Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart...

105
Woordenboek van de Overijsselse Dialecten Aflevering 4 De Wereld-A

Transcript of Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart...

Page 1: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Woordenboek van de Overijsselse Dialecten

Aflevering 4De Wereld-A

Page 2: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Woordenboek van de Overijsselse Dialecten

Aflevering 4De Wereld-A

dr. H. Scholtmeijer

Een uitgave van de Stichting IJsselacademieKampen 2006

Page 3: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

5

Ter Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

HOOFDSTUK 1 – Wegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12HOOFDSTUK 2 – Omheiningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26HOOFDSTUK 3 – Het weiland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40HOOFDSTUK 4 – De akker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52HOOFDSTUK 5 – Onbewerkte gronden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56HOOFDSTUK 6 – De structuur van de grond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62HOOFDSTUK 7 – Grondsoorten en grondwinning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68HOOFDSTUK 8 – Grondvormen en grondmaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74HOOFDSTUK 9 – Ligging van de grond, eigenaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78HOOFDSTUK 10 – Hemel en aarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88HOOFDSTUK 11 – Licht en donker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94HOOFDSTUK 12 – Seizoenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98HOOFDSTUK 13 – Winterse weertypes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104HOOFDSTUK 14 – Mist, regen, onweer en wolken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126HOOFDSTUK 15 – De wind . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150HOOFDSTUK 16 – Mooi weer, slecht weer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160

Registers- Register op lemma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179- Register op dialectwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181- Register op dialectkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208

Toevoegingen en verbeteringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208Publicaties van de IJsselacademie nr. 182© IJsselacademie 2006ISBN-10: 90-6697-169-XISBN-13: 978-90-6697-169-1

Vormgeving: Frank de Wit

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge-slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enigeandere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

InhoudHet onderzoek voor dit woordenboek werd mogelijk gemaakt door een subsidie vande Provincie Overijssel.

De uitgave van dit woordenboek werd mogelijk gemaakt door subsidies van:

het VSBfondshet Prins Bernhard Cultuurfonds Overijsselhet Euregio Mozerfondshet Plantenfonds

De kaarten zijn vervaardigd door Boudewijn van den Berg (Meertens Instituut,Amsterdam).

Het Woordenboek van de Overijsselse Dialecten is een uitgave van de IJsselacademie inopdracht van de Stichting GrensOverschrijdende Streektalen, waarin de IJsselacademie(Kampen), het Van Deinse Instituut (Enschede), het Staring Instituut (Doetinchem) en hetLandeskündliches Institut Westmünsterland (Vreden, D.) samenwerken.

De Stichting GOS is bij voorbaat zeer erkentelijk voor alle aanvullingen en opmerkin-gen naar aanleiding van deze aflevering van het Woordenboek van de OverijsselseDialecten. Ons correspondentie-adres luidt: Postbus 244, 8260 AE Kampen.

Page 4: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

voerd door onder de straat- en plaats-naam te schrijven:

NederlandEuropaWereldHeelal

Welnu, het Woordenboek van deOverijsselse Dialecten kent in zekerezin deze ruimtelijke opbouw ook tot inzijn uiterste grenzen. Hoofdstuk 10, datals het hart van deze aflevering en vandit thema kan worden beschouwd (hier-in komt het woord wereld aan de orde),gaat over de laatste twee elementenvan het hierboven geformuleerde adres.Hoofdstuk 10, ‘hemel en aarde’, is nietalleen het hart, maar ook het scharnier.Tot daartoe volgen we de ruimtelijkedimensie. Maar met het heelal hebbenwe de grenzen van die dimensie welbereikt (we laten fysische noties over deoneindigheid van het heelal even voorwat ze zijn). Hier gaan we over op eenandere dimensie: de tijd. Objecten inons heelal als de aarde, de zon, demaan, de sterren zijn niet alleen ruim-telijke grootheden, maar ze bepalen ookdoor hun beweging, ten opzichte vanelkaar, het ritme van onze tijd. Binnende eenheid van een dag bepalen ze deafwisseling van licht en donker(hoofdstuk 11), binnen de eenheid vanhet jaar bepalen ze de afwisseling vande seizoenen (hoofdstuk 12).Elk seizoen kent zijn eigen weer, en aanhet weer zijn de laatste hoofdstukkenvan het boek gewijd. Daarbij is de toe-stand van het water een indelingscrite-rium geweest. In hoofdstuk 13 gaat hetover bevroren water: sneeuw, ijzel,hagel, ijs, in hoofdstuk 14 over water invloeibare toestand (regen, onweer) of

als damp (mist, wolken). In alle seizoe-nen waait de wind (hoofdstuk 15) zacht,hard, of in het geheel niet, en ook debegrippen mooi weer en slecht weer(hoofdstuk 16) zijn aanduidingen die inalle jaargetijden gebruikt worden, ook alkomt niet elk weer in elk seizoen voor.

Het bovenstaande maakt – waarschijn-lijk ten overvloede - duidelijk dat dewoorden ook in dit deel niet in alfabeti-sche volgorde gepresenteerd worden(dat is de volgorde waarop bijvoorbeeldde Van Dale sorteert), maar in een the-matische samenhang. Die thematischeaanpak biedt ook de mogelijkheid toteen meer encyclopedische benadering.Een korte toelichting ter verduidelijkingvolgt hier.In een alfabetisch woordenboek heefteen woord als het ware een aantal‘haakjes’, waar de betekenis aan vastzit,maar ook de woordsoort, eventueel devervoeging of verbuiging etc. In een the-matisch woordenboek is het uitgangs-punt de betekenis, en daar zitten de‘haakjes’ aan vast. Een zo’n haakje ishet woord, een ander haakje is volks-kundig van aard, en weer een anderhistorisch etc. Zo hoort bij het begrip‘verharde weg’ niet alleen een overzichtvan de woorden die voor dit begrip inonze provincie in omloop zijn, maar ookeen korte geschiedenis van de wegver-harding in Nieuwleusen. Bij vorst hoortook een heel scala aan volksspreukenen volksrijmpjes waarmee die vorstvoorspeld kan worden. Het moet ookhier als een teken van de tijd gezienworden wanneer sommigen zeggen dater minder naar buiten gekeken wordtom het weer te voorspellen, omdat mensteeds meer vertrouwt op radio en tv.Het Woordenboek van de Overijsselse

6 7

Deze vierde aflevering van hetWoordenboek van de OverijsselseDialecten volgt op de eerder verschenenafleveringen over het Huis: in de num-mering, maar ook inhoudelijk. Evenalsde voorgaande afleveringen is dit deelthematisch van aard. Woorden die in debeleving van de dialectspreker bij elkaarhoren (omdat ze in de haar of hemomringende wereld zo geordend zijn),staan ook in het woordenboek bijelkaar.In de volgorde waarin de onderwerpenaan bod komen, zit een bepaaldeopbouw.Zoals in de inleidingen van de delenover het Huis uiteen is gezet, wordtbinnen de thematische aanpak zo veelmogelijk de volgorde ‘van binnen naarbuiten’ of ‘van de kern naar de rand’aangehouden. Deel 1 van het Huisbegint met de grote woonkeuken, hetepicentrum van het dagelijkse leven inhet huis, en dan worden, als het ware ineen middelpuntvliedende beweging, deoverige delen van het huis beschreven.Aan het einde van de derde afleveringzijn we aan einde van die beweginggekomen. Bij het hoofdstuk ‘Exterieur’(deel 3, hoofdstuk 4), staan we buiten,en kunnen we vanuit dat gezichtspuntbeschrijven wat er om het huis heen tevinden is (hoofdstuk 5), en natuurlijk deaard van de woning zelf (hoofdstuk 6).Maar dan is er ook wel aan de excentri-sche beweging een einde gekomen –althans waar het het huis betreft.In deze vierde aflevering wordt de ruim-telijke excursie voortgezet, maar dan nubuiten het tuinhekje: we trekken de

wijde wereld in. Het tweede van de aande de wereld gewijde delen beschrijft deflora en fauna, in het eerste deel – hetdeel dat u nu in handen hebt - staat deniet-levende omgeving centraal. In dezepresentatie volgt het Woordenboek vande Overijsselse Dialecten de verdelingvan de onderwerpen zoals die ook bijde aan de wereld gewijde afleveringenvan het Woordenboek van deAchterhoekse en Liemerse Dialecten(WALD) bestaat.

In de concentrische opzet vormt DeWereld dus geen breuk met Het Huis,maar er wordt wel een nieuw themabetreden. Om de verbinding met hetHuis ook inhoudelijk aan te geven,wordt het eerste hoofdstuk gevormddoor de benamingen voor de wegen. Viawegen komt men immers vanuit hethuis in de omringende wereld, die bui-ten de andere panden in dorp of stad,vaak gevormd wordt door weilanden(hoofdstuk 3) en akkers (hoofdstuk 4).Door omheiningen (hoofdstuk 2) wor-den de percelen gescheiden van elkaar,en afgegrensd van de wegen. Nog ver-der van de bewoonde wereld liggen danvaak de onbewerkte gronden (hoofdstuk5). Aanduidingen voor de structuur(hoofdstuk 6), de soort (hoofdstuk 7), devorm (hoofdstuk 8), de maat (hoofdstuk8), de ligging (hoofdstuk 9), en de eige-naar (hoofdstuk 9), lopen vaak door deverdeling in weiland, akker en onbe-werkte grond heen.Ieder van ons heeft in haar of zijn jeugdwel eens de concentrische opbouw vanhet adres tot in het absurde doorge-

Ter inleiding

Page 5: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Dialecten is behalve een beschrijvingvan de taal van Overijssel ook eenbeschrijving van het leven in Overijssel,zoals dat door de bewoners ervaren envervolgens in hun eigen woorden uitge-drukt wordt. De verhoudingsgewijsruime buitentalige informatie heeft totgevolg dat de taalkundige toelichtingwat minder uitgebreid is gebleven.Daarbij bedenke men dat de woordsoortvan een bepaald woord niet afwijkt vanzijn Nederlandstalige equivalent, dat inhet lemmahoofd te vinden is. Zaken alsvervoeging of verbuiging zijn af te lei-den uit de algemene regels die te vin-den zijn in de grammatica’s die er inonze provincie verschenen of verschij-nen.

Dat deze aflevering qua omvang aan-merkelijk groter is dan zijn voorgan-gers, heeft voor een deel te maken methet feit dat veel vragen in de vragenlijsteen relatief abstract karakter hadden.Begrippen als ‘slechte weg’ of ‘ver-schrikkelijk warm weer’ laten zich opheel veel manieren parafraseren, waar-bij niet elke manier een duidelijkegeografische afbakening hoeft te heb-ben.Ook is dit deel dikker, omdat er meervragenlijsten voor gebruikt zijn: vijf,tegenover gemiddeld drie voor elkeaflevering van Het huis. Het aantalgroepen is nagenoeg gelijk gebleven, enook de totale medewerkerspopulatieheeft geen grote veranderingen latenzien. Deze aflevering van hetWoordenboek van de OverijsselseDialecten is, net als zijn voorgangers,volledig gebaseerd op een schriftelijkeenquête onder ruim driehonderd inwo-ners van de provincie.De antwoorden komen binnen in de

spelling die elke inzender het meestadequaat acht, en het is de taak van deredacteur om die veelheid van spellin-gen te harmoniseren, zodanig dat nietvoor een geografisch verschil wordtaangezien dat wat in feite een spel-lingsverschil is.Zo’n harmonisatie is geen sinecure. Erbestaat immers in Overijssel geen een-heidsspelling, waaraan iedereen zichcon amore onderwerpt. In plaats daar-van is gekozen voor een combinatie vande spelling van de Kreenk vuur deTwentse Sproak, die onder meer doorhet Van Deinse Instituut gebruikt wordt,en de IJsselacademiespelling. Beidespellingen zijn het verrassend vaakeens, bijvoorbeeld op het punt van hetvoluit schrijven van en-uitgangen inwoorden als lopen, komen en boven. Maarze zijn het fundamenteel oneens op hetpunt van de èè en de òò (dus de e vanhek en de o van hok, maar dan gerekt),klanken die in het Nederlands nauwe-lijks voorkomen, maar in deOverijsselse streektaal des te vaker. DeKreenkspelling schrijft hier ea resp. oa,de IJsselacademiespelling ae resp. ao.Een compromis bleek niet mogelijk, eneen keuze voor de ene spelling wasvoor de aanhangers van de andere spel-ling onacceptabel. Het bestuur van deStichting GrensOverschrijdendeStreektalen, onder wiens eindverant-woordelijkheid het Woordenboek van deOverijsselse Dialecten verschijnt, heeftdaarom besloten beide spellingen tehandhaven, en de keuze van welkespelling het eerst gegeven zou worden,te laten afhangen van wat de meerder-heid der informanten kiest. Op kaart 1van aflevering 1 (blz. 16) is te zien datde meeste medewerkers aan hetWoordenboek van de Overijsselse

Dialecten oa spellen, maar ook dat dekeuze voor oa of ao totaal niet aan eenregio gebonden is.

In dit woordenboek zijn ook enkeleDuitse plaatsen vertegenwoordigd. Bijde opgaven uit deze plaatsen is het evi-dent dat de schrijfwijze van het Duitsten grondslag ligt aan de spelling, netzoals de spelling van het Nederlands debasis vormt van de manier waarop deOverijsselse woorden geschreven zijn.Het is mogelijk om die Duitse woordenop z’n Nederlands te spellen, en bij-voorbeeld de opgave Deich om te spellentot dajg of daig. Maar het is de vraag ofde begrijpelijkheid hiermee gediend is,terwijl we mogen aannemen dat weliedereen weet hoe Deich wordt uitge-sproken. Daarom is de spelling uit deDuitse plaatsen gehandhaafd, tenzij hetwoord in zijn klanken volkomen over-eenstemt met wat uit Nederlandseplaatsen opgegeven is. Dan is de spel-ling die voor de Nederlandse woorden isgehanteerd ook voor het Duitse woordgebruikt. Op die manier kon het princi-pe gehandhaafd blijven, dat bij éénbepaalde uitspraak van een woord ooktelkens maar één bepaalde spellinghoort, afgezien van de hierbovengenoemde dubbelvormen ea/ae enoa/ao.

Van elk woord wordt precies aangege-ven waar het voorkomt. De grootsteeenheid is daarbij de plaats1. Er wordtdus bij een woord nooit geschreven:‘komt in gebied X voor’ (tenzij het in(bijna) alle onderzochte plaatsen voor-komt, dan staat er: ‘algemeen’), maar

altijd wordt nauwkeurig vermeld inwelke plaatsen de precieze vorm vanhet woord is aangetroffen. Hierondervolgt een overzicht van alle plaatsen diein deze aflevering van het Woordenboekvan de Overijsselse Dialecten opgeno-men zijn. In de eerste kolom staat deafkorting van de plaatsnaam. De afkor-ting wordt in het woordenboek telkensgeplaatst achter het woord dat voor dieplaats is opgegeven. In de tweedekolom staat de plaatsnaam voluitgeschreven. De derde kolom bevat zoge-heten (nieuwe) Kloeke-code, die dialec-tologen, ook van buiten de provincie,behulpzaam is bij het lokaliseren vande plaatsen.

Afkorting Plaats Kloeke-code

alb Albergen G174qalm Almelo G173pamt Ambt-Delden G199a2

bab Balkbrug G090abat Bathmen F138pblz Blokzijl F065pbor Borne G201pbrl Brandlecht G185pdaf Dalfsen F098pdev Deventer F133pdhm Den Ham G139pdie Diepenheim G225pdka Denekamp G182pdlt De Lutte G209p

8 9

Inleiding

1 Een uitzondering is Ambt-Delden, dat meerderebuurtschappen omvat (Deldeneres, Deldenerbroek,Zeldam, Wiene, Bentelo en Hengevelde).

2 Ook enkele inwoners van Stad-Delden partici-peerden in deze groep. Hun antwoorden zijn nietapart vermeld. Dat gebeurde wel met die van de(grote) groep Hengevelde.

Page 6: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

eml Emlichheim G 099p3

ens Enschede G234pent Enter G198pgie Giethoorn F070pglb Glanerbrug G234agmd Genemuiden F084pgoo Goor G223pgrb Gramsbergen G094phas Hasselt F085phdb Hardenberg G113phei Heino F107phel Hellendoorn G168phev Hengevelde G226phks Haaksbergen G257phol Holten G196bkam Kampen F090pkui Kuinre F052plos Losser G211plut Lutten G093p4

mar Markelo G222pnht Nieuw-Heeten G195bnij Nijverdal G169pnls Nieuwleusen F097polm Oldemarkt F056pols Olst F118polz Oldenzaal G207pomm Ommen G112poot Ootmarsum G177praa Raalte F120prij Rijssen G197pros Rossum G180p

sch Schüttorf G215psib Sibculo G140bsjk St. Jansklooster F068pssv Saasveld G200qstp Staphorst F087pstw Steenwijk F060ptub Tubbergen G174puls Uelsen G145pvas Vasse G143qvol Vollenhove F066pvrh Vroomshoop G140pvrz Vriezenveen G171pwan Wanneperveen F071pwhr Westerhaar G141pwij Wijhe F119pwin Windesheim F106pwls Welsum F117pwrd Wierden G172pwtm Wietmarschen G132pzen Zenderen G200pzsl Zwartsluis F083pzwo Zwolle F096p

Een woord van dank geldt alle mede-werkers uit de bovengenoemde plaat-sen, die de vragenlijst invulden, en inhet bijzonder de contactpersonen, dienamens hun groep de verbinding metde Stichting GOS onderhielden. Ge-woontegetrouw zal in de laatste aflever-ing die aan het thema, in dit geval DeWereld, gewijd is, een volledig overzichtvan de medewerkenden gegeven wor-den.Voor het instandhouden van het net-werk van medewerkers was de inzetvan de streektaalconsulenten onont-beerlijk: gedurende de afvraging van hetmateriaal voor De Wereld waren dat inWest-Overijssel Hanneke van Vilsterenen in Twente Gerrit Kraa.Het binnengekomen materiaal is inge-voerd door Yvonne van ’t Hul, Hilde de

Stigter en Heleen Bos. Nagekomenlijsten werden op vrijwillige basis inge-voerd door Angelique Vissers, KarinBuiting en Amber Steutel. Joke Schraaen Ida van Mierlo hielpen eveneens opvrijwillige basis mee orde te houden inde almaar uitdijende verzameling dia-lectmateriaal. Ondersteuning werd ver-leend door collega’s van de IJssel-academie, met name Hetty Reisinger,Hetty Feith, Joke Schraa, Lenie vanOmmen, Nelie Hammer, Jook vanZeeland en Jan ten Klooster. Henrie tenKlooster automatiseerde het vervaardi-gen van de registers.Het manuscript is gelezen en becom-mentarieerd door drs. PhilomèneBloemhoff-de Bruijn (IJsselacademie,Kampen), drs. Harry Morshuis(Oldenzaal), dr. J. Swanenberg (’s-Her-togenbosch) en dr. Lex Schaars (StaringInstituut, Doetinchem).De kaarten zijn vervaardigd door drs.Boudewijn van den Berg (MeertensInstituut, Amsterdam).Het bestuur van de Stichting GOSwisselde gedurende de periode vanafvragen, invoeren en redigeren enigemalen van samenstelling. In alfabeti-sche volgorde zijn de namen van allebestuursleden die in een of meer perio-des bij de vervaardiging van De Wereldbetrokken zijn: ir. P.R. Bos, mw. drs. O.Drijber-Bosscher, mw. D. H. Hiddink-Dijkman, M. Kamperman, M. Knol, J.Lonink, G. Odink, R.H.J. Staijen, A.H. F.van der Vegt, dr. H. Voort, mw. K.A.H.Westerdijk.Al deze personen wil ik voor hun inzetzeer hartelijk danken. In mijn erkente-lijkheid moet ik dan onmiddellijk ookbetrekken het Bestuur van de ProvincieOverijssel, en zeer in het bijzonder deGedeputeerde J. G. Kristen. Zonder de

middelen die van deze zijde beschik-baar werden gesteld had het werk aanhet Woordenboek van de OverijsselseDialecten geen doorgang kunnen vin-den.

10 11

Inleiding

3 De antwoorden waar de code ‘eml’ achter staat,zijn aangeleverd door enkele leden van de“Groafschupper Plattproater Kring”. De contactper-soon, woonachtig in Emlichheim, schrijft: “DeAntworten betrekkd sick up dat heele gebiet vande Groafschup Bäintem in Groafschupper Platt. DeSchriefwiese en Utsproake betrekkd sick up deUnnergroafschupper Utsproake.” (brief van9.8.2001, archief GOS).

4 De antwoorden uit Lutten zijn aangeleverd doorde groep Hardenberg en Lutten. Alleen wanneerhet Lutter woord afwijkt van de Hardenberger vari-ant is datwoord expliciet aangegeven; in alle ande-re gevallen staan de Lutter woorden samen deidentieke Hardenberger vormen vermeld, met alsplaatscode ‘hdb’.

Page 7: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Aan het begin van de twintigste eeuwwaren bijna alle wegen nog onverhard.Zeker bij nat weer dreigden ze wel eensonbegaanbaar te worden. Om zo min moge-lijk water op de weg te krijgen, werden zevaak verhoogd aangelegd, of ze volgden denatuurlijke hoogten in het landschap, watnogal eens een kronkelig tracé tot gevolghad. De algemene naam voor zo’n hoge ofverhoogde weg is diek. Veel wegaanduidin-gen geven een indicatie van de kwaliteit ende berijdbaarheid van de weg, al is die aan-duiding soms indirect. Zo werd een weg metveel kuilen (knipgaten) in Wijhe wel eensabortusweg genoemd.De komst van verharde wegen betekendeongetwijfeld een verbetering op het gebiedvan het comfort, maar of de volksgezond-heid er ook op vooruitging, kunnen webetwijfelen: voor de verharding werd somsook wel asbest gebruikt.Ook verharde wegen hebben hun eigennaam, vaak ontleend aan het materiaal datvoor de verharding gebruikt wordt. In eersteinstantie vormen de verharde wegen duseen uitbreiding van de dialectwoordenschat.Maar anderzijds zijn het juist de verhardewegen die, in combinatie met fiets en gemo-toriseerd vervoer, de actieradius van de dia-lectspreker enorm hebben vergroot. Zokwam hij gemakkelijker in aanraking metanderen die zijn dialect niet verstonden, ofer negatief tegenaan keken, en dat heeft eruiteindelijk toe geleid dat hij zijn eigen taalminder ging gebruiken.

onverharde weg

zaandweg: alb, alm, amt, bab, bor, dhm,dlt, ens, glb, grb, hdb, hei, hks, los,mar, nij; nls, omm, oot, raa, ros, sjk,ssv, stp, stw, vas, vol, vrh, whr, wrd;zandweg: bat, dev, die, goo, has, kam,nht, ols, wij, win

zaandpad: hdb, nij, rij, stw, vol, vrh,wan; zandpad: goo

pad: blz, nls, vrzzaanddiek: tubzaandspeur: omm; zandspeur: nijdiek: amt, dhm, ens, gmd, hdb, hks,

mar, nls, stp, tub, vas, vrz, wijdiekie: nht, nijkleidiekske: glbdieksloot: nijlaandweg: gmd; landweg: hasveldweg: amtbosweg: raabospad: nijgrösweg: margreune weg: dhm, wij; grune weg: hdbSoammerwech, Saommerwech: schNaturwech: sch opweg: stpstege: kui, mar, omm, stp, wan; stiege:

vrzbreenk: vrzwagenspoer: nht, rij; wagenspeur: tubkarrespoor: kam; karrespoar, karre-

spaor: nijspeur: nls, tubmenning: hdb, kuipeerdepad: gmd

Bie regen modderig, bie dreugte mul, bieopdooi onbegaonbaar (raa).

Verschillende namen duiden een specifiekeweg aan:

Een laandweg is een verharde kleiweg(gmd); karrespoor: zaandweg begreuidmet rillen grös (wrd); loane is een weglangs een akker (vrh); greune weg: metgras begroeid (wij); greune weg: langsakkers (dhm); grune weg: weg langs eengroene berm, doo-diek: weg naar hetkerkhof, menning: weg langs het land(hdb); een breenk is een pad tussen dehuizen (vrz); wagenspoer: kon wagen enpaard door (nht); de naam zegt al veelover de eigenschappen van een onver-harde weg, bijv. uutesletten zaandpad (deris völle gebruuk van emaakt), marsdieke(verhoogde weg door ‘marsies’), koetree(daarover dreven ze koeien naar hetHelderse Broek), koemaste (pad voor dekoeien naar de weilanden bij de Regge),bargweg (zaandweg in ’n barg) (nij); nuheet een belangrijke verbindingswegofficieel zoals hij vroeger altijd algenoemd werd: Zandspeur (nls); zaand-speur is een weg waar men naast reedals het te nat werd (omm); wagenspoer:pad voor paard en wagen (rij); een zand-weg heeft meestal een karrespoorbestaande uit drie sporen: de twee bui-tenste “veur de raaien (wielen)”,middelste “veur het peerd” (dev); zand-weg is alles wat onverhard is (hks);zaandweg: vake merakels modderig(wrd); een peerdepad: in het midden ver-

12 13

Hoofdstuk 1 Wegen

Page 8: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

hard voor het paard, de kar trok weldoor de klei (gmd); een opweg is een padvoor het achtergelegen stuk land (stp).

Met diek(sloot) kan worden bedoeld:

Als een weg wat hoger lag dan hetomringende land, werd hij vaak diekgenoemd. Dat kwam in de omgevingvan Wijhe nogal eens voor, omdat deweg de natuurlijke hoogten in het land-schap volgde en dan ook vaak kronkeligwas. Zo is een oude naam van een wegtussen Wijhe en Raalte nog Tongerendijk(wij); ’n Vendiek, d.i. niet afgegravenveen waarover turf vervoerd kon wor-den (glb, vas); iets verhoogd (dhm, mar);langgerekte verharde hoofdweg over destreek (stp); verhoogde weg, om de kol-ken heen kronkelend, doorgaans ver-hard (!) d.m.v. grind (gmd); vrij algeme-ne benaming voor (zand)weg (ssv);enigszins verhoogde weg in gem. Olsto.a. de greune diek (ols); in ’t Lutterzand:’n diek was verhoogd (met bochten)door laag gebied (dlt); ’n diek in Almelo:de kilometers lange laan voor hetkasteel met aan weerszijden bomen(alm); ten opzichte van de omgevingenigszins verhoogde weg (die); hösdiek,kleidiek, peppeldiek, iependiek, telgendiek(vake met depe sporen en in het mullen[midden] n’ peerdepad), elzendiek, spie-kersdiek (men kon op het erve iedereenzien aankomen), kollediek (kouwediek,lag op de noorderwind dus koud), hoge-diek (in de hoogte), knunderdiek (zeerslechte onverharde weg) (amt); langerechte, enigszins verhoogde weg doorveengebied (vrh); tussen de weilandendoor (nht); de dieksloot: het pad langseen afwateringssloot heet de Kringsloot.Het Pad of de Diek zijn zo'n tweehonderdjaar lang de namen geweest voor de

eerste weg vanuit het Oosterveen naarZwolle (nu Oosteinde en Westeinde), debegaanbare weg langs hetriviertje/kanaal (voor afwatering enscheepvaart), waarlangs de eerste bewo-ning plaatsvond. Een andere naam, deNieuwendijk, was het enige begaanbarepad dat in het zuiden van de gemeente,als afslag van het Pad, door de moerassi-ge weiden naar de Lichtmis liep. Hetging hier altijd om paden langs (afwate-rings)sloten (nls); bie oos is umstreeks1400 een kärkdiekie op-eheugd van ofde Bärgeres noar ’t veerhuus (daf).

De stegen zijn of waren vaak slechtewegen:

De voele stege, de voetstege, de lege stege,de mäshoekerstede, de olde vechtstege bintallemoal nog namen die doaran herin-nert. Sommigen bint nog niet zo best(daf); stege: verhard (!), menning: onver-hard (kui); stege is een enigszins holleweg tussen houtwallen door (omm);lage weg, loopt tussen wallen (mar).

Andere namen voor wegen die slecht berijd-baar zijn:

• drekweg: bor, dlt, ens, , goo, hks, hol,los, mar, vas

• weg met völ knipgeater: ens, glb, hei,ols, vrz

• modderweg: bab, hel, nij, wrd• maalzaand: hks• onmeel: rij• ne slechen weg: alb, mar, ols, vrh• mulle weg: hel, nht• motweg: grb• rotweg: nij• bliksweg: alb• hobbelweg: nij• bottenweggentie: nij

Drekweg: slechte afwatering, maalzaand:los, droog zand (hks); een slimme ofslechte weg, gat an gat en plas an plas,völle knipgaten (ols); weg mit kulen engoaten (blz); een weg met veel kuilenwerd ook wel eens abortusweggenoemd! (wij); bottenweggetie (achter 'nHeldersen barg); a-j doar fietsen ko-j detvulen tot in de botten (nij).

Natte plaatsen konden als volgt begaanbaarworden gemaakt:

• met slear (hoalten stammetjes over-dwars): dlt, ens, ent, hdb, nij

• met “knuppels”: amt, hks, omm, tub• met takkebossen: bab, ens, tub, wrd• met “vlaekens” (matten van gevloch-

ten wilgentenen): stp• met ak-olt: has• met plaanken: hev, stp• met een plankier: kam, ssv• met balken: hdb• met een vlonder: hev• met een “spikke” (een brug gedekt

door plaggen): amt, die, glb, hev• met plaggen: bab, hdb, nij, ssv, stw• met een “oawerloat” (soort bruggetje):

oot• met seandels (sintels): rij• met puun: hdb, rij, vrh• met stapstenen: alm, amt

Knuppelweg: men legde er eken knuppe-len in ter verharding. In Delden zijnresten gevonden van een oudeHeerweg! (amt); stammegies holt overveenachtige grond met puin en heide-plaggen en balken (hdb); in 't Vennemet plaggen of (dunne) boomstamme-gies (nij); met knuppels en het heet 'tpoaldiekie (omm); door de trekgaetenwerden soms wel plaanken neergelegd.Ook werden wel vlaekens gemaakt voor

overgang door trekgaeten (stp); he-wnoew neet meer, mear in de 16e eeuwwas de weg van Wierden noar Almelobedekt met takkebos (wrd).

knipgat

Diepe kuil in een karren- of wagenspoor.

knipgat: alm, amt, bat, bor, daf, dev,dhm, die, ens, glb, grb, has, hei, hel,hks, hol, kam, mar, nht, nij, ols, omm,raa, rij, ros, sib, vas, vrh, whr, wij, win,wrd; kniepgat: ent, bab, grb, hel, nij,nls, tub; knipsgat: vrz

knipslag: gmd, sjk, stwknipkoele: raakoele: bab, ent, gmd, has, kam, nij, nls,

olm, rij, stw, zwo; koel: bor, dlt, los,oot; kule: gie, kui, stp; kuul: blz

knikgat: rijknik: nlsdrekgat: amt, bat, vasspoagat, spaogat: rijasgat: nijSchlachloch: schknieperd: nijklink: vol

Knipgat: kleine kuil, koel: groot (bor);kniepgat: een oneffenheid in een fiets-pad (ent); drekgat: plas met water (amt)

wagenspoor

wagenspuur: alm, amt, dhm, ens, glb,hev, ssv, tub, vas, vrz, wrd; wagen-speur: bab, daf, dlt, grb, has, omm,oot, sib, sjk, wan, win; weagenspeur,waegenspeur: stp; wagenspoer: amt,bat, die, hel, hol, rij, sch; wägenspoer:hei, ols, raa, wij; wagenspoor: ent,hks, kui, los, mar, nht, whr; woagen-spoor, waogenspoor: blz; wägenspoor:

14 15

Hoofdstuk 1 Wegen

Page 9: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

gmd; wagenspoar, wagenspaor: bor,dlt, nij

speur: nls, sjk, volkarrespeur: sjk, vol, wan; kärrespeur:

daf; koarenspoer, kaorenspoer: rij;karrenspoor: whr; karrespoor: gie, kui,vrh; kärrespoor: dev; karrenspoar,karrenspoar: nij

karrepad: blz, kam, stw, zwo; körepad:kam

zaandspeur: ommzaandpad: olm

wagenweg: kam, ootmesweg: glbloane, laone: vrh, whrmenninge: olm

paardenpad

Strook waarop het paard liep.

peerdepad: bab, bat, bor, daf, gmd, has,hei, hol, kam, kui, nht, olm, ols, omm,stw, vol, vrz, win, zwo; peardepad,

paerdepad: mar, nij, rij; perepad: amt,nls, ols, raa, wij; peerpad: alm, tub

peerdespoor: hks, olm; peerdespoer:die, hei; peardespuur, paerdespuur:dhm; peerdespeur: grb; perespuur:glb, vrz; perespeur: sib; pearespoar,paerespaor: nij

spuur: almpeerdevospel: hevvospelpad: tubmillenpad: los, wrdmiddenspoer: hel; middenspuur: vrzklinkerpad: olsmennepad: whrvoorpad: alm, hksvoorweg: amt, hevwegbön: ssvbunne: nijRittweg: schSommerweg: schKnüppeldamm: sch

In Genemuiden was geen aparte strook(gmd); ook het vroegere jaagpad langsde rivier wordt nog wel “perepad” (peer-depad) genoemd (wij).

verharde weg

stroatweg, straotweg: bat, blz, daf, ent,goo, hdb, hei, hol, kam, kui, mar, rij, stp,stw, vol, wij, wlsstroat, straot: alb, dlt, ens, hks, oot, tub;

stroate, straote: amt, goo, hdb, nij,omm, vrh, vrz; stroot: vas

harde weg: bab, dhm, ent, hdb, hks,mar, nht, nij, ols, omm, raa, vrh; har-den weg: goo, los; arde weg: sjk; hatteweg: rij; härde weg: daf, dev, wls; erdeweg: stp

köönstweg: dltweg: hdb

In tegenstelling tot zandweg (hks);

straotweg: met klinkers (wij); de stroate:klinkers, de harde weg: asfalt (omm)

Kan gemaakt zijn van….

• klei:Kleiweg: sch

• schelpen:skölpenpad: has; schelpenpad: babschelpenweg: hdb

• keien, kinderkopjes:keistege: dafstroatkeaien, straotkaeien: rijkeenderkuppenweg: amt; keenderköp-

peweg: rij, wrdkienderköppies: vol; kinderkoppies: hdb

• puin:puunweg: alb, amt, ens, hks, los, ssv,

vas; puinweg: nht, nij, ols, wijpuunslagweg: wrd

Gebroken puin (hks, nij); met brokkensteen (ens); opgehoogd met puin (alb);ongelijk met veel gaten (wij).

• gravel:greffelweg: nij

• sintels:sintelweg: alm, amt, bab, bor, daf, die,

grb, hdb, hei, hel, hol, kui, ols, raa, rij,stw, whr, wij, wrd; seentelweg: ens,mar, ssv, vrz

sintelpad: goo, has, vrz, wan; zendelpad:rij

kollenweg: dltkollenpad: holSchlackeweg: schgruusweg: ens, glb, ssv; gruisweg: amtweg van kollengruus: nijzwarte weg: los

16 17

Hoofdstuk 1 Wegen

Kaart 1: (wagen)spoor. Op dit kaartje is het deel –spoor in wagenspoor, karrenspoor en zandspoor

weergegeven. Speur hoort bij de noordelijke helft, maar is ook een paar keer in Twente aanwezig.

Uitsluitend Twents is spuur en, minder vaak, spoar. Spoer is karakteristiek voor zuidelijk Salland. Door

de hele provincie heen komt spoor voor, waarbij de verspreiding in de noordelijke Kop van Overijssel min-

der toevallig lijkt.

Page 10: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Sintels zijn verbrandingsresten vancokesgestookte ovens van de textielfa-brieken (glb); met seentels van defabriek (ens); cokes van de electriciteits-centrales vroeger (amt); nen gruuswegis een sintelweg (ssv); met kollengruus(ens); afval van kolen en cokes (rij);belegd met sintels uit de mijnen inLimburg, in de jaren ’30 door de over-heid en met behulp van werkverschaf-fing gerealiseerd (los); de melkfabriekleverde ook sintels (stp); vrogger stokke-ren ze met eierkollen en cokes. De sin-tels streuien ze oaver het pad (nij); bijdooi zeer zacht (wij); volgens ons geenverharde weg (bor).

• grind:grindweg: alm, daf, dev, dhm, die, has,

hei, hel, hks, hol, kam, ols, omm, rij,stw, vol, whr, wij; grendweg: gmd; greandweg, graendweg: ent, vrz;greendweg: bor, mar; griendweg: amt

grindpad: hdbgrinte: devne weg met greenten stene: goo

Nog na de oorlog was de weg Enter-Wierden ‘ne greandweg’ met diepegaten en kuilen en scherpe stenen (ent);met grof puin verharde zandweg, afge-dekt met grind (dev).

• basalt:basaltweg: bor, hei, hel, sjk

• klinkers:klinkerweg: alb, alm, amt, bab, blz, dhm,

die, grb, has, hdb, hei, hel, hks, hol,kui, nht, nij, ols, raa, sjk, stp, stw, wan,whr, win; kleenkerweg: bor, ens, mar,oot, rij, vas, wrd

kleenkerstroat, kleenkerstraot: glbkleenkerströötke: ssv

kleenkerpad: goonatte kleenkers: rijstroatweg, straotweg: wijstroate, straote: omm

• macadam:macadamweg: daf, die, hel, nij; maka-

deweg: gmd

• asbestasbesweg: amt, mar, nij

Van afval van Eternit uit Goor (amt).

• betonbetonweg: alm, amt, blz, dhm, die, hdb,

hel, nij, stp, vol, vrh, whr, wrdbetonstroat, betonstraot: bor

• teer, asfalt, asfaltbeton, bitumenteerweg: daf, dev, hks, ssv, wij, win;

tearweg, taerweg: nij, rijasfaltweg: alm, bab, blz, bor, dhm, die,

ens, grb, has, hdb, hei, hel, hol, kui,nht, nij, stp, stw, vol, vrh, wan, whr,win; asfaaltweg: rij, wrd

betuumweg: amt; betumeweg: nij

Nen teerweg is een asfaltweg (ssv); teer-weg: met asfalt (wij).

• anders

Weg met ‘Gramsbergerverharding’, d.i.een aangewalste onderlaag van scherpzand of leem, met daaroverheen eenlaag teer/grind (grb); in Wijhe ook nog‘oerweg’ waar ijzeroer over lag (wij).

autoweg

autoweg: alm, amt, bat, blz, die, ens,goo, grb, has, hel, hol, kam, kui, mar,nht, nij, olm, omm, oot, raa, sjk, vas,vol, vrz, wan, whr, wij

grote weg: bab, dhm, gie, grb, nht, ols,omm, vrh, wrd, zwo; grote wäg: gmd

snelweg: bor, nij, sjkstroat, straot: tub; Stroate, Straote: wtm,

ulsgrote stroate, grote straote: hksautostroat, autostraot: ssvautobaan: nij, tub

(vierbaans-)snelweg

snelweg: alm, blz, dhm, die, gie, grb, hel,hol, kam, kui, mar, nht, nij, olm, omm,oot, vrz, whr, wij, wrd, zwo; snelwäg:gmd

vierbaansweg: bab, bat, kui, raa, vrh,wan; veerbaansweg: dhm, goo, hel,ssv, tub, vrz

autobaan: amt, blz, bor, ens, grb, hks,nij, vas, wtm; autobane: die, has,omm, uls

autoweg: nijgrote weg: ols, raa, vol

18 19

Hoofdstuk 1 Wegen

Een beknopt overzicht van de geschiedenis van de wegverharding in Nieuwleusen:

De grindweg: de eerste vorm van een verharde doorgaande straatweg is die van deLigtmis tot Heems – met een kalkgrindlaag – langs de Dedemsvaart, aangelegd in 1860.De provincie zal 20 jaar subsidie verlenen, de gemeente Avereest mag tol heffen.Op 11 juli 1876 geven de Staten van Overijssel subsidie 30% voor de aanleg vanwegen met de voorwaarden dat de kunstbaan van de weg een straat- of klinkerwegmoet zijn, van drie meter breed en dat er geen tol wordt geheven. Het gaat hier omde weg vanaf de Dedemsvaart door het dorp naar Nieuwleusen, tot kruispuntKerkenhoek rechtsaf of het Westeinde tot de weg langs de Ligtmiskanaal bij deVecht, naar Zwolle. Gereed in 1880 (dit is de hoofdstraat door het dorp naar Zwolle).In 1881 worden na een hoge stormvloed de dijken van de Dedemsvaart opnieuwaangelegd en verhoogd. Om verstuiving tegen te gaan wordt over een breedte van3 meter een 12 cm dikke kalkgrindlaag aangebracht.1900: Verharding (dus ook klinkerwegen) van enkele wegen in het dorp: Meeleweg,Ommerdijk (deze laatste was ook al in 1880 verhard), een stukje van deDommelerdijk (is vanaf centrum richting Oudleusen) en de Jagtlusterallee (waar-schijnlijk van Dedemsvaart tot Meeleweg). (Dit zijn de drukst gebruikte wegen,waaraan de meeste huizen staan. De rest blijft zandweg tot ongeveer 1950).In 1920 verleent de gemeente Dalfsen Hfl. 101,-- subsidie voor de aanleg van eenrijwielpad van sintels van Oudleusen naar Nieuwleusen, dat langs de zandweg werdaangelegd (zo’n fietspad lag ook langs de Dedemsweg en de Jagtlusterallee).In 1934 wordt Huize Rollecate wordt afgebroken ten behoeve van de aanleg vaneen verharde straatweg langs de Dedemsvaart (dit is al snel een provinciale weggeworden).1949-1954: tweede ruilverkaveling Nieuwleusen, pas dan worden in de helegemeente, ook de buitengebieden, verharde d.w.z. asfaltwegen aangelegd. Er zijndaarna nog maar heel weinig zandwegen (nls).

Page 11: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

berm

baarm: amt, ent, hdb, mar, rij, stp, stw,wrd; barm: alm, amt, bab, bat, die,dhm, goo, grb, has, hdb, hel, hks, hol,kam, nij, nls, omm, sjk, vol, vrh, vrz,wan, win, whr, wrd; bärm: daf, hei,ols, wij, wls; bearm, baerm: amt, dlt,ens, oot, ssv, tub; bäärm: gmd; berm:alb, amt, blz, dev, hdb, kui, los, nht,ros, vas; beerm: bor, glb

Groenstrippen: schgroenstrook: rij

Zijn er wegen waar een ander dan de eige-naar van de weg recht heeft om bomen tepoten in de berm?

• ja: amt, hks, hei, nls, ols, raa, sch, wij• nee: bat, sjk• onbekend: stp, wrd

Boerderijen die als landgoed wordenaangemerkt, krijgen soms het recht ombomen te planten langs gemeentewe-gen en sloten van het waterschap.Daardoor komt men aan de benodigdeha. bos (hks); een aanwonende had het

‘pootrecht’ (hei); de eerste eigenaarbehoudt ondanks de koopakte recht ‘ophet hoolt’. Vroeger bij grondverkoop ofverpachting soms behoud van poot-rechten van jachthout (amt); plantenen/of pootrecht kon worden uitbedon-gen (ols); veur leu die an die weg wonen(raa); dat was een recht van de aanlig-gende grondeigenaren. Tegenwoordigwordt dit pootrecht vaak opgekochtdoor de gemeente. De wortels mogenhet wegdek niet aantasten (wij); bekendis dat langs het Westeinde eikenbomenstonden, die gepoot waren door eneigendom waren van aanwonenden.Tijdens de ruilverkaveling van 1950 isdaar nog onenigheid over geweest,omdat de bomen toen grotendeels zijngekapt om de weg te verbreden (eenaantal maakte o.a. deel uit van de nala-tenschap van Gulia Palthe, die een kap-verbod aan het legaat had verbonden).De provincie en gemeente konden tochtot kappen overgaan - waarschijnlijk,omdat de bomen op grond stonden diemeer dan 30 jaar hun eigendom was(nls); vroeger was dit wel zo, is veran-derd na de ruilverkaveling (sjk); vroggerwel, noe nit meer (bat).

Wat voor bomen mochten er gepoot wor-den?

• peppels (populieren): hei, ols, raa• ekenbeume: amt, nls, ols, wij• beuken: ols• iepen: wij

Langs een wetering meestal peppels (ols).

Worden er ook bermpercelen verpacht?

• ja: daf, die, ent, glb, gmd, los, nls, stp,wij

• nee: bab, los, sch, wrd• gebeurde vroeger wel: amt, has, hdb,

sjk, ssv, stw

Niet langs een weg, wel langs de Reggewaar sommige stukken als schapenweigebruikt worden (ent); op deze stukkengrond werd door mensen die zelf geengrond bezaten de sik of de schapen tegrazen gezet. Geen huur (los); dat kennewiej biej oons neet, dee baarmen wör-den wal of egraasd of emeaid, mearveur zowiet wiej weet wörden ze neetverhuurd (wrd).

Wie is/was de eigenaar?

• gemeente: bab, daf, die, glb, gmd, has,hdb, raa, sjk, stp, wij, wrd

• provincie: bab, daf, die, has, hdb, sjk, wrd• waterschap: ent, has, sjk, stp• rijk: daf, glb, stp• overheid: los• riekswoaterstoat: amt• Land Niedersachsen: sch• diaconie: gmd

Hoe ging de verpachting in zijn werk?

• bij inschrijving: sjk• ondershands: die, nls, raa, stp

Het ging allemaal heel ondershands,waarschijnlijk tegen een lage huur enzover verhuurd als de (meestal arme)gebruikers nodig hadden voor de sik ofhet schaap. De eigenaar was degemeente. Het leek meer op een verkre-gen recht van enkele personen die jaarna jaar dezelfde stukken gebruikten endie hen door anderen niet misgundwerden. Men maakte zich er niet drukom; er waren immers veel meer bermen(dun bewoond buitengebied) dan vraag

20 21

Hoofdstuk 1 Wegen

Kaart 2: berm. De vormen met –a- en –aa- zijn afwezig in de oostelijke helft van Twente en in Blokzijl en

Kuinre.

Page 12: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

voor gebruik (nls); waterstaat bepaalt depachtprijs bij toewijzing (betr. TwenteKanaal). De direct-omwonende boerenhadden voorrang, verpachting gebeurdedoor de Ambtenaar R.W.S. in overlegmet het Kadaster. Pacht was f. 240,- perjaar per kavel. Pachtcontracten liepenvrijwel automatisch door. Nu zijn zevoorlopig beëindigd wegens plannen totverbreding van het kanaal. Tot zolang iser nog wel het vruchtgebruik voor deex-pachter (amt); gemeente en diakoniehadden wel grond die werd verpacht,maar iemand die een stuk eenmaal haden aan z'n verplichtingen voldeed, hieldzo'n stuk wel. De pacht werd in tweetermijnen betaald (gmd); 1 novemberinpachten (stw); vroeger verpachtten degemeenten de bermen; via advertentieswerd de verpachting (bij inschrijving)aangekondigd; kerkgenootschappenhadden vaak vaste kopers, soms vanvader op zoon (wij); op een vaste dag inhet joar, publiek bi'j opbod zonder rech-ten. De laagste pachtpries was f.1,50,hoogste f.10,- (1930/1940) (has).

laan

Weg aan beide kanten omzoomd metopgaande bomen.

laan: alm, amt, bab, bat, bor, daf, dev,dlt, ens, glb, gmd, hel, hks, kam, kui,nht, nij, nls, oot, raa, ros, sib, stp, tub,vas, vrh, vrz, wij, win, wrd; loan, laon:blz; lane: amt, dev, die, hol, mar, ols,omm, vrz, whr; leane, laene: grb, olmallee: daf, dhm, die, has, hei, kam, los,olm, ols, omm, raa, sch, sjk, ssv, stw, vol,vrh, wij, win, wrd, zwodiek: alm, nhtstege: dhm, omm; steg: vasholle weg: hel

Tussen twie wallen met ak-olt, een wil-genlaantien (has); 'n holle weg lig tus-sen twee holtwallen (hel); komt nietvoor in Genemuiden. Genemuidenis/was niet bomenrijk (gmd); een deelvan de Katenhorstweg werd “de GroteAllee” genoemd. Bij de Eversberg lagvroeger een laan die als “laan de GroteAllee” op de kaarten staat (nij); anderebenamingen komen bij ons niet voor,wel wordt een afrit van een boerenerfde landerijen in een loane genoemd(whr); volgens één van onze groep kaneen weg met aan één kant bomen ooklaan genoemd worden. Een allee heeftaltijd aan beide kanten van de wegbomen (wij); het vee werd door de stegenaar het koeland gedreven (omm).

Veel lanen waren genoemd naar de bomendie er langs waren geplant. Enkele andere,bijzondere namen:

Kronkellaantje (deze laan omzoomd doorbeuken kronkelde erg) (nij);Vrieërslaantje (nij); Dronkemanslaantien(sluipweggetje voor de inwoners van devoormalige bedelaarskolonie deOmmerschans die vaak beneveld waren)(bab); Absalomlaantje (bij huize de Horte)(daf); Poppenallee, heet zo omdat daarvroeger een spieker (spijker) aan stondbeheerd door een zekere meneer Poppe.Daar was ook een tol (daf); de Papenalleeis genoemd naar de Rooms-Katholieken(Papen) die na de beeldenstorm vanuitDalfsen naar de Hoonhorst gingen omdaar naar hun schuilkerk te gaan (daf);'n Ketoendiek (laan met kastanjeboom,i.v.m. vallend bloesem) (rij).

dijk

diek: algemeen; dieke: kui, wij

Verhalen over dijkdoorbraken zijn er nogaltijd:

Vroger hebt 'n pa Maarkelse boeren 'ndiek van de Bolksbekke duur estokkenzodet 'n heel stuk van Loarne oonderwater leep. Zie kwamen der met bi-j derechbaanke trechte (mar); veur ofslui-ting van de Zuderzee ligt bij de herst debutenpolder achter Kuunder onderwater, dan moest al vee binnen haoldworden (kui); het Demmersgoor, laagweiland, liep bij veel regen onder, zodatbij vorst een ijsvlakte ontstond. Voor1940 werden er wedstrijden gehouden(alm); tussen Boekelo en Hengelo heb jez.g. vleuiwedden. Die overstromen elkjaar bij hoge waterstand: “De bekke geetd’r oet.” (hks); tijdens de bevrijding 1945liep door dijkdoorbraak en kapotte slui-zen (door oorlogshandelingen) in Duitsgrensgebied half Ambt-Delden, o.a.Wiene en Zeldam, onder water: “as inDuutsland reggent da kam het waterdees kaant heer en ’s oavends metdreugen veuten na berre en ’s morgs

vlotten [dreven] de kloompen vor deberre. De bekke stroampt ôffer (amt)”;in 1946 was het Westerikbroek eengrote watervlakte. Ook de stad Almelo,waardoor al het water moest wordenafgevoerd, stond onder water (ssv);vrogger zat Harm Scholten op toafel inzien kamer. Zien huus was oaver-stroomd deur smeltwater det van 'nbarg of kwam. Hie woonen an deNiejstadweg bie Heldern. Churchill op 'neiland, zea e, toen ze bie 'm kwamen.De Regge oaverstromen bienoa elk joar.Bie de Jipkesbelt bunnen ze de skaatsenonder en zie skaatsen van de Jipkesbelttot bie Meiling bie ’n Skulenbarg. Doargung ze dan bie kunnigheid op bezuuk(nij); een ‘jonge’ man ging na cafébe-zoek met de roeiboot, vanwege het hogewater, naar huis. Hij roeide zich suf enkwam niet vooruit. Het bleek dat hijvast zat in het prikkeldraad (dit betrefteen persoon uit ons eigen dialect-team)(omm); bij hoog water in de Dinkel zijnin de 19e eeuw drie joodse vrouwenverdronken tijdens een rituele wassing,zes weken na de bevalling. Deze plekwordt tot heden de Jöddenkolkgenoemd (los).

22 23

Hoofdstuk 1 Wegen

Hardenbarg is een stadtie an de Vechte en hef vake tegen het water mutten vech-ten. In het Sallands Volksblad (een regionaal wekblad) van 1903 stiet het volgendete lezen:Eind april 1903: de dijken zijn doorgebroken. Rijkelijk gulpt het water naar binnen.Eind juni van dat zölfde joar: Doorbraak Vechtdijk tussen Hardenberg en Brucht.Ook zijn de hooilanden tussen Heemse en Rheeze onder gelopen. Schade 6000 gul-den. Dat was in die tied een hele bult geld. Of ze de schadevergoeding ok hebtekregen vermeld de kraante niet.Januari 1926: hoogwater in Baalder (now een woonwieke van Hardenbarg), debewoners van Baalder en de Beek zijn door het water geïsoleerd.En dan 1946: de olderen weet zich dat nog wal te herinneren. In de kraante van

Page 13: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Hoofdstuk 1

coupure

Doorgang van een weg door een rivierdijk.

coupure: devdiekdeurgank: hasduurgaank: amtduurstek: amt; deurstek: daf; deursteek:

olmdiekgat: amt

talud

Bij een dijk is niet alleen sprake van eenwegberm in eigenlijke zin, maar ook van eenveel bredere zoom, die gevormd wordt doorde hele schuinaflopende kant van de dijk.

talud: alm, amt, bor, daf, die, dlt, ens,gmd, grb, has, kam, mar, nht, nij, olm,ols, raa, sjk, vol, vrh, wan, whr, wij,win, nls, wrd

schune kaante: hei, hel; skuunse kaan-te: nij; skuine kaante: stw

schuine baarm: gieschuine van de dieke: kuischeue wal: stpkaant: blz

glooiing: devhelling: wijklef: amtDammhang: schMeetken: sch

Het schuine van de dieke en teugen zeean steenglooiing (kui); kaant van dediek (blz); vaak zegt men ook alleenmaar b.v.: ‘de geite steet tegen de diekan’ (wij).

afrit

De weg die van de dijk af gaat, naar bij-voorbeeld de boerderij of het weiland.

ofrit: alm, amt, blz, daf, dev, die, gmd,grb, olm, ols, raa, rij, stp, vrz, wrd;oafrit, aofrit: kam; afrit: win

diekofrit: amtofweg: wijoprit: amt, kamopweg: has, sjkstege: kui

24 25

Wegen

22 februari 1946 stiet het volgende: En steeds maar bleef het water stijgen.Woensdag kwamen vrijwel alle mensen in benarde omstandigheden te verkeren.Allerlei tafereeltjes kon men opmerken. Hier poogde men kippen uit de tuin tehalen met paard en wagen. Tot de buik moest het dier door het water, het struikel-de, werd schichtig en moest keren.Diverse brede en diepe geulen werden gegraven om het almaar aanhoudendewater van het schoolplein en het Slat af te leiden naar de Vecht, waar het metgeweld instroomde. De Kerkstraat was nu ook overstroomd en zo werd overal hetwater hoger. Ieder was nu druk in de weer met het opgooien van dammen om dewoning, het bergen van aardappels uit de kuilen enz……..terwijl de was maar aan-hield. In de Koppellaan was men aan het kanovaren, en laarzen waren niet meerweg te denken. Bewoners van het Oosteinde waren er nog het ergst aan toe. Zehadden het water zo hoog in de huizen staan dat ze er uitmoesten. Meer dan ééndier is door het water verrast en vond een graf in de golven. We hoorden van koei-en en een paard die in de Vecht afdreven. Een oude baas vertelde ons dat hij zo’nhoge waterstand nooit had meegemaakt.Albert Snieders uut Boalder schreef in 1948 over het hoge water in 1946 het vol-gende: ’t Was van de wekke twie joar elene dat Boalder overstroomd was. Van devieftig huusgezinnen waren er 27 die het huus uut mussen. Jan-Handuk din 75 joarin Boalder woond had wol niet vot. ’t Krasse olde mannegie gunk op een baal pak-stro zitten en stak de beide biene in de oven van ’t fornuus. Het water wörn hogeren hoger maar hij bleef zitten , net zo lange tot e gien drugen törf meer kun krie-gen en het fornuus uut gönk.Toen ze hem ophaalden had e eerst nog ezungen: Odierbaar plekje grond, waar eens mijn wieg opstond, je bent nu mijn waterland.Zien buurman Jaan din ze ok met de wage ophaalden tegelieke met een kalf vulsteil achterover en gung köppie onder in het water. De véér vrouwluu die hij inhuus achterloaten had hebt acht dage op de zolder huusd. De schippers die hunlevensmiddelen kwamen brengen zeden: zie hadden van alles in veurroad wantzie hadden er een beste flesse wien van ekregen.Ok Albert was drok an het verhuzen. ’t Water wassen nog steeds. Dientie had metheur kind van vief wekke de toevlucht op de toafel enömmen. ’n Sik had Dientiedoar zien zitten en dacht: doar kan ik ok mooi bi-j, brak uut de stal en sprungnoast Dientie op de neijmachine. Toen Albert binnen kwaamp hebt ze er samensmakelijk um elachen.Geessien heur volk had een diek um het huus emmaakt, en die nacht musGeessien er bi-j waken. Zie luchte bi-j met een stormlanteern en zag tot heur groteschrik dat de diek deurbrak. Ze bedacht zich gien moment en leut zich plat op deboek in het gat vallen en schreeuwde van help...... Heur volk vleug noar buten enmaakten zo gauw as ze kunden het gat weer dichte. Zie hebt gien last van hetwater had want van stond of an zakte het water,Roelf zee tegen de buurman: zul ’t nog wassen? Nog minstens twie voet was hetantwoord. Roelf dreide zich umme en dacht ‘dan zal ik het wel weten’ en hijklump met zien vrouw, drie kinder en een mooien sik noar de hilde en hef doar

twee dage deur ebracht. Toen wörden ze met een boot op ehaald.Harm mus ok met de hele familie het huus uut. Ze hadden het water wal roem 30cm in de kökken stoan. Op een mörgen mus Harm een paar vergetten spullegiesuut huus ophalen. Het was net noa de oorlog en Harm had gien leerzen meer,maar zien kameroad Jan wal. En zo göngen die beide het huus binnen. En Jan maarkreunen en steunen onder de zwoare last, tot dat ze in de sloapkamer een toepas-selijke tekst aan de mure zagen hangen. Er stund op “Niet klagen, maar dragen”.En dat gezegde gaf Jan moed um wieder te goan.Kleem Jans wol ’t vee van Hutten Ep en Gait-Jaan van Meisters-Gais ophalen. Dekalver stunden op de karren en wat jongvee was er achteran eknupt. Deur hethoge water kon Jans niet zien wat een weg of een sloot was en ja wel heur, hijkwam met peerd en karre in de sloot terechte. Dan weer zag hij de snuties bovenhet water uut stekken en dan weer de staatties. Joa meansen, de Boalderluu hebtheel wat met emaakt. (hdb)

Page 14: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Zoals een weg een afscheiding heeft in devorm van een berm, zo kan ook een weilandof een akker met een soort van berm vanzijn omgeving afgescheiden worden. Bijakkers is dat een onbewerkte, soms alleenmet gras begroeide strook. Zo’n met begroei-ing afgeschut weiland heeft vaak een eigennaam Andere manieren om een stuk land tebegrenzen waren natuurlijk de verschillendeafrasteringen (prikkeldraad, schrikdraad).Voor de toegang tot het land werd dangebruik gemaakt van klaphekken of draai-hekken, die ieder naar hun vorm een eigenbenamingen hadden.In de meest laaggelegen streken bestaan descheidingen uitsluitend uit sloten. Daarmoet de toegang tot het weiland dus hetwater kruisen, door middel van een brug ofeen duiker.

akkerberm

De smalle, onbewerkte, vaak met gras be-groeide strook die om een stuk bouwland ligt.

vooregge: amt, hks, hol; voaregge: mar;vaaregge: dlt; vaareg: vas

voorhegge: hevvaarweg: entbarm: goo, kam; bearm, baerm: gmdkante: bat, kamwal: hdb, vrz, wij; walle: raaslootskante: hdbslootwal: hasgröswal: helgrösstrook: devgröshege: raahegge: diestreppel: alm, dafstriep: losrichel: helstreukien: gmdzeum: sjkdam: dltwenning: nlskwoad land, kwaod land: olsopdrift: ssvpeerdepad: haswagenweg: hasAnweide: schscheedvoort: glb

Twee à drie meter breed, voor hetummedreaien van peerd en ploog (hev);een scheidingstrook tussen twee eige-naren (glb); aan het eind: de vaaregge,opzij: ’n dam: ‘wie goat efkes op 'n damzitten’ (dlt); vooregge: voor tussen de

akkers, ‘doar kon je met peerd en deploegen dreeën’ (amt); de wenning, meteen greppeldie an de kant (nls).

houtwal

De met struiken of bomen begroeide strookdie om een stuk bouwland of weiland ligt.

hooltwal: amt, hel, hol; hoaltwal, haolt-wal: bor, dlt, ens, glb, vrh, whr; holt-wal: die, goo, hdb, nls, ols, wij; oltwal:has, kam, sjk, stw; houtwal: nht, oot

akkerhooltwal: amtakkerwalle: amt; akkerwal: alm, amt,

nij, rij, wrd; äkkerwal: vrzakkermoalswal, akkermaolswal: rijakkermaalsholt: raaboswalle: hei; boswal: bab, daf, hdb, vrzwal: alb, glb, hks, ros, volwallegie: volWallhegge: schakkerhegge: rijakkerheage, akkerhaege: nijakkeregge: amtbosheage, boshaege: dhmbrookheg: vashegge: bat; heg: vasheggel: holsingel: bab, bat, ent, has, hdb, hel, hol,

kam, los, mar, nls, omm, wij, daf hakholtsingel: dafhooltsingel: amt, ssv; holtsingel: devbossingel: heiekenhoolt: amt; eekhoolt: amtschelhoolt: amtagen: hasstikke: daf

26 27

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Page 15: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

kamp

Een weide omzoomd door houtgewas.

kaampe: nls; kaamp: dlt, hks, rij; kamp:wls

kaampie: nls; kampie: volmoat, maot: ens, los; moa, mao: glbbosweare, boswaere: amtweare, waere: amt, entgoarden, gaorden: mar; goorden: amtbree: marhoar, haor: glbbinnenweie: wijne weide met nen holtwal drum hen:

goo

Haar: hoog, moa: laag (glb)

Kwamen dergelijke weiden veel voor?

