloedgolf uit ons recent verleden. Op 26 december 2004 vond er een zware aardbeving plaats in de zee nabij het eiland Sumatra op een diepte van ongeveer 10 kilometer. De beving had een kracht van 9,3 op de schaal van Richter. Hierdoor ontstond een schokgolf in het water (op die grote diepte) en die golf werd verder gezet tot ze ondiep water bereikte. Daar verhief de vloedgolf zich tot 20 á 30 meter boven de zeespiegel en liep dan het land op met als resultaat dat er alles verwoest werd. In 2004 werden verschillende landen rond de Golf van Bengalen getroffen door zware vloedgolven tot 10 meter hoogte. Het dodental liep op tot ongeveer 290.000 slachtoffers. U had de beelden op televisie gezien, de schade was enorm. Stel je (bij wijze van spreken) nu eens het tiendduizendvoudige voor ogen en je krijgt een beeld van wat de zondvloed uit de Bijbel verricht heeft.

HET VERHAAL VOLGENS EEN DICHTER

Psalm 104:6-10 spreekt in dichterlijke taal over de vloed: "De waterdiepte - Gij hebt haar als met een kleed bedekt, boven de bergen stonden de wateren; zij vloden voor uw dreigen, zij haastten zich weg voor de stem van uw donder; bergen rezen op, dalen zonken neer op de plaats waar Gij hun grondslag hebt gelegd. Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden: zij zullen de aarde niet weer bedekken. Hij zendt de bronnen naar de beken, tussen de bergen vloeien zij daarheen." We leren er dat YaHWeH de wateren van de vloed in Zijn macht heeft en er de grenzen van bepaalt: nu eens zullen ze alle bergen overspoelen en later zal het water in kabbelende beekjes veranderen. Om dat water tot boven de bergen te doen oprijzen zijn fenomenale krachten nodig. God maakt dat de aarde op al haar grondvesten beeft. De gehele bodem van de oceaan wordt 'opgeheven'. Dat kan niet anders dan met behulp van vulkanische explosies en erupties van lava en stoom. En dat is tegelijkertijd in de oceanen en op het land gebeurd. Er ontstonden enorme vloedgolven en aardbevingen op het water en het aardoppervlak. Daardoor ontstonden vulkanen en zijn gigantische hoeveelheden vulkanische stof en gruis in de lucht geslingerd. Pyroclastische wolken (wolken met een temperatuur tot 400 graden Celsius) ontstonden bij de vulkaanuitbarstingen en verstikten alle levende wezens. Vergeet niet dat tot wel 70 procent van wat er tegenwoordig uit een vulkaan komt, gewoon water is, meestal in de vorm van stoom. Gelukkig niet altijd de 'pyroclastische wolken.' De uitbarsting ten tijde van Pompeï was van dien aard. Dat de oceaanbodem openbarstte, wijst op catastrofen van wereldwijde schaal. Bij dat alles waren er reusachtige turbulenties in de dampkring, God doet het onophoudelijk veertig dagen en veertig nachten regenen. Het aardoppervlak zal nooit meer zijn zoals voordien.

PANGEA, HET GROTE SUPERCONTINENT

Bekijken we eens een verhaal van de evolutionisten over Pangea. Het is de naam die men geeft aan het éne vasteland zoals het oorspronkelijk was. Pangea werd omgeven door één oceaan, de Panthalassa, naar het Griekse thalassa (zee). Pangea was één grote landmassa. Ze is op den duur door de platentectoniek (het verschuiven van dieper liggende aardlagen) opgebroken in meerdere stukken. Dit is wat de mensen erover leren die de evolutieleer aanhangen. Ongeveer 3,8 miljard jaar geleden ontstaan de eerste levensvormen. Tussen 1,6 miljard en 600 miljoen jaar ontwikkelden zich de eerste meercellige organismen. Tijdens de daaropvolgende 450 miljoen jaar ontstaan en verdwijnen, als gevolg van platentektoniek, verscheidene oercontinenten. En 225 miljoen jaar geleden vormt alle landmassa één geheel (Pangaea). Tegen 135 miljoen jaar geleden beginnen de continenten langzaamaan hun huidige vorm aan te nemen. De belangrijkste oorzaak

Page 18: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 18

van dat gebeuren schrijft men toe aan de 'convectiestromingen.' Dat zijn de spanningen die ontstaan in de kern van de aarde, die vloeibaar is en zo een borrelend effect geeft. Het resultaat is onderaardse verschuivingen of wetenschappelijk 'platentektoniek.' Je kunt dat principe zelf zien tijdens het koken van een soep. Hoe hoger de temperatuur, hoe heftiger de stukjes prei en wortel ronddraaien. Zo gaat het er aan toe binnen in de aarde.

