Web viewAndere manieren om mogelijke oplossingen te verzinnen, is u af te vragen wat een ander...

102
E-learning module Primaire Coping

Transcript of Web viewAndere manieren om mogelijke oplossingen te verzinnen, is u af te vragen wat een ander...

E-learning modulePrimaire Coping

E-learning module Primaire Coping

Module primaire coping

Inhoudsopgave

1. Algemene inleiding blz. 32. Doel en inhoud Module primaire coping blz. 43. Persoonlijke copingstijl blz. 6

3.1 Hoe gaat u om met problemen en gebeurtenissen? blz. 73.2 Bepalen van uw omgangsvoorkeuren blz. 93.3 Omgangsvoorkeuren blz. 10 3.3.1 Actief aanpakken blz. 11 3.3.2 Palliatieve acties blz. 12 3.3.3 Vermijden blz. 13 3.3.4 Sociale steun zoeken blz. 14 3.3.5 Passief reactiepatroon blz. 15 3.3.6 Expressie van emoties blz. 16 3.3.7 Geruststellende en troostende gedachten hanteren blz. 17

4. Coping en werk blz. 195. Sociale vaardigheden Ι: competenties en vaardigheidstechnieken blz. 23

5.1 Assertiviteit blz. 23 5.2 Time management blz. 26 5.3 Probleemoplossend vermogen blz. 28 5.4 Conflicthantering blz. 31

6. Sociale vaardigheden ΙΙ: training in de praktijk van competenties en vaardigheidstechnieken

blz. 34

7. Externe factoren blz. 418. Verdieping blz. 46

8.1 Inhoud verdieping 468.2 Self-assessment 468.3 Wat betekent self-assessment 468.4 Hoe wordt u persoonlijk profiel vastgesteld? 478.5 Dimensies van de self-assessment 488.6 Ontwikkeling van de diverse strategieën 718.7 Training in de praktijk 75

9. Afsluiting blz. 7710. Bijlage 78

10.1 Aanbevolen literatuurlijst blz. 78

© Ciran WHS2

E-learning module Primaire Coping

1. Algemene inleiding

Mensen zijn sociaal van aard. Ze zijn bijzonder bedreven in het gebruik van communicatiemiddelen voor zelfexpressie en uitwisseling van ideeën. Sociale interacties tussen mensen hebben een grote variëteit aan tradities, rituelen, ethiek, normen, waarden en wetten tot stand gebracht, die samen de basis vormen voor de menselijke samenleving. Men kan zich de vraag stellen, hoe het toch mogelijk is dat men gezond kan blijven ondanks de massaliteit en impact van indrukken en impulsen die op iemand afkomen.

Alles wat iemand overkomt, ook in tijden van tegenspoed, kan men leren gebruiken als een diepgaande en bevrijdende ervaring. Zo is bijvoorbeeld ziek zijn vaak niet alleen een schreeuw van het lichaam om te melden dat er iets mis gaat. Je ziek voelen zet je ook (opnieuw) aan het denken over ‘wat betekent gezond zijn voor mij’ en over het leven in het algemeen. Tegenspoed kan je leren om weer op te staan, het verloren evenwicht te herstellen en weer wat gezonder en gelukkiger te worden. Er zijn talloze prachtige verhalen over mensen die als gevolg van negatieve gebeurtenissen en ziekte zich als persoon ontwikkeld hebben, of die hun handicaps en beperkingen op creatieve en inventieve wijze in het leven geïntegreerd hebben. Zij hebben tijdens en na hun problemen of ziekte een zinvol leven ontdekt, en zijn tot het inzicht gekomen dat het fundament van gezondheid ‘authenticiteit’ is: er voor durven uitkomen wie je bent, waar je voor staat en wat je van het leven verwacht of wil maken. Een belangrijke rol hierbij spelen, naast het persoonlijke vermogen om informatie te ordenen en te verhelderen, manageability vaardigheden en actief betekenis geven aan het eigen leven, onze “sense of coherence”.

‘In iedere persoon schuilt een dokter. Je moet hem alleen wat behulpzaam zijn’, zei Hippocrates, de patroon van alle geneesheren.

Het is een meer dan goede raad die nog altijd geldt. Iedereen weet dat de resultaten en vele weldaden die de geneeskunde ons heeft gebracht (en nog steeds brengt) buiten kijf staan. Even onomstreden zijn sinds kort de invloed van aandachtstraining en het leren begrijpen van het effect van gedachten en gevoelens op onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. Talloze wetenschappelijke studies hebben aangetoond hoe enerzijds stressoren (stresserende factoren) het immuunsysteem afbreken en ons somber kunnen maken, maar ook hoe anderzijds optimisme, dankbaarheid en vriendelijkheid de gezondheid ten goede komen. Naast verzorging, sport, goede voeding en eventueel medicatie om het lichaam gezond te houden, is het geen overbodige luxe om ook aandacht te geven aan een effectieve wijze van omgaan met problemen en gebeurtenissen.

© Ciran WHS3

E-learning module Primaire Coping

2. Doel en inhoud Module primaire coping

Uw bent als patiënt in behandeling bij Ciran en ontvangt interactieve modulaire revalidatie zorg. Dat betekent dat u naar aanleiding van de onderzoekbevindingen een behandelvoorstel heeft ontvangen en heeft besproken met uw cliëntverantwoordelijke. Dit behandelvoorstel is modulair opgebouwd en bestaat uit meerdere behandelonderdelen die met elkaar in verbinding staan. De handboeken die aan u worden uitgereikt zijn een hulpmiddel bij de behandelonderdelen die u volgt.

In dit handboek Primaire coping worden u meerdere thema’s aangereikt. Afhankelijk van uw eigen interesses of ontwikkelpunten, kunnen bepaalde thema’s voor u in meer of mindere mate van toepassing zijn. U kunt de voor uw specifieke thema’s bepalen. Zo regisseert u zelf, op een interactieve manier uw eigen ontwikkeling.

U wordt geadviseerd dit handboek evenals het verslag primaire coping mee te nemen tijdens de trainingen omdat, aan de hand van de verschillende vragen en opdrachten, dit handboek en het verslag samen met uw therapeut worden doorgenomen. Naast overdracht van kennis, het uitvoeren van de oefeningen en opdrachten, is het in onze filosofie belangrijk dat inzet van zorg wordt gekoppeld aan (terugkeer naar) maatschappelijk participeren. Met andere woorden gezondheid (-swinst) leidt enerzijds tot maatschappelijke participatie, anderzijds bevordert maatschappelijke participatie de ervaren gezondheid.

De aangereikte inzichten en vaardigheden dienen daarom te worden toegepast in de praktijk (werk, sociale omgeving, thuissituatie). Maak voor deze transfer in de praktijk (exposure) met uw therapeut, een duidelijk concreet actieplan met heldere en haalbare doelen in de tijd.

Mochten er tijdens of na de trainingen onduidelijkheden en/of vragen zijn, kunt u zich altijd wenden tot Workers Health Solutions???

© Ciran WHS4

E-learning module Primaire Coping

Module primaire coping

Algemeen doel: Het bevorderen van een effectieve wijze van omgaan met belastende situaties en gebeurtenissen met als doel gezondheidsherstel, en bevordering en versterking van zelfwaardering.

Inhoud DoelPersoonlijke copingstijl inzicht in de diverse voorkeuren van omgaan met

problemen (hfdst.3)

Coping & werk het beoefenen en kunnen toepassen van een effectieve wijze van omgaan met problemen en gebeurtenissen in uw dagelijks leven (thuis- en of werksituatie) (hfst 4.)

Sociale vaardigheden I bewust worden van de interactie met uw omgeving en de toe te passen competenties en vaardigheden

+(hfdst. 5)

Sociale vaardigheden II het beoefenen en kunnen toepassen van de competentie en vaardigheden in uw dagelijks leven (thuis- en of werksituatie) (hfdst. 6)

Externe factoren het verschaffen van inzicht in de externe factoren welke het herstel van de ervaren gezondheid en maatschappelijk participeren beïnvloeden en belemmeren (hfdst.7)

Verdieping afnemen van de self-assessment vragenlijst (hfdst. 8)

inzicht krijgen in de ontwikkeling van de diverse strategieën

(hfdst.8)

kennis hebben, beoefenen en toepassen van de diverse strategieën (voor uw persoonlijke ontwikkeling) in uw dagelijks leven aan de hand van het

© Ciran WHS5

E-learning module Primaire Coping

3. Persoonlijke copingstijl

Leerdoel: inzicht in de diverse voorkeuren van omgaan met problemen en gebeurtenissen.

Iedereen krijgt in zijn leven meerdere keren, en soms zelfs voortdurend, te maken met problemen en gebeurtenissen die aanpassing vragen. Echter lang niet iedereen die een ernstige gebeurtenis meemaakt of onder chronische moeilijkheden gebukt gaat, blijkt ook daadwerkelijk gezondheidsklachten te krijgen, terwijl anderen deze wel ontwikkelen. Om dit te kunnen verklaren, is een aantal factoren onderzocht die een rol kunnen spelen in de relatie tussen omgevingsgebonden factoren en gezondheidsklachten.

Uit onderzoek dat zich bezighoudt met de relaties tussen 'stress', gezondheid en arbeid, komen steeds meer aanwijzingen naar voren dat de vatbaarheid voor en het beloop van ziekten worden beïnvloed door de manier waarop mensen met belastende omstandigheden omgaan. Deze reacties op stressvolle gebeurtenissen (die niet alleen ingrijpende gebeurtenissen omvatten, maar ook chronische, dagelijks terugkerende problemen en moeilijkheden) worden samengevat onder de term ‘het omgaan met problemen’. De interpretatie van een gebeurtenis hangt in eerste instantie af van jezelf.

We zien duidelijke verschillen tussen mensen in de manier van reageren op deze stressvolle gebeurtenissen. Namelijk de interpretatie van en de reactie op moeilijke omstandigheden of bepaalde situaties kan voor iemand onbelangrijk zijn, maar kan ook als stressvol worden ervaren. Iemand kan een stressvolle situatie dan beoordelen als schadelijk en bedreigend ofwel als een uitdaging. Deze interpretatie gaat gewoonlijk gepaard met allerlei lichamelijke veranderingen.

We gaan in dit hoofdstuk aan de hand van opdrachten onderzoeken hoe u met problemen en gebeurtenissen omgaat en welke voorkeur u hiervoor doorgaans gebruikt. Aansluitend bespreken we welke voorkeuren er zijn en welke voor u van toepassing kunnen zijn om effectief problemen en gebeurtenissen op te lossen of mee leren om te gaan.

© Ciran WHS6

E-learning module Primaire Coping

3.1 Hoe gaat u om met problemen en gebeurtenissen?

In het omgaan met problemen en gebeurtenissen kan men een aantal stappen onderscheiden. De eerste stap is het constateren van het probleem. De tweede stap is het beoordelen van het probleem, hoe ernstig is het? De laatste stap is de reactie op het probleem, hoe gaat u het liefst met dit probleem om; uw omgangsvoorkeur?

Meestal prefereert iemand de één of de andere omgangsvoorkeur. Deze voorkeur ontwikkelt zich al vanaf zeer jonge leeftijd. Als een baby een probleem ervaart (bijvoorbeeld verveling) kan het op verschillende manieren reageren. Het kan gaan huilen, slapen of in zijn omgeving op zoek gaan naar iets interessants.

Afhankelijk van het effect van zijn gekozen voorkeur zal het dit vaker toepassen of juist niet meer. De reactie van de omgeving speelt hierbij ook een belangrijke rol. In de groei naar volwassenheid wordt iemands voorkeur steeds duidelijker.

Waarschijnlijk heeft u niet één duidelijke voorkeur maar gebruikt u er meerdere. Uw reactie op een probleem hangt natuurlijk ook voor een groot deel af van het specifieke probleem waar u tegenaan loopt. Toch is er meestal wel een rode draad zichtbaar in uw reacties; één of enkele voorkeur(en) die u gebruikt.

© Ciran WHS7

E-learning module Primaire Coping

Met behulp van onderstaande opdrachten kunt u bij uzelf de ‘rode draad’ opsporen hoe u omgaat met problemen of gebeurtenissen.

Opdracht 3.1

- Omschrijf kort twee problemen of gebeurtenissen (thuis, werk, gezondheidsproblemen) waar u mee te maken heeft (of heeft gehad). 1.2.

- Welke invloed hadden deze problemen op u?

- Wat heeft u gedaan om deze problemen op te lossen?

- Herkent u bij uzelf dat u deze manier van oplossen ook gebruikt bij andere problemen en gebeurtenissen?

Bepaalde manieren van omgaan met problemen en gebeurtenissen kunnen gezondheidsklachten voorkomen en/of uw welzijn in stand houden of bevorderen. Men voelt zich in sociaal opzicht prettiger en het gevoel van zelfwaardering versterkt.

In het algemeen kan niet worden gesteld dat één bepaalde manier van omgaan met problemen en gebeurtenissen effectiever is dan een andere. Indien men hier uitspraken over wil doen, is het nodig dat eveneens de aard van de gebeurtenis of de omstandigheid in beschouwing wordt genomen! Daarnaast speelt het tijdsperspectief een rol. Bepaalde manieren kunnen in eerste instantie een gunstig effect hebben, terwijl op de lange termijn dit niet het geval is.

Opdracht 3.2

- Geef aan wat u verstaat onder een effectieve aanpak bij problemen en gebeurtenissen. Bekijk dit vanuit zowel de korte als de lange termijn. Licht dit toe aan de hand van een voorbeeld.

© Ciran WHS8

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 3.3

- Vindt u dat de manier waarop u met uw problemen of gebeurtenissen bent omgegaan effectief was? Kijk naar het effect wat dit had op de korte en op de lange termijn.