• ja; amt, bat, daf, dhm, dlt, glb, grb,hdb, hel, hks, hol, los, mar, ros, sch,tub, wls, wrd

• nee: has, kam, raa, rij, vol, wij

Bijna alle grasland was omzoomd methout (glb); joarenlaank wörden singelsallene mer erooid, rechtevoort wördt t’rzo hier en doar wier wat in epotet (ent);vroeger wel (grb, hks); ja, alleen kleinereweilanden (dlt); wel bij Zalk, met mei-doornhagen (kam); vroger, tot 1963.Omdat de kolen duur waren, werd veelhooltsingel verbrand. Ook vanwege deongewenste schaduw, de schadelijkewortels en ruilverkaveling zijn veelhooltsingels/akkerwallen met de greef-massien opgeruimd. Toch bin er nog wel(amt); nich in de stad, boetenof in denöögte wah, dus in ’n boerskop (ens);veur de verkaveling (hdb); in de buurtwel (goo); van Daage aff un toa, froegerjoa (sch); van oudsher overal (tub); het

kaampie omsingeld met de singel (deholtwal); bij de boerderijen had ieder-een aan de achterkant wel zo’n kaam-pie of kaampe. Vaak door gebrek aanzonlicht met niet al te best gras. Erwaren geen boswallen waarop debomen groeiden, maar deze stondenlangs de sloot, het slootje enz. Tijdensde ruilverkaveling in 1953 zijn ze bijnaallemaal verdwenen (niet tussenOosteinde/Oosterveen enWesteinde/Westerveen - twee keer tweeparallel aan elkaar lopende wegen). Nuherbeplanten burgers de grond rondomhet huis tegen de wind en de boeren alserfbeplanting, voor het wegwerken vanlelijke stallen en silo’s, maar niet rondde weiden. Wat er nog aan bomen staat,wordt vaak langzaam aanweggeploegd.Langs de wegen beplant de gemeentesystematisch de bermen tijden de jaar-lijkse boomplantdagen (nls).

afrastering

rikken: alm, bab, daf, hdb, hei, hel, nht,nij, omm, raa, vrh, wij; rikkens: ols;rikking: ens, hdb, win; rikkinge: amt,dhm, ent, has, mar, omm, rij, stp, vrz,wrd; rikkege: hdb, kam, sjk, vol; rikke-nege: vrz; räkkinge: gmd

rikkepoale, rikkepaole: goorikwark: holafrikken: amt; ofrikking: whrvroch: bat, wls; vrocht: hol, ols; vrucht:

ols, raa; vruchte: amtvruchting: amtafvruchte: amtvrea, vrae: daf, hel, hei, nls; vree: bab,

hdbvreangde, vraengde: stpgleent: dlt, ens, glb, los; glint: alb, losdrood: vas; droad, draod: hev, oot, ssv;

draad: hks

takdroad, takdraod: ssvekke: gie; hekke: devstek: kui, stwofgaring: nijofrastering: hdb, wanrasterwark: nijWeidetuun: schdiggemaat: amtsletten: tub

De weare good in droad (hev); good inde rikkinge (amt); good in de vruchte(amt); rikkinge in Rouveen (stp).

afrastering maken

rikken: alm, bab, dhm, ent, goo, hdb,hei, hel, hol, kui, mar, nij, ols, rij, sjk,stw, vol, vrz, wij, wrd

afrikken: dev; oafrikken, aofrikken: blz;ofrikken: bor, ens, nij, vrh, whr

rikken maken: win; rikkinge maken: rij;räkkinge maken: gmd

rikken vruchten: amtrikken zetten: nht, nijvrochten: bat, hol, raa, wls; vruchten:

amt, die, goo, hks, raa

28 29

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Kaart 3: afrastering. In de hele provincie wordt rikken gebruikt, daarnaast in de Kop stek, in Salland de

typen vrea en vrucht, in Twente de typen droad en gleent.

Page 16: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

afvruchten: amtvreaën, vraeën: hei, ols; vreeën: bab,

grb, hdb, nlsvrea maken, vrae maken: daf, nlsvreangde meaken, vraengde maeken:

stpgleenten: dlt, ens, los, oot; glinten: alb,

los; gleinten: ros; gleenden: glbdrood trekken: glb; droad trekken,

draod trekken: wanin droad zetten, in draod zetten: hksdroaden, draoden: wan; droten: vasekke zetten: giestekken: kuiafrastering maken: dev; ofrastering

maken: gooofscheiding maken: nijintunen: schsletten maken: tub

Hen gleenten goan (ens); wie goat henrikken (hei); ik mut nog rikken (wij).

afrasteringspaal

rikpoal, rikpaol: alm, amt, dhm, ens,hel, nij, vrz, whr; rikkepoal, rikkepaol:amt, bab, blz, bor, daf, dhm, ent, goo,grb, hel, hei, hol, mar, nht, omm, rij,sjk, vrh, wrd; rikkepool: nij; rikkepoa-le, rikkepaole: dev, kam, vol, wij; rik-kenpoal, rikkenpaol: raa; rikkenpoale,rikkenpaole: win; rikkegepoale, rikke-gepaole: has; räkkepoal:gmd

rikkevreapoale, rikkevraepaole: dafrikkepos: rij, wijvruchtepoal, vruchtepaol: amt, die, hksvreapoal, vraepaol: hei;vreepoal, vree-

paol: bab; vreapoale, vraepaole: nlsvreangdepoal, vraengdepaol: stpglintpoal, glintpaol: alb, los; gleentpoal,

gleentpaol: glb; gleantpoal,glaentpaol: dlt, ens, los, oot; gleint-poal, gleintpaol: ros

gleant, glaent: dltdroadpoal, draodpaol: ssv, wanstekpoal, stekpaol: kuisteaken, staeken: raasletenpool: tub, vasweidepoale, weidepaole: dev; weide-

poal, weidepaol: hkshoenpoal, hoenpaol: amtWeidepohl: schTuunpohl: sch

Een rikkepoal wördt met nen toenha-mer de groond in ehouwen (wrd); eenhoenpoal is een hookpoal (dikker enzwaarder) (amt).

steunpaal

Een schuin paaltje ter ondersteuning vaneen hoekpaal

schoarpoal, schaorpaol: alb, amt, bab,bat, bor, dhm, die, dlt, ent, hdb, hev,hks, hol, mar, nls, raa, rij, stp, vrh,wrd; skoarpoal, skaorpaol: ens, nij;schoarpoale, schaorpaole: daf; scheer-poal, scheerpaol: goo; schoorpoal,schoorpaol: amt, grb, hdb, hei, hel,nht, tub, vrz, whr; skoorpoal, skoor-paol: blz, ens, glb; schoorpoale,schoorpaole: wij; skoorpoale, skoor-paole: gmd, kam, vol

schoare, schaore: rij; schoor: alm, omm;schore: hdb, sjk, wij; skore: kui

zieskoaren, zieskaoren: nijschoorpos: ols, wlsschoarmik, schaormik: ros, ssv, vas;

schwaarmikke: vrzstutpoal, stutpaol: raa, win; stutpoale,

stutpaole: devsteunpoal, steunpaol: nijdwarspoale, dwarspaole: stwschraanke: helStrebe: sch

prikkeldraad

prikkeldroad, prikkeldraod: alm, blz,dev, gie, grb, has, hdb, hel, kam, nht,nij, nls, omm, sjk, stw, vol, vrh, wan,win; prekkeldroad, prekkeldraod:gmd; prikkedroad, prikkedraod: daf

puntdroad, puntdraod: amt, bat, blz,daf, dev, die, hdb, hei, hel, hks, kam,los, nht, nij, ols, raa, whr, wij, wls;peuntdroad, peuntdraod: amt, bor,ens, hev, mar, rij; puintdroad, puint-

draod: rosstekkeldroad, stekkeldraod: daf, hdb,

hol, omm, rij, wij; stekkedroad, stek-kedraod: amt, hdb; stikkeldroad, stik-keldraod: bab, nls; stikkedroad, stik-kedraod: stp; stiekeldroad, stiekel-draod: kui

takkeldroad, takkeldraod: hel; takke-droad, takkedraod: alm, amt, bor,dhm, die, ens, ent, goo, hks, mar, nij,oot, rij, vrh, vrz, whr, wrd; takdroad,takdraod: alb, glb, los, ssv, tub; tak-

30 31

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Kaart 4: prikkel(draad). Door de hele provincie gebruikt is het type punt- in het eerste deel van de samen-

stelling. In West-Overijssel en Noordoost-Twente is dit type minder frequent. Een breed middengedeelte

kent stekkel-, in Twente overheerst het type tak-. In Salland komt het type scharp- voor.

Page 17: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

drood: vasscharpdroad, schaarpdraod: hei, ols, raahaakdroad, haakdraod: dltkrammedroad, krammedraod: dafStacheldroad, Stacheldraod: sch

glad ijzerdraad

glad droad, glad draod: alb, alm, amt,bab, bat, dhm, dlt, glb, gmd, grb, hdb,hei, hol, kui, los, mar, nht, nls, ols,omm, raa, rij, sjk, ssv, stp, stw, tub,vrh, wan, whr, wij; glad drood: vas;gladde droad, gladde draod: hev, vol;gladden droad, gladden draod: ent,hel, hks, nij, vrz

gladiezerdroad, gladiezerdraod: ensiezerdroad, iezerdraod: blz, bor, dev, gie,

goo, has, nij, rij, win, wrdstoaldroad, staoldraod: wrdbeenddroad, beenddraod: amt; bind-

droad, binddraod: amt, whrgleentdroad, gleentdraod: amt, ens;

glintdroad, glintdraod: amtliendedroad, liendedraod: daf; lien-

droad, liendraod: nijdreugliendroad, dreugliendraod: alm,

nij, rijwasliendroad, wasliendraod: goospandroad, spandraod: nijofrikdroad, ofrikdraod: ensTuundroad, Tuundraod: sch

Binddroad: dunne uitvoering (whr);spandroad is gedraaid (nij).

schrikdraad

schrikdroad, schrikdraod: alb, amt, bab,bat, bor, daf, dev, dhm, die, goo, grb,hei, hel, hdb, hks, hol, kui, los, nht, nij,nls, ols, omm, raa, ros, sjk, ssv, stp,tub, vrh, vrz, wan, whr, wij, win;schrikdrood: nij, vas; skrikdroad,

skrikdraod: blz, ens, ent, glb, has,kam, rij, stw, vol; skrekdroad, skrek-draod: gmd; Schreikdroad,Schreikdraod: sch

schrikkeldroad, schrikkeldraod: dhmstroomdroad, stroomdraod: alm, amt,

daf, gie, goo, hdb, hel, mar, nht, nij,ols, omm, oot, raa, vas, vrh, wls, wrd

elektrisch droad, elektrisch draod: dltElektrotuun: schschokdroad, schokdroad: stp

Schokdraod: in Rouveen (stp).

hek (tekening 1)

kalve-ekke: haskoehekke: heikoedamhekke: heihek veur de damme: kuidamhekke: dhm, vrh; dam-ekke: wanouten dam-ek: blzholt Heck: sch; hölten hekke: dev; hool-

ten hek: amt; hoalten hek, haoltenhek: oot; heulten hekke: mar; heultenhek: amt

hölten dreihek: tubdreihekke: die, sib; dreaihekke, draei-

hekke: wrd; dreihek: losdreilasche: loslandhekke: nht; landhek: alm; laand-

hekke: amt; laandekke: gie; laandhek:alm

wearhek, waerhek: glb, ssvweeienhekke: amt; weidehek: hksgaffelhekke: dafslaghekke: amtwiphekke: wijhekke: bab, grb, hel, nht, nij, nls, omm,

raa, rij, win; ekke: bab, kam, zwo; hek:alm, dlt, ens, vas; äkke: gmd

Dit soort hek was in Genemuiden nietbekend. Men maakte zelf een hek van

wat planken. Het werd aan de postenbevestigd met een touw, van een schar-nierpunt was geen sprake. In het najaarnam men de hekken mee, onder dak.Het hek stond voor de posten, ertegenaangeleund (gmd).

Onderdelen van het hek (zie de tekening) a.boom: amt, bab, die, nht, rijbostboom: hashekkenboom: amt, mar; hekboom: ssvslagboom: rijbovenbalk: dhm; boawenbalk, baowen-

balk: wrdlegger: hei; ligger: gie, vrhbeumligger: amtwippe: wijQuerbalken: sch

b.hageinde: hks; hageand, hagaend: ssvhag: amt’n dikker eine: margewechte: rijGewicht: schkonte: heikodde: babandgreep: hasbongel: vrhbezweurte: daf

c.staander: nht; stoander, staonder: amt,

die, mar, rij, tubstielen: amt, has, vrhspielen: amthekbienen: babscheen: ssvObrechten: schtuskenpoal, tuskenpaol: amtklaamp: amt

d.ligger: nht, tub; legger: diedwarsligger: rijhekplaanken: amt; hekkenplaanken: amtplaanken: gie, mar, ssvlatten: hksschobben: babschotten: wijsleet: los, wrdoonderbalken: rijQuerböme: schkalverbalk: has

Det was een plank die uitgeskoven konworden um de kalvers te weteren (voe-ren) (has).

e.hekkenpost: amt, dev, dhm, glb, hei,

mar, nht; hekkepost: daf, die, nls;äkkepost: gmd; ekkepost: kam; hek-post: amt

rikpost: almekkepoal, ekkepaol: gie, volHookpöst: schekenpost: losproppoal, proppaol: babdreaipoal, draeipaol: nij, ssv, tub, wrd

Gemaakt van eikenhout (hei).

f.äkkepost: gmd; ekkepost: kam; hekken-

post: dev; hekkepost: nlshekkenpoal, hekkenpaol: amt;

ekkepaol: gie, volhekstramp: amtstraamp: alm, amt, mar, nij, ssv;

stramp: diestraampelpoal met straampel, straam-

pelpaol met straampel: babstroamppost, straomppost: amtgaffelpost: amtgaffel: daf, die, glb, hks, los, nij

32 33

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Page 18: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

sloetpoal, sloetpaol: wrdsloffepoal, sloffepaol: amtstielen: has

hek (tekening 2)

sletenhekke: mar, wrd; sleethek: ssv;Schleetheck: sch

hekke met sleate, hekke met slaete: entslete: amt; slitte: rijschoefhekke: amt, die, wij; skoefekke:

kamhekke van schoefbalken: grbkalverhekkie: raapoalhekke, paolhekke: sibscheusselhekke: bab

Onderdelen van het hek (zie de tekening)

a.hekkenpost: amt, dhm, die, raa; hekpos:

amthekkenpoal, hekkenpaol: amt; hekpoal,

hekpaol: ssvHookpool: schpoal, paol: dlt, mar, wrdhekkenpoat, hekkenpaot: hksstoander, staonder: tubsleat, slaet: ent

b.sleet: die, dlt, hks, mar, ssv, tub, wrd;

Schleete: schhekkensleet: amt; heksleet: amtsteksleet: amtschietholt: wij; scheetholt: olsslagholt: dhm, ommscheusselbalken: babbalk: raabongel: nls

Boamste slagholt, milste slagholt,onderste slagholt (dhm); bij een bongelgaat het meestal om een afsluiting met

een bongel i.p.v. drie.

c.hoefiezers: dhm, marpeeriezers: amt, tubhekkram:amtklaben: hksSchleetringe: schstrop: raapoaliezer, paoliezer: ssvogen: wrd

Iezeren reenk, det waren meesta peare-iezers (mar); als ijzers waarin de balkenrustten werden wel hoefijzers gebruikt(wij); hiervoor gebruikte men vaak ver-sleten hoefijzers (ssv).

klaphek

Een hekje dat vanzelf dichtslaat omdat dedraaias schuin geplaatst is.

klaphekke: amt, bab, dhm, grb, hol, nht,olm, ols, vrz, wij, wrd; klap-ekke: bab,gie, vol, wan, whr; klaphek: alm, bor,dlt, ens, hks, tub; klap-ek: blz

klaphekkie: daf, hei, hel, nij, nls, omm,vrh; klapheksken: dev; klaphekse:amt, glb; klaphekjen: kui; klap-ekkien: has, kam, stw, vol; klap-äkkien: gmd; klap-ekkie: sjk, stp, zwo

Klapppoorte: schskoapenhekke, skaopenhekke: nij;

schopenhek: vasvalhek: bor, ssv; valhekke: winwildhekke: raahekske: marpeurtje: amt, glb, mar, rijduurloop: rijkelte: ols

Van oudsher niet bekend (hel).

ijzeren sierhek

sierhek: alm, hks, los, nls, oot, ssv, tub,vas; sierhekke: amt, bab, bat, daf, nht,raa, rij; sier-ekke: bab, has, kam, sjk,wan, whr; sieräkke: gmd

sierpoort: nhtiezderen hekke: hel; iezeren hekke: hel;

iezeren hek: hks; iezeren ekke: stpiezeren poorte: mar, rijsmeediezeren ek: blz; smeediesderen

hekke: dev; smeediezerden hekke:dev; smeediezeren ekke: gie

tweedelig smeediezeren dreaihekke,tweedelig smeediezeren draeihekke:wrd

smeediezeren poarte, smeediezerenpaorte: nij

dubbel draaihek: olmdubbelpoorte: amtieserne Dübbelpoorte: schinrij-äkke: gmdinrijpoort: almriepoarte, riepaorte: rij; riepoorte: rijkerkhofhekke: raalaandhek: ssvhekke: kui, rijpoorthekke: ols, wijpoorte: amt, daf, dhm, die, grb, has,

omm, vrz, win; poort: dlt, ens, glb,hks, ssv; poarte, paorte: mar, nij

toegangspoorte: stw

In Genemuiden heeft alleen de de oudebegraafplaats zo'n hek, en vroeger deoude burgemeesterswoning (gmd).

draaihek

dreehekke: amt; dreejhekke: hel, hol,mar, rij; dreihekke: hei, nht, ols; drei-ekke: whr; dreihek: dlt, tub; dreaihek-ke, draeihekke: dev, nij, ssv, wrd;draai-ek: blz

dreiheksken: ent; dreihekkie: grb, vrh;drei-ekkien: has, kam; dreaihekske,draeihekske: hks; dreaihekkie, draei-hekkie: daf

Dreipoorte: schdreipeurtje: alm; dreepeurtje: amtdreipeulke: amtdreilasche: losdreaimölleke, draeimölleke: ootweaimölken, waeimölken: ssvweidemöllegie: raamölenpoorte: rijhaspel: hevGaspell: schkruuspoal, kruuspaol: nijkruuspeurtje: hevroondgoandhekke, roondgaondhekke:

amttolhekke: diedeurloat, deurlaot: hel

Haspel: op ne karkepad (hev); nietbekend in onze groep, maar eenWijhese boer afkomstig van de Veluwenoemde het drillepiet of dreipiet (wij);niet bekend hier (hel).

opstapbankje

Een wat hoger dan de grond gelegen bankje,met behulp waarvan men over een omhei-ning kan klimmen.

stappien: bab; stappie: bab, stpopstapjen: blz, dev; opstappie: has, hel,

olm, ols, vrh; opstäppien: kam;opstäppie: wij; opstäpperke: rij;opstepke: amt

overstap: kam, whr, win; oaverstap,aoverstap: nij; oawerstap, aowerstap:ssv

overstapjen: blz; overstappie: sib; over-stappien: stw; overstäppien: gmd;oaverstepke, oaverstepke: hev; oaver-

34 35

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Page 19: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

stappie, aoverstappie: omm, olsoaverstepbeankske, oaverstepbaenkske:

amt; overstapbankie: raastapbänkie: dafstriebeenkske: amtbeenke: alm; bankie: zwoMelk und Schooltrepken: schFoottrepken: schstiepel: nijstiggeltie(n): babstupke: amttuuntie: sjkklimhekje: olm

Geen bankjes, maar wel een blok houtof steen (nht); geen naam bekend, eenlid herinnert zich dat de buurman zo'nopstapje bij de afscheiding van de tuinheeft. Vroeger op het karkepad (hev);een opstappie veur umme de pinken tetellen (has); soms had men ook zo'n‘opstäppie’ naast het grote hek, danhoefde het hek niet altijd open (wij).

Kwamen dergelijke bankjes veel voor?

• nee: alm, glb, has, hel, nls, raa, stp,vrh, whr

• ja: amt, bab, dev, gmd, hei, stw, wij,zwo

Nu past Staatsbosbeheer het wel toe inhet Reestdal (nls); bij natuurgebiedenvan S.B.B. zijn tegenwoordig vaak derge-lijke opstäppies ten behoeve van vissers(wij); kwamen veel voor, thans nietmeer (hei); vroeger wel, thans innatuurgebieden (bab); ze komen alleennog voor in wandelroutes (Pieterpad)(hks); ne oetzondering (glb); bijv. bijwandelpadroutes op de uiterwaardenbij Deventer (dev).

sloot

sloot: alm, amt, bab, bat, blz, bor, dhm,gie, glb, gmd, grb, has, hei, hel, hks,hol, kam, mar, nht, nij, olm, ols, omm,raa, sjk, uls, vol, vrh, vrz, wan, whr,wij, wrd, zwo; sloat, slaot: tub, uls

graven: die, ens, goo, hks, kui, mar, ros,ssv, vas; grawen: oot, ssv, uls, wtm

greppel: nij, olsgrup: tub

Greppel: stiet dreuge en is nie zo diepe(nij); greppel: kleine sloot (ols); grup:kleine sloot (tub).

beek

bek: alm, bor, ens, glb, oot, ssv, tub, vas;bekke: amt, dhm, die, goo, grb, hel,hks, hol, mar, nht, nij, omm, uls, wrd,wtm; bjäkke: vrz; beake, baeke: bat,ols, wij; beke: raa, zwo; beek: bab, blz,has, kam, kui, olm, vol, vrh, wan, whr,wij

stroompie: gieleide: nht

Kennen we niet (gmd).

stierbankje

Twee schuine plankjes, aan de zijkant vaneen hek, boven de sloot, waarover men omhet hek heen kan stappen.

stierbengske: hev; stierbeankske, stier-baenkske: amt; stierbeenkske: amt

umstapbeenkske: amtÜmloopsperre: schumloop: whrekkevleugel: hasschune hekske: marekjen: blz

Mar vi-j kent det hier neet (mar); het iswel bekend, kwam wel voor, maar hadgeen aparte naam (dev, gie, gmd).

sloot schoonmaken

opschonen: amt, dlt, hdb, hol, ols, vrh,whr; opskonen: vol

schonen: goosloten opschonen: wansloten schonemaken: hdb, hel; sloten

schonemäken: ols; sloten schoanma-ken, sloten schaonmaken: omm; sleu-te skonemaken: rij

bäkke skone maken: rijsleute kloarmaken, sleute klaormaken:

alb; sleuten kloarmaken, sleuten klaormaken: amt, hks; sloten kloar-maken, sloten klaormaken: bat; sloatkloarmaken, slaot klaormaken: ssv

skouwkloar maken, skouwklaormaken: ens

schouw maken: daf, nls; skouwe meaken, skouwe meaken: gmd, hei,stp; skouwe maken: has, kam

schouwen: bor, stw, tub, wij, wrd; skou-wen: nij

sloot schouwen: winsloten schouwen: lossloot snieden: stpsloot sloten: winsloten: bab, blz, daf, wij; sloaten,

slaoten: gie; sloden: kui, sjk, volsloten meien: omm; sloten meaien, slo-

ten maeien: wlssloten uitbaggeren: rijoetbaggeren: ootbaggeren: stpsleuten oetdepen: amt; sloat oetdepen,

slaot oetdepen: ssvoetdepen: enssleut oetsmieten: glbgravens oetsmieten: rosskroanen, skraonen: die, ens; schrao-

nen, schroanen: mar, vrzschreuren: entgruppen: alb, vasbekrumen: tubGraben ruemen: schopglatten: wrdrumen: dltuuthemmelen: ols

De bek rumen (dlt); wi'j goat (h)en slo-ten (bab); ik moet nog sloten (wij);schouwen: én het waark én het contro-leren doarvan (wrd); slootsnieden is dewaterplanten eruit snijden. De uit desloot gehaalde waterplanten werdenslootstreinge genoemd en werden nadroging gebruikt als ‘streuisel ien dehokken’. Tussen de bouwekkers warengrupen (stp); sloten meien en dan scho-nen (omm); baggeren is een laagje bag-ger van de bodem halen/uitdiepen (stp);schouw maeken is snijschouw of bag-gerschouw (stp).

Wie maakten de sloten schoon?

Dat mossen de boeren, de aangelandenzölf. Eens per joar was t'r schouw endan mossen de slöte kloarwezen (ent);werd door de boeren zelf gedaan (dhm,nij); het waren daggelders, die tegeneen afgesproken prijs dit werk deden(gmd); de bekkenkerels (amt); met deriek en de basse (hev); later loonwerkers(amt); de leu van het waterschap (hks);waterschapskeals (mar); wegwarkers(amt, los).

toegang tot een weide of eenakker

dam: alm, bab, blz, daf, dev, dhm, die,gmd, grb, hdb, hel, hol, kam, nht, nij,nls, olm, ols, omm, raa, sjk, ssv, stp,

36 37

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Page 20: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

tub, vol, vrh, whr, wij, win ; doam,daom: vrz; damme: kui

dammegie: nij, whroaver ‘n dam, aover ’n dam: nijhekkendam: hei, nht, raa;

hekkedamme: kui; hekkedam: bab,daf, hei, nls, olm, stp, win, wij; hek-dam: nij; ekkedam: bab, blz, has, sjk,stw, wan; ekkerdam: stp

hekke: dev, nij; hek: ens, goo, hks; ekke:gie; ek: blz

hekkengat: glb, hol, nht, ols, raa; hek-kensgat: bat, ols

hekkegaank: amt; hekgaank: vasofgaank: nijingaank: hev, sibinrit: amt, ent, hel, hks, los, nij, tub, wrdoprit: amt, ssv, vasrit: alb, alm, bor, die, gie, glb, hks, mar,

ssv, tub, vas, wrdwearerit, waererit: amtsmalrit: dltritgat: dlt, los, oot, ros, ssv, vasvaargat: nht; voorgat: glbmennegat: hol, nht; minnegat: amtmennegaank: amtmennenloek: dhmmenning: hdbopweg: heldriefweg: batWeidewech: schAckerwech: schstege: stp; stiege: vrzpad: goodiekie: hdb

De namen dam, dammegie, hekkedametc. worden gebruikt wanneer de toegangnaar een wei- of bouwland over een sloot ofgreppel loopt.

Een dam kö-j met peerd en wagen oaver(daf, nls); een brede toegang is dam eneen smalle een dammegie (whr); een

looppad werd een dammegien genoemd(stp); hekkegaank: als je een hek hebt. Ritof wearerit: zonder hek. Mennegaank:moeilijk om door te mennen (amt);minnegat: in de weare, moeilijke door-gang (amt); eerst over de stege en daar-na over d'ekkerdam (stp).

duiker

Wanneer de toegang een sloot of greppeloverbrugt, kunnen er twee bouwwerken toe-gepast worden: een duiker of een brug.

duker: algemeen; doeker: gmdbol: ros

brug

Was de sloot zo breed, dat er een bouwwerkmoest worden aangelegd, dan heette datbouwwerk als volgt:

brugge: amt, bab, bat, daf, die, ent, gmd,grb, has, hei, kam, nht, raa, rij, stp,vrz, wij; Brügge: sch; brug: alm, bor,hks, ssv, tub, vas; bruw: ens, glb, los,oot, ros; brukken: wrd

brugke: alm, wrd; brugske: mar; brug-getje: alm, hks; bruggetjen: dev; brug-jen: blz; bruggie: dhm, hel, nij, nls, ols,omm, sib, whr, zwo

laandbrugske: amtVoorwegbrügge: schKampbrüggesken: schvoonder: amt, ens, ent, mar; vonder:

amt, bat, dlt, gie, hei, hol, kam, omm,sjk, vrh, wan, win; vonner: ssv;Fuunder: sch; vlonder: dhm, hei, hel,kam, los, ols, sjk, stw, vol, vrh

spikke: ens, hel, hev, hol, mar, omm, rij;spik: glb, hel, tub, los, vas; spekke:hdb

loopplaank: dlt

loopplanke: bat, nijslootplaank: blzplaanke: gie, nij, stw; planke: kam, kuipoete: kuipoorte: hasskoale, skaole: sjk, volpost: volbarte: kui

Een poete - hier moet een hek op dedam anders blijft het vee niet in hetland (kui); skoale: balken met daaroverin de breedte planken. Soms werden,als het vee in de weide was, enkeleplanken weggehaald om te voorkomendat het vee ontsnappen zou over deskaole. De planken over de skaole hetenskaoleklappen (vol).

Voor de verschillende breedtes van de brugbestaan verschillende namen:

Een barte bestaat uit drie delen, demiddenste barte kun je opzetten meteen iezeren pen, dan kan het vee er nietover (kui); een vundertie was smal (tweeplankjes) (has, hei, mar); vonder of von-dertie is smal, voor de fiets of loopbrug-getje. Het zijn als regel houten bruggenzonder leuning (nls); een bruggie - ietsgroter (hel); brugge: over bevaarbaarwater (bab); post: één plank breed (vol).

Soms was ook het materiaal een benoe-mingsmotief:

Spikke: van täkken en plaggen (ens);spik(ke): oaverbrugging over sloot, houtmet graszoden (hel).

38 39

Hoofdstuk 2 Omheiningen

Page 21: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Vaak liggen weilanden op de lage gronden.Dit hoofdstuk begint met de laagstgelegengronden, buiten de dijken, die vaak alleenmaar als hooiland in gebruik waren. In deweilanden achter de dijken zijn de sporenvan dijkdoorbraken vaak nog te zien in devorm van kolken, die door het vee als drink-plaats worden gebruikt. Meer landinwaartsmoeten de drinkplaatsen speciaal gegravenworden. Andere door de mens geconstrueer-de objecten in of rond het weiland zijn dedrinkbak, de schuurpaal en het melkhok.Ook het weiland zelf is ontstaan door men-selijke activiteit: het is gewonnen op denatuur, of door het omvormen van eenakker. In dat laatste geval spreekt men vaningezaaid land. Omgekeerd kan een wei-land, zeker in de wat hogere streken, ookgetransformeerd worden tot akkerland, enin dat geval spreekt men van gescheurdland.

buitendijks gelegen land

oeterwaard: amt, bor; uterwaard: bat,dev, hdb, hel, vrh; uterweerd: win;uiterweerd: hel, kam; uiterwaard: die,mar, rij, tub, wrd

weerd: grb, hei, ols, raa, wij; weard,waerd: mar

weerdgrond: battwiegweerd: kamuterdieken: blz; uterdijken: kui; utter-

dieken: sjk, volbutendieks la(a)nd: has, kambutenla(a)nd: daf, gmd, has, kamoeverlaand: stpDeichvoerland: sch

N.B. de varianten (uiter-/uter-etc.)weerd/waard zijn doorgaans als meer-voud opgegeven: uterweerden etc.

Butendijks: aan zee (kam); bie oos isnog de Twiegweerd in de buurtschopWelsum en ’t Elzenbrock (daf); wij ken-den de Zuiderzee. Het land tussen dijken zee waren de uterdieken (blz); keumthier nig vor, wel bie d'iessel (IJssel)(amt); warvenolt - riesolt : werdgebruukt veur riezebessems (has); dathebbe wiej hier neet, vrogger allenig in't Ypelo (buurtschap) (wrd); twiegbenteis op drassig land ingeplante wilgente-nen (op verder onbruikbare grond) (vol).

hooiland

heuila(a)nd: alb, alm, amt, bab, bor, daf,dev, dhm, ens, ent, glb, goo, grb, hdb,hei, hel, hol, mar, nht, nij, nls, ols,

omm, raa, rij, ssv, tub, whr, wij, win,wls, wrd; heuiloand, heuilaond: vrz;euilaand: bab, gie, gmd, has, kam, sjk,stp, stw, vol, vrh, wan; hööilaand: dlt;hooila(a)nd: kui, los; ooilaand: blz

heuiwaere, heuiweare: amt; heuiwaer,heuiwear: vas

heuigroond: oot heumoat, heumaot: amtheuiweide: die, hksheuibroek: dafbroeklaand: ommWeide: schWiesen: schmeu: tubribben: blz

Komt zelden voor in Twente, want zeworden na het hooien door koeien be-graasd (hks); tweede snit heet etgarre(rij); momenteel niet meer van toepas-sing (alb).

laag gelegen, vochtig weiland

moat, maot: alb, alm, amt, bat, grb, hei,omm, vas; moaten, maoten: hel;moate, maote: sch, wrd; maat: wij;made: grb; mea, mae: ssv

deepmoate, deepmaote: amtmars: bat, daf, hdb, nht, nij, omm, raamös: alb, amt, ens, glb, hks, los, oot, tub,

vas, wrdlege mös: hevbrookgro(o)nd: bor, ent, hel, mar, nht, olsbrookla(a)nd: amt, dhm, hol;

broekla(a)nd: kam, ommbrook: alm, ens, raa, rij, vas, wrd; broek:

grb, hdb, hei, nij, nls, wij; brouk: vrz

40 41

Hoofdstuk 3 Het weiland

Page 22: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

lege brook: amtleegla(a)nd: bab, blz, gmd, kui, nls, raa,

sjk, stp, vollege weare, lege waere: hevdrassig la(a)nd: gie, los, vrh, wanslag: mar; slagen: wijsleige: marslat: hksmeenten: stwmene: amt, diemorregroond: marfleergrond: dhmfleuiweide: losvenne: holgoor: markragge: volriestenlaand: babriet: alm, hksvoeleriet: entweerde: grbbinnendijksland: kuiwetland: hasonland: kamplas: hdb

Verschillende aanduidingen hebben betrek-king op een specifiek soort land:

Broeklaand, moaten, marslaanden, de pin-kenmars, de plaggenmars, de mossen, deslagen (meer gecultiveerde afgegravenveengrond), koelaand, 't lege stuk, 't veer-laand: doar was vrogger een veer (daf);brook is nat in het noajoar en weenter,bewassen met hoalt en twieg (ens); mösis nat het hele joar duur (lik meer opmoor) (ens); voeleriet: waarschijnlijkalleen plaatselijk (ent); riestenlaand:omgeving riviertje De Reest (bab); legemeus: vochtig (amt); ne mös is lager envochtiger dan ne moat (alb); brookland:lage weidegrond (hol); venne: vee-grond(hol); mene is lege groond, mös is zeerlege groond (amt); de riet kan ook bouw-

land zijn (alm); brook: drassiger/natter(whr); moat: vochtig, mös: erg nat (vas);mös: meender leege eleagen en dusmeender drassig (wrd); waren de wei-landen langgerekt, dan werden ze ookslagen genoemd (wij); de gemeenteNieuwleusen is niet zo groot wat betreftoppervlakte en pas laat gesticht. Degronden waren daarom vooral bekendals eigendom van en daarom worden zeals zodanig genoemd. Iedereen weet dande gesteldheid van die landen (noord-oost is drie meter hoger dan zuid-west):de Routen (zijn de weidegebieden in DeRoute/Ruitenveen e.o.), Spiekerbroek (ishet lage land, ooit eigendom van defam. Spijker) (nls); ieder had zien eagenmarsie, de marsdiek liep doar deur (nij);mars: aan het water gelegen (omm).

kolk

Waterplas, ontstaan na een dijkdoorbraak.

kolk: blz, daf, dlt, gie, gmd, grb, has,kam, los, mar, omm, rij, sch, sjk, stw,vol, vrh, whr, wij

dreikolk: alm, grb, vas; dreejkolk: hol;dreaikolk, draeikolk: olm

anke: dev; ank: ols; hanke: dev; hank:bat

wiel: daf, vrzgat: wanWatergatt: schtrekgat: raazoepgat: rijhasselt: loskoel: dltplas: los

De groond kort achter 'n diek is wegespeuld (amt); dat kenne wiej hier neet,dus weet ook gen Twentse benaming(wrd).

drinkkuil

Een gegraven of natuurlijke kuil in het wei-land, waar de beesten komen drinken.

drinkenskolk: nls; drinkkolk: amt, nij,nls; dreenkkolk: hev, hks

drinkenskoele: bab, stw, vol; drinkskoe-le: wan; drinkkoele: stw, vrh, whr;dreenkkoel: dlt, ens, glb, los, ssv

drinkpoele: gmd; drinkpoel: blzdrinkensgat: alb; drinkgat: amtdrinkploas, drinkplaos: blzdrenkplase: kamzoepekolk: amt, die; zoepkolk: amtzoepkoele: nij, wrd; zoepkoel: alb, alm,

tub, vas

zoepengat: vrh; zoepgat: ent, grb, has,hdb, omm, rij, vrz, whr, wrd

wäterkolk: daf, hei, nht, ols, raa, wij,wls; weaterkolk, waeterkolk: hel;waterkolk: hev

wetterkoele: hdb; waterkoel: roswatergat: rijwetterplaatse: devWaterlock: schwetter: winbiestekolk: nlskolk: bat, daf, dhm, ent, goo, hdb, hel,

hol, mar, nht, hks, nijkoele: sjkpoele: daf, gmd, vol; poel: borbokkesloot: hdbkoem: amt

42 43

Hoofdstuk 3 Het weiland

Kaart 5: kolk. De vorm (h)ank(e) hoort bij Zuidoost-Salland.

Page 23: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Komt in ons lage gebied eigenlijk nietvoor (gmd); niet meer in gebruik (kam);koem was oorspronkelijk een kuil waar-in (runder) huiden werden gelooid(amt).

drinkbak

Verplaatsbare bak waaruit het vee drinkt inde weide.

drinkbak: alb, amt, bat, blz, dev, die, ent,hdb, hel, kui, nht, nij, nls, tub, vol, vrh,wij; drenkbak: kam; dreenkbak: alm,bor, glb, mar, rij, ssv; dreankbak, dra-enkbak: dlt, vas; drinksbak: goo, wan;drinkesbak: amt; drinkenbak: hel, raa;drinkensbak: hdb, hei, hol, ols, wls;dreenkensbak: ens, mar

drinkputte: nht; dreankputte, draenk-putte: amt

drinkenstonne: bab, hdb, sjktonne: dhm, hdb, kui, nlswatertonne: whrwaterbak: amt, raa, wrd; wetterbak: daf,

dev, nij, win ; weaterbak, waeterbak:gmd, stw

zompenbak: vrhzompe: gmd; zomp: hel, nij, omm, vrh;

zoomp: hks, oot, rijzoepensbak: daf, wrdzoepbak: nijkeum: hks; kumen: glb, loskuwen: rijkupe: rijbalie: hel, nls; bealie, baelie: vrzförbare Veetränke: schrikken: grb

Dreankputte: niet verplaatsbaar (amt);baelie: van hout (vrz); vaak werd een(eiken) houten (wijnvat)ton gebruikt, diehalverwege doormidden was gezaagd, enbestand was tegen weer en wind (nls).

schuurpaal

Paal(tje) in het weiland, waartegen het veezich kan schuren.

schöbpoal, schöbpaol: alb; schobpoal,schobpaol: alm, amt, grb, hdb, hel,hks, oot, raa, ssv, stp, tub, vas, vrh,vrz, wrd; skobpoal, skobpaol: glb, nij;schobpoale, schobpaole: daf, nls;schobbepoal, schobbepaol: amt, die,ent, goo, mar, vrz, wan; skobbepoal,skobbepaol: rij; schobbenpoal, schob-benpaol: hol, hel

skobbepos: ensschommenpoal, schommenpaol: hol,

losschoorpool: nij; schoorpoal, schoorpaol:

gie; schourpoal, schourpaol: vrz;schoerpoal, schoerpaol: amt, bab, goo,hei, omm, raa, sjk, vrh, vrz, whr;skoerpoal, skoerpaol: ens, nij; schoer-poale, schoerpaole: daf, dev, ols, wij;skoerpoale, skoerpaole: gmd, has,kam, stw; Schüürpohl: sch

schurkpoal, schurkpaol: bor; skurkpoal,skurkpaol: blz

scheukpoal, scheukpaol: blz; skeukpoal,skeukpaol: kui; skeukpoale, skeuk-paole: vol; scheukepoal, scheukepaol:vrh

Komt hier niet veel voor (gmd); buitenniet bekend, in de stal: schoerpoal (hei);van het werkwoord schobben (vrz); dakan de beaste zich an schobben (amt);geen aparte naam voor, wel tegen boome.d. (dhm); deze werd niet speciaal voorhet vee in het land gezet (stp); geennaam voor, omdat de grond hier overhet algemeen drassig is en de palenomvergeduwd worden als koeien datgaan doen - wel langs een boom (nls).

melkhok

De vaste plaats in een weiland, waar menkoeien of schapen bijeendrijft om ze te mel-ken.

melkplaatse: amt, die, grb, hdb, hel, hol,mar, nij, nls, rij; melkpleatse, melk-plaetse: ols; melkpläätse: wij; melk-plaats: alb, tub; Melkplatz: sch; melk-plase: dhm, kam; melkploas: blz;

melkplas: ens, hev, ssv, vasmelkplekke: nijmelkstie: vas; melkstea, melkstae: stp,

wrdmelkruumte: raamelkhokke: kam, kui; melkokke: has,

sjk, stw; melkhok: daf, hei, ols; melk-ok: blz

melkhoek: nij, whrmelkbocht: gmdmelkpark: kam

44 45

Hoofdstuk 3 Het weiland

Kaart 6: drinkensbak. Deze kaart geeft weer hoe de beide delen van de samenstelling, drink- en –bak, aan

elkaar zijn gekoppeld. Zowel drinkbak als drinkensbak (de laatste wel met veel minder voorkomens)

verschijnen in heel de provincie. Het weinig frequente drinkenbak beslaat een klein gebiedje in het

midden. Ten zuidoosten daarvan de vorm drinkebak (zonder –n- en zonder –s-), naast vormen met –s-

maar zonder –n-: drink(e)sbak.

Page 24: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

De ruimte naast de boerderij waar dekoeien gemolken werden. Tegen mel-kenstijd kwamen ze vaak uit zichzelf,naam niet bekend (alm); melkplaatse:waar de koeien worden gemolken, dusalle koeien van een boer; andere bena-mingen zijn niet bekend (nls); melkplaatsvuur melkbeeste (hdb, mar); melkplasvuur beeste (keu) (ens); melkhok: voorkoeien en niet overdekt (hei); vroegergeen bijzonder benaming, nu ook welgenoemd melkstea (voor koeien) (stp); inGenemuiden zelf nauwelijks bekend.Vlak erbuiten de melkbocht (gmd).

Soms wat dat ook de plaats waar(bij)gevoerd werd, maar voor de voeder-plaats kunnen ook specifiek de volgendewoorden gebruikt worden:

voerplaatse: hel; Voarplatz: sch;Futtenplatz: sch

voerstee: has; voarstie: tubvoerplekken: nijwetterplaatse: hel

Futtenplatz zum melken von Kühe undSchafe (sch); voerplekken an de kaantevan de rikken veur de skoapen (nij);

wetterplaatse: kalver (hel).

Een specifieke ruimte om (jong)vee te van-gen is de:

vangplääste: wijvanghok: hel, los, nht, omm; vangokke:

sjkvanghook: amt, mar, ssvvanghekke: hdbvangkouwe: amt

vanghok voor o.a. dokter en de handel,voornamelijk pinken (omm); vanghookvuur weidevee, peenken (mar, nht);vanghekke: veur pinken die geïnsemi-neerd moesten worden of geënt (hdb).

Mest werd opgevangen in:

Messplatz: schMessbült: schstronthoek: nijgruppe: wrd

Wanneer de verzamelplaats voor het veeniet aan een speciale functie gebonden is,spreken we van:

värkenbrink: hei; värkensbrink: wijvarkenkouwe: amtverkenloop: vas; vaarkenloop: wrd; vär-

kensleupe: dafkippenleupe: dafloop: dltschoapskooi: dafveeskuur: glbdriefhook: amtopvangruumte: babwachruumte: ommskutstal: glboalstal: daf tute vur de wagen: amtjister: kui

Genemuiden kent ook et skeunsel, datwas een klein stukje grond (evt. opbrugje) tussen twee hekken, waar hetvee heengedreven werd om bv. te ver-weiden (gmd); värkenbrink voor varkens(hei); waar de varkens buiten warenheette het de värkensbrink (wij); gruppe:mestopvang (wrd); opvangruumte is dealgemene benaming voor alle veesoor-ten (bab); wachruumte: melkbieste(omm); skutstal is de schuilgelegenheid(glb); de oalstal veur koeien (daf); jister:veur de koenen (kui).

graspol

Een bosje welig opschietend gras in eenweide, rond de plaats waar een koeienhoopligt.

strontpolle: has, hei, nht, nls, ols, raa,sjk, stw, win; strontpol: blz, hol, wrd

strontpöllegie: nijdrietenpol: goo; drietepol: die, mar;

drietpol: bat, glb, hev, hks, rij; driet-poal, drietpaol: amt

gröspolle: kui; gröspol: bor, hdb, hevgeile mestpolle: kamgeilpolle: whr, wijbeestepol: amtpolle rond de koeflarte: giepolle grös: dafpolgrös: amtpolle: gmd, hdbpol: amt, blzkötteltop: alb, alm, dhm, ens, grb, hdb,

hel, nij, omm, ssv, tub, vas; kjötteltop:vrz

stronttoppe: babgeile toppe: stptoppe grös: daftoppe: vrhkötteltoeve: nij; kötteltoef: dlt; kötteltu-

we: ens

46 47

Hoofdstuk 3 Het weiland

Kaart 7: schuur(paal). De typen schob- en schoor- zien we in de hele provincie, waarbij de eerste in het

oosten overheerst, en de tweede in het westen. Meer specifiek in de verspreiding is het type scheuk- (voor-

namelijk de Zuiderzeekust).

Page 25: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

toef: hdb, lostosse grös: daftosse: hdbfossen grös: dafgeilhoek: schköttelkoam, köttelkaom: nijflarte: kui

Ne peerd wil het afvreten, hef ne driet-hook (vaste hoek), de koo vrit nig depeerdepoal (amt); pollig laand (gmd); davrit de beest nig (hev); een koam is eenhoogte in het weiland (nij).

biezenpol

russen: bab, blz, grb, hel, kam, ols, vrh,wan; rössen: hel; rösschen: dhm;ruske: dlt; russchen: alm, dhm, hdb,ros; rusken: vol, wrd; röske: ens

russenpolle: hei, nls; rössenpolle: hel,raa; russenpol: hol, omm; russepolle:has, stp, whr; russchenpol: vrz; rus-kenpolle: kui; ruskepolle: gie, sjk; rus-kepol: alb, ssv, tub, vas; ruspol: nij

polle russen: stwpöllegien russen: gmd; pollegie russen:

hdbpikkeröskepol: amt

pikkeröske: amt, bor, mar; pikröske:ens, ent, glb, hks

bossie russen: hdbbiezepolle: daf, wij, win; biezenpol: hol;

bezenpol: goo; buzenpolle: kui; buze-polle: daf

pollegien buzen: kuibentepolle: ols, vol; baandpol: rij; bam-

pol: amt; buntepolle: nij; buntpolle:nij

bunte: hdbsekkepol: diesekken: olsrietpol: rijpol: hev

pölleke: ootpikgreuske: hev; pikgruske: amtBinsenplacken: schstroheui: nij

De iene helfte zeg een biezepolle, de aan-dere helfte buzepolle (daf); biezen groei-en niet in het land, maar in water. Watin het land groeit zijn russen: een pölle-gien russen. Een rus is fijner van struc-tuur dan een bies (gmd); russen gruuienop skroal land - buzen gruuien in hetwater (has); russen zijn klein (kam);bunte: stroheui, lussen de sikken geanne(nij).

48 49

Hoofdstuk 3 Het weiland

Kaart 8: (gras)pol. Parallel aan de noordelijke provinciegrens laat zich een lijn trekken, waarboven amper

–pol wordt gezegd.

Kaart 9: plag. In Oost-Twente wordt uitsluitend het type plag gebruikt, langs de zuidelijke grens van de

provincie vinden we het type tosse

Page 26: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

plag

Een vierkant afgestoken stuk van de metgras, heide o.i.d. begroeide bovengrond.

plagge: bab, bat, daf, dev, dhm, ens, ent,goo, grb, has, hdb, hei, hel, hks, hol,kui, mar, nht, nij, nls, ols, omm, raa,rij, vrh, vrz, wan, whr, wrd; plag: alb,alm, bor, glb, los, oot, ssv, tub;Plaggen: sch

grösplagge: amt, hol; greusplagge: amt;grösplag: dlt, vas

zooie: daf, ent, has, hei, nij, omm, rij,vol, vrh, whr, win; zooi: hev, rij, wrd;zode: bat, kam; zodde: gie, gmd, hdb,

stw; zudde: hasgreuszooi: amt; gröszooie: die, hdb, wij;

gröszooi: dlt; gröszode: blz, hdb, kui,nls, sjk, wan; gröszo: gmd

tossen: ent, hol, rij; tosse: ols, wlszoere: stp

Plagge, soms ook zooie, maar dat wordtmeer gebruikt voor het geheel; “d'r ziteen mooie zooie op det laand” (daf);krie-j duur plaggenmeaien (ens); hetafsteken van plaggen heet bleuten ofofplaggen (hei); wie gaot zooien stikken(de landbouwers zijn hier heel zeker in,de dames zeggen dat plagge ook gebrui-kelijk is, maar volgens de eerste twee is

dat alleen op heide van toepassing)(nls).

ingezaaid land

Weiland dat tot voor kort nog akkerlandwas.

iengezeeid laand: stp; ingezeid laand:sjk, wan; ingezeid land: hei; inezeidlaand: vol; inezeid land: kam;inezaaid laand: blz

ingezeid stuk: dltingezeaide groond, ingezaeide groond:

ssv; ingezeeide groond: amt; ingezei-de groond: alm; ingezeide grond:omm

ingezeide weare, ingezeide waere: hkspas ingezeaid laand, pas ingezaeid

laand: winniej ingezeeid laand: alb, dhm; niej

inezeeid laand: hol; niej inezeaidlaand, niej inezaeid laand: nij, raa,wrd; nei inezeid laand: nls

nie ingezeide grond: die; ni-j ingezeidegroond: glb, mar, vrz

ni-j inezeid gröslaand: vrhingezeid gröslaand: hdbneie Gressgrund: schnieuw gras: nht; niejgrös: nijnieje weare, nieje waere: amtnieje weie: wijniejen hook: tub

Soms werd akkerland maar voor een paarjaar omgezet in weide. Zo’n tijdelijk weilandheette dan:

kunstweare, kunstwaere: amt; kunst-wear, kunstwaer: tub; keunstwei: glb;kunstweide: nht, raa, vrh

Eénjarig of tweejarige kunstweide (nht).

Bleef het voorgoed weiland, dan sprak menvan:

olde weie: nlsblievend gröslaand: hdb, vrhblievend grös: tub

Alleen erg natte grond bleef in de regelweiland (los).

scheurland

Akkerland dat tot voor kort nog weilandwas.

gescheurd gröslaand: vrh; geskeurdgrösland: kam; skeurd gröslaand: blz

gescheurd laand: omm, sjk, stp, whr;geskeurd laand: stw; eskeurd laand:vol; geschuurd laand: dhm;geschuurd loand, geschuurd laond:vrz

scheurlaand: daf, hdb, hei, nls, raa;scheurland: wij; skeurlaand: nij;schuurlaand: dhm, hol

scheurgroond: bor, los; scheurground:dlt; scheurgrond: alm, bat, hdb, nht,win; schuurgroond: alm, amt, hks,mar, ssv, wrd; skuurgroond: glb, wrd;schuurgrond: die, vas, vrz

scheurhook: tubnijlaand: wan; nijland: schumgeploegde weide: dev; umgeploogde

weide: gooangemaakt laand: nlsfriske bouwgroond: rij grasakker: rij

Geen specifieke benaming: het ploegenvan zo'n weiland noemen ze skuren(ent); doar kö-j merakels bes earappelop verbouwen (nij); angemaakt laand isomgeploegde heide (nls).

50 51

Hoofdstuk 3 Het weiland

Kaart 10: zode. In dit kaartje is de vorm van de zode-typen gespecificeerd. Vormen met –d- horen voorna-

melijk bij het westen.

Page 27: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Voor de naam van een akker is het belang-rijk te weten of die akker uit vruchtbare ofonvruchtbare grond bestaat, en of die grondmoeilijk of gemakkelijk te bewerken is. Eenwendakker ontleent zijn naam niet aan dieeigenschappen, maar aan zijn plaats binnende akker: het is het deel van de akker waarde ploeg wendt of keert.

akker

akker: bab, bor, daf, dev, hdb, hel, kam,nht, stw, vol, win; äkker: vrz

akkerlaand: losakkertien bouwlaand: gmdbouwakker: hdb; bouwekker: stpbouwgroond: oot, wrd; bouwgrond: kambouwkaamp: alb, hel; bouwkamp: olsbouwlaand: dhm, dlt, ens, grb, hdb, hel,

los, mar, rij, stp, wan; bouwloand,bouwlaond: vrz; bouwland: dev, ent,wls

Anbauland: schbouwoekie: giebouw: kuikaampe bouwlaand: whrkaamp: amt, hdb, hei, hol, mar, nij,

omm, raa; kamp: bat, heilaand: alm, rij; land: gooes: hel, mar, nij, ommenk: nijgoarden, gaorden: tub, vrz; goorde: amthof: die, nls, tub; of: gmd, hasboonof: sjktuun: daf, sjk

Ieder stuk nen eagen naam: vealdstuk,achter de schop (dlt); een akkertienbouwlaand is 2,5 roe groot (gmd); eenbouwkaamp en een es liggen wat hoger(hel); goorde: altied veur het hoes, appel-hof, roggenlaand, eerpelland, bieten-laand (amt); een goarden is een meereen van het huis afliggende tuin (vrz);een es is groot, een kaamp is wat kleinerdan een es (omm).

wendakker

Het einde van de akker, daar waar de ploeggekeerd wordt.

weanetuiten, waenetuiten: dieweanebol, waenebol: amtweanepeng, waenepeng: amtweanepinne, waenepinne: hevweandakker, waendakker: dhm; wend-

äkker: wij; wendakker: hdb; wean-akker, waenakker: amt, bat

weanderstuk, waenderstuk: ensweaneane, waenaene: vrzweanhook, waenhook: tubweandige, waendige: mar; weaning,

waening: bat, hol, nht; wenning: nls,ols, omm, raa

weanden, waenden: alb, amt, glbkopakker: haskopeane, kopaene: rij; kopsen eane,

kopsen aene: rijvoorende: wijgrösegge: nij

De weaning d'r of bouwen (ploegen)(hol).

vruchtbare grond

goeie gro(o)nd: alb, alm, amt, bat, blz,daf, dev, die, ens, hdb, hel, kam, kui,nht, nij, omm, raa, rij, stw, vol, vrh,win; goo groond: ent, hol, rij; goudegroond: vrz; gute Grund: eml

hele goeie grond: nlsbeste gro(o)nd: alm, bab, bor, dhm, ens,

gie, gmd, hdb, hel, hol, kam, mar, nht,

52 53

Hoofdstuk 4 De akker

Page 28: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

nij, nls, omm, rij, sjk, stp, vrh, wan,whr

bester Boden: schmerakels beste grond: hdb vruchtbare gro(o)nd: gmd, hdb, hel, hol,

nij, rij, vrh, whr; vruchtboare gro(o)nd,vruchtbaore gro(o)nd: blz, ens, gie

geile gro(o)nd: goo, hdb, hei, nij, rij, stp,vrz; geale gro(o)nd, gaele gro(o)nd: los,wrd

vette gro(o)nd: alb, ens, hdb, hks, nls,tub, vas, vol, wrd

wellige gro(o)nd: dlt, die, ent, glb, hks,ssv

best wellige groond: hevzwoare gro(o)nd, zwaore gro(o)nd: alb,

amt, dhm, hdb, mar; swoare Grund,swaore Grund: eml

gold grond: olmgeunstige grond: dafopgevende grond: olspuike grond: olmertragsreiche Grund: schzoadkaant, zaodkaant: hevbottervat: amtbroodspin: amt, hev

N.B. in plaats van gro(o)nd kan men ooklezen laand (gie, nij, sjk), kaamp (amt).

Dat breg bes wat op (amt); schmitt fullaff (sch); doar zit geunst in de grond(daf); bester Boden: Klasse A (sch); detlaand, doar wil het op gruuien (nij).

onvruchtbare grond

schroale gro(o)nd, schraole gro(o)nd:alb, amt, bat, bor, dev, hdb, hei, hel,hol, nht, nls, omm, raa, stp, tub, vrh,wrd; skroale gro(o)nd, skroalegro(o)nd: glb, gmd, has, kam, nij, vol,wan, whr

schroa gro(o)nd, schrao gro(o)nd: dlt,

hei, hks, ssv, wrd; skroa gro(o)nd,skroa gro(o)nd: ent, rij; schroo groond:vas; schroae Grund, schraoe Grund:eml

schrohen Bodden: schslechte gro(o)nd: alm, amt, bab, daf, die,

ens, hdb, hol, kui, los, mar, nht, rij,stp, stw, vrh; schlechte Grund: eml

slecht laand: sjk; slicht laand: giearme gro(o)nd: alm, blz, goo, hdb, nij,

whr, win; aarme groond: mar; ärmegrond: gmd

armetierige grond: volslimme gro(o)nd: dhm, die, hel, nls,

omm, vasminne gro(o)nd: daf, hdblichte groond: alm, mar, tubdooie grond: olsdorre grond: olsonvruchtbare groond: rij; onvruchtboare

groond, onvruchtbaore groond: ensertragsarme Grund: schmagere Boden: schveeldgrond: amtongrond: olm

Magerer Boden: Klasse B (sch); ertrags-arm: schmitt wenig aff (sch); dat bregnit wat op (amt); die grond is 't bewar-ken nie weard (nij).

gemakkelijk te bewerken grond

lösse grond: bat, blz, dev, dhm, gmd,hei, hel, nht, nij, nls, sib, stp, wan,whr; lösse groond: alm, amt, bor, ent,rij, vrz, wrd; losse grond: blz, gie, olm,vas, zwo; losse groond: glb, hks, oot

lichte grond: alm, bab, blz, daf, die, gmd,grb, hel, nht, sjk, stw, tub, vol, vrh, wij;lichte groond: amt, los, mar, rij, ssv;lichte ground: dlt; lichte Grund: sch

bekwoame ground, bekwaome ground:dlt; bekwäme groond: hol; bekwaome

grond, bekwaome grond: kam, olsgewillige grond: raa; willige grond: hasrulle grond: raa; rulle groond: wrdgoeie grond: kui, winmackliege Grund: schmeure grond: stp

moeilijk te bewerken grond

zwoare grond, zwaore grond: bab, blz,daf, die, has, hei, nht, nij, omm, raa,sjk, stw, vol, vrh, wij, win; zwoaregroond, zwaore groond: amt, bor, glb,hks, hol, los, mar, oot, rij; zwoareground, zwaore ground: dlt; schworeGrund: sch; zwore grond: gmd, grb;zwore groond: vrz; zware grond: alm

stieve grond: daf, gie, kui, nls, sib, stp,wan, whr; stieve groond: amt

harde grond: dhm, zwo; harde groond:rij; härde grond: dev

vaste grond: dev; vaste groond: oottoaie grond, taoie grond: olm; toaie

groond, taoie groond: wrdstugge grond: gmd, olswierbarstige groond: entzoere groond: ssv

Zwaore grond werd soms bollenstrontgenoemd (wij); toaie groond, dee groondis toa (wrd); die groond is zo had as nedelle (amt).