DE AARDE VERDEELD

Vergeten we nu eens de jaartallen van de evolutionisten. Bijbels gezien wordt ons beschreven in het boek Genesis 1:9,10: "En God zeide: Dat de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge te voorschijn kome; en het was alzo. En God noemde het droge aarde, en de samengevloeide wateren noemde Hij zeeën. En God zag, dat het goed was." Wat een gelijkenis met het evolutieverhaal! En later na de vloed lezen we dit: "En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld, en de naam van zijn broeder was Joktan" (Genesis 10:25). Ogenschijnlijk heeft de schrijver van die tabel er iets bijgezet dat belangrijk is: 'want in zijn dagen werd de aarde verdeeld.' Dat gebeurde in de dagen van Peleg en het wordt nog eens herhaald in 1 Kronieken 1:19.

Wat moeten we denken bij: 'want in zijn dagen werd de aarde verdeeld.'

- Bijbelcommentatoren geven twee uitleggingen:

- De verdeling in Pelegs dagen was de verdeling van mensen in groepen toen er talen ontstonden met de straf van de toren van Babel (zie Genesis 11:1-9). De continenten werden verdeeld door het uit elkaar schuiven.

Het Hebreeuwse woord voor 'aarde = erets', kan betekenen: landen, land, grond, ofwel de mensen die op dat land wonen. Met andere woorden, het land (de grond) kan verdeeld zijn, maar ook de volken in talen. Peleg leefde ongeveer twee generaties nadat de talen vermenigvuldigd werden in Babel. Duurde het niet lang voordat de mensen die éénzelfde taal spraken zich aan elkaar verbonden? Daarom kiezen we voor de tweede oplossing. In Job 38:25 komen we het woord 'peleg' tegen voor het uit elkaar drijven van de landmassa die God verdeelt om een waterloop te realiseren. 'Wie deelt voor de stortregen een waterloop uit, en een weg voor het weerlicht der donderen?'

TOT BOVEN DE BERGEN

We komen nogmaals tot de vraag: was de Mount Everest met water bedekt? Het antwoord is ja, gewoon omdat men er schelpen gevonden heeft die afkomstig zijn van zeedieren. Slechts het zondvloedmodel gebaseerd op een catastrofetheorie - zoals de vloed - en de platentektoniek kan dat uitleggen. Wanneer we dan gaan graven, waar ook, is er veel vulkanisch gesteente verspreid tussen de fossielen die gevonden worden. Deze lagen zijn duidelijk afgezet tijdens de zondvloed. Het is niet eenvoudig dit uit te leggen aan de gewone man (christen) van de straat. Maar denk aan de opeenvolgende golven die er elke zes uur zijn van eb en vloed aan zee. Die laten ook wat schelpen en ander afval achter nadat ze zijn teruggetrokken. Bedenk dan eens wat grootschalige overstromingen kunnen aanrichten waar mens en dier het niet overleven.

De gehele aarde was dus bedekt met het water van de zondvloed. Er zijn een aantal Bijbelteksten die de wateren van de vloed identificeren met de huidige zeeën. Dat zie je in Amos 9:6 en Job 38:8-11, het laatste natuurlijk in de eigen poëtische taal van dat boek. Het water van de zondvloed zit ook nu nog gedeeltelijk in de oceanen. Een grote hoeveelheid water is opgeslagen, diep in de aarde in de vorm van kristalroosters. De oorzaak ligt bij de immense druk. Zie bijvoorbeeld van L. Bergeron, Deep waters, New Scientist 155(2097):22-26, 1997. Er staat bijvoorbeeld dit: 'You have oceans and oceans of water stored in the transition zone. It's sopping wet.' = 'Er zijn oceanen van water, opgeslagen in de overgangszone. Het is drijfnat.'

FOSSIELEN ALLERHANDE

Page 19: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 19

Overblijfselen van die catastrofale vloed zijn overal te vinden. In het hoge noorden van Siberië, duizend km binnen de poolcirkel in de Arctische oceaan vond men op de Liakhof-eilanden zo'n enorme hoeveelheid mammoetoverblijfselen dat het erop leek alsof het hele eiland bestond uit beenderen en slagtanden. Recent was dit op het nieuws met de verhoogde temperatuur in die streken. De bevroren ondergrond is aan het smelten. In Big-Lone-Lick, Kentucky, zijn beenderen aangetroffen van wel honderd mastodonten. Enkele kilometers ten oosten van Sioux County heeft men de skeletten gevonden van een complete kudde van tienduizenden gazellekamelen. Ze stierven allen op hetzelfde moment. Het lijkt alsof ze met geweld in een massagraf zijn neergesmakt. In San Pedro Valley (Californië) werden skeletten van sauriërs aangetroffen die nog rechtop stonden. Ze zijn in die houding gestorven en dat wijst er op dat het ongelooflijk snel moet gegaan zijn. Grote menigten dieren, die de hele aarde bevolkten vonden plotseling de dood, net als de mens.

De illustratie van deze fossiele vis zegt ons dat hij geen tijd meer had om zijn prooi door te slikken. Er was ook geen tijd om te vergaan tot stof. Levend begraven met de prooi in de muil.

******

Was er een universele zondvloed? (8) (Verschenen in Vlaams evangelisatieblad Kruisbanier februari 2008)

We willen deze en volgende keer, als afronding van onze bijdrage over de zondvloed, ingaan op een lezing daarvan, die niet Bijbels verantwoord is, namelijk de interpretatie dat één jaar in die dagen 360 dagen zou geteld hebben. Daarover worden allerlei wilde verhalen verspreid; één ervan is wat Immanuel Velikovsky beweerde over de vloed, en anderen zeggen dat vele volkeren kalenders van 360 dagen zouden hebben gehad.

