zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP...

17
13-6-2018 1 Universitair Medisch Centrum Groningen Ouderengeneeskunde voor de algemeen internist Mike Peters Harianne Hegge Universitair Centrum Ouderengeneeskunde Ouderengeneeskunde voor de algemeen internist Leerdoelen Hoe kan het nog beter? Praktische tips: Acute geriatrie Dementie Vallen CVRM Universitair Centrum Ouderengeneeskunde Acute geriatie Man, 75jr 2x myocardinfarct, COPD, DM2 Opgenomen LUMC ivm angina pectoris met ST veranderingen op ECG Wel geen CABG of risicovolle dotter? Vrouw, 80jr Milde dementie Aspecifieke buikpijn met bij aanvullend onderzoek verwijde intra en extrahepatische galwegen zonder obstruerend moment Volgende dag gaat het beter, wel geen vervolgonderzoek?

Transcript of zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP...

Page 1: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

1

Universitair Medisch Centrum Groningen

Ouderengeneeskunde voor de algemeen internist

Mike Peters

Harianne Hegge

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Ouderengeneeskunde voor de algemeen internist

Leerdoelen • Hoe kan het nog beter? • Praktische tips:

– Acute geriatrie – Dementie – Vallen – CVRM

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Acute geriatie

• Man, 75jr

• 2x myocardinfarct, COPD, DM2

• Opgenomen LUMC ivm angina pectoris met ST veranderingen op ECG

• Wel geen CABG of risicovolle dotter?

• Vrouw, 80jr • Milde dementie • Aspecifieke buikpijn met

bij aanvullend onderzoek verwijde intra en extrahepatische galwegen zonder obstruerend moment

• Volgende dag gaat het beter, wel geen vervolgonderzoek?

Page 2: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

2

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Jaarlijks worden 735.000 65-plussers in het ziekenhuis

opgenomen

Tussen 65-80 jaar : 1 op de 4 wordt opgenomen

Boven de 80 jaar : 1 op de 3 wordt opgenomen

Impact van een acute ziekenhuisopname is groot

Binnen 30 dagen - 15% is weer

heropgenomen Binnen 3 maanden - 20% heeft

functieverlies - 10% is overleden

Video fragmenten

• https://tvblik.nl/journaal/nos-584

• https://www.youtube.com/watch?v=MHLMAz3C3Vo

Page 3: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

3

MPHF

SPPB

PHF

FSS

BDE

FiND

SOF

ZED2

ZED 3

ZED1

PFI

CSBA

G8

EFS

CGAST

TFI

GFI

SDFI

IFQ

MFS

HSF

BFI

SI

FSS

SPQ

FI40

CGA

FI70

NLTCS

EFIP

FIBLSA

VES13

HRCA

QHRH

SHCFS

VMS

ISAR-HP

InterRAI

APOP

Testeigenschappen

• PPV laag

• NPV hoog

• Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang, heropname, dood) stijgt de PPV naar grosso modo 60-70%

• M.a.w. het is geen diagnosticum

Page 4: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

4

kwetsbaarheid

com

ple

xite

it

Preventie functieverlies

Herstellen functieverlies

Consolideren of beperken functieverlies

25% huisvesting 35% steunsysteem

Zet laagdrempelig CGA in!

• Somatisch

• Psychisch/cognitief

• Functioneel

• Sociaal

Hoe meer assen betrokken hoe kwetsbaarder je patiënt!

Factoren die uitkomst na ziekenhuisopname bepalen

A

B

C

D

Covinsky et al, JAMA, 2011

De ideale wereld

Dus:

• Ouderen = Multifactorieel

• Gebruik screening tbv awareness en inzet van zorgplannen gericht op meerdere domeinen

• Het is geen diagnosticum

• Normatief ≠ narratief

• Maak de dood bespreekbaar

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Page 5: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