Geef dit op de onderstaande schalen weer.

Effect op de korte termijn:

Effect op de lange termijn

Licht dit toe.

3.2 Bepalen van uw omgangsvoorkeuren Om te inventariseren wat uw voorkeuren zijn als het gaat om het omgaan met problemen en gebeurtenissen, heeft u een vragenlijst ingevuld (de Utrechtse Coping Lijst). Hierin worden 7 voorkeuren voor reacties gedefinieerd. Om te kijken naar de betekenis van uw omgangsvoorkeuren voor het ontstaan en in stand houden van problemen is het van belang deze voorkeuren te inventariseren.

De uitslag van deze vragenlijst geeft een indicatie weer van de manier waarop u met problemen omgaat. Op basis van de vragen wordt in kaart gebracht welke voorkeuren u vaak gebruikt en welke in mindere mate. Als normering DIMENSIE wordt hiervoor een vijf-punt DIMENSIE gekozen: zeer-hoog, hoog, gemiddeld, laag, zeer laag. Het is geen waarderingsgegeven, dat wil zeggen dat een bepaalde voorkeur ten opzicht van een andere beter zou zijn. Afhankelijk van de context kan bepaald worden of de wijze van omgaan met het problemen of gebeurtenis effectief of ineffectief zal zijn. Wel kan gezegd worden dat sommige voorkeuren in bepaalde situaties effectiever zijn dan andere, in termen van probleemoplossing of positieve effecten op uw gezondheid en functioneren.

© Ciran WHS9

Niet effectief Zeer effectief

Niet effectief Zeer effectief

E-learning module Primaire Coping

Door het invullen van de vragenlijst en het krijgen van feedback krijgt u inzichten in uw voorkeuren voor het omgaan met problemen en de effectiviteit hiervan in relatie tot uw problemen en het realiseren van uw doelen. Het omgaan en het ‘managen’ van stress kan dus op verschillende manieren plaatsvinden.

De volgende voorkeuren worden in kaart gebracht:

1. Actief aanpakken 2. Palliatieve reactie 3. Vermijden/ afwachten 4. Sociale steun zoeken 5. Passief reactiepatroon 6. Expressie van emoties 7. Geruststellende en troostende gedachten hanteren.

Opdracht 3.4

Bekijk de uitkomst van de vragenlijst ‘de Utrechtse Coping Lijst’ betreffende uw voorkeuren. Deze vormen uw omgangsprofiel.

- Herkent u zich in de uitkomst? Licht dit toe.

3.3 Omgangsvoorkeuren

Afhankelijk van de situatie of het probleem wordt gebruik gemaakt van een van de zeven omgangsvoorkeuren. Hierbij moet worden opgemerkt dat een bepaalde voorkeur effectief dan wel ineffectief kan zijn, afhankelijk van de situatie. De wijze van omgaan met belastende gebeurtenissen is van invloed op het psychische, fysieke en sociale welzijn van mensen. Een effectief probleemoplossend vermogen heeft een positieve invloed op de gezondheid het psychisch functioneren van een persoon. Dit betekent dat flexibiliteit van deze voorkeuren en het uitbreiden hiervan een gunstige invloed hebben op de gezondheid en welzijn van de mens.

We gaan in de volgende opdrachten de 7 voorkeuren afzonderlijk bespreken aan de hand van uw verslag.

© Ciran WHS10

E-learning module Primaire Coping

3.3.1 Actief aanpakken

Omschrijving “actief aanpakken”: de situatie rustig van alle kanten bekijken, de zaken op een rijtje zetten, doelgericht en met vertrouwen te werk gaan om het probleem op te lossen.

Opdracht 3.5

- Wat verstaat u onder “actief aanpakken”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “actief aanpakken” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is “actief aanpakken” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “actief aanpakken” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS11

E-learning module Primaire Coping

3.3.2 Palliatieve reactie

Omschrijving “palliatieve reactie”: afleiding zoeken, zich met andere dingen bezig houden om niet aan het probleem te hoeven denken, proberen zich wat prettiger te voelen door te roken, te drinken of zich wat te ontspannen.

Opdracht 3.6

- Wat verstaat u onder een “palliatieve reactie”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “palliatieve reactie” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is een “palliatieve reactie” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “palliatieve reactie” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS12

E-learning module Primaire Coping

3.3.3 Vermijden

Omschrijving “vermijden”: afwachten, de zaak op zijn beloop laten, de situatie uit de weg gaan of afwachten wat er gaat gebeuren.

Opdracht 3.7

- Wat verstaat u onder “vermijden”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “vermijden” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is een “vermijden” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “vermijden” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS13

E-learning module Primaire Coping

3.3.4 Sociale steun zoeken

Omschrijving “sociale steun zoeken”: het zoeken van troost of begrip bij anderen, zorgen aan iemand vertellen of hulp halen.

Opdracht 3.8

- Wat verstaat u onder “sociale steun zoeken”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “sociale steun zoeken” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is een “sociale steun zoeken” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “sociale steun zoeken” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS14

E-learning module Primaire Coping

3.3.5 Passief reactiepatroon

Omschrijving “passief reactiepatroon”: zich volledig door de problemen en de situatie in beslag laten nemen, de zaak somber inzien, zich piekerend in zichzelf terugtrekken, niet in staat zijn om iets aan de situatie te doen, piekeren over het verleden.

Opdracht 3.9

- Wat verstaat u onder een “passief reactiepatroon”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u het “passief reactiepatroon” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is het “passief reactiepatroon” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “passief reactiepatroon” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS15

E-learning module Primaire Coping

3.3.6 Expressie van emoties

Omschrijving “expressie van emoties”: het laten blijken van ergernis of kwaadheid, spanningen afreageren.

Opdracht 3.10

- Wat verstaat u onder “expressie van emotie”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “expressie van emotie” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is “expressie van emotie” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “expressie van emotie” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

© Ciran WHS16

E-learning module Primaire Coping

3.3.7 Geruststellende en troostende gedachten hanteren

Omschrijving “geruststellende en troostende gedachten hanteren”: zichzelf geruststellen met de gedachte dat na regen zonneschijn komt, dat anderen het ook wel eens moeilijk hebben, of dat er nog wel eens ergere dingen gebeuren, jezelf moed inspreken.

Opdracht 3.11

- Wat verstaat u onder “geruststellende en troostende gedachten hanteren”? Licht dit toe.

- In hoeverre past u “geruststellende en troostende gedachten hanteren” toe bij het omgaan met problemen en gebeurtenissen? (Zie ook de uitkomst van de vragenlijst). Licht dit toe.

- Wanneer is “geruststellende en troostende gedachten hanteren” voor u een effectieve wijze om met problemen en gebeurtenissen om te gaan? Hou hierbij rekening met het effect op de korte en op de lange termijn. Licht dit toe.

- Zou u de voorkeur “geruststellende en troostende gedachten hanteren” verder willen ontwikkelen? Licht dit toe.

We hebben in voorgaande opdrachten de diverse voorkeuren besproken voor het omgaan met probleem gebeurtenissen. Zoals u heeft kunnen lezen is het afhankelijk van de context en de tijd (effect op de korte en de lange termijn) om te bepalen of er sprake is van effectieve of ineffectieve wijze van het omgaan met het desbetreffende probleem of gebeurtenis. Wel kan gezegd worden dat sommige voorkeuren in bepaalde situaties effectiever zijn dan andere, in termen van probleemoplossing of positieve effecten op uw gezondheid en functioneren.

© Ciran WHS17

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 3.12

- Welke van de zeven voorkeuren (zoals in de vorige opdrachten besproken) zou u willen ontwikkelen om effectiever met uw problemen en gebeurtenissen om te kunnen gaan?

© Ciran WHS18

Klacht als signaal en/of symbool

Mentale aspectenFysieke aspecten

Arbeidzame levenJuridisch kaderWet & regelgevingFinanciële aspectenArbeidsomgevingFysieke en mentale aspecten in arbeid

Niet arbeidzame levenSociale omgevingsfactorenFamilieHobby’sSport

TypologieCulturele aspectenPrimaire coping (stress coping)Existentiële coping (MvG)

Patiënt

E-learning module Primaire Coping

4. Coping & werk

Leerdoel: het beoefenen en kunnen toepassen van een effectieve wijze van omgaan met problemen en gebeurtenissen in uw dagelijks leven (thuis- en of werksituatie).

Een effectieve omgang of aanpak is niet alleen zinvol bij problemen en gebeurtenissen, bijvoorbeeld in uw thuis- of werksituatie, maar ook bij gezondheidsklachten. De manier waarop iemand omgaat met zijn/haar ziekte heeft niet alleen invloed op de ervaren gezondheid, maar ook op de interactie met de omgeving (familie, collega’s). Ook bij chronische klachten, zoals pijn of vermoeidheidsklachten is het goed dat men zich herorienteert en bezint hoe verder. Ons brein beschikt over voldoende tools om alle ervaringen in het leven te verwerken en ten goede te gebruiken. Ondanks dat we wel eens in ‘de nesten’ kunnen zitten of door het leven beproefd gaan worden, kunnen we er zo nodig weer uitkomen of er een zinvolle levenservaring van maken.

In het algemeen kan niet worden gesteld dat één bepaalde voorkeur effectiever is dan een andere. Indien men hier uitspraken over wil doen, is het nodig de aard van de gebeurtenis of de omstandigheid mee te nemen. Zaken als de duur, frequentie, intensiteit, voorspelbaarheid en controleerbaarheid, bepalen mede welke voorkeuren in een bepaalde situatie wel effectief zijn en welke niet. De effectiviteit van een bepaalde voorkeur dient daarom vanuit een breed kader bekeken te worden (Periscoop).

De effectiviteit van een reactie hangt dus af van de aard van het probleem, de situatie en van de kwaliteiten en vaardigheden van de persoon zelf.

© Ciran WHS19

E-learning module Primaire Coping

Alles kan bijvoorbeeld tijdelijk effectief zijn, zowel actief als passief, terugtrekken als sociale steun zoeken etc. Het gaat dan vaak om het even niet meer ‘aankunnen’ en dus schakelen we onszelf even uit (bijvoorbeeld door teveel te drinken). Tijdelijk kan dit voor uw gevoel effectief zijn, maar op de lange termijn biedt dit geen oplossing. Struisvogelpolitiek biedt niet de oplossing op de langere termijn.

We zullen de ‘confrontatie’ aan moeten gaan met het probleem; de ‘beren’ op de weg blijken dan uiteindelijk ‘kleine knuffelberen’ te zijn.

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten en handreikingen kunt toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Aan de hand van de komende opdrachten zult u leren een strategie te ontwikkelen hoe u uw omgangsvoorkeuren kunt oefenen en toepassen in het dagelijks leven. Afhankelijk van uw doelen kunt u deze cyclus blijven herhalen om uiteindelijk inzicht te krijgen in de adequate wijze van het omgaan met desbetreffende problemen om uw doelen te kunnen realiseren.

Opdracht 4.1

- Welke, van onderstaande omgangsvoorkeuren, dient u in het kader van uw doelen te ontwikkelen, c.q. zijn het meest effectief voor u? Licht dit toe.

Actief aanpakken Palliatieve reactie Vermijden: afwachten Sociale steun zoeken Passief reactiepatroon Expressie van emoties Geruststellende en troostende gedachten hanteren

Opdracht 4.2

© Ciran WHS20

E-learning module Primaire Coping

- Hoe gaat u deze voorkeuren concreet ontwikkelen, Formuleer zo concreet mogelijk de oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet.

Formuleer hieronder de oefening die u gekozen heeft.

Het toepassen in de praktijk:

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

In de volgende opdrachten zijn gericht op de transfer naar de praktijk.

Opdracht 4.3

- Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie waar u de omgangsvoorkeuren kunt gaan toepassen (zie opdracht 3.13). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

Opdracht 4.4

- Omschrijf 3 situatie of activiteiten binnen uw sociaal omgeving en thuissituatie waar u de omgangsvoorkeuren kunt gaan toepassen (zie opdracht 5.2). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk, sociale omgeving en thuissituatie.

Opdracht 4.5 Hoe gaat u deze voorkeuren concreet ontwikkelen. - Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over

© Ciran WHS21

E-learning module Primaire Coping

hoe u de omgangsvoorkeuren concreet toepassen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: - 0-8 weken: - 8-16 weken: - 16-52 weken:

Zoals u heeft kunnen zien zijn er verschillende voorkeuren om met problemen om te gaan. Het onderstaande trainingsprotocol kan u helpen een effectieve strategie te ontwikkelen die u in uw dagelijks leven kunt toepassen bij problemen, gebeurtenissen en ervaren gezondheidsproblemen.

Hieronder wordt nogmaals schematisch het trainingsprotocol weergegeven: 1. Welke omgangsvoorkeuren dient u in het kader van uw doelen te ontwikkelen, c.q. zijn

het meest effectief voor u? (Zie opdracht 3.13) 2. Hoe gaat u deze voorkeuren concreet ontwikkelen? Formuleer zo concreet mogelijk de

oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet.

3. Voer de ‘oefening c.q. opdracht’ uit.

4. Hoe bent u te werk gegaan en wat was het resultaat hiervan? 5. Wat heeft u hier uiteindelijk van geleerd? 6. Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze nieuwe inzichten (sociale vaardigheden) een vanzelfsprekend gedragspatroon bij u worden? (Wat gaat u hiervoor doen?)

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Toepassen in de praktijk: 7. Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie, sociaal omgeving en

thuissituatie waar u de omgangsvoorkeuren kunt gaan toepassen. Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

8. Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u de omgangsvoorkeuren concreet toepassen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: © Ciran WHS

22

E-learning module Primaire Coping

- 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

© Ciran WHS23

Baas, mag ik naar een assertiviteits- training?

