Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van...

34
BEHEERSVERORDENING WOONWAGENTERREIN SLAPERDIJK 2012

Transcript of Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van...

Page 1: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

BEHEERSVERORDENINGWOONWAGENTERREIN SLAPERDIJK 2012

Page 2: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

BEHEERSVERORDENINGWOONWAGENTERREIN SLAPERDIJK 2012

Page 3: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro

Status: vastgesteld

Gemeente Purmerend

Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

ID-code: NL.IMRO.0439.BVSLAPERDIJK-va01

Vaststelling door raad: 27 september 2012

Page 4: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Inhoudsopgave

Toelichting 3

Hoofdstuk 1 Inleiding 5

Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie 7

Hoofdstuk 3 Beleid 9

3.1 Vigerend bestemmingsplan 9

3.2 Brandveiligheid 9

3.3 Overig beleid 9

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten 11

Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels 13

5.1 Motivering keuze voor beheersverordening 13

5.2 Artikelsgewijze toelichting 13

Regels 15

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 17

Artikel 1 Begrippen 17

Artikel 2 Wijze van meten 20

Hoofdstuk 2 Regels 21

Artikel 3 Wonen 21

Hoofdstuk 3 Algemene regels 23

Artikel 4 Antidubbeltelbepaling 23

Artikel 5 Algemene bouwregels 24

Artikel 6 Algemene gebruiksregels 25

Artikel 7 Algemene afwijkingsregel 26

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 27

Artikel 8 Overgangsrecht 27

Artikel 9 Slotregel 28

 

2 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 5: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Toelichting

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 3

Page 6: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

 

4 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 7: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 1 Inleiding

Er is door het gemeentebestuur voor gekozen om de woonwagenterreinen over te dragen aan woningcorporaties. Voordat de terreinen overgedragen kunnen worden, is er met de corporaties afgesproken dat de terreinen brandveilig moeten zijn en dat de gemeente voorafgaand aan de overdracht hiervoor zorgdraagt. In de situatie vóór de overdracht voldeed de brandveiligheid van het terrein aan de Slaperdijk niet aan de gestelde normen. In het voorjaar van 2012 is het terrein heringericht en voldoet het aan de normen voor brandveiligheid. Om de brandveiligheid op het terrein nu en in de toekomst te kunnen bewaken en handhaven, dient dit te worden vastgelegd in een bestemmingsplan of beheersverordening. Op basis van het vigerende bestemmingsplan "De Purmer 2005" kan de brandveiligheid niet worden gegarandeerd. In het kader hiervan is besloten een beheersverordening op te stellen voor dit woonwagenterrein, waarmee de brandveiligheid wel kan worden vastgelegd. Deze beheersverordening geldt voor het woonwagenterrein aan de Slaperdijk, gelegen in de wijk Purmer-Noord te Purmerend.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 5

Page 8: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

 

6 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 9: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie

Het besluitgebied is het gebied waarop de beheersverordening van toepassing is. Het besluitgebied of plangebied betreft het woonwagenterrein aan de Slaperdijk in het noordelijke deel van de wijk Purmer-Noord. Het besluitgebied wordt omsloten door de straten Schaardijk en Slaperdijk. Aan de noord-, oost- en zuidzijde van het besluitgebied bevinden zich rijenwoningen. Aan de westzijde bevindt zich de Van Osweg. Op het woonwagenterrein bevinden zich 6 vrijstaande woonwagens met bijbehorende losstaande bergingen en een kleine speelplaats voor kinderen. Afbeelding 1 toont de ligging van het woonwagenterrein in Purmerend (roze omcirkeld). Op afbeelding 2 zijn foto's opgenomen die de bestaande situatie (d.d. 23 juli 2012) weergeven. Een schetsmatige weergave van de bestaande inrichting van het terrein is te zien op afbeelding 3.

