worlddatabaseofhappiness.eur.nl · 0 book/report available at; j. Inhoud Achtergrond De...
Transcript of worlddatabaseofhappiness.eur.nl · 0 book/report available at; j. Inhoud Achtergrond De...
r
r
World Database of Happiness
HUlftE -z*o
,• P> l 11- t i. uS author's code
author's '
title, \
source ^U^D (Si^lO* 2-ub ( C<W/* W*
I&RN/-ISSN-
f excerpted by tefeca 0?3
tf excerpt checked by KuuA: Ve&<r\\nouen
tf excerpt send toauthor dd lo)-4-'ZcHU
0 excerpt returned byauthor dd
0 final control by
i reprint in Databook files
0 book/report available at
Inhoud
Achtergrond
De maatschappij verhardt
Aanzienlijk deel van de bevolking ervaart problemen in het eigen leven 5
Het groeiende individualisme is de belangrijkste maatschappelijke zorg 6
Bevolking onderkent ook andere hedendaagse problemen 7
Het probleem is dat mensen alleen aan zichzelf denken 8
Maatschappelijke steun voor probleemgroepen niet vanzelfsprekend
Bevolking ziet etnische minderheden en asielzoekers als voomaamste sociaal
uitgesloten groep 10
Meeste zorgen over kinderen uit probleemgezinnen 11
Mensen die uitgesloten worden, danken dat toch vaak aan zichzelf 12
Over daklozen maakt men zich niet veel zorgen 14
Solidariteit met sociaal geisoleerde groepen kent duidelijk grenzen 16
Sociale verbondenheid belangrijk voor zinvol bestaan
Zinvol leven is voor meer dan vier miljoen mensen moeilijk 17
Grote behoefte aan een zinvolle invulling van het leven 18
Kerk kan middel zijn om sociale binding te bevorderen 20
Conclusies
Afnemend normen- en waardenbesef leidt tot maatschappelijke problemen 21
Maatschappelijke steun voor probleemgroepen in de samenleving is niet
vanzelfsprekend 21
Sociale verbondenheid levert belangrijke bijdrage aan een zinvol bestaan 22
»
Achtergrond
Op het oog lijkt Nederland zeer welvarend. De economie floreert en de sociale voorziening-en lijken goed geregeld. "Nederland is af stellen sommigen zelfs, maar er bestaan nog
steeds misstanden in onze maatschappij. Groepen mensen die nauwelijks profiteren van
de welvaart. Een welvaart die voor de meesten van ons zo vanzelfsprekend is. Maar er zijn
groepen mensen die niet kunnen of willen deelnemen aan de samenleving. Ouderen, dak-
lozen, drugsverslaafden, psychiatrische patienten, mensen die in de financiele problemen
zijn geraakt, criminelen. Noem maar op. Al deze groeperingen hebben gemeen dat zij
dreigen het contact met de samenleving te verliezen.
Deze constatering roept een aantal belangrijke vragen op. In hoeverre zijn we ons eigenlijk
bewust van de aard van de problemen en de omvang van probleemgroepen? Krijgen deze
groepen wel voldoende aandacht? In hoeverre voelen we ons als maatschappij, als hulp-
biedende instantie of als individu medeverantwoordelijk voor het welbevinden van deze
mensen? En wie voelt zich geroepen om voor al hun problemen passende oplossingen aan
te dragen?
Om inzicht te krijgen in de aard, omvang en de beleving van deze maatschappelijke kwes-
ties heeft NIPO consult, in opdracht van het Leger des Heils, in het voorjaar van 2001
onderzoek gedaan. Daarvoor is een representatieve steekproef gehouden onder 1040
mensen van 18 iaar en ouder.
Een van de sociale kwesties die dit onderzoek aan de orde stelt, is de verharding van de
maatschappij. Er is gevraagd naar ieders persoonlijke ervaring met een aantal incidenten
in zijn of haar leven. Dit om een goed beeld te krijgen van de mate waarin bepaalde
problemen in de maatschappij ervaren worden. Ook is gevraagd naar zowel de bekendheid
en de herkenning als de oorzaken van belangrijke maatschappelijke issues van dit
moment.
De verharding van de maatschappij leidt tot sociale uitsluiting van bepaalde groepen.
Dit is de volgende sociale kwestie waaraan dit onderzoek uitgebreid aandacht besteedt.
Hoewel de gemiddelde Nederlander sociale uitsluiting niet direct als een van de grotere
gemeenschappelijke problemen ervaart, zitten wel degelijk grote groepen mensen in een
sociaal isolement. Daarom is gevraagd naar de bekendheid van groepen mensen die uit
gesloten dreigen te worden. En naar de mate waarin men zich om het welzijn van
specifieke groepen zorgen maakt. Hoe denkt men eigenlijk over de vraag bij wie de
verantwoordelijkheid ligt voor het isolement waarin uitgesloten mensen verkeren?
Tenslotte is ingegaan op het geestelijk welzijn van de Nederlander: de kwestie van de
beleving en de zin van het leven. Want het leven mag voor de meesten van ons dan wel
welvarend zijn, maar in hoeverre lukt het ons eigenlijk aan het leven ook een zinvolle
invulling te geven? Dat is de reden dat in dit onderzoek is gevraagd naar de mate waarin
de Nederlander tevreden is over het eigen leven en de zin van het leven in het algemeen.
Hoe groot is de behoefte aan het leven van een zinvoller leven en aan sociale
verbondenheid met de omgeving? En als die behoefte er is, welke mensen willen van
daaruit, al dan niet vanuit christelijke normen en waarden of met behulp van de kerk, een
bijdrage leveren aan de verbetering van de maatschappij?
QSU
De maatschappij verhardt
Aanzienlijk deel van de bevolking ervaart problemen in het eigen leven
De onderzoeksresultaten zijn verontrustend. Zeker als we de uitkomsten vertalen in abso
lute aantallen. Een aanzienlijk deel van de bevolking kent bijvoorbeeld zelf problemen of
heeft ze gekend. Ruim 600. 000 mensen zeggen zich vaak eenzaam te voelen. Opvallend is
dat zich binnen deze groep relatief veel mensen tussen de 25 en 34 jaar bevinden.
Bijna een half miljoen mensen heeft een lichamelijke handicap, waardoor zij belet worden
deel te nemen aan het sociale leven. Vrouwen hebben daar vaker last van dan mannen.
Die beperkte deelname geldt ook voor de meer dan 200. 000 mensen, die wel eens in de
war zijn. Dit zijn niet alleen ouderen, maar ook relatief veel mensen tussen de 25 en 34
jaar. Meer dan een half miljoen mensen, onder wie vooral vrouwen, zijn in hun leven
seksueel misbruikt, mishandeld of gelntimideerd. Grote groepen Nederlanders hebben dus
nogal wat ervaring opgedaan met problematische situaties.
1 | Aanzienlijk deel van debevolking hccfi problemen gekend
Uitspraak van toepassing op
% (afgerond) Absoluut aantal 1)
Ik dcnk wel eens na over de vraag waarom ik leef
Ik maak mij zorgen ofik deze maand wel financieel kan rondkomcn
Ik voel mij vaak eenzaam
Ik ben in mijn leven seksueel misbruikt, mishandeld of gelntimideerd
Ik heb een lichamelijke handicap waardoor ik niet kan deelnemen aan
het sociale leven
Ik ben niet in staat zelf al mijn maaltijden te bereiden
Ik ben wel eens zodanig in de war dat ik niet kan deelnemen aan
het sociale leven
Ik ben wel eens gerechtelijk veroordeeld
Ik ben wel eens dakloos geweest
Ik ben verslaafd aan alcohol, drugs of gokken
Geen van deze problemen
26 3. 170. 680
9 1. 037.677
5 611. 076
5 564.957
4 484.249
2 253.654
2 207. 534
1 172. 945
1 69. 178
0 34.589
38 4. 519.662
1) De absolute aantallen zijn berekend opbasis van niet-afgeronde percentages, met gebruikmaking
van cijfers van het CBS (jaar 2000) (bron: www, cbs. nl).
NB: Bij de resultaten die hierzijn weergegeven moet worden opgemerkt, dat dit zelfs nog een terooskleurig beeld kan geven van de bevolkingsaantallen die met devoorgelegde problemen hebben temaken, Aangezien gebruik is gemaakt van NIPO's CAPl@HOME-panel. waarbij mensen viaeene-mail-vragenlijst worden benaderd, zullen mensen die niet over een computer met internet-aansluitingbezitten niet in de steekproef vertegenwoordigd zijn. Te denken valtdaarbij aan daklozen en mensendie doorhun verslaving zijn opgenomen in klinieken, gedetineerden ofmensen in verzorgings- en
verpleeghuizen.
Het groeiende individualisme is de belangrijkste maatschappelijke zorg
Maar als mensen gevraagd wordt wat in het algemeen het belangrijkste probleem is in de
huidige maatschappij, wat noemen ze dan? Opvallend genoeg blijken de spontaan gegeven
antwoorden niet zozeer te gaan over hedendaagse maatschappelijke issues, zoals
veiligheid.
Vooral zaken die te maken hebben met ervaren normen en waarden komen naar voren.
Drie op de tien Nederlanders noemt individualisme, egoisme en/of desinteresse als het
belangrijkste probleem. Met name ouderen baart dit grote zorg.
Andere daarmee samenhangende en veel genoemde problemen zijn: het geen of weinig
respect voor elkaar hebben en de onderlinge onverdraagzaamheid en intolerantie.
In mindere mate worden ook agressiviteit en zinloos geweld genoemd als belangrijk
probleem van de huidige maatschappij. Opvallend is dat slechts een enkeling criminaliteit
ervaart als belangrijk maatschappelijk probleem. Dat geldt overigens ook voor onder
werpen als discriminatie, racisme en integratie van buitenlanders. Allemaal onderwerpen
die toch met enige regelmaat publicitaire aandacht krijgen.