5

Casus

1975 Psychiatrische problematiek (herhaalde TS). 1997 Primaire hypothyreoïdie. Start Thyroxine. 2003 dec.: stabiel hypothyreoïdie waarvoor Thyrax 1x 112,5 µg. Hierop terugverwezen naar huisarts voor controles. 2004 juli: malaiseklachten bij hypothyreoïdie. Geen andere verklaring voor de moeheid gevonden. Iom huisarts co ZH 2005: pijn op de borst; geen cardiale oorzaak (vaker episoden in de VG hiervan zonder cardiale oorzaak) 2006 -2009: veel onderzoeken buikklachten (3 ZH) nov: controle afgesloten, functionele buikklachten 2015 jan: retour UMCG ovv patiente

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Dia 2

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

20-5-2016 16-6-2016 11-8-2016 26-9-2016 11-11-2016

TSH: 76 (H) TSH: 1,52 TSH: 22,9 (H) TSH: 98 (H) TSH: 48,8 (H)

FT4: 9,2 (L) FT4: 24,1 (H) FT4: 18,4 FT4: 5,4 (L) FT4: 15,1

Dementie • (Herkennen) dementie in de spreekkamer

– Cognitie • Vergeten • Herhalen • Taal : kan niet op woorden komen • Begrip : aan t antwoord is te merken dat de vraag niet begrepen is .

– Gedrag • Dagelijks functioneren: gewichtsverlies, verzorging • Oriëntatie: weet niet goed in tijd te plaatsen • Façade : uitvluchten , head turning

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Heet dat nog wel dementie…? • DSM IV • delirium, dementie, en

amnestische en andere cognitieve stoornissen

• DSM V • neurocognitive disorders:

stoornissen met cognitieve problematiek en een verandering tov vroegere functioneren.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Dementie syndroom • Geobjectiveerde stoornissen op tenminste twee cognitieve

domeinen

• Interfereren met het dagelijks leven – afname tov vroegere niveau van functioneren

–Geen delier of depressie

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Dementie syndroom • Geobjectiveerde stoornissen op tenminste twee cognitieve

domeinen

• Interfereren met het dagelijks leven – afname tov vroegere niveau van functioneren

–Geen delier of depressie

• Cognities:

─ Geheugen

─ Taal

─ Ruimtelijke oriëntatie

─ Abstractie vermogen

─ Uitvoerend handelen

─ En ook: gedrag

Page 6: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

6

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Soms is het het niet…

• Cognitieve klachten, maar geen geobjectiveerde cognitieve stoornis.

• Geobjectiveerde lichte cognitieve stoornissen zonder belangrijke

interferentie in het dagelijks leven.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Soms is het het toch….

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Valkuilen : • Geen geheugenstoornissen

• Patiënt die veel praat • Familie aanwezig (…) • Aardige dokter • Moedertaal • Opleidingsniveau

– Analfabeet < > zeer hoog opgeleid

• Opname in ziekenhuis • Depressie • Delier

Goedaardige vergeetachtigheid ? • Bij het ouder worden:

– Meer moeite om namen te herinneren. – Niet meer weten wat je zou doen als je naar een andere ruimte loopt. – Op woorden komen.

• Maar niet: – Vergeten van gebeurtenissen. – Vergeten wat is gezegd (in korte tijd en frequent hetzelfde vragen)

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

35

Wat veroorzaakt dementie?

60% 20%

7%

5% 8%

Alzheimer

Vasculaire dementie

Frontotemporale

Lewy lichaampjesdementie

Overig

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Page 7: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

7

Overige oorzaken

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Neurol Clinic 2017; 35: 231-62

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Familie en overdracht vertellen dat de pat. gisteren met een onduidelijke reden is gevallen. Is onduidelijk hoe ze terecht is gekomen en of ze op haar hoofd is gevallen. Ze is door verzorging in bed gebracht. Patiënte kan over gisteren niet veel vertellen. Is het meeste hiervan kwijt……. Dag na opname: Was onvast ter been bij malaise, viel toen. Geen syncope.

Familie en overdracht vertellen dat de pat. gisteren met een onduidelijke reden is gevallen. Is onduidelijk hoe ze terecht is gekomen en of ze op haar hoofd is gevallen. Ze is door verzorging in bed gebracht. Patiënte kan over gisteren niet veel vertellen. Is het meeste hiervan kwijt……. Dag na opname: Was onvast ter been bij malaise, viel toen. Geen syncope.

