Kennisportfolio Blok 3

BedrijfseconomieTheorie/ model: Formule kostprijsAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: V/W + C/N = verwachte kosten/werkelijke productie + constante kosten/normale productie.Relevantie/Te gebruiken voor: Met deze formule kun je een kostprijs berekenen.

Theorie/ model: Rationele en irrationele overcapaciteitAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: Als er sprake is van overcapaciteit kan deze verdeeld worden in rationele capaciteit, ondeelbaarheid, reservecapaciteit en seizoensinvloeden. Daar buiten valt de irrationele overcapaciteit.Relevantie/Te gebruiken voor: Deze kan berekend worden aan de hand van deze 4 categorieën.

Theorie/ model: BedrijfsresultatenAuteur: N.v.t. (boek: Drs. A. W. W. Heezen)Vakgebied: BedrijfseconomieBeschrijving: Deze resultaten kunnen worden uitgerekend aan de hand van begrote en werkelijke cijfers. Dit kan aan de hand van 2 manieren, namelijk de klassieke of geanalyseerde manier. Bij beide manieren moet hetzelfde bedrag uitkomen.Relevantie/Te gebruiken voor: Dit kan berekend worden voor het resultaat van een bedrijf.

HRMTheorie/ model: Fombrun Auteur: Tichy en Devanna, 1984 (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: In het Fombrun model wordt het in- door- en uitstroom beleid van een bedrijf beschreven aan de hand van het personeelsmanagement (missie en strategie) en de arbeidsmarkt.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit schema kun je dit proces helder/duidelijk maken voor een bedrijf. De personeelskant wordt hiermee bedoeld.

Theorie/ model: Functie- en competentieprofielAuteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: Om een functie- en competentieprofiel te kunnen opstellen moet je kunnen bepalen wat je verwacht van iemand. Hierbij gaat het om kennis, vaardigheden en gedrag.Relevantie/Te gebruiken voor: Om het schema van kennis, houding, vaardigheden en gedrag erbij te houden kun je goed ordenen om zo tot een duidelijk schema te komen.

Theorie/ model: DoelgroepsanalyseAuteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans)Vakgebied: HRMBeschrijving: Om specifieker te zijn moet je een goede beschrijving kunnen maken van je doelgroep. Hier zijn 4 kenmerken van belang bij.Relevantie/Te gebruiken voor: Op basis van de 4 onderstaande kenmerken kun je een zo duidelijk mogelijke analyse maken hiervan.

Theorie/ model: ArbeidsmarktanalyseAuteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans) Vakgebied: HRMBeschrijving: Voordat er een doelgroepsanalyse gemaakt kan worden moet er eerst onderzoek worden gedaan naar de arbeidsmarkt. Dit kan door te kijken naar relevante cijfers op bijvoorbeeld op het CBS en door te kijken naar wat momenteel nou de trends zijn. Momenteel is bijvoorbeeld een trend vernieuwing van het personeel (jong & heterogeen)Relevantie/Te gebruiken voor: Zoals onderstaand schemaatje eigenlijk al aangeeft, heb je om naar de potentiële werknemers te kunnen communiceren/deze op te stellen eerst inzicht nodig van de arbeidsmarkt. Het is dus belang voor de uiteindelijke werving & selectie.

Theorie/ model: Wervingskanalen > middelen Auteur: N.v.t. (boek: I. Schoemakers en F. Koopmans) Vakgebied: HRMBeschrijving: Uiteindelijk luidt nog de vraag hoe kun je je potentiële werknemers nou het beste bereiken? Welk wervingskanaal en bijbehorend middel zal het beste aanslaan bij de doelgroep.Relevantie/Te gebruiken voor: Op basis van de doelgroepsanalyse die je hebt gemaakt, kun je gaan kijken naar de bijbehorende kanalen en middelen.

Algemene EconomieTheorie/ model: Het economische kringloopmodelAuteur: N.v.t. (auteur van het boek: dr. R. Schondorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam)Vakgebied: Algemene economieBeschrijving: Binnen de economie loopt een economische kringloop. Deze bestaat uit 4 actoren, namelijk de gezinnen, de overheid, de bedrijven en het buitenland. De banken echter niet, aangezien zij geen bestedingen doen.Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit systeem kan er gekeken worden hoe de geldstromen lopen en zo kan de betalingsbalans weer ontstaan.

Theorie/ model: BetalingsbalansAuteur: N.v.t. (auteur van het boek: dr. R. Schondorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam)Vakgebied: Algemene economieBeschrijving: De betalingsbalans bestaat uit de lopende rekening en kapitaalrekening. Relevantie/Te gebruiken voor: Het bedrag wat er uiteindelijk uitkomt is een overschot of tekort op de goud- en deviezenvoorraad.

Theorie/ model: De 4 verschillende productiefactorenAuteur: N.v.t. (auteur van het boek: dr. R. Schondorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam)Vakgebied: Algemene economieBeschrijving: Voordat je je productie hebt als bedrijf zijnde moet er een voorraad geproduceerd worden, de stap die hier tussen zit, zijn de productiefactoren (KANO).Relevantie/Te gebruiken voor: Hiermee kan gekeken worden welke productiefactor er is toegepast oftewel waar de toegevoegde waarde uit bestaat en voor hoeveel geld precies.