Afbeelding 1: Ligging plangebied in Purmerend (roze omcirkeld)

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 7

Page 10: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Afbeelding 2: Foto's bestaande situatie woonwagenterrein Slaperdijk (23 juli 2012)

Afbeelding 3: Inrichting woonwagenterrein bestaande situatie augustus 2012

 

8 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 11: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Vigerend bestemmingsplan

Voor het betreffende plangebied geldt het bestemmingsplan "De Purmer 2005", vastgesteld door de gemeenteraad op 2 november 2006. In dit bestemmingsplan hebben de betreffende gronden de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'woonwagenlocatie'. Het maximaal toegestane aantal woonwagenstandplaatsen op het terrein is 7.

Zodra de beheersverordening is vastgesteld, vervalt het bestemmingsplan voor zover dat betrekking heeft

op het gebied dat binnen de beheersverordening valt.

3.2 Brandveiligheid

Net als een woning is een woonwagen bouwkundig gezien brandveilig als deze voldoet aan de bouwtechnische eisen voor bestaande bouw van het Bouwbesluit. De brandveiligheidseisen in dit Besluit bepalen de weerstand die een bouwwerk moet kunnen bieden tegen brand en de tijd voordat de brand kan overslaan naar een ander bouwwerk.

Er is een belangrijk verschil tussen de eisen voor bestaande woningen en bestaande woonwagens: daar waar het Bouwbesluit eisen stelt aan de brandwerendheid tussen bestaande woningen (brandoverslag), stelt het Besluit geen eisen aan de brandoverslag tussen bestaande woonwagens. Op bouwtechnische gronden kan dus niet altijd voorkomen worden dat een brand van de ene woonwagen kan overslaan naar de andere. Dit kan wel voorkomen worden door voldoende afstand tussen de woonwagens aan te houden.

Voor nieuwe woonwagens geeft het Bouwbesluit wel aan welke weerstand bij branddoorslag en brandoverslag moet worden bereikt. Daarbij wordt uitgegaan van een identieke, doch spiegelsymmetrische woonwagen die zonder gevaar voor brandoverslag op een afstand van tenminste vijf meter zou moeten kunnen worden geplaatst. Het Bouwbesluit regelt overigens niet dat deze afstand bij plaatsing ook daadwerkelijk moet worden aangehouden. Afstanden tussen bouwwerken worden geregeld in een juridisch ruimtelijk plan zoals een bestemmingsplan of beheersverordening. In de praktijk noemt men een afstand van ongeveer vijf meter brandveilig genoeg. Dit geldt voor zowel bestaande als nieuwe woonwagens1.

In de praktijk is een onderlinge afstand van vijf meter echter niet altijd haalbaar. Veelal omdat de woonwagenlocatie daar te klein voor is en uitbreiding niet mogelijk is. Vaak is het wel mogelijk woonwagens te clusteren in kleine groepjes, waarbij tussen de verschillende groepjes van woonwagens dan wel voldoende afstand kan worden gehouden. Door dit 'clusteren' kan een aantal woonwagens dus zó dicht op elkaar staan, dat de weerstand bij brandoverslag nihil is. Daarmee moet dan wel geaccepteerd worden dat een brand binnen dit cluster snel kan overslaan van de ene woonwagen naar de andere. Door voldoende afstand tussen de verschillende clusters aan te houden, kan de brand echter niet overslaan van het ene cluster woonwagens naar het andere cluster. Voor een brandveilige clustering van woonwagens kan in een bestemmingsplan het maximaal aantal toegestane woonwagens in een cluster worden vastgelegd. Daarbij kan worden uitgegaan van een 'beperkte' clustering van twee tot ten hoogste vier woonwagens (zoals al beoogd in de oude voorschriften van het Bouwbesluit 1992).

De brandveilige afstand tussen woonwagens kan alleen worden vastgelegd in een juridisch ruimtelijk plan, zoals een bestemmingsplan of een beheersverordening.

