Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem? Jer.7 : 17.

28
Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem? Jer.7 : 17.

description

Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem? Jer.7 : 17. En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen.1 : 31. van de Here is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen. Math.12 : 11. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem? Jer.7 : 17.

Page 1: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?

Jer.7 : 17.

Page 2: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen.1 : 31.

Page 3: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

van de Here is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.

Math.12 : 11.

Page 4: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is. Psalm 139 : 23-24.

Page 5: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven?

Lucas 11 : 11.

Page 6: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. Psalm 3 : 6.

Page 7: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! Math.13 : 16.

Page 8: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten, Psalm 139 : 2.

Page 9: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Mijn oog baadt in tranen, zonder ophouden, zonder verpozen,

Klaagl.3 : 49.

Page 10: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Hij Zeide :

Ik heb U hartelijk lief, HERE, mijn sterkte,

Psalm 18 : 2.

Page 11: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen, want Gij alleen, o HERE, doet mij veilig wonen. Psalm 4 : 9.

Page 12: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

En zijn vader en zijn moeder stonden verwonderd over hetgeen van Hem gezegd werd.

Lucas 2 : 33.

Page 13: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Wend U tot mij en wees mij genadig, want eenzaam ben ik en ellendig.Psalm 25 : 16.

Page 14: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.

Math.28 : 20.

Page 15: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; Psalm 139 : 2.

Page 16: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Alles heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd;

Pred.3 : 11.

Page 17: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

want mijn ogen hebben uw heil gezien,

Lucas 2 : 30.

Page 18: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, Psalm 69 : 2.

Page 19: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Maar Yeshua riep de kinderen bij zich en zei: ‘Laat ze bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.

Lucas 18 : 16.

Page 20: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in, want u, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis. Psalm 4 : 9.

Page 21: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen

Joh.5 : 28.

Page 22: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten, Psalm 139 : 2.

Page 23: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Wat genoten wij als wij samen waren bij het feestgedrang in Gods huis. Psalm 55 : 15.

Page 24: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. Psalm 25 : 5.

Page 25: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.

Filip.4 : 5.

Page 26: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

sloeg ik mijn ogen op en zie, daar zag ik een man in linnen klederen gekleed en de lendenen omgord met goud van Ufaz;

Dan.10 : 5.

Page 27: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Mijn ogen zijn bestendig op de HERE, want Hij voert mijn voeten uit het net. Psalm 25 : 15.

Page 28: Ziet gij niet wat zij doen in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem?  Jer.7 : 17.

Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. 1 Kor.13 : 12.

Vanwege het team

Shalom