Windpark Landtong Rozenburg

Notitie reikwijdte en detailniveau

Auteurs Ing. Martijn Disco Lauran Cornax MSc. Mr. dr. Robin Hoenkamp

Opdrachtgever De Wolff Windenergie It Dok 2 8447 GL Heerenveen

Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677 6466 Mail: info@boschenvanrijn.nl Web: www.boschenvanrijn.nl Bosch & Van Rijn 2017 Behoudens hetgeen met de opdrachtgever is overeengekomen, mag in dit rapport vervatte informatie niet aan derden worden bekendgemaakt. Bosch & Van Rijn BV is niet aansprake-lijk voor schade door het gebruik van deze informatie

Windpark Landtong Rozenburg

Notitie reikwijdte en detailniveau

Datum 27-11-2017 Versie 0.6 Versiebeheer 0.1 MD Eerste opzet 0.2 LC Aanvulling eerste opzet 0.3 RH Kwaliteitscheck 0.4 WV Commentaar verwerkt 0.5 RH Nadere aanpassingen 0.6 RH Definitief concept

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding 2

2

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding 4 1.2 Voorgenomen activiteit 4 1.3 M.e.r.-procedure 5 1.4 Zienswijzen NRD 7 1.5 Communicatie en participatie 7 1.6 Leeswijzer 8

HOOFDSTUK 2 BELEIDSKADER 9 2.1 Rijksbeleid 10 2.2 Provinciaal beleid 10 2.3 Gemeentelijk beleid 12

HOOFDSTUK 3 ALTERNATIEVEN 14 3.1 Inleiding 15 3.2 Referentiealternatief 15 3.3 Randvoorwaarden voor de alternatieven 15 3.4 Ontwikkeling van de alternatieven 16

HOOFDSTUK 4 BEOORDELING MILIEUEFFECTEN 19 4.1 Inleiding 20 4.2 Geluid 21 4.3 Slagschaduw 22 4.4 Bodem, water en archeologie 22 4.5 Externe veiligheid 23 4.6 Landschap en cultuurhistorie 25 4.7 Natuur 26 4.8 Energieopbrengst en vermeden emissies 28 4.9 Samenvatting beoordelingskader 28

HOOFDSTUK 5 BESLUITVORMING 30

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding

3

3

Hoofdstuk 1 Inleiding

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding

4

4

1.1 Aanleiding

De gezamenlijke provincies hebben in 2013 afspraken gemaakt met het Rijk over de verdeling per provincie van de Rijksdoelstelling van 6.000 MW windenergie op land in 2020. De afspraak van 6.000 MW windenergie op land is tevens inzet van de gezamenlijke provincies in het kader van het door de SER gefaciliteerde Nationaal Energieakkoord. De provincie Zuid-Holland heeft een opgave van 735,5 MW opge-steld vermogen. Het ruimtelijke provinciale belang ten aanzien van windenergie is opgenomen in de door Provinciale Staten vastgestelde Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). In deze visie is aangegeven dat geschikte wind-energielocaties windturbines combineren met technische infrastructuur, grootschalige bedrijvigheid en groot-schalige scheidslijnen tussen land en water. Op basis van deze uitgangspunten zijn locaties windenergie aangewezen en vastgelegd in de Verordening Ruimte. In 2017 heeft de provincie de VRM herzien. In de planMER procedure zijn 45 nieuwe locaties voor windenergie onderzocht. Uiteindelijk maakten 23 locaties deel uit van het Voorkeursalternatief (VKA). Van deze 23 locaties heeft de Gedeputeerde Staten 17 locaties overgenomen in het voorstel voor de partile herziening Visie Ruimte en Mobiliteit Windenergie. Dit voornemen betreft de aangewezen locatie ten oos-ten van het bestaande windpark Landtong Rozenburg.

1.2 Voorgenomen activiteit

Initiatiefnemer de Wolff Nederland Windenergie (WNW) is voornemens een reeds bestaand windpark op de landtong Rozenburg bestaande uit 10 turbines te repo-weren1 en tevens de in het verlengde gelegen nieuwe locatie voor windenergie uit het voorstel voor de herziene VRM aan te wenden voor de ontwikkeling van wind-turbines. De voorgenomen activiteiten vallen daarom uiteen in twee deelgebieden. Deelgebied 1 betreft de repowering van het bestaande windpark Landtong Rozen-burg, bestaande uit tien Neg Micon-turbines met een ashoogte van 78 meter en een rotordiameter van 64 meter. De windturbines hebben een vermogen van 1,5 MW. Na repowering wordt het aangeduid als Windpark Landtong Rozenburg II. Deelgebied 2 betreft het uitbreidingsgebied ten oosten van het bestaande wind-park, zoals dat is begrensd in het voorstel voor de partile herziening van de VRM. Beide gebieden worden gescheiden door een windpark bestaande uit 2 windturbi-nes van het type Vestas V90 met een ashoogte van 80 m en 125m tiphoogte, een rotordiameter van 90 m en een vermogen van 3 MW per stuk. De windturbines zijn in 2015 in gebruik zijn genomen. Beide windturbines blijven gehandhaafd en maken zodoende deel uit van de autonome situatie. Zie figuur 1 voor de ligging van beide deelgebieden.