Vallen Oorzaken Gevolgen

Fractuur Wonden etc

Ziekte Kracht etc

Richtlijn Preventie valincidenten bij ouderen ‘17

Trends in valongevallen

2010-2016 • Spoedeisende hulp => + 40 % (+12%) • Ziekenhuisopname => + 63 % (+29%)

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Trends in valongevallen

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

RESEARCH LET TER

Mortality From Falls in Dutch Adults 80 Years and Older, 2000-2016

Klaas A. Hartholt, MD, PhD; Ed F. van Beeck, MD, PhD; Tischa J. M. van der Cammen, MD, PhD

JAMA 18

Page 8: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

8

Balans

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Balans

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Evenwicht

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

= niet vallen Oorzaken vallen

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

2 typen “geriatrische” vallers

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

• Vaker vallen: • veroorzakende factoren • Eventueel val-analyse

• Val = symptoom van chronische

verstoring

• Nieuwe vallers: • viel nooit nu wel: uitlokkende

factoren • Onderliggende ziekte opsporen • Val = symptoom van acute

verstoring

Intrinsieke factoren

• Verminderde evenwichtscontrole – 1 specifieke aandoening

• Beweging • Bewustzijn

– Meerdere verschillende kleine stoornissen / veroudering

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Page 9: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

9

Intrinsieke factoren

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Bewegingsapparaat: -arthrose

-osteomalacie

-corticosteroid myopathie

Conditioneel: -decompensatio cordis

-orthostase -boezemfibrilleren /ritmestoornissen

-COPD

Neurologisch:-TIA/ CVA, drop attacks,

-epilepsie

-gestoorde balans (RR 1,8-3)

-M Parkinson

-perifere neuropathie (diabetes)

-dementie. (RR 2.2)

Intoxicaties:-alcohol -psychofarmaca (RR 1.6) -andere medicatie Metabool: -hyperthyreoidie - NA, K, Ca, glucose afw. -koorts

Slechte visus (RR 2.2)

Valpreventie

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Valpreventie • absolute valrisico voorspellen

moeilijk

• effectiviteit interventies beperkte evidence

• Interventies: individueel risicoprofiel

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Richtlijn Preventie valincidenten bij ouderen ‘17

De richtlijn

• Verhoogd valrisico: hoort in de verwijsbrief

• Tijdens opname op de spoedeisende hulp • > 65 jr en fractuur of val: multifactoriële valrisicobeoordeling • Regionale afspraken voor vervolgtraject

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

De richtlijn Tijdens ziekenhuisopname binnen 24 uur: val afgelopen half jaar? Bij: • Twijfel over het valrisico. • Een of meerdere vallen in het afgelopen half jaar • Na een val in het ziekenhuis • Bij “iedere somatische, functionele of cognitieve verandering tijdens het verblijf

in het ziekenhuis” Overweeg multifactoriële valrisicobeoordeling

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Multifactoriële valrisicobeoordeling

• valgeschiedenis, inclusief oorzaken en gevolgen • gezondheidsproblemen (acuut en chronisch) die het valrisico verhogen; • mobiliteitsproblemen (spierkracht, balans en loopvaardigheid) • medicatie • cognitieve stoornissen/verwardheid. • stemming; • valangst; • duizeligheid; • incontinentieproblematiek; • schoeisel/voetproblemen; • cardiovasculaire aandoeningen, vooral gericht op orthostatische hypotensie en hypotensie • visus en gehoor; • voedingstoestand; • osteoporose- en fractuurrisico

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Page 10: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

10

Valpreventie • Multifactorieel profiel: componenten benoemen • Mobiliteit : Spierkracht, balans intensief bewegingsprogramma (minimaal één keer per dag) voorkomen dubbeltaken • Cardiovasculaire problemen • Visus • ( Psychotrope) medicatie • Neurologische problemen • Angst • Kennisoverdracht aan patiënten • Event. organisatie- en omgevingsgerichte interventies

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

CVRM

https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/22/statines-zijn-zinloos-voor-vrijwel-gezonde-ouderen-9800369-a1559919

CVRM bij ouderen NHG CVRM-richtlijn 2011

Patiënten met hart- en vaatziekten (HVZ)

• Hoog absoluut risico op HVZ

• Indicatie voor cholesterolverlagende

therapie bij: – LDL > 2,5 mmol/l

– Symptomatisch coronarialijden of doorgemaakt hartinfarct ongeacht TC en LDL

Multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement (CVRM), NHG, herziening 2011.