2 Belangrijkste problemen in de hedendaagse samenleving
Individualisme. egoisme. desinteresse
Gecn/weinig respect (acceptatie)
Onverdraagzaamhcid/intolerantie
Agressiviteit (geweld)
Geen tijd/te druk
Zinloos geweld
Gebrek aan normen en waarden
Communicatie (niet luisteren)
Onverschilligheid (oppervlakkig)
Onbegrip voor elkaar
Alles draait om geld (materialisme)
Criminaliteit
Discriminatic/racisme
Onvoldoende integratie van buitenlanders (allochtonen)
Afgunst/jaloezie
Weet niet/geen idee
Genoemd als
le 2e 3e
% % %
31 13 4
15 7 3
10 4 2
7 6 3
6 6 3
6 - -
4 1 1
3 3 1
2 - 1
2 -l
1
1
4
2
3
1
1 2 1
1 2 2
. 1 1
29 59
Bevolking onderkent ook andere hedendaagse problemen
Bepaalde sociale issues staan in de pers en bij beleidsmakers hoog op de agenda. Om te zien
of de bevolking deze sociale problemen onderkent, kreeg men stellingen voorgelegd overeen aantal maatschappelijke problemen.
Driekwart van de bevolking is ervan overtuigd dat iedereen die hulp wil en nodig heeft, die
in Nederland kan krijgen. Volgens meer dan de helft hoef je in Nederland geen schulden
te hebben. Daarentegen onderschrijft het overgrote deel van de Nederlandse bevolking destelling dat lichamelijk gehandicapten minder kansen hebben op de arbeidsmarkt.
Meer dan de helft van de bevolking ziet dat er echte armoede in Nederland bestaat en dat
er duizenden zwerfjongeren zijn. Een groot deel van de bevolking onderkent dus wel dege-lijk hedendaagse sociale problemen.
3 | Voorgpltgde problemen worden herkend
Lichamelijk gehandicapten hebben in Nederland precies
dezelfde kansen op de arbeidsmarkt als niel-gchandicaptcn
In Nederland bestaat geen echte armoede
In Nederland hoefje geen schulden te hebben
Drugsvcrslaafden worden nauwelijks serieus genomen
Iedereen die dat wil en nodig heeft. kan in Nederland
hulp krijgen
Het is in Nederland zeer gemakkelijk om jarenlang
ten onrcchte een uitkering te ontvangen
In Nederland daalt het aantal tiencrmeisjes dat zwanger raakt
ofeen kind heeft
In Nederland zijn duizenden zwerfjongeren
2-1
24
23
87
60
46
47
gem.
] 1.9
U 1
• _J 2.6
38 2
2„s
43
3.0
47
3.7
74
3.7
r,7
20
Ijcplicatie''
•• Mee oneens
. Mee eens
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
1.0 - helemaal mee oneens
2.0 • grotendeels mee oneens -1.0 - grotendeels mee eens
Neutraal (wect niet/geen mening) 3.0• neutraal/geen mening 5.0 - helemaal mee eens
Het probleem is dat mensen alleen aan zichzelf denken
Maar wat veroorzaakt dan al die problemen in de maatschappij? De Nederlander meent datde belangrijkste oorzaakis dat mensen alleenaan zichzelf denken. Andere veel genoemdeoorzaken zijn toegenomen agressie, niet openstaan voor de medemens en geen respectmeer hebben voor elkaar.
Er is een sterke relatie tussen oorzaak en probleem. Dat mensen alleen aan zichzelf denken
uit zich in egoistisch gedrag en desinteresse. Dit ervaart men aan den lijve als verharding
en wordt als zodanig ervaren als een groot maatschappelijk probleem.
4 | Oorzaak belangrijke problemen indehedendaagse samenleving (spontaan)
Mensen denken alleen aan zichzelf
Meer agressie/geweld/criminalitcit
Geen interesse voor elkaar: staan niet voor je open
Geen respect meer voor elkaar (onbelecfd)
Veelonbegrip. onverdraagzaamheid
Geen burenhulp. niets voor elkaar over
Men heeft het veel te druk. te weinig tijd
Men voelt zich niet meer veilig
Men kan (wil)niets meer van (met) elkaar (te maken) hebben
Normen en waarden vervagen (verdwijnen)
Alles draait om geld en bezittingen
Mindertijdvoorsocialeaspecten(ontspanning)
Men moet beter naar elkaar luistcren
Er is steeds meer afgunst
Men is niet meer tevreden: wil veel te veel
Genoemd als
le 2e 3e
% % %
24 14 8
19 12 9
17 13 10
16 9 6
11 7 6
10 9 5
8 8 5
5 3 1
4 2 3
4 2 3
4 7 6
4 5 7
3 4 3
3 3 7
2 2 3
De reacties opeen aantal stellingen over maatschappelijke vraagstukken bevestigen ditbeeld nogmaals (zie tabel5). Negen opde tien Nederlanders vindtdat mensen teveel opzichzelf zijn gericht. Volgens acht op de tien Nederlanders voelen steeds meer mensen zich
eenzaam door de toenemende individualisering. Tweederde vindt dat de Nederlandse
samenleving ten onder gaat aan de toenemende individualisering. Bovendien neemt vrij-wel iedereen een duidelijke vervlakking van normen en waarden waar.
5 | Mening overmaatschappelijke vraagstukken fn= 1040)
Duidelijke vervlakking van normen en waarden
Mensen zijn teveel op zichzelf gericht
Steeds meer mensen voelen zich eenzaam door de
toenemende individualisering
De Nederlandse samenleving gaat ten onder aan de
toenemende individualisering
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Explicaiie1)•• oneens 1-0>helemaal mee oneens
Meeeens 2.0» grotendeels mee oneens 4.0 « grotendeels mee eens
£13 Neutraal (wcet niet/geen mening) 3.0»neutra.il/gecn mening 50 - helemaal mcceens
90
«J
24 67
gem.
D 4.3
3
1 4.2
E23 4.0
w
ES3 3.6
9 ..-i 1 1 1 1 1 r—i 1 1
tfeatschappelijke steun voor probleemgroepen niet vanzelfsprekend
Bevolking ziet etnische minderheden en asielzoekers als voomaamste sociaal
uitgesloten groep
Als gevraagd wordtwelke groepen vallen onderuitgesloten mensen, dan denkt bijna dehelft van de mensen eerst aan etnische minderheden en asielzoekers. Bijjongeren komtdeze associatie meer voor dan bij ouderen. Daklozen en verslaafden worden door bijna eenkwart van Nederland beschouwd als groepen die sociaal uitgesloten zijn. Een op de vijf
Nederlanders noemt gehandicapten als uitgesloten groep. Maar ook de minima en
(demente) ouderen worden nog veel genoemd. In beperkte mate worden groepen als crimi-
nelen, onaangepasten, werklozen en arbeidsongeschikten genoemd.
Desgevraagd geeft bijna een op de tien Nederlanders (dit zijn rond de 1 miljoen mensen)
aan zichzelf buitengesloten te voelen.
6 j Groepen mensen dievallen onder sociale uitsluiting (spontaan)
Etnische minderheden/asielzoekers
Daklozen. zwervers
Verslaafden (drugs/alcohol)
Gehandicapten (psychisch/fystek)
Mensen met minder geld (minima)
Ouderen (dementen)
(Exjgedetineerden/criminelen
Lageresociale klassen (laag opgeleiden)
Zij diezich niet willenaanpassen(cultuur/samenleving)
Werklozen/arbeidsongeschikten
•1MH24
MHH22
••18
• 14
• 13
•16
•15
.4
1 1-—1 1 1 1 1—-t 1 1
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
10
Meeste zorgen over kinderen uit probleemgezinnen
Als mensen gevraagd wordt over welke groepen die last hebben van sociale uitsluiting zijzich zorgen maken, wie noemen ze dan? Dan blijkt maar liefst driekwart van de bevolking
zich zorgen te maken om kinderen die de dupe zijn van de problemen van hun ouders.
Dat komt naar voren uit een achttal stellingen die zijn voorgelegd over groepen die last
hebben van sociale uitsluiting. Etnische minderheden en asielzoekers kwamen overigens
niet als aparte groepen in deze stellingen voor. In de andere voorgelegde groepen mensen
die last hebben van sociale uitsluiting zijn deze groepen natuurlijk wel vertegenwoordigd.
Bijna de helft van de bevolking maakt zich zorgen over de uitsluiting van ouderen en
mensen die eenzaam zijn. De groep die crimineel gedrag vertoont, baart zeven op de tien
Nederlanders zorg. Maar deze zorg lijkt eerder voort te komen uit het afkeuren van het
crimineel gedrag zelf dan uit de sociale uitsluiting die daaruit voortkomt. Ook bij de grotezorg van bijna de helft voormensen met overdraagbareinfectieziekten als Aidskan menzich afvragen ofhet hier gaat om het afkeurenvan/angst voor de ziekteofom de problemenmet de socialeaansluiting van de patienten. Hetzelfde verhaal gaat op voormensen dieniet in staat zijn hun eigen kinderen op te voeden.
De meeste zorgen komen vanouderen en vrouwen. Met name55-plussers maken zich meerzorgen over groepen mensen die lasthebben van sociale uitsluiting dandejongeren uitde bevolking. Vrouwen maken zich meer zorgen omdemedemens dan mannen.
7 | Zorgen ta.v. groepen mensen die last hebben van sociale uitsluiting
Ik maak mij veel zorgen oven
Mensen die niet in staat zijn om met geld om te gaan
Mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats
Mensen metoverdraagbare Infectieziekten. zoals Aids en HIV
Mensen die eenzaam zijn
Mensen die niet in staat zijnhun eigenkinderenop te voeden
Mensen diedoorouderdomniet meermeedoenaan desamenleving
Mensen die crimineel gedrag vertonen
Kinderen diededupezijnvandeproblemen van hunouders
^B Niet veel zorgen (niet van toepassing)
CZ3 Welveelzorgen (van toepassing)
ISS1 Weetniet/geen mening (ncutraal)
gem.
86 12 2
86 12 2
53 45
ZT-ZZD 3.5
2
52
••--47
13.7
1
48
47
50
. J313.7
2
. _Iil3.7
SO 3
4°
_U3.7
58 2
— U 4.2
22 76•« 1 1
2 %1 1 *
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
11
Mensen die uitgesloten worden, danken dat toch vaak aan zichzelf
Maar als er groepen mensen in een sociaal isolement verkeren, wiens schuld is dat dan?
Sommigegroepen belanden vanwegeafkeuring van hun gedrag in een isolement. Zijmogen
dan maar in beperkte mate op begrip en hulp vanuit de samenleving rekenen.