3.3 Overig beleid

Het vaststellen van deze beheersverordening is niet in strijd met enig overig gemeentelijk, provinciaal of

landelijk ruimtelijk- of anderszins beleid.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 9

Page 12: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

 

10 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 13: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Archeologie

Voor de zuidelijke helft van het plangebied geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. Hiervoor geldt dat bij bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en dieper dan 50 cm onder het maaiveld voorafgaand aan de werkzaamheden archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk waarvoor dergelijke bodemingrepen noodzakelijk zijn. Op basis hiervan kan gesteld worden dat er vanuit het aspect van archeologie geen belemmering bestaat voor het vaststellen van onderhavige beheersverordening.

Bodem

De bodemkwaliteit van het plangebied wordt op basis van de bodemkwaliteitskaart gekwalificeerd als schone grond. Daarnaast maakt de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Op basis hiervan kan worden gesteld dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor het vaststellen van onderhavige beheersverordening.

Externe veiligheid

Hogedrukaardgastransportleidingen

Dwars de wijk Purmer-Noord lopen twee hogedrukaardgastransportleidingen, te weten W-570-01-KR-054 en W-570-31-KR-003. De aardgastransportleiding W-570-01-KR-054 heeft een diameter van 6 inch en een maximale werkdruk van 40 bar. De inventarisatieafstand hiervoor bedraagt 70 meter. De aardgastransportleiding W-570-31-KR-003 heeft een diameter van 8 inch en een maximale werkdruk van 40 bar. De inventarisatieafstand hiervoor bedraagt 95 meter. Het plangebied is gelegen op ruim 160 meter afstand van beide aardgastransportleidingen. Dit is dus ruim buiten de inventarisatieafstanden.

Derhalve hoeft voor deze buisleidingen geen onderzoek te worden uitgevoerd.

LPG-tankstation

Op het bedrijventerrein De Koog bevindt zich aan de Edisonweg 2 het LPG-tankstation Total Tankstation. Deze risicovolle inrichting bevindt zich aan de noordoostzijde van het plangebied op circa 450 meter. De vergunde jaardoorzet van LPG voor dit tankstation bedraagt 500 m3. Het invloedsgebied voor het groepsrisico (GR) van dit LPG-tankstation is 150 meter. Het plangebied is dus ruim buiten het invloedsgebied van het LPG-tankstation gelegen. Nader onderzoek is dan ook niet nodig.

Op basis van het bovenstaande kan worden gesteld dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt.

Flora en fauna

Het plangebied bevindt zich in de bebouwde kom van Purmerend en maakt geen onderdeel uit van een gebied met beschermde natuurwaarden (ecologische hoofdstructuur, Natura 2000 etc.). In het plan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er hoeft dan ook geen toets in het kader van de effecten op de flora en fauna gedaan te worden.

Geluid

Het plangebied is gelegen binnen de geluidszone van de 50 km/uur-weg Van Osweg. Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone (kunnen) worden gerealiseerd, dient geluidsonderzoek plaats te vinden. De realisatie van nieuwe geluidsgevoelige functies, anders dan al mogelijk was in het bestemmingsplan "De Purmer 2005", wordt door middel van dit plan niet mogelijk gemaakt. Een akoestisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk.

Luchtkwaliteit

Voor de gehele gemeente Purmerend wordt voldaan aan de wettelijke eisen voor luchtkwaliteit. De voorliggende beheersverordening legt de bestaande situatie vast. Op basis hiervan worden geen nieuwe

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 11

Page 14: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

ontwikkelingen direct mogelijk gemaakt en zal de luchtkwaliteit niet verslechteren. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor de vaststelling van deze beheersverordening.

Water

De bestaande situatie wordt in deze beheersverordening vastgelegd en nieuwe ontwikkelingen die tot een grote toevoeging extra verhard oppervlakte leiden, worden niet mogelijk gemaakt. De extra verharding die wordt gerealiseerd wanneer een zevende woonwagen op het terrein wordt geplaatst, is zeer gering en daardoor niet van betekenis. Het plan heeft derhalve geen gevolgen voor de waterhuishouding. Een watertoets is dan ook niet nodig.