Stam-Slob et al. Clin Res Cardiol. 2017;106 (1):58-68.

10-jaars risico op HVZ in ouderen 70+ met HVZ

CVRM bij ouderen

Man, 71 jaar

• Geen HVZ, geen diabetes

• Rookt niet

• RR 130/80 mmHg

• LDL 4 mmol/L

• Goede nierfunctie

• Goede genen

Statine starten?

van Dis et al. 2010. 'Evaluation of cardiovascular risk predicted by different SCORE equations. Eur J Cardiovasc Prev Rehabil.

10-jaars risico op HVZ ≥20%

Indicatie cholesterolverlager bij LDL>2,5 mmol/L

Page 11: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

11

Stam-Slob et al. Clin Res Cardiol. 2017;106 (1):58-68.

10-jaars risico op HVZ in ouderen 70+ zonder HVZ

ARR = 2% NNT = 50

ARR = 5% NNT = 20

Absoluut risicoreductie over 10 jaar, Jong vs. oud

0

5

10

15

20

25

30

35

Jonge patiënt Oude patiënt

10-j

aars

ris

ico

op

HV

Z (%

)

Huidig risico

Residueel risico

Starten met cholesterolverlagers – Verschil jong en oud

Oudere patiënt: Levensverwachting, kwetsbaarheid belangrijk

Time-to-benefit

• Voorkomen van CV events na ca. 2-3 jaar

• Bij kortere levensverwachting is start statine om CV events te voorkomen

niet zinvol.

Competing risks

• T.g.v. multimorbiditeit grotere kans om te overlijden aan niet-vasculaire

aandoeningen.

– Gunstige effecten van statines op CV events worden niet ervaren.

Stroomdiagram

Appstore: Vaatapp

Page 12: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

12

Appstore: Vaatapp Dus:

Bij ouderen grote spreiding CV risico

Gebruik bij schatten van CV risico bij ouderen bij voorkeur een risicoscore die

rekening houdt met competing risk

Cholesterolverlagers bij oudere patiënt:

• Met vaatlijden:

– Zodanig hoog risico dat cholesterolverlager geïndiceerd is

• Zonder vaatlijden:

– Kwetsbaar? Geen cholesterolverlager

– Niet kwetsbaar? Alleen bij echt hoog risico

Internist & ouderengeneeskunde

• Wees alert op (acute) kwetsbaarheid • Hoe kan je cognitieve achteruitgang bij je patiënt herkennen. • Wat vallen nog meer over je patiënt zegt . • Time to benefit voor preventie

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Universitair Medisch Centrum Groningen

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Universitair Medisch Centrum Groningen

Dementie

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

In praktische zin: syndroom • Anamnese

• Heteroanamnese (!)

• Lichamelijk onderzoek

• Lab

• Cognitieve test

Page 13: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

13

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

lab

Aanbeveling richtlijn 2014: Hb, BSE/CRP, glucose, TSH en creatinine • Op indicatie vitamine B1, B6, B12, FZ, natrium, kalium, calcium

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Cognitieve test

Meest gebruikt:

MMSE Mini-Mental State Examination

Gebruik een cognitief screeningsinstrument voor de onderbouwing van de klinische indruk dat er sprake is van cognitieve achteruitgang.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Dementie:

• Oorzaak? • Nosologische/classificerende diagnose

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

M. Alzheimer?

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

M. Alzheimer • Waarschijnlijk

– Cogn achteruitgang (test/npo) – Traag progressief beloop – Afwezigheid CV schade of tekenen andere ND aand – Als eerste:

– Geheugen – Taal – Visuospatieel – Uitvoerende functies

• Mogelijk

– Atypisch beloop – Andere kenmerken v bijv CVD en DLB

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Vasculaire dementie?