Nee!

OK…

E-learning module Primaire Coping

5. Sociale vaardigheden I; competenties en vaardigheidstechnieken

Leerdoel: bewust worden van de interactie met uw omgeving en de toe te passen competenties en vaardigheden

Omgevingsfactoren kunnen letterlijk vertaald worden als een kring van personen waarin iemand zich beweegt. De manier van interactie met uw omgeving kan van invloed zijn op uw gezondheidsbeleving en uw functioneren. Middels competenties en vaardigheden kunnen we anticiperen op onze omgeving.

Onderstaande competenties en vaardigheidstechnieken gaan we leren toepassen:

- Assertiviteit - Time management - Probleemoplossend vermogen - Conflicthantering.

5.1 Assertiviteit

Opdracht 5.1

- Wat verstaat u onder assertiviteit? Beschrijf dit aan de hand van een voorbeeld. (bijvoorbeeld aan de hand van een persoon die u als assertief beschouwt)

Lees naar aanleiding van opdracht 5.1 de toelichting op het begrip assertiviteit.Er zijn 3 vormen van assertief gedrag: © Ciran WHS

24

Subassertief gedrag Assertief gedrag Agressief gedrag

ComputerBeschrijf feiten

Geef uw gevoelens concreet aan

Geef voorstellen

E-learning module Primaire Coping

- Subassertief gedrag - Agressief gedrag - Assertief gedrag.

Wie zich subassertief gedraagt, komt niet, of onvoldoende, op voor zijn eigen belangen. Hij/zij laat gemakkelijk over zich heen lopen en heeft de neiging gevoelens van ergernis, boosheid of verdriet niet snel te laten merken, maar deze ‘in te slikken’ en voor zichzelf te houden. Hetzelfde geldt ook voor andere gevoelens, zoals blijdschap of ontroering.

Wie zich agressief gedraagt stelt zijn eigen belangen op de eerste plaats, zonder daarbij (voldoende) rekening te houden met en oog te hebben voor de belangen van anderen. Boosheid en irritatie worden veelal snel en op een verkeerde manier tot uiting gebracht.

Soms is er alleen sprake van verbale agressie (sarcastische opmerkingen maken, beledigen, schelden), maar soms kan er ook lichamelijk geweld aan te pas komen. Agressief gedrag heeft meestal een negatieve invloed op de omgeving. Het maakt anderen vaak angstig en gespannen en lokt dikwijls boosheid en agressiviteit uit. Direct of indirect gaat agressief gedrag bijna altijd ten koste van anderen.

Wie zich assertief gedraagt heeft respect voor zichzelf en voor zijn eigen belang, maar houdt daarbij tegelijkertijd ook rekening met (de belangen van) anderen. Gevoelens worden op een adequate manier geuit.

Opdracht 5.2

© Ciran WHS25

E-learning module Primaire Coping

- In hoeverre heeft u voldoende vaardigheden ontwikkeld, als het gaat om assertiviteit en bent u in staat deze effectief toe te passen? Licht dit toe.

Opdracht 5.3

- Wat zou u nog willen leren in het kader van assertiviteit? (Denk hierbij aan situaties waarin u niet voldoende effectief was als het gaat om assertiviteit?)

5.2 Time management

Opdracht 5.4

- Wat verstaat u onder time management? Beschrijf dit aan de hand van een voorbeeld.

Lees naar aanleiding van opdracht 5.4 de toelichting op het begrip time management.Tijd speelt in ieders leven een belangrijke rol. De uitdrukking 'gezelligheid kent geen tijd' geeft al aan dat tijd een subjectief begrip is: voor wie zich verveelt gaat de tijd langzaam, voor wie zich vermaakt gaat de tijd snel. De manier waarop 'tijd' wordt ervaren, hangt

© Ciran WHS26

Ik wil graag een afspraak maken om een time management cursus te volgen… maar dan moet ik eerst de tijd vinden om een agenda te kopen

E-learning module Primaire Coping

samen met de (soort) bezigheden die worden verricht en met de omstandigheden waarin dat gebeurt. Hoewel tijd onbeperkt 'in voorraad' lijkt te zijn, is het in feite een schaars goed. Alles wat een mens doet, kost nu eenmaal tijd. Eten, slapen, werken, luieren, lezen, enzovoorts. Iedereen heeft steeds te maken met de tijd en met het verstrijken ervan. De manier waarop iemand de tijd ervaart, wordt voor een belangrijk deel bepaald door psychologische factoren.

Om beter met uw tijd om te leren gaan, moet u eerst een overzicht krijgen van uw taken en van de momenten waarop u die verricht.

Time management volgens de Van Dale: o Het op een zo efficiënt mogelijke manier omgaan met de beschikbare tijd.

Vaak wordt er gesproken over tijdsdruk. Dat woord geeft aan dat (het gebrek aan) tijd (het schaars zijn van tijd) op ons drukt. Tijdsdruk op zichzelf kan geen kwaad. Veel mensen hebben een bepaalde tijdsdruk nodig om tot een prestatie te komen. Teveel tijdsdruk (mogelijk ervaren als tijdgebrek) levert echter negatieve stress op, waardoor het functioneren wordt bemoeilijkt en invloed heeft op onze gezondheid. Stress als gevolg van tijdsdruk kan zich weer vertalen in diverse klachten op fysiek en of mentaal niveau. Die overbodige stress is te vermijden door het goed indelen en plannen van de werkzaamheden.

Adviezen om meer tijd te krijgen zijn gemakkelijker gezegd dan gedaan. De eerste stap is het nauwkeurig inventariseren van wat we doen en wanneer. Om ons tijd- en takenmanagement te kunnen verbeteren, de tweede stap, zullen we hierna inventariseren welke veranderingen in ons gedrag gewenst zijn.

Opdracht 5.5 - In hoeverre heeft u voldoende vaardigheden ontwikkeld, als het gaat om time management en bent u in staat deze effectief toe te passen? Licht dit toe.

© Ciran WHS27

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 5.6 - Wat zou u nog willen leren in het kader van time management? (Denk hierbij aan situaties waarin u niet voldoende effectief was als het gaat om time management?)

5.3 Probleemoplossend vermogen

Opdracht 5.7

- Wat verstaat u onder probleemoplossend vermogen? Beschrijf dit aan de hand van een voorbeeld.

Lees naar aanleiding van opdracht 5.7 de toelichting op het begrip probleem oplossend vermogen

Hieronder wordt een methode beschreven om op gestructureerde en doelgerichte wijze oplossingen te vinden voor persoonlijke problemen die u dwars zitten. Deze methode is gebaseerd op de probleemoplossingtraining van Meichenbaurn, Hawton en Kirk. Deze methode bestaat uit zeven stappen. Voor ieder probleem gaat u aan de slag om de zeven stappen uit te werken. Alle stappen worden op papier uitgeschreven.

© Ciran WHS28

E-learning module Primaire Coping

De zeven stappen om een probleem op te lossen:

- Wat is het probleem dat u wilt aanpakken? - Wat zou u willen bereiken? - Welke mogelijkheden heeft u? - Wat zouden de gevolgen zijn? - Wat gaat u toepassen? - Uitvoering. - Werkt het?

Ad 1. Wat is het probleem dat u wilt aanpakken? Bijvoorbeeld, u vervelend voelen in bepaalde situaties of bezorgd zijn over iets wat staat te gebeuren. Maak het probleem concreet. Om het probleem duidelijk te krijgen kan het soms helpen u af te vragen: wat zit mij nu het meeste dwars? Doet het probleem zich bij herhaling voor, dan kan het u helpen om met name bij de meest recente keer goed na te gaan hoe het probleem eruit zag. In uw gedachten kunt u bijvoorbeeld nogmaals de situatie doorlopen. Vaker blijkt het probleem te bestaan uit meerdere problemen. Maak dan een keuze. Wat is het eerste probleem dat u wilt aanpakken? Ook wanneer er meerdere problemen zijn, zult u een keuze moeten maken. Problemen kunnen niet allemaal tegelijkertijd aangepakt worden. Wees er van bewust dat deze eerste stap tegelijkertijd ook de belangrijkste stap is. Het is vaak moeilijk om het probleem concreet en helder te maken. Overhaast u niet. Neem de tijd om het probleem helder en concreet te krijgen.

Ad 2. Wat zou u willen bereiken? Denk na over welk doel u zou willen bereiken. Zorgt u ervoor dat het doel dat u wilt bereiken concreet is: hoe zou u zich willen voelen of hoe zou u zich willen gedragen in de toekomst? Probeer het doel zo veel mogelijk in concreet gedrag te beschrijven zoals ‘Ik wil niet meer langer dan 10 minuten bellen’ of 'Ik wil geduldig reageren als iemand een vervelende opmerking maakt tijdens die vergadering’. Het is ook belangrijk dat u zich afvraagt of uw doel realistisch is. Niet haalbare doelen leiden meestal tot latere teleurstelling.

Ad 3. Welke mogelijkheden heeft u? Deze stap heet 'alternatieven bedenken’. Het is de bedoeling dat u nu gaat nadenken over mogelijkheden om het probleem aan te pakken en uw doel te bereiken. Laat uw gedachten in deze fase de vrije loop en noteer iedere aanpak. Iedere mogelijke aanpak die u bedenkt is goed. Soms lijkt een bepaalde aanpak in eerste instantie onzinnig. Noteert u die aanpak dan toch. Soms kan juist een onzinnig idee een vruchtbare bodem zijn voor een geheel nieuwe oplossing die nooit serieus door u overwogen werd. Andere manieren om mogelijke oplossingen te verzinnen, is u af te vragen wat een ander (bijv. iemand die u goed kent) zou doen in uw plaats. Weer een andere manier is voorlopig de ‘als maar’ weg te laten. Mensen denken vaak: 'Ik zou dit kunnen doen, als ik maar niet zo onzeker was’ of ‘als men maar naar mij luisterde’. Probeer deze ‘als maar’ nu eens weg te laten terwijl u mogelijke oplossingen bedenkt. Alle mogelijke oplossingen worden op papier genoteerd.

© Ciran WHS29

E-learning module Primaire Coping

Ad 4. Wat zouden de gevolgen zijn? U bekijkt nu één voor één de oplossingen die u in stap drie genoteerd heeft. Bij iedere oplossing gaat u na wat (1) de voordelen zijn van een dergelijke oplossing (2) wat nadelen zijn en (3) wat waarschijnlijk het resultaat zal zijn van uw oplossing. Het kan zinnig zijn u af te vragen wat de voordelen of nadelen zijn op korte termijn en wat de voordelen en nadelen op langere termijn zijn. Het kan helpen als u zich in gedachten voorstelt dat u uw oplossing in praktijk brengt. Alle punten worden netjes op papier genoteerd.

Ad 5. Wat ga ik toepassen? U leest alle oplossingen uit stap 3 door en alle voor- en nadelen en het te verwachten resultaat uit stap 4. Oplossingen waarbij geen goed resultaat wordt verwacht, worden weggestreept. Oplossingen waarbij de nadelen groter zijn dan de voordelen worden eveneens weggestreept. Bij het aantal mogelijke oplossingen die u overhoudt, vraagt u zich nogmaals af met welke oplossing u de grootste kans van slagen heeft. Vraagt u zich eveneens af welke oplossing het makkelijkst is toe te passen. De beste oplossing wordt gekozen.

Ad 6. Uitvoering. U heeft nu een bepaalde oplossing gekozen. Ga na hoe u dit het beste kunt gaan aanpakken. In sommige gevallen is dat een bepaalde afspraak die u met uzelf maakt, of het vastleggen van het moment waarop u uw voornemen gaat uitvoeren. In veel gevallen is meer planning nodig. U deelt bijvoorbeeld uw aanpak op in een aantal op elkaar volgende stappen. Deze stukjes worden in detail beschreven en ieder stukje wordt gepland. Met welke stap begint u? Wat wordt afhankelijk daarvan de tweede stap, wat de derde? Wanneer kunt u het best beginnen? Wanneer volgt dan de volgende stap? Het kan ook zijn dat u met anderen gaat overleggen hoe uw aanpak het beste uitgevoerd kan worden. Wanneer alles is voorbereid en overdacht, voert u uw aanpak uit.

Ad 7. Werkt het? U kijkt terug op de oplossing die u heeft uitgevoerd en u gaat na of de gekozen oplossing heeft geleid tot het gestelde doel. Het kan zijn dat u uw doel niet of niet helemaal heeft bereikt. In dat geval is het belangrijk na te gaan waarom dat zo is. De gekozen oplossing en de actie die u heeft ondernomen leidt tot meer informatie over de wijze waarop de oplossing effectiever kan worden gemaakt.

© Ciran WHS30

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 5.8

- In hoeverre heeft u voldoende vaardigheden ontwikkeld, als het gaat om uw probleemoplossend vermogen en bent u in staat deze effectief toe te passen? Licht dit toe.

Opdracht 5.9

- Wat zou u nog willen leren in het kader van uw probleemoplossend vermogen? (Denk hierbij aan situaties waarin u niet voldoende effectief was als het gaat om probleem oplossend vermogen?)

5.4 Conflicthantering

Opdracht 5.10

- Wat verstaat u onder conflicthantering? Beschrijf dit aan de hand van een voorbeeld.

Lees naar aanleiding van opdracht 5.10 de toelichting op het begrip: conflicthantering

© Ciran WHS31

E-learning module Primaire Coping

Conflicten op het werk zijn beslist niet ongewoon; meningsverschillen en discussies zijn vrijwel onvermijdelijk. Een conflict kan het meest volledig omschreven worden als ‘een situatie waarin twee of meer partijen die behoren tot een sociaal systeem bepaalde doelen nastreven die moeilijk verenigbaar zijn en daardoor in botsing komen’.