IMMANUEL VELIKOVSKY (1895-1979)

Deze Amerikaanse schrijver van Russische afkomst heeft enkele boeken geschreven over chronologie (tijdsberekening) en grote rampen zoals de zondvloed. Op de site van Creabel, http://www.creabel.org/index.php?id=75 staat 'Catastrofes en de wereldgeschiedenis', dat een weloverwogen inzicht geeft in de fouten die de schrijver hierbij maakt. We hebben serieuze problemen met wat hij beweert over berekeningen van het jaar en maanden in meerdere landen en culturen. We gaan er op in, omdat men zich laat vangen door wat geen bewijs is. Want zijn conclusies worden door sommigen toegepast op de gegevens van de vloed. Neen, er is géén bewijs dat er in die dagen slechts 360 dagen in een jaar waren. Er is ook geen bewijs dat men na het passeren van een grote komeet (die later de planeet Venus is geworden) 365,24 dagen in één jaar zou hebben geteld. Dat in oude manuscripten soms met 360 dagen werd gerekend klopt zeker, maar dan is dat omwille van een mythische of symbolische kijk op het getal 360. De Azteken bijvoorbeeld hadden minstens twee kalenders, één van 365,24 dagen en een

Page 20: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 20

andere van 260 dagen (zie: http://library.thinkquest.org/27981/ calendar.html). Voor de Midden-Amerikaanse kalenders (zie www.santarosa.edu/~mbond/Calendar-writing.ppt. pdf) krijgen we het beeld van 360 dagen en 365 dagen kalenders. Wie wat over Babylon wil weten, gaat naar http://www.friesian.com/calendar.htmttnabo.

MOZES, SCHRIJVER VAN HET BOEK GENESIS

Toen Martin Luther, de Bijbel in het Duits vertaalde, heeft dat nogal wat stof doen opwaaien in het Katholieke Europa. Als theoloog en als professor in dat vak kende hij goed de uitleg van wie de schrijver zou moeten zijn van het boek Genesis, dat boek waarin het verhaal van de zondvloed beschreven stond. Het was Mozes, priester uit de stam van Levi. Luther gaf de eerste vijf boeken van de Bijbel dus gewoon de titels: eerste tot en met vijfde boek van Mozes. Enkele dagen na Zijn opstanding zegt Jezus tot enkele discipelen dat wat in: “Mozes en de profeten en de psalmen staat moet vervuld worden (...) zodat zij de Schriften begrepen” (Luc.24:44,45). Dus ook Mozes profeteerde over de komende Messias. Van daaruit zien we dat Jezus, Mozes als schrijver ziet van die eerste vijf boeken van de Bijbel.

Dit staat in Handelingen 7:22: “En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in zijn woorden en werken.” Mozes was geen dommerik: zelfs indien hij rekende met maanden van 30 dagen, moet hij om het jaar rond te maken op het einde van die 12 maanden van 30 dagen nog de ontbrekende dagen invoeren. Want Mozes heeft van God in de Thora de instructies gekregen te rekenen volgens de maan EN de zon. Bij de Joden heeft een jaar van 360 dagen dus NOOIT bestaan, niet bij Mozes en niet in de rest van het OT. En er staat ook daarom niet dat één profetisch jaar = 360 dagen. Dat zijn conclusies die voortijdig en zonder énige dwingende reden door sommigen gemaakt worden.

HOE LANG DUURDE DIE ZONDVLOED

Achteraan hebben we een tabel met enkele gegevens over de vloed en de bijhorende Bijbelteksten. Dat hoort bij deze opmerkingen. Die vloed duurde één jaar en tien dagen. Van de 17de dag van de tweede

Page 21: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 21

maand tot de 17de dag van de zevende maand is volgens deze rekening (van Mozes of van diegenen van wie Mozes het verhaal overschreef) gewoon, 5 maanden = 150 dagen. Daar valt niets op aan te merken. Alleen mogen we niet zeggen dat hier zou staan dat één maand = 30 dagen. Want dat staat niet in het verslag. Stel dat men toen rekende met alternatieve maanden van 29 dagen en 31 dagen. Ook dan is de som van 5 maanden = 150 dagen. Wat denkt u van deze rekening die de onze is: februari = 28 dagen, plus maart = 31 dagen, plus april = 30 dagen, plus mei = 31 dagen, plus juni = 30 dagen, plus juli = 31 dagen, een mooie optelling van bijna 180 dagen (181 inclusief) = zes maanden in het totaal ofwel 6 x 30! Ook een dergelijke rekening heeft geen waarde en de andere, van 150 dagen, ook niet.