 

12 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 15: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels

Dit hoofdstuk bevat de toelichting op de gekozen planvorm, die van een beheersverordening. Tevens geeft het inzicht in de overwegingen die aan de juridische regeling ten grondslag hebben gelegen.

In deze beheersverordening is gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de systematiek van de andere bestemmingsplannen in Purmerend.

Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk 2012" is aangesloten bij:

De Wet ruimtelijke ordening d.d. 1 juli 2008, Besluit ruimtelijke ordening d.d. 1 juli 2008 en de RO-standaarden 2008;Wet algemene bepalingen omgevingsrecht d.d. 1 oktober 2010;De Woningwet d.d. 1 januari 2003;De kadastrale ondergrond en de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN);Foto’s en een tekening van de feitelijke situatie d.d. 23 juli 2012.

5.1 Motivering keuze voor beheersverordening

Artikel 3:38 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat de gemeenteraad voor die delen van het grondgebied waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, een beheersverordening kunnen vaststellen.

Het gemeentebestuur heeft gekozen voor het opstellen van een beheersverordening, in plaats van een het gebruikelijke bestemmingsplan. De reden om voor een beheersverordening te kiezen zijn als volgt:

vastleggen bestaande situatie welke past binnen het bestemmingsplan "De Purmer 2005". Er ontstaan dus geen nieuwe bouwmogelijkheden;inspraak is niet verplicht. Voorafgaand aan de herinrichting heeft (veelal mondeling) overleg plaatsgevonden met de bewoners van het woonwagenterrein. Zij hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de herinrichting van het terrein. Voor de direct omwonenden verandert ten opzichte van de regeling in het bestemmingsplan "De Purmer 2005" niets dat een negatieve invloed kan hebben op hun woongenot. Derhalve is het niet nodig om een officiële inspraakprocedure te volgen.

In een beheersverordening kan zowel de bestaande juridische regeling worden vastgelegd als de bestaande feitelijke situatie. Voor onderhavige beheersverordening is gekozen voor een combinatie van beide. Om aan te sluiten bij de regeling uit het bestemmingsplan "De Purmer 2005" zijn in de beheersverordening zeven woonwagens toegestaan. Met betrekking tot de maximale toegestane maten van de woonwagens op het terrein is uitgegaan van de feitelijke situatie. Hierbij zijn de maten van de grootste bestaande woonwagen gehanteerd. Deze maten komen overeen met de maximale maten zoals opgenomen in "De Purmer 2005" + de daarin opgenomen 10% afwijkingsmogelijkheid voor maten. Dit betekent dat de kleinere wagens nog wel kunnen uitbreiden, de grootste wagen niet meer. In het kader van de brandveiligheid zijn twee clusters met woonwagens opgenomen met daartussen een afstand van minimaal vijf meter. Binnen het westelijke bouwvlak zijn maximaal vier woonwagens toegestaan en binnen het oostelijke bouwvlak maximaal drie woonwagens. Dit betekent dat in het oostelijke deel van het terrein nog een woonwagen kan worden geplaatst. Hiervoor gelden de bouwregels zoals opgenomen in de regels van deze beheersverordening. De situering van de bouwvlakken komt zoveel mogelijk overeen met de feitelijke bestaande situatie van de percelen/standplaatsen. Gezien de beperkte afmeting van het terrein is het namelijk niet mogelijk om tussen alle wagens vijf meter afstand te houden.

5.2 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3 Wonen

Deze beheersverordening bevat alleen de bestemming Wonen met de nadere functieaanduiding 'Woonwagenstandplaats'. Binnen deze bestemming zijn woonwagenstandplaatsen toegestaan met de

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 13

Page 16: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

daarbij behorende tuinen en erven. Tevens zijn bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, open ruimten en verhardingen, nutsvoorzieningen, objecten van beeldende kunst, ondergrondse afvalcontainers en lichtmasten toegestaan.