54 55

Hoofdstuk 4 De akker

Page 29: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Naast weilanden en akkers komen grondenook in onbewerkte vorm voor. Daarbij kun-nen we een onderscheid maken tussen gron-den die sinds jaar en dag niet bebouwd zijn(woeste gronden), en gronden die tijdelijkniet bebouwd worden (braakliggende gron-den). Woeste gronden zijn er nu veel minderdan vroeger. In de loop van de twintigsteeeuw zijn ze veelal in cultuur gebracht,vooral in de crisisjaren.

woeste grond

Grond die sinds jaar en dag niet bewerktwordt.

woeste grond: bab, daf, glb, hdb, hei,hks, kam, ols, omm, raa, vol, vrh, wrd;weuste grond: dhm, die, hel, vas;weuste groond: alb, ens, ent, hol, mar,rij, ssv, tub; weuste ground: dlt;wouste groond: vrz

ruug laand: gie

roege grond: vrhruugte: blz, losrow laand: daf; roew land: gooroewe groond: rijroebollige oek: kamweelde groond: vrz; wele groond: wrd;

wilde grond: hei; wilde Grund: emlweeld stuk: almbraakliggende grond: bor, dev, hdb, sjk;

braakliggende groond: wrdbraakgrond: nls; brääkgrond: winbraak: wan

56 57

Hoofdstuk 5 Onbewerkte gronden

Kaart 11: woeste (grond): weuste komt in Twente voor.

Page 30: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

teumig laand: stp; tumig laand: dafveldbosgrond: batveldgrond: bat, nht; vealdgroond, vaeld-

groond: ens, wrdonlaand: hdb, olm; onkloor laand: gmdonland: has, kam

Tumig wördt ok ezegd van een meansedet met de ärms oaver mekare zit,ontumig is ok ontoombaar (daf).

Hoe (en wanneer) werd de woeste grond incultuur gebracht?

Ümploegen, heel deep umbraecken metdee Dampploeg, noch bis in dee 60gerJahre (sch); witten Sand mett Mess ut ’nSwieneschott up ’t Land brengen (in de30er Jaren) (eml); grond werd totaalafgegraven; bomen en stronken weg.Nadat alles geëgaliseerd was, werd heteerst gebruikt als bouwland en werdener lupinen ingezaaid tegen onkruid(hei); om de biesvelden werd een dijkgelegd en er werden sloten gegraven omhet water te onttrekken (bemaling),doordat de grond droger werd, groeidende biezen niet meer en werd het gebiedgeschikt voor weide- of landbouwgrond,ten westen van Genemuiden (Poldertje)aan het Zwarte Meer, ca. 1930 (gmd); delaatste vliegdennen omver trekken, danmet grote en losse ploeg, voortgetrok-ken aan een ketting, de heide c.q. lossegrond ploegen. Het eerste gewas is lupi-ne (geel) om grond te verbeteren. Daarzat stikstof in (hol); Schuinesloot en DeKrim waren eerst woeste grond. Door deverveners werd het hoogveen erafgehaald en er werd bos ingeplant.Daarna werd het door boeren opge-kocht. Bomen en struiken werdengekapt en verkocht aan de bakker voorhet stoken van de oven. Stobben (kien-

holt) werden eruit gehaald en vlakgemaakt. Sloten gegraven en die gronderover gebracht en zo in cultuurgebracht, rond 1900. In de dertigerjaren weer herontgonnen door de werk-verschaffing (hdb); ten noordwesten vanBalkbrug ligt het Westhuizingerveld, datin de crisisjaren (1932-1938) is ontgon-nen en gebruikt werd als bouwland. Hetheideveld werd ontgonnen door werklo-zen o.a. uit het westen als werkver-schaffingsproject. Dit gebeurde metschop en kruiwagen (bab); hetGennigerbroek en het Staphorsterveldwerd grösland tussen de joaren 30-50(has); weustegrond wödden trechtemaakt. Stobben eruut, egaliseerd, lupi-nen erop (gelle lupinen). Kipkarren oprails (lorry's) op de ontginning (op dePiksen) ca. 1915-1950. Eerst bouwland,later weiland (hel); dit gebeurde metschop en kruiwagen; later met kipkar-retjes en spoor (‘gleis’) (alb); een stukten zuiden van kanaal Almelo-Nordhorn in Albergen waar een neefeen boerderij kocht; in ca. 1935 werdhet stuk ‘geschoond’, geploegd en inge-zaaid met lupinen; tot vandaag is hetbouwland (alm); scheuren: het voor deeerste maal omploegen van m.n. wei-land om het tot bouwland te maken. Inde oorlogsjaren vanwege voedselvoor-ziening; nu zal scheuren van weilandongetwijfeld samenhangen met hetwerkplan van de agrariër. Ca. 1930 werdin de buurt van Blokzijl de Gieterse pol-der door DUW-arbeiders in cultuurgebracht (blz); het begon met skoefkoaren skup, later met ossen en ploog (glb);werklozen konden bij de Heidemij wer-ken; met een grote groep mensen kwa-men ze 's morgens om ca. 7 uur ; m.b.v.spoorlijntjes en kipkarren werd grondvervoerd van hogere gedeelten naar

lagere gedeelten in een oude Regge-arm(ca. 1935); de Weitemanslaanden bieVrezenven en Vroomshoop - in de 30-erjoaren gungen wearklozen doarhem umte wearken bie de ontginning (ens); debovenlaag werd met kipkarren doorpaarden getrokken afgevoerd, vervol-gens werd de onderlaag bovengeploegd- rond Diepenheim voor 1925, inciden-teel stukken later (die); waar in Enternu de Heidebloemweg loopt lag vroegerde spoorlijn voor Bello. In mijn jeugdwas dat nog een groot stuk ‘heet’,ergens in de laat 50-er jaren is datgeploegd en in cultuur gebracht (ent);veur ’n oorlog hadde wie bie oos eenwärkkamp, woar noe nog het knienen-bussie is, doar zaten de hele wekkeDUW-arbeiders die de heideveldenofbleuten, ofplaggen. De boavensteloage waren de schadden, dan eenloage losse törf. Dan met de ploeg d’rdeur (daf); het wordt eerst geploegd,daarna worden met een cultivator dezoden stuk gemaakt en tenslotte geëgd(vol); umme putten, sleuf graven,bovenste laag grond hier in, daarnanieuwe laag goede grond hier opbren-gen (vrh); er wörden diepe zaandslotenegraven. Mit het zaand wörde het wei-land op-eëugd. Het graven wörde edoandeur mannen van de warkverschaffing.Mit een tonnemeule wörde het water eruutegooid (ca. 1935). Het wörde wei-laand (wan); tot ca. eind jaren 50 met deschop, daarna machinaal (dragline)(whr); vrogger alles met de schuppe,vanof 60er joaren met schovels en bul-dosers. Het Westervenne (thansWierdense Veald) is deels bouw en deelsweaidegroond (wrd); mien grootvakwam uut Markelo en hef op deJipkesbelt een stuk grond ekoch veureen gulden. Hie had ’n husie van leem,

det is later ofebraand. Zie sliepen bie desikken. Met ’n skuppe wödden de heidederonder espit. Ontginnen deuden zemet een peard en ’n strontkarre (denkon kiepen) en later met ’n lorrie metkiepkarregies. Ok wè met polderkruu-waangenties. De boavenloage halen zeder of. Ze kreengen zovölle per putte(een putte was 'n bepoalde moate) (nij);diep ploegen (ca. 1 m), daarna lupinenplanten en die er weer onderploegen.Zo kreeg men structuur in de grond.Pioniersgewas: zwarte haver. Van ca.1930-1955 (omm); het omslaen van debovenste laag heet: afvlaggen ofafhaggen. Buiten de woongemeenschap,doordat de grond onvruchtbaar was. Hetwas gemeenschappelijk bezit in deMarke en men liet er schapen grazen.Na de veldverdeling ca. 1850 in cultuurgebracht, het werd weiland (los).

heidegrond

Grond waarop heide groeit.

heidegrond: bab, daf, dev, hdb, hel, kui,nij, ols, omm, raa, vrh, whr, wij; eide-grond: blz, gmd, has, kam, sjk, stw,vol, wan; heidegroond: ens, hol, vrz;headegroond, haedegroond: rij; heed-groond: alm, ens, hol; heedgrond: oot;heiground: dlt

heideveld: daf, nij, whr; eideveld: stp;heedveald, heedvaeld: ens, glb; heed-veald, heedvaeld: los

heidelaand: bab; heedland: rijheide: nij; heed: almveldgrond: bat, dhm, nij, vas; veeld-

groond: ent, mar, ssv; veeldgrond:hks; veldgroond: tub; vealdground,vaeldground: ros; Fäildgrund: eml

veld: alb, nij, dhmschroale grond, schraole grond: hdb,

58 59

Hoofdstuk 5 Onbewerkte gronden

Page 31: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

olm; schroa groond, schrao groond:die; schrohe Grund: sch

schroa zaandgroond, schrao zaand-groond: amt

lichte zaandgrond: nhtzaandgrond: gie, heizaand: nls, volwoeste grond: nij, nls; weuste groond:

wrdvennegrond: dafven: losdalgrond: nlsgroond: bor

Slechte grond (has); nich wa weerd(amt); bij dalgrond zit er nog turf doorhet zand (nls); woeste grond is de gronddie nog niet an-emaakt is (aangemaakt;in cultuur is gebracht) (nls).

braakliggende grond

Grond waarop gedurende kortere tijd (bijv.een jaar) niets verbouwd wordt.

braakliggende grond: bat, daf, dhm, die,nht, nij, whr; braakliggende groond:ens, hol, tub, vrz; broakliggendegrond, braokliggende grond: blz

broakliggend land, braokliggend land:goo

broakligging, braokligging: giebraakgroond: alb, mar, sjk; braakgrond:

nlsbräke grond: gmd; brakke grond: wan braakland: hel, kui, ols, raa, sch, wrd;

broaklaand, braoklaand: olmbraak: kam, nht, omm, vol, vrh; brake:

sch; brääk: winteumige grond: stp; tumige grond: nlsteumig liggende groond: hksbelmeundige groond: vrzdooie grond: nijkale grond: nij

roewe groond: borwoeste grond: has

Grond ligt brääk (hei), het lig broake(hel); lig weus (rij); een jaor tumig lao-ten liggen (nls); koomp hier practischneet vuur (wrd); kwam haast niet voor(omm).

60 61

Hoofdstuk 5 Onbewerkte gronden

Page 32: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Grond kan vele structuren hebben (vast, los,dicht, rul) en voor elke structuur bestaanvele namen, die soms letterlijk die structuuraanduiden, soms meer omschrijvend zijn.Een vaste term voor een bepaalde structuurlijkt vaak niet aanwezig. Dat zou te makenkunnen hebben met het feit dat een struc-tuur meestal niet als zelfstandige eigen-schap optreedt, maar onlosmakelijk aan eenbepaalde grondsoort verbonden is. Niet destructuur, maar de grondsoort is dan hetbenoemingsmotief. Zo is bijvoorbeeld op devraag ‘hoe noemt u grond die het watergoed doorlaat?’ als antwoord gekomen:zaanderige grond, zandgroond ofSandbodden.

steenachtige grond

steenderige gro(o)nd: amt, hol, mar;stienderige gro(o)nd: hdb, vol, wan

stenerige grond: blz, kui; stienerigegrond: bab

stenige grond: glb, tub; stienige grond:daf, hdb; stenige Grund: eml

stenigen Bodden: schsteenachtige gro(o)nd: dlt, ens, hel, nij,

wrd; stienachtige gro(o)nd: gmd, has,omm, vrh; steinachtige groond: vrz

steengrond: hel; Steengrund: emlgreenterige groond: amt; greanterige

groond, graenterige groond: holgreantegroond, graentegroond: holkeiige grond: gmdkeilaand: nijkiesachtige groond: amt

Steiniger Boden, Klasse C, schmitt nochweniger aff (sch); steinachtige groond -dei groond zit vol steinder (vrz); stenekroept noar boame. A-j ’t ene joar ginstene hebt, kö-j het joar doarop wèwear stene hemmen. Stene trekt noarboaven, zegt ze ok wè (nij);stienige/stienderige grond: die boer isdus stienrieke (hdb).

kluitengrond

Grond met veel kluiten erin is……

kloeterig: alm, amt, bab, bat, dhm, die,eml, ens, ent, glb, gmd, goo, hdb, hei,hel, hev, hol, mar, ols, omm, ssv, vol,vrh, wan, whr, win, wrd; kluterig: blz,gie, kui, sjk, stp, wan

kloetachtig: dltbonkerig: has, hks; bonkig: daf, hol, wijklonterig: blz; klontig: olmplakkerig: mar

Zulke grond heet…..

grond met veule kloeten d’r in: nlsgroond vol kloetens: borkloetgroond: tubvette groond: ens

Ontstaat door te vroeg bewerken van tenatte grond (hdb).

kluiten

kloeten: alb, alm, bab, bor, daf, dev, die,dlt, eml, ens, ent, glb, gmd, goo, has,hdb, hei, hel, hol, kam, los, nht, nij,nls, omm, oot, raa, rij, ros, sch, ssv,stw, tub, vas, vol, vrh, vrz, wan, whr,wij, win, wrd; kluten: blz, gie, kui, sjk,stp, wan

zaandkloeten: amt, hks, markloetenzaand: rij; kloetezaand: nlsgroondkloeten: amtkloetengroond: amt; kloetegrond: batkloeterige groond: amt, hev; kloeterige

grond: daf

62 63

Hoofdstuk 6 De structuur van degrond

Page 33: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

bonken: hdb, hei, kam, stpKlumpen: sch

Bonke: grote hoeveelheid (hei).

fijne grond

Grond waar de kluiten uit verwijderd zijn,is…...

fien: alm, bab, dlt, gmd, hdb, hol, tub,vol, wij

fiengemoakt, fiengemaokt: blz; fienge-maakt: kui, vol

mooi fien: whrmooi liek: bat

zaaiklaar: die; zeeikloar, zeeiklaor: amt;zeikloar, zeiklaor: nls, ols, omm; zei-klöör: kam; zeaikloar, zaeiklaor: daf,raa, ssv

zeairiepe, zaeiriepe: rijzoadkloar, zaodklaor: nhtbouwkloar, bouwklaor: rijbouwriep: borriepe: dhmiegääl: gmdschier: schgeëgd: die, ens, nij, raagefreesd: devglad: googlad emaakt: wrdkloargemaakt, klaorgemaakt: has

kloetvrij: wanrul: gmd, hol, vrhverig: mar,vas

Zulke grond heet…..

bouwgroond: almgerifformeerde grond: hdbkloare grond, klaore grond: hdblosse groond: losmooie zeaigrond, mooie zaeigrond: helpoatgrond, paotgrond: sjkbekwame Grund: eml

Die grond is riepe vuur zaaien of plan-ten (dhm).

lichte (zand)grond

stoefzaand: alb, alm, amt, bab, bor, daf,dhm, dlt, ens, ent, gie, glb, gmd, goo,hdb, hei, hel, hks, hol, los, mar, nht,nij, nls, olm, omm, oot, raa, rij, sjk,ssv, stp, stw, vas, vol, vrh, whr, wrd;stoefzoand, stoefzaond: vrz;stoefzand: bat, dev, die, goo, has, kam,ols, tub, win; stuufzaand: blz; stuuf-zand: kui

stoefgrond: hdblös zaand: hdb, nhtlosse groond: loslichte zaandgroond: amtlichte groond: almfiene lichte Grund: emldreug zaand: wandreuge grond: hel, vrh,wanfien zaand: nht, stp, volschroalgroond, schraolgroond: amtschroa groond, schrao groond: ssv;

schrohe Grund: schaarme groond: amtslimme grond: dhmbouwloage, bouwlaoge: omm

Dee groond stöf op (ens); dät zaond stof(vrz); dat zaand stuf (nls).

rulle (zand)grond

Grond waarin de band van je fiets blijft steken.

mul za(a)nd of mulle gro(o)nd: alge-meen

maalzaand: alb, die,dlt, eml, ens, ent,hks, rij, ros, sch, ssv, tub, vas; moal-zaand, maolzaand: mar; maelzaand,mealzaand: stp; maelzoand, meal-zaond: vrz

rulle gro(o)nd: blz, glb, rij, wij, win

Bakkers argenisse, mös vrogger met debakkerfietse deur het mulle zand (has);dat is mulzaand; op den fietspad kö-jneet jagen van het mulle zaand (alm);dät zaond mäält (vrz).

oerlaag

Grond of een laag grond die geen waterdoorlaat.

oerloage, oerlaoge: bab, gmd, goo, has,hdb, hei, hel, nht, nls, vrh, vrz; oer-loag, oerlaog: ros

oerbaanke: hol; oerbaank: stp;oerbanke: daf, def, ols

oergroond: amtoerkloet: amtoerpleate, oerplaete: stw; oerplate: wanoerbön: dlt; oarbön, aorbön: ssvOhrschicht: schleemloage, leemlaoge: ent, hdb, hel,

nht, nls, rij, vrh; leemloag, leemlaog:alm, blz, bor, ens; liemloage, liem-laoge: vol; leemloage met bönne,leemlaoge met bönne: amt

leemrugge: hdbleemgroond: amt

64 65

Hoofdstuk 6 De structuur van de grond

Kaart 12: kluiten. De vorm kluten komt in het noordwesten voor.

Page 34: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

leembanke: devliem: alm, olm; leem: wrdkeileem: nijkleiliem: gmdkleiloag, kleilaog: ens, glb, oot; kleiloa-

ge, kleilaoge: ols; kleilaag: diekleigroond: holKleibodden: schknipklei: sjkKlippe: emlharde loage, harde laoge: omm, raa;

erde loage, erde laoge: stpslemploage, slemplaoge: giesmeerloage, smeerlaoge: whrvaste loage, vaste laoge: nlsvaste groond: rijharde banke: batbanke: wijbön: alb, eml, tub, vas; bönne: daf, dhm,

hdb, hei, hks, nij; beune: bab, vrhbönnegroond: amt

Bönnegroond: steenhard, 5 à 6 cm dik(amt); zo hard as ’n delle (hel); een dich-te, slecht water doorlatende laag is eenvaste loage, een dichte, ijzerhoudendelaag is een oerloage, een dichte leem-laag is een leemloage (nls).

dichtgeslagen grond

Grond die na een regenbui dichtgeslagen is,zodat er geen water meer in wil zakken,is….

dichtsleugen: kui; dichteslagen: amt,hdb, nls, sjk, vol, vrh, win; dichtesloa-gen, dichteslaogen: blz, ent, goo, mar,rij, vas, whr; dichteslägen: wij; dichtesleagen, dichteslaegen: stp; dechteslägen: gmd; dichtesloagen, dichte-slaogen: nij

dichteslemd: omm; dichtesleempt:dhm; dichteslempt: daf

slempig: hdb, hel, ols; sleempig: amtdichteslibd: dhm, kam, tubdicht: nlstooslagen: los

Zulke grond heet….

geslempte grond: holslempgroond: hks; slempgrond: vrhslibgrond: hasharde groond: almvaste groond: rijLoesbodden: schFlöjsand: eml

doorlatende grond

Grond die het water goed doorlaat.

deurloatende groond, deurlaotendegroond: alm, amt, glb, nij, ols, omm,raa, tub; deurloatende grond, deurlao-tende grond: bat, blz, die, gmd, has,hdb, hel, kam, nht, nls, vrh; duurloa-tende groond, duurlaotende groond:mar, vrz

duurloatbare groond, duurlaotbaregroond: ent

goeie grond: kui, sjklösse groond: alm, amt, rij, wrd; lösse

grond: bab, daf, hdb, hel, hol, vol, wan,whr, wij; losse groond: bor, ens; lossegrond: olm, vas; losse ground: ros;lichte groond: tub, lichte Grund: eml

schroa groond, schrao groond: hkszaanderige grond: stpzaandgroond: ssv; zandgroond: holSandbodden: sch

De woorden deurloatende gro(o)nd wor-den soms gecombineerd met goed: goeddeurloatende gro(o)nd. De woorden lössegro(o)nd worden soms gecombineerd metmooi(e): mooi(e) lösse gro(o)nd.

drassige grond

Grond die na een regenbui zo vochtig is, datmen erin wegzakt als men erop loopt, is….

drassig: alb, amt, blz, daf, dev, dhm, die,dlt, ens, goo, gmd, has, hdb, hel, hol,kam, los, nht, nij, olm, ols, raa, rij, vrh,vrz, wan, whr, wij

dras: ent, hdb, windraps: emlzompig: bab, blz, daf, dev, die, gmd, hdb,

kam, nij, ols, omm, vaszoompig: bor, enssoppig: bor, hei, kui, nls, omm, vol, vrz,

whr, wijdargachtig: heldrekkig: rijmodderig: dafmoerassig: wrdkladderig: olskleisterig: gmdmodderig: hdb, ommpapperig: amt, heislempig: helslikkerig: heisloffig: whrnattig: helnat: los, vaswiek: stpweek: ommzudde: dhmzweamp, zwaemp: rij

Die groond is zo drassig doar zak ie invot (amt).

Drassige grond kan worden aangeduid dooreen van de hierboven genoemde bijvoeglijkenaamwoorden voor het woord grond ofgroond te plaatsen. Maar er zijn ook anderecombinaties mogelijk voor het aanduidenvan drassige grond:

natte groond: alm, amt, ens, ent, glb,goo, hol, mar, ssv, wrd; natte grond:bab, blz, goo, hdb, kui, nij, nls, raa, vol,vrh, wij; natte ground: dlt; natteGrund: sch; nattige grond: dev

nat laand: helnatten hook: vas; natten Hoek: schdolle groond: alm, amt, rij; dolgroond:ssvdarggrond: heldrille groond: amtmoerasgrond: goo, has, nht, raa;

Morrastgrund: schmoerassige grond: nijmorregrond: die, hol, mar, wrd;

Moodergrund: sch; moddergrond: olmmösgroond: alb, los, tubbagger: wanmodder: ens, stwmodderbende: ommdrek: ensdrekgroond: alb, hol, mar, tubkolde grond: sjklege grond: batleeg laand: ommputteland: hassiepgroond: almsmee groond: marrokkegrond: batpapgroond: hkssoeper de biet: olmtrilgrond: wanveengrond: stwverzadigde grond: sjkvoele goor: amtvoele groond: amtwelgrond: nlszuddengrond: omm

Dollaand bij Weerselo (ssv); welgrond,doar zit klapzaand in (klapzaand is wit;als het regent is het erg nat, maar hethoudt het water niet vast, er zit geenstructuur in, als het droog is stuift hetmeteen als het waait) (nls).

66 67

Hoofdstuk 6 De structuur van de grond

Page 35: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Ook al waren de woeste gronden onbe-bouwd, dat wil nog niet zeggen dat ze nietsopbrachten. Veengrond leverde natuurlijkturf op, en in kleigrond werd soms steen-bakkersklei gewonnen. Zandgrond werdsoms afgegraven, en datzelfde geldt voorgrind (voor de bouw) en fosforiet. Maar depoging in Losser om, in navolging van hetnaburige Bentheim en Gildehaus, de steen-laag te exploiteren, is op niets uitgedraaid.Vaak is er geen of nauwelijks verschil tus-sen de aanduiding voor de grondsoort, degronden waar we deze grondsoort aantref-fen, en het materiaal dat op deze grondengewonnen wordt. Op zandgronden wordtzand gewonnen. Kleigrond kan zowel deaanduiding zijn voor grond waar klei in zit,als de plaats waar deze klei gewonnenwordt. In andere gevallen is er wel een ver-schil: de voortbrengselen van het veen wor-den gevormd door het turf. Om de verban-den tussen grondsoort, grondaanduiding engrondwinning duidelijk te maken, zijn die indit hoofdstuk telkens bij elkaar gezet.

veen

ven: alb, alm, dlt, eml, ens, glb, los, oot,ros, ssv, tub, wrd; veen: blz, bor, dev,los, stw; vene: bab, gmd, has, kam,kui, olm, sjk, stp, vas, vol, vrh, wan,whr; veane, vaene: nls, wij, win;venne: amt, bat, daf, dhm, die, eml,ent, goo, hdb, hei, hel, hol, mar, nht,nij, omm, raa, rij, wrd; vjenne: vrz

moor: ens, schdalgrond: helTorf: sch

veengrond

Grond waar turf gewonnen wordt of werd.

vengroond: ens, tub; vennegrond: hel,nij; vennegroond: mar, wrd; veen-grond: ols

venkoel: glb; vennekoele: nijvenneputte: nijveenderi-je: whrkluunven: losven: ens; venne: ent, hks, rij; vene: gmdvenke: rijmoorgrond: ensdalgrond: bablegakkers: sjkribbelaand: gietrekgaten: sjk, nlsputgat: blzturfgaten: vrhzoere grachten: stpzwette veenties: stpontginning: nij

Eerste laag: bolster, werd later ver-mengd met de vrijgekomen zandgrond(bab); afgegraven materiaal: törf (ens); in’t Venne wörden eers afgebonkt en danwördt törf of egraven. Het bonkselwordt weer over de afgegraven stukkenverdeeld, zodoende bleef er goede grondover (dhm); het materiaal wördt eenhalve meter deep ofeboonkt dat materi-aal heet boonksel (wrd); het materiaalwordt bolster genoemd, maar werd hierniet meer aangetroffen (oostNieuwleusen ligt 3.30 m hoger dan hetzuid/westen, dat altijd moerassig wei-degebied was). Turf was al na demiddeleeuwen tot aan het begin van deontginning rond 1630 afgevoerd naarZwolle en Hasselt. De Dedemsvaart gingdoor Den Hulst naar de venen bijBalkbrug en verder (nls); Vennegrond:denk aan de veenweg in Nijverdal, ont-ginning: denk bijv. aan deOntginningsweg in de gemeenteHellendoorn (nij); hier was laagveneveur harde turfen (olm).

klei

klei: alb, alm, bab, bat, blz, bor, daf, dev,dhm, die, dlt, ent, glb, gmd, has, hdb,hei, hel, hks, hol, kam, los, mar, nht,nij, nls, olm, ols, oot, raa, ros, sch, sjk,ssv, stp, stw, tub, vas vol, vrh, vrz,wan, whr, wij, win, wrd; kleai, klaei:ens, rij; Kläi: eml

Vechtenklei: ommhanendriete: amt

68 69

Hoofdstuk 7 Grondsoorten engrondwinning

Page 36: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

leemgroond:amtmodder: kuizwoare groond, zwaore groond: amtTon: sch

Lichte en zwoare klei (amt); dreuge klei(amt); hanendriete: hanenstront - depeerden zakken d’r in vot, lietenvospels (pootafdrukken) achter (amt).

leem

leem: alb, alm, amt, bat, blz, bor, daf,dev, dhm, die, dlt, ens, glb, goo, has,

hdb, hei, hel, hks, hol, kam, los, mar,nht, nij, nls, ols, raa, rij, ros, sch, stw,tub, vas, vrh, vrz, whr, wij, win, wrd;liem: alm, bab, ent, gmd, olm, sjk, stp,vol, wan

leemdelle: wrddelgrond: loshanendriet: ssvrodollemachtige grond: omm

tichelgrond

Grond waar steenbakkersklei wordt gewon-nen.

tichelgrond: ols, winoetgetichelde groond: amtleemkoelen: amt, hks, nij, rij, hel, marleemgeaten, leemgaeten: rijleemgroond: holhoekleemgroond: rijkleigroond: amt; kleigrund: sch; kleai-

groond, klaeigroond: enskleikoel: ros; kleaikoel, klaeikoel: ens;

Kläikule: emlkleigat: amt, bor, los; kleaigat, klaeigat:

enskleaistuk, klaeistuk: enskleikaamp: loskleiput: amt

Klei foert Tiggelwerk (sch); op de groondvan de familie Dreef, tegen natuurreser-vaat is ’n Haverkaamp en in Eanske[Enschede] ’t tichelwerk Hulshof (glb);deleemkoele: daar werd leem gegravenvoor de baksteenindustrie. De ontstanekuilen noemden we leemkoelen, die wer-den tot midden 60-er jaren gebruikt alsvuilstortplaats (ent); bie Boorne (Borne)en Hengel (Hengelo) haj kleigete (amt).

70 71

Hoofdstuk 7 Grondsoorten en grondwinning

Kaart 13: veen. De woorden met een korte klinker (venne, ven, vjenne) zijn te vinden in het oosten en

midden, de lange klinker (vene) hoort thuis in het westen. Daartussen zit de gerekte vorm veane. Het

woord veen is misschien ontleend aan het Nederlands.

Kaart 14: leem. De variant met ie komt vooral voor in het noorden, maar kent ook twee opgaven in

Twente.

Page 37: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

zand

zaand: alb, alm, amt, bab, bat, blz, bor,daf, dhm, dlt, ens, ent, glb, gmd, has,hdb, hei, hel, hks, hol, kam, los, mar,nht, nij, nls, olm, omm, oot, raa, rij,ros, sjk, ssv, stp, stw, tub, vas, vol, vrh,wan, whr, wrd; zand: dev, die, eml,goo, kui, ols, sch, wij, win; zoand,zaond: vrz

Loodzaand, rood zaand, blauw zaand(heidegrond), bargzaand, (zaand uut 'nbarg), bosgrond, vulzaand, zwattegrond, wit zaand, zwat zaand, kiezel-zaand, zaandgrond, stoefzaand (a-k ’nspit diepe goa, he-k amoa stoefzaand)(nij); klapzaand (voor zandbakken) (daf);klapzaand (onder bestrating) (alm).

zandgat

Grond die uitgegeven is om zand te winnen.

zaandgat: alm, amt, glb, hei, nls, rij, sjk,win; zandgat: daf, dev, kam, rij

zaandofgreavige, zaandofgraevige: gmd;zandafgraving: hdb; zaandofgraving:omm, whr; zaandofgreaving, zaandof-graeving: stw

ofgravige: haszaandkoele: amt, eml, nij, stw, vol, wrd;

zandkoele: die, hol; zaandkoel: alm,ens, hks, vas; zandkoel: tub; zaand-koelen: dlt, hel, sch

zaandputte: amt, hdb, olm, omm;zaandput: hks; zandputte: vrh

zaandwinnige: sjk; zaandwinning: ens,mar; zandwinning: bab,daf, whr

zaandbilt: amt; zaandbelt: raazaandbong: ssvzaandgroond: enszaandhook: loszoeggat: gmd, stp

Het gat van Reef (gmd); aan deZuiderveldsweg had je de zandkoelenvan Breadersnaats; daar werd zand enzand en grind (ballast) afgegraven voorde bouw (ent); zandkoele vanSpiekereppie in Nijverdal (nij); bijSaasveld: Zandbong, hier bevindt zichbij 't Molenven de Zandbongenweg(ssv); vanuit een zoeggat komt spuit-zaand (stp).

Naast klei, zand en turf werd grond ook welvoor andere doeleinden afgegraven, bijvoor-beeld om aan ballast voor aanleg van despoorwegen te komen.

ballastputten: die; balsterputte: hdbfosforietenkoel: tubgreendkoel: borSteenkule: eml

Rond 1840 heeft men in Losser gepro-beerd, in navolging van Bentheim enGildehaus, de steenlaag te exploiteren.De stenen vielen uit elkaar (los);Sandsteene föör groote Bauten,Steenslag (Kummer) to’n Stroatenbau(eml).

ijzerhoudende grond

Vaak roestbruin gekleurd.

oer: alm, bor, daf, dlt, ent, hdb, hei, hel,hol, olm, ols, raa, sjk, stw, vol, vrz, wij,win; oere: bat, dhm, die, mar, nht, nls,rij, wrd; oar, aor: alb, tub; Oart, Aort:eml

oergrond: bab, dev, gie, hdb, los, nht, nij,wan; oergrongd: vas; oergroond: ens,hks; oerground: vrz; oargroond, aor-groond: alb

oerloage, oerlaoge: kam, nij, whr; oer-loag, oerlaog: blz

oerbaanke: amt; oerbank: kamoerbeune: amtoerzoand, oerzaond: vrziezeroar, iezeraor: ssv; iezeroer: amt,

hel, nht, omm, vrh; iezderoer: dhmrooie groond: amt; roogroond: rijrodolm: gmd, ommroedolm grond: hasrunnegroond: hksslemploage, slemplaoge: kamboonte lappe: entpotzol: dafRaseneisenerz: sch

Runnegroond: lichte grond, bijna rood

zand (hks); slemplaoge: dicht aan deoppervlakte (kam); er zit rodolm in etwäter (gmd); ijzerhoudend water wordthier redolmig water genoemd (hdb).

Andere grondsoorten:

• grieze veldgroond (in het eerstee jaarna de ontginning): hks

• zoavel (zand en klei): blz

72 73

Hoofdstuk 7 Grondsoorten en grondwinning

Kaart 15: oer. Deze kaart geeft de fonologische variatie in oer weer. In Noordoost-Twente wordt oar

gezegd.

Page 38: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Zeker vóór de ruilverkaveling was er eengrote variatie in de vorm die een stuk landkon hebben (lang en smal, driehoekig). Omde vorm van een stuk land aan te duiden,kon men meestal wel over een bepaald, vastwoord beschikken. Ook het aantal matenvan lengte, breedte of oppervlakte is groot,groter in ieder geval dan de meter of de hec-tare die nu in gebruik zijn. In het overzichtin dit hoofdstuk zijn de maataanduidingendie qua vorm op elkaar lijken bij elkaargezet. Wanneer de woorden op elkaar lijken,hoeft dat nog niet te betekenen dat de lengteof breedte die ze aanduiden identiek zijn.Overigens zijn de verschillen ook weer nietheel groot: vaak gaat het om verschillendeafrondingen bij de omzetting naar hetmetrische stelsel. Opmerkelijk is dat veelvan die oude maataanduidingen nog steedsin gebruik zijn: niet alleen de bunder, diesteevast overeenkomt met de hectare, maarook de scheppel, die in de vertaling naarhet moderne metrische stelsel veel meervariatie kent.

grondstuk met een lange ensmalle vorm

streppel: alm, bat, daf, dhm, eml, hdb,hei, nij, ols, omm, rij, vrh, vrz, whr

striep: alb, ensstriepe: amt, hks, mar, wrdstriek: amtslag: bor, hei, hel, kam, nls, omm, sjkbokspiepe: amtbokse: hdbkamerperceel: diehoesperceel: dieribbe: stp

Een hoesperceel is groter dan eenkamerperceel (die); bokse: de eigenaarheeft als bijnaam Gaitjan van de bokse(mar zien vrouw hef em an) (hdb); slä-gen: grond die ligt tussen twee sloten ofweteringen (hei); ribbe: smal stukgrond, meestal in een veengebied (stp).

grond met een driehoekige vorm

De onderstaande woorden kunnen zoweleen zuivere wiskundige driehoek aanduiden,als land dat taps toeloopt. De woordentip(pe) en geer worden vaak door elkaargebruikt, maar bij geer ligt het accent op deschuine zijde: ook een perceel met vier hoe-ken kan een geer zijn.

tippe: bab, daf, gmd, has, hdb, hei, kam,kui, nls, ols, stp, stw, tub, vol, wan,whr, wij, win; tip: alb, alm, amt, bat,daf, dhm, die, ens, glb, hel, hks, hol,

los, mar, nij, omm, raa, rij, vas, vrh,vrz, whr

dreetip: alb, amt, eml, hks; drietip: hdb,nij, omm

tip-eand, tip-aend: ssvtipakker: sjktipstuk: kuitiphook: dhmdreehook: amtgeer: bat, daf, vrh, whr; gere: daf, ols,

wij; gier: stp; gea, gae: vasgearakker, gaerakker: hol; gaerdenak-

ker, geardenakker: hel; gerendenakker: hel

geerstuk: bor; gerend stuk: wrdgeerhook: tubgearlaand, gaerlaand: nijpengen: ent; pegge: rij; peggen: enttimp: amt; timpe: dev; tumpe: wantrimp: schHoek: schtuten: marhach: ensonderesch: tubpunte: stwrekkenstuk: enskiele: vrhhangkaant: tub

Een tip is een klein hoekje grond (glb);ronde tip: met een bolle zijde (vrh);tippe: löp in een punte uut (wan); drietipis driehoekig. In oude akte van 1809heette dit het ‘dreepjen’ (hdb); pengen:voor een taps toelopend perceel (ent);geer: één schuine kant (bor); gier: vansmal naar breed uitlopend (stp); het

74 75

Hoofdstuk 8 Grondvormen engrondmaten

Page 39: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

gjaert (vrz); hangkaant: een stuk grondmet één schuine kant (tub); ’t lööp skel(kam); dat stuk geert (hdb); dit laand lopop een tippe uut (stp); ’t laand kielt (omm).

Bij het ploegen van zo’n akker werd eerst eenrechthoekig stuk grond genomen, waarna ernog een stukje over blijft dat daarnageploegd moet worden. Voor dat overblijven-de stukje worden dezelfde woorden als voorhet geheel gebruikt, of woorden die voor dewendakker in gebruik zijn (zie p. 53).

grond met een vierkante vorm

blok: hdb, hks, wrdgruunblok: hdb

Overige benaming voor bepaalde vorm vangrond

• kruumte: het gebied gelegen in ofachter de bocht van een weg (stp)

maten

bunder: algemeen; beunder: bor, hks,mar, ros, ssv, tub, vrz, wrd; bönne: vas

Hoe groot is deze maat?• een hectare: algemeen

Wordt deze maat nog gebruikt?• ja: algemeen

mergen: kam; morgen: daf, has, hdb,kam, los, nls, sch; Mörgen: eml; män-nen: daf

Hoe groot is deze maat?Een morgen is de oppervlakte gras diemen in een morgen met de zeis konmaaien (hdb); 2.500 m2 (sch); 2 bundersin 3 männen. Zie gungen vrogger ok

noar de veermännens (4 morgens) heanmelken; of 't vee leup in de viefmän-nens (daf); 1 morgen is 25 roe en 4 mor-gen dus 100 roe (hdb).

Wordt deze maat nog gebruikt?Er wordt nog met erekend deur sommi-ge olde boeren (has).

roe: alm, bab, bor, daf, gie, gmd, has,hdb, hei, hel, nht, nij, nls, omm, raa, stp,stw, vrh, wan, whr, wij, win; roo: alm,dhm, ols, wrd; roede: blz, Ruthen: eml

Hoe groot is deze maat?• 1 are (10 x 10 m): alm, bab, dhm, gmd,

has, hdb, hei, hel, nht, nij, nls, ols,omm, raa, vrh, wan, whr, wij, win, wrd

• 14m2: blz

Wordt deze maat nog gebruikt?• ja: alm, dhm, gmd, hei, hel, nht, nls,

omm, vrh, wan, whr, wij, win, wrd

Niet in officiële stukken maar wel dooragrariërs (bab).

scheppel: alb, alm, bat, bor, die, dlt, eml,ent, hel, hol, mar, ols, ros, sch, ssv,tub, vas, wrd; schjäppel: vrz; skeppel:glb, nij; schepel: daf, dhm, hks, los,vrh; skepel: rij, stw

scheppellaand: nht; schepellaand: omm

Hoe groot is deze maat?• 12,5 roe: omm• 10 are: die, dlt, glb, hks, hel, hol, mar,

nht, nij• 9 are: ols• 8 are: rij• 625 m2: sch

Wordt deze maat nog gebruikt?• ja: die, dlt, glb, hks, hol, mar, nht

murrelaand: dhm, hks, hol; murreland:die; murland: vas

murre: alm, ent, hel, mar, nij; mur: alb,ros, ssv

muddelaand: omm; mudlaand: dltmudde: bat, eml

Hoe groot is deze maat?• 0,4 hectare: bat, dlt, hel, hol, hks, mar,

nij, ssv, wrd• 1/3 ha: omm

Wordt deze maat nog gebruikt?• ja: nij

speentlaand: hksspint: eml, nij, omm, tubspeint: rosspitlaand: rij

Hoe groot is deze maat?• 250 m2: hks• 215m2: nij

Vier speint is een scheppel, vier schep-pel is een mur, drie mur is een beunder(ros)1.

akker: gmd, whr; äkker: vrz

Hoe groot is deze maat?10 x 25 meter: gmd7 meter breed: vrz7.20 meter breed: whr

Nen twei-äkker - nen veer-äkker (vrz);een oude breedtemaat - de lengte loopttot de achterbuur (soms wel 10 km)(whr).

Wordt deze maat nog gebruikt?• Alleen voor bouwland, 2,5 roe: gmd

woant, waont: vrz; waant: stpHoe groot is deze maat?• 120 m lang, geen bepaalde breedte:

vrz

dagmoat, dagmaot: stp; dagmoate, dag-maote: nls

Dagwark: eml

Hoe groot is deze maat?• plm 80 are: stp

vörrels kaampe: stpvörrel: nls

Hoe groot is deze maat?• 20 are: stp• 25 are: nls

spieslaand: sjkspies: vol

Hoe groot is deze maat?• 2 are: sjk, vol

mat: sjk

Hoe groot is deze maat?• 0,5 are: sjk

76 77

Hoofdstuk 8 Grondvormen en grondmaten

1 Uitgaande van 1 beunder is 1 ha, is in deze berekening een speint ongeveer 208 m2.

Page 40: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Talloze namen zijn er in gebruik om hetlage, vaak natte land te onderscheiden vanhet hoge land, dat vanouds als bouwlandgebruikt werd. Voor elk type land lijkt er eennaam voorhanden te zijn. Toch zien webepaalde namen wat vaker optreden. Bij hetlage land is dat brook of broek, waarmeehet vochtige karakter van het laaglandgekarakteriseerd wordt. Het hoge bouwlandheet es (vooral in Twente), enk (langs deIJssel) of kamp (door de hele provincie heenin gebruik).Soms werden die hoge gronden door twee ofmeer boeren bebouwd, en zulke grond wasdan ook in collectief bezit. In andere geval-len was de grond particulier bezit van deboer, of er waren andere (groot)grondbezit-ters, zoals de kerk, de adel of de staat. Deeigendomsverhoudingen werden meestal inde aanduidingen van de gronden tot uit-drukking gebracht.

lage grond

brookgrond: alm, amt, dhm, die, hol;broekgrond: nht, ols

broekland: hdb, kambrook: alm, amt, ens, ent, glb, goo, hks,

hol, ros, ssv, vas, wrd; broek: hei, nij,omm, raa; brouk: vrz

zuudbruukse: nhthet lege laand: nls; leeglaand: bab, hdb,

sjkleuggroond: amt; leage groond, laege

groond: ens; leage ground, laegeground: dlt; lege groond: mar; legegrond: nij, wij; leage Grund, laegeGrund: eml, sch

het lege stuk: amt, whrlege vlakte: gmdlege kaampe: vrh, whrlege sleanke, lege slaenke: hevleage werkere, laege werkere: losleage moat, laege maot: amt, losleage es, laege es: losleegte: hdb, vol; leagte, laegte: schlaagvene: olmmoat, maot: alm, amt, hei, mar, nht, stp,

wrd; moate, maote: hel, ommmaten: hdb, holmoatmös, maotmös: albmös: alm, glb, hks, oot, tub, wrd; mörs: rosmars: daf, hel, nht, nij, omm, raamarsie: nijmea, mae: ssvmeu: hdb, nijmeugies: hdb, ommmeen: amt

nat laand: gienatte kaampe: whrnatte wear, natte waer: dltsleank, slaenk: glb; slenke: hdb, heivenne: amt, bat, entvenegrond: hasde riet: amt, hkszomp: ommzompig stukkie: gmd goarden, gaorden: margoor: ent, rosloa, lao: losinleger: kuiskreuges: haskweelder: rijheuilaand: dafonderwal: vrhonland: kamslag: mar; slegge: stpslat: hksvlier: dafroeveens laand: stp

Skreuges: moerasachtig (has); slenken:lage stukken grond in het land (hei); hetgebied achter de vaort (Rechterensweg)wordt “d'oldemaot” genoemd. Een sleg-ge is een dichtgegroeid trekgat of sloot(stp); mös: een leeg stuk weilaand (wrd);loa: moerassige cultuurakker (los); goar-den: tussen houtsingel (mar).

hoge grond

es: amt, alb, amt, bor, daf, dhm, die, dlt,ens, ent, glb, goo, grb, hdb, hei, hel,

78 79

Hoofdstuk 9 Ligging van degrond, eigenaren

Page 41: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

hks, mar, nij, nls, ols, omm, oot, raa,rij, ros, ssv, tub, vas, vrh, wrd; esch:amt, ent, los, tub, wrd; nes: dlt

esgroond: alm, amt, bor, hev, rij;esgrond: die, hks

eskaamp: amteskempke: amtesweare, eswaere: amtenk: bat, dev, ens, hol, nij, ols, raa, wijkaamp: alb, alm, amt, bab, bor, daf,

dhm, dlt, ens, ent, glb, goo, grb, hdb,hei, hel, hks, hol, los, mar, nht, nij, nls,omm, raa, sjk, ssv, tub, vas, wrd;kaampe: stp, stw, vrh, whr; koamp,kaomp: vrz; kamp: daf, dev, die, has,hei, ols, oot, raa, wij

hoge kaamp: hei; hoge kaampe: vrh, whrkaampien: bab; käämpien: gmd; kam-

pien: vol, win; kaampie: nht; kämpie:dhm

kampgrond: ols; Kampgrund: emlkempkes: amtbouwkamp: kam, olshaar: amt, glb, hdb, hks, nij, omm, ssv, vasHoechte: sch; eugte: stp, volhoge grond: wijhoge stuk: amt, whroge laand: gmd, sjkoge vlakte: gmdhoge kop: bab, hevzoandkop, zaondkop: vrz; zaandkop:

whr

kop: hdbbroak, braok: alm, amt, hks; broake,

braoke: nhtbelt: nij, win; beelt: mar; beult: rosbarg: kam; berg: kamhos: mar; hös: amt; hjöst: vrzpol: amt, hdb; polle: kuiroaiker, raoiker: entdreug laand: gieFlur: sch

Eenmanses: door één man te bewerken(amt); belt: Brakenbelt, Jipkesbelt. Haar:de Haar bij Hellendoorn, Twilhaar,Kruishaar. Es: Nijverdal, Hellendoorn,Daarle, Schuilenburg, Rhaan. Enk:Haarle (nij).

Esgroond is hoge groond (amt); meerde-re eigenaren, boerderieën liggen in hetgat van n'es, bie de brink, up n'es (amt);de meeste gewaarde boeren hadden inLosser ’n esch (los); in 't oosten zijnvoornamelijk essen (ols); es: glooiend(rij); niet bekend (raa); 'n es (uitspraaknes) (nij).

Esnamen:

Achteres (ent, hdb), Ageleres (oot),Archemeres (omm), Arriëres (omm),Beerzeres (omm), Benteleres (amt),Bestemeres(omm), Binnenes (oot),Boalderes(hdb), Deldeneres(amt),Deldense es (bor), Doarleres (nij),Eanteresch (ent), Eerderes (omm),Giethemeres (omm), Hanhöweres (dlt),Heldoarnse es (nij), Hones (hks),Hümsteres (dhm), Junneres (omm),Koopses (dlt), Lemeleres (omm),Lutteres (hdb), Mageleeres (dhm),Moulteres (dlt), Noetseleres (nij),Noordes (hel, nij), Noorkeres (ssv),Nordmearschen es (dhm), Nutteres

(oot), Ommeres (omm), Oosteres (alm),Skulenbargeres (nij), Soaseleres (ssv),Stegeres (omm), Stepeleres (hks),Stroomes (bor), Tubbeleres (tub),Usseleres (hks), Varseneres (omm),Vilsterse es (omm), Weaterikkeres (ssv),Westeres (alm), Zenderse es (bor),Zienes (hks), Ziesseres (omm), Zoekeres(ssv), Zoekeresch (ent), Zuides bijHellendoorn (nij), Zuudes (hel).

Hoeveel essen zijn er rond een bepaaldeplaats?

• geen: hol, whr• een: ros, tub, wrd• nog één (bij hertenkamp) (rij) • twee: alb, die• drie: dhm• vier: ssv• vier à vijf: grb• wel vier of vijf, misschien wel meer:

glb• ca. vijf: vas• minstens zeume: mar• elf: daf

Ik tel in veldnamenboek Ambt Deldenin een oogopslag 18 es-benamingen(amt); heel völ, magwean wah tien!(ens); elke boerschop had zien es(omm).

Enk bij Haarle (nij); een enk is meestaleen perceel grond buiten de kern vaneen dorp (ols); kleen stukske groond,nig te doon met peerd en ploog (alge-meen gebruik, maar niet als veldnaam)(amt); in Deventer is een Enkstraat(dev); neet in Maarkel, vi-j zegt hier ’nes (mar); hier kennen we de buurtschapEngeland wat afgeleid zou zijn van Enk-land (hdb); b.v. in Wijhe: de Herxer enk,de Zunnenberger enk, de Tonger enk

80 81

Hoofdstuk 9 Ligging van de grond, grondeigenaren

Kaart 16: enk/es. In de zuidwesthoek worden de hoge gronden es genoemd, ten noorden en oosten daar-

van enk. In het noordwesten van de provincie zijn deze woorden (in de genoemde betekenis) niet in

gebruik.

Page 42: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

(wij); de Enk in Kamperveen, oude armvan de Zuiderzee (kam).

Kamp: De iene helfte zeg kamp, deandere een kaamp (daf)

Wat wordt precies met een kamp bedoeld?

Alleen gebruikt als verkleinwoord, nietvoor bouwland, maar voor weiland(gmd); een hoger gelegen stuk land(ent); een kamp is veel jonger dan eenes (daf); in het veldnamenboek AmbtDelden komt kaamp 180 keer voor. Hetis een vrij groot stuk grond, vierkant,vlak horizontaal, vruchtbaar, goedegrond (amt); gewoon een stuk land, eenakker (whr); niet als bouwland bij onsbekend, maar wel [kaampe] als weiland(stp); het woord kamp wordt hiergebruikt voor grasland - ik kon niet dui-delijk krijgen of het dan ging om gronddie van oudsher als bouwland/akker-bouw in gebruik was geweest en latervervangen is door weiland (tot na deoorlog was er hier veel meer bouwlandomdat de boeren, net als elders, vooralzelfvoorzienend moesten werken, daar-na is het vooral een weidestreek gewor-den), maar men herinnert zich dat niet- meent dat kaamp gewoon voor wei-land werd gebruikt (nij); kaamp is eenstuk grond dat in cultuur is gebracht,waar van oudsher bomen hebbengestaan (los); hooggelegen stukkengrond (hel); niet beslist bouwland (wls).

Namen of aanduidingen van kampen:

Achtekaamp (amt), Ackerstraffkamp(sch), Bakenkamp (daf), Bekenkamp(amt), Bonenkamp (daf), Bossinkkamp(dhm), Bouwkamp (ols), Bovenkaamp(amt), Brookkamp (hks), Barendskamp

(daf), Cellenkamp (oot), ’nDannenkaamp (wrd), de Dennenkamp(daf), Disselkamp (wij), Farwicks Kamp(sch), Gastenkämpie (daf), Geitenkämpie(daf), Goldkamp (daf), Grote kamp (daf),Heagejaanskaamp (nij), Heuikamp (daf),Hofkaamp (alm), Hogenka(a)mp (amt,goo, ols), Hommers Kamp (sch),Huismanskamp (wij), Huttenkaamp(dlt), Jochemskamp (daf), ’n Kaamp(wrd), Kaamplaand (amt), ’nKaarkenkaamp (wrd), de Kamp (wij),Kämpien veur de kerke (win),Kampgijkeskamp (ent), de Kamp vanBraand (daf), de Kamp van Mänsie (daf),’t Keampke (amt, dlt), Klaarkaamp (hks),Klauwerkaamp (klaverkamp) (nls),Klaverkamp (hks), Kriegerskamp (hks),Langenkaamp (dlt), Meulenkamp (win),Moerbekkenkamp (oot), Olsterkamp(ols), Ottermanskamp (daf), Palthekamp(oot), de Rechte kaamp (nls), Reefkaamp(hks), Rientieskamp (daf), Roggenkaamp(alm), ’t Ronde kamp (daf),Seinenkaempie (dhm), Smeierskaamp(wrd), Staartkaamp (nls),Stamanskaamp (wrd),Steenwiekerkaampe (stw),Tibbenlandskamp (daf), Veldkamp (amt,daf), Veldskaamp (nij), Veurkamp (amt),Westerkamp (daf), Winsumerkamp (ols)

Men weet een aantal voorbeelden vanwaar de kaamp lag/ligt, maar die hebbendan geen eigen naam (nij); verschillendenamen zijn van kamp afgeleid: Kamp-mans, Kampgijke, Kampjans, etc. (ent).

Zijn er veel kampen er rond een bepaaldeplaats?

• ja: alb, amt, daf, dhm, dlt, glb, hdb, hei,hel, hol, los, mar, nht, nij, omm, raa,sjk, tub, vas, vol, vrh

• vrijwel bij elke boerderij: ssv• ne heele Masse: sch• meerdere: ols• nogal: has• ca. zeven: die• ca. vieve: wrd• ca. drie: wij• twee: grb, ros• nee: gmd, hks, nls, rij, stw, win• nu niet meer: bab

Doar bunt nogal wat kaampen (amt).

Zijn er kampen die vanouds door twee ofmeer boeren worden bebouwd?

• ja: alb, alm, amt, daf, die, hei, hol, los,mar, nht, nij, sch, vas, vol, wrd

• nee: bab, glb, nls, ros, ssv, stp, wij• weinig: raa• niet bekend: dlt

Die bunt er ok wa: in ongeveer 20 (vande 180) gevallen is het een ruime veld-naam, die meer grondstukken vanmeerdere eigenaren omvat (amt); demeeste werden door meer boerenbewerkt (dhm); door boer en particulier,zoiets als volkstuinen (vol).

markegrond

Grond die gemeenschappelijk bezit is vaneen aantal personen.

markegro(o)nd: daf, ens, glb, goo, hel,hks; markegronden: hdb; marken-gro(o)nd: mar, ssv, vas, wrd; maarken-ground: ros; Markengrund: eml

Sammerott: schmiente: gmdweide: gmdbroeklaand: olmfamilieweere: amt

gildegrond: kui

Tot welk gemeenschappelijk verbandbehoort die grond?

• gilde: kui• grootburgerij: gmd• Mahlbuuren: sch• maarke: wrd• markebestuur: hks• maarkeverband: vas• Markgemeente: eml

Bestaan er nog gemeenschappelijke gron-den, of zijn ze afgeschaft?

Tot aan ca 1938/40 werden de in tescharen koeien op de gemeenteweidenvan Kampen gebrandmerkt. Alles is ver-kaveld. In Grafhorst nog wel (grootbur-gerrecht is eigendom van een aantalinwoners) (kam); markegronden warengemeenschappelijke gronden in hetReggedal. Op de hoessproake werd ergezamelijk over beslist. Je moest er lan-ger wonen en je goed gedragen, dit allesvoor 1850. Toen werden marken opge-heven (hel); door Rijkswaterstaat wer-den enige wegen gemeenschappelijk bijboeren in (onderhoud) afgestaan! (amt);geen markegrond, wel tot ca. 1900 ruigestukjes rond vroegere (thans niet meerbestaande) haventjes, zogenaamde fac-torijen. In buurtschap Zeldam was erbijvoorbeeld een haventje bij de factorijvan Erve Houtman (een 16e eeuwsekoopman uit Amsterdam) voor materia-len t.b.v. boerderijbouw zoals turf, hout,cement, riet. Deze werden aangevoerdmet zompen (brede, niet diep in hetwater liggende boten) via riviertje datvan Enter stroomde richting Deventer.Erve Houtman is nog jarenlang tot eind19e eeuw markegrond geweest. Andere

82 83

Hoofdstuk 9 Ligging van de grond, grondeigenaren

Page 43: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

haventjes met factorijen lagen langs deTwickelervaart (amt); van 1938 tot 1965had de familie Vossebeld een familiewe-re ‘langs de bekke’ vanwege boedel-scheidingsproblemen. Door de ruilver-kaveling kwam het in partiële verkoop(in buurschap Hengevelde). Er werdtoen wel gesproken van erfgooiers-groond, maar men wist dat die termvan ‘horen zeggen’ uit Hilversum kwam(amt); de Bleek was van oudshergemeenschappelijk bezit van dorpersvan Losser en is nu inclusief hetBleekwachtershuuske ondergebracht ineen stichting ‘de Bleek’ (los); in Buurseis nog een stukje markegrond aan deBroekskannerweg, de lusten en lastenhiervan zijn overgedragen aan het R.K.kerkbestuur Buurse (hks); deUsselermarke heeft nog onverdeeldemarkegrond (glb); de grond is rond 1960verkocht en de opbrengst is belegd.Jaarlijks wordt de rente verdeeld onderde grootburgers: ca. f. 35,- per grootbur-gerij-echtpaar. Mannelijke, getrouwdenakomelingen van een grootburger krij-gen het recht, als zij in de kom vanGenemuiden wonen. Ook weduwenhouden het recht: vroeger het weide-recht, nu een deel van de rente. Vroegerkon het recht ook worden gekocht(gmd); het waterschap gaf tegen beta-ling gelegenheid een of meer koeien teweiden op de hellingen van de dijk. Erwerd per stuk vee betaald. Vooral keu-terboeren maakten hier gebruik van.Die hadden zelf geen land (vol); bijNiemansland an de Leegeweg in Raoltelag grond wat bie kadaster was beschre-ven. Daordeur hebt verschillende men-sen zich het toeëigend (raa);Nieuwleusen was tot 1632 onbewoondgebied, met in het zuidelijk deel enigebewoning. In dat jaar heeft de Leusener

Compagnie de ontginning ter handgenomen (nls); vroger was hier wa mar-kengroond, noe nog een heel klein stuk-ske in Stokkum (mar); Koedijk enKoeweg herinneren aan het drijven vanhet vee naar de gemeenschappelijkeweiden in de Meele en deRosengaardermarke (nls); één mur, endat lig in ne stripe langs het voetbalveld(ros).

diaconiegrond

Grond die in het bezit is van een protestant-se kerk

karkengro(o)nd: alm, die, hol, nij, whr;karkegro(o)nd: amt, kam; kaarken-groond: mar, wrd; kaarkegro(o)nd: ent,stw; kearkengroond, kaerkengroond:ens; kerkengro(o)nd: glb, los, raa, tub;Kerkengrund: sch; Karkengrund: eml

karkelaand: blz, sjk; karkenland: has,ols; kärkenla(a)nd: daf, wij

kaarke-akkers: olmkerkenkamp: kuigrond van de karke: bab, dhm, goo, hdb,

nls, vrhlaand van de karke: stpgroond die heurt de karke: rijdiaconiegrond: hks, kamdiakengrond: hdbtjakenblok: hdbdiaconaal laand: gmdgro(o)nd van de diaconie: nls, oot, wanla(a)nd van de diaconie: kui, stpdomineemoate, domineemaote: amtkostermoate, kostermaote: amtpasteriekamp: kam

In Den Velde, gem. Gramsbergen, ligteen stuk grond dat heet ‘het Tjakenblok’(diakenblok) (hdb); kerk heeft geengrond, diaconie wel (gmd); geen specia-

le benaming. We hebben bijvoorbeeldhet domineesmötie (hei); laand van dekarke is van de kerkvoogdij, laand vande diaconie is van de aarmen (stp); H.Sterken schrijft in ‘Ni’j luusn mien dör-pien’ blz. 53: ‘Bij het optrekken der dor-pen bleven onafzienbare grasvlaktenover. Hierbij kwam in Nieuwleusen mis-schien als enigst geval in Nederlandvoor ‘het veurmeejerslaand’ (voormaai-ersland). Opdat de eigenaren bij hunpercelen konden komen, moest er eersteen strook gras verpacht worden. Deopbrengst was voor de diaconie.’ (nls).

parochiegrond

Grond die in het bezit is van de rooms-katholieke kerk

karkengro(o)nd: alm, die, hel, hks, whr;karkegro(o)nd: amt; kaarkengroond:wrd; kaarkegro(o)nd: ent; kearken-gro(o)nd, kaerkengro(o)nd: alb, ens,ssv, vas; kearkenground, kaerken-ground: dlt; kerkengro(o)nd: los, raa,tub; Kerkengrund: sch; Karkengrund:eml

karkelaand: blz; karkenland: ols; kär-kenla(a)nd: wij

kaarke-akkers: olmgrond van de karke: bab; groond van de

kark: oot; ground van de keark,ground van de kaerk: ros

grond van de katholieke karke: gookatholieke grond: heigrond van de roomse karke: vrhgrond van rome: nijgroond die heurt de karke: rijkarkenbos: amtkarkenmoat, karkenmaot: amtkarkenwere: amtparochiegroond: ensparochieland: has

groond van de parochie: marland van r.k. gilde: kuipastoorsgroond: enspastoorsweide: dafgrond van de pastoor: hdbvicariegrond: dafkarkhofstukke: amtweeme: nij

Geen speciale benaming, men spreektvan kärkenlanden, kerkslägen (hei); inHellendoorn bestaat deWemekampstraat, de Wemekamp wasvrogger van de karke (nij); is hier niet,geen RK-kerk, alleen protestantse ker-ken (nls).

herengrond

Grond in het bezit van een (adellijke) groot-grondbezitter

heregroond: amt; herengroond: ssv;herengrond: die; herenground: dlt

herengrond: raa; hearengroond, haeren-groond: ols; Heerengrund: eml;Föstengrund: eml

groond van ’n heer: ens, ent, glb;ground van ’n heer: ros; grond van dehearen, grond van de haeren: nij

herenland: olsgroawengroond, graowengroond: alm,

wrd; groavengroond, graovengroond:tub, vrz

grond van de groaf, grond van de graof:vrh

landgoed: daf, has, hdb, hol, kam, omm,stw

landgoedgrond: diepachtgroond van ’n heer: hkspach(t)gro(o)nd: amt, bat, goo, hel, los,

nht, nij, rijverpachte grond: helhuurgroond: amt

84 85

Hoofdstuk 9 Ligging van de grond, grondeigenaren

Page 44: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Die grond is van de Gunne, die grond isvan ’t Reläär, genoemd naar landhuzevan de eigenaren (hei); graowen- of groavengroond (groaf van Rechteren)(alm); Sloetenland; was land van BaronSloet van Old Ruitenborgh (kui); grondmet de naam van de eigenaar, bijvoor-beeld Middendorp, Hartgers (dhm);Twickelgroond (van Kasteel Twickel),Weldammergroond (van KasteelWeldam) (amt); hier in de omgeving:graovengroond (vrz); groawengroond:van de graaf (wrd); verpacht aan boeren:Palthegrond, Van Dedemgrond, VanHaersoltegrond (nls); de naam van hetlandgoed werd vaak gebruikt bv.Weldammergroond, ’n Ampsensenboer(mar).

gemeentegrond

Grond die eigendom is van de (burgerlijke)gemeente.

gemeentegrond: bat, blz, daf, dhm, die,hdb, hel, hks, kui, nht, nij, nls, olm, ols,raa, sjk, vas, vrh, whr, wij; gemeente-groond: alb, alm, amt, bor, ens, ent, hol,los, mar, oot, rij, ssv, tub, wrd; gemeen-teground: dlt; Gemeentegrund: eml;gemientegrond: bab, gmd, has, omm,wan; Gemeindegrund: sch; gemeinte-groond: vrzgrond van de gemeente: goo; grond vande gemiente: gmd; ground van degemeante, ground van de gemaente:rosgemeentestukke: dhmstukkie grond van de gemeente: nlsmeenten: stw; meente: raastadsland: dev

Gemeente Deventer heeft grond op dewestelijke IJsseloever, provincie

Gelderland (dev); vooral: dat is eenstukkie grond van de gemeente (dusniet veel, er was nauwelijks grond ineigendom van de gemeente, pas veellater, in de jaren zestig kocht degemeente grond aan voor uitbreidingwoningbouw) (nls).

rijksgrond

rieksgro(o)nd/rieksground: alb, alm,amt, blz, die, dlt, ens, ent, hol, mar, olm,oot, raa, rij, ssv, stp, stw, tub, vas, wan,whr, wrd; rijksgro(o)nd: bab, bat, bor,daf, nht, ols, omm, whrgrond van het riek: goo, hel; grond vanhet rijk: hdb; ground van het riek: rosrijksdomeinen: vrhdomeinen: daf, has, sjkdomeingro(o)nd: alm, amt, kamgrond van de domeinen: hdb, nlsdomeinlaand: giegrond van de staat: nijStaatsgrund: eml, schoverheidsgrond: los

Rieksgroond met poalkes met RG erop!(amt).