DE EGYPTISCHE KALENDER NADER BEKEKEN

Sommigen leren dat een Egyptisch kalenderjaar bestond uit 12 maanden van 30 dagen. Andere Egyptologen zeggen echter dat de kalender met 365 dagen in gebruik was vanaf 4.000 v. Chr. Nog anderen beweren dat de invoering van een eerste Egyptische kalender in 4.236 v. Chr. plaats had. Op zijn minst vanaf 1.500 v. Chr. werd één kalender gebruikt van 365 dagen. Dat jaar had 12 maanden van 30 dagen. Om het jaar vol te maken werden nog vijf extra dagen aangevuld. Die dagen werden beschouwd als de geboortedagen van: Osiris, Isis, Seth, Nephthys en Horus. De maanden hoefden in Egyptische 'feeling' niet gelijk te lopen met de maanfasen. Egyptenaren waren goede astronomen. Men wist toen al dat de periode tussen twee opeenvolgende opkomsten van de ster Sirius ongeveer 365,25 dagen telde. Men wist dus ook dat het kalenderjaar een kwart dag te kort was voor het correct volgen van de jaarlijkse overstromingen.

Mozes, opgevoed als een prins der Egyptenaren, moet dat geweten hebben. Maar dat is niet de BIJBELKALENDER. Hij zal in Genesis dus niet zomaar over een profetisch jaar gesproken hebben van 360 dagen. Dat gedeelte heeft niets met profetie te maken. De vloed was de vervulling van een profetie. Want het verhaal van de vloed begint wanneer God aan Noach laat weten dat er 120 jaar later een vloed komt om de goddeloosheid van de aarde te vegen. Dat is een profetie. En indien er zoiets bestaat als een profetisch jaar dan moet het hier gerekend worden; 120 x 360. Maar al dezen die zo een jaar willen aannemen rekenen voor deze profetie van 120 jaar niet volgens de kalender van 360 dagen per jaar. Ik ken er geen enkele. Dat wil zeggen dat men het niet toepast waar het hoort en gebruikt waar er geen profetie aan te pas komt. Begrijpt u het? Ik niet!

De redenering dat er in de vloed een kalender van 360 dagen werd gebruikt (= één jaar), klopt niet. Men verwijst naar Genesis 7:24 en 8:3,4 waar 150 dagen = 5 maanden. Het artikel van Remy Landau, 'Hebrew Calendar Science and Myths', is het belangrijkste op Internet voor de berekeningen volgens de Joodse kalender. Op www. geocities.com/Athens/1584/ Hij bevestigt dat Joden zo een kalender NIET kennen.

Bij enkele Amerikaanse Bijbellezers zagen we het volgende om de profetische kalender te verklaren: 12 maanmaanden (plusminus 354,367 dagen) + één zonnejaar (365,24 dagen) gedeeld door twee is 359,804 dagen, bijna 360 dagen. Ook dat is geen Bijbelse uitleg, maar een spel met cijfers die toevallig in de buurt komt van “360.”

HIERONDER DE BIJHORENDE TABEL:

DATUM vanaf de ouderdom van Noah GEBEURTENIS BRONTEKST

Jaar 480. God gebied Noah een ark te bouwen, om later dieren in te verzamelen. Genesis 6:14-21.

Page 22: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 22

Jaar 600: 10de van de 2de maand.

Noah moet de ark vullen met dieren. De vloed zal beginnen in 7 dagen. Genesis 7:4.

Jaar 600: 17de van de 2de maand.

Waterdiepten gaan open. De regen(s) beginnen te stromen. Ze vallen voor veertig dagen en veertig nachten.

Genesis 7:4 en 10,11.

Jaar 600: 27st van de 3de maand. De regen stopt. Genesis 7:12.

Jaar 600: 17de van de 7demaand.

De aarde staat onder water voor 150 dagen. De ark komt tot rust op de bergen van Ararat en de wateren beginnen te zakken.

Genesis 7:24 en 8:3,4.

Jaar 600: 1st van de 10de maand.

De wateren trekken terug tot deze datum. Toppen der bergen worden zichtbaar. Genesis 8:5.

Jaar 600: 11de van de 11de maand.

Noach zend een raaf uit en blijft nog 40 dagen in de ark. Genesis 8:6,7.

Jaar 600: 18de van de 11de maand. Noach zend een duif uit die terugkeert. Genesis 8:8,9.

Jaar 600: 25st van de 11de maand.

Noach zend opnieuw de duif uit die terugkeert met een tak in de bek. Genesis 8:10,11.

Jaar 600: 2st van 12de maand.

Noach zend een derde maal de duif uit die niet terugkeert. Genesis 8:12.

Jaar 601: 1st van de 1st maand. De aarde is bijna gedroogd. Noah opent de ark. Genesis 8:13.

Jaar 601: 27st van de 2de maand. De aarde is droog en men verlaat de ark. Genesis 8:14-19.

******

Was er een universele zondvloed? (9) (Vlaams evangelisatieblad Kruisbanier, maart 2008)

HET PROBLEEM

We willen ingaan op een zaak waar velen niet echt van wakker liggen. We zullen trachten een aanwijzing te geven over het jaar wanneer de zondvloed zou hebben plaatsgevonden. Ik weet dat zoiets niet waargemaakt kan worden. Daarover hebben we teveel gelezen om dit te doen. Toch is Bijbelse chronologie, dat is de berekening van wanneer een gebeurtenis zou geschied zijn, een boeiend onderwerp. Boeiend, maar ook iets met valkuilen en veel oppervlakkige redeneringen. Wanneer we wat willen opmerken op het gebied van Bijbelse chronologie, moeten we vooral oprecht de problemen onder ogen durven zien.