Theorie/ model: ConjunctuurAuteur: N.v.t. (auteur van het boek: dr. R. Schondorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam)Vakgebied: Algemene economieBeschrijving: De conjunctuur geeft aan of het slecht gaat met de economie of nou juist goed. Het zegt dus ook iets over de bestedingen, het consumentenvertrouwen etc.Relevantie/Te gebruiken voor: De overheid kan aan de hand van de conjunctuurgolf bepalen of zij een procyclisch of juist een anticyclisch beleid uit gaan voeren.

Management Theorie/ model: Groeimodellen KeuningAuteur: Keuning (Reader: management p3 groeien)Vakgebied: ManagementBeschrijving: In totaal bestaan er voor een organisatie 7 stadiums en groeifases. Elk bedrijf begint in het eerste stadium en kan doorgroeien. Aan elk stadium zit een groei, maar ook een crisis verbonden.Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kan er gekeken worden in welk stadium een bedrijf verkeerd met de bijbehorende problemen/groeirichtingen. (Zie volgende kopje)

Theorie/ model: GroeifasesAuteur: Keuning (Reader: management p3 groeien)Vakgebied: ManagementBeschrijving: Bij elk stadium hoort groeit en een crisis die een bedrijf in wat voor stadium dan ook moet zien te doorstaan/overleven.Relevantie/Te gebruiken voor: Te kijken bij welke stadium de bijbehorende consequenties/risico’s horen.

Theorie/ model: Veranderingsmodel/veranderingsstrategieënAuteur: Lewin (Reader: management p3 groeien)Vakgebied: Management Beschrijving: Het model bestaat uit 3 fasen, namelijk: unfreezing, moving en freezing. Er komt een moment waarop je als bedrijf zijnde moet veranderen. Als je weet hoe dit kan, dan volgt er het proces waarin je dit ook echt gaat doen, je gaat dan dus bewegen. Vervolgens ga je het weer veilig maken en vastzetten en zorgen dat het ook zo blijft. Relevantie/Te gebruiken voor: Aan de hand van dit stappenplan uit te werken voor je bedrijf, is het overzichtelijk wat er allemaal precies moet gebeuren om die verandering uit te voeren.

Theorie/ model: BedrijfsveranderingAuteur: Ezerman (Reader: management p3 groeien)Vakgebied: ManagementBeschrijving: Door de fasen van Ezerman heeft kan het bedrijf geaccepteerd worden door de medewerkers. Er zijn in totaal 6 fases: ontwijken, informeren, ondersteunen, onderhandelen, overtuigen en afdwingen.Relevantie/Te gebruiken voor: Dit model is dus bedoeld voor de acceptatie te krijgen van je bijbehorende medewerkers, zodra er sprake is van een verandering in je bedrijf.

Belastingrecht

Theorie/ model: DienstbetrekkingAuteur: Art. 7:610 BW, art. 3 en 4 LBVakgebied: BelastingrechtBeschrijving: Als er sprake is van een dienstbetrekking moet er loonbelasting betaald worden. Er kan sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking, maar ook een privaatrechtelijke. Privaatrechtelijke zodra er sprake is van gezagsverhouding, loon en zodra het arbeid persoonlijk verricht wordt.Relevantie/Te gebruiken voor: Gebruiken om te kijken of iemand LB moet betalen.

Theorie/ model: LoonbelastingAuteur: Wet LBVakgebied: BelastingrechtBeschrijving: LB is de voorheffing op de IB (inkomstenbelasting). De belangrijkste belastingplichtige is de werknemer. LB wordt betaald over een gezamenlijk bedrag aan loon waar onder valt, loon in geld, loon in nature en fictief loon.Relevantie/Te gebruiken voor: Dit is relevant om te kijken of iemand LB moet afstaan en zo ja hoeveel.

Theorie/ model: InkomstenbelastingAuteur: Wet IB

Vakgebied: BelastingrechtBeschrijving: IB telt een aantal boxen. Box 1 bestaat uit werk en winst uit onderneming, box 2 uit aanmerkelijk belang en box 3 uit inkomen van besparen en beleggen. Bij de berekening van deze belasting mogen verschillende posten worden afgetrokken. Er zijn vrijstellingen en andere voordelen. Uiteindelijk houdt je een belastbaar bedrag over. Waar nog 2 kortingen vanaf gaan. Algemene heffingskorting en arbeidskorting.Relevantie/Te gebruiken voor: Berekenen hoeveel het werkelijke bedrag is van iemand waarover hij/zij belasting moet betalen = het belastbare bedrag.

Theorie/ model: VPB (=vennootschapsbelasting)Auteur: Wet VPBVakgebied: BelastingrechtBeschrijving: De ondernemingsvormen BV en NV vallen onder een andere vorm van belasting betalen als er sprake is van winst. Dit kent ook een ander progressief schijventarief: over de eerste 2 ton, moet 20% belasting betaald worden en walles wat hoger is moet 25% over betaald worden. Het uitgekeerde dividend valt in box 2 of 3 van IB.Relevantie/Te gebruiken voor: Uitrekenen hoeveel een besloten of naamloze vennootschap aan belasting moet betalen.

Theorie/ model: VermogensvergelijkingAuteur: Wettenbundel BelastingrechtVakgebied: BelastingrechtBeschrijving: Dit is een schema waarmee je je belastbare winst kunt berekenen.Relevantie/Te gebruiken voor: Zo kun je dus zien op wat voor recht je hebt qua vrijstellingen, kapitaalstortingen, oudedagsreserve etc.