86 87

Hoofdstuk 9 Ligging van de grond, grondeigenaren

Page 45: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

De excentrische beweging (van binnen naarbuiten), die begonnen is in de woonkeukenvan het huis (Het-Huis A), vindt in dithoofdstuk haar voltooiing. Hieronder staatde wereld, het overkoepelende thema van ditwoordenboekdeel centraal, maar ook alleswat die wereld op zijn beurt weer overkoe-pelt: de ruimte met daarin de maan, de zon,en de sterren.Ver van huis lijkt het dialect geen grote rolmeer te spelen; veel namen van sterrenbeel-den, bijvoorbeeld, zijn Nederlands of letter-lijk vanuit het Nederlands omgezet in hetdialect. Misschien komt dat omdat men inde sterrenkunde ook niet zo thuis is; plane-ten worden als sterren gezien, en de naamZeuvengesternte, die toch aan de Pleiadendoet denken, is soms in gebruik voor deGrote Beer.

wereld

wee-ald: alb, alm, amt, bat, dka, gmd,los, mar, olz, ros, vas; weald, waeld:hei, nij; weareld, waereld: dlt, eml, nij;wearld, waerld: daf, dhm, die, dka,ens, ent, glb, goo, hel, hks, hol, nht,nij, oot, tub, wrd; wealnd, waelnd: rij;welt: sch; weerld: alm, amt, bab, blz,bor, ens, gie, gmd, grb, has, hdb, kui,nls, olm, ols, omm, raa, sib, sjk, ssv,stp, stw, vol, vrh, wan, wij, win, zwo;wereld: dev, kam, vrz

r wordt niet uitgesproken, wij schrijven:wereld (hei).

horizon

einder: kam, daf, goo, grb, hdb, hks, hol,nij, omm, vrz; eander, aender: amt,die, ens, glb, rij, wrd; ender: bab, has;eender: alm

gezichteinder: kam; gezichtseand,gezichtsaend: ssv; gezichtseane,gezichtsaene: nht

zunne-eander, zunne-aender: amtorizon: blz, gie, gmd, kam, sjk, stw, wan,

88 89

Hoofdstuk 10 Hemel en aarde

Kaart 17: lucht. De vorm locht komt voor in Twente en langs de grens met Drenthe.

Page 46: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

whr; orizunne: whr; horizon: bat, bor,dev, dhm, dka, goo, grb, hei, hel, los,mar, nij, nls, olm, olz, raa, rij, ros, sib,stp, vas, vrz, wij, win, zwo; Horizont:eml; horizun: alm, amt, dka; horizun-ne: amt, wij; heurizunne: sib

kim: amt, dlt, hol, los, olm, tub; kimme:daf, ens, gmd, nij, ols, omm, vol

wiedte: sch

D’eane wa de zunne onnegeet (amt);onder langs de loch (ols); wordt nietvake beneumd (mar); werd hier nietgeduid (vrz); geen speciaal woord (alb).

lucht

Er staan sterren aan de . . . .

lucht: bab, blz, daf, dev, dka, eml, gmd,grb, has, hdb, kam, kui, nls, sib, sjk,vas, vrh, whr; luch: bat, daf, hei, hel,nij, ols, omm, wij, win; löcht: alb; löch:amt; locht: dka, dlt, ens, gie, los, olm,ols, oot, ros, ssv, stp, stw, tub, vas, vrz,wan, whr; loch: alm, amt, bor, dhm,die, glb, goo, hdb, hev, hks, hol, mar,nht, raa, rij, wrd

hemmel: dka, dlt, ens, ent , olz, vas;hemel: nij, omm, zwo; himmel: sch

hemel en aarde

hemel en aarde: alm, amt, bab, bat, dev,dhm, grb, hdb, hel, hol, kui, nij, nls,raa, sib, vrh, whr, win, wrd, zwo; emelen aarde: has, kam, sjk, wan; hemelen earde, hemel en aerde: mar; hemelen äärde: daf, hei; hemel en eerde:amt, eml, hdb, omm, sib, vrz, whr, wij;emel en eerde: blz, gmd, stw, vol;hemel en ere: vrz; eamel en eerde,aemel en eerde: stp; hemmel enaarde: dka; hemmel en eerde: dka,

ens, ent, hev, hks, los, ros; hemmel eneerd: glb; hemmel en earde, hemmelen aerde: dlt, goo, olz, tub; hemmel enear, hemmel en aer: alb, oot, ssv;hemmel en eer: dka, vas; himmel eneerde: bor; himmel un erde: sch

hemel en wealnd, hemel en waelnd: rijloch en wealnd, loch en waelnd: rijloch en groond: amt; loch en grond:

nht; lucht en grond: nlseelal: gie, olmschepping: olsuutspansel: nijwiede wereld: ols

maan

moane, maone: amt, bab, bat, daf, dev,dhm, die, eml, ent, gie, gmd, goo, grb,has, hdb, hei, hel, hol, kam, kui, mar,nht, nij, nls, olm, ols, omm, raa, rij, sch,sib, sjk, stp, stw, vol, vrh, vrz, wan, whr,wij, win, wrd, zwo; moan, maon: alb,alm, blz, bor, dlt, ens, glb, hks, los, olz,oot, ros, ssv, tub; moon: vas

opkomende maan

De cursieve druk van maan betekent datde klankvorm van dit woorddeel nietnader is gespecificeerd; zie daarvoor hetlemma ‘maan’, hierboven.

ankommende maan: alm; ankomendemaan: vol

kommende maan: omm; komendemaan: stw

opkommende maan: alm, amt, bat, daf,dev, dka, dlt, ens, ent, hdb, hel, hol,mar, nij, olz, rij, ros, sib, ssv, vrh, whr,wij, win, wrd; opkomende maan: amt,bab, goo, grb, has, kam, stp, stw, tub,vas, wan, zwo; opkoemende maan:blz, gie, kui; opkwommende maan:

vrz; upkummende maan: emlmaan kump op: raaopgoande maan, opgaonde maan: ens,

gmd, rij; upgoande maan, upgaondemaan: sch

wassende maan: amt, bor, daf, dhm, die,dka, ens, glb, hdb, hei, hks, hol, kam,los, nht, nij, olm, ols, sjk, vrz

riezende maan: ommeerste kwartier: amt, dhm, nls

volle maan

volle maan: algemeen; völle maan: alb,dka, eml; Vulmaan: eml, sch

lechte maan: hol, vrzhele maan: amtheldere maan: nij

De moane is weer rond (hdb).

afnemende maan

afnemende maan: amt, stp, vas, zwo;afnemmende maan: amt, bor, dka, dlt,goo, hks; ofnemende maan: blz, gie,glb, kam, kui, olm, ols, sjk, stw, wan,wij, win; ofnemmende maan: alm, daf,dka, eml, ens, grb, hei, hel, hev, hol,nht, nij, olz, raa, rij, ros, sch, sib, ssv;ofnjemmende maan: vrz

afgoande maan, afgaonde maan: alm,dev, hdb; ofgoande maan, ofgaondemaan: amt, bab, bat, ens, gmd, has,hol, los, mar, nij, olm, ols, omm, rij,tub, vol, vrh, whr, wrd

oflopende maan: amtkleane maan, klaene maan: nijkrimpende maan: ent, hdb, ols; kreem-

pende maan: vrzleste kwartier: dhm, nls, raa

De moan is in ’t afgoan, de moan wordtminder (dka).

sikkel van de maan

sikkel: algemeensikkel van de maan: algSichel van de Moane: emlmoansikkel, maonsikkel: amt, daf, die,

dlt, glb, has, hks, nls, ssv, whr; moane-sikkel, maonesikkel: stp, wij; maan-sikkel: hel

sikkelmoane, sikkelmaone: olmschiefken: devstrepie: sibzeise: nijzich: nij

De moane lig op de rugge (hdb, nht).

nieuwe maan

nieje maan: alb, alm, amt, bat, bor, dev,dhm, die, ens, goo, hei, hel, hks, mar,nht, nij, ols, raa, rij, ssv, tub, vrz, wij,win, wrd, zwo; ni-je maan: daf, dka,dlt, gie, gmd, grb, hdb, hol, kam, kui,mar, nls, omm, oot, sjk, vol, wan, whr;nije maan: bab, blz, dka, ent, glb, has,los, olm, olz, ros, sib, stp, stw, vas, vrh;Nijmaan: eml, sch

duustere maan: ens, heieerste kwartier: raa

zon

zunne: amt, bab, bat, daf, dev, dhm, die,eml, ent, gie, gmd, goo, grb, has, hdb,hei, hel, hks, hol, kam, kui, mar, nht,nij, nls, olm, ols, omm, raa, rij, sch,sib, sjk, stp, vol, vrh, vrz, whr, wij, win,wrd, zwo; zun: alb, alm, bor, dka, dlt,ens, oot, ros, ssv, vas; sun: blz, glb, los,olz, ssv, tub; zönne: stw, wan

jennemeuje: nij

Ie hebt gin jöddensabbat in het joar of

90 91

Hoofdstuk 10 Hemel en aarde

Page 47: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

de zunne skient helder en kloar: elkenzoaterdag skient de zunne wè een kear(nij).

ster

steern: alb, amt, bat, bor, eml, gie, glb,gmd, hel, hks, kui, nht, nls, ols, raa,ros, sch, sjk, ssv, tub, vol; stearn,staern: dlt, hei, stp, vas; steerne: alm,amt, die, ent, mar, ols, vrz, wij; stear-ne, staerne: mar; stern: olm; stere:grb, hdb, hel; steare, staere: dhm, hel,hol, mar, omm, rij, wrd; stärre: gmd;steer: ens; stear, staer: ens; sterre: bat,dev, goo, hdb, hol, kam, nij, ols, omm,rij, sib, stw, vrh, wan, whr, wij, win,zwo; ster: alm, blz, dka, los, olz, oot,whr; stärre: daf, hei; starre: has, hdb,hel, nij

lichie: nij; lochie: olm

Lichie is kindertaal (nij).

Welke planeten, sterren, sterrenbeelden ensterrenstelsels zijn er zoal bekend?

• grote beer: alm, amt, bat, daf, die, ens,goo, has, hdb, hei, kam, kui, mar, nij,nls, ols, rij, sib, stp, stw, tub, vas, vol,vrh, wan, wij, wrd, zwo

• steelpannegien: amt, dka, hei, kui, rij,vas, zwo

• stao[r]tpannegie: nls• peerd en wagen: vol• groaten wagen: sch• kleine bere: alm, amt, daf, die, ens,

goo, has, hdb, nij, ols, raa, sib, stp, tub,vrh, wan, whr, wij, wrd, zwo

• kruuwage: amt, hei• Venus: alm, bab, ens, has, hdb, nij,

omm• oavendster: bab, daf, dlt, kui, ols,

omm, rij, sch, stp

• mörgenster: bab, daf, kui, los, ols, rij• Jupiter: amt, ens, raa, tub, wrd• Saturnus: nij• poolstarre: alm, amt, bat, daf, die, goo,

has, hdb, hei, kam, los, mar, nij, nls,raa, rij, sib, stp, stw, vrh, wan, wij,wrd, zwo

• noordsteer: ens• melkweg: alm, has, hdb, nij, olm, stp,

stw, tub, wan, wrd, zwo• Orion: alm, dka, ens, has, hdb, olm,

raa, stw• Sirius: alm, ens• zeuvensteern: amt, gmd, hks, ols, ssv,

wij• de ploeg: bab• ploogstet: alm, amt• twieling: daf• Castor: ens• Pollux: ens• stier: daf• Wega: daf, ens• Algol: ens• Virgo: ens• Regulus: ens• hearfstkruus: dlt

Grote beer is stelpännegie, kleine beeris kruuwage (hei); grote beer is peerd enwagen (vol); grote beer is waegen (stw);grote beer is 't Zeuvengesternte (wij);grote beer ook wel ’t stelpeuneke (goo);grote bear is pannegie (nij).

Venus en Saturnus worden wel als ster-ren gezien (nij).

Geen twentse benamingen (glb); degebruikelijke namen zijn gewoon instandaardtaal bekend (gmd); de oude-ren onder ons kennen ze niet of nauwe-lijks (hel); namen zijn wel bekend maarworden meestal Nederlands uitgespro-ken (gie).

92 93

Hoofdstuk 10 Hemel en aarde

Page 48: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Tot nu toe volgde het Woordenboek van deOverijsselse Dialecten vooral de ruimtelijkedimensie: vanuit de centrale woonkeukenwerden de ruimtes van het huis verkend,vervolgens kwam het exterieur van het huisaan de orde, en daarna werd (in deze afle-vering) de wijde wereld ingetrokken. In hetvorige hoofdstuk bereikte de ruimtelijkeexpeditie zijn verste grenzen, met de woor-den voor het heelal en de hemellichamen dievanaf de aarde waarneembaar zijn: zon,maan en sterren. Maar deze voorwerpenzijn niet alleen ruimtelijke oriëntatiepunten– zij bepalen door hun omwentelingen ookhet ritme van de tijd.In het scheppingsverhaal van de bijbel is deeerste activiteit die genoemd wordt het aan-brengen van een verschil tussen licht endonker. In dezelfde passage (Genesis 1:3-5)zijn licht en donker ook de eerste fenomenendie met een eigen woord benoemd worden.In het onderstaande hoofdstuk, waarmeeeen nieuwe dimensie in de woordenschatvan Overijssel betreden wordt, beginnen weeveneens met de vormen waarin de standvan de hemellichamen onze beleving van dedag inkleuren: licht, donker, en wat daartussen in zit.

ochtendschemering

lecht etc. worden: dka, olz, rij; lechtwörden: wrd

lechten: gmdbij lochten: olmmorgenlicht/-lecht: los, tub;

mörgenlicht: hdbmorgenschemer: amt, dlt, whr; morgen-

schemmer: ent; morgenskemmer: ensmorgenschemering: gooschemer ’s margens: ommin skemmer ’s moargens, in skemmer ’s

maorgens: rijSchemer: eml; schemmer: hel; skemer:

nij; skemmer: rij; skiemer: vrzschemeren: stpschemering: dka; skemering: gieochtendgloren: daftweedoonkeren: ensTweedoenker: emltweeduuster: dka, enshalfdoonker: marHalfduuster: schdoagen, daogen: blzkattengries: ens

Vaak kiest men een omschrijving:

Het begunt al te dagen (vol); het sche-mert (vrz, win); het begint al lech (etc.) teworden (alm, amt, bat, bor, die, dka, grb,hev, kam, nls, ols, raa, sib); et begint al telechten. Geen woord als “schemer” voorde ochtendschemering (gmd); het beguntal luchtig te worden (bab); het wordt allochtig (stw); het is nog neet good lech(dhm, hol); het gloort al, het wördt allicht, het licht brek an, het is nog netniet lichte (hdb); het is hoast lecht (dka).

licht

Het is tegenwoordig al om zeven uur. . . .

lich: bat, daf, dhm, hei, hel, nht, nij, ols,raa, wij, win; licht: daf, dev, dlt, gie,grb, has, hdb, kam, nls, sib, sjk, vol,vrh, whr, zwo; lichte: hdb, nij, omm;lech: alm, amt, bat, bor, die, dka, glb,goo, hev, hks, hol, mar, rij, wrd; lecht:alb, dka, eml, ens, gmd, los, olz, oot,ros, sch, ssv, vas, vrz

lochtig: olm, stp, stw, wan; luchtig: bab,kui

elder: blz; helder: gie

Rechtervoort (tegenswoordig) is het alom zeuven lech (hol); het wördt noaniejoar alle dagen een hanentred lichter(nij).

avondschemer

oavendschemer, aovendschemer: amt,vrh, whr, wij; oavendschemmer,aovondschemmer: amt, ent

avondschemering: devoavendschemering, aovendschemering:

sib; oavendskemering, aovendskeme-ring: has

in skemmer ’s oavends, in skemmer ’saovends: rij

schemer ’s oavends, schemer ’saovends: omm

schummering venobend: schschemerduuster: daf;

schemmerduuster: holschemerdonker: alm, losschemer: alm, dhm, eml; skiemer: gmdschemeren: wan, stp

94 95

Hoofdstuk 11 Licht en donker

Page 49: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

schemering: goo; schemerige: olm; ske-mering: gie, kam

tweedonker: amt, bat, dhm, dka, hdb,hei, hol, nij, olz, sib, stp, tub, vas;tweedoonker: alb, mar, rij, ssv; twee-dounker: dlt, ros; tweidoonker: vrz,wrd

tweedoonkeren: ens; tweidoonkeren:vrz

tweeduuster: alm, amt, bab, bor, die,ens, glb, goo, hel, hks, hol, mar, nij,nls, ols,

oot, sib, vrh, wij; tweedeuster: los; twie-duuster: daf, grb, hdb; twiejduuster:hdb; tweiduuster: ent, vrz, wrd

twiejlichten: hdboelenvloch: dhm, glb, hev, nij, wrd;

oelenvlocht: ens; oelenvloech: dlt;Oelenvloecht: eml

hoenderopvlegen: dlt;hoonderopvlegen: ens

vuuroavend, vuuraovend: ens, wrd

Het begunt al te skemeren (dev, vol,vrh); het schemert (daf, win, zwo); ’savonds was er wel sprake van ‘scheme-ren’: rustig zitten tijdens het donkerworden, dan hoefde je niets te doen(gmd); het grote lich geet ah uut (nht);het begunt al donker te worden (stw);het begint duuster te worden (raa); hetis hoast duuster (dka).

donker

Het is om vijf uur ‘s ochtends nog. . . .

donker: bab, dev, ent, gie, gmd, has, hel,kam, kui, nij, nls, olm, olz, sjk, stp,stw, vol, wan, whr, wij, zwo; doonker:alm, dka, vrz; dounker: dlt, ros; dun-kel: eml

duuster: alm, amt, bab, bat, blz, daf, dev,dhm, die, dka, ens, glb, goo, grb, hdb,

hei, hel, hev, hks, hol, mar, nht, ols,omm, oot, raa, rij, rij, sch, sib, tub, vrh,vrz, win, wrd, nij; deuster: alb, bor, los,ssv, vas

donker worden, donker zijn. . . . .

Het begint al . . . . te worden• duuster: alm, amt, bab, daf, dhm, die,

dka, eml, ens, glb, goo, grb, hdb, hel,hev, hol, hks, kam, kui, nht, nij, ols,olm, omm, oot, raa, rij, sch, sib, stp,tub, vrz, whr, wij, win, wrd

• deuster: alb, ssv, vas• donker: alm, amt, daf, dev, dka, gie,

gmd, has, hdb, hei, hel, kam, mar, nij,nls, sjk, stp, stw, vol, vrh, vrz, wan,wij, win, zwo

• dounker: dlt, ros• skiemerig: gmd

't Doonkert ah (ens); het begint teschemmeren, het begint te duusteren(ent); het grote lich (lech) geet uut (bat);het duustert ah of het begint ah doon-ker te wörden (alm); het begint teduusteren (daf); het begint al te sche-meren (los); het duustert al (omm); hetbegint ah duuster te worden, het begintah te duusteren (oot); het begint al teschemmeren (olz.).

In de kamer brandt geen licht, het is er. . . . .

• duuster: alm, amt, daf, dev, dhm, dka,ens, ent, glb, goo, grb, hel, hev, hks,kam, mar, nht, nij, nls, olm, ols, omm,oot, raa, rij, sch, stp, tub, vrz, win, wrd

• deuster: alb, ros, ssv, vas• donker: alm, bat, blz, dka, gmd, has,

hdb, hei, hel, kam, kui, los, nij, ols, olz,omm, sib, sjk, stw, vol, vrh, wan, whr,wij, zwo

• dounker: dlt

pikdonker

pikkedonker: hei, kam, kui, nij, vol, vrh,wan, whr, wij, win, zwo;pikkedoonker: blz; pikdonker: dhm,nij, nls, olm, olz, omm, sib, stw; pik-doonker: alb, dka; pikdounker: dlt;pekdonker: gmd

pikkeduuster: amt, daf, dev, dka, goo,hel, mar, nij, rij, sch, wrd; pikduuster:amt, bat, bor, dka, eml, ens, ent, hdb,nij, stp, vrz, win

stikkedonker: hdb; stikdonker: sjk; stik-doonker: tub; stikdounker: ros

stikkedonker duuster: amtstikkeduuster: glb; stikduuster: bab,

ens; stikdeuster: los, ssvartstikke donker: has; hartstekke doon-

ker: dkahartstikke duuster: alm, amt, die, hev,

nht, nij, ols, oot; hartstikke deuster:vas

potduuster: amt, hol, mareerdeduuster: hksallebassens duuster: grbknap donker: amtmachtig duuster: ommnaarduister: ens

96 97

Hoofdstuk 11 Licht en donker

Page 50: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

De stand van de hemellichamen (hoofdstuk10) bepaalt niet alleen dag en nacht(hoofdstuk 11), maar ook het ritme van hetjaar. In dit hoofdstuk worden de namen vande verschillende seizoenen behandeld, envan kortere periodes die met een eigennaam worden aangeduid. Zo’n periode is deoudewijvenzomer, de mooie warme nazo-mer, waarvan zelfs de Nederlandse naamraadselachtig is: gaat het om de laatste tijdvan het jaar waarin je de oude vrouwennog buiten op een bankje zag zitten, of heefthet te maken met het Twentse woord oalewief, volgens Dijkhuis in Tubbergen ‘delaatst gemaaide roggeschoven, feestelijkthuis gebracht, wat moet worden befuifd.Begin van het oogstfeest of stoppelhanen.’ InHeino en Olst, en ook aan de andere kantvan de IJssel, op de Veluwe, heet een mooienazomer jappelzommer en eerpelzom-mer (aardappelzomer), en dat woord biedtmeer aanknopingspunten. Voor de aardap-peloogst kun je het beste wachten op diepaar mooie, warme en droge dagen in hetnajaar: als je dan de aardappelen uit degrond haalt, blijft er niet zoveel aarde aanzitten.

lente

veurjoar, veurjaor: alm, bab, bat, blz,bor, dhm, die, dka, dlt, gmd, goo, hks,has, hei, kam, kui, los, nht, nij, olm,ols, omm, oot, raa, sjk, stw, tub, vas,vol, vrh, wan, whr, win, wij; veurjöör:dev, zwo; veurjoor: gmd, grb, hel;vuurjoar, vuurjaor: amt, die, ens, ent,glb, hol, mar, nls, ssv, vas, wrd; vuur-joor: vrz

vuurtied: vrzlente: dev, win; leante, laente: ent

Tegenwoordig zegt men ook wel et vuur-jaor. Is strikt genomen een neerlan-disme (vrz).

zomer

zomme: alm, vas; zommer: amt, bat,bor, dhm, dka, dlt, ens, ent, glb, grb, hks,hei, hel, hol, mar, nht, nij, ols, omm, oot,raa, rij, ssv, tub, vas, wij, win, wrd; som-mer: die, goo, los; zomer: bab, dev, gmd,has, kam, nls, sjk, stw, vol, vrh, wan,whr, zwo; zoemer: blz, gmd, kui, olm;zuommer: vrz

’t Zomme(r) (alm, dhm, dlt, ens, mar, rij,ssv).

midzomer

langsten dag: bor, goo, grb, hks, mar,nht, omm, vas; langsen dag: alm, die,glb, nij, wrd; langste dag: bab, blz, dev,gie, gmd, kam, kui, nls, olm, ols, sjk,stw, vol, vrh, wan, whr, win, wij, zwo;langs dag: amt; lengsten dag: ens, los,

tub, vrz; lengsen dag: hol, vrzmidzommer: enteersten zommerdag: ssvPisgriete: hasSint Joapik, Sint Jaopik: helSint Jan: hel, omm

Als naast Sint-Jan de koekoek lacht,klinkt het de landman als een klacht(dan is het te koud voor de tijd van hetjaar) (omm).

hondsdagen

hoondsdagen: alm, amt, bor, dka, ens,ent, glb, hks, hol, mar, oot, tub, wrd

oonsdagen: whr; hoondsdeagen,hoondsdaegen: olm, vrz; hondsdagen:bat, dev, die, goo, kam, nls, kui, nht, nij,omm, vrh, win; hondsdägen: grb, hei,hel, ols, raa, wij; hondsdeagen, honds-daegen: gie; houndsdagen: dhm, dlt,ssv; hundsdagen: los; hongsdagen:vas; ondsdoagen, ondsdaogen: blz;ondsdagen: zwo; onsdeagen, onsdea-gen: stw; onsdagen: bab, wan

onzedägen: gmd; onzedagen: sjk; oon-zedagen: vol

omsdagen: has

Wannear het ’n earsen hondsdag (19juli) reagent, dan reagent het de helemoand (nij); noa de ‘onzedaegen’komen de ‘kattedaegen’ en doornoa‘Pisgriete’ (St. Margriet). Regent het nietmet St. Margriet, dan regent het dertigdagen niet (gmd); daarentegen: As ’t rea-gent op Sint Margriet, zes wekke boe-renvedriet (as ‘t 20 juli reagent, dankrie’j zes wekke slech wear) (nij);

98 99

Hoofdstuk 12 Seizoenen

Page 51: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Pisgriete lek of hiete (Sint Margriet (20juli) lek of warm): as ’t op 20 juli warmis, dan krie’j warm wear, as ’t dan rea-gent, dan krie-j mear reagen (nij).

nazomer

noazomme, naozomme: alm, vas; noa-zommer, naozommer: bat, dhm, dlt,glb, grb, hei, hel, hol, mar, nht, nij, ols,omm, oot, raa, ssv, tub,wij, win, wrd;noasommer, naosommer: die, goo,los; noazomer, naozomer: bab, dev,gie, has, kam, nls, sjk, stw, vol, vrh,

wan, whr, zwo; noazoemer, naozoe-mer: gmd, kui, olm; noazuommer,naozuommer: vrz; nazommer: hks

krönzommer: amt; krönnenzommer:bor, dka, hel, hol; krönnenzomme:vas; kronnenzommer: ens

noajoar, naojaor: nijarfst: blz; haarst: olm

oudewijvenzomer

Een plotselinge periode van zomerse dagenin de nazomer of de herfst.

oalewievenzommer, aolewievenzommer:amt, bor, ens, omm; oalewievensom-mer, aolewievensommer: los; olde-wievenzomer: bab, has, kam, zwo; ole-wievenzommer: mar; ole wievenzom-me: vas; olewievenzuommer: vrz

oalewievenzommertie, aolewievenzom-mertie: grb

oalewievendagen, aolewievendagen:goo

noazoemer, naozoemer: blz; noazom-mer, naozommer: win

noazoemertien, naozoemertien: gmd;noazomertien, naozomertien: nls

mooie noazoemer, mooie naozoemer:olm; mooi noazommer, mooinaozommer: raa; mooi noazomme,

mooi naozomme: almmooie noatied, mooie naotied: olmmooie najoarsdagen, mooie najaorsda-

gen: dkamooie herfstdagen: nhtkrönnenzommer: dhm, dlt, hel, nij, ssv,

tub, whr, wrd; krönnenzuommer: vrz;krönnensommer: los; krönzommer:vas; kronnenzommer: glb; kroanen-zommer, kraonenzommer: hks; kra-nenzommer: bat; kranensommer: die

jappelzommer: hei, ols; eerpelzommer:ols

een etgarde dreugie: gie

Vroeger: krönnenzomme (alm).

100 101

Hoofdstuk 12 Seizoenen

Kaart 18: zomer. Het grootste gedeelte van Overijssel kent in dit woord een korte klinker. In het westen

vinden we de lange klinker, in het uiterste westen is deze een oe.

Kaart 19: winter. In Twente heeft dit woord een lange klinker.

Page 52: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

herfst

herfst: dev, dka, kam, kui, vrh, win;herfs: alm, amt, glb; erfst: zwo;hearfst, haerfst: dlt, ssv, vas; haifst:vrz; härfst: hei, raa; härs: wij; harfst:bat, grb, nls, omm, oot, vrh, whr;harfs: die, goo, hel, hol, nij; arfst: bab,blz, has, wan; haarfst: hks; haarfs:ent, mar, wrd; aarfst: gie; haarst: olm;aarst: stw; ariest: sjk; arriest: vol

herfsttied: dhm, dltherfsdag: tubnoajoar, naojaor: blz, bor, dhm, dlt, ens,

glb, has, los, nht, omm; noajöör,naojöör: dev, zwo; noajoor, naojoor:gmd, grb

noazomer, naozomer: whr

winter

winter: amt, bab, bat, blz, bor, daf, dev,dhm, die, eml, ent, gie, gmd, goo, grb,has, hdb, hei, hel, hol, kam, kui, nht,nij, nls, olm, ols, olz, omm, raa, rij,sch, sib, stp, sjk, vol, vrh, wan, whr,win, zwo; weenter: alb, alm, amt, dka,dlt, ens, glb, hks, los, mar, oot, rij, ssv,tub, vas, vrz, wrd; wienter: alm, amt

strenge winter

De cursieve druk van winter betekentdat de klankvorm van dit woorddeelniet nader is gespecificeerd; zie daar-voor het lemma ‘winter’, hierboven.

We hebben dit jaar (een)…………

strengen winter: amt, dka, dlt, eml, goo,hel; strenge winter: bab, blz, dev, has,hei, kam, kui, nij, nls, olm, ols, oot,sib, stp, stw, whr, wij, win, zwo; strengwinter: dka, ens, ent, grb, hdb, los, olz,

raa, rij, tub, vol, wan, wrdhard winter: alb, alm, bor, daf, dhm, die,

hdb, hol, ssv, vrz; harde winter: bat,nht, nij; ärde winter: gmd; hardenwinter: alm; hatten winter: sch

strabaanter winter: amt; strabaante win-ter: hks; strabant winter: hol; stra-baant winter: amt, mar, ros, tub; stra-bant winter: dka, vas

strakke winter: sjk; strak winter: die, glb,rij

oardig, aordig winter: ommbarre winter: gie, hdb, nijolderwets winter: amt; oolderwets win-

ter: grb duur winter: raagoed winter: vrhzwoar winter, zwaor winter: raawienter veur de iesberen: amt

Strenge heren regeert nich lange (amt).

zachte winter

We hebben dit jaar (een)…………

zach winter: alm, dhm, dka, ent, glb, hol,mar, raa, rij, wrd; zacht winter: amt,bor, eml, ens, los, olz, rij, ros, ssv, stw,vas, vol, vrz, wan, wrd, zwo; zachtewinter: amt, bab, bat, blz, daf, dev, gie,gmd, has, hdb, hei, kam, kui, ols,omm, sib, stp, whr, win; zächte winter:wij; zaachte winter: olm; zachen win-ter: hel, nij; zachten winter: dka, dlt,goo, oot, sch

zacht wintertien: nls; zacht wintertie:vrh

kwakkelwinter: alb, amt, ent, kam, nij,tub, hdb; kwakelwinter: ols

heanig winter, haenig winter: alb, amt,die, ssv

lösse winter: nht; lös winter: amt, sjkmooi lös weer: nls

slappe winter: helslap wintertie: hel slok winter: hksveurdelig winter: raanich veul winter: amtweinig winter: ommgin winter: alm, nijwintertie: daf

Het wintert niet arg (vrh); wie hebt ditjoar nen zachte wienter (amt); het iszacht weenter (amt); wie hebt dit joarnich veul winter had (amt); wie komt erheanig met vort (amt); wie bunt dit jaornog wa heanig met vot ekommen (hev).

kwakkelwinter

We hebben dit jaar (een)…………

kwakkelwinter: alb, alm, amt, bab, bat,blz, bor, daf, dhm, die, dka, dlt, eml,ens, ent, gie, glb, gmd, goo, has, hel,hol, kui, mar, nht, nij, olm, ols, olz,raa, rij, ros, sib, ssv, stp, stw, tub, vas,vrh, vrz, wan, whr, wij, win, wrd, zwo

kwakkelwintertien: gmd, nls; kwakkel-wintertie: whr

kwakkelig winter: hdbginnen strengen winter: dkalös winter: daf, grb, hei, vol, sjklös weer: holunbeständigen winter: schslappe winter: nijsloffe winter: devsukkelwinter: nijzacht wintertie: hdb

Ginnen strengen weenter: eenTwentenaar draait de positieve beweringom (dka); het kwakkelt van het winter,een kwakkelig winter (hdb); het blifkwakkelen (daf); het kwakkelt (kam); hetweentert van het joar niet zo (dka).

ijsheiligen

iesheiligen: alm, amt, bor, dhm, dka, dlt,goo, grb, hks, hol, kam, kui, los, nht,nij, ols, omm, oot, raa, ssv, tub; ies-healigen, ieshaeligen: hel; iesheligen:vas; ieseiligen: stw, whr, zwo; ijsheili-gen: bat, dev, die, dka, ent, gie, gmd,hei, mar, nls, ols, vrh, wij, win, wrd;ijseiligen: blz, vol, wan; ieseilingen:bab

iesdagen: ensiesseldagen: ensmeidoorn bleuit: gied’agedoornweake, d’agedoornwaeke:

has

Geen speciale naam hiervoor (olm).

102 103

Hoofdstuk 12 Seizoenen

Page 53: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Sommige seizoenen hebben hun eigen weer-types. Sneeuw, hagel, vorst etc. horen duide-lijk bij de winter. Hieronder worden denamen voor deze weertypes vermeld, maarook de winterse vermaken waartoe ze uit-nodigen: glijden of schaatsen, inclusief deverschillende schaatsen die er te vindenwaren of zijn, en de koek-en zopie op de ijs-baan.Van de eskimo’s wordt wel gezegd dat ze zoveel verschillende uitdrukkingen hebbenvoor verschillende soorten sneeuw, maar inOverijssel kunnen ze er ook wat van. Zozeggen ze in Losser, wanneer het met grotevlokken sneeuwt: het sniejt hemdslippen.Een herinnering aan de smokkelaars die eenpunt van hun hemd uit hun broek lietenhangen om elkaar in het donker niet uit hetoog te verliezen. Ook vriezen is er in grada-ties. Raadselachtig lijkt de uitdrukking hetvriest tussen man en vrouw in. Betekenthet dat zelfs het warmste plekje van hethuis nu koud is? De Hardenberger uitdruk-king i-j zollen in bedde bevriezen wijst indie richting. Opmerkelijk is dat in Enschedede uitdrukking het vrös tuske man envrouw niet alleen op het weer en de koudehoeft te slaan, maar ook een beeldspraakkan zijn die aangeeft dat de samenlevingtussen man en vrouw niet al te best is.

hagelbui

hagelbui: alb, alm, amt, bab, bat, bor,daf, dev, dhm, die, dka, dlt, ens, glb,goo, grb, hdb, hel, hks, hol, kui, los,mar, nij, olz, omm, oot, rij, ros, sch,sib, ssv, tub, vas, vrh, win, wrd; hägel-bui: hei, nht, ols, raa, wij; agelbui: has,kam, sjk, vol, wan, whr, zsl, zwo;oagelbui, aogelbui: blz; heagelbui, hae-

gelbui: vrz; eagelbui, aegelbui: gie, stp,stw; ägelbuje: gmd

Het woord bui is hierboven cursief gedrukt,om aan te geven dat het voor verschillendedialectvarianten staat, die hier met het oogop de overzichtelijkheid dus niet steeds zijnweergegeven.Voor de juiste vorm van buizie regenbui (blz. 137).

104 105

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 20: hagel(bui). De variatie (weglaten van

de h, klinker) is grotendeels beperkt tot het noord-

westen.

Page 54: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

’t Hagelt stenen zo groot as doeveneie-ren (los); ’t hagelt duve-eier (kui); dervalt gröspikkerties (grb); het pleert vuurde roeten (hev); amoa keunsmes (as ’tehagelt hef) (nij); als het dondert in meivalt er hagel bij (olm).

De eerste twee uitdrukkingen zijn hier gege-ven in de vorm zoals ze zijn opgetekend inLosser en Kuinre, maar komen zeer alge-meen voor.

versje: “’t hagelt, ’t hagelt,de pannen wödt nat,de boeren loopt in ’t blote gat” (nij)

hagelsteen

-steen: alm, amt, bat, blz, bor, dev, die,dka, dlt, eml, ens, ent, gie, glb, goo,hel, hol, kam, kui, los, mar, nij, ols,olz, oot, raa, rij, stw, tub, vas, wij, win,wrd; -stien: bab, daf, dhm, gmd, grb,has, hdb, hei, nls, olm, omm, sib, sjk,stp, vol, vrh, wan, whr, zsl, zwo; -stein: vrz

-keurne: alb, amt, dka, eml, hks, mar,sch, ssv, vrz

-keie: amt, nht

Voor het eerste deel van de samenstelling(hagel)steen zie hagelbui, p. 105.

Waaraan valt te zien dat het gaat hagelen?

• an een toefte op de wolken, ongeveerde vorm van een aambeeld: daf

• torenhoge donderwolken: dev• aan de onheilspellende wolken vaak:

dlt• donkere wolken met witte koppen: nls• de lucht is grauw met een witte sluier

erdoor: nht• cumulusnimbus gaat uitwaaien: kam

• de grauwe flarden die dan het zon-licht wegnemen (filteren) (goo)

• as het vaal an de loch is: bat• dikke donkere wolken, vake geel: whr• as het zo gel wördt in de locht: amt,

dka, eml, hdb, hev, hol, rij, sch, vol, vrz• gelle strepen an de loch: die, glb• strepen onder an een geale luch: ols• verticale strepen: sib, ssv, vrh• kleur van de luch geel / groen met

donkergrijze wolken: hei• grieze gelle locht: amt, dka• an de lucht groen-blauw: nij• een blauwzwarte lucht met witte vla-

gen: has• donkere locht: alm, amt, dka, gie, gmd,

hdb, hel, kui, mar, vrz, wan, zsl• inktzwatte locht: vrh• er zijn donkere wolken en het is vrij

koud: nij, wij• dan is het donker met lichte wolken:

nij

Dat is heel moeilijk te zien. As deberichten hagelbujen veurspelt, dan ku-j’t zien an de lucht (hdb); nich te zeen,keump meestparts onverdachts (ens);zien we niet (dhm); niet te zien (los,olm).

sneeuw

snee: alb, alm, amt, bat, bor, daf, dhm,die, dka, dlt, eml, ens, glb, goo, has,hei, hel, hks, hol, los, mar, nht, nij, ols,omm, oot, raa, ros, sib, ssv, stp, tub,vas, vrz, wij, win, wrd, zwo; schnee:sch; sni-j: bab, gmd, grb, has, hdb, sjk,vol, vrh, wan, whr, zsl; snij: blz, dka,gie, hdb, kui, nls, olz, olm

snede: hol; sneje: stpsneeuw: bat, dev, has, nij

Het……

sni-jt: bab, daf, eml, ens, gmd, grb, has,hdb, hol, omm, oot, sjk, ssv, tub, vas,vol, vrh, wan, whr; sniejt: alb, alm,amt, bat, bor, dhm, die, ens, glb, goo,hei, hel, hev, nht, nij, ols, raa, rij, vrz,wij, wrd; sniejet: amt, mar; sniet: amt,hev, win; snijt: alm, blz, dka, ent, hks,kam, kui, los, nls, olm, olz, ros, sib,stw, zsl; schnijt: sch; snejt: vas; sneejt:

gie, stp; sneet: hev; sneeuwt: dev, dka,goo, kam, nij, zwo

De witte biejn vleegt (bat, dka, dlt, glb,hel, hei, mar, nij, raa, wij); ie mut de sni-j er nooit onder spitten (blef dekolde in de grond) (hdb); et wördt eenwitte weerld (gmd); vrouw olle klopt hetbeade uut (alm, raa, kam); de olde wie-ven schudt het bedde op (mar, nls, sib);de olde wieven vliegt (nls).

106 107

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 21: sneeuw. De diftongen (sni-j, snij) vinden we in het noorden van de provincie, en sporadisch in

Twente. Het meest frequent in het oosten en het midden is snee, een vorm die in het noordwesten goed-

deels afwezig is.

Page 55: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

sneeuwvlok

sneeuwvlokke: amt, bab, bat, daf, dev,dhm, die, eml, ens, ent, gie, gmd, goo,grb, has, hdb, hei, hks, kui, mar, nij,ols, omm, rij, sch, sjk, stp, stw, vol,vrz, wan, whr, wij, win, wrd, zwo;sneeuwvlok: alb, alm, blz, bor, dka, dlt,ens, glb, los, olm, olz, oot, raa, ros, ssv,tub, vas

Het woord sneeuw is hierboven cursiefgedrukt, om aan te geven dat het voor ver-schillende dialectvarianten staat, die hiermet het oog op de overzichtelijkheid dus nietsteeds zijn weergegeven.

kleine vlokken

fiene vlokkies: raa, whr; fiene vlökkies:hdb

fien snee: amt; fiene snee: bat, hol, nij;fienen snee: bor, los, mar, rij; fienesneeuw: dev; fien sni-j: gmd; fienesneje: stp

fien grei: amtfiene rommel: amtklene vlökkes: amt; klene vleukskes:

amt; kleane vlökskes, klaenevlökskes: ens, wrd; kleane vlökkes,klaene vlökkes: ssv; kleine vlokkies:blz, sib, whr; kleine vlökkies: daf, hei,vol; kleine vlökskes: dlt; kläine vlök-kies: vrz

kleine vlokken: alm, dhm, dka, glb, has,ols, olz, rij, sjk, wij; kleane vlokken,klaene vlokken: hol, oot; kleane vlök-ke, klaene vlökke: goo; klene vlokken:sch; klaine Vlokken: eml

vlökkies: zwomotsnee: amt, mar, nij, ols, sib, wij;

motsneeuw: dev; motsni-j: vrhstoefsnee: die, mar, tubpoolsnee: los

jachtsnee: die, hev, tub, wrdguurderieje: rijfussies: vrz

Het groezelt (omm); het gromt (bab,hdb, kui, nls, olm, zsl); het grumt (dhm,glb, grb, sib); het motsniejt (nij, ols); hetmotsnijt (sib), het mottet (ent); het sni-jt een bettie (grb); het sniet een bet-tie (win); het sni-jt fien (daf); het snijtzacht (dka); 't sneeuwt fienties, 't motfiene (kam); het sniejt met kläine vlök-kies, fussies (vrz); ne guurderieje, 'tguurt oet de loch (rij).

grote vlokken

dikke vlokken: bab, blz, daf, dev, dhm,dlt, eml, gie, hdb, hei, kui, nij, sib, sjk,stp, tub, vas, vol, vrh, wan, whr, zsl;dekke vlokken: gmd; dikke vlökken:grb

grote vlokken: dka, dlt, ens, ent, glb,goo, has, hdb, kam, mar, olm, ols, olz,oot, rij, sch, sib, ssv, tub, vrz, wij, win,wrd; grote vlökken: hks

grouwe vlokken: rijgroffe vlokken: hdbgroffe zeaw, groffe zaew: dkabeste vlokken: nhtfossens: vrzgrote fossen: holgrote vösse: almganzeveren: vrhwatten: rijbluumpies: daf

Het vosget (hel), het vosket (hel); hetsniejt dat het vost (bat); 't sni-jt det ’tfosket (hol); het sniejt met grote vlok-ken, fóssens (vrz); het sniejt hemdslip-pen: bij het smokkelen hadden desmokkelaars een punt van het hemd uitde broek hangen om elkaar in het don-

ker niet uit het oog te verliezen (los); 'tsniejt as met vlokken zo groot as ’npette (die, wrd).

Valt er fiene sneeuw dan kö-j vorst ver-wachten. Moar bint de vlokken grootdan geet het weer verzachten (dev).

dwarrelen (van sneeuwvlokjes)

grommen: alm, bab, daf, gie, hdb, kui,nls, olm, sib, stp, stw, vol, vrh, vrz,wan, whr, zsl; grömmen: daf, eml;grummen: amt, glb, grb, hdb, hel, raa,sib

grummelen: nij, wrdbrommen: amtdwarrelen: alm, bat, blz, die, ens, ent,

goo, hdb, nls, mar, nij, sib, sjk, vrz,win; dwärrelen: dev, hei, wij; dwerre-len: amt, oot, rij

daaldwerrelen: ensdrewelen: tub; drevelen: vasdriwsken: dltgriemelen: blzgrisselen: hasgruzelen: holwemmelen: ens, ssvwarvelen: goo; wärvelen: dafwelen: gmd

Dwarrelsnee (die), wärvelsnee (daf).

stuifsneeuw

stoefsneeuw: alm, amt, bab, bat, daf, dev,dhm, die, dka, dlt, eml, ens, ent, gie,glb, gmd, goo, grb, has, hdb, hei, hel,hol, kam, mar, nht, nij, nls, olm, ols,olz, omm, oot, raa, rij, ros, sib, sjk, ssv,stp, stw, tub, vol, vrh, vrz, wan, whr,wij, win, wrd, zwo; stuufsneeuw: blz,kui

jachtsneeuw: amt, bat, bor, dka, ens, ent,

has, hel, hks, hol, los, mar, nht, nij, rij,ssv, wij

sneejacht: ensdreffelsneeuw: alb, vas; Drewelschnee:

emlmotsneeuw: kam, nijpoeiersneeuw: olmSchneesemmel: schHet woord sneeuw is hierboven cursiefgedrukt, om aan te geven dat het voor ver-schillende dialectvarianten staat, die hiermet het oog op de overzichtelijkheid dus nietsteeds zijn weergegeven.

natte sneeuw

natten sneeuw: alb, alm, amt, die, dka,dlt, ens, ent, glb, goo, hdb, hel, hks,hol, los, mar, nij, olz, oot, rij, ros, ssv,tub, vas, wrd; natte sneeuw: bat, blz,daf, dev, dhm, dka, gie, gmd, grb, has,hdb, hei, kam, kui, nht, nls, olm, ols,omm, raa, sib, sjk, stp, stw, vol, vrh,vrz, wan, whr, wij, win, zsl, zwo

Pappschnee: eml, schflatsni-j: bab

plaksneeuw

plaksnee, plaksni-j etc.: algemeenBackschnee: emlvasten snee: ensdooie snij: nlskleafsnee, klaefsnee: vas

Schnee backt (sch, rij); ik geleuve nietdat wi-j dat zegt. Aj op klompen loopt“balt het an” (hdb); ballen onder deklompen (olm).

108 109

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Page 56: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

glijbaan

Glijbaan op het ijs of in de sneeuw.

glierbane: bab, bat, daf, dhm, die, hdb,hel, hev, kam, nht, omm, sib, vol, vrh,whr, win, zsl; glierbaan: dka, ens, glb,hks, zwo; glierboane, glierbaone: sjk;glierbäne: ols, raa, wij

gliebane: amt, dev, ent, goo, grb, hdb,hev, hol, nij, nls, rij, wan, wrd; glie-baan: alm, dka, dlt, hks, kui, los, olz,ros, tub, vas; glieboan, gliebaon: alm,blz; gliebeane, gliebaene: stp, stw

gliejbane: amt, nij; gliejbaan: borglieëbane: amtgliedebeane, gliedebaene: olm

glinderbane: kam; glinderbeane, glin-derbaene: gie

glinterbane: grbglinnerbaan: dkaglissebane: wrd; glissebeane, glissebae-

ne: vrz; glisbeane, glisbaene: vrzslierbane: mar, nij; schlierbaan: schsliebane: rij; sliebaan: ootslinderbane: hdb; slinderbaan: dlt, los;

slinderbäne: gmdslinterbane: hdb; slinterbaene, slinter-

beane: stpslinderpad: hasSlinnerbaan: eml; slennerbaan: alb, ssvSlitterbaan: emlsulebeane, sulebaene: stw

glijden

glieren: bab, bat, daf, dev, dhm, dka, ens,glb, has, hdb, hei, hel, hks, kam, nht,nij, nls, ols, rij, sjk, tub, vol, vrh, whr,wij, win, zwo; glieën: alm, amt, bor,dev, dhm, hol, nij, olz, omm; glien:alm, ent, goo, sib; glieden: blz, dka,hdb, kui, olm, oot, wan

glinderen: gie, grb, kamglissen: olm, sib, vrh, vrz, whr, wrdslieren: amt, ens, gmd, hdb, hei, hev,

mar, nij, ols, raa, rij, tub; schlieren:sch

slinderen: dlt, glb, gmd, has, hdb, kam,omm, ros, sjk; slinteren: bab, hdb, stp,

wan, whr; slinneren: eml, vas; slenne-ren: alb, ssv

slitteren: emlsulen: stw; zulen: blz

N.B. onder glieën staan ook de opgaven dieals glie’n zijn gespeld.

Bij de aanloop zeiden we: hop, hop, hop,hop, bij het glijden zeiden we: sjiep,sjiep, sjiep (ent); hij glidt op het ies (nls).

vorst

vorst: bab, blz, bor, daf, dev, dka, dlt,ens, gie, grb, hdb, hei, kui, nht, omm,

110 111

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 23: vorst. Dit kaartje laat de variatie in de klinker zien. In het noordwesten wordt dit woord met

een ö uitgesproken.

Kaart 22: natte (sneeuw). De –n aan het eind van het bijvoeglijk naamwoord hoort bij Twente.

Page 57: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

sib, stw, wij, win, wrd; vors: hel, nht,rij; vost: alb, eml, hei, los, nls, olz, oot,sch, tub, vas, wan, whr; vos: amt, bat,die, ent, glb, goo, mar, nij, ols, raa, rij,ssv, wij; vörst: gmd, has, hdb, kam,sjk, vol, zwo; vös: hol; vast: vrz

Het vriest

vrös: alb, alm, bab, bat, bor, daf, dev,dhm, die, dka, dlt, eml, ens, ent, glb,gmd, goo, grb, has, hdb, hei, hel, hks,hol, kam, los, nht, nij, nls, ols, olz,omm, oot, raa, rij, ros, sch, sib, stp,tub, vas, vrh, vrz, wan, whr, wij, win,wrd, zsl, zwo; vrus: amt, bat, hdb, hol,mar, ssv, stp; vreus: dka, hev; vriest:blz, gie, kui, olm, sjk, stw, vol

(Het vriest) licht

licht: amt, bat, daf, dev, dka, dlt, eml,ens, gie, grb, has, hdb, hel, hev, hks,hol, kui, nij, nls, olm, ols, olz, oot, raa,rij, ros, sch, sib, sjk, vol, whr, wij, wrd,zwo; lecht: gmd, hol

een bietien: kam; een betien: bab, nls,stw; een beetjen: blz; een betie: hdb,stp, vrh, wan, whr; een bettien: win;een bettie: daf, dhm, grb, hdb, hel, nij;een betjen: ent; een/ne betje: alm,amt, bor, die, goo, mar; een betke: vas

een klein bettien: ols; een kläin biettien:vrz

ietsies: nij; ietsie: heiiets: alm, nht,nij, ommmär iets: vrz

een luk: glbluk: ens, ssvheanig, haenig: amt, albnich har: amt, los, tubniet völle: hdb, rijzacht: dkazachjes: hol; zachies: nhtN.B. de frequent optredende wegval van –tin licht is hier buiten beschouwing gelaten.

Bladvössie (nij); 't vrös lich, wie hebtlichten vorst (hks); 't vrös 'n bettie, alle-ne ma witvriezen (nij).

(Het vriest) hard

hard: amt, dhm, die, dka, dlt, ens, glb,

goo, grb, hdb, hol, kui, mar, nij, nht,nls, ols, olz, raa, ros, sib, wan, whr,win, wrd; har: alb, alm, dka, dlt, oot,ssv, tub, vas; harre: alm, amt, sch, vrz;harde: olm; harte: rij; ard: blz, gie,has, kam, sjk, stw, vol, wan; härd: daf,dev, hei, wij; ärd: gmd

dat het kraakt: amt, blz, bor, daf, dka,ent, glb, grb, has, hdb, hel, hks, kui,nht, nij, nls, olm, rij, vol, vrh, wan,whr, wrd, zwo; dat het kreakt, dat hetkraekt: stw; dät het krääkt: ols, wij

dat het knapt: alm, amt, bab, bat, bor,dev, eml, glb, hel, hks, nht, nij, ols,sch, sib, sjk, tub, vol, vrz, wrd

der knap op: nijknap: amt, dka, kam, omm, whr

112 113

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 25: het vriest heel hard. Op dit kaartje zijn twee belangrijke typen uitdrukkingen weergegeven. Het

type ‘dat het knapt’ komt voornamelijk in de oostelijke helft van Overijssel voor.

Kaart 24: (het) vriest. In de werkwoordsvorm is de ö of daarop lijkende klanken (u, eu) in het uiterste

noordwesten juist afwezig.

Page 58: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

oarig, aorig: schflink: loshelderop: ommhalte: emldüftig: eml

Het dut er wat an (amt); het hef derflink op-ebakt (nls); het knapt er oardigin (zsl); de balken skieten in het ies(has); doar komt balken onder het ies(strenge vorst) (hdb); het vrös balken inhet ies (rij); het vrös zo dat het hagelten kraakt (strenge vorst) (hdb); hetwater vrös onder het ies weg (strenge

vorst) (hdb); het lek nou op de wintervan het joar negentig (in 1890 was dewinter barre streng) (hdb); de dagenlengen, de nachten strengen (amt, bab,hdb, mar); as de dagen begint te lengen,begint het weenter te strengen (dlt, wij);de winter is een stoerse vent, hij kleurtde velden gries - zien woning is eenlegertente, espannen over het ies (hdb);het was zo kold as de lepel het gietenkun (net nog gien vorst) (hdb); i-j zollenin bedde bevriezen (hdb); het vriest tus-sen man en vrouw in: het vriest heelhard (alb, alm, amt, die, dka, glb, hdb,

hei, hks, hol, mar, nij, ols, olz, omm, oot,ssv, tub, wrd) [N.B. Het vrös tuske manen vrouw: de samenleving van man envrouw is niet best (ens)]; het vrös zohard, ’n pook lig stief bi-j de kachel (hei,hol, wij); de pook steet hard achter dekachel (nht); het vrös härd, de wassel-dook (vaatdoek) lag stief op het anrech(wij); de snee die piept oe oonder deklompe (amt); het vrös wal ne klompdikke (rij); de bokse steet stief vor deberre (amt); op old ies vrös het licht: opoud ijs vriest het gemakkelijk (daf); het

vrös ne handdik ies (ssv); ie können debloemen niet van de ruten ollen (sjk);zie pakt oe bie de oren: als het vriest,krijg je koude oren (wij); de oren vriestoe van de kop of : het vriest heel hard(wij); et is oarig koalt die fröss deeNoesse aff (sch); de oren vriest oe vande kop (nls); de neuze bevrös je an dekop (nls); as het in oktober vrös hool iewinter tot mei (nij); vorst mit ofgaondemaan, holt aan (olm); het kon der van-nag nog wel is aorig op bakken wanthet is heurig uut oosten (raa).

114 115

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 26: gladheid. Overal in Overijssel wordt het type gladdigheid gebezigd, in Twente komt daarnaast

het type gladden voor. Kaart 27: ijzel. Het voorkomen van giezel neemt naar het noordwesten toe af.

gladdengladdigheidgladheidgladte

Page 59: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Sunt Andrees, het sni-jt of het vreestHet hagelt of het we-jtAndreas hef zien rogge niet eze-jd.(Twents:) 30 November, Sint Andries,waas de uterste doatum veur het zei-jen van de winterrogge (hdb).

Waaraan zie je dat het gaat vriezen?