Het gaat met andere woorden dus om een tegenstelling tussen belangen en wel zo sterk dat beide partijen bestaande overeenkomstige belangen uit het oog verliezen. Wat beide partijen vaak wel als overeenstemming hebben, is dat ze beiden het conflict willen beëindigen. Want in een conflictsituatie kunnen moeilijk besluiten worden genomen en daar hebben beide partijen niets aan. In een conflictsituatie is het van belang dat beide partijen duidelijk krijgen wat de andere partij wil. Het duidelijk krijgen van zowel de tegengestelde als de overeenkomstige belangen vormt een belangrijk element van conflicthantering. Betrokken partijen verschuiven op die manier het accent van conflict naar onderhandelen, ofwel van een win/verlies situatie naar een win/win situatie.

Functies van conflicten. Men kan een aantal functies van conflicten onderscheiden:

De meest voor de hand liggende functie van een conflict is het willen winnen ten koste van de ander. Vaak wordt door de ene partij verondersteld dat dit hetgeen is dat de tegenpartij nastreeft.

Conflicten bieden de mogelijkheid om lucht te geven aan jarenlang opgehoopte frustraties en irritaties.

Conflicten kunnen de noodzaak van of de behoefte aan veranderingen signaleren. Conflicten dwingen partijen ertoe elkaar te leren kennen. Conflicten leiden tot het formuleren van regels en afspraken.

Het ontstaan van conflicten Verschillende factoren kunnen een rol spelen in het ontstaan van conflicten:

Factoren die inherent zijn aan groepen op het werk: 1. Kliekvorming (een nieuwe secretaresse in een team dat al tien jaar samen

werkt en ook buiten het werk interesses deelt). 2. Groepsdruk en stereotypen (een jongen uit Wassenaar in een groep met

rasechte Amsterdammers).

Factoren die inherent zijn aan de relatie: 1. Communicatiepatronen (misvattingen, misverstanden en meningsverschillen

over de wijze waarop een taak moet worden uitgevoerd). 2. Overtreden van gedragsregels (anderen in het openbaar bekritiseren; met

anderen bespreken wat in vertrouwen is meegedeeld; nalaten om taken over te nemen van afwezige collega's; ongewenste intimiteiten).

Factoren die inherent zijn aan de betrokken personen:

© Ciran WHS32

E-learning module Primaire Coping

1. Botsing van karakters (niet flexibel versus flexibel/ontspannen; autoritair versus geiten wollen sokken).

2. Geslachts- en leeftijdsverschillen (oudere werknemer vraagt moeilijk advies aan jongere werknemer; jongere werknemer, beter opgeleid, wil erkenning van oudere collega).

Factoren die inherent zijn aan hoe we anderen beoordelen en behandelen (irrationele cognities/verwachtingen): 1. Veronderstellingen over anderen (iemand is lui, loopt de kantjes ervan af, met

andere woorden de 'naam' die iemand heeft). 2. Machtsmisbruik (de chef moedigt overwerken aan. Werknemer denkt; ‘Wat de

chef zegt moet gedaan worden’ (= beoordeling/cognitie). De chef zet er evenwel geen beloning tegenover (= machtsmisbruik).

3. Beïnvloedingstactieken en manipulatie (mooie beloften doen waarin wordt geloofd).

Factoren met betrekking tot het werk zelf (welke een verstoorde werkrelatie tot gevolg kunnen hebben):

1. Teveel of te weinig werk 2. Gebrek aan overleg 3. Gedwarsboomde ambities, uitgebleven promotie 4. Onzekerheid over verantwoordelijkheid en takenpakket.

ConflictstijlenHoog Doordrukken Samenwerken

Mate Compromisvan Consensus eigenbelang

Vermijden Toegevenlaag

Mate van andermans belang

© Ciran WHS33

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 5.11 - In hoeverre heeft u voldoende vaardigheden ontwikkeld, als het gaat om uw conflicthantering en bent u in staat deze effectief toe te passen? Licht dit toe.

Opdracht 5.12

- Wat zou u nog willen leren in het kader van conflicthantering? (Denk hierbij aan situaties waarin u niet voldoende effectief was als het gaat om conflicthantering?)

© Ciran WHS34

E-learning module Primaire Coping

6. Sociale vaardigheden II; Training in de praktijk van competenties en vaardigheidstechnieken

Leerdoel: het beoefenen en kunnen toepassen van de competentie en vaardigheden in uw dagelijks leven (thuis- en of werksituatie)

We hebben vier vaardigheden besproken die van belang zijn voor de interactie met uw omgeving. We gaan nu kijken naar de invloed van uw omgevingsfactoren op u en welke vaardigheden u in dit kader dient te ontwikkelen om uw uiteindelijke doelen te kunnen realiseren.

Opdracht 6.1

- Wat verstaat u onder omgevingsfactoren? Licht dit toe.

Om te kijken naar het effect van uw omgevingsfactoren op u, gaan we dit eerst aan de hand van een voorbeeld bekijken.

Voorbeeld: Een 59-jarige man, genaamd Piet, heeft diverse lichamelijke klachten, waarvan rugklachten momenteel het meest overheersen. De rugklachten zijn ‘s morgens het ergst en worden in de loop van de dag minder. Patiënt heeft een tijd antidepressiva geslikt in verband met slaapproblemen. Tevens is hij eerder behandeld bij een revalidatiekliniek in verband met zijn lichamelijke klachten.

Hij geeft aan niet eerder depressief te zijn geweest, echter wel vaker in een dip te zitten. Piet heeft geen gelukkige jeugd gehad, hij kreeg heel weinig aandacht, er was veel ruzie tussen de kinderen en Piet werd niet gezien. Piet omschrijft zichzelf als een zeer verlegen persoon die weinig durf toont. Hij vindt het lastig om aanwezig te zijn, zich te laten zien. Hij heeft een goede band met zijn vrouw en kinderen, maar vindt dat het beter zou kunnen. Voor zijn hobby's, hij tuiniert en zit in het bestuur van een voetbalclub, heeft hij steeds minder tijd gekregen.

Een jaar geleden is de school waar hij werkzaam was gefuseerd met een andere school uit de stad. Piet heeft hier een belangrijke rol in vervuld en er veel tijd en energie in gestoken. Hij is dan ook zeer teleurgesteld als hij gepasseerd wordt bij de benoeming van een coördinator; een collega krijgt deze functie. Hij heeft het gevoel dat er onrechtvaardig gehandeld is. Hij had immers, veel meer dan zijn collega, moeite gedaan om de fusie vlekkeloos te laten verlopen.

Kort daarop krijgt hij last van hoofdpijn. Overdag voelt hij ook vaak ineens pijn op de borst en hij is voortdurend moe. Hij kan zich steeds minder goed concentreren. Wanneer hij proefwerken van zijn leerlingen nakijkt, kan hij er zijn aandacht niet bijhouden. © Ciran WHS

35

E-learning module Primaire Coping

Hierdoor gaat het werk hem nog meer tijd kosten dan het al deed. Hij houdt steeds minder tijd over om andere dingen te doen. Zijn vrouw begint te klagen dat hij zo weinig samen met haar en de kinderen onderneemt, waarover hij zich danig schuldig voelt.

Als dat enkele weken zo heeft geduurd, gaat Piet met zijn klachten naar de bedrijfsarts, die constateert dat hij lichamelijk niets mankeert. De bedrijfsarts denkt dat hij overbelast is als gevolg van te veel stress en verwijst hem naar een psycholoog.

Schema van de diverse omgevingsfactoren

Opdracht 6.2

- Beschrijf hieronder de omgevingsfactoren die voor uw beleving meespelen in het klachtenbeeld, de klachtbeleving en herstelmogelijkheden van Piet.

We gaan nu, aan de hand van onderstaand schema, kijken naar de invloed van uw omgevingsfactoren op u en welke vaardigheden u in dit kader dient te ontwikkelen om uw uiteindelijke doelen te kunnen realiseren.

© Ciran WHS36

U

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 6.3 - Welke omgevingsfactoren kent u bij uzelf? Vul het onderstaande schema in.

Geef middels een + (= positief) en – (= negatief) aan wat de invloed van deze omgevingsfactoren op u is. (Welke omgevingsfactoren kosten u energie (-) en welke omgevingsfactoren geven u energie (+)) Licht dit toe met een voorbeeld.

© Ciran WHS37

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 6.4

- Welke vaardigheden en competenties zou u willen leren om effectiever met uw omgevingsfactoren om te kunnen gaan?

Vaardigheden en competenties: Assertiviteit Time management Probleemoplossend vermogen Conflicthantering

Licht dit toe aan de hand van een voorbeeld

Opdracht 6.5

- Hoe gaat u deze vaardigheden en competenties concreet ontwikkelen, Formuleer zo concreet mogelijk de oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet. Formuleer hieronder de oefening die u gekozen heeft.

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt gaan toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Toepassen in de praktijk:

Opdracht 6.6

Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie waar u de vaardigheden en competenties kunt gaan toepassen (zie opdracht 6.4). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

Opdracht 6.7

© Ciran WHS38

E-learning module Primaire Coping

- Omschrijf 3 situatie of activiteiten binnen uw sociaal omgeving en thuissituatie waar u de vaardigheden en competenties kunt gaan toepassen (zie opdracht 6.5). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk, sociale omgeving en thuissituatie.

Opdracht 6.8 Hoe gaat u deze vaardigheden en competenties concreet ontwikkelen.

- Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u de vaardigheden en competenties concreet toe gaat passen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: - 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

Zoals u heeft kunnen zien zijn er verschillende vaardigheden en competenties die u kunt gebruiken voor de interactie met uw omgeving. Het onderstaande trainingsprotocol kan u helpen deze te ontwikkelen, zodat u deze vaardigheden in uw dagelijks leven leert toepassen.

Trainingsprotocol: 1. Welke vaardigheden en competenties zou u willen leren om effectiever met uw

omgevingsfactoren om te kunnen gaan? Bij deze training kunt u gebruik maken van de aparte handboeken assertiviteit, time management, probleemoplossend vermogen en conflicthantering.

2. Hoe gaat u deze voorkeuren concreet ontwikkelen, Formuleer zo concreet mogelijk de oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet.

3. Voer de ‘oefening c.q. opdracht’ uit.

4. Hoe bent u te werk gegaan en wat was het resultaat hiervan? 5. Wat heeft u hier uiteindelijk van geleerd? 6. Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze nieuwe vaardigheden en competenties een

vanzelfsprekend gedragspatroon bij u worden? (Wat gaat u hiervoor doen?)

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft © Ciran WHS

39

E-learning module Primaire Coping

om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt gaan toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Toepassen in de praktijk: 7. Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie, sociaal omgeving en

thuissituatie waar u de vaardigheden en competenties kunt gaan toepassen. Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

8. Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u de vaardigheden en competenties concreet toepassen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: - 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

© Ciran WHS40

E-learning module Primaire Coping

7. Externe factoren

Leerdoel: het verschaffen van inzicht in de externe factoren welke hetmaatschappelijk participeren beïnvloeden en belemmeren. (Deze specifieke training staat in verband met overige werk, economische, sociale, gezin en of juridische omstandigheden).

De manier waarop mensen hun leven leiden, heeft invloed op de gezondheid en het ontstaan van ziekte. Factoren die de gezondheid beïnvloeden worden ook wel determinanten genoemd. Onze gezondheid is het resultaat van een dynamisch samenspel van persoongebonden factoren, leefstijl en omgevingsfactoren.

Op de omgevingsvragenlijst worden een aantal zaken bekeken die van invloed kunnen zijn op uw deelname aan maatschappelijke participatie. Deze factoren in uw privé en/of werksituatie kunnen stressoren zijn die problemen negatief kunnen beïnvloeden oftewel in stand kunnen houden.

Factoren kunnen zijn: - Behuizing en economische omstandigheden:

o Dakloosheid o Inadequate behuizing o Burenruzie/probleem met voeding o Armoede/financiële probleem o Probleem sociale verzekering/welzijnszorg. - Familie omstandigheden: o Relatieproblemen met partner, ouders, kinderen, familie o Problemen ivm verlies of overlijden, partner, kinderen o Probleem ivm scheiding o Probleem ivm voogdij/alimentatie.

- Sociale omstandigheden: o Cultuurprobleem o Discriminatie o Sociaal probleem o Opvoedingsprobleem o Interfererende juridische omstandigheden o Ongewenst zwangerschap o Probleem ivm aanranding/verkrachting o Probleem ivm aangedaan geweld.

- Werkomstandigheden: o Probleem met werkeloosheid o Probleem met verandering van werk o Probleem met werkonzekerheid o Probleem met werkdruk o Probleem met collega’s

© Ciran WHS41

E-learning module Primaire Coping

o Onaangenaam werk.

Opdracht 7.1

- Welke van de specifieke factoren spelen bij u een rol bij het in stand houden van uw problemen?

Opdracht 7.2

- Welke invloed hebben deze problemen op u?

Opdracht 7.3

- Wat heeft u er tot nu toe aan gedaan om deze problemen op te lossen?

© Ciran WHS42

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 7.4

- Wat was het effect hiervan om op deze wijze uw problemen aan te pakken? Bekijk dit vanuit zowel de korte als de lange termijn.

Effect op de korte termijn:

Effect op de lange termijn:

Licht dit toe:

Denk na welk doel u zou willen bereiken. Zorgt u ervoor dat het doel wat u wilt bereiken concreet is: hoe zou u zich willen voelen of hoe zou u zich willen gedragen in de toekomst? Probeer het doel zo veel mogelijk in concreet gedrag te beschrijven zoals ‘Ik wil niet meer langer dan 10 minuten bellen’ of 'Ik wil geduldig reageren als iemand een vervelende opmerking maakt tijdens die vergadering’.