Binnen deze bestemming zijn woonwagens alleen toegestaan binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak. In verband met de brandveiligheid op het terrein zijn twee bouwvlakken opgenomen, de zogeheten clusters. Binnen het westelijke bouwvlak zijn maximaal vier woonwagens toegestaan en binnen het oostelijke bouwvlak maximaal drie woonwagens. Tussen deze twee bouwvlakken bevindt zich een bebouwingsvrije zone van minimaal vijf meter. Dit ter voorkoming van het overslaan van een eventuele brand van het ene cluster naar het andere.

Binnen de aanduiding 'bijgebouwen' zijn de bestaande bergingen die reeds aanwezig waren ten tijde van de vaststelling van deze beheersverordening toegestaan.

Algemene regels

Artikel 4 Antidubbeltelbepaling

Het doel van deze bepaling is te voorkomen dat grond die al in aanmerking is genomen of betrokken is bij het verlenen van een vergunning niet nog een keer wordt betrokken bij een aanvraag om bouwvergunning. Hierdoor wordt voorkomen dat met gebruikmaking van privaatrechtelijke overeenkomsten, de publiekrechtelijke regels worden ondergraven.

Artikel 5 Algemene bouwregels

In de algemene bouwregels is in het eerste lid vastgelegd hoe om wordt gegaan met de bestaande maten (afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen). De hoogtematen voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn opgenomen in het tweede lid. Een regeling omtrent antenne-installaties staat in het derde lid. Het vierde lid bevat een bepaling omtrent ondergronds bouwen.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksbepaling is opgenomen dat gronden niet mogen worden gebruikt in strijd met de daaraan gegeven bestemming.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregel

Dit artikel geeft een regeling voor het geval dit voor een betere technische realisering van bouwwerken dan wel in verband met de werkelijke toestand van het terrein noodzakelijk is. Deze afwijkingsregel dient bij uitzondering te worden toegepast. De noodzaak om van de bestemmingsregeling af te wijken dient te worden aangetoond. Voorwaarde voor afwijken is dat de minimale afstand van 5 meter tussen twee clusters van woonwagens (een cluster is maximaal 4 woonwagens) wordt gehandhaafd.

Artikel 8 Overgangsrecht

Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van de beheersverordening op het moment dat dit in werking treedt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van de beheersverordening op het moment dat dit in werking treedt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan.

 

14 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 17: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Regels

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 15

Page 18: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

 

16 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 19: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 verordening

de beheersverordening Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 van de gemeente Purmerend.

1.2 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0439.BVSLAPERDIJK-va01, met bijbehorende bestanden.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-gebonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten

een beroep of bedrijfsmatige activiteit, dat in een woning of woonwagen door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning of woonwagen in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 achtergevel

de gevel van het hoofdgebouw die (bij benadering) evenwijdig loopt aan de voorgevel en die niet als

belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.8 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw.

1.9 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.10 antenne-installatie

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.11 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.12 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van vaststelling van deze verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 17

Page 20: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

1.13 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.17 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.18 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.19 hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.20 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.21 ondergronds

beneden peil

1.22 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.23 peila. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het

aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.24 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt

 

18 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 21: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

1.25 woning

(een gedeelte van) een gebouw geschikt en bestemd voor de huisvesting van personen, anders dan voor recreatieve doeleinden.

1.26 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.27 woonwagenstandplaats

een aangewezen plaats voor de stalling van woonwagens en de daarbij behorende bouwwerken.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 19

Page 22: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.4 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. De oppervlakte van een bouwwerk is inclusief aan- en uitbouwen en overkappingen.

2.7 vloeroppervlakte

de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.