• strakke blauwe lucht: bab, grb, hei, nls,rij

• et eldert op, et wördt elder in de lucht:amt, gmd, goo, hdb, hel, hol, kam, mar,raa, sib, ssv, vol, vrz, wan, whr, win,wrd

• as het ofbiestert (a-j nie zuk biesterwear mear hebt, als het weer verbe-tert): nij

• bie helder weer en oostenweend: alm,bat, blz, gie, has, hks, los, nij, nls, olm,ols, rij, sjk, vas, vrh, zwo

• wind (dreit) noar ’t oosten: alm, daf,hdb

• klaore locht in ’t weenter: ens, nij• heldere vrieslucht: dhm, kui, wij• heldere lucht en volle moane: daf, dev,

nht, nij• as het geluud wied dregt: kam• as het giet vriezen, kö-j een trein heu-

ren: nij• as het stearnheeller is: bor, glb, hel,

nij, oot, rij, sjk, stw, vrz, zwo• ann'd flimmern van dee Steerne: sch• as de moane teantelt, dan vrös ’t det ’t

kraakt: nij• a-j dan oaver de snee hen kiekt, dan is

het net o-j amoa sterregies ziet: nij• opdrogen van straat/weg: kam• as ’s oavends de wind giet liggen: hdb• an de gaanzen: hdb, hei, mar, nht, nij,

nls, omm, ssv, tub• as de bonte kraaien vliegt: vrh• an’n barrometer: tub• het lustert in de luch: win

• als het op een droge aangenamemanier kouder wordt: olz

• ’s avonds een rode lucht: omm• as de snee valt in het sliek, darden

dag ies an de diek: dhm, ens, gmd,hdb, nij, ols

gladheid

gladdigheid: alm, bab, daf, dhm, die,ens, grb, hdb, hei, hel, nls, ols, olz,omm, vrh, vrz, wij, zwo; gladdigeid:gmd, nht, sjk, stp, stw, wan, whr; glad-dighead, gladdighaed: rij, vas, wrd;Glattigheit: eml

gladheid: dev, goo, kui, rij, sib, win;glad-eid: gie, has; gladhead, gladhaed:amt; gladheed: ros

gladden: alb, alm, bor, dka, dlt, ent, glb,hks, ssv; gladde: olm; glatten: hev, los;

gladte: blz

ijzel

giezel: alb, alm, amt, bat, dka, dlt, eml,ens, ent, grb, has, hdb, hei, hel, hol,kam, los, mar, ols, rij, ssv, vas, wrd

gladiezel: ens, los, rijiezel: alm, amt, bab, blz, bor, daf, dev,

dhm, die, dka, dlt, ens, ent, eml, gie,glb, gmd, goo, grb, has, hdb, hel, hks,hol, kam, kui, nht, nij, nls, olm, ols,olz, omm, oot, raa, rij, sib, sjk, stp, stw,tub, vol, vrh, vrz, wan, whr, wij, win,wrd, zsl; ijzel: zwo

riem: olm

Al is den giezel nog zo stolt, ’n daardendag möt e uut ’t holt (vrz).

Het ijzelt

giezelt: alm, amt, bat, bor, dka, ens, ent,glb, grb, hdb, hei, hel, hks, hol, los,

nht, mij, omm, rij, ssv, vas, wrdgladiest: alm, dhm, dlt, hdb, tub, vrz,

whr, wrdgladiezelt: alb, alm, amt, bab, dhm, die,

dka, ens, hks, mar, nij, ros, vrhiezelt: alm, amt, blz, daf, dev, dka, ent,

gie, gmd, goo, grb, has, hdb, hel, hol,kui, los, nij, nls, olm, ols, olz, omm,oot, raa, rij, sib, sjk, stw, tub, vol, vrh,wan, whr, wij, win, wrd, zsl, zwo

gleazebakt, glaezebakt: stw.

Het giezelt, het giezelt, de stroate wördt

glad, blief in huus aans val ie op oe gat(nij).

Waaraan kun je zien dat het gaat ijzelen?

• dan is de lucht niet helder, terwijl hetwel vriest: gmd, hol

• als bij vorst de lucht vochtig wordt:nls

• dichte luchte, vochtig en koald: nij• het wordt gries in de loch, deampig:

glb, mar• gries-grauwe loch en as 't tegen dooi

116 117

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 28: ijspegel. Het type iespille komt voor langs een lijn die van zuidwest- naar noordoost-Twente

loopt.

Page 60: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

an is: sib, wrd• dan kiek ie zo donker deur de bomen:

wij• als het giet vriezen en de lucht donker

is: has• wanneer d’r reagewolken komt as 't

nog vrös: daf• as het begint te reagenen en 't nog

vrös: bat, dka, hdb, hel, kam, kui, rij,tub

• drulerige regen bi-j vorst: whr• zachen regen of damp op bevreuren

groond: alm, sch, vrz • wanneer vorst in aantocht is na mist

of motregen: olz• as d’r rijp an de bomen zit en de wind

uut Z.W. kump: ols• het wordt dampig in de bossche: grb• ies an de böme: oot• aan het kraken van de takken van de

bomen: nls• als er een glans over de natuur komt

te liggen: nls• as de stroatklinkers goat glinsteren:

hdb• je ziet het niet en da-s juust zo ge-

voarlijk: hdb• een vraag voor Erwin Krol: dev

rijp

riep: bab, blz, bor, daf, ens, gie, has, hdb,hei, hel, hks, kam, kui, los, nht, nls,oot, raa, stw, vol, wan; riepe: nij, omm,whr; rijp: dka, goo, hdb, nij, vrh

riem: daf, olm, wangiezel: alb, amt, bat, dhm, die, dka, dlt,

eml, ent, glb, grb, hel, kam, los, mar,nht, nij, rij, ros, sib, tub, vas, vrz, wij,wrd

iezel: alm, bab, dev, dlt, ent, grb, kam,nij, ols, oot, rij, stp, win, wrd

roegiezel: hol; rowgiezel: ssv; roewgie-zel: ssv

rouwiezel: sjkrowvriezen: gmdwitvrezen: mar

Het het wit evreuren (vrh); giezel an debeume (amt); de beume zunt wit begie-seld (amt); de boom is begiezeld (ent);het riept (amt); rijp gebruikten we nooit(dlt); iezel is een vorm van neerslag zo-as hagel en (bevroren) reagen. Rijp isbevroren mist omdat de takken eentemperatuur beneden de nul hebt (dev);het hef wit evreuren op de beume. Iezelan ’n boom. Beriept is wat aans as iezel,iezel is niet wit, riep wel (hdb); riep ande beume, het weait der of of het dooitder of (riep blif nie lange zitten) (nij).

ijspegel

iespegel: alm, bab, blz, bor, daf, dev,dhm, die, dka, gie, goo, grb, has, hdb,hel, hks, hol, kam, los, mar, nht, nij,nls, olm, ols, omm, raa, rij, sib, stw,vol, vrh, wan, whr, wij, win, zsl; ies-piegel: glb, vrz; iespiggel: dlt; iespeg-gel: olz, oot, ros, tub; iespeagel, ies-paegel: ens, vas; ijspegel: zwo

iespille: alm, amt, bat, ent, hol, rij, vrz,wrd; iespil: alb, amt, dka, ssv

iespäppe: hei, wijiespupe: gmd; iespiepe: kam, raaiestabbe: hdb; iestappe: hdb; tappe: sjkieskegel: amtiespielke: kuiiespinne: schkearze, kaerze: stp

Iespillen an ‘n moond en de manen van’t peerd (amt).

ijs

ies: algemeen

het ijs houdt

Het ies…..

hoolt: alm, bor, dka, glb; hoalt, haolt:dlt, ens, los, wrd; oalt, aolt: zsl; höölt:dka; öölt: kam; heult: amt, hol; holt:hdb, olm, sib, win; olt: stw; hölt: daf,dev, goo, hel, hks, nij, ols, olz, sch, vol,zwo; ölt: gmd, has; houdt: kui; oudt:blz

wil holen: tubis dikke genog: rijis stark genog: raa, rijis stark: blzis vertrouwd: gmdkan ’t lieden: ens, rij, vrz; kan anlieden:

amt; kan lieden: amt, bab, die, ent,grb, hdb, hei, nht, nij, sjk, stp, wan, wij

wil lieden: alb, bat, daf, hdb, vrh, vrz,whr

lid: hks, oot, ros, ssv, tub, vaskan er over: gie

De ie van lieden lange anholden! (hdb).

het ijs houdt nog niet

Naast het ontkennend maken van de boven-staande woorden (met (nog) neet, nich,niet) zijn er nog de volgende uitdrukkingen:

nog neet vertrouwd: alm; nog niet ver-trouwd: gmd, nls, whr

nich betrouwbaar: dkanog te dun: kuite dunne: raanich steerk genog: bor; nich stoark

genog, nich staork genog: rij; nietstark genog: sib

ijsbaan

iesbane: amt, bab, bat, daf, dev, dhm,die, ent, goo, grb, has, hdb, hel, hol,kam, mar, nht, nij, nls, omm, rij, sib,sjk, vol, vrh, wan, whr, win, wrd, zsl,zwo; iesbaan: alb, alm, amt, bor, dka,dlt, ens, glb, hks, kui, los, olz, oot, ros,ssv, tub, vas; iesbeane, iesbaene: gie,olm, stp, stw, vrz; iesbäne: gmd, hei,ols, raa, wij; iesboan, iesbaon: alm, blz

schaatsbaan: los; skaatsbane: nijschasselbahn: schschuvelbaan: amt

schaatsen

(het werkwoord)

schaatsen: amt, bab, bor, dev, dhm, dka,goo, hdb, hol, mar, olz, sib, tub, vas,win; schasen: alm, daf, whr; skaatsen:dka, ens, ent, goo, hks, nij, rij, vol,wrd, zwo; skasen: has, nij; skazen:kui; schäätsen: hei, nht; schäsen:gmd, hei; scheatsen, schaetsen: olm;skoatsen, skaotsen: blz

schaatsenlopen: alm, amt, dlt, glb, hdb,omm, ssv, vrh, vrz, whr;schasenlopen: hdb, hel, nls, vrz; scha-zenlopen: alb, tub; skaatsenlopen:ens, rij, vrh; skazenlopen: sjk; skaze-lopen: wan; schäätsenlopen: hei, ols,wij; schäsenlopen: hei; skäsenlopen:gmd; skeaselopen, skaeselopen: stw

schaatsenrieden: amt, bab, bat, die;schasenrieden: grb, hel; skazenrieden:sjk; skazerieden: wan; schäätsenrie-den: wij; skeaserieden, skaeserieden:gie, stw; skoaserieden, skaoserieden:blz

schaatsjagen: los; schasseljagen: sch;scheasenjagen, schaesenjagen: oot;schasenjagen: eml; schaatsenjagen:

118 119

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Page 61: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

rosscheugelslopen: stpscheuvelen: grb; scheufelen: wij; schu-

velen: amt; skufelen: kam

schaats

schaatse: amt, bab, bat, dev, dhm, hdb,hol, mar, omm, sib, vrh, vrz, whr, win;schaats: alm, bor, dka, dlt, glb, goo,los, olz, ros, tub, vas; schase: daf, eml,grb, hdb, hel, vrz, whr; schaas: alb,alm, ssv; skaatse: ent, hks, kam, nij,nls, rij, vol, wrd, zwo; skaats: dka, ens,goo; skase: has, nij, nls; skaze: kui,sjk; schäätse: hei, nht, ols, raa, wij;skäätse: gmd; schäse: hei; schease,schaese: olm; scheas, schaes: oot;skease, skaese: gie, stw; skoas: blz

schassel: schscheugel: stpscheufel: wij; skuvel: kamgliejiezer: nij, glieriezer: amtloopiezer: vaskeet: vas

Glieriezer: eenvoudige schaats (amt)Bossenloiper ut Holt maakt Schasselsnut Ieser (sch).

Welke soorten schaatsen zijn er zoal?

• koeribbe: gie• duurlopers, deurlopers: alb, bab, bat,

blz, bor, daf, dka, dlt, ens, ent, glb,gmd, goo, has, hdb, hei, hel, hks, kam,los, mar, nht, nls, ols, omm, oot, rij,ros, sib, sjk, stp, stw, tub, vol, vrh, vrz,whr, wij, win, wrd

• halve deurlopers: bab, grb• hele deurlopers: grb• friese deurlopers: alm, amt, dev, gie,

kui, nij, stp, wij, zsl, zwo• friese deurrieders: blz

• friese skaesen: goo, stw, wrd• friezen: dev, kam, ssv• hä(r)dlopers: hei, tub• (h)ölties: amt, daf, dhm, dka (hoaltkes),

glb (hölkes), gmd, has, hdb, hei, kui(houtjes), nht, omm, sjk, whr, wij, win

• holtschassel (Holländer): sch• iezerties: nht, omm• dubbele iezerties: has• keenderskaatsen: ens, olm, rij• (h)oge noren: alm, amt, bab, blz, daf,

dhm, dka, grb, has, hel, kam, los, nht,nij, olm, omm, oot, raa, rij, ros, sjk,ssv, tub, vrz, wij, wrd

• hele noren: mar• halve noren: mar• le(a)ge noren: amt, bab, blz, dka, grb,

has, hel, los, nht, nij, olm, omm, rij,ros, sjk, tub, wij, wrd

• noren: alm, bat, blz, bor, daf, dev, dka,ens, hdb, hei, ols, sib, ssv, stw, vas, vol,whr

• canadezen: ens• hockeyschaatsen: bor, los, ols• schoonrieders: alm, amt, blz, bor, daf,

ens, hdb, hei, hel, los, mar, nij, olm,omm, raa, vas, wij, wrd

• rondrieders: grb, hdb• dreujerties: nht• dreiers: dhm, hdb, sib, vrh• zwierskäätsen, zwierscheugels: bab,

gmd, hdb, nls, ssv, stp, vol• zwaaiers: alb, amt, ent, rij• kunstschaatsen: bor, dka, ent, ols,

omm, raa, vrz, wrd• kunstrieders: tub• krulschaatsen: alm, amt, daf, mar, nij,

oot, raa, vrz• smidsschaatsen: alb, hel, vas, vrz• schuutjes, schuties: hel, nij, rij• boties: sib, whr• krabbers: vol• hackendreier: sch• klapschaatsen: olm, wrd

Koeribbe: een ouderwetse schaats meteen grote ijzeren krul (gie); duurlopers:zonder kromming (alb); frese schaatsen:houten halve noren (goo); hölties: hou-ten schaatsen (gmd, nht); hölties: krulaan de voorkant (hei); hölties: houtenschaatsen met een ijzer eronder, dezehad je in krulschaatsen, met een grotekrul vooraan in deurlopers en schoon-rieders (kunstschaatsen) (daf); heultjes:kinderschaatsen (amt); dubbele iezer-ties: vrögger veur de kinders (has);keenderskaatsen: met dubbele iezers(ens, olm); canadezen: vuur ieshockey(ens); rondri-jders: kunstschaatsen(hdb); dreujerties: draaischaatsen (nht);dreiers: soort kunstschaatsen (dhm,vrh); zwierskäätsen: kunstschaatsen(gmd); zwaaiers: krulschaatsen (alb,amt); krulschaatsen: oude schaatsen(amt); smidschaatsen: ouderwets metkrul (hdb); skuutjes: kö-j met dreaien(nij); krabbers: gewone skaatsen metkorte achterkant (vol).

koek-en-zopie

Een hokje op de ijsbaan waar bijvoorbeeldwarme chocolademelk, worst of snoep wordtverkocht.

kroamke, kraomke: alm, glb; kroampie,kraompie: hei, raa, vrh; kröömke: oot,olz; kröömpie: daf

kroam, kraom: glb, hel, hev, mar, tubieskröömken: dev; ieskröömpie: wijkroam op het ies, kraom op het ies:

amtkroampie op het ies, kraompie op het

ies: whrieskroam, ieskraom: ensiestentjen: kui; iestentie: sjk; iesteantie,

iestaentie: vrziestente: amt, hol, nij, wij, win; iestent:

tub; iesteante, iestaente: alm, rij, vrz,wrd; iesteant, iestaent: ens

koek-en-zopie: dka, grb, hel, ols, wij;koek-en-sopie: amt

koek-en-zopie-tente: hdb, zwo; koek-en-zopie-tent: vol

sopiekroame, sopiekraome: zslsoppietente: olmsukeloamelkkroame, sukelaomelkkrao-

me: giesukelatente: has, kam, nij; sukeloatent,

sukelaotent: blzsukelakeetje: nijsoeptente: kamworsttente: kamvette kraomke, vette kroamke: goosnoepkraompie, snoepkroampie: sibconsumptietente: hastentje op het ies: battentie: hdb, sib, vrh; teantien, taentien:

vrztente: gie, gmdketie: dhm; ketien: nlskeet: los, mar, olshökkie: hel, nhthökke: rosclubhuus: hdbcantine: hdbtret: tub

scheur in het ijs

bas: alm, amt, bat, die, hel, hol, mar, nij,omm, wrd; bäs: nht; bös: amt, bor,hks; bus: amt; bars: dhm; bast: eml,hdb, sib, vrz; bäst: ssv; böst: eml, los,tub, vas; bjöst: vrz; burs: rij; bust: dka;barst: grb, hdb; baste: hdb, hel, nls,raa, vrh, wan, whr; bäste: daf, ols; bar-ste: bab, has, hdb, kam, sjk, vol, win;bärste: gmd, wij; börste: ens; baarste:gie

hardböst: albscheur: dev, dka, goo, hel, los, olz, oot,

120 121

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Page 62: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

sch; skeur: blz, nij; scheure: hdb, hei,kui, olm, sib, stp, wan, wij, zwo; skeu-re: kam, stw; schuur: glb, rij, ros;skuur: ens, ent, rij, wrd; schure: hol

wak

Een gat in het ijs

wak: amt, bab, bat, blz, bor, daf, dev,dka, ens, ent, gie, gmd, goo, grb, has,hdb, hei, kam, kui, nij, nls, olm, omm,raa, rij, sib, sjk,stw, tub, vol, vrh, vrz,wan, zwo; wakke: amt, ols, stp, whr,wij, win

windwak: kamweandgat, waendgat: amt, hev; weend-

gat: wrd; windgat: hdb, sibgat: alm, amt, dev, dhm, dka, dlt, eml,

ens, glb, goo, hdb, hei, hel, hol, los,mar, nht, nij, ols, olz, omm, oot, ros,ssv, stp, vas, wrd

lock: schbiet: daf, gmd; biete: bab, has, hdb, kam,

vol, whr, zsl; bit: vrz

bomijs

IJs waar het water onderuit gelopen is.

bom-ies: alm, bat, blz, bor, daf, dev,dhm, die, dka, gie, glb, goo, grb, has,hdb, hel, hol, kam, kui, los, mar, nht,nij, olm, ols, omm, raasib, sjk, stw, vol,vrh, whr, wij, wrd

bon-ies: bab, hdb, wan, zslbrok-ies: dkabrokkel-ies: alb, amt, hksrok-ies: amt, eml, ens, gmd, has, ros, ssvbros-ies: amt, rijdop-ies: nls, vrzdom-ies: stphol-ies: amt, dlt, tubpan-ies: hei, ols, raa, wij, win, zwo

panne-ies: kamhang-ies: devwrak-ies: ent, nhtweend-ies: dkawind-ies: schwit-ies: hksmelk-ies: hdbbloas-ies, blaos-ies: hasboeve-ies: hev

Wrakijs of bomijs op ondergelopen wei-land (sib).

dooi-ijs

dooi-ies: alm, amt, bab, blz, dev, eml,goo, has, hdb, hel, hol, nij, ols, raa, rij,sib, wan, wij; doo-ies: ens, vrz; deui-ies: dka, gie, gmd, kam, olz, ssv, stw,vol

zacht ies: dlt, hdb, kui, nij, vrh, whr, zwowater op het ies: dhm, nls, rijwater-ies: dka, los, tub melk-ies: ent;

ieswater: sibpap-ies: bor, daf, dkasmelt-ies: grb, nij, olsbros-ies: win; brös-ies: sjknat-ies: nijupdauend ies: schsnij-ies: blzbrokkel-ies: tubsjoekse: kam

Andere soorten ijs:

kraek-ies: (een dun laagje ijs op het ijs)gie

doonker ies (hard ijs): hkssni’j-ies (ijs, gevormd terwijl het

sneeuwde, slecht om op te schaatsen):bab, gmd, has, hdb, hev, nls, wij

driefies (drijfijs): holrubbel-ies (Deldener esch), robel-ies

(Zeldam) (ruw ijs): amt

robbelig ies (ruw ijs): marribbel-ies (een laagje water op het ijs

bevriest bij bijv. een felle oostenwind):dev, nls

bobbelties-ies (ijs dat gezakt is langs dewalkant; daar kan water op lopen endan kan het opnieuw bevriezen): hdb

bobbel-ies (ijs met bobbeltjes, ontstaanna regen): los, wij

bubbelties-ies (dik ijs met ronde witte“belletjes” erin): hdb

wind-ies (ijs ontstaan tijdens hardewind (geribbeld ijs)): hdb, whr

toaj-ies (dun ijs dat golft als je erover-

heen loopt): bab, wanbuug-ies (dun ijs, als je erop loopt, buigt

het): wijschol-ies (vastgevroren ijsschotten na

passeren van een schip): whrzwart ies (dik helder, snel dicht gevro-

ren, betrouwbaar ijs): los, nlsgezond ies (dik helder, snel dicht gevro-

ren, betrouwbaar ijs): nlsstroef ies (dan is der zaand op eweaid):

loskruuj-ies (kruiend ijs): ols

122 123

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Kaart 29: dooien. Zowel het noordwesten als de oostelijke grensstreek kent de vorm deuien of het daarop

lijkende döaien.

Page 63: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Nen boeke-bane is een ijsbaan die door-buigt; boekebaantje spöllen was eengeliefde bezigheid: met een heel steleen glijbaan maken over ijs dat, als je erop ging staan, nog niet kon houden, hetspel was pas afgelopen als je natte voe-ten kreeg (hdb); as het lang genog vreu-ren hef ko-j bugies maken (van walnaor wal over de sloot springen endaarbij het ijs stuktrappen, dan over deschotsen (bugies) lopen zonder nattevoeten te krijgen) (alm); buggeltienlopen (over ijs lopen dat eigenlijk niethoudt, dat meebuigt en golft) (gmd).

dooien

dooien: alb, alm, amt, bab, bat, blz, daf,dev, dhm, die, dka, ent, goo, grb, hdb,hei, mar, nht, nij, nls, ols, omm, raa,rij, tub, vrh, wan, whr, wij, wrd; deui-en: dka, ens, gmd, has, hks, kam, los,olz, ros, sjk, stp, stw, vol; dööien: dka,dlt, gie, olm; deaien, daeien: alb, ent,glb, oot, ssv, vas; dejen: tub, vrz;dauen: sch

doo: almdoo wear, doo waer: rij; doa Weer, dao

Weer: eml; dooiweer: holdoa worden, dao worden: oot; doa weer

worden, dao weer worden: ens

Het ….

dooit: alb, alm, amt, bab, blz, bor, daf,dev, dhm, die, dka, goo, grb, hei, hel,hol, kam, kui, mar, nht, nij, nls, ols,raa, rij, sib, sjk, vrh, wan, whr, wij,win, wrd, zsl, zwo; deuit: dka, ens,gmd, has, hev, los, olz, ros, sjk, stp,stw, vol, zwo; dööit: dka, dlt, gie, olm;deait, daeit: oot, ssv, vrz; deejt: alb;deijt: ent, glb, vas

is doo weer: bat, ens; is doo wear, is

doo waer: hks, rij; is doo wjear, is doowjaer: vrz

doo is invallen: ensis lös wear, is lös waer: nij, wrd; is lös

wjear, is lös wjaer: vrzHet is zo doo as wat (bor); een langza-me dooi, een wisse dooi (bab); as deolde wieven op het ies kompt, krie-jdooi (bab); dooi zonder wind is nietweerd dat het begint (alm).

Waaraan valt te zien dat het gaat dooien?

• meestal oostenwinden, dreit ie dannöör het zuiden dan kriej deui: daf,kam

• draaiende wind: die, gmd, nht, nij, raa,sjk

• as de weend umsleut, dreet noa zuid-westen: amt, ols, vrz

• westenwiend: blz• upkommende weend: amt, wij• at het boesket (waait): alb, hev, tub,

vas• at de weend deur de beume boest:

amt, eml, mar, ssv• as de bos “goest” (wind door de

bomen waait): vol• harde wind: win• bewolkte luchten: blz, gmd, wij• de locht betrekt: stp• grauwe luch: bat, stw• vochtige grond: kam• het wordt ne soppe boeten: amt• het wördt daampig in de bössche: grb• aan de druppels aan de takken: dlt• natte takken: dka• de takken goat lekken: daf, oot• als de bomen en de grond nattig wor-

den: goo• lekkende pegels: dka• ie kiekt zwat in de beum (bomen): alb,

amt, dlt, ens, glb, hdb, los, rij• ie kiekt donker deur de boom: sib

• doonker in het hoalt: alm• dof in het hoolt: ssv• gries in het hoolt: bor, sch, whr• blauw in de bos: bat• blauw in de loch: amt• bij een rieten dak: het riet kek dan

donker toe: wan• sneeuw wordt donkerder: kam• snee en ies wödt zachte: hks• het ies (op water) wordt doffer: dev• water op het ies: kui• as het geet reagenen noa het vrezen:

ens, nij• at het regenachtig wordt: amt, raa• druppende goot: gmd• het lekt van de bomen en daken:

dhm, mar, nij• as het root (roet) geet vallen: hdb, hol,

nij• as de rook dale sleut: nij, rij• wit uitslaan van sommige oude

muren: blz, grb, has, olm, ols, rij, stw,vas, vol

• as de stroatklinkers wit goat uutsloan:dev

• as ’t drie nachen noa meka wit vrös:hdb, nij

• as de duurklinke begeet te pikken:amt

• als de mollen beginnen te smijten:dka, omm

• as de mollen “vrötten”: vol • de gaanzen komt terugge: nij• äs de temperatuur in de heugte geit:

nht, nij, rij, stp, vrz• olde wieven op schaatsen, dan krie-w

dooi weer (hdb)• het wearberich op de tv: nij• dat veul iej méár dan da-j ’t zeet: wrd

Mist, vorst in de kist (blz, hdb, olm, stw);het vrös niet zo hard of het wordt weerdooi (hdb).

124 125

Hoofdstuk 13 Winterse weertypes

Page 64: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

In het vorige hoofdstuk ging het om waterin bevroren vorm (ijs, ijzel, hagel, sneeuw),maar het eindigde met dooi. In dit hoofdstukgaan we verder met het (hemel)water datons in niet-vaste vormen tegemoet treedt:als mist of regen. Daarbij valt op dat er inhet dialect niet alleen gekozen kan wordenuit een weelde aan woorden voor bijvoor-beeld een regenbui (zo kan de zwaarte vande bui heel nauwkeurig uitgedrukt worden),maar dat er minstens zoveel manieren zijnom te voorspellen dat het gaat regenen. Eengoed hulpmiddel bij het voorspellen van hetweer, zeker op de heel korte termijn, zijn dewolken.Voor de beleving van de dialectspre-ker zijn in de eerste plaats de vorm en dekleur van een wolk van belang; die duidenimmers aan welk weer we krijgen. Metname bij onweer was het van belang om hetaan te zien komen: dan kunnen bijtijdsmaatregelen genomen worden, variërendvan met wiejweater en een palmtäkkieduur ’t huus tot weideschrikdraadappa-ratuur uitschakelen.

nevelig

daampig: amt, bab, dhm, gie, hel, sib,vas, vrh, whr, wrd; dampig: bat, daf,goo, hei, hol, ols, raa, sjk; doampig,daompig: vrz; deampig, daempig: bor,ent, glb, oot, rij, ros; daamperig: hev

groonddampig: amt; groonddempig:amt

nevelig: dev, dka, hdb; neavelig, naeve-lig: ens, stp

mistig: blz, goo, zwodiezig: gmd; duzig: kuidauwig: dkadunsig: schheiig: nij, olz, zwo

Vaak is hier geen bijvoeglijk naamwoord,maar een zelfstandig naamwoord opgege-ven:

daamp: dlt, ens, nij; damp: nijdempke: almgroonddaamp: alb, ssv, tubgroonddempke: amtgroondmist: ens; grondmist: has, hel,

kam, nht, nls, olm, omm, vol, wij, wingroondnevvel: hksleagen daamp, laegen daamp: los; legen

daamp: tublege mist: marmist: dltmistbaanken: nijnevel: nlskroepnevel: hdb, grbdauw: volwitte wieven: daf, omm

Het….

groonddaampt: almdaamt: stwdampt: emldauwt: blz, hol

D'r is grondmist vake noa een iete dag(has); de koenen loopt zonder poten inhet laand. Ok wel: de witte wieven bintop het laand (daf); doar haank negroonddaamp (alb); 'n daamp haankoawer de wear (dlt).

mistig

mistig: bab, bat, blz, bor, daf, dev, dhm,die, dka, dlt, eml, ent, gie, glb, gmd,goo, has, hdb, hel, hol, kam, kui, mar,nht, nij, nls, olm, olz, omm, oot, raa,rij, sib, sjk, stp, stw, vol, vrh, vrz, wan,whr, wij, win, wrd, zsl, zwo

daampig: amt, ens, hdb, hel, hks, los,mar, nij, omm, ssv, vas; dampig: amt,daf, die, dka, eml, gmd, nht, nij, raa,sjk, wij, win; doampig, daompig: vrz;deampig, daempig: rij, ros;daamperig: hks; demperig: amt

neawelich, naewelich: schdiezig: gmdklammig: nijmiezerig: heisloffig: nij

Het is een kleine wereld (alm, amt, glb,has, hdb, nht, nij, ols, tub, vrz); gienweer veur nieuwsgierige meinsen (hdb);

126 127

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweeren wolken

Page 65: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

slech vuur niegierige leu (amt); slechweer um te trouwen, weenig veroetzich(amt).

het mist

Het….

mist: algemeen; must: dkadaampt: ens, los, wrd; daamp: nij, rij;

damp: nijneawwelt, naewwelt: schzit dich: alm

N.B. Het is ook gebruikelijk om Het is….. tecombineren met een van de hierbovengenoemde bijvoeglijke naamwoorden, dus:Het is dampig, het is mistig etc. Zulkecombinaties zijn opgegeven voor: amt, bor,dhm, dka, glb, has, hdb, hev, mar, nls, ols,sjk, stp, stw, vol, vrh, wan.

De dauw trek oaver ’t laand (omm).

wolk

wolke: amt, bat, daf, dev, die, dhm, eml,ent, gie, gmd, goo, grb, hdb, hei, hel, hol,kam, kui, mar, nij, omm, rij, sch, sib, sjk,vol, vrh, vrz, wan whr, wij, win, wrdwolk: alm, blz, bor, dka, dlt, ens, los, tub,vas

schapenwolkjes

schoapenwölkskes, schaopenwölkskes:dlt, goo, hks; skoapenwölkskes, skao-penwölkskes: glb; schoapenwölkes,schaopenwölkes: alb, alm, rij, ros, vas;skoapenwölkes, skaopenwölkes: kam;schoapenwolkes, schaopenwolkes:tub; schoapenwolkjes, schaopenwolk-jes: die; skoapewolkjes, skaopewolk-jes: kui; schoapenwolkies, schaopen-

wolkies: dhm, olm; schoapewolkies,schaopewolkies: bab, hdb, sib, sjk,win, whr; schoapenwölkies, schao-penwölkies: hel, nij, ols, vrz, wij;schoapewölkies, schaopewölkies: daf,hdb; skoapewölkies, skaopewölkies:has, zwo; skoapewolkies, skaopewol-kies: blz, gie, stw, vol, wan; schoape-wöllekies, schaopewöllekies: grb; skoapewöllekies, skaopewöllekies:gmd; schööpwölkes: ssv; scheap-wölkes, scheapwölkes: amt; schape-wolkjes: dev

schööpkeswolken: bor, eml, hol, sch;Schöpieswolken: eml

schoapenwolken, schaopenwolken:alm; schoapewolken, schaopewolken:nls, stp

schööpkes an de lucht: dev; schaopkesan de locht, schaopkes an de locht: dka

scheapkes, schaepkes: dkaschöpkes: hev, losschöppies: raahamerslag: bat, mar, ols, rijwitte wölkies: nht

Een hamerslag an de locht (ens).

windstrepen

Lange , streperige bewolking

windstrepen: bat, nij; weendstriepen: rijwindstriemen: rijwindveren: amt, die; windvearen, wind-

vaeren: helwolkenstriep: ens; wolkenstriepe: amt;

wolkenstriepen: schwolkensliert: ent; sliert wolken: amtweerstriepen: amtreagenstreep, raegenstreep: vrzlange streep: volstrepen an de locht: amtstreperig an de locht: hev

Ook: een stet van ’n vleegmesien(Belgische), dan kanne de weg wiervenen (tub).

stapelwolk

dikke wolke: gie, hdb, vol, vrh, vrz, whrdikke wolk: ensgrote wolke: goo, grb, kui, mar, rij, sch,

sib, sjk, vrz, wingrote wolk: dltstapelwolke: die, hei, rij, wrdstäpelwolke: gmdstapelwolk: bor, has, tublappe an de locht: nht

wolkenbank

De donkere bewolking die laag boven dehorizon hangt.

wolkenbaanke: hdb, whr, wrd; wolken-banke: wij; wolkebanken: has

baanke: hdb, nij, sjk; banke: daf, kam;boanke, baonke: vrz

wolkenband: dev, nijbaand: gmd, nijwolkenloage, wolkenlaoge: wrddonkere eande, donkere aende: amtkantluchten: blz

D'r zit een baand an de lucht (gmd).

regenwolkje

Het wolkje bij zonsondergang dat regenvoorspelt.

reg(g)enwolke: olm, sjk, tubregenwölkien: has; regenwolkie: sibwolkjen: blz, devbalkien deur de zunne: voldubbele zunne: hdbnös: omm

De zunne kröp in ’t nust, wie kriegtregen (amt, bat, hdb, hev, mar, nht, nij,nls, raa, ssv); de zunne geet waterigonder (hol); een wölkien als een mans-and (kam).

onweerswolken

donderkoppen: bab, daf, gmd, hdb, kui,ols, sjk, vrh, wan, whr, wij, win; don-derköppen: hev; donderköppe: bor,glb, hel; doonderköppen: amt; doon-derköppe: hks, mar, rij; doonderköp:ens

donderwolken: bab, gie, kam, olm, olz,wij; doonderwolken: ens, vrz, wrd

schoer doonderwolken: vrzdonderschoer: omm, hei, nij, nls; don-

derskoer: has; doonderschoer: alm,dka, vrz; doonderschuur: vrz

donderbeuje: vol; donderbujje: grbonweerskoppen: hdb, hel, stw, zwo;

onweerkoppe: alm; onweersköppe:bor

wolken met köp: rosonweerswolken: blzzwoare onweerswolken, zwaore

onweerswolken: whronweersschoer: goo, nht; onwears-

schoer, onwaersschoer: dka;onweersskoere: kam

grommelköppe: eml, oot; grommelköp:ssv, tub, vas

grommelschoer: albkoppen an de lucht: batdoonkere wolken: wrdschwatte Wolken: schbest schoer: dafdik schoer: vrhschoer: ent, hei, hol, omm, raa, skoer:

nij, rijschip met zoere appels: dafD'r kump zwoor weer: onweer (gmd);

128 129

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 66: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

zwarte koppen an de lucht (dev); er zitgrommel in de locht (dka); d'r kump 'nschoer op (dhm).

betrokken

De lucht is……

betrökken: alb, alm, amt, bab , daf, dka,dlt, eml, gie, gmd, has, hdb, hei, hel,hol, nht, nij, nls, omm, rij, ros, sjk, ssv,stp, vas, vol, vrh, vrz, wan, whr, wij,win; betrokken: amt, bat, blz, dev,dhm, dka, glb, kui, los, mar, olm, ols,olz, oot, raa, sch, sib, zwo

betuut: hevbewolkt: dka, losdikke bewolkt: rijzwoar bewolkt, zwaor bewolkt: rijsomber: olmdicht: almdichtezakt: nijgries: mar

De lucht zit….

dichte: die, dhm, hdb, hks, kam, ols,stw; dicht: alm, ens, vas

De lucht……..

betrekt: algemeenbetrekt sick: emltrekt dichte: daf, die, dka, hev, nij, ols,

rij, wrd; trekt dicht: alm, alb, dka, nij,oot

zakt dichte: has, hei, nij, vrh; zakt dicht:nij; zakt dechte: gmd

knip dichte: kamslat dichte: stw; slöt dichte: gmdzet an: gmd, vrhzet sick: emlzet zich dicht: dkadikke locht: hev, rij

do(o)nker weer: dkagries weer: ommgrieze locht: ols

Het is donker in of an de locht (amt);het wordt donker, d'r komp een dikkebui'je an (nls); het wordt al aordig don-ker, het gaot vast regenen (kui); hetwördt zo dik in de locht (vas); de lochbetrek, het wil reagenen en mangs biwdoar wa bli'j met (mar); het wast aan delucht (los).

zwaar bewolkt

De lucht is …….

zwoar bewolkt, zwaor bewolkt: alm,bor, daf, dka, dlt, ent, gie, glb, has, hei,hel, hol, los, nij, nls, olm, ols, olz, rij,ros, sib, sjk, ssv, vas, vrh, wan, whr,wij, win, wrd; zwöör bewolkt: dev,kam; zwoor bewolkt: vrz; zwaarbewolkt: zwo

zwoar in de kop, zwaor in de kop: amtheel zwoar, heel zwaor: amtzwoar, zwaor: amt, hol, omm, vrz;

zwoor: gmdzwart: hks, mar, nijdonker: alb, bab, dhm, kam, sjk; doon-

ker: albduuster: amt, mar, ommoardig dicht, aordig dicht: blzdicht: alm; dichte: voldichtezakt: heihelemoal dichtezakt, helemaol dichte-

zakt: nijdichte betrokken: amthelemoal betrökken, helemaol betrok-

ken: hdbbetrökken: alm, eml; betrokken: amt,

schdik(ke): bat, has, hev, kui, nij, raa, rij;

dekke: gmd

erg bewolkt: goobewolkt: amt, tubpoesterig: ols

Doonker in de löcht (alb); duuster an delocht (mar); poesterig in de locht (ols),zwart an de locht (hks, mar).

De lucht is zo ziek, as ’n padde (blz);dreigende zwarte wolken los van elkaar:z.g. "grommelköp" (dlt); het is nog nooitzo duuster ewes of 't wodt wa wierlecht (mar).

Ook de vorm en de kleur van de wolkenkunnen een voorspellende waarde hebben:

Donderkoppen an de lucht voorspellenonweer (evenals ‘onweersvliegies’), ‘eendekke lucht’ duidt op regen. Soms blijftzo'n bui ook voor het water hangen.Skoapewöllekies brengen mooi weer(gmd); er komt een skip met zoereappels aan. Dan is er een zware bui opkomst (bab, bor, gie, kam, nht, nij, omm,vrh, wan, zwo); dikke locht: reagen,doonderköp: onweer, breuierig weer:onweer, de locht skoert: onweer (ens);donkere, geile luch, as de buje over deIessel kump kriege wie zwoar weer(hei); de lucht begint te warken(onweer), de lucht bluuit (has); koppenop de wolken is onweer, schapewolkjesis vaak regen (dev); doar zit köppe an delocht, het begunt te warken, het smeert,der zit nen donderschoer/donderbujean de locht, de locht wördt gelle (hdb);“der zit 'n schoer, zee Kloosterboer, derkomp niks van, zee Bongel-Jan, 't is ver-teerd, zee Kuier-Geert” (hdb); der zitkuppe an de loch, het schoert (amt);donderkoppen (donkere wolken, waarwitte koppen bovenuit komen) voor-spellen onweer en storm (bab, nls); as

het vaal an de loch zit krie-j hagel (bat);windveren – regen, schapenwolkjes -mooi weer, zwaar bewolkt -(onweers)buien (die); wat wordt hettoch duuster, doa komt grommel (dka);schaopewolken: aander weer op komst,wiendveren: bestendig weertype (stp)het schoert an de locht (nht); as de luchlege zit, krie-j vake reagen, as de luchwarkt krie-j onwear (nij); “het weer zetzich”: de wolken drijven bij elkaar en erontstaat een onweer (los); de lucht zetan, de lucht werkt (kui); hoch uptrek-kende Wolkentörne brengt ’nGrummelschur (sch); der zit grommel-köp (onweerswolken) an de locht (ssv);d’r hangt grommelköppe, d’r koomp ’nschoer (oot); schoapenwölkies: derdedag reagen (ols).

opklaren

opkloaren, opklaoren: algemeen; opklö-ren: dev, kam; opkloren: dka, gmd,grb, vrz; opklaren: zwo; upkloaren,upklaoren: eml, sch

ophelderen: dka, vrz; op-elderen: gie;uphelderen: eml

helder worden: alb, los, oot; helderderworden: stw

opknappen: gmdoptrekken: nij, ommbetter wörden: nij, rij

De radio hef better weer in ’t zinne(hdb); naor het weerbericht klöört hetop in de lucht (kam); de radio zeg da-wgood weer kriegt (tub).

onbewolkt

De lucht is …….

helder: alb, alm, amt, bab, die, dka, ent,

130 131

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 67: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

hdb, hei, hev, nht, nij, ols, olz, oot, tub,vrz, whr, wij, win, wrd, zwo; healder,haelder: ens; heller: ssv, vas; elder:gie, sjk

helder skone: kamskoon: blz, kui; skone: gmd, stp, vol,

whr; schone: nls, omm, raakloar, klaor: amt, bat, die, dlt, eml, ens,

ent, glb, hei, hks, hol, los, marzunnenkloar, zunnenklaor: schonbewolkt: dev, dhm, dka, goo, has, hdb,

hel, kam, nij, nls, ros, sib, vrh, vrz,wan, whr

strak: hel, ols, rijstrakblauw: hdb

glad: raaskier: glb

Helder in de locht (löcht, lucht) (ols, alb;wij); gien wolkie (olm); gien wölkie ande lucht (daf), gin wölkske an de locht(rij).

sterhelder

steernhelder: alm, alb, amt, bab, blz, bor,eml, glb, grb, hdb, hks, kui, nls, olm,omm, rij, ros, sib, ssv, tub; steernelder:gie, has, sjk, vol, wan; steernealder,steernaelder: gmd; steernshelder: daf,

steernselder: kam; steernenhelder:vrz; stearnhelder, staernhelder: dlt,hel, olz; stearnelder, staernelder: stp;stearnhealder, staernhaelder: rij, wrd;stearnheller, staernheller: vas; ster-renhelder: dhm, dka, whr; sterrenel-der: stw; sterneheller: dka; sterhelder:dev, olz

steernkloar, steernklaor: alm, bat, die,ens, goo, mar, nht, omm, raa; steerns-kloar, steernsklaor: ols; steernenkloar,steernenklaor: sch; stearenkloar, stae-renklaor: amt, hei, rij; starrenkloar,starrenklaor: hdb, hol, nij; stärren-kloar, stärrenklaor: daf; sterrenkloar,sterrenklaor: goo, los, vrh

helder stearenkloar, helder staeren-klaor: hel

kloarheelder, klaorheelder: enthelder in de luch: winzo helder as wat: wijhelder: daf, zwo

“Sterhelder” wordt niet gebruikt, wezeggen liever: 't is zo helder as wat(wij).

regen

reagen, raegen: alb, bat, bor, daf, dev,dhm, die, dka, dlt, ent, goo, hei, hel,hev, hks, hol, mar, nij, nls, ols, olz, oot,

132 133

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Kaart 30: onbewolkt. Het type kloar komt langs de zuidgrens voor, het type skoon hoort bij het noorden.

Kaart 31: (ster)helder. In vergelijking met het vorige kaartje is het type kloar in noordwestelijke richting

uitgebreid.

Page 68: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

rij, sch, ssv, stp, vrz, wij, wrd, zwo;reggen: hks, los, ros, tub, vas; regen:alm, amt, bab, blz, die, dka, eml, gie,glb, gmd, grb, has, hdb, kam, kui, nht,olm, omm, raa, rij, sib, stw, vol, vrh,wan, whr, win

Het is nattig (nij).

Het regent af en toe.

…mangs: alb, bor, dka, dlt, grb, hol, nht,nij, ols, ros, ssv, tub, vas; …manks:dhm;

…mongsmoal, mongsmaol: vrz…bie zette: ens; …of en toe: bab, bat,

daf, ent, hev, olm; …af en toe: dev;…oaf en toe, aof en toe: kam; …af entoo: amt, sch; …of en too: dka, dlt,ens, glb, goo, olz, oot, wrd; …of en tou:vrz

…noe en dan: alm, dka, vrz; …noew endan: wrd; …now en dan: glb, kam

…zo of en toe: hel…zo no en dan: hks; …zo nou en dan:

blz, die, has, hdb, hol, rij, sib, vol; …zonow en dan: kui, los, oot, sjk, stp, stw,vrh, wan, whr, zwo; …zo non en dan:dka, gie; …zo noe en dan: amt, daf,ens, hei, nij, ols, raa, wij, win; …zonoew en dan: alm, hel

Het is mangs wat nattig (hdb); het mie-gelt of en toe (olm).

Er komt regen als….

• de zwaalven leeg vleugen: alb, amt,bab, blz, bor, dhm, die, dka, ens, ent,gie, glb, gmd, grb, hdb, hel, hks, hol,kam, mar, nht, nij, nls, omm, rij, sch,sib, tub, wan, wij, wrd

• er zeemeeuwen boven het land vlo-gen: dhm,nls

• de meeuwen (Sluziger kippies (stp))der bint: blz, stp

• de hoesdoef röp: ens, die, glb, omm,stp, wij, vrh, wrd

• de krein (kraaien) zo schreeuwt: bat,hdb

• de pauwen schreeuwen: die, dka, nij• de hennen zo schreeuwt: mar• de hane kreait: nij• de koekoek an een stuk deur röp (hij

wil water op de sta(ar)t hebben): alm,goo, hdb, stp, stw, win

• de gieteling (merel) giet zingen: hdb,wrd

• de spechte lacht: alm, amt, nij, omm• de eanne oonder het water skeet: hks• de katten zich wast: hks• de Hund stinkt: sch• de honden gras eten: dhm• de geiten bleert: hdb, sib• geiten die lös rondloopt vut rent en

stoeft: hdb• de Koie an het bissen binnt: sch• de beest amoal ene kant oet stoat: dka• de koeien mit de start noar de wiend

stoan: blz, zwo• de koo an het droad stoat: tub• de koeien met een gebogen kop stoat

en een grommend geluud maakt: nij• de beesten onder een boom goat

stoan: glb• de slakken kroept: bab, hdb, nls, stw,

vrz• de pädden kroept: ols• de vliegen stekt: ens, hdb, kam, nht,

nij, omm, rij, whr• de muggen dansen: die• de pieren noar boaven koompt: hks, rij• er molshopen komen: dhm• het jappelblad aanders umme giet lig-

gen: hdb• de blaadjes aan de bomen de onder-

kant laten zien: nls• er aan het blad van de aronskelk een

drup hangt: vol• de bosanemomen zich sluiten: wij• de pinksterbloemen zich sluiten: wij• de dannappels too goat: amt• de moane op de rugge lig: amt, hdb,

hev• de moane ’s morns dichte zit: nij• de zunne in 't nös kröp: bat, kam, nij• de zunne stekt: nij• de wind noar het zuudwesten geet

(krimpende wind en uutgoande vrou-wen bint neet te vertrouwen): hel, rij

• de wiend krimpt (krimpen is tegen dezon indraaien): stp

• de wiend geet liggen: alm, amt• skossteindaamp dale slöt: hks, nij, sch• je het roet könt roeken in ’n skoar-

steen: nij• ter hamerslag (kleane wölkies) an de

loch zit: hks• visschubben an de locht komen: hdb• je zo blauw in de bos kiekt: hdb• de potlander vloere nat worden: hdb,

nls• de vloeren in de skure of stal vochtig

blieven: kam, nls• de likdeurn stekt: nij,tub• het zoalt nat wör: ens• sloten en aofvoerputten stinken: goo,

kam, nls• je de Regge könt roeken: nij• de woonwagens goat trekken: hdb, nij

Verschillende van die wijsheden hebben zichvertaald in weerspreuken:

• röp de holtdoeve menig keer kriegenwi'j ander weer: vrh.

• morgenrood, water in ’n sloot: amt,bor, dhm, glb, grb, los, nij, nls, raa, vol,vrh, wan, whr, wij

• de moanesikkel op de rugge mornwater op de brugge: amt

• ’n kringe um de maone, binne drie

dagen biester wear: nij (Maar: ’nKringe um de maone stit de landmanan (!) (nij))

• kring um de zunne, kriet vrouw enkinder um: nij

• kring om de zon huilen vrouw en kin-deren om, kring om de maan het zalnog wel gaan: raa, vol

• een kring om de zon brengt water inde ton, een kring om de maan 't zalvergaan: dhm

• schoapkes an hemmelraand brengtwater in het mulle zaand: los

• heel de lug vol schuppies bin dreedaagn druppies: raa

• hamerslag gif reagen, ’n earsen, twee-den of darden dag: nij

• viskeschubben en hamerslag, wiekriegen reagen morgen of met dederde dag: amt

• schubben als een vis, binnen driedagen regen gewis: omm

Andere voortekenen van regen of weersver-andering in het algemeen:

• ’s morgens tegen half acht de lucht inhet oosten rood en gekleurd (geenronde zon dus) prachtig gezicht: tegeneen uur of elf regenen: wan

• verandering van wind, als de rookneerslaat, als de rook recht op trekt,komt er koud weer. Allemaal lageluchtdruk - slecht weer: nls.

• de maone zit er poesterig: dan zit erregen of sneeuw in de lucht: win

• bij een kreenk um de moan: ens, glb,los, nij

• je kriegt regen, de wind is lege an:omm

• wie kriegt reagen, want der valt rootop de plate: hks, nij

• bij scheupwulkskes an de locht: amt

134 135

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 69: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Geeze had as kind altied koene ehoed,was dus de hele zommer in het veld.Toen ze old was, worden heur road vakevroagd, veural in de heujtied. “Geeze,wat kriege wi-j veur weer?” “Wi-j kriegtregen, want de kraaien gaait zo” (gaaienis onderling geschreeuw tussen kraaien)(hdb); “lig de moane op de rugge, danmut de boer oaver de brugge” (wanneerer vriezend weer of slecht weer is bijhet eerste kwartier, dan houd je datweer tot de volle maan - hoog water,dan over de brug) (hev).

Wanneer blijft het regenen?

• als koeien tijdens regen blijven gra-zen: alb, bab, die, tub

• als de koeien bij regen blijven door-grazen komt er langdurig regen, bijeen korte bui blijven ze bij elkaarstaan “met de kont in de wind”: wij

• as de koenen met het gat noar deregen goat stoan: hdb, nij, rij, stw, vrh

• als de koeien bij elkaar drommen inde wei en niet vreten: gie

• as de hoonder boeten bleven: alm,amt, bor, dka, dlt, ens, glb, hdb, nij,raa, vol, vrh

• as de hoonder in reagen boeten bleeft,gif het een aovendreagen: hks, ssv

• as ter bloäsker op de plesse stoat: dka,mar, nij

• bollenogen op het water, maen rea-gent het wear!: hel

• een hane die nog late op de dag kreijtin de regen is een teken dat het deandere dag ok regent: hdb

• zunneskien en reagen, morgen waerreagen: nij

As de beeste skuult vuur ’n reagen danis het nen buuj; blieft ze in ’n reagenlopen, dan is het ’n dag reagen. Zo ok

met de hoonder. As de hoonder noarbinnen hengoat, krie-j ne buuj (ens).

Maar: als koeien bij regen met de kontnaar de wind in een hoek staan, wordthet droog (bab).

motregen

motregen: alm, amt, bab, bat, daf, dev,dhm, dka, dlt, eml, ens, ent, gie, glb,gmd, goo, has, hdb, hei, hel, hev, hks,hol, kam, kui, los, mar, nht, nij, olm,ols, olz, omm, oot, raa, rij, sib, sjk, stp,stw, tub, vas, vol, vrh, vrz, wan, whr,wij, wrd, zwo

mootke: dka; motken: dka; motke: rosfienen regen: amt, die, dlt, ens, mar;

fiene regen: grb, hdb, los, nht, nij, sib;fien reagen, fien raegen: nij, rij; fienregen: alm

smot: amtmiezerige reagen, miezerige raegen: olsmieselreagen, mieselraegen: sch miezer: ensstofregen: alb, amt, dka, ens, hks, los,

mar, nls, olm, rij, ssv, stp, vrz, winstoefreagen, stoefraegen: mar

De cursieve druk van regen betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘regen’, p. 133-134.

Het…….

motreagent, motraegent: amt, bat, daf,dhm, dlt, ens, glb, goo, hei, hel, hol,los, ols, olz, oot, zwo; motregent: blz,gie, nht, nls, raa, rij, sib, sjk, vol, vrh,wan, whr, wij, win

mot: alm, amt, daf, die, dka, gmd, goo,hel, nij, sjk, vrz, wrd

smoet: amt

motket: dka, dlt, ros, ssv, vasmottert: alm, dev, ent, nijmiezert: bab, blz, has, hdb, kam, kui, nls,

ols, stwm, wij; miezelt: schmiest: bor, ensstofreagent, stofraegent: alb, dka, ens,

hol, vrzstöf: ommfisselt: emlzort: hevdruppelt: kam

Wi-j hebt een fiene regen (grb); heelfijne motregen (nls); noarderstof kloarthelder op: wördt ezegd as der fiene rea-gen uut het noarden komp (nij).

regenbui

regenbuje: amt, bat, dev, dhm, ent, glb,goo, grb, hei, hel, hev, hol, kam, nht,nij, ols, raa, rij, sjk, stw, vrh, vrz, wan,wij, wrd; regenbuuj: bor, ens, ros;regenbujje: daf, eml, gmd, has, hdb,mar, omm, whr, zwo; regenbuj: alm,alb, dka, hks, olz, oot, ssv, vas; regen-buie: bab, die, nls, kui, nij, olm, sib,win; regenbui: alm, amt, blz, dka, dlt,glb, los; regenbeuje: gie, stp, vol

regenschoer: eml, sch, tub

De cursieve druk van regen betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘regen’, p. 133-134.

lichte regenbui

buujke: bor, goo; bujke: alm, mar, tub;bujken: ssv, vas; bujgie: daf, eml, grb,omm, vrh, whr; bujgien: ols; buike:amt, glb; buigie: bab, nls, olm;buigien: kam, vol, vrz; buitje: alm;buitjen: blz; beujke: hks; beugien: vol

regenbuigien: haslicht bugie: wan; licht buujgie: hei; licht

bujke: hol; licht bujgie: nht; licht bui-gie: nij

lichte bui: eml, sjk, zwolichte regenbui: amt, dlt, oot, sibkleen buujke: rij; kleen buiken: dka;

klean buke, klaen buke: amt; kleanbuujgie, klaen buujgie: nij; kleanbujke, klaen bujke: hol; klein buujke:bat; klein buujgie: raa; klein bujgie:hdb; klein buigien: kui; klein beugie:stp; klein beugien: gie

heanig buujke, haenig buujke: rij; hea-nig bujke, haenig bujke: alb; heanigbujgie, haenig bujgie: hel; heanig bui-ken, haenig buiken: ent

buie veur de stof: win; buje veur hetstof: sjk; buutjen tegen de stof: dev;buujke vuur ’n stof: bor, ens; buujgieveur het stof: hei, wij; bujgien veurhet stof: kam, ols

zacht buujke: wrd; zacht bujke: hol;zacht bujgien: gmd

pisbuujgie: wijmuggenpissen: vrzsnisterbujje: ommregentien: kamzacht regentie: hdbbettie regen: dhm; bettie reagen, bettie

raegen: nij; betje regen: die; betkereagen, betke raegen: dka, los, ros

spetterregen: ommsputterieje: amt, rijlichtet schoer: schgodder: vrzguddertie: vrz

De cursieve druk van (regen)bui betekentdat de klankvorm van dit woorddeel nietnader is gespecificeerd; zie daarvoor hetlemma ‘(regen)bui’, p. 133-134.

136 137

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 70: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Het regent…..

een beetjen: blz; een betie: nls; eenbetien: stw; een betke: dka; een bet-ken: sch; een bettien: win;

moar een betien, maor een betien: gie;mar een bettie: hdb

mer een klean bitke, mer een klaenbitke: dlt; mer n’ klein beetje: rij

een fitjen: enteen paar druppels: sib; een pa dreup:

vaseen sputterke: almeen ströpke: dltwa: dieluk: losamper: daf, hasiets: albmär iets: vrzheel iets: gooietsies: vrhmear heel weinig, maer heel weinig: olzmar eel weinig: volmar weinig: heiniet veule: kamhoaste niet, haoste niet: bab

Het….

smeert een betie: whrsputtert een betje: amt, rijsputtert iets: vrzsputtert: daf, holpiezelt: zwostipt: emlfisselt: emlstofreagent, stofraegent: stp

Het regende zo weinig; toen de druppelsan de grond kwammen waren ze alweer op-edreugd (dev); d’r kump nietveule van, de grond is kraamp-an nat(nls); jie kunnen de regen wel griepen(blz); het sputtert een bietje, het breg

nig wat an, het is niks weerd, het is nesputterie (amt); het komt niet an dewörtel (wan); het is slof (omm, rij); ’nstof is d’r of (oot).

zware regenbui

zwoare regenbui, zwaore regenbui: blz,dlt, goo, hol, mar, nht, olz, oot, ros, sib,ssv, wrd; zwöre reagenbuje: dev

zwoare bui, zwaore bui: alm, die, glb,hel, los, nij, sjk, vas, win, zwo; zworebuje: vrz

dekke zwore bujje: gmddikke bui: dhm, eml, gie, has, hdb, hei,

hel, kui, nij, omm, stp, stw, vrh, wan,whr

beste bui: bor, rijplensbui: amt, dka, ens, grb, hdb, nij, olsstörtplensbujje: dafstortbui: bab, bat, blz, ols, raa; störtbui:

amt, daf, hks, kam, wijstortreagen, stortraegen: ensharde bui: los; arde beuje: volfikse buje: rijgrote buje: raahoosbujje: hdbkatteregenbuje: rijkletterbuuj: enszwoare schoer, zwaore schoer: tub;

zwoar Schoer, zwaor Schoer: emlreagenschuur, raegenschuur: vrzschoer: ent, vas; skoer: enszwoar weer, zwaor weer: dkawolkenbrökke: ens

De cursieve druk van (regen)bui betekentdat de klankvorm van dit woorddeel nietnader is gespecificeerd; zie daarvoor hetlemma ‘(regen)bui’, p. 133-134.

Het….

stortreagent, stortraegent: amt, bat, dev,

ens, glb, hol, nij, olz, stp, wrd, zwo;stortregent: bab, blz, gie, has, olm, raa,sib, stw, wan; störtreagent, störtrae-gent: daf, goo, ols, wij; störtregent:eml, nht, rij, sjk, vol, whr

göt: alm, amt, ent, gmd, grb, hdb, hel,nls, omm, oot, vas, vrh, vrz, wij

goest: ens, omm, rij, wijheujert: hkshoost: nijplaschet uut de locht: vrzplenst: dka, los, nijpleert: alm, amt, holsmakt: ols, vrz

gasket: marbaschet: vrzbasket oet de locht: rosvalt met bakken: dkakomt met bekke oet de locht: rij

Het regent……

onmunig hard: nijalderbassend hard: nijhard: dhm, die, dlt, nij

Het reagent dat het goest oet de locht(ens); het spuit de lucht uut (kam); het

138 139

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Kaart 32: (regen)boog. Boge hoort vooral bij het noordwesten, maar komt in het zuidwesten ook wel voor,

boog hoort bij Twente en Noordoost-Overijssel. Boag(e) is in Salland en in het zuiden te vinden.

Page 71: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

kump met bakken uut de lucht, d’r iseen smak reagen evallen (hei); het rea-gent at et smakt (vrz); het spoelt van deregen (kui), het regent ossenoagen uphet water (eml); ’t reagent, ie könt derwè ’n fiets teeng an zetten (nij); beswear veur de late kikkerties, dan köntzo nog ’n stat kriengen (goed weer voorde late kikkertjes, dan kunnen zo nogeen staart krijgen). Det zeaden ze, ashet völle reagenen (nij).

regenboog

regenboagen, regenbaogen: alb, eml, hel,los, mar, ros; Reagenboggen,Raegenboggen: sch; Regenbogen: eml;regenboage, regenbaoge: die, goo, has,hei, nht, nls, ols, rij, stp, wij, zwo;regenboge, regenboge: bab, bat, daf,dev, gie, gmd, hol, kam, kui, nij, olm,sjk, stw, vol, vrh, wan, win; reagen-boag, raegenbaog: ens, hel, tub; regen-boog: alm, amt, blz, bor, dhm, dka, dlt,ent, glb, grb, hdb, hks, nij, olz, omm,oot, sib, ssv, vas, vrz, whr, wrd

onweersbui

onweersschoer: ent, goo, los; onwears-schoer, onwaersschoer: dka

donderbuje: dev, dhm, grb, ols, stw,wan, wij; donderbujje: daf, hdb, mar,omm, whr; donderbuie: kui, olm, vol;donderbui: blz; donderbeuje: vol;doonderbuje: rij

donderschoer: amt, hel, bor, olz, raa,win; donderskoer: has, glb; doonder-schoer: alm, amt; doonderschuur: vrz

grommelschoer: dka, dlt, oot, ros, ssv,tub, vas; grommelskoer: ens, nij;grömmelschoer: alb, eml, sch

schoer: bat, daf, dhm, die, hdb, hei, hol,nij, ols; skoer: hks, nij, rij, wrd

zwoarwearbeuje, zwaorwaerbeuje: stpzwoor weer: gmdonweersbui: blz, daf, dhm, giem, gmd,

goo, grb, hdb, hel, kam, mar, nht, nij,nls, raa, sib, sjk, vrh, vrz, wan, whr,zwo

De cursieve druk van onweersbui betekentdat de klankvorm van dit woord niet naderis gespecificeerd; zie daarvoor de lemma’s‘bui’, p. 137, en ‘onweer’, hieronder.