Het is ook belangrijk dat u zich afvraagt of uw doel realistisch is. Niet haalbare doelen leiden meestal tot latere teleurstelling.

Opdracht 7.5

- Wat zou u willen bereiken c.q. zou u willen veranderen? Licht dit toe.

© Ciran WHS43

Niet effectief Zeer effectief

Niet effectief Zeer effectief

E-learning module Primaire Coping

Het is de bedoeling dat u nu gaat nadenken over mogelijkheden om het probleem aan te pakken en uw doel te bereiken. Laat uw gedachten in deze fase de vrije loop en noteer iedere aanpak. Iedere mogelijke aanpak die u bedenkt is goed. Soms lijkt een bepaalde aanpak in eerste instantie onzinnig. Noteert u die aanpak dan toch. Soms kan juist een onzinnig idee een vruchtbare bodem zijn voor een geheel nieuwe oplossing die nooit serieus door u overwogen werd. Andere manieren om mogelijke oplossingen te verzinnen, is u af te vragen wat een ander (bijv. iemand die u goed kent) zou doen in uw plaats. Weer een andere manier is voorlopig de ‘als maar’ weg te laten. Mensen denken vaak: 'Ik zou dit kunnen doen, als ik maar niet zo onzeker was’ of ‘als men maar naar mij luisterde’. Probeer deze ‘als maar’ nu eens weg te laten terwijl u mogelijke oplossingen bedenkt. Alle mogelijke oplossingen worden op papier genoteerd.

Opdracht 7.6

- Welke mogelijkheden heeft u? Licht dit toe.

U bekijkt nu één voor één de oplossingen die u in stap drie genoteerd heeft. Bij iedere oplossing gaat u na wat (1) de voordelen zijn van een dergelijke oplossing (2) wat nadelen zijn en (3) wat waarschijnlijk het resultaat zal zijn van uw oplossing. Het kan zinnig zijn u af te vragen wat de voordelen of nadelen zijn op korte termijn en wat de voordelen en nadelen op langere termijn zijn. Het kan helpen als u zich in gedachten voorstelt dat u uw oplossing in praktijk brengt. Alle punten worden netjes op papier genoteerd.

Opdracht 7.7

- Wat zouden de gevolgen voor u zijn ? Licht dit toe.

© Ciran WHS44

E-learning module Primaire Coping

U heeft nu een bepaalde oplossing gekozen. Ga na hoe u dit het beste kunt gaan aanpakken. In sommige gevallen is dat een bepaalde afspraak die u met uzelf maakt, of het vastleggen van het moment waarop u uw voornemen gaat uitvoeren. In veel gevallen is meer planning nodig. U deelt bijvoorbeeld uw aanpak op in een aantal op elkaar volgende stappen. Deze stukjes worden in detail beschreven en ieder stukje wordt gepland. - Met welke stap begint u? - Wat wordt afhankelijk daarvan de tweede stap, wat de derde? - Wanneer kunt u daarmee het best beginnen? - Wanneer volgt dan de volgende stap? Het kan ook zijn dat u met anderen gaat overleggen hoe uw aanpak het best uitgevoerd kan worden. Wanneer alles is voorbereid en overdacht, voert u uw aanpak uit.

Opdracht 7.8

- Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u uw ‘problemen’ gaat aanpakken. Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: - 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

Check en kijk regelmatig terug of de oplossing die u heeft uitgevoerd, gekozen, u heeft geleid tot het gestelde doel. Het kan zijn dat u uw doel niet of niet helemaal heeft bereikt. In dat geval is het belangrijk na te gaan waarom dat zo is. De gekozen oplossing en de actie die u heeft ondernomen leidt tot meer informatie over de wijze waarop de oplossing effectiever kan worden gemaakt.

© Ciran WHS45

E-learning module Primaire Coping

8.Verdieping

8.1 Inhoud verdieping

In deze module Primaire coping werden meerdere thema’s aangereikt. In de uren, verdieping primair coping, is het de bedoeling dat voor u een passende keuze wordt gemaakt op basis van uw doelen omtrent gezondheidswinst en maatschappelijke participatie.

Het is van belang dat u de aangereikte inzichten en vaardigheden toepast in de praktijk (werk, sociale omgeving, thuissituatie). Hierdoor krijgt u meer ervaring en inzicht in de toepassingen van bovengenoemde omgangsvoorkeuren.

Wilt u zich graag verder verdiepen in de vier competenties en vaardigheidstechnieken?- Assertiviteit- Conflicthantering- Probleem oplossen- Time- management

Dan kunt u verder gaan met een van de andere 4 e-learning modules.

8.2 Self-assessment

In het volgende hoofdstuk van deze module kunt u verder met een stuk self-assessment. Daarom vragen we u een test te doen waarmee we kunnen kijken naar uw talenten, uw mogelijkheden. Net als iedereen heeft u verschillende kwaliteiten en talenten, zoals creatief zijn, samenwerken, doelgericht werken of beslissen. Maar ieder mens gebruikt zijn of haar talenten in meer of in mindere mate. U gaat inzicht krijgen in wat uw talenten zijn en op welke momenten, bij welke gebeurtenissen u die teveel of te weinig gebruikt. U gaat onderzoeken hoe en wanneer u deze talenten anders zou kunnen inzetten om effectiever en veerkrachtiger om te gaan met uw ‘problemen’. Dan wordt het gebruik van uw talent een strategie omdat u in staat bent te ‘kiezen’ hoe en wanneer u deze inzet.

8.3 Wat betekent self-assessment

De manier waarop wij over dingen en over onszelf denken is van invloed op wat we doen. Ook bepaalt dat hoe we met andere mensen omgaan. Ons zelfbeeld bepaalt zelfs hoe we met problemen omgaan. In de loop der jaren hebben we een set aan reacties en gedrag ontwikkeld omdat dat toen het beste werkte. Of omdat dat u beschermde, tegen pijn, verdriet of stress. Maar we maken steeds nieuwe dingen mee. Het is niet zeker dat ons voorkeursgedrag in deze nieuwe situatie ook het meest effectief is. Andere reactiesets zouden wellicht veel effectiever de problemen oplossen.

In een self-assessment gaat u naar zichzelf kijken en naar hoe u zich gedraagt in verschillende situaties, de strategie die u het liefste kiest. Ook wordt u zich bewust van situaties die u best wel goed aanpakt en situaties die voor u wat minder goed uitpakken. Hiermee wordt uw gedrag zichtbaar dat u inzet als reactie op zaken die om u heen © Ciran WHS

46

E-learning module Primaire Coping

gebeuren. En hiermee worden acties die u zelf inzet zichtbaar met wat voor effect die hebben op uw omgeving.

We beschikken over heel wat strategieën om met problemen om te gaan. In de loop der jaren zijn een aantal strategieën misschien wat roestig geworden, maar we kunnen ze weer leren gebruiken en ze leren gebruiken op het meest gunstige moment.

8.4 Hoe wordt uw persoonlijk profiel vastgesteld?

De self-assessment vragenlijst meet uw gedrag op 12 dimensies. Het resultaat wordt in een persoonlijk profiel, of diagram weergegeven. Aan de hand van dit diagram kan per dimensie een alternatieve strategie worden vastgesteld en opgestart. Let wel: een strategie is op welke dimensie dan ook niet goed of fout. Het hangt van de situatie af of een strategie, uw gekozen gedrag voor ú meer of minder effectief is.

De volgende dimensies worden in kaart gebracht: 1. Interesse in mensen 2. Relatie opbouwen 3. Erkenning 4. Flexibiliteit van geest en gedrag 5. Zelfstandigheid 6. Zelfvertrouwen 7. Analytisch denken 8. Leiding nemen 9. Assertief 10. Perfectionisme 11. Plaats van controle 12. Zelfbeeld.

Op basis van de uitkomst van deze self-assessment test gaat u evalueren welke kwaliteiten, talenten, u het best blijft continueren, welke u minder wilt gaan toepassen en welke u juist wilt gaan ontwikkelen.

© Ciran WHS47

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 8.1

Vul de self-assessment test in:

1. Vul de vragenlijst als volgt in; vul in het hokje naast de omschrijving of zin een cijfer in.

0 = zo bent u helemaal niet 1 = dat bent u in 55% van de gevallen

2 = dat bent u helemaal.

2. Denk aan hoe u zich nu voelt, de laatste 6 maanden.

3. Beschrijf uzelf: Wees eerlijk: het gaat om belangrijke aspecten van uzelf die we in kaart brengen.

Eerlijk zijn is dus een sleutel om de juiste conclusies te trekken. Het gaat om uw gedrag.

4.Aarzel niet teveel aub. ga op uw spontane reactie af.

8.5 Dimensies van de self-assessment

We gaan elke dimensie stap voor stap bekijken aan de hand van uw self-assesement verslag. Zoals u kunt zien in uw verslag is elke dimensie ingedeeld in 3 ‘zones’: links (A), midden(B) en rechts (C).

Let op: - het is niet goed of fout links (A), midden (B)of rechts (C) te scoren - binnen de zones (A,B,C) kunt u meer links of recht scoren, dit heeft invloed op de

interpretatie (de uitleg) van de desbetreffende strategie, bespreek dit samen met uw therapeut.

De volgende 12 dimensies zullen we nu afzonderlijk gaan bespreken: 1. Interesse in mensen 2. Relatie opbouwen 3. Erkenning 4. Flexibiliteit van geest en gedrag 5. Zelfstandigheid 6. Zelfvertrouwen 7. Analytisch denken 8. Leiding nemen 9. Assertief 10. Perfectionisme 11. Plaats van controle 12. Zelfbeeld.

© Ciran WHS48

E-learning module Primaire Coping

DIMENSIE 1. Interesse in mensen

Omschrijving “interesse in mensen”: De neiging om naar anderen toe te stappen en hen tot ontwikkeling aan te zetten. U wilt hen helpen, coachen. Niet beoordelend en onbevangen naar anderen toestappen.

Kijk op basis van de self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Weg van mensen gaan Interesse in mensen Naar mensen toe gaan.

Zone A: Dit duidt erop geen interesse te hebben in anderen, zelfs mensenschuw te zijn. Uitzonderlijk zelfs mensen te haten. Maar u inleven in anderen zou wel eens een sleutel kunnen zijn tot verandering. Want nu lijkt u toch wel erg afstandelijk en gesloten.

Competenties en vaardigheden: zakelijk zijn, afstandelijke analyse opgelet: niet té afstandelijk zijn.

Zone B: U toont bezorgdheid om anderen en ondersteunt hen. U moedigt ze aan en geeft feedback.

Zone C: Dit betekent dat u anderen accepteert zoals ze zijn zonder kritiek. U respecteert hen. U gelooft erin dat mensen zich kunnen ontplooien en dat u hen daarbij kunt helpen. U bent gevoelig voor hun behoeften, wilt hen coachen, begeleiden. Er is dus een zeker optimisme ten opzichte van anderen, hun talenten en de ontplooiing ervan, aanwezig. Er is een vertrouwen in anderen. U moedigt hen aan. Er is een goed inzicht in anderen en goede communicatieve vaardigheden zijn aanwezig. Bijvoorbeeld: luisteren, samenvatten, feedback geven. U houdt niet van afstandelijkheid. Let op dat u niet bemoeizuchtig wordt!

© Ciran WHS49

E-learning module Primaire Coping

Competenties en vaardigheden: luisteren vragen stelen samenvatten aanmoedigen coachend optreden attitude: optimistisch.

Opdracht 8.2

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

- Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 2. Relatie opbouwen

Omschrijving “relatie opbouwen”: Dit is de strategie die we aanwenden in ons leven waarbij we geloven in anderen en hen respectvol willen behandelen. We kiezen mensen uit om vrienden te worden. We stappen niet zomaar op mensen af. Er moet een gevoel zijn dat er interesse(s) of waarde(n) gemeenschappelijk zijn. Het is eerder vriendschappen sluiten en gaat dieper dan schaal 1.

Kijk op basis van de self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

B C

Geen vertrouwen Relatie opbouwen Vertrouwen geven

Zone A:

© Ciran WHS50

E-learning module Primaire Coping

U mag wat meer betrokkenheid tonen, want u komt als zakelijk-afstandelijk over. U schijnt relaties te vermijden? Bent u bang om gekwetst te worden? Voelt u zich wel op uw gemak met anderen? Of bent u wat wantrouwig?

Competenties en vaardigheden: zakelijk, onpartijdig opgelet: niet geïsoleerd geraken.

Zone B: U heeft plezier in menselijk contact. U geeft gemakkelijk uw vertrouwen.

Zone C: Vertrouwen geven en warme relaties uitbouwen past bij u. Teamgeest is belangrijk, samen zijn. Tactvol zijn, daar houdt u van. Sociale vaardigheden bezit u in grote mate. U bent behulpzaam, empathisch en ook charmant. U houdt niet van afstandelijkheid.

Competenties en vaardigheden: sociaal luisteren empathie hulpvaardig coachen communicatie in het algemeen gemakkelijk uiten van gevoelens attitude: mensgericht, empathisch, vriendelijk willen zijn opgelet: u kunt onecht overkomen, té vriendelijk.

U houdt niet van koele mensen. Let op dat u niet alleen naar de relatie en de warmte kijkt, maar ook naar de inhoud van de relatie. Dus: wat de ander voor u doet. Niet alleen wat dit voor u betekent.

