Zichtzending groep3
description
Transcript of Zichtzending groep3
Deze les leren wij woorden met a.
Categorie 1 Les 1
Spelling langs de lijn
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Schrijf de woorden uit oefening 1 bij de plaatjes.
1 de tak
2 het dak
3 de kam
4 de bal
5 de jas
6 de kar
7 de das
8 de kat
9 de pan
10 de man
1 2 3 4
5 6 7 8
1
2
3
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 1
Deze les leren wij woorden met e.
Categorie 1 Les 2
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande woorden).
Schrijf de drie woorden op.
1 en
2 bes
3 den
4 gek
5 heg
6 les
7 nek
8 rem
9 ver
10 weg
b
es
ek
el
h
eg
ek
et
v
er
et
el
1
2
3
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 2
Deze les leren wij woorden met i.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Lees het woord, dek het af en zoek een rijmwoord uit oefening 1. Schrijf het uit je hoofd op en controleer.
1 big
2 ik
3 dik
4 pil
5 zit
6 is
7 kip
8 vis
9 gil
10 win
lip
tik
lig
kin
lik
wil
mis
wit
Categorie 1 Les 3
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 3
Deze les leren wij woorden met a-e-i.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande woorden).
Kies het goede woord in de zin en schrijf het uit je hoofd op.
1 jas
2 mol
3 lek
4 man
5 lig
6 bom
7 vis
8 top
9 pet
10 pan
mes - bes 1. Ik eet met vork en ............................
bal - bel 2. Hoor ik de .......................................... ?
kip - wip 3. De .................................... legt een ei
dak - dik 4. Hij is niet dun, maar ........................
wit - wet 5. Sneeuw is ................................................
pak - pan 6. Soep kook je in een .......................
les - vis 7. Ik let op in de .......................................
lek - gek 8. Doe niet zo ........................................ !
Categorie 1 Les 4
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 4
Deze les leren wij woorden met o.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Wat rijmt?
In het bos woont een ..................................................De mol woont in een ..................................................De bok woont in een ..................................................Tom is niet ..................................................
1 bos
2 dop
3 zon
4 hok
5 pot
6 vos
7 som
8 pop
9 wol
10 op
Categorie 1 Les 5
Welk woord uit oefening 1 rijmt? Schrijf het woord uit je hoofd op volgens het stappenplan.
hol rok
dom rot
kop top
los ton
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 5
Deze les leren wij woorden met u.
Categorie 1 Les 6
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande woorden).
Welke woorden staan er? Bedenk het en schrijf het op uit je hoofd. Zoek daarna een rijmwoord uit oefening 1 erbij.
Kies het goede woord uit
dun 1. De .................................. van groep 3.zus 2. Niet dik maar ..................................nul 3. Hij heeft pijn in zijn ..................................juf 4. Een broer en een ..................................rug 5. Twee min twee is ..................................
1 bus
2 dun
3 hut
4 rug
5 kus
6 mug
7 mus
8 nul
9 put
10 zus
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 6
Deze les leren wij woorden met a, e, i, of u.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Vul goed in, kies een woord uit oefening 1.
1 ik bak
2 ik pas
3 ik ben
4 ik lig
5 ik mag
6 ik hol
7 ik kus
8 ik wil
9 ik tel
10 ik zit
1. Ik ...................... een taart.
2. Ik ...................... tien jaar.
3. Ik ...................... op een stoel.
4. Ik ...................... niet meedoen.
5. Ik ...................... een nieuwe jas
6. Ik ...................... tot drie.
7. Ik ...................... in bed.
8. Ik ...................... naar huis.
Categorie 1 Les 7
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 7
Deze les leren wij woorden met a, e, i, of u.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Schrijf de zin goed in je schrift.
Hij kent Tom. Ik ...................... Tom.
Bas komt al. Ik ...................... al.
Hij tikt mij af. Ik ...................... hem af.
Hij pakt de tas. Ik ...................... de tas.
Kim rent weg. Ik ...................... weg.
Sem zegt dag. Ik ...................... dag.
Jos kust mij. Ik ...................... Jos.
Zij rent weg. Ik ...................... weg.
Lot ligt in de zon. Ik ...................... in de zon.
Hij telt tot zes Ik ...................... tot zes.
1 nul
2 ken
3 lam
4 dit
5 kom
6 mus
7 tik
8 rot
9 sap
10 zet
Categorie 1 Les 8
6
1
2
3
Spelling
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 8
Deze les leren wij woorden met a, e, i, of u.
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Alle woorden uit oefening 1 horen bij school, zet ze in de goede zin.
1. Elke ...................... ga ik naar school.
2. Ik heb een lieve ......................
3. Zij legt de ...................... uit.
4. Taal is mijn beste ......................
5. Ik schrijf met een ......................
6. Ik heb mijn werk ......................
7. Ik ben mijn ...................... kwijt.
8. De ...................... gaat.
9. Ik pak mijn ...................... in en ga naar huis.
10. ...................... juf!
1 af
2 les
3 dag
4 bel
5 som
6 juf
7 tas
8 pen
9 gum
10 vak
Categorie 1 Les 9
Spelling
1
2
3
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 9
Deze les leren wij woorden met aa.
1 2 3 4
5 6 7 8
Categorie 2 Les 1
Spelling langs de lijn
Dictweetje (ieder 5 woorden uit bovenstaande rij woorden).
Schrijf de woorden uit oefening 1 die bij de plaatjes horen uit je hoofd op.
1 de haas
2 de aap
3 het raam
4 de maan
5 de kaas
6 het jaar
7 de baas
8 de zaag
9 de haan
10 de vaas
1
2
3
5-SLDL-GR3-Oefenbladen_indruk_KO-totaal_binnenwerk/1-2-3/def 27-05-14 13:40 Pagina 10