Woningfinanciering een inleiding Hoofdstuk 12. hoofdstuk 122 Het hypotheekadvies De Wet op het...
Transcript of Woningfinanciering een inleiding Hoofdstuk 12. hoofdstuk 122 Het hypotheekadvies De Wet op het...
Woningfinancieringeen inleiding
Hoofdstuk 12
hoofdstuk 12 2
Het hypotheekadvies
De Wet op het financieel toezicht
De rol van de AFM
Adviseren over beleggen
Adviseren over verantwoorde woonlasten
Adviseren over fiscale aspecten
Adviseren over oversluiten van hypotheek
Beloningstransparantie
hoofdstuk 12 3
De Wet op het financieel toezicht (Wft) Sinds 1 januari 2007
Nadere uitwerkingen in het Bgfo
Aanbieders, bemiddelaars en adviseurs van hypothecair krediet: Hebben een vergunning van de AFM nodig Moeten aan regels voldoen die in de Wft zijn
vastgelegd Moeten klachten adequaat afhandelen Zie artt. 2:60, 2:63, 2:75, 2:80 en 4:17 Wft
De Wet op het financieel toezicht
De aan cliënten verschafte informatie van aanbieders van hypothecaire producten moet volgens art. 4:19 lid 2 Wft Correct zijn Duidelijk zijn Niet misleidend zijn, bijvoorbeeld:
Geen (onduidelijkheid over) verborgen kosten en risico’s
Geen misleidende naamgeving Geen misleidend laag rentepercentage suggereren
hoofdstuk 12 4
De Wet op het financieel toezicht
Complex product: Product die uit minstens twee verschillende
financiële producten bestaat, waarvan minstens één met een beleggingscomponent
Combinatie van een hypothecair product met een levensverzekering of een spaarrekening
Complex product financiële bijsluiter met
risico-indicator is verplicht
hoofdstuk 12 5
De Wet op het financieel toezicht
Bij advisering moet de adviseur:
a. Informatie inwinnen over financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid van de consument
Vastlegging in klantprofiel
b. Voor zover mogelijk zich baseren op de informatie uit onderdeel a ( passend advies)
c. Een toelichting geven op de overwegingen die ten grondslag liggen aan het advies
(art. 4:23 lid 1 Wft)
hoofdstuk 12 6
De Wet op het financieel toezicht
Aanbieder van krediet is verplicht Ter voorkoming van overkreditering van de
consument te beoordelen of de kredietverstrekking wel verantwoord is (art. 4:34 Wft)
Criteria vast te leggen diea. Gericht zijn op voorkoming van overkreditering
b. Ten grondslag liggen aan de beoordeling van een kredietaanvraag van een consument
(art. 115 lid 1 Bgfo)
hoofdstuk 12 7
De rol van de AFM
Op grond van Wft zijn er 2 toezichthouders: De Nederlandsche Bank (DNB)
Onder andere prudentieel toezicht: toezicht op soliditeit en solvabiliteit van kredietinstellingen en kwaliteit van bedrijfsvoering en bestuurders
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) Gedragstoezicht: controle of consumenten
duidelijke en eerlijke informatie krijgen
hoofdstuk 12 8
De rol van de AFM
Rapport ‘Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken’ (1 november 2007) Veel tekortkomingen, bijvoorbeeld
Geadviseerd product niet passend bij risicoprofiel Fiscale aftrekbaarheid niet juist verwerkt in advies Overschrijding van CHF-norm zonder degelijke
kwantitatieve onderbouwing Leidraad bij invulling van open normen uit de Wft
hoofdstuk 12 9
Adviseren over beleggen
Adviseur verplicht tot inwinnen van informatie bij consument over (zie art. 4:23 lid 1 Wft)1. Doelstellingen en beleggingshorizon
Objectieve prioriteit en subjectieve prioriteit
2. Financiële positie Inkomen, vermogen en bijzondere lasten
3. Kennis en ervaring in het beleggen
4. Risicobereidheid 1 tot en met 4 risicoprofiel
hoofdstuk 12 10
Adviseren over verantwoorde woonlasten CHF-norm:
Uitgewerkt in Gedragscode Bepaling maximale leencapaciteit via:
Tabellen met financieringslastpercentages opgesteld door het NIBUD
Toetsrente is gelijk aan percentage dat door CHF is vastgesteld, tenzij rentevaste periode > 10 jaar
Lasten van een annuïtaire lening met looptijd = MIN(economische looptijd, 30 jaar)
Standpunt AFM: CHF-norm verantwoorde woonlast
hoofdstuk 12 11
Adviseren over verantwoorde woonlasten Maatwerk:
Volgens Gedragscode alleen toegestaan als Geldgever de consument tijdig informeert over de
risico’s Consument schriftelijk verklaart dat hij de risico’s
begrijpt en accepteert Geldgever de overschrijding van de CHF-norm
vastlegt in financieringsdossier Standpunt AFM: Via een kwantitatieve
onderbouwing moet de geldgever aantonen dat de overschrijding verantwoord is
hoofdstuk 12 12
Adviseren over verantwoorde woonlasten Nieuwe ontwikkelingen
Naast LTI-ratio wordt ook LTV-ratio belangrijk Hoogte van de hypotheek maximaal 112% van de
aankoopwaarde Deel van de schuld boven de aankoopwaarde moet
binnen 7 jaar worden afgelost of gedekt door opgebouwd vermogen
Geldt niet bij lening met NHG Vrij vermogen mag ingezet worden ter afdekking van
de schuld boven de aankoopwaarde
Voorstel tot meewegen van gezinssamenstelling heeft het in de politiek niet gehaald
hoofdstuk 12 13
Adviseren over fiscale aspecten
Berekening nettofinancieringslasten: zie H11 Aandachtspunten:
Extra aftrek in jaar van afsluiten hypotheek Rente is maximaal 30 jaar aftrekbaar
Reeds genoten renteaftrek bij eerdere hypotheken Eigenwoningforfait Bereiken van pensioengerechtigde leeftijd Belastbaar voordeel uit KEW, BEW of SEW Deel van lening valt in box 3
hoofdstuk 12 14
Adviseren over oversluiten van hypotheek Aandachtspunten:
Ook nu eerst (opnieuw) klantprofiel bepalen Uitgangspunt bij verdere advisering
Kwantitatieve analyse is noodzakelijk Rekening houdend met alle kosten, waaronder de
boeterente (zie H9) Veelgebruikte regel: “terugverdientijd is maximaal
gelijk aan de lengte van de nieuwe rentevaste periode”
Boeterente is fiscaal aftrekbaar; rente over lening voor betaling boeterente niet!
hoofdstuk 12 15
Beloningstransparantie
Uiterlijk tegelijk met zijn advies moet de adviseur openheid geven over:a. Mate waarin hij afhankelijk is van één of
meer aanbieders van hypotheken
b. De wijze waarop hij beloond wordt
(art. 4:72 Wft)
hoofdstuk 12 16
Beloningstransparantie
Ideale situatie: de adviseur wordt rechtsreeks door de consument betaald
Bij provisiebetaling moet voldaan aan worden aan:1. De inducementregels (art.149a lid 2 Bgfo)
2. De provisiebalansregel (art. 150 Bgfo)
hoofdstuk 12 17