De veronderstelling dat er verschillende vormen zijn van 'zich zorgen om groepen maken'
wordt bevestigd door te vragen naar de schuld van het sociale isolement van bepaalde
groepen. Bijna driekwart vindt criminelen namehjk zelf schuldig aan hun crimineel gedrag
en het isolement waarin zij terechtkomen. Volgens bijna de helft van de bevolking zijn
ouders, van wie de kinderen de dupe van gezinsproblemen worden, daaraan vaak zelf
schuldig. Eveneens de helft is van mening dat mensen die niet in staat zijn met geld om te
gaan, daaraan zelf schuldig zijn. Tegelijkertijd is echter tweederde van de Nederlanders
het
ermee eens, dat we met Tin alien verantwoordelijk zijn dat iedereen voldoende geld heeft.
Ook vindt ongeveer de helft dat mensen die aids hebben zelf schuldig zijn.
De schuldvraag begint wat te kantelen bij mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats.Een minderheid denkt dan nog aan eigen schuld. Dit geldt nog meer voor mensen die nietin staat zijn hun eigen kinderen op te voeden. En ronduit genuanceerd is de schuldvraagten aanzien van mensen die eenzaam zijn of die door ouderdom niet meer kunnen mee-
doen aan de samenleving. Dit wordt namehjk maar in beperkte mate gezien als gevallenvan eigen schuld. Deze groepen, en kinderen die slachtoffer zijn van probleemgezinnen,mogen rekenen opveel begrip en een behoorlijke dosis solidariteit vanuit desamenleving.
12
8 | Schuldvraag t.a.v. groepen mensen die lasl hebben van sociale uitsluiting
Mensen die crimineel gednig vertonen
zijn daaraan zelf schuldig
Ouders waarvan de kinderen de dupe worden van de gezins-
problemen zijn daaraan zelf schuldig
Mensen die niet in staat zijn om met geld om te gaan.
zijn daaraan zelf schuldig
•
Mensen metoverdraagbare Infectieziekten. zoals Aids en HIV
zijn daaraan zelf schuldig
Mensen zonder een vast woon-of verblijfplaats
zijn daaraan zelf schuldig
Mensendie niet in Staatzijn hun eigen kinderen op te voeden;
zijn daaraan zelf schuldig
Mensendie eenzaam zijn. zijn daaraan zelf schuldig
71
52
48
43
31
18
12-t I 1 r-
44
51
56
66
m
gem.
3.6
27 2
3.1
3 3.0
n 2$
I
1.1
123
12.0
87-1 1 J 1 1
Mensen die door ouderdom niet meer meedoen aan
de samenleving zijn daaraan zelf schuldig
WM Altijd/mcestal eigen schuld
1.11'. J Soms/nooit eigen schuld
C23 Weet niet/geen mening (neutraal)
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
13
Over daklozen maakt men zich niet veel zorgen
Maar waar blijven de daklozen toch? Hoewelspontaan als tweede groep mensen genoemddie uitgesloten is, komen de daklozen pas laag op de Nederlandse zorgladder voor.Opvallend is dan weer, dat het beeld van deze groep behoorlijk genuanceerd is.
Driekwart van de bevolking is het ermee eens dat daklozen een kwetsbare groep mensen
in de samenleving zijn. Mensen die moeilijk aan woonruimte komen en niet zo goed voor
zichzelf kunnen opkomen.
Maar ook zijn het gewone mensen, net als wij allemaal. Geen profiteurs.
Bijna de helft van de bevolking denkt dat daklozen wel zeer goed in staat zijn voor zichzelf
op te komen. Een aantal mogehjke beelden van daklozen als per se allochtoon, crimineel,
agressief of illegaal wordt maar in zeer beperkte mate aan de dakloze toegekend.
Daarentegen onderschrijft ongeveer eenderde van de bevolking het wat negatieve beeld
van de dakloze als iemand die overlast op straat veroorzaakt, alcoholist en/of
drugsverslaafd
is. Ook vindt tweevijfde van de Nederlanders dat mensen zonder vaste woon- of verblijf
plaats daar zelf schuldig aan zijn.
14
9 | Daklozen: "gewone" maar kwetsbare mensen
Daldozeniijn:
Bijnaallemaal allochtoon
Agressief
Vrtjwel allemaalcrimineel
Profiteurs vanonie samenleving
Alleen te vinden in de vtergrbotste stedeh van Nederland
Voor het merendeelfllegaalin Nederland
Vrijv«l allemaal drugsverslaaftl
Zelf in staatwoonruimte tefcrflgen
Eenbelangrpeoorzaak van overlastop straat
Vrijwelallemaalalcoholist
Bynanooltvrouwclijk
Zeergoedin staatom voorzichzelfop te komen
Gewonemensen goalswfj allemaal
Kwetsbare mensen
33
21
83
81
80
SO
74
n
62
59
55
55
50
45
gem.
eu i,99 8
• imssj 2,1
10 9
24
11 9
313 2.115 5
t&sal 2,0
19 7
1 ismsssmfl %,%
13 15
"WW 2526 12
iMgjaj 2,7
32
Bis38
34 n
•lEBWMBt 2j838 12
"JMiXOAS
2J3.774
33'8.7'73
II » I I 1 I 1—i
JBjqrticarie1) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100iiiMeedneens . . io« helemaal mee oneensCI3"nj^-«eiii( 2.0-grotendeislsmee oneens 4.0-grotendeels meeeensIgsi Mwirm^i (^w>t niVt/ppen mening] 3.0"neutr^geen mening 5irohelcniaalnieeeens
15
Solidariteit met sociaal geisoleerde groepen kent duidelijk grenzen
Als mensen zich zoveel zorgen maken over bepaalde groepen, wat hebben ze daar dan voorover? Tot hoe ver gaat hun solidariteit en willen zij zich inzetten voor de verbetering vande maatschappij? Om hierover uitspraken te kunnen doen, is een aantal stellingen overmaatschappelijke verantwoordelijkheid voorgelegd. Acht op de tien Nederlanders voelen
zich in enigerlei mate verbonden met mensen in hun omgeving. Bijna tweederde van de
bevolking vindt het belangrijk een baan te hebben die bijdraagt aan de maatschappij.
Bij ouderen wordt dit belangrijker gevonden dan bij jongeren. Die maatschappelijke ver
bondenheid blijkt ook uit het feit dat vrijwel alle mensen vinden dat iedereen in Nederland
recht heeft op hulpverlening. Volgens tweederde van de Nederlandse bevolking zijn we
met zijn alien ervoor verantwoordelijk dat iedereen voldoende geld heeft.
Maar naarmate die verantwoordelijkheid dichter bij de eigen leefomgeving komt, wordt de
solidariteit allengs minder. Hoewel bijna iedereen vindt dat iedereen recht heeft op hulp
verlening, vindt namehjk meer dan een derde het vervelend als er een opvangcentrum
voor psychiatrische patienten in hun buurt komt. En voor iets minder dan de helft van demensen is het toch wel een probleem als er een opvangcentrum voor daklozen in hun
buurt wordt gevestigd.
10 | Solidariteit kent grenzen
Ik voel me weinig wrbonden met de mensen
in mijn omgeving
Opvangcentrum voor psychiatrische patienten bijmij
in de buurt vtnd ik vervelend
Geen enkel probleem als er een opvangcentrum voor
daklozen bij mij in de buurt komt
Met zijn alien verantwoordelijk dat iedereen
voldoende geld heeft
Belangrijk om een baante hebbendie bijdraagt aan
een verbetering van de maatschappij
Iedereen in Nederland heeft recht op hulpverlening
58
41
30
21)
7S
.16
52
Hi
gem.
1 2.2
21 1
El 2.7
6
LSI 3.1
7
0 3.5
3
EEZ3 3.4
II
I 4.6
1 a-1 , 1 , 1 (
Kxplicatie*)•• Mee oneens
Mee eens
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
1.0 » helemaal mee oneens
2.0 • grotendeels mee oneens 4.0»grotendeels mee eens
~T5 Neutraal (weet niet/gecn mening) 3.0 - neutraal/geen mening 5.0 • helemaal mee eens
16
Sociale verbondenheid belangrijk voor zinvol bestaan
Zinvol leven is voor meer dan vier miljoen mensen moeilijk
Op het eerste gezicht lijkt de Nederlander tevreden te zijn met het leven. Een klein deel van
de bevolking, maar toch nog 360. 000 mensen, vindt dat het leven geen zin heeft. Dit komt
vaker voor bij mensen die eenzaam zijn. Negen van de tien mensen is tevreden over het
eigen leven. Dat betekent tegelijkertijd daT bijna eerrmiljoen mensen van boven de 18 jaar
niet tevreden is over het eigen leven. Verder vindt ruim een miljoen mensen dat anderen
een beter leven hebben dan zijzelf.
De opdracht om zinvol te leven is niet alleen moeilijk voor mensen die ontevreden zijn
over het leven. Vier van de tien Nederlanders en bij ouderen zelfs vijf van de tien, vinden
het leven namelijk een moeilijke opdracht. De opdracht om zinvol te leven, is nog moei-
lijker voor mensen die eenzaam zijn en voor mensen die zich zorgen maken om hun
financiele situatie.
U I Zinvol leven ook voor tevreden mensen moeilijk
Ik vind het leven geen zin hebben
r Ik vind dat anderen in mijn omgeving
een beter leven hebben dan ik
Zinvol leven. vine! ik een moeilijke opdracht
cben tevreden met mijn huidige leven
^
%
85
55 42
9!
gem.
• 1.3
3!
•..: i.s
if) 5
• 2.7
J 4.3
-i 1 1 1 1 1 1 1
Explicate1) ° 10 20 30 ',0 50 60 70 80 90 10°•• Mee oneens 10 - helemaal mee oneens
I )Mee ccns 2.0 • grotendeels mee oneens 4.0 • grotendeels mee eens
CU Ncutraal (weet niet/geen mening) 3.0 =* neutraal/geen mening 5.0 - helemaal mee eens
o-^Wc
17
Grote behoefte aan een zinvolle invulling van het leven
De toenemende individualisering leidt tot een vervlakkingvan normen en waarden, een-zaamheid, gebrek aan sociale verbondenheid en socialeuitsluiting. Bijna een op de tienNederlanders voelt zich vaak buitengesloten van de samenleving. Eenvijfde voelt zichweinig verbonden met zijn of haar omgeving. Driekwart van de bevolking signaleert toenemende eenzaamheid ondanks voldoende mogelijkheden voor sociale contacten.
Als belangrijkste oorzaak van maatschappelijke gebreken wordt de toenemende indivi
dualisering gezien. Zo onderschrijft meer dan driekwart van de Nederlanders de stelling
dat steeds meer mensen zich eenzaam voelen in Nederland door de toenemende
individualisering.
