Web viewBij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt...

55
“Onbegrensd fietsen van Sevilla naar Girona” door Harrie van Haaren. Van 22 mei t/m 14 juni 2013. Dag 1, woensdag 22 mei. Sevilla-Lora del Rio. Afstand 70 km. Hoogtemeters 163. We staan vroeg op. Het is nog donker als Jacky mij naar Schiphol brengt. Daar aangekomen laad ik mijn fietsdoos op een kar. Er is nog net plaats over voor het grote pak met alle fietstassen en kampeerspullen. Het pak weegt 19,5 kilo en ik heb nog een fietstas met daarin mijn stuurtasje dat samen 8 kilo weegt. Na een licht emotioneel afscheid van Jacky duw ik mijn kar de vertrekhal binnen. Het is al heel druk op dit vroege uur. Omdat de fietsdoos op zijn kant staat kan ik er niet bovenuit kijken en bots overal tegen aan. Vooral tegen mensen. Een heel vriendelijke Transavia mevrouw handelt mijn bagage af. Het pak kan op de band en de fietsdoos moet ik naar de bijzondere bagage brengen. Tot zover gaat alles prima. Bij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt gezet. Na een tijdje komt een allochtone douane beambte met de tas aanzetten. Deze wordt helemaal binnenstebuiten gekeerd. Ik voel hem al aankomen. Ik heb de stommiteit begaan om alle zware dingen zoals gereedschap, kabelslot e.d. in de handbagage te doen. Dit omdat het grote pak met tassen niet meer mag wegen dan 20 kilo. In het vliegtuig is elk stuk metaal een potentieel moordwapen. Zelfs van mijn EHBO setje wordt elk onderdeel nauwkeurig bestudeerd zoals het schaartje. Van de reserve onderdelen hebben de spaken de bijzondere aandacht van de dame. Ik zeg: het zijn spaken voor de fiets. Ze kijkt me aan alsof ze nog nooit een fiets met spaken heeft gezien. Het resultaat van deze controle was dat de tas niet de cabine mee in mocht. De enige mogelijkheid was om de tas alsnog als ruimbagage in te klaren. In lichte paniek en tegen de stroom mensen in ga ik dus weer terug naar de bagage afdeling. Hoe lang gaat dit duren? Haal ik het vliegtuig nog? Een

Transcript of Web viewBij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt...

Onbegrensd fietsen van Sevilla naar Girona door Harrie van Haaren.

Van 22 mei t/m 14 juni 2013.

Dag 1, woensdag 22 mei. Sevilla-Lora del Rio. Afstand 70 km. Hoogtemeters 163.

We staan vroeg op. Het is nog donker als Jacky mij naar Schiphol brengt. Daar aangekomen laad ik mijn fietsdoos op een kar. Er is nog net plaats over voor het grote pak met alle fietstassen en kampeerspullen. Het pak weegt 19,5 kilo en ik heb nog een fietstas met daarin mijn stuurtasje dat samen 8 kilo weegt. Na een licht emotioneel afscheid van Jacky duw ik mijn kar de vertrekhal binnen. Het is al heel druk op dit vroege uur. Omdat de fietsdoos op zijn kant staat kan ik er niet bovenuit kijken en bots overal tegen aan. Vooral tegen mensen.

Een heel vriendelijke Transavia mevrouw handelt mijn bagage af. Het pak kan op de band en de fietsdoos moet ik naar de bijzondere bagage brengen. Tot zover gaat alles prima. Bij de douane aangekomen wordt mijn fietstas aan alle kanten gescand waarna deze apart wordt gezet. Na een tijdje komt een allochtone douane beambte met de tas aanzetten. Deze wordt helemaal binnenstebuiten gekeerd. Ik voel hem al aankomen. Ik heb de stommiteit begaan om alle zware dingen zoals gereedschap, kabelslot e.d. in de handbagage te doen. Dit omdat het grote pak met tassen niet meer mag wegen dan 20 kilo. In het vliegtuig is elk stuk metaal een potentieel moordwapen. Zelfs van mijn EHBO setje wordt elk onderdeel nauwkeurig bestudeerd zoals het schaartje. Van de reserve onderdelen hebben de spaken de bijzondere aandacht van de dame. Ik zeg: het zijn spaken voor de fiets. Ze kijkt me aan alsof ze nog nooit een fiets met spaken heeft gezien. Het resultaat van deze controle was dat de tas niet de cabine mee in mocht. De enige mogelijkheid was om de tas alsnog als ruimbagage in te klaren.