Een onwearsbuje brengt zien eagenwind met: met een onwearsbuje kumpde wind vake van verskillende kaanten(nij).

onweer

onweer: alm, bab, blz, dev, dka, ens, ent,gie, goo, grb, has, hdb, hei, hol, kam,kui, nij, nls, olm, ols, omm, raa, rij, sib,sjk, stp, stw, vol, vrh, wan, whr, wij,win; onwear, onwaer: daf, dhm, glb,hel, mar, nht, nij, olz, rij, wrd; on-wjear, onwjaer: vrz; Unweer: eml;Unwear, Unwaer: sch; onneweer: hks

onweersbuje: batgrommel: dka, dlt, oot, ros, ssv, tub, vas;

grömmel: albgrommelbui: dkagrömmelschoer: schschoer: bat, dhm, die, hev, los, ols, hol;

skoer: ens, rij, wrddoonder: alm, bor; donder: stwdonderbui: blz; donderbujje: daf; don-

derbuie: die, nijdoonderschoer: ent; donderschoer: amtzwoor weer: gmd; zwoar weer, zwaor

weer: stp

Het ……

onweert: alm, amt, bab, blz, daf, dev,dka, ens, ent, gie, gmd, goo, grb, has,hdb, hei, hel, kam, kui, nij, nls, olm,omm, raa, rij, sib, sjk, stp, stw, vol, vrh,whr; onweart, onwaert: dhm, nij, olz,rij, wrd; onwjeart, onwjaert: vrz;onneweert: hks; unweert: win

doondert: alm, amt , bor, ens, mar; don-dert: bat, blz, daf, dev, dhm, die, dka,glb, goo, grb, hdb, hei, hol, nht, nij, ols,raa, rij, sib, stw, vrz, wan, wij, zwo;dundert: hdb

grommelt: dka, dlt, ens, los, oot, ros, ssv,tub, vas; grömmelt: alb

schoert: amt, hev; skoert: wrd

’t Weer is hemoa op ’m biester, ’t weeris kats op ’t rebat (helemaal van streek)(amt).

At onweer te spraoke koomp muk aajt’n 70 jaor terug denken. Neust onswoonden Hennechum en Jannemeuj(zuster van moo) met veer keender.Hennechum har ne manufacturenwin-kel en gung daags met ’n pak op ’ntransport ’n boer op. Oonder meka harwiej wil um de snelheid woarmet ’n

140 141

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Règenboage

De duust’re donderwolken drieft tesa-men,En stapelt zwätte kop op zwätte kop,Ik slute één veur éne alle ramen,De mussen moffelt zich weg in klimop.

Het wolkendek wordt zeutjesan com-pacter,Geluden raakt geluudloos in de machtVan ’t onweer en het kump mien veuras zakt erDe onvoltooide dag weg in de nacht.

Van verre kump een windvlage vertel-len:“Blief thuus”! De blaaien ritselt an deboomDe blomen buugt bedeesd mee op hunstellen.De donder dreunt deurdringend, moarnog loom.

Dan volgt op bliksemstroalen häddeklappen.Of een rebelse reus ons wakker röp.Zo’n woesteling, dee met heel zwörestappen,gebelgd oaver de zolderbalkens löp.

Het règenwater klatert noar benejen,Göten en putten könt het nauw’lijks an.Moar al het leed is ook weer gauw ele-jen,Want zee, de zunne kump d’r al weeran.

De eerde hef zich bärstensvol ezoagen,Een geet’link fluit al weer, hef rust nochduurEen vlinder fladdert noar een règenboa-ge,En ik ….. ik stoa versteld van Godsnatuur.

Wim Lubberding (dev).

Page 72: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

eum zich verplaatsen. Hee fietsen zoase leup. Heanig an mar wa störig vedaan.Jannemeuj was bang veur onweer,Hennechum neet. Toen ’s nachts de eer-ste flitsen kwamen en ’t in de wiedegrommelen was Jannemeuj a wakke.Hennechum har de kilometers vanTubbege, Vasse, Mander nog in de beenen sleup, bleef slaopen.Jannemeuj maken em wakke en tehooplusterden ze noar ’t geweld en zaggen ’tsloapvertrek lech wörden. Jannemeujwol der oet mar Hennechum dommelena weer in tot de meuj biej nen hardenslag zee: “Hennek, heur toch is wat neklap”, woarop ’n eum zik röstig umdrei-en en met de rug noar eer to zee: “zon-nen harden zal der wa neet wierko-men.”’t Moet zich rond 1920 hebben afge-speeld, maar als in de familie iemand(te) ongerust is wordt nog gezegd: “zon-nen harden zal der wa neet wierko-men”.(G. Brouwer (alm))

In sommige plaatsen wordt gezegd dat, alshet na enige tijd wéér gaat onweren, hetonweer terugkomt, omdat het niet over eenwater of een berg kan. Zulke obstakels zijn:

• de Lende: olm• de Woldbaarg: stw• de Beulaker: gie• de Aovelterbarg (Havelterberg): gie• Staatsbos: stp• de Voorst: vol• de Zuiderzee: blz, gmd, vol• den Iesselt: bat, dev, hei, ols, raa, win,

wij, zwo• de Vechte: omm, sch• de Regge: omm• Lemelerbarg: bab, daf, hei, nls, omm• de Holterbarg: bat, nht

• Sallandse Heuvelrug: whr, wij• de beulten van de Lut: ros• de Kuiperberg in Ootmöske: dka, oot, ssv• ’n Tutenbearg: vas• Twickel: amt• de stad: alm• kanaal Almelo-Nordhorn: alm• Twente-kanaal: amt, goo• Gilhoeser (Gildehauser) berg: dka, dlt,

glb, los• de Wieler (Wilsumer) barge: grb, hdb• Bempschen Berge: sch• ’n Istenberg: sch• Saamerott: sch

Het onweer komt terug tegen het water:de voormalige Zuiderzee, nu het rand-meer. Het verschijnsel is dan ook hardafgenomen sinds de inpoldering (gmd);voor de droogmaking van de Zuiderzeebleef de bui soms “in zee hangen” (blz);de bui kwam hier niet terug, bleef welhangen voor de Voorst (hoogste puntvan Vollenhove) als de bui uit het oostenkwam. Een bui uit het westen bleef vaakboven de Zuiderzee hangen (vol).

De buie blef hangen, hij kan niet overde Lemelerbarg kommen, hij blef veurde Lemelerbarg hangen (nls); hij kantegen de Lemelebärg an botsen en danweerumme kommen, en dan zegt ze ok:hij kan niet oaver de bärg hean kom-men (daf); de Lemelerbarg nemp hetonweer niet an (bab); het kan niet overde (Lemeler) barg kommen (vrh); hethangt tegen ’n barg (Lemelerberg), tegende Vechte of de Regge (omm).

De buj blif veur het knaal (Almelo-Nordhorn, afmeting van een flinkesloot) hangen (alm); de buj koompterug. Hee hef ziene eigene wind (trektzelfs tegen de heersende windrichting

in) (alm); het onweer wil nit over destad (alm).

Het onweer keumt terugge, het wil nieoaver het waoter (Twentekanaal) (amt);men zegt dat als het onweer over deHerikerberg komt dat het een zwaaronweer wordt. Men zegt ook: het komtterug omdat het niet over de zijtak vanhet Twente-kanaal kan (goo); hetschoert weerumme, het kump weerum-me, het wil nich oaver ne bos hen(Twickel) (amt); as aover de Neiske berg(Needse berg) geet, da krie-je zwaorweer (hev); onweer wil niet over deWielerbarg (hdb); het kan niet over debergen komen: Sallandse heuvelrug inhet westen (whr); de buj komp van niejswie, hij kan nich oaver ’n Tutenbearg(vas); datt Grummelschur kümp nichoewer dee Bempschen Berge (sch).

Nijverdal is zo'n plaats, maar dan netandersom. Meestal zeggen de mensende buje (of het onwear) kump ’n barg (ofde Regge) nie oaver. Ma a-w het hierkriegt, dan is ok geliek barre. As hetlange dreuge is ewes en het begint dan’n kear te skoeren, dan zie’j an allekaante um Nijverdal hen dikke wolkenhangen, ma net boaven Nijverdal nie.De luu an de aandre kaante van ’n barg(dus in Hoarle) zegt dan ok vake det debuje trugge kump (nij).

Waaraan is te zien dat het gaat onweren?

• als er koppen an de lucht kommen:alm, amt, blz, daf, dev, dhm, die, ens,ent, glb, goo, has, hdb, hei, hks,kam,nij, nls, oot, raa, rij, stp, vol, vrh, vrz

• donderwolken of zgn. kaantlochten:gie

• donkere, dreigende wolken: alm,

omm, vrz, whr• het lechten in de wiedte: alb, amt, blz,

daf, dka, ens, grb, kui, mar, nht, nls,ols, sib

• het rommelt in de verte: dka, nls, vol• breuierige temperatuur: amt, ens, hei,

ols, omm, stp• zwarte lucht: wrd, zwo• donkere lucht: hel, mar,wan• dreigende lucht: grb • aan het geel langs de lucht: dhm, hel,

rij, wrd• de lucht bluuit: sjk• het betrekken van de lucht: blz• het wordt duuster: amt, tub• ett trekt düstere Wolken up: sch• het wördt bladstille en (pik)donker:

hdb• as de beasten begin te biesen: amt• as de zwaluwen leeg oaver de grond

scheert: amt• als de onweervliegies komt: amt, hdb,

nij, rij• met schaggerij (stekende mugjes)

keumt ne schoer: amt

Koppen op de wolken als een bloemkool(kam); der koomp ’n schoer opzetten, ’tzwelt al (ssv); gauw de melk kokken,wie kriegt onwear, aans wördt ze zoer(melk wördt earder zoer as ’t onweart)(nij).

Soms kan met onweer in de winter het weerin een later jaargetijde voorspeld worden:

• as de bliksem slöt in ’t dorre old wordtde zomer nat en kold: has

• als donder op het kale holt breg eenzomer nat en kold. In tegensproakdoarmee: As ’t dondert deur de kalebomen zal d’r een mooi veurjöör kom-men: dev

• donder in ’t kale woud, gif in ’t veur-

142 143

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 73: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

joar kil en in ’t noajoar koald: nij• onweer in ’t kale hoalt gef ’n veurjoar

nat en koald: alm, nij• as ’t dondert in ’t käle holt wordt ’t

veurjoar nat en kold: wij• onweer in de kale böme, gif nat joar:

dhm• dondert deur de kale boom, een nat

veujaor: raa• onweer oaver kaele booms gef een nat

zomer: stp• ’n nat vuurjoar at [als het] doondert in

de kale beume: rij• gedonder in de kale beume gif slech

weer: nij• ne donder in het kale hoolt, da gif ne

slecht jaor: hev• het dondert in ’t kale holt, een vrogge

winter: ols• donder in het kale hoolt dat heugt nog

lange an jong en oold (in de winter):hev

• donder op naakt hout dat gedenkt nogjong en oud: los

• as ’t onweert in ’t zoare (kale) hout,krie-j een veurjoar nat en kold: bab,whr, wij

• onweer op het dreuge holt gef zesweken guur en kold: olm

• grommel oep nen zoaren toog [dorretak], het hele joar reagen genoog: dlt

• grommel op nen zoaren toog, het helejoar water genoog: ssv, tub

• naoweer schoer op nu kale toog gefhele jaor reagenboog: hev

• doonder op nen kalen toug, het helejaor water genoug: vrz

• grommel in mei, grös in de wei: ssv• een vrog onweer een geil karkhof: bab,

nij• woar het eerste schoer hen trek in het

vuurjaor doa goat ze ommoal hen datjaor: amt

• wao de beujen ien ’t veurjaor langes

gaot, gaot ze het iele jaor langes: stp

Donder in het kale holt gif een veurjoarnat en kold: als het onweert in de win-ter krijgen we een nat en koud voorjaar(wij); donder in de kale beume, dan kre-j ’n geilen karkhof (dan goat der ’nboele dood) (nij).

Andere uitdrukkingen met onweer:

• de zomer komt en giet met onweer(vrh)

• de bujje hef zien eigen wind (hdb)• vrogge bedelaars en onweer komt

oaverdag nog es weer (ols)• onweer zuvert de locht (stw)• mens en dier staat verwonderd, al de

God der Ere dondert (Ps.29) (stw)

bliksem

bliksem: bab, bat, blz, daf, dev, die, dka,dlt, ent, gie, goo, grb, hei, hel, hol, los,nij, olm, ols,

omm, oot, raa, sib, stw, vrh, wan, whr,wij, win, wrd, zwo

bliksemschicht: losblitz: schlöchen: alb, alm, ent, mar, tub, vas, vrz;

luchen: hdb, nht, nij; lochten: olm;löchten: bor, dlt, oot, ros, ssv, vrz;luchten: daf, dka, los; lechten: gmd;lichten: daf, has

löchte: wrdlocht: wan; löcht: amt, hol; lucht: dhm,

glb, nls, sib; leucht: hev; licht: hdb, sjkLöchend: emllöchting: ens; luchting: hdb; löchtige:

mar, rij, vrz; leuchtige: rijlöchse: hksweerluchen: nij; weerlicht: blz, grb, volweerlucht: kuileuchtschicht: amt

schicht: kamstroale, straole: kamhemelvuur: nij

Het …….

locht: olm, stp, wan; löcht: alm, amt, bat,bor, die, dka, dlt, ens, ent, hks, hol,mar, oot, ssv, tub, vrz, wrd; lucht: bab,daf, dhm, dka, glb, grb, hei, hel, los,nht, nij, ols, omm, wij, win; leucht:amt, lecht: gmd; licht: blz, daf, dev, has,hdb, kam, sjk, vol, vrh, whr, wij

löchet: rij; leuchet: rijlöchent: alb, vas, ssvbliksemt: blz, dev, dka, dlt, gie, glb, goo,

nls, olz, oot, raa, sib, sjk, whr, zwoblitzt: schflitst: kui

Pielders (pijlen): recht naar beneden(hdb, sib); ’t pielt recht noar beneden(ols); beste pielen (nht).

144 145

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Kaart 33: (de bliksem) slaat in. De klinker van het werkwoord is op dit kaartje weergegeven. Naast het

algemene slöt is er slat in de Kop (langs de grens met Drenthe) en in Noordoost-Twente.

Page 74: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

De bliksem……(tegenwoordige tijd)

sleut in: alb, amt; slöt in: alm, amt, bab,bor, daf, dev, die, dka, ens, ent, glb,gmd, goo, grb, hdb, hei, hel, hks, hol,mar, ols, olz, omm, oot, raa, rij, sjk,ssv, vol, wij, win, wrd, zwo; sloat in,slaot in: blz; slot in: los; slat in: dka,gie, olm, sib, stw, vrz, wan, whr; sletien: stp; sleit in: vrz

’t Hef in-esloan (hol); het knapt d’r in(dka).

Als het gaat om licht in de verte, waarbij dedonder niet hoorbaar is, kan worden gezegd:Het (weerlicht)…..

lucht in de vearte, lucht in de vaerte:dhm

löcht in de verte: dkalucht in de veerte: hdb, ommweerlicht: algemeenwearlicht, waerlicht: algemeen

Weerlicht: zonder donder (hdb).

Deze woorden kunnen ook in de betekenis‘(het) bliksemt, (het) onweert’ wordengebruikt.

Als onvervoegd werkwoord (infinitief)komen verder nog voor:

hitslöchten: dltwarmteluchten: kui

donderslag

donderslag: bab, blz, daf, dev, dhm, gie,glb, goo, hei, hel, hol, kui, nij, olm, ols,olz, raa, sib, sjk, stw, tub, vol, wan,whr, wij, win, zwo; doonderslag: alm,amt, bor, dka, ens, ent, hev, hks, mar,

oot, rij, vrz, wrd; doanderslag,daonderslag: amt, rij; dunderslag: grb

onweersslag: has, hdb; onwearsslag,onwaersslag: hdb

slag onweer: daf, gmd, nls, stponweersklap: has; onwearsknap, on-

waersknap: dkagrommelknal: dkagrommelknap: dlt, ssv, vasslag: amt, hdb, kam, olsklap: alm, kam, omm, vrhknap: ens, hel, los, oot, raaknappert: amt, die, dka, mar, nijlösse slag: nlsschworen Grummel: schGrummelslag: eml

Het……….

dondert: bab, bat, blz, daf, dhm, die, dka,gie, glb, goo, grb, hdb, hei, hel, hev,hol, kui, nht, nij, olm, ols, omm, raa,sib, stw, vol, wan, whr, wij, win, zwo;doondert: alm, amt, bor, ens, ent, hks,mar, nij, olz, rij, vrz, wrd

grommelt: dka, ens, los, oot, ros, ssv,tub, vas; grömmelt: alb; grummelt:sch

onweert: dev, gmd, has, hdb, hei, hel,kam, nls, omm, sjk, vrh

rommelt: amt, kam, gmdknapt: dlt

hevige donderslag

harden donderslag: alm, amt, dka, ens,grb, hel, mar, nij, rij, sch, vas, vrh, vrz,whr; harde donderslag: has, hdb, kam,kui, nht, nls, omm, raa, sib, win; härdedonderslag: daf, hei, wij; arde donder-slag: blz, wan; ärde slag: stp; hartenSlag: eml

zwoaren donderslag, zwaorendonderslag: alm, amt, goo, mar; zwoa-

re donderslag, zwaore donderslag: blz,dka, gie, gmd, hdb, sjk

besten donderslag: amt, dka, grb, hdb,los, die, nij, vas; beste donderslag: bab,ols

onmeundigen doonderslag: oot;onmeunige harden knappert: amt,tub; onmunnige pleer: amt; onmunigedonderslag: sib

knetterende slag: wij; knetterslag: bat,hei, wan

arge donderslag: blzflinke donderslag: devgeweldigen donderslaag: enteftige donderslag: zwoonwiezen grommelknap: dlt, ssvslimme slag: gmdhevige knap: raaknappert: bor, hks, hol, wrdkneppert: glb

De cursieve druk van donderslag betekentdat de klankvorm van dit woord niet naderis gespecificeerd; zie daarvoor het lemmadonderslag, p. 146.

Dat goat er goed van langs (zsl); datsliet in (hdb); dat sliet noar dale (hdb).

Een harden knappert (nij).

Welke maatregelen werden genomen wan-neer het onweerde, of voorafgaand aan hetonweer, bijvoorbeeld om blikseminslag tevoorkomen, maar ook om de angst tebezweren?

• niet buiten blijven: dka, gmd, omm• koeien werden losgemaakt van de

melkwagen in de wei: gmd• het peerd oet ’n stal: amt• beesten van de kettens as ze op stal

stunden: amt, hks• weideschrikdraadapparatuur afscha-

kelen: amt, grb, raa• iezer boeten as het kan afdekken: amt• zende (zeis) in uus: sjk• melkbussen in uus: sjk• raemen en deuren, luiken dichte: alb,

alm, amt, bab, bat, bor, dev, dka, dlt,eml, ens, glb, gmd, goo, hdb, hei, hel,hev, hks, hol, kam, kui, mar, nij, ols,omm, raa, rij, ros, sch, sib, tub, vol, vrz,wan, whr, wij, wrd

• ramen dichte, binnenduren open:dhm, nht, ols

• de staldeur/achterdeur of een luikopenzetten, zodat de (bol)bliksemnaar buiten kon ontsnappen, om daarin de grond in te slaan: hdb nls, vrh

• ramen en deuren sluiten om de bol-bliksem buiten te houden: whr

• de grendels van de deuren, zodat menbij inslaan bliksem snel naar buitenzou kunnen: alm, nls, rij, vas

• één deur open zodat men eruit kon:ols

• alles lös zetten: nij• niet bij schoorsteen, raam en stopcon-

tacten gaan zitten: alm, amt, bab, bat,blz, daf, die, dlt, grb, hol, kam, sch, sjk,stp, stw, win

• niet onder de lampe gaan staan: alm,eml

• stälen voorwerpen werden afgedekt:hei

• metalen gerei wör oet het zicht zat:alm, dev, ens

• gerdienen dichte: alm, has, hel, zwo• geen mes op de tafel: hdb, hol, ols, wij• een dook veur ’n spiegel: blz, bor, die,

glb, gmd, hdb, olm, sib, vrz, whr• spiegels omdraaien: dka, vrh• alles wat glom of blonk werd wegge-

stopt of afgedekt: bor, gmd, has, nij,olm, ols, vol, stw

• afdekken van blinkend gepoetstkopermateriaal, zoals b.v. de deurklin-

146 147

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 75: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

ke an de butenkaante: stp• koperen voorwerpen verwijderen: blz• geen glimmende zaken in de venster-

bank: kam, kui, win• tv uitschakelen: dka, dhm• antennes lösmaken: blz, ens, grb, ssv• antenne overzetten op aardleiding:

whr• zekeringen deruut: nij, ssv• stekkers deroet: alb, amt, blz, bor, daf,

dhm, dka, ens, hel, los, nij, nls, omm,oot, raa, rij, ros, sib, vas, vrh, vrz, wij,zwo

• ’s nachtens opstoan: ens• het veur anmaken: glb• het lech oet, ’n keerske aan: bor, dlt,

hks, tub• kaarsen en lucifers bij de hand: dka,

nls• kaarsen en zaklantaarn op tafel: amt,

bab, hdb• petrolielaampe kloar zetten: alm, amt• licht aan, zodat de bliksem minder

opviel: dev• kinder uut bedde en ankleden: amt,

dka, goo, hei, hks, nij, olm, ols, whr,wrd

• iedereen uit bed, aangekleed, met ookde klompen aan in de keuken: hdb,kam, nls, omm, vas

• kleding aantrekken, zodat je zo konvluchten; wat je mee wilde nemen opde vlucht werd klaargezet: daf, dka,gmd

• goeie kleer antrekken: bat, glb, hol,ols, vas

• skone klearen terechte zetten: rij• de klere klaor leggen op berre: amt• karbies met alles d’rin op toafel : glb,

hol, mar• kistje met waardepapieren en siera-

den in een boodschappentas opschoot: nls

• geldkiske in ’n keller: tub

• polissen en waardevolle zaken bijelkaar brengen: alb, bab, bat, bor, die,dka, eml, ens, goo, hdb, hei, olm, ols,omm, raa, sch, stw, vas, win

• trumke (trommel met waardevollepapieren) op de taofel: amt

• broodtrumke opbergen: amt• met wiejwäter en palmtäkkie duur het

huus: alb, amt, bor, dlt, ent, hei, hev,hks, los, nht, omm, ols, wij, wrd, zwo

• palmtakken van Pasen aan de muurhangen: kam

• palmtekske verbraanden onder debozem: amt

• een kruus makken as het leuchte: hev• (gewijde) kaarsen opsteken: alb, eml,

nht, ols, ssv• bidden: alb, amt, dka, eml, ens, has,

hdb, hei, hel, hks, nht, nij, olm, ols,raa, rij, sch, vol, wij, wrd

• bidden tot de H. Donatus (schutspa-troon tegen onweer): amt

• rozenkrans (en litanie) bidden: dka,los, ros, ssv, tub, vas, vol

• biebel leazen: eml, ens, has, rij, stp• niet hard praten: ontzag voor het

gebeuren (ca. 1930): alm• veurleazen en samen zingen: daf• psalmvassies zingen: hdb, nij• ons afleiden met zang of spel: olm• pinda’s pellen (afleiding veur kleine

kinder): dev• kraante lezen: hdb• niks: ent

Algemene voorzorgsmaatregelen:

• hoeslook (donderblad) op het dak: bor,daf, die, dlt, glb, has, hel, nij, omm,ssv, whr, wij, wrd

• d’r wör nen doonderbezzem (gevelte-ken) op ’n nok van het hoes zat: bab,ens, ssv

• oude zeis in een boom: ssv

• zwaluwen laten nestelen: die• hoge bomen om het huis: nij, ols, raa,

sch, stw, wrd• vroeger o.a. een vleermuis aan de hui-

zen(vooral boerderijen) spijkeren: goo• stukje hout van paasvuur uit de kerk

werd onder de pannen geschoven: ssv• bliksemafleider op boerderieën en

kerken: algemeen

Ook een spiegel werd afgedekt, evenalseen naaimachine, fietsen, scharen, enz.(gmd); van sommige families is bekenddat ze bij onweer de nette kleren aan-trokken en gekleed met kostbaarhedenen geld om de tafel zaten (grb); d’r wörnen doonderbezzem op ’n nok van hethoes zat, later wör dit ne ofleaiding vande löchting (ens); men metselde eenzgn. “donderbezem” in de muur, eenvoortvloeisel uit een oud germaansgebruik, waarbij berkenbomen geplantwerden rondom de destijdse behuizin-gen (bab); deuren en ramen dicht (nietop slot, iej mut er oet können) (alm);donderkruud (huuslook) op het dak,bomen planten umme het huus, eendonderstien an de hanebalken. Vrogger,veural buten het dörp, kleren an, op eenstoele dichte bie de deure goan ziten,geld en papieren pakken, veural niet biehet raam of de schösstien goan zitten.Noe bie zwoar weer de stekkers vanteevee en computer d’r uut (daf); meta-len veurwerpen zoals broodmes enschere opbergen (dev); moeder hoalt hetdondergerei op van Heilige Donatus(kerkboekje met daarin de Litanie vande H. Donatus, welk gebed werd opge-zegd). De waarborgmaatschappij (brand-verzekering) H. Donatus bestond hiervroeger! (amt); in ‘gebedenboek voorRoomsch Katholieken’ door J.M. Hauber,uitg. Wed. Bontemps te Venlo 1838,

staan ‘gebed bij onweder; gebed na hetonweder’ (amt); grommelloak op hetdak (huislook; houdt water vast) (dlt);met wijwater het huis en vee bespren-kelen, maar vooral de bewoners (dlt);bidden um beholden te blieven (hdb);vroeger moesten we allemaal uit bed,kleren aan en al slapend aan de tafelzitten. Moeder had dan de belangrijkstezaken al bijeengezocht zoals verzeke-ringspolissen enz. (goo); in R.K. gezin-nen werd met wijwater het huis geze-gend, geen kamer werd overgeslagen. Erwerd veel gebeden, vooral de rozen-krans (los); sommige luu zetten als lös,aandern heulen als stiefdichte (potdich-te) (nij); achter de pette kieken (bidden)(nij); almoal onder de trap met eenrozenkraans. Bie elken klap ’n kruusmaken (tub); Moeder bad met ons alshet erg zwaar weer was, dat gaf rust(olm); heel vroeger deed men de mes-sen van tafel, daar kon het op slaan(ols); d’r werden bid, pa keek noa boe-ten en zea dat wat röstiger werden(oot); dee hele Familie trefft sik an dezeKoekkentoafel un man fang an te baed-den (sch).

148 149

Hoofdstuk 14 Mist, regen, onweer en wolken

Page 76: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Wind kan in allerlei gradaties voorkomen:van een zuchtje wind tot een storm, enuiteraard heeft elke variant zijn eigenwoord. Maar de wind kan ook gaan liggen,en dan wordt het windstil of, zoals de vis-sers van de Zuiderzee zeiden, blak.

waaien

waaien: blz, dev, goo, nij; weaien, waei-en: alb, bor, daf, dka, dlt, ens, ent,gmd, hks, nij, olz, oot, ros, ssv, stw,tub, wrd; weien: alm, amt, bat, die,dka, eml, grb, has, hdb, hei, kam, nht,nls, olm, ols, omm, raa, sjk, stp, vol,vrh, wan, whr, wij, win, zwo; weeien:

amt, dhm, hel, hol, los, mar, rij, tub,vrz; wejjen: vas, kui; wijjen: bab

boesken: tub

De wind giet liggen (minder wind)(omm); de wind trek/haalt an (meerwind) (nij, omm); de wind kump deronder: as de wind oost zit en de bujewest, ma de wind kan op de buje aan-

150 151

Hoofdstuk 15 De wind

Kaart 34: waaien. De oostelijke helft van Overijssel kent voornamelijk weaien en weeien, de westelijke

helft weien.

Page 77: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

dreaien, dan drif-e oaver. Dan zegt ze:de wind kump deronder (nij).

wind

wind: alm, bat, daf, dev, dhm, die, die,eml, ent, goo, grb, has, hdb, hei, hel,hol, kam, nht, nij, ols, olz, omm, raa,rij, sch, sib, vrh, wij, win, zwo; wiend:bab, blz, gie, gmd, kui, nls, olm, sjk,stp, stw, vol, wan, zsl; weend: alb, alm,amt, bor, dka, dlt, ens, glb, hks, los,mar, olz, oot, rij, ssv, tub, vrz, wrd;weind: dka, ros

Een ralle wiend: wind uit alle hoeken.Hie hef doar jongen: de wind zit in hetveurjoar in ’n oosthoek en dreait steedshen en wear (nij); het is vedage lopendewind, wie hoalt stoande wear: as dewind van ’n hoek noar ’n aander vlög,dan krie-j stabiel wear (nij).

zuchtje (wind)

Een nauwelijks voelbare wind

zoch weend: ssvzuchien: bab, gmd, kam, kui, nls, ols,

vol, stw, zwo; zuchie: bab, daf, dhm,gie, grb, hdb, hei, hel, nht, olm, omm,sib, sjk, stp, vrh, wan, whr, wij; zuchje:alm, amt, bat; zuchtje: bor, rij; zucht-jen: dev; zuchjen: blz, dev, rij; zucht-ken: ens; zuchtke: dka, wrd

töchien wind: has, kam; töchtienweend: vrz

töchie: wijtoch: die; Tocht: eml, schzacht windtie: hdb, nij; zäch windtie:

wij; zach windje: holzachte wind: raa; zachte wiend: amt;

zachte weend: amt, ens, ootzach briesie: nijbriesien: zsl; briesie: hdb, hel, nijbries: tubbetje weend: amt; betjen wind: ent;

betke weind: dkaflauwen wind: goolauwe wind: sch, sibvleugien wind: olsweinig weend: amt, heviets weend: albnauwelijks wind: dhmhoas gin weend, haos gin weend: almhoaste windstille: winbohle windstille: sch

Het….

is trekkerig: amttrek lich: hksweait iets, waeit iets: olzweeit luk: losweeit nauwelijks: mar

N.B. De verschillende varianten van zuchieverschijnen meestal in combinatie met deverschillende varianten van wind. Die vari-anten worden hier niet genoemd, voor dejuiste vorm van wind zie onder wind,p. 152.

koel windje

fris windje: alm, amt, bat, daf, dhm, ent,gmd, has, hdb, kui, ols, raa, stp, stw,vrh, wan, whr, win, zsl

frisse wind: bab, dhm, dka, ens, goo, hel,hol, omm, rij, sib, sjk, ssv, vrz, zwo;friske weend: rij, wrd

lekker fris wiendien: nlslekker fris: olzfrisse bries: nijkoel windje: alm, blz, bor, dev, mar, nij,

raa, wijkoel briesie: nhtkoalde weend, kaolde weend: ens;

koale wind, kaole wind: die, dlt, hks,sib

koalen poes, kaolen poes: loskoald brieske, kaold brieske: tubbriesien: kam, vol; briesie: daf, hei, olm;

briesje: amtkoeltie: gielekker tochie: sjk

De cursieve druk van wind betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘wind’, p. 152.

dwarrelwind

Wind die zich toont in een dwarreling vanbijvoorbeeld bladeren of zand.

dwarrelwind: gie, has, kui, olm, sib, win;dwärrelwind: wij; dwerrelweend: tub

dwärrel: dafdwärrelen: wandwarreling: dev, nij, zwodweertien: volwarrelderieje: wrd; warrelderiej: enswarreling: enswarvelwiend: blzwindore: bat; windoor: amt; windoare,

152 153

Hoofdstuk 15 De wind

Kaart 35: wind. Tussen oostelijk weend en noordwestelijk wiend vinden we een breed tussengebied met

een korte klinker.

Page 78: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

windaore: dhm, hks, hol, rij; weend-hoar, weendhaor: glb; weendoor: hev

weendeurken: rijdreejweend: mar; dreaiwind, draeiwind:

ent; dreiwind: amt, grb, hdb, vrhdreaiende wind, draeiende wind: nijdreaikölkie, draeikölkie: dafwindhose: hdb; windhoos: die, whr;

wiendhoase, wiendhaose: nls; wiend-oase, wiendaose: nls, stp

wiendosien: stw; windheusie: dafweendhoosje in het klein: amtkleine wiendose: sjkhosie: hdbheksenkraans: amtwindhekse: whr; weendheks: ssvwejtheks: vasstoefwind: olzstoeven: alm, goo, nht zoegende wind: schzoeger: hdb; zuger: eml, vrzwindvaank: nijsmerige wind: nijroesken: los

De cursieve druk van wind betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘wind’, p. 152.

’t Wirrelt (bab); weendoor vaak in ’t heuj(hev).

winderig

winderig: alm, dev, dhm, ent, goo, hdb,hol, kam, nij, olz, rij, vrh, whr, wij;wienderig: bab, blz, gie, gmd, kui, olm,sjk, stp, vol, wan; weenderig: amt, dlt,ens, glb, mar; weanderig, waenderig:alb; weinderig: dka

windig: schweiderig: vasweiachtig: eml, vas

bloasterig, blaosterig: hol, mar; bleuste-rig: alm, amt; bluisterig: grb, hdb, mar,nij; bluuisterig: rij, wrd; bluusterig:daf; bläuwsterig: vrz

blözerig: ensbeusterig: los; buisterig: hasbuzerig: vrzbluister: amthuisterig: hei, nht, ols, omm, raa, win;

uisterig: stp; huusterig: winluisterig: helruserig: hksbeunderig: dkapoesterig: dev, ens, nij, wrdjachterig: amt, hev, winbiester: amt, die, hks, tubbiester weer: dafboeskewear, boeskewaer: dkaoarig wat weend, aorig wat weend: ssvoarig wienderig, aorig wienderig: nls;

oordig wienderig: zslbeste bokse vol wind: hel

Het boezelt (amt).

het waait hard

Het/er……

waait oarig, waait aorig: eml, schwaait oarig ha(r)d, waait aorig ha(r)d:

nlswaait ha(r)d: amt, bab, bat, dhm, die,

dka, dlt, ens, ent, glb, goo, grb, hdb,hel, hks, hol, kui, mar, nht, nij, olm,ols, olz, omm, raa, sib, vrh, win, wrd,zsl; waait har: alb, alm, bor, dlt, oot,ssv, tub, vas; waait hä(r)d: daf, dev,hei, wij; waait a(r)d: blz, gie, has, kam,sjk, stw, vol, wan; waait ä(r)d: gmd,stp, zwo; waait harre: alm, amt, sch,vrz; weeit hatte: rij

waait bes(t): amt, losweeit glunig: rij

stiet een best stuk wind: ommstiet een harde wind: omm

Met waait etc. is bedoeld dat (voor de overzichtelijkheid) niet meer gespecificeerdis naar de klinker in waait; zie voor dejuiste klank daarvan het lemma waaien,p. 151.

De wind GIERT om het huis heen.

gölt: die, dlt, ens, hel, hks, los, nht, ols;göölt: wrd; gjöölt: vrz; goelt: gie; geult:amt, ent, rij

goest: alm, stw, volhoelt: daf; huult: nij, ols, sch; uult: hasjoelt: dka, nls, sib, sjk, vas, wanboest: alm, amt, glb, hdb, tub, vrh, vrz;

boezt: ens, ent, sib; boezet: rij;boesket: alb, ssv

buldert: alb, amt, bat, dhm, gmd, grb,hei, kam, kui, nij, omm, raa, sib, win;buuldert: ent

giert: blz, daf, dev, die, dka, eml, goo,hei, hol, kam, mar, nij, nls, olm, olz,stp, whr, wij, zsl, zwo

jach: bab, hol, nij, tub; jech: hksblös: bor, daf, nij, ootdavert: ommzoest: ols

Het is boezerig (grb); der is ’n hoop poes(nij); der stit ’n bessen poes (nij); eenhele bokse vol wind (nij); Jannoa,Jannoa heur de wind is boezen (hdb);het weijt dat het zo davert (omm).

Waaraan valt te zien dat het gaat waaien?

• windveren an de lucht: amt, blz, has,ols, rij (windstriemen), sjk, sib(windstriemen), stw, vol, wrd, zsl

• aan de lucht: kui, zwo• an de jacht in de wolken: bat

• aan de wolken: die, ens, goo, hel, whr• aan de bomen: amt, dka, hol, kui, oot,

tub• takken en bomen gaan heen en weer:

kam, raa• at de beumtoppe deurbeugt: amt, dka• bi-j het boesen in het holt: amt• as de iemen (bijen) zich hoast noat

heur korf: hdb• as de doeven rupt: hev• as de veugel zo drok beent: mar• as de kreeien an grote koppels vleegt:

mar• as de vogels oge vliegen: has• at de hennen en de kiender zo keu-

kelt: amt• kinderen en de hond wordt onrustig:

nls• wie kriegt verwierd weer as de wichter

zo tekeer gaot: bat• wie kriegt biester weer as de keender

oethuzig bunt: amt• op ’n barometer: nht, vrz

Wiej zeet het neet, wiej veult het alleneen mangs as het al weait, zee wiej grie-ze strepen in de loch (wrd); er werd ookveel naar de barometer gekeken (nht).

windstoot

windstoot: alm, bab, blz, bor, daf, dev,dka, gie, goo, hei, hol, kam, nij, nls,olm, olz, raa, rij, sib, sjk, stw, vol, vrz,wan, whr, wij, win, zsl, zwo; wiend-stote: gmd; weendstöt: ssv, tub; wind-stötte: amt, hks, mar, nij, rij, wrd;windstöte: amt, hev, kui; Windstött:eml

windvloage, windvlaoge: bat;windvlage: daf, die, hdb; windvläge:hei

windbeuje: schfossen wind: grb, wrd; fosse wind: nht

154 155

Hoofdstuk 15 De wind

Page 79: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

bult wind: dhmharde rukwind: nijrukwind: has, hdb, nijharde weend: dlt

De cursieve druk van wind betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘wind’, p. 152.

rukwind

rukwind: algemeenrukke wiend: stproezelige wiend: stpfossige weend: ensfosse wind: nhtharde wind: holwindvloage, windvlaoge: has, nij; wind-

vlage: hdb, kam, vrhweendstötte: rijStötterwind: eml

stuiven

stoeven: algemeen; stuven: kui, vrz

De sneeuw……..

stöf: amt, bab, bat, bor, daf, dhm, die,ens, glb, gmd, goo, grb, has, hdb, hei,hel, hks, hol, kam, los, mar, nht, nij,nls, ols, olz, raa, sch, sib, sjk, ssv, vol,vrh, wan, whr, wij, zsl; stof: alm, gie,oot, rij, ros, stp, vrz, wrd; stoef: dlt, rij;stoeft: stw; stuuft: blz, kui

jach: ens, hdb, tubdreffelt: alb; drevvelt: vas; drewelt: eml

'n Snee stof (met Twentse doffe o als in't Twentse bos) (wrd).

wervelwind

Vaak sterker van kracht dan de wind die bijDWARRELWIND genoemd is. Uit het feit datverschillende woorden uit het dat lemmaterugkeren in dit lemma, blijkt overigensdat niet altijd een onderscheid wordtgemaakt naar de kracht van de wind.

warvelwind: alm, amt, bab, bat, blz, goo,grb, hel kam , nij, olm, sib, sjk, vol,wan, whr, nls; wärvelwind: daf, gmd,wij; wearvelweend, waervelweend:dlt, ens; wervelwind: bor, dev, dka, ent,glb, kui, olz, oot, rij, win, zsl, zwo

windoare, windaore: die, hdb, mar, nij, ols,wrd; windore: amt, hev; windoor: alm

windhoorn: raawindoase, windaose: has; windhose:

hdb; wiendose: gie; wiendoos: stw;weendhoos: glb, wrd

windheks: alb, dka, ros, ssv; heksen-weend: los

dreiwind: amt, eml, hev, tub, vrh; dreai-wind, draeiwind: raa; dreejwind: hol, vrz

dreiende wind: schzuger: dhm, vrz; zoeger: omm

De cursieve druk van wind betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘wind’, p. 152.

stormachtig

stormachtig: alb, alm, dka, eml, ens,goo, hdb, hel, hol, kui, nij, olm, sib,wan, whr, wrd; stoarmachtig,staormachtig: dlt; störmachtig:gie, vol,win; sturmachtig: sch

biester: amt, bor, has, los, mar, nls, rij,ssv, vrh, vas

naar biester: amt, tubhartstikke biester: die

bar en biester: nlsbluisterig: bat, dev, ommboesterig: dka, glbboezerig: dltorig boezerig: grbhuisterig: dafpoesterig: gmd, rijrolbollig: kamruw: kam, raa, vrz; roew: ols, vrz, wij

Het….

stormt: nhd, zwo; störmt: stpstormt orig: zsl; stormt oarig, stormt

aorig: babstormt een beetjen: blzweeit oarig, weeit aorig: raa; weait oar-

dig, waeit aordig: stwweit har: alm; weait har, waeit har: ootweait as het dut, waeit as het dut: nijweait bes, waeit bes: nij

Er is een…..

straffe wind: hei

De wind…..

heult an: hev

storm

storm: alb, alm, amt, bab, bat, blz, bor,daf, dev, dhm, die, dka, eml, ens, ent,glb, goo, grb, has, hdb, hel, hol, kui,los, nht, nij, nls, olm, ols, olz, omm,oot, raa, rij, ros, sib, tub, vas, vrh, wan,whr, win, wrd, zwo; störm: gie, gmd,kam, sch, sjk, stp, vol, wij; stoorm:dka; stoarm, staorm: dlt, hks, ssv;stwarm: vrz

stormweer: amt; störmweer: sjkstormwind: nijbiester wear, biester waer: mar

harde wind: nht, nij; harde weend: mardikke fosse wind: heiHet hef ter bes wat an edoan met denstorm (amt).

Wanneer komt er storm?

• als kinderen druk zijn (dan komt erbiesterweer): hol

• wie kriegt boezewind met jachsnee, dewichter gaot zo te keer: bat

• as de vogels oge vliegen: has• as de meeuwen het laand intrekt,

krie-j storm: hdb, whr• als de meeuwen druk vliegen: wij• maakt de spinne in het web een skeu-

re dan klopt de sturmwind an dedeure: kam, olm

• omkeren van het blad van jongeaardappelplanten: hdb

• katten die in volle voart alle richtin-gen op stoeft is een teken dat erstorm komp: hdb

Meeuwen op het land: störm an dehand (hdb).

cycloon

cycloon: algemeenwindhoos: amt, hol, nij, ols, sib; windo-se: kam; wiendose: gie, zsl; wiendoase,wiendaose: nls; weendhoos: amt; ween-doos: amtzoeger: sib, whr; zuger: vrzzwoaren Zuger, zwaoren Zuger: emlzoegwind: hastrechterweend: loswervelstorm: kuislurf: has

gaan liggen

156 157

Hoofdstuk 15 De wind

Page 80: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

De wind gaat …….

liggen: algemeen; leggen: blz, gmd, has,kam, kui; leagen, laegen: has; legen:vol

De wind…….

legt zich: sch; leg zich: hks; leg zik: eml,rij

leg: losnemp of: grb; nemp af: hdblöt of: die

windstil

windstille: amt, bab, bat, daf, dev, dhm,die, eml, ent, goo, grb, hdb, hei, hel,hks, hol, kam, kui, mar, nht, nij, nls,olm, ols, raa, rij, sch, sib, sjk, stp, vol,vrh, vrz, wan, whr, wij, win, wrd;windstil: alb, alm, amt, dka, dlt, ens,glb, olz, oot, ros, ssv, tub

bladstille: daf, has, hdb, nij, nls, omm,stw; bladstil: alm, bor, ens; bledstille:zsl

blakstille: gie, gmdblak: volmoesstille: hei; moesstil: nijgen wind: dka; gin weend: losgien zuchie wind: heistille von weend: vrz

De cursieve druk van wind betekent dat deklankvorm van dit woorddeel niet nader isgespecificeerd; zie daarvoor het lemma‘wind’, p. 152.

De wind is plat (nij); het is blak (vol).

158 159

Hoofdstuk 15 De wind

Page 81: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

In dit laatste hoofdstuk komen alle nog nietbehandelde weertypes aan bod. De themati-sche opbouw is als volgt. Het hoofdstukbegint met mooi weer, dat allengs steedsmooier wordt, tot schitterend weer aan toe:Je zollen 't hemp uuttrekken en der opgoan zitten zingen (Ommen). Maar hetkan ook te warm weer zijn: loommakend,drukkend, benauwd. Dan volgt de weersom-slag, voorspeld of aangegeven door barome-ter en thermometer. Fris weer gaat over innat weer, kou en uiteindelijk verschrikkelijkslecht weer. Voor elk weertype bestaan veelwoorden, maar het lijkt wel of men juist bijdat laatste weertype ook zelf verbaal allesuit de kast haalt: 71 verschillende woorden!Dan komen soms bijzondere tegenstellingente voorschijn. Waar men in verschillendeplaatsen spreekt over hondeweer, is datweer in Vriezenveen juist wjear um dergeinen hoond ut te stören. Soms vindenwe de uitersten in één dialect verenigd: ver-schrikkelijk slecht weer is in Sibculo ont-zettend slecht weer, maar ze zeggen indezelfde plaats van precies hetzelfde weerook wel: het ies vandaag geen mooiweer. Met hetzelfde gevoel voor understa-ment kunnen ze in Ambt-Delden een dagmet heel warm weer omschrijven als dooweer.

mooi weer

Het is . . . . .vandaag.

good weer: amt, bor, los, ssv, tubmooi wear, mooi waer: alb, daf, dhm,

die, goo, mar, nht, nij, olz, oot, sch,vas, wrd

mooi wjear, mooi wjaer: vrzmooi weer: alm, bab, bat, blz, dev, dka,

dlt, eml, ens, ent, gie, glb, gmd, grb,hdb, hei, hev, kam, kui, nij, nls, olm,ols, omm, raa, rij, ros, sib, sjk, stp, stp,vol, vrh, wan, whr, wij, win, zwo

schier weer: dka, helskier weer: ens

160 161

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slechtweer

Kaart 36: (mooi) weer. Aan het woord mooi weer is ook de klinker in het woord weer af te lezen.

In Twente is dat wear, naast weer.

Page 82: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

N.B. De r aan het eind van wear, waerwordt soms niet uitgesproken.

Het is 'n mooien dag of wie hebt t’rgood wear bie (hks).

Wanneer wordt het mooi weer?

• as de zwalfies hoge vliegt (alb, amt,bab, blz, dev, dhm, ens, ent, gie, has,hdb, sch, ssv, tub, vol, wan, wij)

• als kikkers ’s avonds kwaken: bor, hdb,wan

• as de Müggen danzt: olm, ols, sch• oavendrood, mooi weer an boord: amt,

bor, dhm, glb, los, nij, nls, ols, vol, vrh,wan, whr, wij

• oavendrood teder morgen mooiweder: raa

• as de wind met de wiezers van deklokke met geet: hel

• het blif dreuge want de wind is hogean: omm

• de wiend schöt uut, dan kriege wi'jmooi weer (uitschieten is voor de zonuit): stp

• als de rook van schoorsteen rechtomhoog gaat: dhm

• een windoare (kleine draaiwind) voor-spelt mooi weer: nht

• windstriepe langs de locht: dreugeweer: amt

• as het paoslam speult um de zunne:amt

• bij een kreeng um de mone: amt• bi'jzunne is aanhoudend weertype: stp• spinnenwebben: geft dreugte: dka• als de trein in de verte te horen is:

dhm, nij

Morgenrood brengt mooi wear an boord,oavondrood water in de sloot (kan ookomgekeerd zijn) (olz).

De onderstaande aanduidingen laten zichzelfstandig gebruiken (het is zacht) of zelaten zich net als bij mooi weer combine-ren met weer, wear dan wel wjear. In derest van dit hoofdstuk zal die tweede moge-lijkheid, dus de combinatie met weer, weardan wel wjear niet expliciet genoemd wor-den, omdat ze eenvoudig af te leiden is uithet betreffende bijvoeglijke naamwoord, ende juiste vorm van weer (zie daarvoor p. 161). Alleen wanneer het woord weer(etc.) niet achterwege kan blijven, bijvoor-beeld in rotweer, wordt dit expliciet en in alzijn variatie vermeld.

zacht weer

Het is….. of……weer.

zacht: algemeen; zaacht: gie; zächt: wijlekker: nij, stwfijn: zslheanig, haenig: amtsmöde: sch

N.B. Het eventuele weglaten van –t inzach(t) is buiten beschouwing gebleven.

Het veult zachte an (amt).

droog

Het blijft. . . . . .

dreuge: amt, bab, bat, daf, dev, dhm, die,eml, ent, gie, gmd, goo, grb, has, hdb,hei, hel, hev, hks, hol, kam, mar, nht,nij, nls, ols, omm, raa, rij, sch, sib, sjk,stp, stw, vol, vrh, vrz, wan, whr, wij,wrd, zwo

dreug: alb, alm, bor, dka, dlt, ens, glb,los, oot, ssv, tub, vas

droog: blz, dka, kuidrööw: ros, ssv

groeizaam (weer)

greuizaam: alb, alm, amt, bat, bor, dev,die, dka, dlt, ens, ent, gie, glb, goo, hel,hks, hol, los, mar, ols, olz, oot, rij, ros,ssv, vas, vrh, vrz, wij, wrd; greuzaam:amt, blz, dka, sch, stp, stw; grujzaam:bab, raa, wan, zsl; gruuizaam: daf,dhm, gmd, has, hei, nht, nls, sjk, zwo;gruuzaam: omm; gruizaam: bab, grb,hdb, kam, kui, nht, olm, sib, vol, whr,win; grozaam: eml

gruuiend: nijgeil: alm, hdb, hei, nls, rij, tubgrös en eendeier: nij; grös en eandenei-

er, grös en aendeneier: margrös: kamgrösliggend: hevwassend: ssvbes: omm

N.B. de aa van –zaam wordt soms uitge-sproken als e-schwa, dat is de e van het lid-woord de.

Ie kunt het grös heuren gruien (hdb); iekeunt het greus heuren greuien (amt);het reagent grös en eande-eier (ens);best wear vuur het grus en de eandeier(rij).

162 163

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Kaart 37: (het blijft) droog. In grote delen van Twente valt de –e aan het woordeinde af, in het uiterste

noordwesten blijft bovendien umlaut achterwege (droog).

Page 83: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

warm (weer)

warm: alm, bat, blz, dev, dhm, goo, has,hdb, hel, hol, kam, kui, nht, nij, nls,ols, olz, omm, oot, sch, sib, sjk, stp,vol, vrh, wan, whr; waarm: amt, bor,dka, ens, ent, glb, los, mar, olm, stw,wrd ; woarm, waorm: alb, dka, dlt,ent, rij, ros, ssv, tub, vas; weurm: zwo;wörm: eml, grb, hdb; wärm: daf, gmd,hei, raa, wij, win; wearm, waerm:amt; werm: zsl; waaim: vrz

hete: alm, amt, die, rij; heet: ens; hiete:bab; heite: ols, vrz

bruuierig: omm; breuierig: nijlekker: dka

schitterend (weer)

skitterend: gie, has, kam, rij, sjk, vol,wan, win, wrd, zwo; schitterend: dev,dka, ent, goo, hei, olm, olz, ros, sib, wij

biezunder mooi: dka, vrz; bezeundermooi: mar; bezunder mooi: hev

biezunder good weer: ssvbiezunder: amt, vrzalderbässend mooi: wijbässens mooi: daf; bassend mooi: nijhartstikke mooi: amt, bab, bat, die, hdb,

hol, nht, nij, ols, ootheel mooi: amt, eml, glb, nij, schmooi: dlt, grb, nijprachtig mooi: ens, gmd, hdb, stwprachtig: blz, kam, kui, whrmachtig mooi: dhm, heleeuwig mooi: hdb; iewig mooi: volemels mooi: gmd

merakels good: bormerakels mooi: amtgleunig mooi: mar; glunig mooi wear,

glunig mooi waer: rijgloepens mooi: alm, hdbonmeunig mooi: alb, tub; onmundig

mooi: almbarre mooi: nlsbutengewoon mooi: stparg mooi: ommgruwelijk mooi: marmieters mooi: helonwies mooi: vas

164 165

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Kaart 38: groeizaam. In Twente en het zuiden van Salland, maar ook in het noordwesten, komt

greu(i)zaam voor. Daartussen vinden we gruu(i)zaam. Langs de grenzen van de provincie treffen we grui-

zaam aan.

Kaart 39: warm (weer). De lange klinker (waarm, woarm) hoort bij Twente, maar ook bij het uiterste

noorden. In het noordoosten vinden we aan weerszijden van de staatsgrens wörm.

Page 84: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

steal mooi, stael mooi: rijheel schier: dkaskier: dkastralend: gmdbest: los

Je zollen 't hemp uuttrekken en der opgoan zitten zingen (omm).

heel warm (weer)

heite: bat, wij; hiete: dhm, hdb, nht, nls,omm, vrh; iete: kam, sjk, vol; hete:wij; heet: dka, glb, hol

hette: hks; hitte: olsonmeunig waaim: vrz; onmeunig

warm: whr; onmeundig warm: oot;onmeundig waarm: wrd; onmööndigwoarm: dlt, ros; onmundig waarm:amt

onmeunig heet: amt, vas; onmeunighete: mar; onmundig hete: alm

onwies woarm: ssv; ungwies woarm:sch

onwies heet: los, ssv, vasslim waarm: stwslim heet: alm; slim heite: vrzverschrikkelijk waarm: olm; verskrillijk

waarm: stw; verschrikkelijk wärm:dev

verschrikkelijk hete: ent; verskrikkelijkhete: goo; verschrikkelijk hiete: kui;verschrikkelijk heite: dev

bloedeet: blz; bloedhete: win;bloedhiete: zwo; bloodheet: bor, dka;bloodhete: rij

bassend hete: rijknap bassend hiete: raaalderbassend warm: nij, nls; aller-

bastend warm: nlsalderbassend hiete: helnaar woarm, naar waorm: alb, tub; naar

warm: hdbnaar heet: los; naar hete: wrd

akelig warm: nhtakelig hete: rij; äkelig hiete: heigloepens waarm: ensgloepens heite: ols; gloepens heet: ensbruuierig snikiete: hasbruuierig: gmd; breuierig: amtmachtig warm: hel, nlsmachtig hiete: helgruwelijk heite: ols; gruwelijk hete: wrdsmooreet: blz; smoorhete: nijhartstikke heet: hol; hartstikke hete:

googriezelig warm: nls, stparg warm: blz, nijdrukkend warm: olzgleunig waarm: wrdunsettend wörm: emlbarre hiete: bab, grbenorm heite: vrzsnikhiete: hdbsteilhete: diebenauwd: gie, nls, wan, zslzoel: amtgood lech: glbgood doo: amt

As de muske van 't dak vaalt (amt).

zwoel (weer)

zoel: alb, alm, amt, bab, bor, daf, dev,dhm, dka, gmd, hol, kui, ssv, tub, vas,vol, wan, wij, wrd

zwoel: dka, dlt, goo, hel, olm, olz, raa,rij, sib, wij, zwo; schwul: eml; zwoul:vrz

smoel: stp; smoul: vrzdrukkend: amt, die, glb, hdb, hei, mar,

nij, rij, vas, whr, win; drokkend: giebenauwd: los, nht, ols, sch, stw, whr, zsl;

benöwd: entbreuierig : amt, bat, ens, hel, mar, rij,

wij; breuiig: amt; bruierig: grb, hdb,vrh; bruuierig: kam, nij, omm

klam: blz, nijlam: sjklammenarig: sjklakkerig: hasloom: nls; loem: olslui: entmeu: amtpoesterig: dhmzweterig: hdbbratsig: olm

loommakend (weer)

loom: amt, bab, daf, dka, dlt, eml, gmd,hdb, hol, kui, nls, olz, omm, oot, sib,stp, stw, vol, wan, whr, zsl, zwo; loem:mar, ols, rij; loomd: nij

loemig: nij; loemerig: nijloommakend: dkaloederig: olsloef: nlssloom: alm, bab, bor, dev, dhm, hdb, nhtslomend: nijsloommakend: goo, vrzsloederig: raa; sloerig: enslui: amt, bat, dka, ent, gie, hdb, kam, los,

mar, nls, olm, wij, win; leu: schluimakend: goo, nijmeu: alm, amt, die, hol, rij, tub, vas;

meui: hel; muu: grb, hdb, heidrukkend: blz, glb, vrh, wrdlam: sjklamlendig: hkslammenarig: sjklakkerig: haszoel: dka, hks breuierig: helgrösliggend: amtonzelig: ssvsokkerig: kam

drukkend (weer)

drukkend: alb, amt, bab, blz, daf, dev,

dhm, dka, dlt, eml, ens, ent, glb, gmd,goo, hol, kam, mar, olz, omm, oot, rij,sch, sib, ssv, tub, wan, whr, win, wrd;drokkend: gie, olm, stw

bedrukt: nijbenauwd: amt, daf, eml, gmd, hdb, hel,

kui, nht, ros, sch, vrh, zslbreuierig: bat, ens, hev, hks, mar, ols,

stw, vrz, wij; breuiig: amt; bruuierig:hei, kam, nij; bruierig: hdb, vol

klam: amt, bor, daf, gmd, hdb, los, nij,stp, stw; klammig: raa, zwo

lakkerig: haslamlendig: nijzoel: alm, amt, gmd, hel, nls, sjk, vaszwoel: nlssmoel: nls, stp; smoul: vrzloef: nlsloem: nij, ols; loom: amtslof: goowörm: hdb; waarm: mar, stwzoakerig, zaokerig: daf; zokerig: gmddompig: hei; deampig, daempig: amtplakkerig: rijpoesterig: nijoonselijk: diemuu: nij

weersomslag

umslag (van het weer etc.): alb, alm,amt, bor, daf, dev, dka, ens, ent, gmd,hdb, hks, mar, nij, nls, olm, ols, omm,ssv, tub, vas, vrh, vrz, whr, wij, win,wrd; ummeslag: kam; omslag: mar,zwo

rumpende omslag: gie

het weer…..

slat omme: stw; sloat om, slaot om: blz;slat umme: nls, wan, zsl; slät um: glb;slet umme: stp; slöt umme: bab, die,gmd, grb, hel, hks, hol, nht, omm, rij,

166 167

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Page 85: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

vol; slöt um: los, ootslat in een keer umme: sibis ummeslagen: bat, raa; is ummeslag-

gen: sjk is ineens umslagen: olzis in ien keer ummedreid: hei

aander wear, aander waer: dkaheel ander weer: kuionverwachte verandering: gooreukeloze verandering: dlt

Waaraan kon weersverandering herkendworden, of waarmee kon weer voorspeldworden?

Vaak te zien aan: insekten (grb) ofvogels (zwaluwen) (grb); as de palmdreug binne keumt dan krieg je ne goeioogst (amt); ze zagen het aan de natuur(windrichting enz.), de vogels en hungedrag, de dieren, enz. (dlt); as het hoorvan de kat verkeerd steet, slöt het weerum (los); draait de kat de kont naar hetvuur, wind en regen, koud en guur(olm); te merken aan littekens (amt,kui); de beeste beult, de hanen kreaitvrog, gif weerumslag (als de koeienvroeg loeien en de hanen vroeg kraaien,komt er een weersomslag - meestalslecht weer) (amt); as de kippen en dewichter roerig wördt (hol); as de keen-der lastig zent (alm).

roezinnig: ander weer op komst (stp)

Sommige mensen konden het weer goedvoorspellen:

De vissers en in 't algemeen de mensendie veel buiten waren en daar werktenhadden wel kijk op het weer (gie); eenvisserman ging ‘s nachts 12 uur op 21maart kijken hoe de wind stond - dat

gaf het weer voor het hele voorjaar aan(gmd); de oude visserlui konden heelgoed het weer voorspellen. Bijv. als inhet zuidwesten de lucht bleek wordt, iser kans op regen de volgende dag (vol);meest de oalde boeren, vrogger, haddend’r good kiek op (wrd); een boer hierkon het merken bij het melken van éénvan zijn koeien. Deze man was doof,daardoor was blijkbaar zijn gevoel beterontwikkeld (vrz); verschillende mensenvoelden aan oude wonden of reumati-sche gewrichten dat er regen of sneeuwkwam (amt, gmd, olm); as bie mienemoo te eksteroagen begunnen te stek-ken, kwam d’r reagen (ens); mien vrou-we kan an het lichaam vullen of slechtweer weurt (amt); Opa keek in de locht's morns en zear: “het wordt mooi weervandaag” (ens); Usse Bersvahr (vedageGroatvahre) saeh’ froeger: ik hebb pienein de Bütte, monn giff ’t Reagen (annerWaehr) (sch); als vader (kruidenier) metde transportmand vol op pad moesthield hij terdege het weer in de gaten.Als ik dacht dat er geen eind aan deregen zou komen, zei hij soms: de lochjach lös, bowen de stad (het westen)wödt het al lecht (alm); oze buurman dekoaleboer was vrogger ok törfschipperewest. Mien vrouwe vreug altied as zede wasse ophangen mos an um woar zedet doen mos, buten of op de vliering.Iej konnen d’r donder op zengen hij hadaltied geliek (daf).