Maar als mensen gevraagd wordt over het onderwerp zinvolle invulling van het leven, wat
noemen zij dan? Dan blijkt bijvoorbeeld dat een groot deel van de bevolking de wil toont
zich in te zetten voor de verbetering van de maatschappij. Bijna eenderde heeft echt
behoefte aan iets wat het dagelijks leven nog zinvoller maakt. Bijna tweederde, en dan
met name de groep ouderen onder de arbeidszame bevolking, vindt het belangrijk een
baan te hebben die bij draagt aan de maatschappij. Zoveel valt op te maken uit een
aantal stellingen dat werd voorgelegd.
18
12 | Behoefte aan zinvolle invulling van hel leven
lk voel me vaak buitengesloten in de Nederlandse samenleving
Ik voel me weinig verbonden met de mensen in mijn omgeving
Ik heb echt behoefte aan iets dat mijn dagelijkse leven nog
zinvoller niaakt
Ik vind het belangrijk een baan te hebben die bijdraagt aan de
verbetering van de maatschappij
Ondanks voldoende mogelijkheden voor sociale contacten
is er toenemende eenzaamheid
Steeds meer mensen voelen zich eenzaam in Nederland
door dc toenemende individualisering
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Explicate1'•B Mee oneens 1.0- helemaal mee oneens
I—i Mee eeos 2.0 - grotendeels mee oneens 4.0 - grotendeels mee eens
•i Neutraal (weet niei/geen mening) 3.0 - neutrnal/gecn mening 5.0 - helemaal mee eens
29
13
90
65
60
76
gem.
EZ1 1.7
8 2
J 2.2
21 1
2.5
30 5
3.4
3.8
4.0
If)ft1 1 1 1 1 1 : 1
19
Kerk kan middel zijn om sociale binding te bevorderen
De wil om zich in te zetten is er wel. Maar hij is niet voor iedereen gemakkelijk om te
zetten in daden. Een zinvolle invulling van het leven zou eruit kunnen bestaan om met
anderen over het leven en ontwikkelingen in de maatschappij van gedachten te wisselen en
je in te zetten voor een verbetering van de maatschappij. Kunnen het Christendom en de
kerk in de huidige samenleving wat op dit gebied betekenen?
Bijna de helft van de bevolking vindt het belangrijk te leven volgens christelijke normen
en waarden. Eveneens bijna de helft denkt ook dat de kerk een belangrijke leerschool kan
zijn voor waarden en normen. Eenderde van de bevolkingvindt dat de kerk een belangrijkeplaats is om anderen te ontmoeten, maar ook een plek is om te onthaasten.
13 I Kerkals sociaal bindmiddel
Dekerkiseen belangrijke leerschool van normenen waarden
Ikvind het belangrijkom te levenvolgenschristelijkenormen
en waarden
Ik vindde kerkeen belangrijkeplek om te onthaasten
Dekerk is een belangrijke plaats om andere mensen te ontmoeten
47
48
56
45
47
32
gem.
2.S
HI 2.5
5
usattsi 2.9
12
I—i 1 1 1 1 1 1 >"
ExpU^l) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100•I Mee oneens t-0- helemaal meeoneensCZ3 Mee eens 20- grotendeels mee oneens 4.0 - grotendeels mee eensESJ Neutraal (weet niet/geen mening) 3.0 =ncutraal/gecn mening 5.0 - helemaal mee eens
20
Oonclusies
Het onderzoek onder de Nederlandse bevolkingnaar de beleving van sociale kwesties heefteen hoop feiten en meningen opgeleverdover de huidige samenleving. Geconstateerdwordt dat er in Nederland sprake is van een afnemend waarden- en normenbesef.
De maatschappij verhardt. Vele groepen worden hiervan de dupe. Ouderen,
gehandicapten, daklozen, drugsverslaafden, mensen die in de financiele problemen zitten,
psychiatrische patienten, kinderen uit probleemgezinnen, criminelen. Allemaal groepen
waarvan mensen in een isolement dreigen te komen, of erger, al zitten. Groepen mensen
voor wie in deze maatschappij niet vanzelfsprekend aandacht is. Uitsluiting is het gevolg.
Zeker als het publiek veronderstelt dat de probleemsituatie, waarin bepaalde groepen
verzeild geraakt zijn, voor een groot deel door henzelf veroorzaakt is.
Uit het onderzoek blijkt ook dat een verrassend grote groep mensen zich afvraagt of het
leven wat zij leiden wel zinvol is en ook of het leven uberhaupt nog wel zin heeft.
Bemoedigend is echter dat de onderzoeksresultaten laten zien dat veel Nederlanders het
dagehjks leven zinvoller willen maken en behoefte hebben aan een ander perspectief.Men wil bijdragen aan een verbetering van de maatschappij, maar men is zichtegelijkertijdniet bewust van de ernst en omvangvan de problematiek van bepaaldegroepen. Voorzover men al wel over sociaal isolement nadenkt, weet men dit blijkbaar(nog) niet om te zetten in daden. Menig Nederlander vindt dat het geloof in christelijkenormen en waarden en de kerk daarbij kunnen helpen. Deze ontmoetingsplaats wordt een
belangrijke rol toegedacht bij het bestrijden van het toenemende individualisme en hetbevorderen van sociale verbondenheid. Met elkaar en met groepen mensen die in een
sociaal isolement zijn beland.
Afnemend normen- en waardenbesef leidt tot maatschappelijke problemen
Een inventarisatie van de mate waarin de bevolking, van jong tot oud, vrouw of man,problemen ervaart, levert geen rooskleurig beeld op hoe Nederland eralswelvaartsstaatvoorstaat. Honderdduizenden mensen blijken namehjkzelfin grotemoeilijkheden tezitten ofhebben daarin gezeten. Meer dan eenhalfmiljoen mensen voelt zich eenzaam.Meer dan een miljoen mensen maakt zich zorgen om hun financiele situatie.Duidelijk isgeworden dat de Nederlander zich vooral zorgen maakt over de toenemendeindividuaUsering. Daarbij wordt hetafnemend normen- enwaardenbesef beschouwd alsvoomaamste oorzaak van de problemen die daaruit voortkomen.
Maatschappelijke steunvoor probleemgroepen in de samenleving is nietvanzelfsprekend
De toenemende individualisering enhetdaarmee afnemende normen- en waardenbesefleiden er weltoe dat steeds grotere groepen mensen in de problemen komen. Dezegroepen dreigen sociaal uitgesloten te worden. Sociale uitsluiting wordt echter op ditmoment niet gezien alseen van de grote maatschappelijke problemen. De socialeuitsluiting van etnische minderheden en asielzoekers wordt nog het meest onderkend alseen maatschappelijk probleem. Andere groepen die vrij vaak genoemd worden, zijndaklozen, verslaafden, gehandicapten, minimaen ouderen.
21
Niet iedere groep diebedreigd wordt door sociale uitsluiting kan overigens rekenen opbegrip bij de bevolking. Zo maakt men zich wel in hoge mate zorgen om de sociale uitsluiting van kinderen uit probleemgezinnen, maar niet om de ouders die verantwoordelijkworden gehouden voor de problemen die zijn ontstaan. Daar waar probleemgroepen ineen isolement komen, blijkt de vraag wiens schuld dat is, van cruciaal belang. De
Nederlander vindt mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats en mensen die niet met
geld kunnen omgaan toch vrij vaak schuldig aan hun eigen situatie. Over de groep
criminelen is de meningsvorming nog wat complexer. De zorg om de groep criminelen
betreft namehjk niet zozeer het medeleven vanwege het sociale isolement waarin
criminelen raken.
Men maakt zich vooral zorgen over de agressie die van deze groep uitgaat en de daarmee
samenhangende bedreiging die zij vormt voor de maatschappij.
De afkeuring door de samenleving van het gedrag van bepaalde groepen speelt een voor-
name rol bij sociale uitsluiting. In die zin stellen mensen duidelijk grenzen in hun
solidariteit met probleemgroepen.
Toch voelt men zich meer in algemene zin verbonden met de mensen in zijn of haar om-
geving. Ouderen hebben dat gevoel meer dan jongeren, vrouwen weer meer dan mannen.Maareen ding is overduidelijk: maatschappelijke steun voorprobleemgroepen in desamenleving is niet vanzelfsprekend. Van groot belang bij het verkrijgenvandaadwerkelijk maatschappelijke steun is het oordeel over het gedrag van een specifiekegroep en de vermeende invloed vandat gedrag opde directe leefomgeving.
Sociale verbondenheid levert belangrijke bijdrage aan een zinvol bestaan
Zinvol leven blijkt eenmoeilijke opdracht te zijn voor de Nederlander. Datruimeenmiljoen mensen niet tevreden isover het leven dat zij leven, zal dan ook geen verbazingwekken. 360. 000 mensen vindenhet leven geenzin hebben. Veel Nederlanders zijn eenzaam en bevinden zich in een sociaal isolement.
Dit heeft alles te maken met de vervlakking van normen en waarden in de huidigemaatschappij, het gebrek aan binding met mensen inde (directe) omgeving en met socialeuitsluiting van probleemgroepen. Velen willen dit doorbreken enzijn bereid bij te dragenaan verbetering van de maatschappij waarin we leven. Zoveel iszeker: de wil is erweldegelijk. Maar niet iedereen isin staat dit om te zetten in daden. Het Christendom en dekerk worden door een belangrijk deel van debevolking in staatgeacht om desocialebinding tussen mensen tebevorderen enhet toenemende individualisme tekeren.
22
V
v V
S*t
GELOOF JIJ DAT
HET WEL GOED ZIT?
S V_A^A J^Jls\/i^A^^
Cl <^Xa*V
u \a\uvjtg:cJv C>dTOCA
\^t^
Ik ciU^L,Lk,U J
Inhoud
Voorwoord prof.dr. A. van derMeiden
"Inde kaalslag van het levenbestaat er grote
behoefte aan een bezield verband" 4
Hoedenkt u zelfovermaatschappelijke kwesties?
Hoe goed kent u de Nederlander?
