Zingen
description
Transcript of Zingen
Zingen Liedboek 39
Vers 1
Vrees niet, gij land, verheug u en wees blijde
en dieren, weest gerust in bos en weide.Jong gras ontkiemt, de wildernis wordt
groenin dit seizoen.
Zingen Liedboek 39
Vers 2
De wijnstok bloeit, de vijgeboom zal dragen.
Dit zal een oogstfeest zijn van welbehagen.
Sion, verblijd u, want de Here doetu waarlijk goed.
Zingen Liedboek 39
Vers 3
De regen zal, de vroege en de spade,u teken zijn van goedheid en genade.De beken zwellen en de vijvers zijnweer koel en rein.
Zingen Liedboek 39
Vers 4
Daarna doet God de hoge hemel openen antwoordt op uw bidden en uw hopen.Hij giet zijn eigen geest in overvloedop vlees en bloed.
Zingen Liedboek 39
Vers 5
Die Geest geeft 's Heren woord in kindermonden.
De oude mannen dromen onomwonden.De jongelingen zien een vergezichtvan vrede en licht.
Zingen Liedboek 39
Vers 6
Ja ook op wie de vrijheid niet genieten,op slaven zal de Heer zijn Geest uitgieten.Zij krijgen deel aan een vernieuwd bestaanin 's Heren naam.
Zingen Liedboek 39
Vers 7
Zij zullen allen op de dag des Heren,de grote, de geduchte, profeteren,zij zien de tekens van het naadrend uur:bloed, rook en vuur.
Zingen Liedboek 39
Vers 8
De geestesstorm zal door de wereld varen.God zal zijn volle glorie openbaren.In bloed en duister zal het licht vergaanvan zon en maan.
Zingen Liedboek 39
Vers 9
En allen die naar 's Heren wegen vragen,die van zijn grote naam het zegel dragen,vieren in 't nieuw Jeruzalem het feestvan Woord en Geest.