1. 1. Welkom in de zestiende les!
2. 2. HOOFDZIN BIJZIN Subject Verbum Rest Link Subject Rest Verbum Dit is de man die zij graag ziet. Dit is de vrouw die jou zoekt Dit is het huis dat hij niet koopt. Dit is een kind dat klein is. OPGELET! 1. de-woorden en meervoud die het-woorden dat 2. Structuur van de bijzin! Relatief pronomen
3. 3. Els en Peter gaan naar een restaurant om eens lekker te eten. Paolo wil een dag vakantie om helemaal te genezen. Bert wil in bed blijven om uit te rusten. We nemen een pauze om even goed na te denken. OPGELET! 1. om (+ extra informatie) + te + infinitief 2. scheidbare werkwoorden in twee delen! Een doel uitdrukken
4. 4. LIJKEN OP Deze vrouw lijkt op Beyonc, maar ze is het niet!
5. 5. Waarnaar ben je aan het kijken? Waaraan ben je aan het denken? Naar wie ben je aan het kijken? Aan wie ben je aan het denken? OPGELET! 1. prepositie + wat waar + prepositie MAAR: Waarmee schrijf je? 2. prepositie + wie 3. waar voor een locatie Complexe vraagwoorden