© Ciran WHS51

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 8.3

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 3. Erkenning

Omschrijving “erkenning”: U wilt gewaardeerd worden, erkend worden. Aangezien worden als positief, goed mens.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Geen erkenning nodig Erkenning Wil veel aandacht krijgen

Zone A: U bent zelfbewust. U zegt wat u denkt. U heeft geen erkenning nodig. U vindt de erkenning in uzelf, uw werkprestaties en/of hoe u omgaat met anderen. U laat zich leiden door uw eigen inzichten en waarden. Competenties en vaardigheden:

eigen groei wordt gevolgd u duwt uzelf verder, U heeft geen anderen hiervoor nodig attitude: u gaat uw eigen weg op een zelfbewuste manier.

Zone B: U heeft graag aandacht, erkenning, positieve waardering. U doet echt uw best om als ‘goed’ over te komen wat vaak betekent ‘welwillend zijn’ en geen nee zeggen.

© Ciran WHS52

E-learning module Primaire Coping

Zone C: U wilt leuk gevonden worden en u doet er heel wat inspanningen voor: top kwaliteit bieden, hard werken, doelen bereiken op tijd, leuk omgaan met anderen, steeds vriendelijk zijn. gewoonlijk bent u toegeeflijk, want anders bent u misschien bang afgekeurd te worden! U laat zich leiden door wat anderen van u denken of zouden kunnen denken. U vermijdt confrontaties, want dan kan men u misschien gaan afwijzen. U wilt leuk gevonden worden omwille van uzelf. “Ja zeggen” om gewaardeerd te worden.

Competenties en vaardigheden: tactvol, goedwillend, toegeven aan de behoeften van anderen attitude: ik wens met anderen goed op te schieten opgelet: u bent dus tactvol, maar kunt als kruiperig overkomen en té goedwillend. U houdt niet van brutale personen!

Let op: altijd maar toegeven om goed bevonden te worden, kan tot negatieve effecten leiden! Het is heel vermoeiend en stressvol om altijd te proberen te voldoen aan aanderen. Uzelf blijven is belangrijk, met uw voor- en afkeuren. Zeg ook eens nee!

Opdracht 8.4

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 4. Flexibiliteit van geest en gedrag

Omschrijving “flexibiliteit van geest en gedrag”:

© Ciran WHS53

E-learning module Primaire Coping

Is de manier van omgaan met problemen op een wijze die mogelijkheden openlaat of andersom, dat u uw geest sluit en een tunnelvisie heeft, en focust op één mogelijke werkwijze, één manier van handelen.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Creatief Flexibiliteit van geest en gedrag

Normatief

Zone A: Duidt op aanwezige creativiteit. U durft uit te breken, nieuwe wegen te zoeken. U kunt ook soms als té creatief gezien worden en als niet geconcentreerd, niet weten wat hij/zij wil.

Competenties en vaardigheden: creatief ‘out of the box’ denken en handelen authentiek zichzelf attitude: ik beslis, los van routines, gewoontes en regels opgelet: ordelijk zijn, discipline.

Zone B: U vermijdt risico’s. U houdt ervan dat dingen gebeuren op de gekende wijze, waardoor uzelf mogelijk blokkeert van mogelijkheden op vernieuwing.

Zone C: U wilt de regels volgen. Dit betekent bijvoorbeeld dat u gewoontes respecteert. Niet echt ‘out of the box denken’. Niet flexibel. U wilt ook bij de feiten blijven. U wilt discipline. Geen brokken maken! U volgt de regels en stelt niets ter discussie. Creatief zijn Blijft binnen de perken. Misschien is er zelfs sprake van een star denkpatroon dat u blokkeert? U wilt alleen bekende paden volgen, liever geen verrassingen!

Deze werkwijzen, tradities, regels en routines vormen uw leidraad. Dat is goed, maar durf ook eens anders te kijken, vanuit een andere hoek, naar de relaties met mensen en de impact die u heeft op de ander: durf eens een risico nemen. Word niet te star, maar blijf uzelf.

Competenties en vaardigheden: loyaal goede collega betrouwbaar zelfdiscipline.

Opdracht 8.5

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

© Ciran WHS54

E-learning module Primaire Coping

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 5. Zelfstandigheid

Omschrijving “zelfstandigheid”: Zelfstandigheid, onafhankelijk zijn. Hoe zeker voelen we ons en hebben we behoefte aan bescherming? Ofwel we voelen ons sterk en gaan op eigen benen staan, of we voelen ons onzeker en gaan met de flow van de anderen mee. We gaan onszelf dus minder of meer beschermen in functie van hoe ‘sterk we ons voelen’ om problemen zelf aan te pakken.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Autonoom Zelfstandigheid Afhankelijke opstelling

Zone A: U houdt van autonomie, vrijheid; u wilt vrij zijn. U hebt zelfvertrouwen en u wilt zelf uw leven bepalen. U houdt van verantwoordelijkheid nemen.

Competenties en vaardigheden: zelf uw richting bepalend doelen stellend initiatief nemend attitude: ‘ik doe het zelf’ opgelet: niet eigenwijs worden.

Zone B:

© Ciran WHS55

E-learning module Primaire Coping

U houdt wel van de mening van anderen, het geeft u zekerheid. Misschien twijfelt u wel eens aan het nemen van verantwoordelijkheid, maar u kunt problemen wel goed aanpakken.

Zone C: Als u in deze zone zit, dan stelt u uzelf erg afhankelijk op. Afhankelijke opstelling betekent dat u anderen laat beslissen en geen initiatief durft te nemen. U bent onzeker, gevoelig en bescheiden. Bedenk: bent u niet té volgzaam, zegt u altijd ja?

Personen die in zone C zitten zijn vaak opgezadeld met een gevoel van hulpeloosheid. Alsof hun inspanningen er weinig toe doen. U voelt zich hulpeloos: ‘het doet er niet toe wat ik ook probeer, ik kan het toch niet’! Wat heeft u meegemaakt? Vaak spelen recente gebeurtenissen een rol bij deze schaal: wat heeft u meegemaakt dat leidt naar ’meer zelfbescherming’, wat te zien is in deze schaal als ’onafhankelijk of afhankelijk gedrag’?

Let op: anderen kunnen bedreigend overkomen, en/of teveel van u willen en u staat dat toe. U kunt gemanipuleerd worden, want u bent beïnvloedbaar. U bent wellicht te uzelf? Let op: altijd toegeven lijkt misschien niet-manipulatief overkomen, net wat u wilt... Maar soms manipuleert u dan juist wel: u laat anderen beslissen want dan is het hun fout als het niet lukt???

Let op: als u in extreme mate alles aan anderen overlaat, geeft dit een hulpeloos gevoel. U gaat dan nog meer aan uzelf twijfelen en durft geen oordeel meer te ontwikkelen. Dit kan leiden tot wat depressieve gevoelens (niet noodzakelijk gelijk aan depressie!). Het leidt ook tot stress, want u kunt namelijk niet voorspellen wat de ander gaat beslissen. Dat geeft een gevoel van geen richting te hebben, stuurloosheid en soms zelf onbekwaamheid op het werk. Wanneer u anderen uw doelen laat bepalen dan komt u nooit goed terecht! U komt niet op uw eigen bestemming aan! Dus bepaal zelf wat u wilt.

Competenties en vaardigheden gehoorzaam, volgzaam opgelet: voor jezelf opkomen!

Opdracht 8.6

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

© Ciran WHS56

E-learning module Primaire Coping

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 6. Zelfvertrouwen

Omschrijving “zelfvertrouwen”: We trekken ons terug of ‘we gaan ervoor’. Die beslissing gebeurt op basis van de mate van vertrouwen in onszelf. In deze schaal zien we dit door een conflict aanpakken of een conflict vermijden

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Alternatieven zoeken Zelfvertrouwen Conflicten vermijden

Zone A: U bent daadkrachtig, u pakt de confrontatie aan, met uzelf of anderen. U gelooft in uzelf? Goed zo! U zoekt naar verschillende soorten oplossingen en blijft niet star staren op één optie? U wilt actie zien en houdt niet van passief gedrag. U leert van uw fouten. Let op: niet té impulsief worden! Dus zonder nadenken handelen. Ook niet ongeduldig worden.

Competenties en vaardigheden: handelen, risico nemen, niet twijfelend daadkrachtig attitude: leren van uw fouten; op uzelf vertrouwend opgelet: niet impulsief worden.

Zone B: U gaat de problemen uit de weg want u twijfelt aan uw talenten, krachten.

Zone C: Duidt op onzekerheid, ook zelfkritiek. Uw zelfvertrouwen is laag. Veel twijfels met betrekking tot uw vaardigheden, beslissingen, etc. U bent (erg) onzeker. Voorzichtig, houdt niet van risico’s. Waarom heeft u uw moed verloren? Wat zijn uw schuldgevoelens?

© Ciran WHS57

E-learning module Primaire Coping

Welke mislukking vreest u? Durft u naar uzelf te kijken? Indien u dit niet doet, stopt u uzelf weg? Weet dat u dit niet uw hele leven kunt doen. Durft u confrontaties niet aan? Waarom niet? Waarom aarzelt u? Heeft u een luisterend oor van uw partner, vriend of vriendin?

Persoonlijke waarde of eigenwaarde heeft niet te maken met fouten maken, slecht presteren, mislukken, relaties of gevoelens daaromtrent.

Meestal is zone C te wijten aan een tijdelijk gedrag in functie van een bepaalde situatie.

Competenties en vaardigheden: voorzichtig, behoedzaam, geen risico nemen opgelet: niet aarzelen, neem initiatief, u mag ook eens een ‘rebel zijn’. Probeer eens

wat risicovoller te handelen.

Opdracht 8.7

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 7. Analytisch denken en handelen

Omschrijving “analytisch denken en handelen”: Het gaat hierover hoe we handelen via verdediging of aanval. We wapenen ons met analyses en kritische redeneringen. Dat leren we op school. Maar het is ook een stuk van onszelf - wat de één meer dan de ander in zich heeft op basis van de persoonlijkheid. We kunnen hier evenwichtig in zijn, maar ook extreem sarcasme en cynisme vinden we hier

© Ciran WHS58

E-learning module Primaire Coping

met als de tegenpool: naar alles luisteren en alles geloven, wat dus naïef gedrag genoemd wordt.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Open luisteren Analytisch denken Rebellerend – destructiefSarcasme - cynisme

Zone A: Als u erg extreem op links scoort, kunt u naïef overkomen of zelfs zijn! U mag wat weerbaarder worden. Blijf wel realistisch. U houdt niet van scherpe opmerkingen? Leer u daar tegen te wapenen. Leer zelf uitdagende vragen te stellen. Competenties en vaardigheden:

positief welwillend zijn meestal goede analyses attitude: goed nadenken is belangrijk.

Let op: niet naïef worden.

Zone B: Bent u een effectieve criticus, met beredeneerde ideeën? Waarschijnlijk wordt u dan geapprecieerd om uw ‘redelijkheid’ en goede gebalanceerde overwegingen. U kunt kritisch opbouwende vragen stellen en uitdagende stellingen aannemen om discussie uit te lokken.

Competenties en vaardigheden: priemende vragen stellen analyse vermogen uitdagend maar tactvol, beleefd attitude: door een kritische blik gaan we vooruit.

Zone C: Als u in deze zone zit, bent u zeer analytisch, maar ook zeer sceptisch. U toetst wat aangeboden wordt. U kunt wel overdrijven met uw kritiek. Bent u wat rebels,tegendraads? Wilt u graag anders zijn dan anderen? Tegengesteld zijn? (Denk aan pubers, denk aan Johnny Depp als captain Jack Sparrow). Rebels kan leuk zijn, maar als u overdrijft, kan dit belemmerend werken in uw contacten en juist destructief zijn. Let op: bent u sarcastisch - de hele tijd? Cynisch geworden? Dit sarcasme en cynisme kan de mensen van u afstoten en op het einde van uw loopbaan of uw leven blijft u dan alleen achter. Mensen weten namelijk niet goed om te gaan met zulk extreem gedrag. Men houdt hier vaak niet van en keert u dan de rug toe. Dat is destructief, want u houdt geen relaties over. Misschien bent u verbitterd? Waarom? Let op: open van geest blijven, zonder vooroordelen.

U kunt misschien erg rebels zijn, zeker als u tegenstand ontmoet. Hoe sterk is dit rebels zijn? Heeft u dit al uw hele leven? Of wanneer heeft u deze weg gekozen en waarom? Hoe helpt dit u? Of hoe werkt dit u juist tegen? Wanneer is het positief en wanneer negatief? © Ciran WHS

59

E-learning module Primaire Coping

Competenties en vaardigheden: scherpe geest, kritisch- opbouwend attitude: scherpe observatie en scherpe feedback zorgen ervoor dat zaken

vooruitgaan let op: niet verbitterd worden, niet cynisch worden, niet voortdurend kritiek geven

en anderen afbreken.

Opdracht 8.8

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 8. Leiding nemen

Omschrijving “leiding nemen”: Het gaat in essentie om initiatief nemen, met kracht impact willen. De leiding nemen (niet noodzakelijk de leider zijn) betekent impact willen hebben, krachtig optreden, de touwtjes in handen willen hebben. Dit geeft een gevoel van controle, ‘macht’. Het betekent ook geen chaos willen toelaten. Er zijn personen die hier ver in gaan en inderdaad ook echt mensen willen ‘overheersen’; de baas zijn op het werk of thuis. Er zijn ook personen die hier geen behoefte aan hebben maar toch initiatief nemen.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Situationeel initiatief Leiding nemen Dominerend - controlerend

© Ciran WHS60

E-learning module Primaire Coping

Zone A: U bent open van geest maar u kunt ook te zacht worden. U neemt initiatief als het nodig is, of (voor sommigen) als het echt niet anders kan. U werkt vlot samen met anderen, op basis van wederzijds respect. Let op: doortastend blijven is nu eenmaal nodig in onze maatschappij.