Page 23: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 23

Het voornaamste probleem is wel dat er vele verschillen bestaan in Bijbelse gegevens van stambomen en ouderdom van aartsvaders. We beschikken bij wijze van spreken over groepen manuscripten die wat anders zeggen over hetzelfde onderwerp. Vooral de stambomen uit Genesis 5 en 11 zijn hierbij van groot belang.

DE BRONNEN

Masoretische tekst: Dat is de tekst die tot ons is gekomen vanuit de Joodse synagoge; het oudste manuscript in ons bezit is uit de late 10de eeuw na Christus. Ons Oud Testament is op deze teksten gebaseerd. Dit soort manuscripten bevat geen varianten wat betreft dingen die met tijdsberekening te maken hebben. Septuaginta: In de Joodse gemeenschappen die buiten Israël gevestigd waren in de eeuwen voor Christus was er een tijd aangebroken dat men géén Hebreeuws meer aanleerde maar het Grieks. Maar de Joden hadden wel een verlangen hun 'heilige boeken' te lezen en ze werden vanaf ongeveer 250 voor Christus omgezet in het Grieks. Zeventig rabbijnen hebben dit werk gedaan en daarom kreeg deze tekst de naam 'Septuaginta', wat letterlijk 'zeventig' wil zeggen. De oudste Bijbelmanuscripten van deze stijl stammen uit de 4de en 5de eeuw na Christus. Dat is minimaal vijfhonderd jaar ouder dan de hierboven beschreven Joodse tekst.

Samaritaanse tekst: Dit soort manuscripten heeft slechts betrekking op de vijf eerste boeken van de Bijbel, deze van Mozes. Voor een Samaritaan is de rest géén inspiratie van God. Het oudste manuscript in ons bezit van dit type stamt uit de 11de eeuw, maar er is al sprake van deze documenten in de eerste eeuwen voor Christus. De belangrijkste van deze teksten is de Abisha' rol uit de 12de-13de eeuw. In deze teksten zijn er echte varianten wat betreft berekeningen van de tijd van Bijbelse stamvaders.

Dode Zee rollen: Deze rollen, uitzonderlijk bewaard in aarden vaten, hebben ons vertrouwen in de inspiratie van de Schrift danig opgekrikt. Er zijn weinig varianten aan te tonen in bijvoorbeeld het best bewaarde manuscript dat in Israël te bewonderen is in een speciaal daartoe gebouwd museum: de Jesajarol. Voor ons onderwerp is alles wat in de documenten van de Dode Zee staat onbelangrijk, we hebben namelijk geen documenten met de stambomen uit Genesis 5 en 11. Jammer, maar het is zo. Flavius Josephus: Deze man, een Joods priester, geboren in het jaar 37 na Christus, leefde in de moeilijke tijden van de opstand van de Joden tegen Rome en de val van Jeruzalem in 70 na Christus. Hij beschreef het ganse verhaal van zijn volk in boeken gericht aan de Romeinse keizer. Alles keurig met cijfers die we kunnen gebruiken voor ons onderwerp. ZIJN CIJFERS HEBBEN EEN GROTE GELIJKENIS MET WAT IN DE GRIEKSE SEPTUAGINTA STAAT. LAAT ONS NIET VERGETEN IN WAT VOLGT.

EEN OPLOSSING

Paul J. Ray, Jr. professor in Bijbelse Archeologie in Berrien Springs - VSA - schreef 'An evaluation of the numerical variants of the chronologies of Genesis 5 and 11' voor het blad 'Origins' 12(1):26-37 (1985). Je kunt het zonder problemen van het Internet halen.

Deze Adventist vertolkt de visie van velen wanneer hij in voetnoot nummer 2 het volgende schrijft: 'De schrijver is er zich wel bewust van, dat het ontbreken van verschillen in de Masoretische Tekst en de Samaritaanse Pentateuch kan weergeven dat er een verwijdering was van afwijkende zaken in vroegere manuscripten. Dat zou aangeven dat we niet de oorspronkelijke data hebben uit de oude teksten. Maar we denken dat de teksten en manuscripten die we bezitten de oorspronkelijke zijn. Zodat ze in hun eigen waarde moeten bekeken worden. Er moet niet van de hypothese uitleg worden dat een reeks andere cijfers er al dan niet aan zou voorafgaan zijn.'

Page 24: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 24

Zo bezien zou het berekenen van de ouderdom van de aarde of het begin van de zondvloed enz. uit de Bijbelse gegevens de eenvoud zelf moeten zijn. Maar dat is absoluut niet zo. De chronologie van Adam tot Abraham samenstellen is niet mogelijk. Twee voorwaarden dringen zich hier op: vooreerst aannemen dat er geen personen ontbreken in de geslachtsregisters in Genesis hoofdstuk 5 en 11. Dan is er ook nog dit: 'A' een zoon van 'B' hoeft in de Bijbel niet de rechtstreekse zoon te zijn, een achterkleinzoon heeft die titel met evenveel recht. Tweede moeilijkheid is verder: dat we tot een onaanvechtbare keuze komen welke manuscripten we zullen aannemen als bron.