In lichte paniek en tegen de stroom mensen in ga ik dus weer terug naar de bagage afdeling. Hoe lang gaat dit duren? Haal ik het vliegtuig nog? Een half uurtje later en 10 Euro lichter kom ik weer terug bij de douane. Ik had nu alleen mijn stuurtasje zonder metaal en dat was ok. Alleen zelf was ik niet ok. Die scan bleef maar piepen terwijl ik niets van metaal aan mijn lijf had. De douanier bleef mij maar fouilleren en vragen of ik ergens metaal had. Na een tijdje schoot het me te binnen. Oh ja, ik heb een nieuwe heup! Eindelijk mocht ik door.

De vlucht ging voorspoedig en gelukkig was al mijn bagage meegekomen. In de bagagehal stonden ook 3 Italianen hun fiets op te tuigen. Zij gingen de Ruta de la Plata oftewel de Zilverroute fietsen, van Sevilla naar Santiago de Compostella. Deze tocht staat ook nog op mijn programma.

Het fietsklaar maken van al mijn troep was ook nog een hele klus. Stuur rechtzetten, zadel omhoog, trappers monteren, banden oppompen (die moeten leeg vanwege ontploffingsgevaar in het vliegtuig i.v.m. de druk). Nadat ik de inhoud van al mijn tassen heringedeeld en bevestigd had kon ik eindelijk vertrekken. Ik doe mijn buff en mijn helm op en wil mijn fietsbril opzetten. Helaas, deze is nergens te bekennen. Ik ben bang dat deze in het vliegtuig uit mijn stuurtasje is gevallen. Speciaal voor deze tocht had ik er verdomme nog Varilux glazen in laten zetten om mijn Garmin GPS te kunnen uitlezen. Gelukkig heb ik nog mijn gewone bril. Dus daar doe ik het dan maar mee.

Wat onwennig rijd ik de aankomsthal uit. Eenmaal buiten schijnt er een weldadig zonnetje op mijn blote armen en benen. Daar hebben we dan zo lang op gewacht. In Nederland is het nog steeds koud en zelfs herfstachtig. Al fietsend op de secundaire zandweg richting centrum van Sevilla valt de vliegveldstress langzaam van me af. Wat er ook afvalt op de hobbelige weg is een tas. Verdomme, hoe komt dat nu? Ik denk dat de spin de tas omhoog drukte. Dus bagage anders bevestigd en verder.

Ik kan niet direct aan mijn route beginnen omdat ik eerst nog gasflesjes moet kopen voor mijn gasbrandertje. Dat doe ik in een kleine d.h.z. zaak in een buitenwijk van Sevilla. Er zijn twee klanten voor mij maar het duurt vlot een half uur. Alle informatie wordt nog in grote beduimelde boeken opgezocht en iedereen heeft tijd zat. Ja Harrie, hier leeft men in een lager tempo dan thuis. Daar moet je aan wennen.

Ziezo, nu kan me niets meer gebeuren. Ik heb proviand van thuis meegenomen en kan koffie zetten. Mijn Garmin GPS loodst mij snel Sevilla uit. De eerste kilometers is het nog druk maar zodra ik een zijweg opdraai kan het grote genieten beginnen. Ik rijd nu op een rustige weg door een landbouwgebied. Er wordt van alles verbouwd maar opvallend veel uien. Je ziet soms wel vijftig man tegelijk bezig met uien rapen. De zon schijnt uitbundig zonder dat het heet is. Bovendien staat er geen wind. Al heel snel heb ik dan ook al 70 km gereden als ik aan onderdak denk.

Hier in de buurt zijn geen campings, daarom ga ik proberen mijn tentje bij een boer op te zetten. Het valt echter op dat de enkele boerderij die ik zie heel ver van de weg af ligt en voorzien is van hoge hekken en poorten. Dus je kunt niet zomaar het erf op fietsen. Bij een groot huis achter een hek zie ik een man. Hij zegt dat het zijn huis niet is en ik mag daar niet kamperen. Een eindje verder zie ik een groot huis met palmen er omheen en ik hoor pauwen. Daar lijken me wel mogelijkheden om mijn tentje op te zetten. Als ik de oprit oprijd wordt ik verwelkomd door drie grote joekels met ontblote tanden. Terwijl ze staan blaffen blijf ik stokstijf staan in de hoop dat de eigenaar het hoort en me komt verlossen. Als er na een tijdje niemand komt sluip ik met de staart tussen mijn benen weg.