Test uw kennis! 6
Luitenant-kolonel mevrouw drs. C.A. Voorham,
directeur Stichting Leger des Heils Welzijns- en
Gezondheidszorg:
"Het uitvalprobleem is dichterbij dan de meeste
mensen denken" 10
Onderzoek onder clienten
"Mensen zonder helper, mensen van vlees
en bloed" 13
De achterkant van de welvaart. Feiten en meningen, verzameld door NIPO Consult en het Leger des Heils.Het Leger des Heils bestaat onder meer uit een christelijke kerk en een welzijnsorganisatie. De Stichting Leger des HeilsWelzijns- en Gezondheidszorg is werkzaam in zeven te onderscheiden werkvelden, te wetem maatschappelijke opvang,
gezondheids- en ouderenzorg, jeugdhulpverlening, reclassering, jeugdbescherming, preventie en maatschappelijkeherstel en verslavingszorg. Vanuit 145 vestigingen in Nederland en met de inzet van 2.709 medewcrkers en ruim 500
vrijwilligers worden dagelijks duizenden mensen terzijde gestaan engeholpen.
o
0
rof. dr. Anne van derMeiden
In de kaalslag let leven bestaat ergrote behoefte a Ren bezield verband'
Dit boekje geeft te denken. Als ik dat zo neerschrijf,
besef ik dat zo'n zinnetje heel veel verschillende
gedachten herbergt. Alsje de achterkant van de wel
vaart bekijkt door de bril van de resultaten van het
onderzoek waar dit boekjeeen verslagvan geeft, krijg
je stof tot nadenken te over. Bij de nogal verontrustende
resultaten kunje knikken, je wenkbrauwen optrekken,
je schoudersophalenen metde ogenknipperen.
Inderdaad, de achterkant van onze welvaart is aanzien
lijk onthullender en ingewikkelder dande fraaie op-
getuigde voorkant. En dat geeft allereerst te denken.
Weweten dat erg veel mensen problemen hebben in
het leven. We kennen ze allemaal uit eigen omgevingen hebben er, iederopzijn eigen wijze, moeite mee: al
die mensen die verslaafd zijn, vereenzamen, sterk opzichzelf gericht zijn en dreigen geisoleerd te raken.
Toch schrikje ervan als hetrapport in ditboekje onder
uwen mijn neusgeschoven wordt. Dit geefttoch weer
anders te denken dan je al deed. Erworden accenten
gevonden dieje verrassen, bizarrescores van leeden
verachterlijking.
'Mensen dreigen ons te ontglippen'
De meeste vanonszijn zooplossingsgericht, dat ze
onmiddellijk vragen: watkaner gedaan worden aan al
die menselijke en relationele problemen? En wie doen
erdanwataan? En dewantrouwende vragen: willendie uitgecentrifugeerde mensen eigenlijk wel geholpenworden? In welke vorm dan?
Hetblijkt dat de steunvanonsallemaal, als landvol
kerken en hulporganisaties, toch niet door iedereen
alsvanzelfsprekend wordt geacht. Erloopteen bedrei-
gende rode draaddoor alle uitkomsten diewe lezen:
dat is de draad van de 'onbereikbaarheid'.
Mensen dreigenons te ontglippen, in eigenkring,
maar ze ontglippen ook de zorg die de maatschappij
aan hen besteden wil. Tijdens lezingen overwaarden
en normen die iknogal eens houd, merk ik, dat veel
mensen daar een stoere, vreemdliberale en afstande-
lijke mening over koesteren: hebben de meeste
mensen die in de knoop zitten dat niet aan zichzelf te
wijten? Een gevaarlijk soort escapisme. Je haalt gewoon
de schouders op: waarom zou je er achteraan moeten
lopen als mensen dit zelf kiezen? Dat geeft dan ook
weer te denken. Waar ik ook van opkeek, is dat zoveel
mensen ongelukkig zijn in het leven en grote behoefte
hebben aan een zinvolle invulling van hun bestaan.
Wat je hebt, bei'nvloedtje zijn niet altijd. Veelhangt
trouwens af van wat je onder gelukkig zijn verstaat:
de een heeft genoeg aan een eierdopje geluk,de ander
moethet metbakkenaangedragenkrijgen. Eenmoeilijk
te meten facet in het geheel!
'We wantrouwen anderen dan OnsSoort Mensen'
Iser nogeen rangorde indegeconstateerde problemen
van mensen aan te geven? Wat is het ergste probleem,
watminder erg, etcetera? Bij zulke 'berekeningen'
moetjeook weer bedenken, datmensen hun probleem-
prioriteiten heelpersoonlijkbeleven. Jekunter moeilijkgeneralisaties aan ontlenen voor de hele samenleving.Maarje kunt er wel aan aflezen, wat er in de maat
schappij leeft. Misschien mag jewel zeggen dat dooralle geconstateerde problemen been nog een andererode draad loopt, namelijk die van de verharding vande maatschappij. Verharding maakt ons afstandelijker,onverschilliger, zeker tegenover mensen die niet
O.S.M. zijn, niet Ons Soort Mensen. Wehebben de
kille neiging hen in aparte 'domeinen' onder te brengen.We begrijpen hen niet goed en we zijn al lang blij alswe horen vertellen datdie mensen eigenlijk nietsanders willen.
Een vande uitkomsten geeftmij inhet bijzonder te
denken: bijna een miljoen mensenis niet tevredenmet
het leven. Je zou danaltijd graag willen weten: wie
zijn datdan? En waarom zijn zeongelukkig met hun
;ituatie? Zekerwanneer je in andere bronnen leest, dat
deNederlanders in Europa tot de gelukkigste mensen
-vorden gerekend. Alweer ietsomoverna te denken.
We moeten uitkijken voor de ont in desamenhoud'
Marten Toonder schreef in een van zijn Bommel-
I'erhalen een fraaie schets van een kabouterachtige
figuur, Kwetal, die veelinzijnmars heeft. Maarhijschiet
[ekort in de uitvoering en toepassing van zijn briljante
gedachten. Mij vindt van alles uit, maar kan de werking
van zijn preparaten niet goed inschatten, laat staan dat
hij ze beheersen kan. Plotseling komt hij aanzetten met
een soort vloeistof in een flesje, die, als de kurk van het
flesje gaat, de 'ont in de samenhoud' zal doen slaan.
Dat wil zeggen: alle verbanden in de natuur op aarde
en het zwerk daarboven vallen weg. Er is geen binding
meer tussen de elementen. Er is alleen maar een ver-
woestend uiteenvallen, chaos. Gelukkig weet Tom Poes
een oplossing. Maar voor de problemen die in dit boekje
staan beschreven, beschikken we helaas niet over een
Tom Poes, die altijd weer op tijd een list bedenkt.
Dat geeft trouwens ook te denken: we beschikken niet
over 'allesdoorzieners', die de losse denkeindjes aan
elkaar knopen, over echte profeten die meer zien dan
een ander mens. Misschien moeten we eens grondig
bestuderen hoe onze communicatie in de maatschappij
ingericht moet worden. Dan heb ik het vooral over
onze communicatiecompetenties, als mensen tegen-
over medemensen en over onze relatiecapaciteiten.
Dus over luisteren, begrijpen, bezoeken, signalen van
meeleven afgeven, facilitair bezig zijn om in de een-
voudigste behoeften te voorzien. Dat is een facet.
Het andere is: wie bieden aan deze mensen zinvolle
'producten' diezekunnen afnemen, waarze in kunnen
participeren? Toen desocioloog Munters inde zeven-
tigerjaren eenonderzoek deed naar de recruterings-
krachtvaneen geloofsgemeenschap, stuitte hijop een
belangrijk aansluitingsmotief van deze mensen.
Het ging hen vooral om binding aan een groep, om
erkenning dat ze eindelijk 'iets' werden en waren, om
uitzichten in het leven die ze nooit hadden gehad.
Het bleek de oude zucht naar een bezield verband te
zijn, een zich opgenomen weten in een zinvol geheel
met heldere doelstellingen, om meegenomen te
worden door een groep gelijkgestemden. Het is de grote
behoefte aan veiligheid, geborgenheid en bescherming
tegen de kaalslag van het leven.
'Dank voor de bril en
meteen aan hetwerk'
Maar wie moet hier wat aan doen, zult uzich afvragen?
Traditiegetrouw roepen christenen: de kerken.
Dat klopt nog steeds. Maar het is een te beperkt domein.
Dekerken doen veel, meer dan de publieke opinie ziet
en weet. Naast de kerken zijn er tal van organisaties
die in hun taakomschrijving woorden als 'binding' met
de leden, bevordering van geestelijk welzijn en vorming
en toerusting van mensen hebben staan. Nederland
kent een netwerk van hulpverleners, professionele en
vrijwillige. Dat laatste wil ik met grote duidelijkheid
onderstrepen. Wanneer die vrijwilligers ophouden te
werken, slaat werkelijk de 'ont in de samenhoud' toe.
Dat geldt ook en met name voor die problemen die in
dit boekje aan de orde komen. Dank voor de bril, zou
ik zeggen. We zien het weer wat scherper en gaan
meteen aan het werk.
Noot: Prof. dr. A. van derMeiden is als communicaticdeskundige bekend van tv, collegezalen,
vakbladen enforums. Hijstudeerde theologie en communicadewetenschappen. Gedurende20jaar
bekleedde hij diversefuncties in de voorlichiing, publkiteit en public relations. Van derMeiden
adviseert organisaties en bedrijven. Een belangrijk onderdeel van zijn dagelijkswerkbestaat uit het
verrichten van onderzoek, het houden van lezingen en het verzorgen van trainingen.
0
Hoe denkt u zelf over maatschappelijkekwesties?
Hoe goed kent u de Nederlander?
Hoe denkt u zelf over zaken als de problemen in de
huidigemaatschappij, sociale uitsluiting vangroepen
of de zinvan het leven? Enkent u de mening vande
Nederlander goed? Test uwkennis over ditonderwerp.
Kruis eerst voor alle tien op de bladzijde hiernaast ver-
melde stellingen aan of u het met een bepaalde stelling
eens bent of niet.
Schat vervolgens het percentage Nederlanders in dat
het grotendeels of helemaal met een stelling eens is.
Let op: Het gaat hier dus niet meer om uw eigen
mening, maar om wat u denkt dat de mening van de
Nederlander is.
Kijknadat u dat voor alle stellingen heeft gedaan ver
volgens op het volgende blad. Kijk per stelling of uw
inschatting dichtbij het gemiddelde standpunt van de
Nederlander ligt en hoeveel punten u op iedere stelling
scoort.