Twee lijsten van de voorvaders - 1 Kronieken 6:3-14 en Ezra 7:1-5 - van de profeet Ezra hebben vele gelijkenissen, maar in de tweede lijst ontbreken niet minder dan zes van de 22 personen uit de eerste. Zeg dus niet zomaar dat we in die lijsten een volledig verhaal krijgen voorgespiegeld. Twee Amerikanen, dr. Henry Morris en prof. J.C. Whitcomb, schreven een weldoordacht boek 'The Genesis Flood.' Vanaf blz.474 en volgende geven ze degelijke argumenten waarom ook in Genesis 5 en 11 géén strikte chronologie staat.

SCHEPPING IN 4004 VOOR CHRISTUS

James Ussher, die primaat van Ierland was, berekende rond 1650 aan de hand van de Bijbel een tijdsberekening. Hij baseerde zich op de Masoretische tekst. In zijn systeem moet als begindatum voor de schepping aangenomen worden: oktober 4004 vóór Christus. Enkele jaren voordien had één van Engelands grootse geleerden, John Lightfoot, een andere berekening samengesteld met dezelfde teksten. Hij concludeerde dat de schepping begon om 9 uur in de morgen van 17 september 3928 vóór Christus. John Lightfoot was Vice Chancelor van de Universiteit van Cambridge, dus ook niet de eerste de beste. In 1701 verscheen van de King James vertaling de chronologie van Ussher in de marge bijgeschreven. Rond 1900 stopten de drukkerijen dit mee te geven.

Page 25: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 25

Er zijn heden nog steeds veel mensen die denken dat de Bijbel leert dat de schepping plaatsvond in 4004 vóór Christus. Dat een Amerikaans echtpaar de Latijnse tekst van Ussher vrij recent heeft vertaald in het Engels gaat mijn verstand te boven.

EEN ANDERE OPLOSSING

Het is belangrijk te weten dat het overgrote deel van de aanhalingen van het Oude Testament in de christelijke boeken van het Nieuwe Testament uit deze Septuaginta komen. En ook met de Samaritaanse tekst is er veel overeenkomst wanneer er een verschil is tussen een citaat van het OT in het NT. De Samaritaanse tekst van de vijf eerste boeken van de Bijbel heeft met de tekst van de Masoreten wel degelijk veel verschillen en waar er verschil is, stemmen de Septuaginta en de Samaritaanse teksten veeleer overeen dan beide met de Hebreeuwse tekst. De kerkvaders tot en met de vierde eeuw rekenden in hun chronologie steeds met de Septuagintavertaling en niet de Masoreten. Daar moeten we dan ook rekening mee houden in onze beschouwing.

Wat Paul J. Ray, hierboven beweert, is dus niet waar. Er is soms verschil in de cijfers en Exodus 12:40 is een belangrijke tekst om hier wat over te zeggen. Daar staat: 'De tijd, dat de Israëlieten in Egypte gewoond hadden, was vierhonderd en dertig jaar.' Zo staat het in de Masoretische Tekst, maar de Samaritaanse Pentateuch en de Septuaginta spreken over 'Egypte en Kanaän.' Mensen als Ussher en Paul J. Ray nemen in hun berekeningen dan ook een uitleg aan die zegt dat de Joden slechts 215 jaar in Egypte waren, voorafgegaan door 215 jaar in het naburige Kanaan. Dan ineens is de Masoretische tekst niet meer de belangrijkste voor hen. Maar er zijn vele voorbeelden aan te halen van oudtestamentische geleerden die het wel degelijk bij 430 jaar IN EGYPTE houden. Men heeft dan twee maten en twee gewichten. Dit zijn er enkele van dezen die 430 jaar IN EGYPTE behouden, in hun desbetreffende boeken over het OT: Archer (1994, blz.205-212), Keil and Delitzsch (1974, 2:29), Kitchen (1966, blz.53-56) en Unger (1954, blz.106,150). Zo moet dan de conclusie deze zijn: er is teveel verschil in de gegevens die we hebben om echt de datum van de schepping of de vloed te kunnen bepalen.

En tot slot nog een tabel met de data uit de verschillende soorten manuscripten met betrekking tot het begin van de schepping en de vloed.

Bron of Manuscript Jaar van de Schepping en vloed

Masoretische tekst 4004 v. Chr. / 2348

Samaritaanse 4305 v. Chr. / 2998

LXX Vaticanus 5470 v. Chr. / 3228

LXX Alexandrinus 5390 v. Chr. / 3128

Josephus

5323 v. Chr. / 3058

Page 26: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 26

******

Was er een universele zondvloed? (10)

NEVENTITEL: WIJ KENNEN DE DAG NIET!

HEEFT GOD EEN PLAN VAN 7000 JAAR?