Mien eigen groffa was zon man. Hi-jwas van ± 1875 en is roem 80 joarewörden. As jochie van zo’n joar oftiene leup e al achter de schoapen.Hi-j kennen de natuur en het buten-leven dus a vrög. Later op oale leef-tied wörden um altied vroagd, ö-w

nog regen zullen kriegen en zo. Envake had e inderdaad gliek. Ien staal-tie za-k oe vertellen. Zien buurman,een redelijk grote boer, had der eengrote koele mit eerappels zitten. Toenbegun het plotseling vrög te vriezenen d’r zat gien grond genög op diekoele (stro zat d’r genög op). Mar noa’n paar dagen wörden het weer dooi.Toen kwaamp de buurman mit zienknecht en drök an het grond opspit-ten. Giet mien groffa noar um toe, enzeg: “Buurman, dat hoef ie nie tedoen, want winter krie-w nie meer.”Mar hi’j spitten wel verdan tot zekloar woaren. Wi-j hebt dat joar ech-ter niet aans meer had as een betienachtvorst.Groffa had weer geliek.

(H. Bove (whr)).

Zo je hoandagen (hondsdagen) ingaot, zo gao je d’r ook oet (en tussenbeiden kan het ook wel eens aondersworden) (amt); het weer van elf uurin de morgen is vake het weer van dehele dag (hdb); het is een algemeengezegde dat voorafgaande aan eenander weertype eerst de wiend mutgaon liggen (stp); anekdote: Vraag:Weet jie wat veur weer we morgenkriegen? Nou mien kiend dat zal ik jemorgen vertellen (blz); is niet meerzo bekend. We luisteren teveel naarde radio en t.v. (dhm).

barometer

weerglas: alm, bor, amt, bab, bat, blz,daf, dev, die, dka, dlt, eml, ens, glb,gmd, grb, has, hdb, hei, hks, hol, kam,kui, nht, nls, olm, ols, omm, ros, sjk,ssv, stp, stw, tub, vol, vrh, wan, wij;wearglas, waerglas: alb, dka, hel, mar,

nij, rij, sch, vas, wrd; wiäärglas: vrz;weerglaas: gie

weerhusie: heiwearmeter, waermeter: nijbarometer: alm, blz, dev, dhm, dka, dlt,

mar, nij, olz, oot, raa, rij, sib, stw, vrz,whr, win, wrd, zwo; barrometer: ent,goo, kui, wan; bärometer: gmd

kwikmeter: nijluchtdrukmeter: los

In Wiene was een boer die vroeger eeneigen barometer maakte. In een glazenopen pot deed hij een halve fles (alleenhet bovenste gedeelte (omgekeerd))gevuld met water. Als de luchtbel bene-den in de hals was, was het slecht weer;in het midden regenweer; op z'n hoogstmooi weer (amt).

thermometer

thermometer: algemeen; thearremeter,thaerremeter: gmd; tharmometer:has, kam, ols; thermomeater, ther-momaeter: stp

temperatuurmeter: bor, dka, olmwarmtemeter: nij

bestendig (weer)

vas: alm, amt, bat, dhm, nht, nij, ols,omm, wij; vast: alb, bab, blz, bor, daf,dev, die, dka, dlt, ens, gmd, grb, has,hdb, hei, hel, hol, kam, kui, los, mar,nij, nls, olm, oot, ros, sjk, ssv, stp, stw,tub, vas, vol, vrh, vrz, wan, wij, wrd;vaste: ent; vaast: gie

vasstoand, vasstaond: nijstoand, staond: amt, dlt, ens, ent, glb,

hks, rij; staand: stpstandvastig: raabestendig: dka, eml, goo, olz, sch, sib,

whr, win, zwo

168 169

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Page 86: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

störig: amt, mar, schgoed: zsl

Dreeiende weend, stoand wear (rij).

onbestendig (weer)

wisselvallig: bab, bat, blz, bor, dev, die,dka, dlt, eml, ens, hol, mar, nht, nij,olz, raa, rij, sib, ssv, stp, vol, wan, whr,win, zwo; wisselwallig: gie; wesselval-lig: rij

wisselend: goo, kam, nijgen vas weer: amt; gen vast weer: dka;

gin vas weer: dhm; gien vast weer:has, hei, kam, kui; gien vaast weer:gie; geen vast weer: nij

onvast: dka, gmd, nht, olmgin stoandvastig weer, gin staondvastig

weer: amtgin stoand weer, gin staond weer: amt, glbonbestendig: entlös: alm, daf, dev, hdb, hel, ols, wijkwakkelweer: amt, dka, hks, tub, vaskwakkelig: rijveraanderlijk: ens, whr, wrdgrillig: amtop en of: grb; up en af: schonbetrouwbaar: nlsweer van niks: zsl

Het woord weer is hierboven cursiefgedrukt, om aan te geven dat het voor ver-schillende dialectvarianten staat, die hiermet het oog op de overzichtelijkheid nietsteeds zijn weergegeven.

Het weer wet nig wat het wul (amt); iekönt er gin stoat op maken (los); hetwisselt wat (kam); ie kunt d'r niks vanop an (vrh); het kan vrezen, het kandooien (ols).

fris (weer)

Het is….. of……weer.

fris: algemeenfrisch: eml, schfrissies: has, hel, kui, ols, stw, vrh; fris-

jes: bat, holbettie frissies: daffrösterig: hksgudderig: amteen luk koold: amtkoald, kaold: omm; kold: nlskil: amtrilderig: rij

Wanneer zeg je dat het fris weer is?

• bij lage temperaturen in de zomer:bab

• in de zomer als het begint af te koe-len: gie

• as het wat kolder wordt: olm• als de temperatuur zakt: has• als het van warm weer kouder wordt:

bat, dhm• wanneer het kolder is dan de veur-

goande dag: raa, sjk• na een hete zomerdag kan het ‘s

avonds lekker fris zijn: alm• koeler weer in de zomer: vrh• bij zommerdag: los• als het (enigszins) aangenaam koud is:

dlt• heel algemeen gebruikt wanneer het

wat kouder is: gmd• als het een beetje koud is: hol, ssv• wanneer het koud is: nht, sib• as het koald anveult: hel, vas• at het wat kölder is dan het lik: ent• as ie merkt da-j oe wärmer mot goan

anklejen: dev• als op dat moment te weinig kleren

aan hebt voor het (veranderde) weer:

nls• as het dreuge is, mar iej könt niet in

het blote bloezeroen buten lopen: daf• as de jasse weer an mut: hdb, whr• bij een lage temperatuur voor tijd van

het jaar: kam, vol• zonder zunne en weinig wiend: kui• als het winderig is met een mooi zon-

netje erbij: goo• as het luk koald is en het luk weait:

ens• as ’t watt kault is mett nen Toch Wind:

eml• helder, frisse wind: hei• as de wind koold anvuult: ols, rij• droog en kil: die• noa een Raegenschuur is het frisch:

sch• a-j koal(d)e hane kriegt an de fietse of

nen dröppel an ’n nûeze: wrd• in ’n harfst; teagen de winter: oot• as het nog net niet vrös: omm• als het licht vriest of bij gewoon droog

koel weer: olz

druilerig (weer)

miezerig: amt, bab, bat, blz, bor, daf, dev,die, ens, gie, glb, gmd, grb, hdb, hei,hks, hol, kam, kui, mar, nij, nls, olm,rij, sib, sjk, stw, vas, vrh, wan, whr,wrd; mies: tub

dreulig: amt; drullig: win; drulerig: daf,dhm, dlt, has, olz; druilerig: dka, goo,oot, zwo; druulderig: daf

kladderig: hel, nht, vrzgudderig: amttodderig: olsmotterig: nij, volmotreagenachtig, motraegenachtig:

amt, losnattig: rijvies nattig: stwfiesterig: wij

vochtig: martuilig: almsmerig: ssvgries: ommduuster: schgeriffermeerd: zsl

Het is an het smeren (amt); het miest(ent); het mottet (dka); het mot (ent);het nattet (alm); ze zeurt zo vedaan(amt); het zaokert zo wat voort (stp).

regenachtig (weer)

reagenachtig, raegenachtig: alb, bat, bor,daf, dev, dka, dlt, ens, ent, glb, goo, hei,hel, hol, mar, nij, ols, olz, oot, ros, sch,ssv, stp, vas, vrz, wij, wrd, zwo; regen-achtig: alm, amt, die, dka, eml, gie,gmd, has, hdb, hks, kam, kui, nht, nls,omm, rij, ros, sib, sjk, wan, whr, win

regenderig: bab, dhm; reagenderig, rae-genderig: nij, rij

kladderig regenachtig: raaklädderig: olsmiezerig: blz, daf, dka, olm, vrhmiesterig: amt, tubnat: alm, dka, volnattig: gmd, rij, stwbreulerig: amtbuuig: amt; buiig: kamdruulderig: dafbiester: nij, omm

Het weer is niet bes! (grb); het lik noarregen (alm); het hef ter zinne an (amt);het hef der zin on (vrz); het aardt noarreagen (los); arbeidersuitdrukking: eendag in de hilde (omm).

nat (weer)

nat: amt, blz, daf, dev, dka, dlt, eml, ens,ent, gie, glb, gmd, goo, hdb, hol, los,

170 171

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Page 87: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

mar, olz, omm, oot, rij, ros, sch, sib,sjk, ssv, stp, tub, vas, whr, wij, win,zwo

nattig: bab, dhm, gmd, hdb, hel, kui, nij,nls, rij, stw, vol, vrh, wan, wij

natten: alboan en natten, aon en natten: vrzkladderig: amt hei, hel, ols, vrz, wrdbluuisterig: nijboesterig: nlsbiester: nls, nijfiester: amtmiezerig: dafreagenachtig, raegenachtig: bat;

regenachtig: holregenweer: nlsslecht: nlsslof: rijsmerig: nhtsmutterig: amt, hevvies: has, nhtviezig: olmvochtig: die, kam

Het is ter nat vandage (amt, nij); het isne natten (alm); 't is biester buten depöste (nij).

nat en koud (weer)

nat en koold: alb, alm, amt, dhm, dka,ent, mar, rij, ros, ssv, vrz; nat enkoald, nat en kaold: dlt, ens, glb, hks,olz, oot, sch; nat en kold: daf, dev,gmd, goo, olm, stp, vrh, wan, whr; naten koud: blz, zwo; natt kault: eml

nattig en kold: stwnat en kladderig: albkil en nattig: kamwaterkoald, waterkaold: hel, los, nijwaterkold: kam, wij, winregenkoold: rijkladderig: diefiesterig: bat, hdb, hol, mar, ols, wrd

biesterig: enspiesterig: ensbiester: hdb, vrzbiestenweer: helmiezerig: hksmies: amtmieswear, mieswaer: vasgrienderig: bab, gie, has, rij, sjk, heigödderig: amtgulderig: dkakleumerig: grbklam: ommguur: bor, kui, volvoel weer: hev, raa; voel wear, voel

waer: amtrot weer: zslsmeewear, smeewaer: vastrekkig: tub

Het is ter kold (nij); goed weer um eenarfenis te verdelen (nls).

kil (weer)

kil: amt, blz, daf, dev, goo, nij, olm, olz,raa, rij, sib, vol, vrz, wan, whr, zwo;killig: gie, kui, nij, olm; kellig: sjk, vol

kil en kold: kamkillig kold: haskoald, kaold: dka, sch, vrh; kold: win;

koold: rij; koalderig, kaolderig: whr;köölderig: dlt; keulderig: alb; koolde-rig: rij

koldachtig: babkold en nat: kamreagenkoold, raegenkoold: ent, vrz;

regenkold: hdbwaterkoald, waterkaold: dka, dlt, hks;

waterkoold: vrzrillerig: bor, dka, los, nls, wij, zsl;

rilderig: hel, nhttrekkerig: dhm, glb, hdb, omm; trekkig:

stp, tub, vasfiesterig: alm, amt, die, hol, mar

miezerig: ssvgrienderig: hei, wrdgudderig: amt, enshuisterig: wijhuverig: bat, diehubberig: olskekkerig: gmdklommerig: vrzfris: goo, sjk, vrhguur: daf

koud (weer)

koold: alb, alm, amt, bor, dhm, die, dka,glb, goo, grb, hdb, hol, mar, rij, ros, ssv,tub, vas, vrh, vrz; koald, kaold: alm,dka, ens, ent, hei, hel, hks, los, nij, olz,omm, oot, rij, sch, wrd; kold: bab, bat,daf, dev, gie, gmd, goo, has, hdb, hei,kam, nht, nij, nls, olm, ols, raa, sib,sjk, stp, stw, vol, wan, whr, wij, win,zsl, zwo; koud: blz, kui; kault: eml

uverig: gmd

172 173

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Kaart 40: koud (weer). In het oosten overheerst de lange klinker (koald, koold), waarbij koold een midden-

strook vormt die zowel aan de oostkant als aan de westkant door koald begrensd wordt. In het westen

vinden we de korte klinker (kold), in het uiterste westen (Blokzijl, Kuinre) heeft diftongering plaatsgevon-

den (koud).

Page 88: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

killig: nij

Het is earlijk wear, het is warken ofkoald blieven: as ’t koald is, mut iedere-ne wè werken um warm te blieven (nij).

koude

keulte: alm, amt, bor, dhm, ent, glb, hks,hol, mar, rij, ros, vas; köölte: amt, dlt,ens, hel, los, nij, oot, vrz, wrd; költe:die; kulte: sch; kuulte: amt; kälte: nht;kelte: bat, gmd, hei, raa, wij, win;

kolde: bab, daf, dev, gie, gmd, has, hei,kam, olm, ols, sib, sjk, stp, stw, wan,wij, zwo; koalde, kaolde: nls, omm,vol, vrh; koolde: grb; köölde: whr;keult: ssv, tub; kou: blz, kui

kolligheid: bat

De kolde is eindelijk veurbij (bab); demeeste kolde is uut de locht (gie);kwakkelend winterweer, zo tussen vorsten dooi in (ent); de keulte is vot (bor);de kou is uut de lucht (blz); de köölte iseandlijk opehöölden/of-eleupen (wrd).

Wanneer komt er koude?

• als de ganzen in V-vorm naar hetzuid-westen vliegen: amt, nls

• in de winter bi'j opkommende moanevake vorst: has

• veel eikels betekenen dat er een stren-ge winter komt: goo, hks, omm, wrd

• als er veel eikels en beukenootjes zijn,komt er een strenge winter: wij

• als er veel noten aan de boom zitten

komt er een strenge winter: gmd• als de kat dik in de vacht zit komt er

een strenge winter: gmd• as de enten stille binnen kriej kolde:

zsl• het luistert in de lucht: mooi vries-

weer: win• kring um de maone is vöst: stp

174 175

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Kaart 42: (kou)de. De tweede, onbeklemtoonde lettergreep van koude begint in de zuidelijke helft van de

provincie met een –t-, en in de noordelijke helft met een –d-. Blokzijl en Kuinre, de plaatsen met –ou- als

klinker in het woord kou, laten de tweede lettergreep helemaal achterwege.

Kaart 41: kou(de). In het zelfstandig naamwoord vinden we umlaut (keul-) in een strook die midden over

Twente loopt. In de zuidwesthoek van de provincie wordt de klinker eveneens voor in de mond gevormd:

kel-.

Page 89: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

verschrikkelijk koud

onmeunig koud: dka, hev, mar, ros, vas,vrh, vrz; onmeundig koud: oot, wrd;onmundig koud: alm

onwies koud: los, ssv; ungwies koud: schslim koud: alm, ens, glb, hei, stwbarre koud: bab, bat, dhm, gie, hdb,

omm, wan, whr, wrd; bä koud: gmd;berre koud: zsl; bar koud: amt, dlt, rij

alderbarstends koud: ens; alderbarstendkoud: kam; alderbassend koud: amt,hel, hol; alderbässend koud: wij; aller-bassend koud: ols; allebarstens koud:vrh; allebassens koud: grb

bässend koud: dafallemachtig koud: vrhmachtig koud: hel, nls, vrhalderieuwigst koud: volieuwig koud: volverschrikkelijk koud: dlt, ent, goo, olm,

olz, sib, sjkvreselijk koud: marunsettend koud: emlnaar koud: alb, amt, ens, glb, hdb, los,

mar, tubhärtstikke koud: dev; ärtstikke koud: zwo;

hartstikke koud: dka, goo, hdb, raaakelig koud: hel, kui, nht, rijsteenkoud: blz, kam, nij; stienkoud: sjkgloepends koud: nls; gloepens koud: die,

has, wrdgleunig koud: wrd; glunig koud: hei, rijgruwelijk koud: amt, wrd; groewelijk

koud: hdbbitter koud: daf, vrzgriezelig koud: nls, stpmerakel koud: nij; merakels koud: wrddonders koud: winarg koud: nijheel koud: amtieskoud: bormieters koud: helsmurig koud: hks

berekoud: nhtvinnig koud: nijsiberisch: amt

Het woord koud is hierboven cursiefgedrukt, om aan te geven dat het voor ver-schillende dialectvarianten staat, die hiermet het oog op de overzichtelijkheid nietsteeds zijn weergegeven.

't Is wa koald (hks).

guur (weer)

guur: alm, amt, bab, blz, daf, dev, die,dka, ens, ent, goo, hel, kui, nht, nij,olm, olz, raa, rij, ros, sib, stw, vas, vol,wrd, zsl, zwo

biester: dka, hol, los, mar, vrh, vrzfiesterig: alm, ens, nij, rijgrienderig: gie, has, sjk, stp, wij; grinde-

rig: amtgudderig: amt, borbluisterig: devhuisterig: hei, olsroesterig: nls; ruusterig: hks poesterig: gmdtrekkerig: glb, hdbkold: bat, wan; koald, kaold: ommgemien kold: hdbwaterkold: kamreagenkoold, raegenkoold: ssv, vrznat en koald, nat en kaold: dltkil: nijschroa, schrao: amt, dka, tubschroal, schraol: amt; skroal, skraol: nij,

stw; schrool: stwrauw: kam, nls; ruw: kam; roew: winnaar: whr

Het is fien koold boeten (amt); metoosteweend krie-je guur weer (amt);skroal wear he-j vake in het veurjoarmet koale dreuge skroale wind (nij).

slecht (weer)

slecht: alb, alm, amt, bat, blz, dka, dlt,eml, ent, glb, goo, hdb, hei, hel, hol,kam, los, nht, nij, nls, ols, olz, raa, rij,ros, sib, sjk, ssv, stw, vol, wan, whr,win, wrd, zwo; slicht: dhm, gie

hoondenweer: amt, bor; hoondeweer:nij; heundeweer: nij; hondeweer: hdb,wij; ondeweer: has

rotweer: blz, daf, die, grb, nij, ols, raa,sib, vas

biester weer: mar, nij, rij, vrh, vrz, wrdbiestenweer: hei; beesteweer: wijbetroewet: schmin: kui, olmmies: enslillijk: ootonkloor: gmdonwies: lospokkeweer: devvoel weer: hevgin plezeerig weer: almgin weer: amt

Het woord weer is hierboven cursiefgedrukt, om aan te geven dat het voor ver-schillende dialectvarianten staat, die hiermet het oog op de overzichtelijkheid nietsteeds zijn weergegeven.

Het weer deugt vandage niet (hdb); hetis echt huisterig (hei); rotweer vandage,mar det mochten sommigen niet zeg-gen, het weer kwamp van Um, dus konniet rot wean (daf); het is weer um geld(geeld) te tellen, ne arfenis te delen(amt); het is nog te slecht um ne hoondnao boeten te jagen, um ne hoond oette loaten (amt); wat slecht weer, ie zol-len der gin hond uutjagen (nij); het iseen miezerigen dag (dka); je kunt beterbinnen in de hielen (deel) werken! (hev);een dag in de hilde (ols); het is mies op

’n diek (tub); het is min weer vandaege(olm); Vriezenveens gezegde: “Wat isslecht wjaer? Bedaaift mien heuj, dònwast mienen kool.” (vrz).

verschrikkelijk slecht (weer)

onmöön(d)ig slecht: dlt, ros; onmundig:alm; ameunig slecht: vas

onmeunig rotweer: amt, ameunig rot-weer: vas

onmeundig lillijk: ootonmeundig biester: vrzonmeunig: vrhäkelig slecht: hei, nijallebassens slecht: alm, nij; alderbas-

send: nij, olsbassens slich: dhmbarre slecht: bat, has, hdb, nls, raa, stp,

stw, wan, whr, wrd; berre slecht: stpbar slecht: hksbarre weer: omm, vrhbar en boos: blzbar biester: ommarg biester: nij, ommgruwelijk biester: marheel biester: rijbiester: dka, helbiestert: babbeesteweer: wijbeusterig weer: loshartstikke slecht: nhthartstikke rot weer: dieverschrikkelijk slecht: daf, dev, dka, ens,

ent, olz, rij; verskrikkelijk slecht: gooverschrikkelijk rotweer: grb; verskrikke-

lijk rotweer: kamverskrikkelijk: gie; verskrekkelijk: gmdnaar slecht: ens, holnaar: sch,winonwies slecht: dka, ssvonwies: losgruwelijk slecht: margloepens slecht: alm, hei

176 177

Hoofdstuk 16 Mooi weer, slecht weer

Page 90: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

onmens slecht: hksslim slecht: glbontzettend slecht: sibbesunner slecht: eml; biezunder slecht:

amtslecht weer: amt, dka, kam, nij, sjk, tubongelukkig rotweer: amtrotweer: alm, kam, nij, volhoondenweer: alm; hoondeweer: amt;

hondenweer: los; hondeweer: daf, nht,wij

weer um der geinen hoond ut te stören:vrzkattenweer: amtvoel weer: amt, hevnoodweer: gmdpokkeweer: ols, zwomin weer: olmonkloor weer: gmdhuistrig: helgin weer: bor

Het weer is vandage bar en boos (hdb);het gaat weer helderop (nij); wat is tochslecht vandage (kui); het buistert oarigvandage (bab); t is geen wear um hoon-de naor boeten te jagen (dka); het is umte hulen (amt); d’r is vandage wal watvan an (rij); het wear is vandage glad op’n biestern (wrd); het is biester weervandage (hel); het ies vandaag geenmooi weer (sib).

178 179

Hoofdstuk 16 Register op lemma’s

aarde, hemel en 90afnemende

maan 91afrastering 28afrastering

maken 29afrasteringspaal 30afrit 25akker 53akkerberm 27autoweg 19avondschemer 95barometer 169beek 36berm 20bestendig

(weer) 169betrokken 130bewolkt, zwaar 130biezenpol 48bliksem 144bomijs 122braakliggende

grond 60brug 38buitendijks gelegen

land 41coupure 25cycloon 157diaconiegrond 84dichtgeslagen

grond 66dijk 23donderslag 146donderslag,

hevige 146donker 96dooien 124dooi-ijs 122doorlatende

grond 66draaihek 35drassige grond 67drinkbak 44drinkkuil 43droog 162druilerig

(weer) 171drukkend

(weer) 167

duiker 38dwarrelen (van

sneeuw-vlokjes) 109

dwarrelwind 153fijne grond 64fris (weer) 170gaan liggen 157gemakkelijk te

bewerken grond 54

gemeentegrond 86glad ijzerdraad 32gladheid 116glijbaan 110glijden 111graspol 47groeizaam (weer)

163grond, braakliggen-

de 60grond, dichtgesla-

gen 66grond, door-

latende 66grond, drassige 67grond, fijne 64grond, gemakkelijk

te bewerken 54grond, hoge 79grond, ijzerhouden-

de 72grond, lage 79grond, moeilijk te

bewerken 55grond, onvruchtba-

re 54grond, steen-

achtige 63grond, vrucht-

bare 53grond, woeste 57grondstuk met een

driehoekige vorm 75

grondstuk met eenlange en smallevorm 75

grondstuk met eenvierkante vorm 76

grote vlokken 108guur (weer) 176hagelbui 105hagelsteen 106heel warm

(weer) 166heidegrond 59hek 32, 34hemel en aarde 90herengrond 85herfst 102 hevige donder-

slag 146hoge grond 79hondsdagen 99hooiland 41horizon 89houtwal 27ijs houdt nog niet,

het 119ijs houdt, het 119ijs 119ijsbaan 119ijsheiligen 103ijspegel 118ijzel 116ijzerdraad, glad 32ijzeren sierhek 35ijzerhoudende

grond 72ingezaaid land 51kamp 28kil (weer) 172klaphek 34klei 69kleine vlokken 108kluiten 63kluitengrond 63knipgat 15koek-en-zopie 121koel windje 153kolk 42koud (weer) 173koud, verschrikke-

lijk 176koude 174kwakkelwinter 103laag gelegen, voch-

tig weiland 41laan 23lage grond 79land, buitendijks

gelegen 41

land, ingezaaid 51leem 70lente 99licht 95lichte (zand)-

grond 65lichte regenbui 137liggen, gaan 157loommakend

(weer) 167lucht 90maan 90maan, afnemen-

de 91maan, opkomen-

de 90maan, volle 91markegrond 83maten 76melkhok 45midzomer 99mist , het 128mistig 127moeilijk te bewer-

ken grond 55mooi weer 161motregen 136nat (weer) 171nat en koud

(weer) 172natte sneeuw 109nazomer 100nevelig 127nieuwe maan 91ochtendscheme-

ring 95oerlaag 65onbestendig

(weer) 170onbewolkt 131onverharde weg 13 onvruchtbare

grond 54onweer 141onweersbui 141onweerswolken 129opklaren 131opkomende

maan 90opstapbankje 35oudewijven-

zomer 100paardenpad 16

Register op lemma’s

Page 91: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

181

aander waer 168aander wear 168aarfst 102aarme groond 54, 65aarst 102Ackerwech 38aegelbui 105aemel en eerde 90aender 89af en toe 134af en too 134afgoande maan,

afgaonde maan 91afnemende maan 91afnemmende

maan 91afrastering

maken 30afrikken 28, 29afrit 25afvruchte 28afvruchten 30agedoornwaeke,

d’ 103agedoornweake,

d’ 103agelbui 105ägelbuje 105agen 27akelig hete 166äkelig hiete 166akelig koud 176äkelig slecht 177akelig warm 166äkke 32äkkepost 33akker 53, 77äkker 53, 77akkeregge 27akkerhaege 27akkerheage 27akkerhegge 27akkerhooltwal 27akkerlaand 53akkermaalsholt 27akkermaolswal 27akkermoalswal 27akkertien bouw-

laand 53akkerwal 27

äkkerwal 27akkerwalle 27alderbarstend

koud 176alderbarstends

koud 176alderbassend

hard 139alderbassend

hiete 166alderbassend

koud 176alderbässend

koud 176alderbässend

mooi 165alderbassend

warm 166alderbassend 177alderieuwigst

koud 176allebarstens

koud 176allebassens

duuster 97allebassens

koud 176allebassens

slecht 177allee 22allemachtig

koud 176allerbassend

koud 176allerbastend

warm 166ameunig

rotweer 177ameunig slecht 177amper 138Anbauland 53andgreep 33angemaakt

laand 51ank 42anke 42ankomende

maan 90ankommende

maan 90

anliden, kan ’t 119Anweide 27aof en toe 134aofrikken 29aogelbui 105aolewieven-

dagen 101aolewieven-

sommer 101aolewieven-

zommer 101aolewievenzom-

mertie 101aolt 119aon en natten 172aor 72aorbön 65aordig dicht 130aordig winter 102aorgroond 72aorig wat

weend 154aorig wienderig 154aorig 114Aort 72aovendschemer 95aovendsche-

mering 95aovendskeme-

ring 95aover ’n dam 38aoverstap 35aoverstappie 36aovondschem-

mer 95aowerstap 35ard 113ärd 113arde beuje 138arde donderslag 146ärde slag 146arde weg 17ärde winter 102arfst 100, 102arg biester 177arg koud 176arg mooi 165arg warm 166arge donderslag 147ariest 102arme gro(o)nd 54ärme grond 54armetierige grond 54

arriest 102artstikke donker 97ärtstikke koud 176asbesweg 18asfaaltweg 18asfaltweg 18asgat 15autobaan 19autobane 19autostraot 19autostroat 19autoweg 19avondscheme-

ring 95bä koud 176baand 129baandpol 49baanke 129baarm 20bäärm 20baarste 121Backschnee 109baeke 36baelie 44baerm 20, 27bagger 67baggeren 37bäkke skone

maken 37balie 44balk 34balkien deur de

zunne 129ballastputten 72balsterputte 72bampol 49banke 66, 129bankie 36baonke 129baowenbalk 33bar biester 177bar en biester 157bar en boos 177bar koud 176bar slecht 177barg 81barm 20, 27bärm 20barometer 169bärometer 169barre hiete 166barre koud 176barre mooi 165

180

Register op dialectwoordenparochiegrond 85pikdonker 97plag 50plaksneeuw 109prikkeldraad 31regen 133regenachtig

(weer) 171regenboog 140regenbui 137regenbui, lichte 137regenbui, zware 138regenwolkje 129rijksgrond 86rijp 118rukwind 156rulle (zand)grond 65schaats 120schaatsen 119schapenwolkjes 128scheur in het ijs 121scheurland 51schitterend

(weer) 164schoonmaken,

sloot 37schrikdraad 32schuurpaal 44sierhek , ijzeren 35sikkel van de

maan 91slecht (weer) 177slecht (weer), ver-

schrikkelijk 177sloot schoon-

maken 37sloot 36sneeuw 106sneeuw, natte 109sneeuwvlok 108snelweg, (vier-

baans-) 19stapelwolk 129steenachtige

grond 63ster 92sterhelder 132steunpaal 30stierbankje 36storm 157stormachtig 156strenge winter 102stuifsneeuw 109

stuiven 156talud 25thermometer 169tichelgrond 71toegang tot een

weide of eenakker 37

veen 69veengrond 69verharde weg 18verschrikkelijk

koud 176verschrikkelijk

slecht (weer) 177(vierbaans-)snel-

weg 19vlokken, grote 108vlokken, kleine 108volle maan 91vorst 111vruchtbare grond 53waaien 151waait hard, het 154wagenspoor 15 wak 122warm (weer) 164weer, zacht 162weersomslag 167weg , verharde 18weg, onverharde 13 weiland, laag gele-

gen, vochtig 41wendakker 53wereld 89wervelwind 156wind 152winderig 154windje, koel 153windstil 158windstoot 155windstrepen 128winter 102winter, strenge 102winter, zachte 102woeste grond 57wolk 128wolkenbank 129zacht weer 162zachte winter 102zand 72zandgat 72(zand)grond,

lichte 65

(zand)grond,rulle 65

zomer 99zon 91zuchtje (wind) 152zwaar bewolkt 130zware regenbui 138zwoel (weer) 166

Page 92: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

183182

barre slecht 177barre weer 177barre winter 102barrometer 169bars 121barst 121barste 121bärste 121barte 39bas 121bäs 121basaltweg 18baschet 139basket oet de

locht 139bassend hete 166bässend koud 176bassend mooi 165bässens mooi 165bassens slich 177bast 121bäst 121baste 121bäste 121beake 36bealie 44bearm 20, 27bedrukt 167beek 36beelt 81beenddraod 32beenddroad 32beenke 36beerm 20beestepol 47beesteweer 177beetjen 112beetjen, een 138bek 36beke 36bekke 36bekrumen 37bekwäme groond 54bekwame Grund 65bekwaome grond

54, 55bekwaome

ground 54belmeundige

groond 60belt 81benauwd 166, 167benöwd 166

bentepolle 49berekoud 176berg 81berm 20berre koud 176berre slecht 177bes 163best schoer 129best wellige

groond 54best 166beste bokse vol

wind 154beste bui 138beste donderslag 147beste gro(o)nd 53beste vlokken 108besten donder-

slag 147bestendig 169bester Boden 54besunner slecht 178betie 112betie, een 138betien 112betien¸ een 138betje regen 137betje weend 153betje 112betjen wind 153betjen 112betke raegen 137betke reagen 137betke weind 153betke 112betke¸ een 138betken, een 138betonstraot 18betonstroat 18betonweg 18betrekt sick 130betrekt 130betroewet 177betrokken 130betrökken 130better wörden 131bettie frissies 170bettie raegen 137bettie reagen 137bettie regen 137bettie 112bettien 112bettien, een 138

betumeweg 18betuumweg 18betuut 130beugien 137beujke 137beult 81beumligger 33beunder 76beunderig 154beune 66beusterig weer 177beusterig 154bewolkt 130, 131bezenpol 49bezeunder

mooi 164bezunder mooi 164bezweurte 33bie zette 134biestekolk 43biestenweer 172biestenweer 177biester waer 157biester wear 157biester weer 154, 177biester 154, 156,

171, 172, 176, 177biesterig 172biestert 177biet 122biete 122bietien 112biezenpol 49biezepolle 49biezunder good

weer 165biezunder mooi 164biezunder

slecht 178biezunder 165bij lochten 95binddraod 32binddroad 32binnendijksland 42binnenweie 28Binsenplacken 49bit 122bitter koud 176bjäkke 36bjöst 121bladstil 158bladstille 158blak 158

blakstille 158blaos-ies 122blaosterig 154bläuwsterig 154bledstille 158bleusterig 154blievend grös 51blievend grös-

laand 51bliksem 144bliksemschicht 144bliksemt 145bliksweg 14blitz 144blitzt 145bloas-ies 122bloasterig 154bloedeet 166bloedhete 166bloedhiete 166blok 76bloodheet 166bloodhete 166blös 155blözerig 154bluister 154bluisterig 154,

157, 176bluuisterig 154, 172bluumpies 108bluusterig 154boanke 129boawenbalk 33bobbel-ies 123bobbelties-ies 123boesken 151boesket 155boeskewaer 154boeskewear 154boest 155boesterig 157, 172boeve-ies 122boezerig 157boezet 155boezt 155bohle windstille 153bokkesloot 43bokse 75bokspiepe 75bol 38bollenstront 55bom-ies 122bön 66

bongel 33, 34bon-ies 122bonken 64bonkerig 63bonkig 63bönne 66, 76bönnegroond 66boom 33boonof 53boonte lappe 73börste 121bös 121boshaege 27bosheage 27bospad 13bossie russe 49bossingel 27böst 121bostboom 33boswaere 28boswal 27boswalle 27bosweare 28bosweg 13boties 120bottenweggentie 14bottervat 54bouw 53bouwakker 53bouwekker 53bouwgrond 53bouwgroond 53, 65bouwkaamp 53bouwkamp 53, 80bouwklaor 64bouwkloar 64bouwlaand 53bouwland 53bouwlaoge 65bouwlaond 53bouwloage 65bouwloand 53bouwoekie 53bouwriep 64bovenbalk 33braak 57, 60brääk 60braakgrond 57, 60brääkgrond 57braakgroond 60braakland 60braakliggende

grond 57, 60

braakliggendegroond 57, 60

bräke grond 60brake 60brakke grond 60braok 81braoke 81braoklaand 60braokliggend

land 60braokliggende

grond 60braokligging 60bratsig 167bree 28breenk 13breuierig 164,

166, 167breuiig 166, 167breulerig 171bries 153briesie 153briesien 153briesje 153broak 81broake 81broaklaand 60broakliggend

land 60broakliggende

grond 60broakligging 60broek 41, 79broekgrond 79broekla(a)nd 41,

79, 83brok-ies 122brokkel-ies 122brommen 109broodspin 54brook 41, 79brookgro(o)nd 41, 79brookheg 27brookla(a)nd 41bros-ies 122brös-ies 122brouk 41, 79brug 38brugge 38Brügge 38bruggetje 38bruggetjen 38bruggie 38

brugjen 38brugke 38brugske 38bruierig 166, 167brukken 38bruuierig

snikiete 166bruuierig 164,

166, 167bruw 38bubbelties-ies 123buie veur de

stof 137buigie 137buigien 137buiig 171buike 137buisterig 154buitje 137buitjen 137buje veur het

stof 137bujgie 137bujgien veur het

stof 137bujgien 137bujke 137bujken 137buldert 155bult wind 156bunder 76bunne 17bunte 49buntepolle 49buntpolle 49burs 121bus 121bust 121butendieks

la(a)nd 41butengewoon mooi

165butenla(a)nd 41buug-ies 123buuig 171buujgie veur het

stof 137buujke vuur ’n

stof 137buujke 137buuldert 155buutjen tegen de

stof 137

buzenpolle 49buzepolle 49buzerig 154canadezen 120cantine 121clubhuus 121consumptie-

tente 121coupure 25cycloon 157d’agedoorn-

waeke 103d’agedoorn-

weake 103daaldwerrelen 109daamp 127, 128daamperig 127daampig 127daampt 128daamt 127daeien 124daeit 124daempig 127, 167dagmaot 77dagmaote 77Dagwark 77dalgrond 60, 69dam 27, 37dam-ekke 32damhekke 32damme 38dammegie 38Dammhang 25damp 127, 128dampig 127dampt 127dao weer

worden 124dao Weer 124dao worden 124daogen 95daom 38daompig 127daonderslag 146dargachtig 67darggrond 67darps 67dat het knapt 113dat het kraakt 113dät het krääkt 113dat het kraekt 113dat het kreakt 113dauen 124

Page 93: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

185184

dauw 127dauwig 127dauwt 127davert 155deaien 124deait 124deampig 127deampig 167dechteslägen 66deejt 124deepmaote 41deepmoate 41Deichvoerland 41deijt 124dejen 124dekke vlokken 108dekke zwore

bujje 138dekke 130delgrond 70demperig 127dempke 127deuien 124deui-ies 122deuit 124deurlaot 35deurlaotende

grond 66deurlaotende

groond 66deurloat 35deurloatende

grond 66deurloatende

groond 66deurlopers 120deursteek 25deurstek 25deuster 96diaconaal laand 84diaconiegrond 84diakengrond 84dicht 66, 130dichte 130dichte betrok-

ken 130dichteslaegen 66dichteslagen 66dichteslägen 66dichteslaogen 66dichtesleagen 66dichtesleempt 66dichteslemd 66

dichteslempt 66dichteslibd 66dichtesloagen 66dichtezakt 130dichtsleugen 66diek 13, 22, 23diekdeurgank 25dieke 23diekgat 25diekie 13, 38diekofrit 25dieksloot 13diezig 127diggemaat 29dik 130dik schoer 129dikke 130dikke bewolkt 130dikke bui 138dikke fosse

wind 157dikke genog, is 119dikke locht 130dikke vlokken 108dikke vlökken 108dikke wolk 129dikke wolke 129dikker eine 33doa weer

worden 124doa Weer 124doa worden 124doagen 95doam 38doampig 127doanderslag 146doeker 38dolgroond 67dolle groond 67domeinen 86domeingro(o)nd 86domeinlaand 86dom-ies 122domineemoate 84domineemaote 84dompig 167donder 141donderbeuje 129, 141donderbui 141donderbuie 141donderbuje 141donderbujje 129, 141donderköppe 129

donderkoppen 129donderköppen 129donders koud 176donderschoer

129, 141donderskoer 129, 141donderslag 146dondert 141, 146donderwolken 129donker 96, 130donkere eande 129donkere eande 129doo is invallen 124do(o)nker weer 130doo waer 124doo waer, is 124doo wear 124doo wear, is 124doo weer, is 124doo wjaer, is 124doo wjear, is 124doo 124dooie grond 54, 60dooie snij 109dooien 124dööien 124doo-ies 122dooi-ies 122dooit 124dööit 124dooiweer 124doonder 141doonderbuje 141doonderköp 129doonderköppe 129doonderköppen 129doonderschoer

129, 141doonderschuur

129, 141doonderslag 146doondert 141, 146doonderwolken 129doonker ies 122doonker 96, 130doonkere

wolken 129dop-ies 122dorre grond 54dounker 96draad 28draai-ek 35draeiende wind 154

draeihekke 32, 35draeihekkie 35draeihekske 35draeikolk 42draeikölkie 154draeimölleke 35draeipaol 33draeiwind 154, 156draenkbak 44draenkputte 44draod trekken 30draod 28draoden 30draodpaol 30dras 67drassig 67drassig la(a)nd 42dreaiende wind 154dreaihekke 32, 35dreaihekkie 35dreaihekske 35dreaikolk 42dreaikölkie 154dreaimölleke 35dreaipoal 33dreaiwind 154, 156dreankbak 44dreankputte 44dreehekke 35dreehook 75dreejhekke 35dreejkolk 42dreejwind 154, 156dreejweend 154dreenkbak 44dreenkensbak 44dreenkkoel 43dreenkkolk 43dreepeurtje 35dreetip 75dreffelsneeuw 109dreffelt 156drei-ekke 35drei-ekkien 35dreiende wind 156dreiers 120dreihek 32, 35dreihekke 32, 35dreihekkie 35dreiheksken 35dreikolk 42dreilasche 32, 35dreipeulke 35

dreipeurtje 35dreipiet 35Dreipoorte 35dreiwind 154dreiwind 156drek 67drekgat 15drekgroond 67drekkig 67drekweg 14drenkbak 44drenkplase 43dreug laand 81dreug zaand 65dreug 162dreuge grond 65dreuge 162dreugliendraod 32dreugliendroad 32dreujerties 120dreulig 171drevelen 109drevvelt 156drewelen 109Drewelschnee 109drewelt 156driefhook 47driefies 122driefweg 38drietenpol 47drietepol 47drietip 75drietpaol 47drietpoal 47drietpol 47drille groond 67drillepiet 35drinkbak 44drinkenbak 44drinkensbak 44drinkensgat 43drinkenskoele 43drinkenskolk 43drinkenstonne 44drinkesbak 44drinkgat 43drinkkoele 43drinkkolk 43drinkplaos 43drinkploas 43drinkpoel 43drinkpoele 43drinkputte 44

drinksbak 44drinkskoele 43driwsken 109droad trekken 30droad 28droaden 30droadpoal 30drokkend 166, 167drood 28drood trekken 30droog 162drööw 162droten 30druilerig 171drukkend warm 166drukkend 166, 167drulerig 171drullig 171druppelt 137druulderig 171dubbel draaihek 35dubbele iezerties

120dubbele zunne 129dubbelpoorte 35düftig 114duker 38dunderslag 146dundert 141dunkel 96dunsig 127duur winter 102duurgaank 25duurlaotbare

groond 66duurlaotende

groond 66duurloatbare

groond 66duurloatende

groond 66duurloop 34duurlopers 120duurstek 25duuster 96, 130, 171duustere maan 91duzig 127dwärrel 153dwarrelen 109dwärrelen 153dwarreling 153dwarrelwind 153dwärrelwind 153

dwarsligger 33dwarspaole 30dwarspoale 30dweertien 153dwerrelen 109dwerrelweend 153eagelbui 105eamel en eerde 90eander 89eekhoolt 27eelal 90een luk koold 170eender 89eerdeduuster 97eerpelzommer 101eerste kwartier 91eersten zommerdag

99eeuwig mooi 165eftige donder-

slag 147eideveld 59einder 89ek 38ekenhoolt 27ekenpost 33ekjen 36ekke 29, 32, 38ekke zetten 30ekkedam 38ekkepaol 33ekkepoal 33ekkepost 33ekkerdam 38ekkevleugel 36elder 95, 132elektrisch draod 32elektrisch droad 32Elektrotuun 32emel en aarde 90emel en eerde 90emels mooi 165ender 89enk 53, 80, 81 enorm heite 166erde laoge 66erde loage 66erde weg 17erfst 102erg bewolkt 131ertragsarme

Grund 54ertragsreiche

Grund 54es 53, 79es 79esgrond 80esgroond 80, 81eskaamp 80eskempke 80eskeurd laand 51eswaere 80esweare 80etgarde dreugie 101etgarre 41eugte 80euilaand 41Fäildgrund 59familieweere 83fien 64fien grei 108fien raegen 136fien reagen 136fien regen 136fien snee 108fien sni-j 108fien zaand 65fiene lichte

Grund 65fiene regen 136fiene rommel 108fiene snee 108fiene sneeuw 108fiene sneje 108fiene vlokkies 108fiene vlökkies 108fienen regen 136fienen snee 108fiengemaakt 64fiengemaokt 64fiengemoakt 64fiester 172fiesterig 171,

172, 176fijn 162fikse buje 138fisselt 137, 138fitjen, een 138flarte 48flatsni-j 109flauwen wind 153fleergrond 42fleuiweide 42flink 114flinke donder-

slag 147

Page 94: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

187186

flitst 145Flöjsand 66Flur 81Foottrepken 36förbare Vee-

tränke 44fosforietenkoel 72fosse wind 155, 156fossen grös 48fossen wind 155fossens 108fossige weend 156Föstengrund 85friese deur-

lopers 120friese deur-

rieders 120friese skaesen 120friezen 120fris 170, 173fris windje 153frisch 170frisjes 170friske bouw-

groond 51frisse bries 153frisse wind 153frissies 170frösterig 170fussies 108Futtenplatz 46Fuunder 38gae 75gaele gro(o)nd 54gaerakker 75gaerdenakker 75gaerlaand 75gaffel 33gaffelhekke 32gaffelpost 33ganzeveren 108gaorden 28gaorden 53gaorden 79gasket 139Gaspell 35gat 42gat 122gea 75geale gro(o)nd 54gearakker 75geardenakker 75gearlaand 75

geëgd 64geen vast weer 170geer 75geerhook 75geerstuk 75gefreesd 64geil 163geile gro(o)nd 54geile mestpolle 47geile toppe 47geilhoek 48geilpolle 47gemeentegrond 86gemeentegroond 86gemeenteground 86Gemeentegrund 86gemeentestukke 86Gemeindegrund 86gemeintegroond 86gemien kold 176gemientegrond 86gen vas weer 170gen vast weer 170gen wind 158gere 75gerend stuk 75gerenden akker 75geriffermeerd 171gerifformeerde

grond 65gescheurd grös-

laand 51gescheurd laand 51geschuurd laand 51geschuurd laond 51geschuurd loand 51geskeurd grös-

land 51geskeurd laand 51geslempte grond 66geult 155geunstige grond 54gewechte 33geweldigen donder-

slaag 147Gewicht 33gewillige grond 55gezichteinder 89gezichtsaend 89gezichtsaene 89gezichtseand 89gezichtseane 89gezond ies 123

gien vaast weer 170gien vast weer 170gien zuchie

wind 158gier 75giert 155giezel 116, 118giezelt 116gildegrond 83gin plezeerig

weer 177gin staond weer 170gin staondvastig

weer 170gin stoand weer 170gin stoandvastig

weer 170gin vas weer 170gin weend 158gin weer 177, 178gin winter 103ginnen strengen

winter 103gjöölt 155glad draod 32glad droad 32glad drood 32glad emaakt 64glad 64, 132gladde 116gladde draod 32gladde droad 32gladden 116gladden draod 32gladden droad 32gladdigeid 116gladdighaed 116gladdighead 116gladdigheid 116glad-eid 116gladhaed 116gladhead 116gladheed 116gladheid 116gladiest 117gladiezel 116gladiezelt 117gladiezerdraod 32gladiezerdroad 32gladte 116glaent 30glaentpaol 30glaezebakt 117

glatten 116Glattigheit 116gleant 30gleantpoal 30gleazebakt 117gleenden 30gleent 28gleentdraod 32gleentdroad 32gleenten 30gleentpaol 30gleentpoal 30gleinten 30gleintpaol 30gleintpoal 30gleunig koud 176gleunig mooi 165gleunig waarm 166gliebaene 110gliebane 110gliebaon 110gliebeane 110glieboan 110gliedebaene 110gliedebeane 110glieden 111glieëbane 110glieën 111gliejbaan 110gliejbane 110gliejiezer 120glien 111glierbaan 110glierbane 110glierbäne 110glierboane 110glieren 111glieriezer 120glinderbaene 110glinderbane 110glinderbeane 110glinderen 111glinnerbaan 110glint 28glintdraod 32glintdroad 32glinten 30glinterbane 110glintpaol 30glintpoal 30glisbaene 110glisbeane 110glissebaene 110

glissebane 110glissebeane 110glissen 111gloepends koud 176gloepens heet 166gloepens heite 166gloepens koud 176gloepens mooi 165gloepens slecht 177gloepens waarm 166glooiing 25glunig koud 176glunig mooi

wear 165glunig mooi

waer 165goarden 28, 53, 79godder 137gödderig 172goed 170goed winter 102goeie gro(o)nd

53, 55, 66goelt 155goest 139, 155gold grond 54gölt 155goo groond 53good doo 166good lech 166good weer 161göölt 155goor 42, 79goorde 53goorden 28göt 139goude groond 53Graben ruemen 37graendweg 18graentegroond 63graenterige

groond 63graovengroond 85graowengroond 85grasakker 51graven 36gravens oets-

mieten 37grawen 36greandweg 18greantegroond 63greanterige

groond 63

greendkoel 72greendweg 18greenterige

groond 63greffelweg 17grendweg 18greppel 36greuizaam 163greune weg 13greusplagge 50greuszooi 50greuzaam 163griemelen 109grienderig 172,

173, 176griendweg 18gries weer 130gries 130, 171grieze locht 130grieze veld-

groond 73griezelig koud 176griezelig warm 166grillig 170grinderig 176grindpad 18grindweg 18grinte 18grisselen 109groavengroond 85groawengroond 85Groenstrippen 20groenstrook 20groewelijk koud 176groffe vlokken 108groffe zaew 108groffe zeaw 108grommel 141grömmel 141grommelbui 141grommelknal 146grommelknap 146grommelköp 129grommelköppe 129grömmelschoer 141grommelschoer

129, 141grommelskoer 141grommelt 141, 146grömmelt 141, 146grommen 109grömmen 109grond met veule

kloeten d’r in 63grond van de

domeinen 86grond van de

gemeente 86grond van de

gemiente 86grond van de

graof 85grond van de

groaf 85grond van de

haeren 85grond van de

hearen 85grond van de

karke 84, 85grond van de

katholieke karke 85

grond van depastoor 85

grond van de room-se karke 85

grond van de staat 86

grond van het riek 86

grond van het rijk 86

grond van rome 85grondmist 127groond 60groond die heurt de

karke 84, 85groond van ’n

heer 85gro(o)nd van de dia-

conie 84groond van de

kark 85groond van de

parochie 85groond vol

kloetens 63groonddaamp 127groonddaampt 127groonddampig 127groonddempig 127groonddempke 127groondkloeten 63groondmist 127groondnevvel 127

grös en aenden-eier 163

grös en eanden-eier 163

grös en eend-eier 163

grös 163grösegge 53gröshege 27grösliggend 163, 167grösplag 50grösplagge 50gröspol 47gröspolle 47grösstrook 27gröswal 27grösweg 13gröszo 50gröszode 50gröszooi 50gröszooie 50grote buje 138grote fossen 108grote straote 19grote stroate 19grote vlokken 108grote vlökken 108grote vösse 108grote wäg 19grote weg 19grote wolk 129grote wolke 129ground van ’n

heer 85ground van de

gemaente 86ground van de

gemeante 86ground van de

kaerk 85ground van de

keark 85ground van het

riek 86grouwe vlokken 108grozaam 163gruisweg 17gruizaam 163grujzaam 163grummelen 109Grummelslag 146grummelt 146grummen 109

Page 95: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

189188

grune weg 13grup 36gruppe 47gruppen 37gruuiend 163gruuizaam 163gruunblok 76gruusweg 17gruuzaam 163gruwelijk

biester 177gruwelijk heite 166gruwelijk hete 166gruwelijk koud 176gruwelijk mooi 165gruwelijk slecht 177gruzelen 109gudderig 170, 171,

173, 176guddertie 137gulderig 172gute Grund 53guur 172, 173, 176guurderieje 108hä(r)dlopers 120haakdraod 32haakdroad 32haar 80haarfs 102haarfst 102haarst 100, 102hach 75hackendreier 120haedegroond 59haegelbui 105haelder 132haenig 113, 162haenig buiken 137haenig bujgie 137haenig bujke 137haenig buujke 137haenig winter 102haerengroond 85haerfst 102hag 33hagaend 33hageand 33hageinde 33hagelbui 105hägelbui 105hagelkeie 106hagelkeurne 106hagelsteen 106

hagelstein 106hagelstien 106haifst 102hakholtsingel 27halfdoonker 95Halfduuster 95halte 114halve deur-

lopers 120halve noren 120hamerslag 128hanendriet 70hanendriete 69hang-ies 122hangkaant 75hank 42hanke 42haolt 119haolten hek 32haoltwal 27haor 28haos gin weend 153haoste niet 138har 113hard winter 102hard 113, 139härd 113hardböst 121harde 113harde banke 66harde bui 138harde donder-

slag 146härde donder-

slag 146harde grond 55härde grond 55harde groond 55, 66harde laoge 66harde loage 66harde rukwind 156harde weend

156, 157harde weg 17härde weg 17harde wind 156, 157harde winter 102harden donder-

slag 146harden weg 17harden winter 102harfs 102harfst 102

härfst 102harre 113härs 102harte 113harten Slag 146hartstekke

doonker 97hartstikke biester

156hartstikke

deuster 97hartstikke

duuster 97hartstikke heet 166hartstikke hete 166hartstikke koud 176härtstikke koud 176hartstikke mooi 165hartstikke rot

weer 177hartstikke

slecht 177haspel 35hasselt 42hatte weg 17hatten winter 102headegroond 59heagelbui 105healder 132heanig 113, 162heanig buiken 137heanig bujgie 137heanig bujke 137heanig buujke 137heanig winter 102hearengroond 85hearfst 102heed 59heedgrond 59heedgroond 59heedland 59heedvaeld 59heedveald 59heel ander weer 168heel biester 177heel iets 138heel koud 176heel mooi 165heel schier 166heel zwaor 130heel zwoar 130Heerengrund 85heet 164, 166

heg 27hegge 27heggel 27heide 59heidegrond 59heidegroond 59heidelaand 59heideveld 59heiground 59heiig 127heite 164, 166hek veur de

damme 32hek 32, 38hekbienen 33hekboom 33hekdam 38hekgaank 38hekke 29, 32, 35, 38hekke met slaete 34hekke met sleate 34hekke van schoef-

balken 34hekkedam 38hekkedamme 38hekkegaank 38hekkenboom 33hekkendam 38hekkengat 38hekkenpaol 33, 34hekkenpaot 34hekkenplaanken 33hekkenpoal 33, 34hekkenpoat 34hekkenpost 33, 34hekkenpost 33hekkensgat 38hekkensleet 34hekkepost 33hekkram 34hekpaol 34hekplaanken 33hekpoal 34hekpos 34hekpost 33heksenkraans 154heksenweend 156hekske 34heksleet 34hekstramp 33helder 95, 131, 133helder in de

luch 133

helder skone 132helder staeren-

klaor 133helder stearen-

kloar 133helder worden 131helderder

worden 131heldere maan 91helderop 114hele deurlopers 120hele goeie grond 53hele maan 91hele noren 120helemaol betrok-

ken 130helemaol dichte-

zakt 130helemoal betrök-

ken 130helemoal dichte-

zakt 130heller 132helling 25hemel 90hemel en aarde 90hemel en äärde 90hemel en aerde 90hemel en earde 90hemel en eerde 90hemel en ere 90hemel en waelnd 90hemel en wealnd 90hemelvuur 145hemmel 90hemmel en

aarde 90hemmel en aer 90hemmel en

aerde 90hemmel en ear 90hemmel en

earde 90hemmel en eer 90hemmel en eerd 90hemmel en

eerde 90heregroond 85herengrond 85herengroond 85herenground 85herenland 85herfs 102

herfsdag 102herfst 102herfsttied 102hete 164, 166hette 166heuibroek 41heuigroond 41heuila(a)nd 41, 79heuilaond 41heuiloand 41heuiwaer 41heuiwaere 41heuiwear 41heuiweare 41heuiweide 41heujert 139heult an 157heult 119heulten hek 32heulten hekke 32heumaot 41heumoat 41heundeweer 177heurizunne 90hevige knap 147hiete 164, 166himmel 90himmel en eerde 90himmel un erde 90hitslöchten 146hitte 166hjöst 81hoalt 119hoalten hek 32hoaltkes 120hoaltwal 27hoar 28hoas gin weend 153hoaste niet 138hoaste wind-

stille 153hobbelweg 14hockey-

schaatsen 120Hoechte 80hoefiezers 34Hoek 75hoekleemgroond 71hoelt 155hoenderopvlegen 96hoenpaol 30hoenpoal 30hoesperceel 75

hof 53hoge grond 80hoge kaamp 80hoge kaampe 80hoge kop 80hoge noren 120hoge stuk 80hökke 121hökkie 121hol-ies 122hölkes 120holle weg 22holt 119hölt 119holt Heck 32hölten dreihek 32hölten hekke 32hölties 120holtschassel 120holtsingel 27holtwal 27hondenweer 178hondeweer 177, 178hondsdaegen 99hondsdagen 99hondsdägen 99hondsdeagen 99hongsdagen 99hooila(a)nd 41hööilaand 41Hookpool 34Hookpöst 33hoolt 119höölt 119hoolten hek 32hooltsingel 27hooltwal 27hoondenweer

177, 178hoonderopvlegen

96hoondeweer

177, 178hoondsdaegen 99hoondsdagen 99hoondsdeagen 99hoosbujje 138hoost 139horizon 90Horizont 90horizun 90horizunne 90hos 81

hös 81hosie 154houdt 119houndsdagen 99houtjes 120houtwal 27hubberig 173huisterig 154, 157,

173, 176huistrig 178hundsdagen 99huult 155huurgroond 85huusterig 154huverig: 173iegääl 64iengezeeid laand 51ies 119iesbaan 119iesbaene 119iesbane 119iesbäne 119iesbaon 119iesbeane 119iesboan 119iesdagen 103ieseiligen 103ieseilingen 103ieserne

Dübbelpoorte 35ieshaeligen 103ieshealigen 103iesheiligen 103iesheligen 103ieskegel 118ieskoud 176ieskraom 121ieskroam 121ieskröömken 121ieskröömpie 121iespaegel 118iespäppe 118iespeagel 118iespegel 118iespeggel 118iespiegel 118iespielke 118iespiepe 118iespiggel 118iespil 118iespille 118iespinne 118iespupe 118

Page 96: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

191190

iesseldagen 103iestabbe 118iestaent 121iestaente 121iestaentie 121iestappe 118iesteant 121iesteante 121iesteantie 121iestent 121iestente 121iestentie 121iestentjen 121iete 166iets weend 153iets 112, 138ietsie 112ietsies 112, 138ieuwig koud 176iewig mooi 165iezderen hekke 35iezderoer 73iezel 116, 118iezelt 117iezeraor 73iezerdraod 32iezerdroad 32iezeren ekke 35iezeren hek 35iezeren hekke 35iezeren poorte 35iezeroar 73iezeroer 73iezerties 120ijseiligen 103ijsheiligen 103ijspegel 118ijzel 116in draod zetten 30in droad zetten 30in ien keer umme-

dreid, is 168in skemmer ’s

aovends 95in skemmer ’s

maorgens 95in skemmer ’s

moargens 95in skemmer ’s

oavends 95ineens umslagen,

is ineens umsla-gen 168

inezaaid laand 51inezeid laand 51inezeid land 51ingaank 38ingezaeide

groond 51ingezeaide groond

51ingezeeide

groond 51ingezeid

gröslaand 51ingezeid laand 51ingezeid land 51ingezeid stuk 51ingezeide grond 51ingezeide groond 51ingezeide waere 51ingezeide weare 51inleger 79inrij-äkke 35inrijpoort 35inrit 38intunen 30is dikke genog 119is doo waer 124is doo wear 124is doo weer 124is doo wjaer 124is doo wjear 124is in ien keer

ummedreid 168is ineens umslagen

168is lös waer 124is lös wear 124is lös wjaer 124is lös wjear 124is stark genog 119is stark 119is ummeslagen 168is umme-

slaggen 168is vertrouwd 119jach 155, 156jachterig 154jachtsnee 108jachtsneeuw 109jappelzommer 101jech 155jennemeuje 91jister 47joelt 155

kaamp 28, 53, 80kaampe bouw-

laand 53kaampe 28, 80kaampie 28, 80kaampien 80käämpien 80kaant 25kaarke-akkers

84, 85kaarkegro(o)nd

84, 85kaarkengroond

84, 85kaerkengro(o)nd

84, 85kaerkenground 85kaerze 118kale grond 60kälte 174kalve-ekke 32kalverbalk 33kalverhekkie 34kamerperceel 75kamp 28, 53, 80, 82Kampbrüg-

gesken 38kampgrond 80Kampgrund 80kampie 28kämpie 80kampien 80kan ’t anlieden 119kan ’t lieden 119kan er over 119kan lieden 119kante 27kantluchten 129kaold 170, 172,