Bereken vervolgens hoeveel punten u in totaal heeft
behaald. Stel aan de hand van de scoretabel voor uzelf
vast of u de sociale kant van de Nederlander goed kent
of juist niet.
|Iedereendiedatwilennodigheeft,kaninNederlandhulpkrijgen
yInNederlandhoefjegeenschuldentehebben
IMensenzijnteveelopzichzelfgericht,
houdenteweinigrekeningmetanderen
Daklozenzijngewonemensen,
netalswijallemaal
IDekerkiseenbelangrijkeplaatsom
anderemensenteontmoeten
Uweigenmening
eensoneens
•
•
Uwgeschat
%Nederland
meeeens
n
••—
••~
1Ikvindhetbelangrijkomtelevenvolgens
christelijkenormenenwaarden••"1Zinvollevenvindikeen
moeilijkeopdracht_
•'Ikhebechtbehoefteaanietsdatmijn
dagelijkslevennogzinvollermaaktn
]Ikvindhetgeenenkelprobleemalsereenopvangcentrumvoordak-enthuislozenbij
mijindebuurtwordtgevestigd
1Erisindehedendaagsesamenlevingeen
duidelijkevervlakkingvannormenenwaarden
••"I
1
m
m
r
n
n
r
r
n
n
r
r
Hoe goed kent ude Nederlander?
Voor ieder antwoord krijgt upunten.Bereken uwscore alsvolgt:
Als uw inschattingspercentage +5 of-5
afrvijkt van het hiernaast vermelde
onderzoeksresultaat
Als uwinschattingspercentage +10 of-10
afwijkt van het vermelde onderzoeks
resultaat
Als uw inschattingspercentage meer dan
+10 of-10 afwijkt van het vermelde
onderzoeksresultaat
In totaal kunt u dus maximaal 20 punten scoren.
Een rekenvoorbeeld
Stel u denkt dat 50% van de Nederlanders het eens is
met de stelling: In Nederland bestaat geen echte
armoede.
In werkelijkheid blijkt maar 38% van de Nederlanders
het met deze stelling eens te zijn.
Uw inschatting ligt dus 12 punten hoger dan het
onderzoeksresultaat.
Daarmee behaalt u dus 0 punten op deze vraag.
U vult de door u behaalde score in op de scoretabel.
I Iedereen die dat wil en nodig heeft,
kan in Nederland hulp krijgen
| In Nederland hoefjegeenschulden te hebben
Mensen zijn teveel op zichzelf gericht,
houden te weinig rekening met anderen
Daklozen zijn gewone mensen,
net als wij allemaal
De kerk is een belangrijke plaats om
andere mensen te ontmoeten
Ik vind het belangrijk om te leven volgens
christelijke normen en waarden
Zinvol leven vind ik een
moeilijke opdracht
i] Ik heb echt behoefte aan iets dat mijndagelijks leven nog zinvoller maakt
j Ik vind het geen enkel probleem als er een
opvangcentrum voor dak- en thuislozen bij
mij in de buurt wordt gevestigd
j Er is in de hedendaagse samenleving eenduidelijke vervlakking van normen en waarden
Werkelijk
% Nederland
mee eens
74
43
90
74
34
47
42
30
52
91
Uw puntentotaal:
Uw geschat
% Nederland
mee eens
Uw score
• •
• •
• •
•
• •
•
•
• •
rel al uw scores bij elkaar op. Bepaal uw behaalde puntentotaal en ldjk in welke categorie u valt.
Uheeft 15-20 punten Uschat de sociale kant van de Nederlander goed in
Uheeft 10-15 punten U bent redeiijk goed op de hoogte van de sociale kant van de Nederlander
Uheeft 5-10punten Metuw beeldvanwat er leeft bij de Nederlanderishet maar matiggesteld
Uheeft minder dan 5 punten U hebt geen flauw idee van wat er leeft bij de Nederlander
m
IP
Desamenleving wordt harder, concludcert NIPO consult
indezeuitgave. Wat merkt hetLeger desHeils daarvan ?
Wat zijndeoorzaken? Zijn eroplossingen?
Een interview met luitenant-kolonel mevrouw
drs. C. A. Voorham, directeurvan destichting Leger des
Heils Welzijns- en Gezondheidszorg.
Is de verharding van de maatschappij eigenlijk wel
een item voor de Nederlander?
"Mij is opgevallen dat de Nederlander eigenlijk wel
weet waar de schoen wringt. Toch is men er zich
nauwelijks van bewust dat men zelf een onderdeel is
van oorzaak en gevolg van de huidige situatie.
Gelukkig komt er uit het onderzoek niet een beeld naar
voren van een samenleving waarin het niemand meer
wat kan schelen. Er is wel degelijk een zekere empathie
voor bepaalde probleemgroepen. Voor de ene groep
wat meer dan voor de andere. Maar de link naar ander
gedrag, wat volgens mij het grootste effect heeft of
groepen al dan niet kunnen deelnemen aan de samen
leving, die wordt niet een, twee, drie gemaakt."
Is het gevolg daarmee meer een probleem
van anderen?
"Het is een probleem dat enerzijds heel afstandelijk
wordt bekeken. Maar als je vraagt 'Bent u vaak een
zaam?', dan geeft toch 5% van de Nederlanders aan dat
het zo is. Hetzelfde geldt voor mensen die zich zorgen
maken of ze de maand financieel rond zullen komen.
Meer dan een miljoen mensen maakt zich daarover
zorgen. Dat zijn er toch wel veel. Dan is het probleem
toch ook heel dichtbij. Men moet er waarschijnlijk zelf
eerst last van hebben om vast te kunnen stellen dat het
anders zou moeten. Maar ik ben optimistisch. Ik denk
dat je mensen kunt uitleggen hoe het in elkaar zit.
Ik denk dat mensen bereid zijn om een goede samen
leving met elkaar te vormen. Egoisme en desinteresse
ontstaan vanwege het tempo en de vvijze waarop de
maatschappij is ingericht. Iedereen holt mee zolang het
kan. Of mensen zich ervan bewust zijn dat de huidige
maatschappij zo hard is en dat dat zoveel uitvallers tot
gevolg heeft, dat betwijfel ik."
Vindt u de cijfers over maatschappelijke
uitval verontrustend?
"Vanuit mijn dagelijks werk weet ik dat er grote
groepen zijn met grote schulden en dat het aantal dak-
en thuislozen jaar in jaar uit toeneemt. In dat opzicht
zijn de cijfers voor mij niet confronterend. Maar dat
maakt de situatie er niet minder ernstig op.
Ik weet hoe moeilijk het is om vanuit die situatie weer
terug te keren in de maatschappij en dat die terugkeer
steeds ingewikkelder wordt. Het overbruggen van de
afstand tussen meedoen en uitvallen wordt steeds
moeilijker. Dat heeft te maken met het feit dat mensen
twee handen vol met problemen hebben. Problemen
die met elkaar verweven zijn en een kluwen vormen.
Geldgebrek is bijna altijd een probleem.
Maar daarnaast zie je vaak relatieproblemen, gezond-
heidsproblemen, problemen met alcohol en drugs.
5okverslaving, te veel eten, problemen op het werk,>roblemen met dekinderen. Uiteindelijk komt iemandjp straat te staan met twee weekendtassen en in>ommige gevallen met aan ieder hengsel een kindje.Wat me opvalt, is dat niet alleen groepen mensen diebekend staanalsmindersterksociaal inde problemen
komen. Ookmensendie een hele tijdgewoonin de
samenleving hebben gefunctioneerd, met een normaal
gezin en met eenvaste baangebeurt het.
Calamiteiten volgen elkaar snel op en dan
blijkt dat ergeennetwerk is.Individualisering
leidt er vaak toe dat mensen niets om zich
heen hebben waarop ze kunnen terugvallen.
Als er geen mensenzijn die zeggen: 'Kom bij
ons en we slepen je erdoor', dan is de kans op
uitval heel nabij."
Zo bagatelliseert de politiek het probleem van de dak-enthuislozen al jaren. 'Het is minder erg dan decijfers laten zien' en 'We begrijpen wel dat de kans eenop tien is om dak- enthuisloos te worden, maar wegeloven het niet.' Die houding kom ik nu ook in ditonderzoek tegen. Voor iedereen is ertoch immers hulpen geld als het echt nodig is. Dat idee geeft misschienwel een goed gevoel, maar klopt volstrekt niet met dewerkelijkheid. Men maaktzich oprechtzorgen om
kinderen uit probleemhuis-
houdens. Beelden van een
kwetsbaar kind appelleren altijd
aan een diep geworteld gevoel
van mededogen. Daar is niks
mis mee. Maar men maakt zich
nauwelijks zorgen om de grote
groep dak-en thuislozen en mensen in financiele
problemen. Men denkt al snel dat je de situatie waarin
je beland bent aan jezelf te danken hebt.
Criminelen worden gewoonweg gestigmatiseerd. Men
maakt zich eerder zorgen om het gevoel van onveilig-
heid, dan hen de kans te geven op een goede terugkeer
inde maatschappij."
Moet u niet aan de slag, nu blijkt dat sociale uit
sluiting niet als een groot probleem gezien wordt?
"Sociale uitsluiting leeft blijkbaar niet echt in Neder
land. Het wordt al snel geassocieerd met allochtone
groepen, vluchtelingen, asielzoekers. Dat betekent dat
we een dubbele slag moeten maken. We moeten inzich-
telijk maken wat het probleem is en wat de dreiging is
die er voor de samenleving vanuit gaat.
Tegelijkertijd moeten we de samenleving ervan bewust
maken dat ieder mensenleven telt. Ieder mens heeft
recht op eigenheid. We moeten met elkaar opschuiven
en zo ruimte maken om iedereen tot zijn recht te laten
komen."
Op wie kunt u rekenen?
"Op basis van de onderzoeksresultaten moet je consta-
teren dat men niet erg enthousiast is over voorzie-
ningen voor probleemgroepen. Het idee van Not In My
Backyard. De cijfers lijken mij ten aanzien van dit punt
zelfs nog wat geflatteerd. Het kost steeds vaker steeds
meer energie om mensen ervan te overtuigen dat er in
hun buurt ook plaats moet zijn voor opvangvoorzie-
ningen. Of dat een centrum voor naschoolse opvang
voor tieners isof een opvangvoorziening voor daklozen.
Dat maakt weinig uit.
'Hetoverbruggenvan de afstand
tussen meedoen en
uitvallen wordt
steeds moeilijker'
En daarin onderkent u de maatschappelijke
verharding ?