 

20 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 23: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 2 Regels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats': woonwagenstandplaatsen met de daarbij behorende erven en tuinen;

b. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, open ruimten en verhardingen;

c. nutsvoorzieningen;d. objecten van beeldende kunst;e. ondergrondse afvalcontainers;f. lichtmasten.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mag worden gebouwd;b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;c. ten aanzien van het maximum aantal woonwagens geldt het ter plaatse van de aanduiding

'maximum aantal wooneenheden' opgenomen maximale aantal wooneenheden;d. per standplaats is ten hoogste 1 woonwagen toegestaan; e. ten aanzien van de bouwhoogte gelden de op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding

'maximale bouwhoogte' opgenomen maximale hoogten;f. de totale oppervlakte van een woonwagen mag niet meer dan 110 m2 bedragen;g. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': uitsluitend de ten tijde van de vaststelling van deze

beheersverordening aanwezige bestaande losstaande stenen bijgebouwen (bergingen/sanitaire units) met een maximale bouwhoogte van 3 meter;

h. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 meter;i. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 5.2 van deze regels.

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.3.1 Aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijfsmatige activiteiten

Op deze gronden zijn aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijfsmatige activiteiten binnen de woonfunctie toegestaan mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen:

a. niet meer dan 1/3 deel van de woning of woonwagen met aanbouwen voor de uitoefening van het beroep en/of bedrijf wordt gebruikt, met een maximum van 45 m²;

b. bijgebouwen niet worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep en/of bedrijf;c. geen vergunning- en/of meldingsplicht van toepassing is op grond van de Wet milieubeheer en/of

andere milieuwetgeving, uitgezonderd een tandartsenpraktijk;d. geen horeca- en detailhandelsactiviteiten worden uitgeoefend; e. geen personeel in dienst is;f. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door de (hoofd)bewoner worden uitgeoefend;g. het gebruik qua aard, omvang en ruimtelijke uitstraling - naar het oordeel van het college van

burgemeester en wethouders - past in de woonomgeving.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 21

Page 24: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

 

22 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 25: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Antidubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 23

Page 26: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Artikel 5 Algemene bouwregels

5.1 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:

a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

b. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;

c. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

5.2 Hoogtematen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

- erfafscheidingen 2 m

- lichtmasten 9 m

- vlaggenmasten 9 m

- objecten van beeldende kunst 6 m

- speeltoestellen 4 m

- bruggen 12 m

- overig straatmeubilair 6 m - overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid ten behoeve van het bouwen van objecten van beeldende kunst met een bouwhoogte van 15 meter.

5.3 Antenne-installaties

Met betrekkking tot antenne-installaties gelden de volgende regels:

a. antennes-installaties als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, niet zijnde bouwvergunningvrije installaties, zijn niet toegestaan.

b. burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het in lid 1 genoemde verbod ten behoeve van de bouw van een antenne-installatie tot een bouwhoogte van ten hoogste 40 m.

5.4 Ondergronds bouwen

De in dit plan vervatte regels voor bebouwing zijn van overeenkomstige toepassing op bouwen beneden het peil, met dien verstande dat tot ten hoogste één bouwlaag diepte mag worden gebouwd.

 

24 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 27: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Verboden gebruika. Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan:

1. gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;

2. gebruik van gronden als stalling- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- vaar- en vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;

3. het gebruik van gronden als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfmiddelen.

4. het gebruik van gronden en bouwwerken voor prostitutie.b. Onder verboden gebruik wordt niet verstaan het (tijdelijke) gebruik ten behoeve van de realisering

en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 25

Page 28: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Artikel 7 Algemene afwijkingsregel

Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden verleend - bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels voor de overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Voorwaarde hierbij is dat de minimale afstand van 5 meter tussen twee clusters van woonwagens (een cluster is maximaal 4 woonwagens) wordt gehandhaafd.

Er wordt niet afgeweken, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de

bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

26 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 29: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de

aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

2. het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 27

Page 30: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: regels van de beheersverordening Woonwagenterrein Slaperdijk 2012.

 

28 Woonwagenterrein Slaperdijk 2012

Page 31: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk

Eindnoten

1. VROM-Inspectie (2009); Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

 

Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 29

Page 32: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk
Page 33: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk
Page 34: Woonwagenterrein Slaperdijk 2012 - Purmerend · 2012. 10. 12. · Voor de opzet en inrichting van de regels en de verbeelding van de beheersverordening "Woonwagenterrein Slaperdijk