Bij het derde adres heb ik meer succes. Van een boer die op het land uien aan het oogsten is mag ik gebruik maken van zijn schuur. Als ik daarin mijn tentje wil opzetten bedenk ik me dat ik net zo goed alleen mijn slaapmatje en slaapzak kan neerleggen. Ik heb immers al een dak boven mijn hoofd. Het is een rommelige schuur met landbouwmachines en grote uienzakken. Opeens bedenk ik me dat er wel eens ratten kunnen zitten. In mijn woordenboekje vind ik niet de naam van een rat, wel van een muis: raton. Aan de boer vraag ik of er ratones zitten en hij zegt van wel, maar ook Ratas, ratten dus. In allerijl zet ik alsnog mijn tentje op.

In de schuur kook ik met de bescheiden hoeveelheid water dat ik nog heb zelf mijn potje eten. Daarna schrijf ik mijn dagboek en ga vroeg naar bed. Er is immers geen licht en ook geen water. Het blijkt een onbewoonde schuur te zijn. Het was een warme dag en ik heb blijkbaar veel vocht verbruikt. Met een halve bidon water ga ik de nacht in en zet mezelf op rantsoen. Elke keer een klein slokje water.

Dag 2, donderdag 23 mei. Lora del Rio-Crdoba. Afstand 98 km. Hoogtemeters 498.

Vroeg opgestaan. Ik heb geen water om koffie te zetten en kan dus ook niet ontbijten. Ik pak alles snel in en neem 3 uien mee van het land en zit al om 8 uur op de fiets. Het is heel aangenaam weer. Beetje fris nog maar al lekker zonnig. Al snel doemt het eerste dorpje op en er is een bar. Ik bestel een bocadillo met jamon en queso y cafe con leche. De barman is niet erg spraakzaam maar hij schept goed op. Ik krijg zowat een heel stokbrood rijk belegd met ham en kaas en ook nog voor een prikkie: 4,60 euro!

Ik rijd eerst nog een tijdje door het landbouwgebied . Er hangt een doordringende uiengeur maar die is niet onaangenaam. In een dorp koop ik bij de supermarkt 4 bananen, 4 perziken, een brood en een stuk gebak. Voor de deur eet ik de perziken en een banaan op. De mensen die met hun boodschappenkar langs komen kijken me aan alsof ik van Mars kom.

Bij Fuencubierta kom ik op de Via Verde Natural de la Campia, een 30 km lang fietspad over een oud spoorwegtraject. Het loopt door heuvelachtige velden. Ik fietst soms tussen rietkragen door en er zijn wat bruggetjes. Onderweg kom ik verlaten stationnetjes tegen en er staan overal picknickbanken. Het uitzichten over de velden is prachtig en langs het fietspad staan de mooiste bloemen. Klaprozen en pinksterbloemen voorop, maar ook gele brem en paarse bloemen waarvan ik de naam niet ken. Het geurt er heerlijk. Op het hele traject ben ik nog niemand tegen gekomen als ik langs de weg vier werklui zie die aan het barbecuen zijn. Ze roepen me na en ik keer om. Ze zijn verwonderd over mijn uitmonstering met zoveel bagage. Ze vragen honderduit en ik kan zo lekker mijn Spaans oefenen. Al snel heb ik een groot stuk stokbrood met een lekkere kotelet in mijn hand. Of ik er ook nog een fles bier bij wil? No gracias, ik moet nog fietsen. Nadat zij mij op de foto hebben gezet nemen we afscheid. Toch leuk, zon onverwachte ontmoeting.

Na een kleine 100 km. Kom ik in Crdoba aan. Bij de Romeinse brug over de Guadalquivir stop ik. Hier waren Jacky en ik vorige winter ook nog toen we met de caravan 6,5 week in Andalusi waren. Ik vraag aan een man of hij mij op de foto wil zetten met de brug en de Mezquita op de achtergrond. De camping is in de binnenstad en met mijn Garmin rijd ik er zo naar toe. Ik schrijf me in bij de camping waar het tarief 24 Euro blijkt te zijn. Ik zeg tegen de charmante Spaanse schone van de receptie dat ik het duur vind. Het is de eenheidsprijs voor twee personen en een kampeermiddel zegt ze. Kom jij dan bij mij in mijn tentje slapen nodig ik haar uit. Ze moest hartelijk lachen maar ging toch niet op mijn uitnodiging in.

Juist als ik met mijn fiets naar mijn kampeerplek wil gaan hoor ik een harde knal. Klapband! Het ventiel blijkt in zijn geheel uit de binnenband te zijn gescheurd. Het velglint zit een beetje scheef waardoor het ventielgat een scherp randje laat zien. Dit in combinatie met het te strak aandraaien van het moertje heeft het probleem veroorzaakt. Ik leg er mijn enige reserveband op maar morgen moet ik eerst naar de fietsenmaker voor nieuwe banden.

Terwijl ik zo met die fiets sta te klooien kondigt onweer zich aan.