"Ik noem het liever verzakelijking. Verharding is het je
bewust tegen iets keren, uit weerstand. Het is eerder
de sfeer van de westerse maatschappij. Alles moet
zakelijk, snel en efficient. We worden overgoten met
een schijnwereld vol glitter en glamour. Alsje in die
race niet mee kan of mee wilt doen, dan gaan anderen
heel snel weer verder. Gelukkig heeft Nederland het
sociaal goed in zijn vezels. In die zin is de Nederlandse
samenleving onvergelijkbaar met bijvoorbeeld de
Amerikaanse samenleving. Dat zullen we hier niet zo
snel laten gebeuren. Kijk maar naar de sociale wet-
geving of naar het arbeidsrecht. Het klopt dat we het
hier goed hebben geregeld. Theoretisch gezien dan.
De werkelijkheid ziet er anders uit.
Wilje in aanmerking komen voor passende hulp, dan
moet je precies in de vakjes passen en aan alle voor-
geschreven criteria voldoen. Je moet assertief, vast-
houdend en verbaal sterk zijn. Je moet zelf je probleem
voor het voetlicht brengen enje probleem goed kunnen
analyseren. En dat niet een keer, maar herhaalde
malen. Heb je meer dan een probleem tegelijk dan
wordt het moeilijk. Vooral als die problemen elkaar in
negatieve zin versterken."
Wordt het probleem van sociale uitsluiting wel
voldoende onderkend?
"Sommige dingen ziet men, maar de zwaarte ervan, de
essentie, die ziet men niet. Of men wil het niet zien.
De resultaten bevestigen mijn stelling dat de politiek
een afspiegeling is van de samenleving.
m
n
Ik zie ook een heleboel mensen die wel zorgdragenvoormensen inhundirecte omgeving. Hetkwetsbare
broertje ofzusje. De invalide ouder. Het hebben vaneen directe band is daarbij vaak wel belangrijk. Ookdat heeft te maken met sociale cohesie. Maar dan opmicroniveau. Problemen doen zich niet alleen in grotesteden enoude wijken voor. Ook gemeentes buiten derandstad krijgen steeds meer te maken met groepenmensen die ineen isolement komen. Het iseen groei-
endprobleem dat mensen nietinstaatzijn om hun
eigen huishouden tedoen, mensen inpsychische nood,
mensen die vereenzamen."
Van wie heeft u nu eigenlijk het meeste te
verwachten?
"Ikbenoptimistisch. Ikgeloofineensamenleving waar
in de mensbereid isdie problemen onder ogen te zien
en daar ook iets aan te doen. Gelukkig blijktdit ook zo
te zijn volgens de NIPO-enquete. Ik verwacht dus veel
van iedereen. Echter met name beleidsmakers en
politici hebben hierin een bijzondere verantwoorde
lijkheid.
Het ligt deels aan het Leger des Heils dat mensen niet
actiever worden. Acute nood wordt opgelost. Maar tege
lijkertijd wordt daardoor het probleem in stand gehou-
den. Ingrijpender maatregelen zijn nodig. Dat zijn
dilemma's voor een organisatie als de onze. Wijhebben
het voordeel dat de samenleving ons middelen doneert
om iets aan die problemen te doen.
Wij dweilen, maar we vinden
dat ook de kraan dicht moet.
Dat is ons aspiratieniveau.
Voor het dichtdraaien van
de kraan waardoor het aan
tal problemen afneemt, moet
je bij de overheid en bij de samenleving op de deur
bonzen. Anders blijft de stroom hulpvragers toenemen.
Het zou mij heel wat waard zijn als ik in het volgende
jaarverslag zou kunnen melden dat er geen 50000
maar 40000 daklozen in Nederland zijn. Om dat te
kunnen bereiken, moet er veel meer in de preventieve
sfeer gebeuren. Voorkomen is beter dan genezen."
beroep doen op de partijen die zelf in de problemenzitten. Daarnaast mag je van deoverheid verwachtendat zij voor alle Nederlanders zorgdraagt.De resultaten van het onderzoek bevestigen de inge-zette koers vanhet Leger desHeils. Wij willen het
gesprek aangaan met de samenleving. Daarom zijn weookde actie 'Wij geloven' gestart met thema'sals
tolerantie enmet elkaar delen. Wat me altijd weer op-valt,isdat mensen ineigen kring ookvaak iemand
kennen die op het randje balanceert. Het uitval-
probleem isdus dichterbij dan je denkt."
'Het klopt dat we hetin Nederland goedgeregeld hebben.Theoretisch gezien'
Waar verwacht u nog meer heil van?
"Ik verwacht uiteraard veel van mijn inspiratiebron:
God. Eenderde van de bevolking wil het leven zinvoller
maken. Dat is in ieder geval ook een hoopvol vertrek-
punt. Die groep staat open voor het maken van nieuwe
keuzes. Maar het is een en en verhaal. We moeten een
Onderzoek onder dienten
"Mensen zonder helper,mensen van vlees en bloed
Toename van het aantal hulpvragers van 17.944 in 1996 tot 31.103
in 2000 en behoefte aan meer inzicht in de problemaiieken van dienten
hebbenertoegeleid dat in het voorjaar 2001 een onderzoek onderdienten
vanhet Leger des Heils is gestart.
Naast al het werk dat gedaan wordt, ontstaat de behoefte om meer
inzicht te krijgen in de problemen waarmee hulpvragers te kampen
hebben. Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de mate
waarin dienten van het Legerdes Heils op zes leefgebieden (wonen. huis-
houding,gezondhcid, relaties,financien, werken oplciding) zich onder-
scheiden van de doorsnee ingezetene van Nederland en het in kaart
brengen van de contacten met de hulpverlening. Hoewel de gegevens
zijn verzameld voor een wetenschappelijkestudie, die eind 2002 wordt
afgerond, vormt het verschijnen van de NIPO-rapportage een goede
gelegenheid enkeleopvallendezaken nu al tepubliceren.
Om wie gaat het?De clientengroep van de welzijns- en gezondheidszorg van het Leger
des Heils is grofweg in te delen in twee groepen. Groep Izijn jongeren VOfaV—*J2-^-A. ^^ V\AJ \.^AArtV^*—iwonend in een jeugdhuis, ouderen wonend in zorgcentra of verpleeg-
huizen en (jong)volwassenen verblijvend in 24-uursvoorzieningen
voor dak- en thuislozen en mensen in behandeling in een psychiatri
sche kliniek. Van hen hebben 874 deelgenomen aan dit onderzoek.
54 procent is man, driekwart heeft de Nederlandse nationaliteit en de
gemiddelde leeftijd is 48 jaar. Groep II bestaat uit dienten die regel-
matig gebruik maken van laagdrempeligeopvangvoorzieningen voor
dak-en thuislozen.
Deze voorzieningen bieden een bed voor de nacht of een plaats om
overdag binnen te zitten en een maaltijd te krijgen. Daarnaast zijn in
deze groep meegenomen justitiabelen die begeleiding ontvangen van
de Leger des Heils-reclassering. Het aantal dat de vragenlijst heeft
ingevuld, is 1.068 van wie ruim 85 procent man is, bijna tweederde
de Nederlandse nationaliteit heeft en van wie de gemiddelde leeftijd
38 jaar is.
0.
VA<S£r^ C<^->&
m
UitsluitingMet onderzoek onder de Nederlandse bevolking leertdater groepenmensen worden buitengesloten van de samenleving. Desgevraagd
noemt bijna de helft van de bevolking etnische minderhedenen asiel
zoekers. Daklozen en verslaafden worden door bijna een kwart
beschouwd als sociaaluitgesloten. Oudersvan probleemgezinnenen
mensen met crimineel gedrag zijn groepen, waarover in de samen
leving veel zorgen bestaan, maar toch worden bedreigd met uit
sluiting vanwegeafkeuring van hun gedrag.
De groepen 'daklozen' en 'mensen die niet in staat zijn om met geld
om te gaan' scoren het laagst op de 'zorgenladder' van de Nederlandse
bevolking.
Eenzaamheid
Eenzaamheid is een veel voorkomend probleem in de samenleving.
Vanuit het onderzoek onder de Nederlandse bevolking blijkt dat ruim
600.000 mensen zeggen zich vaak eenzaam te voelen. Voor clienten
van het Leger des Heils geldt dit in ernstiger
mate. Zij ervaren dat er weinig mensen
zijn waar ze terecht kunnen. Ook geven zij
aan niet echt begrepen te worden door
anderen en ervaren in mindere mate dat zij
deel uit maken van een groep vrienden.
Ongeveer eenderde geeft aan geen vrienden
te hebben. Een kwart daarvan zegt nooit
vrienden te hebben gehad.
Gemiddelde score NL Groep I Groep II
Er zijn mensen met wie ik goed kan praten 2,64 2,68 2,61
Ik voel me van andere mensen ge'i'soleerd 1,14 1,50 1,66
Er zijn mensen bij wie ik terecht kan 2,81 2,64 2,42
Er zijn mensen die me echt begrijpen 2,68 2,57 2,36
Ik maak deel uit van een groep vrienden 2,36 1,91 1,82
Mijn sociale contacten zijn oppervlakkig 1,61 2,05 2,23
nee = 1 via soms = 2 tot ja = 3
Leeftijd eerste contact met hulpverlening
Groep
Groep I
0%
jonger dan 5 jaar26-40 jaar
20% 40%
5-12 jaar41 -65 jaar
60%
HulpverleningWie in de problemen komt of voor korte of langere tijd niet in staat is
zich zelfstandig staande te houden in de samenleving kan in Neder
land een beroep doen op een breed scala aan hulpverleningsvormen.
6 procent van de clienten van het Leger des Heils was jonger dan 5
jaar toen ze voor het eerst met een of andere vorm van hulpverlening
in aanraking kwam, 10 procent tussen de 5 en 12 jaar en bijna een-
derde van Groep I en de helft van Groep II
tussen de 13 en 25 jaar. Van alle clienten die
van een of andere vorm van hulpverlening
gebruik maken, heeft meer dan de helft ook
gebruik gemaakt of maakt gebruik van
andere vormen van hulpverlening.
100%
i: 13-18 jaar• ouder dan 65 jaar
Niet geholpenOp de vraag of men wel eens niet geholpen is en of men kan aangeven
wat daar volgens de client zelf de oorzaak van was, blijkt dat men in
Groep II vaker niet geholpen is dan in Groep I. Hoog scoren het niet
krijgen van begeleiding door het Algemeen Maatschappelijk Werk
en de Sociale Dienst. Het blijkt dat voor eenvijfde deze begeleiding
niet beschikbaar was. Het blijkt dat clienten vaak met meerdere
problemen gelijktijdig te maken hebben.