Competenties en vaardigheden: open voor ideeën van anderen; respectvolle samenwerking let op: niet te vaak en teveel toegeven, u mag doortastender zijn.

Zone B: Vooral onder stress zoekt u macht, controle. U houdt er helemaal niet van om als uw handelen in vraag gesteld wordt. U wordt dan star en onbuigzaam. Indien links in deze zone B: u houdt graag de touwtjes in handen en soms heeft u er moeite mee dat anderen de baas over u zijn. Toch twijfelt u of u nou meer of minder impact, leiding, controle wilt hebben.

Zone C: De neiging om anderen te controleren en ‘overheersen’. U wilt graag de ‘baas’ zijn. Maar is het geen oppervlakkige macht? Of hoe diep raakt u de anderen? Volgen ze u omdat u zo hard bent of omdat ze geloven in wat u zegt? De anderen hebben het gevoel dat u hen dwingt, duwt en dat is niet leuk. U kunt te daadkrachtig zijn en als zodanig overkomen. Door u dominant te gedragen, zegt u eigenlijk dat de ander het minder goed kan dan uzelf, dat u minder vertrouwen heeft in de ander. Vergeet niet dat dat snel opvalt. En als u vriendelijk bent zal de ander dat zien als manipulatief gedrag: ‘waarom is Jos vriendelijk?Zeker om gedaan te krijgen wat hij wil, niet omdat het voor ons goed of belangrijk is’. Deze profielen hebben vaak behoefte aan prestige, aan status. Hebben altijd behoefte aan controle. Ze willen te veel dicteren wat anderen moeten doen, teveel impact op anderen hebben. Het moet gaan zoals zij willen. Bent u ongeduldig met anderen / kunnen anderen uw standpunt begrijpen? Nee? Bent u wraakzuchtig? Dan bent u toch wel gericht op ‘macht’. In deze zone is het vooral belangrijk om op te letten dat u niet te snel te star gaat denken en meer uitspreekt onder stressomstandigheden.

Aandachtspunten: Blijven luisteren zonder te snel tot een oordeel te komen. Wees wat geduldiger. Kan dat? Onder welke voorwaarden? Luister naar uzelf, welke voorwaarden, wat eist u van anderen?

Oordelen en veroordelen kunnen nauw verbonden zijn, pas op! Te kritisch zijn, te scherp commentaar geven, kunnen u te ongevoelig doen overkomen. Ongevoelig overkomen (alleen logica en geen irrationele zaken). De wereld zien als een jungle: dit is niet nodig, mensen kunnen elkaar helpen. Let op dat u onder stress niet te veel argwaan ontwikkeld. U kunt teveel overheersen, u kunt anderen belemmeren in hun communicatie naar u toe omdat u ze te hard aanpakt, maar ook belemmeren in hun ontwikkeling. Teveel ‘macht’ of impact op mensen hebben, leidt er toe dat mensen niets meer zeggen! Of leidt tot personen die tegen zijn en kritisch commentaar zullen geven. Daar houdt u ook niet van…

© Ciran WHS61

E-learning module Primaire Coping

Competenties en vaardigheden: daadkracht ziet snel problemen en pakt ze aan attitude: als u geen leiding neemt, gebeurt er niets, alleen wanorde! let op: heeft u, voelt u wel echt respect voor anderen of kijkt u op hen neer?

Opdracht 8.9

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 9. Assertief Omschrijving “assertief”: Dit is de dimensie van agressief naar assertief naar subassertief gedrag. Men vindt zijn eigenwaarde door zichzelf in verband te brengen met anderen en ervan te winnen of verliezen.

Er zijn 3 opties: - U denkt in termen van winnen, van niet verliezen. U laat anderen niet winnen.

U weet het beter, zelfs tegen eigen beter weten in. Het niet kunnen laten om u te vergelijken met anderen, en beter, sneller en slimmer te willen zijn. Het voelt zo goed om te winnen: u bent dan belangrijk.

- U kunt ook assertief zijn: redelijk zijn, u open stellen voor anderen en hun mening over oplossingen, samen willen winnen. Samen beslissen.

- Ofwel u opstellen als medewerkend / samenwerkend, samen zoekend - maar daarbij teveel de ander zijn mening laten voor gaan.

© Ciran WHS62

E-learning module Primaire Coping

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Subassertief – samenwerken

Assertief Winnen - agressief

Zone A: U houdt van teamwerk. U wilt echt samen tot resultaten komen. U wilt samen iets bereiken en heeft aandacht voor de mening van anderen. Het ware assertieve gedrag vindt u hier (tussen 3 en 9 punten). Maar: extreem (0 of 1,2 punten) is subassertief: u geeft teveel toe.

Competenties en vaardigheden: erg bescheiden let op: niet miskend worden, laat u opmerken. U mag ook eens de ‘rebel’

uithangen.

Zone B: U kunt relativeren en kunt wel eens verliezen zonder boos te worden. Maar u wilt graag winnen. Er is sprake van jaloezie en afgunst. Men wil erkend worden (nr. 1 zijn). Plaats u wat vaker in wat meer realistisch perspectief. En zie af en toe in dat u niet altijd hoeft te winnen. Relativeer wat meer ten opzichte van het thema ‘winnen’.

Competenties en vaardigheden: teamwerker, goed samenwerken, kunnen coördineren bescheiden niet roekeloos zijn attitude: een beetje competitie is o.k., dus anderen uitdagen en eens willen

winnen is o.k., maar met mate, niet alles is een grote wedstrijd!

Zone C: U bent geneigd agressief op te treden want u wilt winnen en u wilt uw gezicht absoluut niet verliezen! U moet altijd gelijk hebben en ‘bewonderd’ worden, bekeken worden als degene die het ‘beter kan, beter weet’, etc.. Het leven is voor u een wedstrijd. U wilt indruk maken. U durft zelfs manipulatief te zijn. U kunt agressieve commentaren maken. In essentie gaat u zich opstellen tegen de anderen; anderen niet laten winnen, het beter willen weten, zelfs tegen eigen beter weten in. Het niet kunnen laten om u te vergelijken met anderen en beter, sneller slimmer willen zijn...

Let op: u kunt uzelf overschatten. Hoe staat u tegenover verliezen. Maakt dat u angstig?

Advies: kijk eerst naar uw eigen verantwoordelijkheid voor u anderen beschuldigt. Accepteer dat u niet altijd kunt winnen of altijd in de belangstelling staat. Kies een sport die niet competitief is, zou misschien leuk zijn!? Lopen tegen uzelf (bv tijdsgebonden) in plaats van tegen een ander (sneller willen zijn dan de ander).

© Ciran WHS63

E-learning module Primaire Coping

Let op: bent u jaloers als anderen meer aandacht krijgen? Welk plekje wilt u hen gunnen? Kunt begrijpen dat anderen ook aandacht willen? Kunt u mededogend zijn?

Competenties en vaardigheden: prestaties kunnen neerzetten, ervoor gaan, resultaten beogen en afwerken attitude: de wereld is een wedstrijd. Daarvoor neemt u zelfs risico’s; u wilt anders

zijn let op: niet te onbesuisd te werk gaan, te impulsief; laat anderen ook eens

belangrijk zijn.

Opdracht 8.10

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 10. Perfectionisme

Omschrijving “perfectionisme”:

© Ciran WHS64

E-learning module Primaire Coping

Het gaat hier er om dat we perfect gevonden willen worden. Het is niet hetzelfde als willen ‘vervolmaken’. Vaak gaan perfectionisten deze definitie als reactie geven als ze lezen dat ze ‘perfectionist’ zijn. Ze kunnen het moeilijk aanvaarden. Ze geven dan aan dat ‘alles zo goed mogelijk moet zijn’ (vervolmaken). Maar diep in hun hart willen ze eigenlijk de perfectie: een foutloze tekst, een foutloos parcours. Zo hoog presteren geeft een groot gevoel van ‘ik ben iemand’. Eigenlijk gaat het daarom: door foutloos, zeer precies te zijn, kunt u bewijzen dat u o.k. bent, dat u een waarde vertegenwoordigt in de maatschappij, in uw werk, in uw relaties.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Realisme Perfectionisme Perfectionisme

Zone A: Deze personen zoeken geen perfectie. Ze zijn realistisch maar moeten wel opletten nauwkeurig te zijn en vol te houden. Geneigd om onverschillig te worden. Houden niet van obsessief gedrag, muggenziften, niet flexibele geesten. Competenties en vaardigheden:

realisme in de kwaliteitseisen weten te relativeren let op: niet te slordig zijn, of geen oog hebben voor (kleine) details.

Zone B: Personen die rechts zitten in deze zone B zijn ook perfectionisten, maar wat minder ‘dwangmatig’. Ze zijn echter ook zeer gedreven, zeer toegewijd. Toch vaak teveel met ‘perfect zijn’ bezig (foutloosheid). Ze kunnen wat weinig open staan voor feedback dienaangaande en hebben soms een kort lontje als het over kwaliteit gaat.

Zone C: U wilt graag dat alles perfect is. Er is een drijfveer aanwezig om alles perfect af te leveren. En als perfecte man/vrouw, medewerker, baas gezien worden. U stelt dan ook erg hoge eisen aan uzelf. U kunt ook onrealistische eisen stellen. U kunt niet leven met fouten maken en wil alle details kennen. Alles moet correct zijn.

Daarom doet u zo erg uw best, zodanig dat dit zelfs uw gezondheid in het gedrang kan brengen (bv burn-out). Het perfect willen afleveren, betekent echter niet dat de productiviteit hoger ligt. Integendeel, men kan minder productief worden. Met name door de vele controles en her-controles die nodig lijken om de kwaliteit te borgen en steeds te evalueren.

Let op: door perfectie te zoeken gaat men soms té veel systematisch werken, té veel processen en procedures opstellen en willen toepassen. Teveel details in het oog willen houden. Dat leidt op het einde tot immobiliteit. Want men vergeet de essentie: het © Ciran WHS

65

E-learning module Primaire Coping

eigenlijke doel bereiken. Men is geneigd teveel aandacht aan de middelen te schenken. Middelen en doel worden trouwens door velen vaak verward. Perfect willen zijn. Bent u geobsedeerd bezig met iets? Heeft u routinehandelingen die u niet kunt stoppen? Wat is echt belangrijk in uw leven?

Competenties en vaardigheden: precies zijn, nauwkeurig zijn stap voor stap vooruit gaan, vasthoudend een duidelijk plan hebben altijd voorbereid geloof in de missie doorzettend in de concrete stappen controle kwaliteitswerk attitude: je moet doorzetten let op: te veeleisend zijn voor jezelf en/of anderen, te fanatiek bezig zijn. Teveel op

te kleine details focussen.

Opdracht 8.11

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 11. Plaats van controle

Omschrijving “plaats van controle”: Het gaat hier om de bekende ‘Locus of control’. Het is het geloof dat we, ofwel alles zelf kunnen aanpakken (= interne locus), ofwel dat het er niet toe doet: de anderen, een God of de expert, de arts etc. die hebben de touwen in handen (= externe locus). Het © Ciran WHS

66

E-learning module Primaire Coping

betekent onder andere ook: ‘prestatiegericht’ zijn. Doelen stellen. Een geloof in eigen kunnen helpt ons vooruit te kijken en doelen te kiezen.

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Extern Plaats van controle Intern

Zone A: Betekent dat u te weinig zelf initiatief neemt, u denkt dat het er allemaal niet toe doet? U gelooft er niet in dat u iets kunt bereiken. U twijfelt aan uzelf? Ontevreden met uzelf? Waarom? Wat is er gebeurd? U mag uw gevoelens niet opzij drukken. Praat erover!

Competenties en vaardigheden: neemt het leven van de gemakkelijke kant attitude: ‘relax’! let op: niet lui worden, gemakzuchtig, passief afwachten. Neem uw

verantwoordelijkheid, wees actief en neem initiatief.

Zone B: U wilt goede prestaties neerzetten. U bent effectief goed bezig.

Zone C: Interne locus betekent: de zelf gestelde doelen willen bereiken. U kijkt positief naar het leven en ziet uitdagingen, geen obstakels. U gelooft dat u de ‘challenges’ aan kunt en neemt ook bepaalde kleinere risico’s om het resultaat te bereiken. U stelt een goed gedetailleerd plan van aanpak op met deadlines en doelstellingen die concreet en realistisch zijn (misschien soms wat té hoog gegrepen?). U bent zeker van uw oordeel. Personen die goed omgaan met stress, scoren hoog op deze DIMENSIE. Indien u op de rechter zijde van zone C zit, dan kunt u wel erg vervelend doen als u merkt dat u de resultaten niet op tijd gaat behalen. U kunt dan ook erg ‘rationeel’ zijn en de mensgerichtheid, diplomatie, tact etc. vergeten te gebruiken.

Competentie en vaardigheden: plan maken resultaatgerichtheid gedrevenheid attitude: geloven in wat je doet let op: wordt geen workaholic, te gedreven zijn, zelfs teveel perfectie willen

nastreven (kijk dus ook naar de DIMENSIE 10!!).

© Ciran WHS67

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 8.12

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.

DIMENSIE 12. Zelfbeeld

Omschrijving “zelfbeeld”: Dit gaat over hoe u uzelf ziet. Hoe u met uzelf omgaat. Heeft u geloof in uzelf en uw talenten of twijfelt u? Optimisme of pessimisme?

Kijk naar uw self-assessment test in welke zone u scoorde en lees bijgaande beschrijving.

A B C

Pessimisme Zelfbeeld Optimisme

Zone A: Twijfelt u aan uzelf? Uw beeld van uzelf is nogal troebel. U bent niet spontaan en genieten van het leven is er niet bij. De emotionele sfeer is wat ‘donker’. U gelooft niet echt in uw eigen talenten. Er lijkt wat gebrek aan energie, spontaniteit. U geniet niet van het leven. Competenties en vaardigheden:

uzelf wegcijferen let op: blijf geïnteresseerd in uw leven, zoek naar wat u bezielen kan, wat bij u

enthousiasme oproept.