Een lezer schrijft: 'Ik merk aan uw opmerkingen in het slotartikel over de vloed dat u geen geloof hecht aan de leer van de 7.000 jaar. Ik ben evangelisch christen en heb dat altijd aangenomen als een belangrijk geloofspunt. Kunt u er wat meer over zeggen.' We doen dat graag maar gaan het onderwerp van een gans ander standpunt benaderen. We nemen Jehovah’s Getuigen als voorbeeld, want ook zij hebben dit geleerd tot ongeveer 1990.

HET JAAR 1975

In 'DE WACHTTOREN' van 15 november 1968 (Nederlandse uitgave), blz.686, schreef het bestuur van Jehovah’s Getuigen: 'Moeten wij uit deze studie opmaken dat de strijd van Armageddon tegen de herfst van 1975 geheel achter de rug zal zijn en dat de langverwachte duizendjarige regering van Christus dan zal beginnen? Mogelijk, maar wij moeten nog afwachten hoe nauwkeurig de zevende duizendjarige periode van 's mensen bestaan samenvalt met de op een sabbat gelijkende duizendjarige regering van Christus. (...) Het zal hooguit een verschil van weken of maanden, niet van jaren, betreffen.' De benadrukking met het zwarte lettertype komt van onszelf. De titel van het artikel was dit: 'Waarom ziet u uit naar 1975?' De daaropvolgende jaren werd in hun publicaties met regelmaat naar het jaar 1975 verwezen als; 'Tijd van rust en verkwikking nabij' in 'Ontwaakt!', van 22 april 1972, blz.26,27 of 'De naderende vrede van duizend jaar' in 'DE WACHTTOREN' van 1 januari 1970, blz.4-17.

DE UITLEG

Datums heeft men in de vereniging van het Wachttorengenootschap altijd achter de hand gehad. Berekeningen zouden aangeven wanneer Christus onzichtbaar zou zijn wedergekomen of wanneer het duizendjarige rijk zou beginnen. Datums, zoals 1872, 1874, 1878, 1914, 1918, 1925, 1975, bleken keer op keer niet te beantwoorden aan de verwachtingen.

In het boek 'Eeuwig leven in de vrijheid van de zonen Gods', uitgegeven door dat genootschap in 1968, staat op blz.30 het volgende: "Volgens deze betrouwbare Bijbelse chronologie zullen zesduizend jaar sedert de schepping van de mens, in 1975 eindigen en zal de zevende periode van duizend jaar menselijke geschiedenis in de herfst van 1975 GT. beginnen. Dus spoedig, ja, binnen dit geslacht, zullen er zesduizend jaar van 's mensen bestaan op aarde om zijn." En verder op blz.37 staan er tot slot twee datums:

"1975- Einde van 6de 1000-jarige dag van 's mensen bestaan (in vroege herfst)"

"2975- Einde van 7de 1000-jarige dag van 's mensen bestaan (in vroege herfst)"

Er bestaat een maandblad met de titel 'Kingdom Ministry.' Het is een blad dat slechts de gedoopte Jehovah’s Getuige in handen krijgt, waarin hij/zij aangemoedigd wordt om stand te houden in het geloof van de Wachttoren. In 'Kingdom Ministry' van mei 1974 werd, nadat verwezen was naar de "korte overgebleven tijd," gezegd: "Er worden berichten gehoord dat broeders hun huizen en bezittingen verkopen en van plan zijn de rest van hun dagen in dit oude samenstel in de pioniersdienst door te brengen. Dit is stellig een voortreffelijke manier om de korte tijd die er tot aan het einde van de goddeloze wereld nog rest, door te brengen." We vertalen uit de Engelse versie van dat blad.

VERPLICHTE GELOOFSZAAK

Page 27: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 27

U zult het al gemerkt hebben, voor iemand van de Wachttoren is het begrip Bijbelchronologie een zeer belangrijke zaak. Maar dat is een onderwerp waar géén echt soelaas mag in gezocht worden. Veronderstel eens dat het Gods bedoeling was geweest ons een echte Bijbelse berekening achter te laten. Zouden we daardoor de dag van de Wederkomst van Christus kunnen kennen? Neen, omdat er andere teksten zijn als Marcus 13:33-35: 'Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is. Gelijk een mens, die buitenslands ging, zijn huis overliet en aan zijn slaven volmacht gaf, aan ieder zijn werk, en de deurwachter opdroeg te waken. Waakt dan, want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, laat in de avond of te middernacht, bij het hanengekraai of des morgens vroeg.' Bijbelchronologie heeft niets te maken met 'waakzaam' zijn of biddend afwachten tot Hij wederkomt. En een tweede opmerking. Uit onze aantekeningen in verband met de zondvloed is het duidelijk, een datum waarop de schepping zou begonnen zijn, is niet te achterhalen. Er is wat die gegevens betreft een te groot verschil in de Bijbelmanuscripten (zie 'Kruisbanier' maart 2008, blz.14,15). Dus is Bijbelchronologie geen belangrijke zaak voor ons, het is niet meer dan een ongezonde nieuwsgierigheid.