Page 14: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

14

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Vasculaire dementie • Waarschijnlijk:

– Interferentie met dagelijks leven niet direct gevol van lich gevolgen CVA – CV ziekte: focale afw en afw CT/MRI – Relatie tussen beiden:

• Begin dementie < 3 mnd na CVA • Abrupte verslechtering • Fluctuaties/stapsgewijze verslechtering

• Mogelijk

– Geen relatie/beeldvorming – Ernst afasie verhindert onderzoek – Aanw voor andere ziekte

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Frontotemporale dementie

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Frontotemporale dementie • Waarschijnlijk

• Ontremd gedrag • Apathie/inertie • Verlies sympathie/empathie • Herhalend gedrag • Hyperoraliteit • Stoornissen executieve functies, sparen geheugen en visuospatiele functies • Klin relevante achteruitgang functioneren • Beeldvorming met aanwijzingen voor FTD • Afwezigheid van biomarkers passend bij AD/ND aand

• Mogelijk (-2)

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Lewy body dementie?

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Lewy body dementie • Aandachtsstn, exec functiestn, visuospat st • Kernsymptomen:

• Fluctuaties • Visuele hallucinaties • parkinsonisme

• Ondersteunende kenmerken: • REM slaap gedragsstn • Overgevoeligheid neuroleptica • SPECT/PET: verminderde dopamine transp uptake

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Uitsluiten… • Delier

• Depressie

• Tumor

Page 15: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

15

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

In praktische zin… • NPO

• Ergotherapie

• Beeldvorming

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Neuropsychologisch onderzoek

anamnese, heteroanamnese, (neuro)psychologische tests, vragenlijsten en gedragsobservaties gericht op het inventariseren van cognitieve en emotionele klachten en gedragsveranderingen die op dementie kunnen wijzen.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Neuropsychologisch onderzoek

Indicatie: Discrepantie klachten functioneren heteroanamnese testuitslagen

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Consult ergotherapeut

Functionele observaties

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Beeldvormend onderzoek

Doel: - aanwijzingen vinden voor specifieke oorzaak of een combinatie van oorzaken -ter uitsluiting van (neurochirurgisch) behandelbare aandoeningen.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Beeldvormend onderzoek

- MRI: vaststellen van de oorzaak - CT: bij verdenking op neurochirurgisch behandelbare aandoening - PET: geen afw MRI en sterke klinische verdenking

Page 16: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

16

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Liquoronderzoek

Overweeg aanvullende liquordiagnostiek indien de ziekte van Alzheimer in de differentiaaldiagnose is opgenomen, met name bij jonge patiënten en indien het overig aanvullend onderzoek onvoldoende bijdraagt aan de diagnose en meer zekerheid gewenst is.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Aanvullend onderzoek: liquordiagnostiek ziekte van Alzheimer

• Amyloid beta verlaagd • (gefosforyleerd) Tau verhoogd

– Neerslag in hersenen >> inflammatie >> vorming van amyloidfilamenten >> vorming van tangles >> degeneratie en celdood neuronen

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

EEG

Verricht niet routinematig een EEG bij dementiediagnostiek (zie stroomschema diagnostiek).

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Ander beeldvormend onderzoek

FDG-PET, perfusie-SPECT en FP-CIT SPECT hebben geen plaats in de routinediagnostiek bij dementie Overweeg FDG-PET bij twijfel over de diagnose ziekte van Alzheimer, bijvoorbeeld in verband met atypische presentatie dan wel jonge debuutleeftijd. Gebruik FDG-PET onderzoek voor het kunnen vaststellen van de diagnose ‘waarschijnlijk FTD’ bij ontbreken van atrofie bij MRI-onderzoek.

Universitair Centrum Ouderengeneeskunde

Page 17: zichtbaarheid - internisten · EFIP FIBLSA VES13 HRCA QHRH SHCFS VMS ISAR-HP InterRAI APOP Testeigenschappen •PPV laag •NPV hoog •Bij gecombineerde uitkomst (functionele achteruitgang,

13-6-2018

17

Waar denk u aan bij ouderengeneeskunde? Ga naar www.menti.com en gebruik code 90 04 19