173, 176kaold brieske 153kaolde 174kaolderig 172kaolde weend 153kaolen poes 153kaole wind 153kaomp 80kaorenspoer 16karkegro(o)nd 84, 85karkelaand 84karkelaand 85karkenbos 85karken-

gro(o)nd 84, 85Karkengrund 84kärkenla(a)nd 84, 85karkenland 84, 85karkenmaot 85karkenmoat 85karkenwere 85karkhofstukke 85karrenspoar 16karrenspoar 16karrenspoor 16karrepad 16karrespaor 13karrespeur 16kärrespeur 16karrespoar 13karrespoor 13, 16kärrespoor 16katholieke grond 85kattengries 95kattenweer 178katteregenbuje 138kault 173kearkengro(o)nd

84, 85kearkenground 85kearze 118keenderköp-

peweg 17keenderkup-

penweg 17keender-

skaatsen 120keet 120, 121keiige grond 63keilaand 63keileem 66keistege 17kekkerig 173kellig 172kelte 34, 174kempkes 80kerkengro(o)nd

84, 85Kerkengrund 84, 85kerkenkamp 84kerkhofhekke 35ketie 121ketien 121keulderig 172keult 174keulte 174keum 44

keunstwei 51kiele 75kienderköppies 17kiesachtige

groond 63kil en kold 172kil en nattig 172kil 170, 172, 176killig kold 172killig 172, 174kim 90kimme 90kinderkoppies 17kippenleupe 47kjötteltop 47klaamp 33klaben 34kladderig 67, 171, 172klädderig 171kladderig

regenachtig 171klaefsnee 109klaei 69klaeigat 71klaeigroond 71klaeikoel 71klaeistuk 71klaen bujke 137klaen buke 137klaen buujgie 137klaene maan 91klaene vlökke 108klaene vlokken 108klaene vlökkes 108klaene vlökskes 108Kläi 69Kläikule 71kläin biettien 112klaine Vlokken 108kläine vlökkies 108klam 167, 172klammig 127, 167klaor 132klaore grond 65klaorgemaakt 64klaorheelder 133klap 146klap-äkkien 34klap-ek 34klap-ekke 34klap-ekkie 34klap-ekkien 34klaphek 34

klaphekjen 34klaphekke 34klaphekkie 34klaphekse 34klapheksken 34Klapppoorte 34klapschaatsen 120kleafsnee 109kleai 69kleaigat 71kleaigroond 71kleaikoel 71kleaistuk 71klean bujke 137klean buke 137klean buujgie 137kleane maan 91kleane vlökke 108kleane vlokken 108kleane vlökkes 108kleane vlökskes 108kleen buiken 137kleen buujke 137kleenkerpad 18kleenkerstraot 18kleenkerstroat 18kleenkerströötke 18kleenkerweg 18klef 25klei 69Kleibodden 66kleidiekske 13kleigat 71kleigroond 66, 71kleigrund 71kleikaamp 71kleikoel 71kleilaag 66kleilaog 66kleilaoge 66kleiliem 66kleiloag 66kleiloage 66klein bettien 112klein beugie 137klein beugien 137klein buigien 137klein bujgie 137klein buujgie 137klein buujke 137kleine vlokken 108kleine vlokkies 108kleine vlökkies 108

kleine vlökskes 108kleine wiend-

ose 154kleiput 71kleisterig 67Kleiweg 17klene vleukskes 108klene vlokken 108klene vlökkes 108kletterbuuj 138kleumerig 172klimhekje 36klink 15klinkerpad 17klinkerweg 18Klippe 66kloar 132kloare grond 65kloargemaakt 64kloarheelder 133kloetachtig 63kloetegrond 63kloeten 63kloetengroond 63kloetenzaand 63kloeterig 63kloeterige grond 63kloeterige

groond 63kloetezaand 63kloetgroond 63kloetvrij 65klommerig 173klonterig 63klontig 63Klumpen 64kluten 63kluunven 69knap bassend

hiete 166knap 113, 146knap donker 97knap op, der 113knappert 146knappert 147knapt 146knapt, dat het 113kneppert 147knetterende

slag 147knetterslag 147knieperd 15kniepgat 15

knik 15knikgat 15knip dichte 130knipgat 15knipklei 66knipkoele 15knipsgat 15knipslag 15Knüppeldamm 17koald 170, 172,

173, 176koald brieske 153koalde 174koalde weend 153koalderig 172koale wind 153koalen poes 153koamp 80koarenspoer 16kodde 33koedamhekke 32koehekke 32koek-en-sopie 121koek-en-zopie 121koek-en-zopie-

tent 121koek-en-zopie-

tente 121koel 15, 42koel briesie 153koel windje 153koele 15, 43koeltie 153koem 43koeribbe 120kold 170, 172,

173, 176kold en nat 172koldachtig 172kolde 174kolde grond 67kolk 42, 43kollenpad 17kollenweg 17kolligheid 174költe 174komende maan 90kommende maan 90komt met bekke oet

de locht 139konte 33koold 172-174köölde 174

Page 97: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

193192

koolderig 172köölderig 172köölte 174köönstweg 17kop 81kopaene 53kopakker 53kopeane 53koppen an de

lucht 129kopsen aene 53kopsen eane 53körepad 16kostermoate,

kostermaote 84köttelkaom 48köttelkoam 48kötteltoef 47kötteltoeve 47kötteltop 47kötteltuwe 47kou 174koud 173krääkt , dät het 113kraakt, dat het 113krabbers 120kraek-ies 122kraekt , dat het 113kragge 42krammedraod 32krammedroad 32kranensommer 101kranenzommer 101kraom 121kraom op het

ies 121kraomke 121kraompie op het

ies 121kraompie 121kraonenzom-

mer 101kreakt, dat het 113kreempende

maan 91krimpende maan 91kroam 121kroam op het

ies 121kroamke 121kroampie 121kroampie op het

ies 121

kroanen-zommer 101

kroepnevel 127krönnen-

sommer 101krönnenzomme 100kronnen-

zommer 100, 101krönnen-

zommer 100, 101krönnen-

zuommer 101krönzommer

100, 101kröömke 121kröömpie 121krulschaatsen 120kruuj-ies 123kruumte 76kruuspaol 35kruuspeurtje 35kruuspoal 35kule 15kulte 174kumen 44kunstrieders 120kunstschaatsen 120kunstwaer 51kunstwaere 51kunstwear 51kunstweare 51kunstweide 51kupe 44kuul 15kuulte 174kuwen 44kwakelwinter 102kwakkelig

winter 103kwakkelig 170kwakkelweer 170kwakkelwinter 102kwakkelwinter 103kwakkel-

wintertie 103kwakkelwinter-

tien 103kwaod land 27kweelder 79kwikmeter 169kwoad land 27laagvene 79laan 22

laand 53la(a)nd van de

diaconie 84laand van de

karke 84laandbrugske 38 laandekke 32laandhek 32, 35laandhekke 32laandweg 13laege es 79laege groond 79laege ground 79laege Grund 79laege maot 79laege werkere 79laegen daamp 127laegen 158laegte 79laene 22laente 99lakkerig 167lam 167lamlendig 167lammenarig 167land 53land van r.k.

gilde 85landgoed 85landgoedgrond 85landhek 32landhekke 32landweg 13lane 22lange streep 128langs dag 99langsen dag 99langste dag 99langsten dag 99lao 79laon 22laone 16lappe an de locht

129latten 33lauwe wind 153leage es 79leage groond 79leage ground 79leage Grund 79leage moat 79leage werkere 79leagen daamp 127

leagen 158leagte 79leane 22leante 99lech 95lecht worden 95lecht 95, 112, 145lecht wörden 95lechte maan 91lechten 95, 144leeg laand 67leegla(a)nd 42, 79leegte 79leem 66, 70leembanke 66leemdelle 70leemgaeten 71leemgeaten 71leemgroond

65, 70, 71leemkoelen 71leemlaog 65leemlaoge 65leemlaoge met

bönne 65leemloag 65leemloage 65leemloage met

bönne 65leemrugge 65leg 158leg zich 158leg zik 158legakkers 69lege brook 42lege grond 67, 79lege groond 79lege kaampe 79lege laand 79lege mist 127lege mös 41lege noren 120lege slaenke 79lege sleanke 79lege stuk 79lege vlakte 79lege waere 42lege weare 42legen 158legen daamp 127leggen 158legger 33legt zich 158

leide 36lekker 162, 164lekker fris 153lekker fris

wiendien 153lekker tochie 153lengsen dag 99lengsten dag 99lente 99leste kwartier 91leu 167leuchet 144, 145leuchtige 144leuchtschicht 144leuggroond 79lich 95lichie 92licht 95, 112,

144, 145licht bugie 137licht buigie 137licht bujgie 137licht bujke 137licht buujgie 137lichte 95lichte bui 137lichte grond 54lichte groond 54,

65, 66lichte ground 54lichte Grund 66lichte Grund 54lichte regenbui 137lichte zaand-

grond 60lichte zaand-

groond 65lichten 144lichtet schoer 137lid 119lieden, kan ’t 119lieden, kan 119lieden, wil 119liem 66, 70liem 70liemlaoge 65liemloage 65liendedraod 32liendedroad 32liendraod 32liendroad 32liggen 158ligger 33

lillijk 177loa 79loan 22loane 16loch 90löch 90löchen 144Löchend 144loch en grond 90loch en groond 90loch en waelnd 90loch en wealnd 90löchent 145löchet 145lochie 92löchse 144locht 90, 144, 145löcht 90, 144, 145löchte 144lochten 144löchten 144lochtig 95löchtige 144löcht in de

verte 146löchting 144lock 122loederig 167loef 167loem 167loem 167loemerig 167loemig 167Loesbodden 66loom 167loomd 167loommakend 167loop 47loopiezer 120loopplaank 38loopplanke 39lös 170lös waer, is 124lös wear, is 124lös weer 103lös winter 102, 103lös wjaer, is 124lös wjear, is 124lös zaand 65losse grond 54, 66lösse grond 54, 66losse groond 54,

65, 66

lösse groond 54, 66lösse groond 54losse ground 66lösse slag 146lösse winter 102löt of 158luch 90luchen 144lucht 90, 144, 145lucht en grond 90lucht in de

vaerte 146lucht in de

vearte 146lucht in de

veerte 146luchtdrukmeter 169luchten 144luchtig 95luchting 144lui 167luimakend 167luisterig 154luk 113, 138luk, een 113maalzaand 14, 65maan kump op 91maansikkel 91maarkenground 83maat 41macadamweg 18machtig duuster 97machtig hiete 166machtig koud 176machtig mooi 165machtig warm 166mackliege Grund 55made 41mae 41, 79maelzaand 65maelzoand 65maer heel

weinig 138magere Boden 54makadeweg 18mangs 134manks 134männen 76mao 28maolzaand 65maon 90maone 90maonesikkel 91

maonsikkel 91maor een

betien 138maot 28, 41, 79maote 41, 79maoten 41maotmös 79mar eel weinig 138mar een bettie 138mär iets 112mär iets 138mar weinig 138markegro(o)nd 83markegronden 83markengro(o)nd 83Markengrund 83mars 41, 79marsie 79mat 77maten 79mea 41, 79mealzaand 65mealzaond 65mear heel

weinig, 138meen 79meente 86meenten 42, 86Meetken 25meidoorn bleuit 103Melk und

Schooltrepken 36melkbocht 45melkhoek 45melkhok 45melkhokke 45melk-ies 122melkok 45melkokke 45melkpark 45melkplaats 45melkplaatse 45melkpläätse 45melkplaetse 45melkplas 45melkplase 45Melkplatz 45melkpleatse 45melkplekke 45melkploas 45melkruumte 45melkstae 45melkstea 45

Page 98: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

195194

melkstie 45mene 42mennegaank 38mennegat 38mennenloek 38mennepad 17menning 13, 38menning 38mer een klaen

bitke 138mer een klean

bitke 138mer n’ klein

beetje 138merakel koud 176merakels beste

grond 54merakels good 165merakels koud 176merakels mooi 165mergen 76Messbült 47Messplatz 47mesweg 16meu 41, 79, 167meugies 79meui 167meure grond 55middenspoer 17middenspuur 17midzommer 99miegelt 134miente 83mies 171, 172, 177mieselraegen 136mieselreagen 136miest 137miesterig 171mieswaer 172mieswear 172mieters koud 176mieters mooi 165miezelt 137miezer 136miezerig 127,

171-173miezerige

raegen 136miezerige

reagen 136miezert 137millenpad 17min 177

min weer 178minne gro(o)nd 54minnegat 38mist 127, 128mistbaanken 127mistig 127moa 28moalzaand 65moan 90moane 90moanesikkel 91moansikkel 91moar een

betien 138moat 28, 41, 79moate 41, 79moaten 41moatmös 79modder 67, 70modderbende 67moddergrond 67modderig 67modderweg 14moerasgrond 67moerassig 67moerassige

grond 67moesstil 158moesstille 158mölenpoorte 35mongsmaol 134mongsmoal 134Moodergrund 67mooi 165mooi fien 64mooi liek 64mooi lös weer 102mooi nao-

zomme 101mooi nao-

zommer 101mooi noa-

zomme 101mooi noa-

zommer 101mooi waer 161mooi wear 161mooi weer 161mooi wjaer 161mooi wjear 161mooie herfst-

dagen 101mooie najaorsda-

gen 101mooie najoarsda-

gen 101mooie naotied 101mooie nao-

zoemer 101mooie noatied 101mooie noa-

zoemer 101mooie zaeigrond 65mooie zeaigrond 65moon 90moor 69moorgrond 69mootke 136morgen 76Mörgen 76morgenlecht 95morgenlicht 95mörgenlicht 95morgenschemer 95morgensche-

mering 95morgenschem-

mer 95morgenskemmer 95Morrastgrund 67morregrond 67morregroond 42mörs 79mös 41, 79mösgroond 67mot 136motke 136motken 136motket 137motraegen-

achtig 171motraegent 136motreagen-

achtig 171motreagent 136motregen 136motregent 136motsnee 108motsneeuw 108, 109motsni-j 108motterig 171mottert 137motweg 14mudde 77muddelaand 77mudlaand 77

muggenpissen 137mul za(a)nd 65mulle gro(o)nd 65mulle weg 14mur 77murland 77murre 77murrelaand 77murreland 77must 128muu 167naar 176, 177naar biester 156naar heet 166naar hete 166naar koud 176naar slecht 177naar waorm 166naar warm 166naar woarm 166naarduister 97naevelig 127naewelich 127naewwelt 128naojaor 100, 102naojoor 102naojöör 102naosommer 100naozoemer 100naozoemer 101naozoemertien 101naozomer 100, 102naozomertien 101naozomme 100naozommer 100, 101naozuommer 100nat 67, 171nat en kaold 176nat en kaold 172nat en kladderig 172nat en koald 176nat en koald 172nat en kold 172nat en koold 172nat en koud 172nat laand 67nat laand 79nat-ies 122natt kault 172natte grond 67natte groond 67natte ground 67natte Grund 67

natte kaampe 79natte kleenkers 18natte sneeuw 109natte waer 79natte wear 79natten 172natten Hoek 67natten hook 67natten sneeuw 109nattig 67, 171, 172nattig en kold 172nattige grond 67Naturwech 13nauwelijks

wind 153nazommer 100neavelig 127neawelich 127neawwelt 128nei inezeid laand 51neie Gressgrund 51nemp af 158nemp of 158nes 81nevel 127nevelig 127nich betrouw-

baar 119nich har 113nich staork

genog 119nich steerk

genog 119nich stoark

genog 119nich veul winter 103nie ingezeide

grond 51niej inezaeid

laand 51niej inezeaid

laand 51niej inezeeid

laand 51niej ingezeeid

laand 51nieje maan 91nieje waere 51nieje weare 51nieje weie 51niejen hook 51niejgrös 51niet stark genog 119

niet veule 138niet völle 113nieuw gras 51ni-j inezeid grös-

laand 51ni-j ingezeide

groond 51nije maan 91ni-je maan 91nijlaand 51nijland 51Nijmaan 91noajoar 100, 102noajoor 102noajöör 102noasommer 100noazoemer 100, 101noazoemertien 101noazomer 100, 102noazomertien 101noazomme 100noazommer

100, 101noazuommer 100noe en dan 134noew en dan 134nog neet

vertrouwd 119nog niet

vertrouwd 119nog te dun 119noodweer 178noren 120nös 129now en dan 134oaf en toe 134oafrikken 29oagelbui 105oalewieven-

dagen 101oalewieven-

sommer 101oalewieven-

zommer 101oalewieven-

zommertie 101oalstal 47oalt 119oan en natten 172oar 72oarbön 65oardig dicht 130oardig winter 102

oargroond 72oarig 114oarig wat

weend 154oarig wienderig 154Oart 72oavendschemer 95oavendscheme-

ring 95oavend-

schemmer 95oavend-

skemering 95oaver ’n dam 38oaverstap 35oaverstappie 35, 36oaverstep-

baenkske 36oaverstep-

beankske 36oaverstepke 35oawerstap 35Obrechten 33ochtendgloren 95oelenvloch 96oelenvlocht 96oelenvloech 96Oelenvloecht 96oer 72oerbaank 65oerbaanke 65, 73oerbank 73oerbanke 65oerbeune 73oerbön 65oere 72oergrond 72oergrongd 72oergroond 65, 72oerground 72oerkloet 65oerlaog 65, 72oerlaoge 65, 72oerloag 65, 72oerloage 65, 72oerplaete 65oerplate 65oerpleate 65oerzaond 73oerzoand 73oetbaggeren 37oetdepen 37oeterwaard 41

oetgeticheldegroond 71

oeverlaand 41of 53of en toe 134of en too 134of en tou 134ofgaank 38ofgaonde maan 91ofgaring 29ofgoande maan 91ofgravege 72oflopende maan 91ofnemende maan 91ofnemmende

maan 91ofnjemmende

maan 91ofrastering

maken 30ofrastering 29ofrikdraod 32ofrikdroad 32ofrikken 29ofrikking 28ofrit 25ofscheiding

maken 30ofweg 25oge laand 80oge vlakte 80ogen 34Ohrschicht 65olde weie 51oldewieven-

zomer 101olderwets

winter 102olewieven-

zomme 101olewieven-

zommer 101olewieven-

zuommer 101olt 119ölt 119oltwal 27omsdagen 99omslag 167onbestendig 170onbetrouwbaar 170onbewolkt 132onderesch 75

Page 99: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

197196

onderwal 79ondeweer 177ondsdagen 99ondsdaogen 99ondsdoagen 99ongelukkig

rotweer 178ongrond 54onkloor laand 58onkloor weer 178onkloor 177onlaand 58onland 42, 58, 79onmeel 14onmens slecht 178onmeundig

biester 177onmeundig

koud 176onmeundig

lillijk 177onmeundig

waarm 166onmeundig

warm 166onmeundigen

doonderslag 147onmeunig 177onmeunig heet 166onmeunig hete 166onmeunig koud 176onmeunig mooi 165onmeunig

rotweer 177onmeunig

waaim 166onmeunig

warm 166onmeunige harden

knappert 147onmööndig

slecht 177onmööndig

woarm 166onmundig 177onmundig hete 166onmundig koud 176onmundig mooi 165onmundig

waarm 166onmunig hard 139onmunige donder-

slag 147

onmunnige pleer 147

onneweer 141onneweert 141onsdagen 99onsdeagen 99onsdeagen 99ontginning 69ontzettend

slecht 178onvast weer 170onverwachte veran-

dering 168onvruchtbaore

groond 54onvruchtbare

groond 54onvruchtboare

groond 54onwaer 141onwaersknap 146onwaersschoer

129, 141onwaersslag 146onwaert 141onwear 141onwearsknap 146onwearsschoer

129, 141onwearsslag 146onweart 141onweer 141onweerkoppe 129onweersbui 141onweersbuje 141onweersklap 146onweersköppe 129onweerskoppen 129onweersschoer

129, 141onweersskoere 129onweersslag 146onweerswolken 129onweert 141, 146onwies 177onwies heet 166onwies koud 176onwies mooi 165onwies slecht 177onwies woarm 166onwiezen grommel-

knap 147onwjaer 141

onwjaert 141onwjear 141onwjeart 141onzedagen 99onzedägen 99onzelig 167ooilaand 41oolderwets winter

102öölt 119oonderbalken 33oonsdagen 99oonselijk 167oonzedagen 99oordig wiende-

rig 154op en of 170opdrift 27op-elderen 131opgaonde maan 91opgevende grond 54opglatten 37opgoande maan 91ophelderen 131opklaoren 131opklaren 131opkloaren 131opkloren 131opklören 131opknappen 131opkoemende

maan 90opkomende

maan 90opkommende

maan 90opkwommende

maan 90oprit 25, 38opschonen 37opskonen 37opstapjen 35opstäpperke 35opstappie 35opstäppie 35opstäppien 35opstepke 35optrekken 131opvangruumte 47opweg 13, 25, 38orig boezerig 157orizon 89orizunne 90

oudt 119outen dam-ek 32overheidsgrond 86overstap 35overstapbankie 36overstapjen 35overstappie 35overstappien 35overstäppien 35pa dreup, een 138paar druppels,

een 138pach(t)gro(o)nd 85pachtgroond van ’n

heer 85pad 13, 38 paerdepad 17paerdespuur 17paerespaor 17pan-ies 122panne-ies 122paol 34paolhekke 34paoliezer 34paorte 35paotgrond 65papgroond 67pap-ies 122papperig 67Pappschnee 109parochiegroond 85parochieland 85pas ingezaeid

laand 51pas ingezeaid

laand 51pasteriekamp 84pastoorsgroond 85pastoorsweide 85peardepad 16peardespuur 17pearespoar 17peerdepad 13, 16, 27peerdespeur 17peerdespoer 17peerdespoor 17peerdevospel 17peeriezers 34peerpad 17pegge 75peggen 75pekdonker 97pengen 75

perepad 17perespeur 17perespuur 17peuntdraod 31peuntdroad 31peurtje 34piesterig 172piezelt 138pikdonker 97pikdoonker 97pikdounker 97pikduuster 97pikgreuske 49pikgruske 49pikkedonker 97pikkedoonker 97pikkeduuster 97pikkeröske 49pikkeröskepol 48pikröske 49pisbuujgie 137Pisgriete 99plaanke 39plaanken 33plag 50plagge 50Plaggen 50plakkerig 63, 167plaksnee 109plaksni-j 109planke 39plas 42plaschet uut de

locht 139plat 158pleert 139plensbui 138plenst 139poal 34poalhekke 34poaliezer 34poarte 35poatgrond 65poeiersneeuw 109poel 43poele 43poesterig 131, 154,

157, 167, 176poete 39pokkeweer 178, 178pol 47, 49, 81polgrös 47polle 47, 81

polle grös 47polle rond de koe-

flarte 47polle russen 48pollegie russen 48pollegien buzen 49pöllegien russen 48pölleke 49poolsnee 108poort 35poorte 35, 39poorthekke 35post 39potduuster 97potzol 73prachtig 165prachtig mooi 165prekkeldraod 31prekkeldroad 31prikkedraod 31prikkedroad 31prikkeldraod 31prikkeldroad 31proppaol 33proppoal 33puike grond 54puintdraod 31puintdroad 31puinweg 17puntdraod 31puntdroad 31punte 75putgat 69putteland 67puunslagweg 17puunweg 17Querbalken 33Querböme 33raegen 133raegenachtig

171, 172raegenbaog 140Raegenboggen 140raegenderig 171raegenkoold

172, 176raegenschuur 138raegenstreep 128räkkepoal 30räkkinge 28räkkinge maken 29ralle wiend 152raoiker 81

Raseneisenerz 73rasterwark 29rauw 176reagen 133reagenachtig

171, 172reagenboag 140Reagenboggen 140reagenderig 171reagenkoold

172, 176reagenschuur 138reagenstreep 128regen 134regenachtig 171, 172regenbaoge 140regenbaogen 140regenbeuje 137regenboage 140regenboagen 140regenboge 140Regenbogen 140regenboog 140regenbui 137regenbuie 137regenbuigien 137regenbuj 137regenbuje 137regenbujje 137regenbuuj 137regenderig 171regenkold 172regenkoold 172regenschoer 137regentien 137regenweer 172regenwolkie 129regenwölkien 129reggen 134reg(g)enwolke 129rekkenstuk 75reukeloze verande-

ring 168ribbe 75ribbelaand 69ribbel-ies 123ribben 41richel 27rieksgro(o)nd 86rieksground 86riem 116, 118riep 118riepaorte 35

riepe 64, 118riepoarte 35riepoorte 35riestenlaand 42riet 42, 79rietpol 49riezende maan 91rijksdomeinen 86rijksgro(o)nd 86rijp 118rikkege 28rikkegepaole 30rikkegepoale 30rikken 28, 29, 44rikken maken 29rikken vruchten 29rikken zetten 29rikkenege 28rikkenpaol 30rikkenpaole 30rikkenpoal 30rikkenpoale 30rikkens 28rikkepaol 30rikkepaole 28, 30rikkepoal 30rikkepoale 28, 30rikkepool 30rikkepos 30rikkevraepaole 30rikkevreapoale 30rikking 28rikkinge maken 29rikkinge 28rikpaol 30rikpoal 30rikpost 33rikwark 28rilderig 170, 172rilderig 170rit 38ritgat 38Rittweg 17roaiker 81robbelig ies 123robel-ies 122rodollemachtige

grond 70rodolm 73roe 76roebollige oek 57roede 76roedolm grond 73

Page 100: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

199198

roege grond 57roegiezel 118roesken 154roesterig 176roeveens laand 79roew land 57roew 157, 176roewe groond 57, 60roewgiezel 118roezelige wiend 156roezinnig 168rok-ies 122rokkegrond 67rolbollig 157rommelt 146rondrieders 120roo 76roogroond 73rooie groond 73roondgaond-

hekke 35roondgoand-

hekke 35röske 48rösschen 48rössen 48rössenpolle 48rotweer 172, 177, 178rotweg 14rouwiezel 118row laand 57rowgiezel 118rowvriezen 118rubbel-ies 122rukke wiend 156rukwind 156rul 65rulle gro(o)nd 55, 65rumen 37rumpende

omslag 167runnegroond 73ruserig 154ruske 48rusken 48ruskenpolle 48ruskepol 48ruskepolle 48ruspol 48russchen 48russchenpol 48russen 48russenpol 48

russenpolle 48russepolle 48Ruthen 76ruug laand 57ruugte 57ruusterig 176ruw 157, 176Sammerott 83Sandbodden 66Saommerwech 13schaarpdraod 32schaas 120schaats 120schaatsbaan 119schaatse 120schäätse 120schaatsen 119schäätsen 119schaatsenjagen 119schaatsenlopen 119schäätsenlopen 119schaatsen-

rieden 119schäätsen-

rieden 119schaatsjagen 119schaepkes 128schaes 120schaese 120schaesenjagen 119schaetsen 119schaopen-

wolken 128schaopen-

wolkes 128schaopen-

wölkes 128schaopen-

wolkies 128schaopen-

wölkies 128schaopen-

wolkjes 128schaopen-

wölkskes 128schaopewolken 128schaopewolkies 128schaopewölkies 128schaope-

wöllekies 128schaopkes an de

locht 128schaore 30

schaormik 30schaorpaol 30schaorpaole 30schapewolkjes 128scharpdroad 32schase 120schäse 120schasen 119schäsen 119schasenjagen 119schasenlopen 119schäsenlopen 119schasenrieden 119schassel 120schasselbahn 119schasseljagen 119schazenlopen 119scheapkes 128scheapwölkes 128scheapwölkes 128scheas 120schease 120scheasenjagen 119scheatsen 119scheedvoort 27scheen 33scheerpaol 30scheerpoal 30scheetholt 34schelhoolt 27schelpenpad 17schelpenweg 17schemer 95schemer

’s aovends 95schemer

’s margens 95schemer

’s oavends 95schemerdonker 95schemerduuster 95schemeren 95schemerige 96schemering 95, 96schemmer 95schemmer-

duuster 95schepel 76schepellaand 76scheppel 76scheppellaand 76schepping 90scheue wal 25

scheufel 120scheufelen 120scheugel 120scheugelslopen 120scheukepaol 44scheukepoal 44scheukpaol 44scheukpoal 44scheur 121scheure 122scheurgrond 51scheurgroond 51scheurground 51scheurhook 51scheurlaand 51scheurland 51scheusselbalken 34scheusselhekke 34scheuvelen 120schicht 145schiefken 91schier 64schier weer 161schietholt 34schip met zoere

appels 129schitterend 164schjäppel 76Schlachloch 15Schlackeweg 17schlechte Grund 54Schleete 34Schleetheck 34Schleetringe 34schlierbaan 110schlieren 111Schneesemmel 109schnijt 107schoapen-

wolken 128schoapenwolkes

128schoapen-

wölkes 128schoapen-

wolkies 128schoapen-

wölkies 128schoapen-

wolkjes 128schoapen-

wölkskes 128schoapewolken 128

schoapewolkies 128schoapewölkies 128schoape-

wöllekies 128schoapskooi 47schoare 30schoarmik 30schoarpoal 30schoarpoale 30schobben 33, 44schobbenpaol 44schobbenpoal 44schobbepaol 44schobbepoal 44schobpaol 44schöbpaol 44schobpaole 44schobpoal 44schöbpoal 44schobpoale 44schoefhekke 34schoer 129, 138, 141schoer doonderwol-

ken 129schoerpaol 44schoerpaole 44schoerpoal 44schoerpoale 44schoert 141schokdroad 32schokdroad 32schol-ies 123schommenpaol 44schommenpoal 44schone 132schonen 37schoonrieders 120schööpkes an de

lucht 128schööpkes-

wolken 128schööpwölkes 128schoor 30schoorpaol 30, 44schoorpaole 30schoorpoal 30, 44schoorpoale 30schoorpool 44schoorpos 30schopenhek 34Schöpieswolken 128schöpkes 128schöppies 128

schore 30schotten 33schourpaol 44schourpoal 44schouw maken 37schouwen 37schraanke 30schrao 176schrao gro(o)nd 54,

60, 65, 66schrao zaand-

groond 60schraoe Grund 54schraol 176schraole gro(o)nd

54, 59schraolgroond 65schraonen 37Schreikdraod 32Schreikdroad 32schreuren 37schrikdraod 32schrikdroad 32schrikdrood 32schrikkeldraod 32schrikkeldroad 32schroa 176schroa gro(o)nd 54,

65, 60, 66schroa zaand-

groond 60schroae Grund 54schroal 176schroale gro(o)nd

54, 59schroalgroond 65schroanen 37schrohe Grund

60, 65schrohen

Bodden 54schroo groond 54schrool 176schuine baarm 25schuine van de

dieke 25schummering veno-

bend 95schune hekske 36schune kaante 25schure 122schurkpaol 44schurkpoal 44

schuties 120schuur 122schuurgrond 51schuurgroond 51schuurlaand 51Schüürpohl 44schuutjes 120schuvelbaan 119schuvelen 120schwaarmikke 30schwatte

Wolken 129schwore Grund 55schworen

Grummel 146schwul 166seentelweg 17sekken 49sekkepol 49siberisch 176Sichel van de

Moane 91siepgroond 67sieräkke 35sier-ekke 35sierhek 35sierhekke 35sierpoort 35sikkel 91sikkel van de

maan 91sikkelmaone 91sikkelmoane 91singel 27Sint Jan 99Sint Jaopik 99Sint Joapik 99sintelpad 17sintelweg 17sjoekse 122skaats 120skaatsbane 119skaatse 120skäätse 120skaatsen 119skaatsenlopen 119skaese 120skaeselopen 119skaeserieden 119skaole 39skaoleklappen 39skaopenhekke 34skaopenwölkes 128

skaopen-wölkskes 128

skaopewolkies 128skaopewölkies 128skaopewolkjes 128skaope-

wöllekies 128skaorpaol 30skaoserieden 119skaotsen 119skase 120skasen 119skäsenlopen 119skaze 120skazelopen 119skazen 119skazenlopen 119skazenrieden 119skazerieden 119skease 120skeaselopen 119skeaserieden 119skemer 95skemering 95, 96skemmer 95skepel 76skeppel 76skeukpaol 44skeukpaole 44skeukpoal 44skeukpoale 44skeur 122skeurd gröslaand 51skeure 122skeurlaand 51skiemer 95skiemerig 96skier 132, 166skier weer 161skitterend 164skoale 39skoapenhekke 34skoapenwölkes 128skoapen-

wölkskes 128skoapewolkies 128skoapewölkies 128skoapewolkjes 128skoape-

wöllekies 128skoarpoal 30skoas 120skoaserieden 119

Page 101: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

201200

skoatsen 119skobbepaol 44skobbepoal 44skobbepos 44skobpaol 44skobpoal 44skoefekke 34skoer 129, 138, 141skoerpaol 44skoerpaole 44skoerpoal 44skoerpoale 44skoert 141skölpenpad 17skone 132skoon 132skoorpaol 30skoorpaole 30skoorpoal 30skoorpoale 30skore 30skouwe maeken 37skouwe maken 37skouwe meaken 37skouwen 37skouwklaor

maken 37skouwkloar

maken 37skraol 176skraonen 37skrekdraod 32skrekdroad 32skreuges 79skrikdraod 32skrikdroad 32skroa gro(o)nd 54skroal 176skroale gro(o)nd 54skroanen 37skufelen 120skuine kaante 25skuren 51skurkpaol 44skurkpoal 44skutstal 47skuunse kaante 25skuur 122skuurgroond 51skuvel 120slaenk 79slaet 34slag 42, 75, 79, 146

slag onweer 146slagboom 33slagen 42slaghekke 32slagholt 34slaot 36slaot in 146slaot klaor-

maken 37slaot oetdepen 37slaot om 167slaoten 37slap wintertie 103slappe winter 103slat 42slat dichte 130slat in een keer

umme 168slat in 146slat omme 167slät um 167slat umme 167slat 42, 79sleank 79sleat 34slechen weg 14slecht 177slecht laand 54slecht weer 178slecht 172, 177slechte gro(o)nd 54sleempig 66sleet 33, 34sleethek 34sleige 42sleit in 146slempgrond 66slempgroond 66slempig 66, 67slemplaoge 66, 73slemploage 66, 73slenke 79slennerbaan 110slenneren 111slet ien 146slet umme 167slete 34sletenhekke 34sletenpool 30sletten 29sletten maken 30sleut in 146sleut oetsmieten 37

sleute klaor-maken 37

sleute kloar-maken 37

sleute skone-maken 37

sleuten klaor-maken 37

sleuten kloar-maken 37

sleuten oetdepen 37slibgrond 66slicht 177slicht laand 54sliebaan 110sliebane 110slierbane 110slieren 111sliert wolken 128slikkerig 67slim heet 166slim heite 166slim koud 176slim slecht 178slim waarm 166slimme gro(o)nd

54, 65slimme slag 147slinderbaan 110slinderbane 110slinderbäne 110slinderen 111slinderpad 110Slinnerbaan 110slinneren 111slinterbaene 110slinterbane 110slinterbeane 110slinteren 111slitte 34Slitterbaan 110slitteren 111sloat 36sloat in 146sloat kloar-

maken 37sloat oetdepen 37sloat om 167sloaten 37sloden 37sloederig 167sloerig 167sloetpaol 34

sloetpoal 34slof 167, 172sloffe winter 103sloffepaol 34sloffepoal 34sloffig 67, 127slok winter 103slomend 167sloom 167sloommakend 167sloot 36sloot sloten 37sloot snieden 37slootplaank 39sloot schouwen 37slootskante 27slootwal 27slöt dichte 130slot in 146slöt in 146slöt um 168slöt umme 167sloten 37sloten klaor-

maken 37sloten kloar-

maken 37sloten maeien 37sloten meaien 37sloten meien 37sloten op-

schonen 37sloten schaon-

maken 37sloten schoanma-

ken 37sloten schonema-

ken 37sloten schonemä-

ken 37sloten schouwen 37sloten uitbag-

geren 37slurf 157smakt 139smalrit 38smee groond 67smeediesderen

hekke 35smeediezerden

hekke 35smeediezeren ek 35smeediezeren

ekke 35smeediezeren paor-

te 35smeediezeren poar-

te 35smeerlaoge 66smeerloage 66smeert een betie

138smeewaer 172smeewear 172smelt-ies 122smerig 171, 172smerige wind 154smidsschaatsen 120smöde 162smoel 166, 167smoet 136smooreet 166smoorhete 166smot 136smoul 166, 167smurig koud 176smutterig 172snede 106snee 106sneejacht 109sneejt 107sneet 107sneeuw 106sneeuwt 107sneeuwvlok 108sneeuwvlokke 108sneje 106snejt 107snelwäg 19snelweg 19sni’j-ies 122sniejet 107sniejt 107sniet 107sni-j 106snij-ies 122snijt 107sni-jt 107snikhiete 166snisterbujje 137snoepkraompie 121snoepkroampie 121Soammerwech 13soeper de biet 67soeptente 121sokkerig 167

somber 130sommer 99Sommerweg 17sopiekroame, sopie-

kraome 121soppietente 121soppig 67spandraod 32spandroad 32spaogat 15speentlaand 77speint 77spekke 38spetterregen 137speur 13, 16spielen 33spies 77spieslaand 77spik 38spikke 38spint 77spitlaand 77spoagat 15sputterieje 137sputterke, een 138sputtert een

betje 138sputtert iets 138sputtert 138spuur 17staand 169staander 33Staatsgrund 86Stacheldraod 32Stacheldroad 32stadsland 86staeken 30stael mooi 166staer 92staere 92staerenklaor 133staern 92staerne 92staernelder 133staernhaelder 133staernhelder 133staernheller 133standvastig 169staoldraod 32staond 169staonder 33, 34staorm 157staormachtig 156

stapbänkie 36stapelwolk 129stapelwolke 129stäpelwolke 129stappie 35stappien 35stark genog, is 119stark, is 119starre 92stärre 92starrenklaor 133stärrenklaor 133starrenkloar 133stärrenkloar 133steaken 30steal mooi 166stear 92steare 92stearenkloar 133stearn 92stearne 92stearnelder 133stearnhealder 133stearnhelder 133stearnheller 133steenachtige

gro(o)nd 63steenderige

gro(o)nd 63steengrond 63Steengrund 63steenkoud 176Steenkule 72steer 92steern 92steernaelder 132steerne 92steernealder 132steernelder 132steernenhelder 133steernenklaor 133steernenkloar 133steernhelder 132steernklaor 133steernkloar 133steernselder 133steernshelder 132steernsklaor 133steernskloar 133steg 22stege 13, 22, 25, 38steilhete 166steinachtige

groond 63stek 29stekkedraod 31stekkedroad 31stekkeldraod 31stekkeldroad 31stekken 30stekpaol 30stekpoal 30steksleet 34stenerige grond 63stenige grond 63stenige Grund 63stenigen Bodden 63ster 92stere 92sterhelder 133stern 92sterneheller 133sterre 92sterrenelder 133sterrenhelder 133sterrenklaor 133sterrenkloar 133steunpaol 30steunpoal 30stiege 13, 38stiekeldraod 31stiekeldroad 31stielen 33, 34stienachtige

gro(o)nd 63stienderige

gro(o)nd 63stienerige grond 63stienige grond 63stienkoud 176stiepel 36stierbaenkske 36stierbeankske 36stierbeenkske 36stierbengske 36stiet een best stuk

wind 155stiet een harde

wind 155stieve grond 55stieve groond 55stiggeltie(n) 36stikdeuster 97stikdonker 97stikdoonker 97stikdounker 97

Page 102: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectwoorden

203202

stikduuster 97stikke 27stikkedonker

duuster 97stikkedonker 97stikkedraod 31stikkedroad 31stikkeduuster 97stikkeldraod 31stikkeldroad 31stille von weend 158stipt 138stoaldroad 32stoand 169stoander 34stoander 33stoarm 157stoarmachtig 156stoef 156stoefgrond 65stoefraegen 136stoefreagen 136stoefsnee 108stoefsneeuw 109stoeft 156stoefwind 154stoefzaand 65stoefzand 65stoefzaond 65stoefzoand 65stoeven 154, 156stof 156stöf 137, 156stofraegent 137, 138stofreagent 137, 138stofregen 136stoorm 157störig 170storm 157störm 157stormachtig 156störmachtig 156stormt aorig 157stormt een

beetjen 157stormt oarig 157stormt orig 157stormt 157störmt 157stormweer 157störmweer 157stormwind 157stortbui 138

störtbui 138störtplensbujje 138stortraegen 138stortraegent 138störtraegent 139stortreagen 138stortreagent 138störtreagent 139stortregent 139störtregent 139Stötterwind 156straamp 33straampelpaol met

straampel 33straampelpoal met

straampel 33strabaant winter 102strabaante

winter 102strabaanter

winter 102strabant winter 102straffe wind 157strak 132strak winter 102strakblauw 132strakke winter 102stralend 166stramp 33straole 145straomppost 33straot 17, 19straote 17-19straotkaeien 17straotweg 17, 18Strebe 30streng winter 102strenge winter 102strengen winter 102strepen an de

locht 128streperig an de

locht 128strepie 91streppel 27, 75streukien 27striebeenkske 36striek 75striep 27, 75striepe 75stroale 145stroamppost 33stroat 17, 19

stroate 17-19stroatkeaien 17stroatweg 17, 18stroef ies 123stroheui 49stronthoek 47strontpol 47strontpolle 47strontpöllegie 47stronttoppe 47stroomdraod 32stroomdroad 32stroompie 36stroot 17strop 34ströpke, een 138stugge grond 55stukkie grond van

de gemeente 86stupke 36sturmachtig 156stutpaol 30stutpaole 30stutpoal 30stutpoale 30stuufsneeuw 109stuuft 156stuufzaand 65stuufzand 65stuven 156stwarm 157sukelakeetje 121sukelaomelkkrao-

me 121sukelaotent 121sukelatente 121sukeloamelkkroa-

me 121sukeloatent 121sukkelwinter 103sulebaene 110sulebeane 110sulen 111sun 91swaoare Grund 54swaore Grund 54taentien 121taerweg 18takdraod 29, 31takdroad 29, 31takdrood 31, 32takkedraod 31takkedroad 31

takkeldraod 31takkeldroad 31talud 25taoie grond 55taoie groond 55tappe 118te dunne 119teantien 121tearweg 18teerweg 18temperatuur-

meter 169tente 121tentie 121tentje op het

ies 121teumig laand 58teumig liggende

groond 60teumige grond 60thaerremeter 169tharmometer 169thearremeter 169thermomaeter 169thermomeater 169thermometer 169tichelgrond 71timp 75timpe 75tip 75tip-aend 75tipakker 75tip-eand 75tiphook 75tippe 75tipstuk 75tjakenblok 84toaie grond 55toaie groond 55toaj-ies 123toch 153töchie 153töchien wind 153Tocht 153töchtien weend 153todderig 171toef 48toegangspoorte 35tolhekke 35Ton 70tonne 44tooslagen 66toppe 47

toppe grös 47Torf 69tosse 48, 50tosse grös 48tossen 50trechterweend 157trek lich 153trekgat 42trekgaten 69trekkerig 172, 176trekkerig, is 153trekkig 172trekt dicht 130trekt dichte 130tret 121trilgrond 67trimp 75tuilig 171tumig laand 58tumige grond 60tumpe 75turfgaten 69tuskenpaol 33tuskenpoal 33tute vur de

wagen 47tuten 75tuun 53Tuundraod 32Tuundroad 32Tuunpohl 30tuuntie 36tweedelig smeed-

iezeren draei-hekke 35

tweedelig smeedie-zeren dreai-hekke 35

tweedeuster 96Tweedoenker 95tweedonker 96tweedoonker 96tweedoonkeren

95, 96tweedounker 96tweeduuster 95, 96tweidoonker 96tweidoonkeren 96tweiduuster 96twieduuster 96twiegweerd 41twiejduuster 96twiejlichten 96

uisterig 154uiterwaard 41uiterweerd 41umgeploegde

weide 51umgeploogde

weide 51umloop 36Ümloopsperre 36ummeslag 167ummeslagen, is 168umslag 167umstapbeenkske 36unbeständigen

winter 103ungwies koud 176ungwies woarm 166unsettend koud 176unsettend

wörm 166Unwaer 141Unwear 141Unweer 141unweert 141up en af 170updauend ies 122upgaonde maan 91upgoande maan 91uphelderen 131upklaoren 131upkloaren 131upkummende

maan 91uterdieken 41uterdijken 41uterwaard 41uterweerd 41utterdieken 41uult 155uuthemmelen 37uutspansel 90uverig 173vaareg 27vaaregge 27vaargat 38vaarkenloop 47vaarweg 27vaast 169vaeldgroond 58vaeldground 59vaene 69valhek 34valhekke 34

valt met bakken 139vanghekke 47vanghok 47vanghook 47vangkouwe 47vangokke 47vangplääste 47värkenbrink 47varkenkouwe 47värkensbrink 47värkensleupe 47vas 169vasstaond 169vasstoand 169vast 112vaste grond 55vaste groond 55, 66vaste laoge 66vaste loage 66vaste 169vasten snee 109vealdgroond 58vealdground 59veane 69Vechtenklei 69veeldgrond 54, 59veeldgroond 59veen 69veenderi-je 69veengrond 67, 69veerbaansweg 19veeskuur 47Veetränke 44veld 59veldbosgrond 58veldgrond 58, 59veldgroond 59veldweg 13ven 60, 69vene 69venegrond 79vengroond 69venke 69venkoel 69venne 42, 69, 79vennegrond 60, 69vennegroond 69vennekoele 69venneputte 69veraanderlijk 170verig 65verkenloop 47verpachte grond 85

verschrikkelijkheite 166

verschrikkelijk hete 166

verschrikkelijkhiete 166

verschrikkelijk koud 176

verschrikkelijk rotweer 177

verschrikkelijkslecht 177

verschrikkelijkwaarm 166

verschrikkelijkwärm 166

verskrekkelijk 177verskrikkelijk 177verskrikkelijk

hete 166verskrikkelijk

rotweer 177verskrikkelijk

slecht 177verskrillijk

waarm 166vertrouwd, is 119verzadigde grond 67vette gro(o)nd 54, 63vette kraomke 121vette kroamke 121veurdelig winter 103veurjaor 99veurjoar 99veurjoor 99veurjöör 99vicariegrond 85vierbaansweg 19vies 172vies nattig 171viezig 172vinnig koud 176vjenne 69vleugien wind 153vlier 79vlökkies 108vlonder 38voaregge 27Voarplatz 46voarstie 46vochtig 171, 172voel waer 172voel wear 172

Page 103: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

wearerit 38wearglas 169wearhek 32wearld 89wearlicht 146wearm 164wearmeter 169wearvelweend 156weaterbak 44weaterkolk 43wee-ald 89weeien 151weeienhekke 32weeit aorig 157weeit luk 153weeit nauwelijks 153weeit oarig 157week 67weeld stuk 57weelde groond 57weeme 85weend 152weenderig 154weendeurken 154weendgat 122weendhaor 154weendheks 154weendhoar 154weendhoos 156, 157weendhoosje in het

klein 154weend-ies 122weendoor 154weendoos 157weendstöt 155weendstötte 156weendstriepen 128weenter 102weer um der geinen

hoond ut te stören 178

weer van niks 170weerd 41weerde 42weerdgrond 41weerglaas 169weerglas 169 weerhusie 169weerld 89weerlicht 144weerlicht 146weerluchen 144weerlucht 144

weerstriepen 128weg met greenten

stene 18weg met völ knip-

geater 14weg van kollen-

gruus 17weg 17wegbön 17weiachtig 154weide met nen holt-

wal drum hen 28weide 41, 83 weidehek 32weidemöllegie 35weidepaol 30weidepaole 30weidepoal 30weidepoale 30Weidepohl 30weiderig 154Weidetuun 29Weidewech 38weien 151weind 152weinderig 154weinig weend 153weinig winter 103weit har 157wejjen 151wejtheks 154wele groond 57welen 109welgrond 67wellige gro(o)nd 54welt 89wemmelen 109wendakker 53wendäkker 53wenning 27, 53wereld 89werm 164wervelstorm 157wervelwind 156wesselvallig

weer 170wetland 42wetter 43wetterbak 44wetterkoele 43wetterplaatse 43, 46weurm 164weuste grond 57

weuste groond 57, 60

weuste ground 57wiäärglas 169wiede wereld 90wiedte 90wiek 67wiel 42wiend 152wiendaose 154, 157wienderig 154wiendhaose 154wiendhoase 154wiendoase 154, 157wiendoos 156wiendose 156, 157wiendosien 154wiendstote 155wienter 102wienter veur de ies-

beren 102wierbarstige

groond 55Wiesen 41wijjen 151wil holen 119wil lieden 119wilde grond 57wilde Grund 57wildhekke 34willige grond 55wind 152windaore 154, 156windaose 156windbeuje 155winderig 154windgat 122windheks 156windhekse 154windheusie 154windhoorn 156windhoos 154, 157windhose 154, 156wind-ies 122, 123windig 154windoare 153, 153windoase 156windoor 153, 156windore 153, 156windose 157windstil 158windstille 158windstoot 155

windstöte 155Windstött 155windstötte 155windstrepen 128windstriemen 128windvaank 154windvaeren 128windvearen 128windveren 128windvlage 155, 156windvläge 155windvlaoge 155, 156windvloage 155, 156windwak 122winter 102wintertie 103wiphekke 32wippe 33wisselend weer 170wisselvallig

weer 170wisselwallig

weer 170wit-ies 122witte wieven 127witte wölkies 128witvrezen 118woagenspoor 15woant 77woarm 164woeste grond 57, 60wolk 128wolke 128wolkebanken 129wolken met kop 129wolkenbaanke 129wolkenband 129wolkenbanke 129wolkenbrökke 138wolkenlaoge 129wolkenloage 129wolkensliert 128wolkenstriep 128wolkenstriepe 128wolkenstriepen 128wolkjen 129wörm 164, 167worsttente 121wouste groond 57wrak-ies 122zaacht 162zaachte winter 102zaaiklaar 64

205

voel weer 172,177, 178

voele goor 67voele groond 67voeleriet 42voerplaatse 46voerplekken 46voerstee 46volle maan 91völle maan 91vonder 38vonner 38voonder 38vooregge 27voorende 53voorgat 38voorhegge 27voorpad 17voorweg 17Voorwegbrügge 38vörrel 77vörrels kaampe 77vors 112vorst 111vörst 112vos 112vös 112vospelpad 17vost 112vrae 28vrae maken 30vraeën 30vraengde 28vraengde

maeken 30vraengdepaol 30vraepaol 30vraepaole 30vrea 28vrea maken 30vreaën 30vreangde 28vreangde

meaken 30vreangdepoal 30vreapoal 30vreapoale 30vree 28vreeën 30vreepaol 30vreepoal 30vreselijk koud 176vreus 112

vriest 112vroch 28vrocht 28vrochten 29vrös 112vrucht 28vruchtbaore

gro(o)nd 54vruchtbare

gro(o)nd 54vruchtboare

gro(o)nd 54vruchte 28vruchten 29vruchtepaol 30vruchtepoal 30vruchting 28vrus 112Vulmaan 91vuuraovend 96vuurjaor 99vuurjoar 99vuurjoor 99vuuroavend 96vuurtied 99wa 138waaien 151waaim 164waait aorig

ha(r)d 154waait a(r)d 154waait ä(r)d 154waait aorig 154waait bes(t) 154waait etc. hä(r)d 154waait glunig 154waait ha(r)d 154waait har 154waait harre 154waait hatte 154waait oarig

ha(r)d 154waait oarig 154waant 77waarm 164, 167wachruumte 47waegenspeur 15waeien 151waeimölken 35waeit aordig 157waeit as het dut 157waeit bes 157waeit har 157

waeit iets 153waeld 89waelnd 89waenaene 53waenakker 53waendakker 53waenden 53waenderig 154waenderstuk 53waendgat 122waendige 53waenebol 53waenepeng 53waenepinne 53waenetuiten 53waenhook 53waening 53waerd 41waere 28waereld 89waererit 38waerglas 169waerhek 32waerld 89waerlicht 146waerm 164waermeter 169waervelweend 156waeterbak 44waeterkolk 43wagenspaor 16wagenspeur 13, 15wagenspoar 16wagenspoer 13, 15wägenspoer 15wagenspoor 15wägenspoor 15wagenspuur 15wagenweg 16, 27wak 122wakke 122wal 27walle 27wallegie 27Wallhegge 27waogenspoor 15waont 77waorm 164warm 164wärm 164warmteluchten 146warmtemeter 169warrelderiej 153

warrelderieje 153warreling 153warvelen 109wärvelen 109warvelwiend 153warvelwind 156wärvelwind 156wasliendraod 32wasliendroad 32wassend 163wassende maan 91water op het ies 122waterbak 44watergat 43Watergatt 42water-ies 122waterkaold 172waterkoald 172waterkoel 43waterkold 172, 176waterkolk 43wäterkolk 43waterkoold 172Waterlock 43watertonne 44watten 108weagenspeur 15weaien 151weaimölken 35weait as het dut 157weait bes 157weait har 157weait iets 153weait oardig 157weald 89wealnd 89weanakker 53weandakker 53weanden 53weanderig 154weanderstuk 53weandgat 122weandige 53weaneane 53weanebol 53weanepeng 53weanepinne 53weanetuiten 53weanhook 53weaning 53weard 41weare 28weareld 89

204

Register op dialectwoorden

Page 104: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

zwoare schoer 138zwoaren donder-

slag 146zwoaren Zuger 157zwoarwear-

beuje 141zwoel 166, 167zwoor 130zwoor bewolk 130zwöör bewolkt 130zwoor weer 141zwore buje 138zwore grond 55zwore groond 55zwöre reagen-

buje 138zwoul 166

207

zaand 72zaand 60zaandbelt 72zaandbilt 72zaandbong 72zaanddiek 13zaanderige

grond 66zaandgat 72zaandgrond 60zaandgroond 66, 72zaandhook 72zaandkloeten 63zaandkoel 72zaandkoele 72zaandkoelen 72zaandkop 80zaandofgraevige 72zaandofgraeving 72zaandofgraving 72zaandofgreavige 72zaandofgreaving 72zaandpad 13, 16zaandput 72zaandputte 72zaandspeur 13, 16zaandweg 13 zaandwinnige 72zaandwinning 72zach briesie 153zach windje 153zäch windtie 153zach winter 102zachen winter 102zachies 113zachjes 113zacht 113, 162zächt 162zacht bujgien 137zacht bujke 137zacht buujke 137zacht ies 122zacht regentie 137zacht windtie 153zacht winter 102zacht wintertie

102, 103zacht wintertien 102zachte weend 153zachte wiend 153zachte wind 153zachte winter 102zächte winter 102

zachten winter 102zaeiklaor 64zaeiriepe 64zakt dechte 130zakt dicht 130zakt dichte 130zand 72zandafgraving 72zandgat 72zandgroond 66zandkoel 72zandkoele 72zandpad 13zandputte 72zandspeur 13zandweg 13zandwinning 72zaodkaant 54zaodklaor 64zaokerig 167zaond 72zaondkop 80zeaikloar 64zeairiepe 64zeeiklaor 64zeeikloar 64zeiklaor 64zeikloar 64zeiklöör 64zeise 91zendelpad 17zet an 130zet sick 130zet zich dicht 130zeum 27zich 91zieskaoren 30zieskoaren 30zit dich 128zo helder as

wat 133zo no en dan 134zo noe en dan 134zo noew en dan 134zo non en dan 134zo nou en dan 134zo now en dan 134zo of en toe 134zoadkaant 54zoadkloar 64zoakerig 167zoand 72zoandkop 80

zoavel 73zoch weend 152zodde 50zode 50zoegende wind 154zoeger 154, 156, 157zoeggat 72zoegwind 157zoel 166, 167zoemer 99zoepbak 44zoepekolk 43zoepengat 43zoepensbak 44zoepgat 42, 43zoepkoel 43zoepkoele 43zoepkolk 43zoere 50zoere grachten 69zoere groond 55zoest 155zokerig 167zomer 99zomme 99zommer 99zomp 44, 79zompe 44zompenbak 44zompig 67zompig stukkie 79zönne 91zooi 50zooie 50zoomp 44zoompig 67zort 137zuchie 153zuchien 152zuchje 153zuchjen 153zuchtje 153zuchtjen 153zuchtke 153zuchtken 153zudde 50, 67zuddengrond 67zuger 154, 156, 157zulen 111zun 91zunne 91zunne-aender 89zunne-eander 89

zunnenklaor 132zunnenkloar 132zuommer 99zuudbruukse 79zwaaiers 120zwaar bewolkt 130zwaemp 67zwaor 130zwaor bewolkt 130zwaor in de kop 130zwaor Schoer 138zwaor weer 138, 141zwaor winter 102zwaore bui 138zwaore donder-

slag 147zwaore gro(o)nd

54, 55, 70zwaore ground 55zwaore onweers-

wolken 129zwaore regenbui 138zwaore schoer 138zwaoren donder-

slag 146zwaoren Zuger 157zwaorwaer-

beuje 141zware grond 55zwart ies 123zwart 130zwarte weg 17zweamp 67zweterig 167zwette veenties 69zwierscheugels 120zwierskäätsen 120zwoar 130zwoar bewolkt 130zwoar in de kop 130zwoar Schoer 138zwoar weer 141zwoar weer 138zwoar winter 102zwoare bui 138zwoare donderslag

146, 147zwoare gro(o)nd 54,

55, 70zwoare ground 55zwoare onweers-

wolken 129zwoare regenbui 138

206

Register op dialectwoorden

Page 105: Woordenboek van de Overijsselse ... - Kaart van Overijssel · heid der informanten kiest. Op kaart 1 van aflevering 1 (blz. 16) is te zien dat de meeste medewerkers aan het Woordenboek

Register op dialectkaarten

Kaart 1 (wagen)spoor 16Kaart 2 berm 20Kaart 3 afrastering 29Kaart 4 prikkel(draad) 31Kaart 5 kolk 43Kaart 6 drinkensbak 45Kaart 7 schuur(paal) 46Kaart 8 (gras)pol 48Kaart 9 plag 49Kaart 10 zode 50Kaart 11 woeste (grond) 57Kaart 12 kluiten 64Kaart 13 veen 70Kaart 14 leem 71Kaart 15 oer 73Kaart 16 enk/es 80Kaart 17 lucht 89Kaart 18 zomer 100Kaart 19 winter 101Kaart 20 hagel(bui) 105Kaart 21 sneeuw 107Kaart 22 natte (sneeuw) 110Kaart 23 vorst 111Kaart 24 (het) vriest 112Kaart 25 het vriest heel hard 113Kaart 26 gladheid 114Kaart 27 ijzel 115Kaart 28 ijspegel 116Kaart 29 dooien 123Kaart 30 onbewolkt 132Kaart 31 (ster)helder 133Kaart 32 (regen)boog 139Kaart 33 (de bliksem) slaat in 145Kaart 34 waaien 151Kaart 35 wind 152Kaart 36 (mooi) weer 153Kaart 37 (het blijft) droog 163Kaart 38 groeizaam 164Kaart 39 warm (weer) 165Kaart 40 koud (weer) 173Kaart 41 kou(de) 174Kaart 42 (kou)de 175

TOEVOEGINGEN EN VERBETERINGEN

De volgende opmerkingen hebben betrekking opde reeds eerder verschenen Aflevering 2, HetHuis-B.

In een aantal gevallen staat voor het dia-lect van Wijhe (wij) het onjuiste woord ver-meld:

blz. 72: lichtknuppie; moet zijn lichtknöp-pieblz. 89: töt kiekes; moet zijn tut kiekblz. 101: douchekecheltie; moet zijn dou-chekächeltie

De volgende opmerkingen hebben betrekking opde reeds eerder verschenen Aflevering 3, HetHuis-C.

In een aantal gevallen staat voor het dia-lect van Wijhe (wij) het onjuiste woord ver-meld:

blz. 60: skarniere; moet zijn scharniereblz. 70: ’t Heelal is simpel van den Heer;moet zijn is tempel van den Heer.blz. 110: pläätse; moet zijn plääste.

208