Voor eenderde van clienten die gebruik (moeten)
maken van laagdrempelige voorzieningen was er
geen hulp beschikbaar.
Zowel in Groep I als in Groep II geeft driekwart
van degenen die een beroep deden op opvangvoor-
zieningen en die niet geholpen zijn, aan dat er geen
plaats was of dat de voorziening vol was.
Uit de NIPO-enquete blijkt dat driekwart van de
Nederlandse bevolking de stelling bevestigt dat
'Iedereen die dat wil en nodig heeft, in Nederland
hulp kan krijgen'. Dit blijkt in werkelijkheid dus
niet op te gaan.
Niet geholpen door hulpverleningsinstantie in%
Groep 1 Groep II
Jeugdzorg 7 19
Jeugdbescherming 4 10
(Jeugd)reclassering 3 13
Algemeen Maatschappelijk Werk 11 20
Sociaal Pedagogische Dienst 3 8
Sociale Dienst 6 17
RIAGG 7 12
Blijfvan mijn Lijfhuis 3 3
Opvangvoorziening voor daklozen 9 29
Een eigen huis, een plek onder de zonOnder de clienten van het Legerdes Heils iseen grote groep die
noodgedwongen voor kortere of langere
tijd in een instelling of internaat moet
wonen. In Groep I woont eenderde van de
clienten zelfstandig in een woning. In
Groep II maakt bijna eenderde gebruik van
alle groepen clienten geldt dat er een sterke
behoefte is aan zelfstandigheid. Op de
vraag hoe men zou willen wonen, blijkt dat
tweederde in Groep I tot 80 procent van de
clienten van de reclassering het liefst zelf
standig willen wonen. Uit de NIPO-enquete
blijkt dat 86 procent van de Nederlandse bevolking zich niet veel
zorgen maakt over mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Dat
dak- en thuisloosheid echter een moeilijk te overwinnen probleem is,
toont het feit dat bijna de helft van Groep I dakloos is geweest en voor
ruim 50 procent van hen dat maanden tot jaren heeft geduurd. Voor
ruim 80 procent van Groep II geldt dat zij dakloos zijn geweest waar-
van 70 procent dit voor maanden ofjaren heeft geduurd of nogduurt.
Hoe woont u nu?
Groep
Groep I
o%
nachtopvang voor dak- en thuislozen. Voor a kamers
Hoe wilt u wonen?
Groep
Groep I
zelfstandig
internaat
woning met begeleiding
Gezondheid
Gezondheid iseen groot goed. Driekwart van alle Nederlanders heeft
ten minste een keer per jaar contact met de huisarts en gaat ten minste
een maal per jaar naar de tandarts. Clienten van het Legerdes Heils
daarentegen bezoeken nauwelijks een (tand)arts, gebruiken veel
medicijnen, roken en drinken veel en hebben veel problemen met de
gezondheid. Ruim 20 procent van Groep I en ruim 40 procent van
Groep II gaan niet naar een huisarts. Bij
eenderde in Groep II is de oorzaak niet
verzekerd zijn en geen huisarts hebben.
De helft tot tweederde heeft geen tandarts.
In Groep II komt dat omdat 18 procent
niet verzekerd is en 30 procent geen
tandarts heeft.
60%
nachtopvang
geen
60%
woning met begeleiding
100%
100%
Bezoek (tand)arts in %
Groep 1 Groep II
Bezoekt geen huisarts: 22 42
Vanwege niet verzekerd zijn of geen huisarts hebben 5 36
Bezoekt geen tandarts: 53 62
Vanwege niet verzekerd zijn of geen tandarts hebben 24 48
igi
Q!
Inkomen
De NIPO-enquete geeft aan dat tweederde van de Nederlandse
bevolking vindt datwemet z'nalien ervoor verantwoordelijk zijn dat
iedereen voldoende geld heeft. In Groep I blijkt 7 procent niet over
geld tebeschikken. Voor meer dan 40 procent vanhenisdat al langer
daneenjaar zo. InGroep IIheeft bijna eenkwart nietde beschikking
over geld. Vooreen kwart ook langer dan een jaar. Zijdie wel over
geld beschikken hebben dat, met uitzonde-
ring van de clienten van de reclassering,
voor meer dan driekwart uit een uitkering.
In Nederland ontvangt ruim 13 procent van
de Nederlanders in de leeftijd van 18 tot enbijstand • AOW ziektewetAVAO • WW
met 64 jaar een uitkering.
Schulden
Het blijkt dat in beide groepen meer dan de helft schulden heeft
ofheeftgehad. Voor ietsmeerdan eenderdebetrefthet een persoon-
lijke lening, voor bijna de helft gaat het om
schulden bij de overheid (belastingen en
boetes), voor eenvijfde schulden bij post-
orderbedrijven, nutsbedrijven (gas, licht,
Uitkeringen
Groep II m EDGroep 1 mi|HE a
0% 20% 40% 60% 80*% 100%
Omvang schulden
Groep
Groep
0% 20% 40% 60% 80% 100%water) en/of de huisbaas. Schulden bij
< 1.000 •1.000-10.000 10.000-20.000 •20.000-50.000 B > 50.000vrienden en familie komen voor 10 procent
voor. Voor ongeveer 10 procent geldt dat men achterstand heeft met
betalingen vande huur, hetgasen het licht. Voor ongeveer 20 procent
betreft het een achterstand van een half jaar of meer. Meer dan drie
kwartgeeftaan geen gebruikvan schuldsaneringte hebben gemaakt.
Voor 40 procent van hen is de reden dat zij nooit schulden hebben
gehad. 10 tot 15 procent heeft onvoldoende inkomen om af te kunnen
lossen en een even grote groep voldoet niet aan de eisen of heeft er
geen zin in om aan schuldsanering te doen. Bijnaeenvijfde heeft wel
gebruik gemaakt van schuldsanering.
ZingevingOp het oog lijkt er onder de Nederlandse bevolking een grote mate
van tevredenheid over het leven te zijn. 96 procent vindt dat het leven
in het algemeen zin heeft. Over het eigen leven is 91 procent van de
bevolking tevreden. Fxhterer isookeen aanzienlijke groep die niet
tevreden is over het leven. In absolute aantallen is dat ruim 360.000
mensen. Met vier stellingen is zowel bij de NIPO-enquete als bij het
onderzoekonder clienten van het Leger des Heilsgevraagdwat men
van het leven vindt.
Metde stelling: 'Ik ben tevreden met mijn leven' is 25 procent van
Groep I en 43 procent van Groep II het oneens. Van de Nederlandse
bevolking is 8 procent het met deze stelling oneens.
De stelling 'Leven vind ik een moeilijke opdracht' blijkt door iets
minderdan de helft vanGroep I niet zo beleefdte worden.44 procent
uit Groep I en 49 procent uit Groep II is het eens met de stelling.
Voorde Nederlandsebevolkingis dat 42 procent.
Op de stelling 'Ik vind het leven geen zin hebben'geeft ruimdrie
kwart uit Groep I en 70 procent uit Groep II aan het hiermee oneens
te zijn. Degemiddelde Nederlander is het
hier voor 96 procent niet mee eens.
De laatste stelling luidt: 'Ik vind dat ande
ren het beter getroffen hebben dan ik'.
VanGroep I is ruim de helft en van Groep II
bijna de helft het met deze stelling oneens.
In het NIPO-onderzoek is 85 procent het
niet eens met deze uitspraak.
Gemiddelde score NL Groep I Groep II
Ik ben tevreden met mijn leven 4,3 3,6 3,0
Leven vind ik een moeilijke opdracht 2,7 2,9 3,0
Ik vind het leven geen zin hebben 1,3 1,5 2,1
Ik vind dat anderen het beter getroffenhebben dan ik 1,8 2.2 2.9
1 = volledig mee oneens2 = grotendeels mee oneens
Conclusie
Op het eerste gezicht lijkt het een 'open deur' dat clienten van het
Leger des Heils meer of in heviger mate problemen kennen dan
gemiddeld onder de Nederlandse bevolking.
Echter clienten van het Leger des Heils zijn mensen van vlees en
bloed. Zij hebben dezelfde behoeften als de doorsnee van de Neder
landse bevolking. Behoeften om zelfstandig te wonen, toegang te
hebben tot de (gezondheids)zorg, vrienden om mee op te trekken en
voldoende inkomen.
In het NIPO-onderzoek komt overduidelijk naar voren dat maat
schappelijke steun voor probleemgroepen niet vanzelfsprekend is.
Toch willen veel mensen uit de Nederlandse bevolking bijdragen aan
de verbetering van de samenleving waarin we leven.
De centrale vraag die uiteindclijk overblijft is: wie neemt het voor-
touw, wie organiseert deze positieve krachten in onze samenleving?
Zodat er gebeurt waar 97 procent van de bevolking het mee eens is:
iedereen in Nederland heeft recht op hulpverlening.
Een tweede conclusie is ook eenvoudig te trekken: de hulpverlening
aan probleemgroepen moet beter.
De uitkomsten van de onderzoeken worden door het Leger des Heils
gebruikt om beleidsmakers en politici bewust te maken van andere
dan economische issues die spelen in de Nederlandse samenleving.
In 2002 zal de wetenschappelijke studie over sociale uitsluiting van
probleemgroepen worden afgerond. I let Leger des I leils /.al die pu-
bliceren. Voor het Leger des Heils zelf vormen de nu al bekende
uitkomsten echter al voldoende aanleiding de richting en inhoud van
de hulpverlening te toetsen en daar waar nodig aan te passen.
3 = weet niet
4 = grotendeels mee eens
G-Sl
5 = volledig mee eens
QJI
m
Colofon
Uitgave: Leger des Heils
Spoordreef10
1315GNAlmere
telefoon 036-5398250
fax 036-5340710
www.legerdesheils.nl
l.s.m
NIPO Consult
Grote Bickerstraat 74
1013 KS Amsterdam
telefoon 020-5225905
fax 020-5225333
www.nipo-consult.nl
Teksten Coordinatie: Fusion Communication
Grafische vormgcving: Wim van Eeden
Fotografie: Erik Hijweege
Drukwerkbegeleiding: Topline Graphic Consultants
Oplage: 4500