BETREURENSWAARDIG

Enkele jaren na 1975 hebben de leiders van de Wachttoren een verklaring opgenomen in een artikel over dit onderwerp. Ze komen tot een totaal andere visie dan men zou verwacht hebben; toegeven van schuld en zo meer was niet aan de orde. In dit artikel wordt niet onomwonden verantwoordelijkheid genomen voor al het kwaad dat mensen is aangedaan. De verantwoordelijkheid wordt in het midden gelaten door te verklaren: "het is te betreuren" dat deze dingen gebeurden. Lees het in 'DE WACHTTOREN' van 15 juni 1980, in een artikel getiteld 'De beste levensweg kiezen.' Neen, de schuld lag niet in het midden van hun leden die iets verkeerd zouden begrepen hebben van de leer van de moederkerk. Deze heeft niet slechts geëist dat hun leden in het jaar 1975 zelf geloofden, men moest die boodschap zelf aan de deuren gaan verkondigen. Alle verklaringen die door het bestuur in dat verband gedaan zijn, lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Ook het verhaal van 1975 werd als 'De Waarheid' gepresenteerd en opgelegd als een geloofspunt.

IN EVANGELISCHE KRINGEN

Wanneer we naar een gelijkaardige leer gaan kijken, zoals Jehovah’s Getuigen, van een zevende scheppingsdag die zevenduizend jaar zou duren dan is er een dubbel onderscheid te maken. De eerste groep die het aanneemt heeft duidelijk een achtergrond van Joods-Messiaanse invloed. De tweede groep heeft een link met de leer van de bedelingen. En ook daar, moeten we opmerken, zijn valse profetieën uitgesproken die gebaseerd waren op Bijbelchronologie. Een jaar geleden waren op het Internet zaken te vinden van leerlingen van de bedelingenleer die een onzichtbare opname van de gemeente van Christus verwachtten in dat jaar. De redenering was zeer eenvoudig: Israël had in 1967 Jeruzalem veroverd op de moslims. Hun ingaan in het nieuwe land zou veertig jaar later zijn, zoals men veertig dagen in de woestijn was: dus 2007. Jaren daarvoor had men hetzelfde beweerd over het jaar 1988. Israël werd weer als staat opgericht in mei 1948 en veertig jaar later zou verlossing brengen voor Israël. Er zijn nog tientallen voorspellingen van mensen uit de kringen van de bedelingen die geen werkelijkheid zijn geworden. Blijkbaar leren ze niet van de fouten van hun voorgangers. Want men blijft er maar mee doorgaan, datums voorop te stellen.

In januari 1999 heeft Jerry Falwell, schrijver van bestsellers in de kringen van de bedelingen, de volgende verklaring afgelegd: ‘Jezus komt binnen de tien jaar terug.’ Maar voorafgaand moet de Antichrist zich openbaren. Over deze Antichrist zei Falwell: 'Is hij er vandaag al? Zeer waarschijnlijk! Want wanneer hij verschijnt gedurende de grote verdrukking is hij een volwassen man en tegenbeeld van Christus. Hij zal natuurlijk Joods zijn. Hij zal beweren Christus te zijn. En gezien de komst van de Heer nabij is en hij een volwassen voorstelling is van de Heer zal hij vandaag al ergens leven.' Rabbi James Rudin van de American Jewish Committee suggereerde dat christenen moeten oppassen met dergelijke uitspraken. Falwell's verklaring 'zou een latent en historisch antisemitisme uit het verleden kunnen oproepen.' Dominee Falwell heeft zich later verontschuldigd voor zijn uitspraak over de Antichrist, maar nooit zijn geloof in de komst van Jezus tegen het jaar 2009. Er zijn nog voorspellingen te vinden van mensen van de bedelingen voor het jaar 2010 en 2012. Maar a.u.b. laat u niet bang maken. Dat een zevende scheppingsdag zevenduizend jaar zou duren, daar hebben we geen zekerheid over. Die leer hoort niet tot het rijk van chronologie van de Bijbel.

Page 28: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 28

WAT DE SCHRIFT ONS LEERT

Het is duidelijk uit bijvoorbeeld Mattheüs 24:35,36 dat men NIET zal overgaan tot het berekenen of het uitspreken van een datum met betrekking tot de komst van de Heer. 'De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.' Ook Lucas 12:37 laat niets aan de onduidelijkheid over: 'Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal aantreffen. Voorwaar, Ik zeg u, hij zal zich omgorden en hen aan tafel nodigen, en bij hen komen om hen te bedienen.' Paulus, een leerling van de Heer, voelt niets voor een Bijbelchronologisch stelsel en schreef in Efeziërs 5:15,16: 'Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.'

Dit verkeersteken geeft een gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven. Zo gaat het ook met Bijbelchronologie, men gaat in de richting naar eigen keuze.

******

Page 29: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 29

Onbekende oorsprong, De ark van Noach, 18de eeuw,

Aardewerk met tinglazuur, Otterlo, Nederlands Tegelmuseum.

Page 30: Was er een universele zondvloed

SCANS VARIA_1 30

Noah's Ark van Rudolf Koch (1876-1934)