© Ciran WHS68

E-learning module Primaire Coping

Vragen: Kunt u anderen vertrouwen? Bent u jaloers? Waarom gelooft u niet dat u uzelf verder kunt ontwikkelen? Advies: stel wat doelen, blijf realistisch, word niet pessimistisch. Gebruik de energie die nu negatief is om positieve doelen te stellen.

© Ciran WHS69

E-learning module Primaire Coping

Zone B: Geeft eenzelfde beeld als zone A, maar wat minder negatief. Er zijn nog wat vragen die u heeft en u heeft nog wat steun nodig voor uw plannen. U bent over het algemeen wel realistisch.

Zone C: U bent een optimist die zijn/haar intuïtie durft te volgen. U gelooft in uw eigen talenten. U heeft een goed ontwikkelde intuïtie: een gevoel wanneer u actie moet ondernemen of juist moet afwachten. U heeft weinig schuldgevoelens en wijst ook niet met de vinger als er iets fout gaat. U zoekt eerlijk naar uw eigen verantwoordelijkheid. Uw gedrag is gebaseerd op uw eigen principes die u niet loslaat. U heeft veel en brede interesses. U vindt de kracht in uzelf om door te gaan en heeft geen of weinig ondersteuning nodig door anderen. U bent vol energie en u ‘gaat ervoor’. U heeft respect voor anderen. Staat open voor andere meningen. U bent flexibel. U wilt nog veel leren en doet daar ook inspanningen voor. Uw levenslust kan aanstekelijk werken. Het zou ‘passionele energie’ genoemd kunnen worden. De passie komt dan van uw eigen doelen die u gesteld heeft en u gelooft dat u deze kunt bereiken. U houdt niet van ‘nietszeggende’, grijze mensen.

Competenties en vaardigheden zorg voor zelfontwikkeling sterke instincten en intuïties niet veel schuldgevoelens leren van de fouten energie; levenslust plezier in werk, ‘thuis’ gevoel. passie om veel te weten attitude: we leven om te leren, spontaan let op: niet te optimistisch zijn, blijf realistisch.

Opdracht 8.13

- In hoeverre herkent u zich in uw score? Licht dit toe.

- In hoeverre verwacht u dat uw omgeving zich herkent in deze toelichting op uw score? Licht dit toe.

Stel u zou de tegenovergestelde strategie gebruiken, wat zou er dan gebeuren? Licht dit toe.© Ciran WHS

70

E-learning module Primaire Coping

8.6 Ontwikkeling van de diverse strategieën

Zoals u gemerkt heeft bij het doornemen van de dimensies is er geen sprake van echt goed of fout. Effectiviteit hangt sterk van de context (situatie) af. We zullen de strategie die u in deze dimensie gebruikt in een situatie moeten plaatsen. Steeds dezelfde strategieën blijven gebruiken, zoals u voorheen deed, heeft u in het verleden niet altijd geholpen, anders zou u vermoedelijk niet de problemen ervaren die u nu heeft. Door te leren dat er meer mogelijkheden zijn, betekent effectiever leren handelen.

Effectief zijn in het kader van deze self-assessment is juist het leren de juiste evenwichtige doelen te stellen. Laten we daarom naar uw totale profiel kijken in relatie tot de doelen die u wilt realiseren.

- Start met de schalen waar uw profiel ‘extreem’ is (eruit schietend - meer afwijkend) van de ingebeelde middenlijn. Dit ‘extreem’ kan dus zowel in de linker als rechter zone liggen.

© Ciran WHS71

E-learning module Primaire Coping

NB: Bij de extreme strategieën: bekijk altijd uw achtergrond (via de Periscoop, zie blz.25) waarom deze strategie zo extreem is. Heeft u bijvoorbeeld een slechte ervaring gehad? Of iets dat aangeleerd is? Was u altijd zo? Hoe heeft u dat geholpen? Of juist niet? Zijn deze strategieën effectief voor het kunnen realiseren van uw doelen?

Opdracht 8.14

- Wat zijn uw hoofdthema’s uit het self-assessment, de dimensies waarop u ‘extreem’ scoort. Dit ‘extreem’ kan dus zowel in de linker als rechter zone liggen.

- Wat valt u op; wat gebruikt u veel? Wat te weinig? Licht dit toe.

- Welke ervaringen, gevoelens of overtuigingen liggen hier aan ten grondslag?

© Ciran WHS72

A B C

E-learning module Primaire Coping

Opdracht 8.15

- Als u kijkt naar uw totale profiel, welke strategieën zou u willen ontwikkelen? Licht dit toe.

- Wat zou het ontwikkelen van deze strategieën voor u dienen op te leveren? Licht dit toe. Geef een voorbeeld.

Opdracht 8.16

- Hoe gaat u deze strategieën concreet ontwikkelen, Formuleer zo concreet mogelijk de oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet. Formuleer hieronder de oefening die u gekozen heeft.

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt gaan toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Opdracht 8.17

Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie waar u de strategieën kunt gaan toepassen (zie opdracht 8.16). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

- Omschrijf 3 situatie of activiteiten binnen uw sociaal omgeving en thuissituatie waar u de strategieën kunt gaan toepassen (zie opdracht 8.16). Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of© Ciran WHS

73

E-learning module Primaire Coping

lastigste momenten binnen uw werk, sociale omgeving en thuissituatie.

Opdracht 8.19

- Stel een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u de strategieën concreet toepassen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: - 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

In het algemeen kunnen we stellen dat bij problemen: - een beweging naar anderen toe (DIMENSIE 1 en 2; zone B of C ) beter is om hier mee om te gaan; - actief je problemen aanpakken beter helpt dan passief zijn.

Dat kunt u zien aan: DIMENSIE 5: in zone A DIMENSIE 6: in zone A DIMENSIE 7: zone A of B DIMENSIE 8: zone B of eventueel A DIMENSIE 9: zone B eventueel A DIMENSIE 10: zone A DIMENSIE 11: zone B of C DIMENSIE 12: zone C scoren, eventueel zone B.

© Ciran WHS74

E-learning module Primaire Coping

8.7 Training in de praktijk

Leerdoel: kennis hebben van de trainingsleer self-assessment.

Zoals u heeft gezien kunnen mensen verschillende strategieën gebruiken. Het bewust worden van deze strategieën en het weten wat effect hiervan is op u en uw dagelijks functioneren, zal helpen om meer controle te krijgen op uzelf en op het kunnen realiseren van uw doelen.

De komende trainingen krijgt u allerlei opdrachten waar u thuis, op het werk en in uw sociale omgeving aan werkt. Ook gaat u oefeningen uitvoeren en toepassen om voor uzelf nieuwe strategieën te ontwikkelen, zodat u uw doelen in het leven kunt realiseren.

Onderstaande cyclus van vragen gaan we voor de training doorlopen:

1. Wat zijn uw hoofdthema’s uit het self-assessment, de schalen waarop u ‘extreem’ scoort. (zie opdracht 8.14)

2. Wat valt u op? Wat gebruikt u veel? Wat te weinig? (zie opdracht 8.14) 3. Welke ervaringen, gevoelens of overtuigingen liggen hier aan ten grondslag? (zie

opdracht 8.15 en ook de vragen die bij de verschillende scores genoemd staan) 4. Welke strategieën zou u willen ontwikkelen? (zie opdracht 8.15) 5. Hoe gaat u deze strategieën concreet ontwikkelen, Formuleer zo concreet mogelijk

de oefening c.q. opdracht en zet dit om in een ‘oefenvorm’; waar, wanneer, hoe vaak, hoe lang en hoe u dit doet.

6. Voer de ‘oefening c.q opdracht’ uit.

7. Hoe bent u te werk gegaan en wat heeft u dit opgeleverd? 8. Wat heeft u hier uiteindelijk van geleerd? 9. Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze nieuwe inzichten (sociale vaardigheden) een

vanzelfsprekend gedragspatroon bij u worden? (wat gaat u hiervoor doen?)

Het is van belang, in het kader van het realiseren van uw doelen, dat u een manier heeft om de adviezen, inzichten, handreikingen en de ervaren verbeteringen in gezondheid kunt gaan toetsen in uw dagelijkse praktijk met concrete activiteiten. Met andere woorden dat u het geleerde gaat toepassen in de praktijk.

Toepassen in de praktijk:

10. Omschrijf 3 situaties of activiteiten binnen uw werksituatie, sociaal omgeving en thuissituatie waar u de strategieën kunt gaan toepassen. Zet deze in volgorde, te beginnen met de voor u de belangrijkste, moeilijkste of lastigste momenten binnen uw werk.

11. Stel samen met uw therapeut een zo concreet mogelijk actieplan, in de tijd, op over hoe u de strategieën concreet toepassen in uw werksituatie, sociale omgeving en thuissituatie.

Maak hiervoor een plan van aanpak in tijd: © Ciran WHS

75

E-learning module Primaire Coping

- 0-8 weken - 8-16 weken - 16-52 weken

© Ciran WHS76

E-learning module Primaire Coping

9. Afsluiting

In deze module heeft u stilgestaan bij het thema sociale vaardigheden. Omdat mensen niet gelijk zijn zal de één meer belang hechten aan bepaalde zaken dan de ander. Terwijl de één zich bezint op de diepere betekenis van wat men heeft meegemaakt, schuift een ander deze gevoelens weg. Evenzo verschillen mensen in de mate waarin zij tevreden zijn en inhoud wensen te geven aan het leven dat zij leiden. De één is gelukkig en heeft niet zo veel behoefte aan verandering, een ander zou als hij of zij de kans had het liefst een heel ander leven leiden onder heel andere omstandigheden.

Daarnaast verschillen mensen in de mate waarin zij de behoefte ervaren zich als persoon te ontwikkelen. Waar de één voortdurend op zoek is naar nieuwe ervaringen, nieuwe betekenissen en nieuwe inzichten, zal een ander de wereld en zichzelf nemen zoals die zijn en minder gericht zijn op groei en/of evolutie.

Veel mensen hebben het idee dat, zeker als zij eenmaal volwassen zijn, zij zijn zoals ze zijn. Andere mensen hebben juist het gevoel dat zij nooit ‘af’ zijn, dat zij zich altijd verder kunnen ontwikkelen tot een meer compleet mens. De meeste mensen zullen ergens tussen deze twee uitersten in zitten.

Het weten en herkennen van uw eigen voorkeuren, stijlen en strategieën, voor het omgaan van problemen en uitdagingen in uw leven, levert waardevolle informatie op als het gaat om inzicht in uzelf en de ander, uw ervaren gezondheid en het kunnen realiseren van uw persoonlijke doelen.

© Ciran WHS77

E-learning module Primaire Coping

10. Bijlage

10.1 Aanbevolen literatuurlijst

Brewer, chritsine, Omgaan met stress. ISBN 9789076050317

Het doe-boek 'Omgaan met stress' leert managers en medewerkers omgaan met de onvermijdelijke stress die we allemaal ervaren. Het boek legt uit wat stress is, op welke gebieden het mensen treft, wat de symptomen en oorzaken zijn. Door middels van vragenlijsten en opdrachten inventariseert u op welke gebieden u stress ervaart en wat daaraan ten grondslag ligt, waarna richtlijnen voor het aanpakken van schadelijke stress worden aangereikt.

Bronsschot J.F, graus G.M.H, Schreurs P.J.G, Tellegen B., Willige van de G.

De Utrechte Coping Lijst: UCL Omgaan met problemen en gebeurtenissen

Dam, Arjan. De kunst van het falen. ISBN 902632183X

We zijn er in het leven op gebrand om goede prestaties te leveren. We richten ons daarbij vaak alleen op het eindresultaat: daar worden we immers op afgerekend en dat bepaalt uiteindelijk ons geluk. Maar hoe effectief is die focus...

Dijk,C. Assertief op het werk. ISBN 9070512491

Tijdens een vergadering niets durven zeggen. Werk aanvaarden waar u eigenlijk geen tijd voor hebt. Met een grote boog om conflictsituaties heen lopen. Dit soort sub-assertief gedrag kan het u in werksituaties knap lastig maken. Veel...

Gorden, Thomas. Actief luisteren naar kinderen. ISBN 9021547899

De meeste ouders gaan ervan uit dat zij over voldoende basiskennis en levenservaring beschikken om kinderen te kunnen grootbrengen. Dat daarbij fouten worden gemaakt lijkt onvermijdelijk. Waar zou je het vak van ouder anders moeten...

Gunster, Berthold. Ja-maar wat als alles lukt? ISBN 902299144X

Ja maar, ja maar en nog eens ja maar. We horen het elke dag zo vaak dat we er gefrustreerd van raken. Ja-maar als levenshouding lijkt dan ook niet erg vruchtbaar. Het is voorzichtig, argwanend en defensief. Het maakt mensen tot buitenstaander...

Johnson. Hou me vast. ISBN 902153598X

© Ciran WHS78

E-learning module Primaire Coping

Wilt u een goede relatie verdiepen, een uitgedoofde relatie nieuw leven inblazen of een relatie die verkeerd dreigt te gaan redden? We zijn allemaal op zoek naar liefde, steun en verbondenheid, maar soms hebben we daar een beetje hulp...

Manu Keirse. Vingerafdruk van verdriet. ISBN 9789020980486

Vingerafdruk van verdriet is een kostbaar geschenk voor een ander of voor jezelf. Het is een boekje dat je zou moeten geven aan iedereen die een kind, een broer of een zus, de partner, een ouder, een vriend of een droom verliest

© Ciran WHS79