1 Repoweren is het vervangen van verouderden windturbines. Ook wel opschalen genoemd.

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding

5

5

Figuur 1 Het plangebied. 1 = bestaande windpark Landtong Rozenburg. 2 = locatie Rozenburg Landtong II2

1.3 M.e.r.-procedure

Het beoogde windpark (repowering en uitbreiding) heeft naar verwachting een to-taal opgesteld vermogen van meer dan 15 MW. Daarmee is op de omgevingsver-gunning de m.e.r.-beoordelingsprocedure van toepassing. Er is echter besloten geen m.e.r.-beoordeling uit te voeren, maar direct vrijwillig een projectMER3 op te stellen. Op deze manier wordt meer ruimte geboden voor inspraak en informatie richting omwonenden.

1.3.1 Doel notitie reikwijdte en detailniveau

De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) beschrijft de reikwijdte en het detail-niveau van het op te stellen MER en is daarmee een belangrijke stap in de proce-dure. Daarnaast beoogt de NRD om alle betrokkenen en genteresseerde partijen te informeren over de achtergrond en de aard van de voorgenomen activiteiten. De NRD wordt ter inzage gelegd, waarbij eenieder in de gelegenheid wordt gesteld zienswijzen kenbaar te maken over het voornemen en de gewenste inhoud van het

2 Het plangebied op de kaart is gebaseerd op het provinciale zoekgebied en is daardoor ruimer weer-

gegeven dan het uiteindelijke zoekgebied van de MER. In het MER zal aan de hand van onder-bouwde beperkingen het te onderzoeken gebied ingeperkt worden.

3 De Milieueffectrapportage (afkorting MER) brengt de milieugevolgen van een besluit in beeld, voor-dat het besluit genomen wordt. De afkorting m.e.r. wordt gehanteerd bij aanduiding van de proce-dure. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in het milieueffectrapport (MER). Wanneer wordt gesproken over MER, wordt het rapport bedoeld.

1

2

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding

6

6

MER. De NRD wordt ook voorgelegd aan alle adviseurs en bestuursorganen die op grond van de wet geraadpleegd moeten worden over de reikwijdte en het detailni-veau van het MER. Voordat het MER wordt opgesteld wordt de reikwijdte en het detailniveau van het MER door de gemeente vastgesteld. Daarbij worden de ingediende zienswijzen, de reacties van betrokken bestuursorganen en wettelijke adviseurs betrokken. De pu-blicatie van de hier voorliggende (concept) NRD markeert de start van de m.e.r.-procedure.

1.3.2 Betrokken partijen

De betrokken partijen in dit MER zijn de volgende: Initiatiefnemer De Wolff Nederland Windenergie (WNW) is initiatiefnemer van het project waar-voor een MER wordt opgesteld. WNW zal de aanvraag omgevingsvergunning indie-nen. De omgevingsvergunningaanvraag ziet in ieder geval op de activiteiten afwij-ken bestemmingsplan, bouwen en milieu. De watervergunning ziet in ieder geval op het bouwen en gebruiken van bouwwerken in of op rijkswaterstaatswerken. Voor het project-MER is WNW initiatiefnemer in de zin van art 7.22 lid 1 Wm. Gemeente Rotterdam Op basis van art. 9e Elektriciteitswet beschikt de provincie over de bevoegdheid voor het vaststellen van een inpassingsplan voor de realisatie van een windpark van meer dan 5 MW en niet meer dan 100 MW. In het geval toepassing wordt gegeven aan deze bevoegdheid zijn Provinciale Staten tevens bevoegd gezag voor de omge-vingsvergunning en inpassingsplan voor de realisatie van een windpark van meer dan 5 MW en niet meer dan 100 MW. De gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland bereiden momenteel een overeenkomst voor waarmee de gemeente de taak op zich heeft genomen om de ontwikkeling van onder meer dit windpark planologisch mogelijk te maken. Het college van burgemeester en wethouders is daarmee bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning en het MER. De gemeente-raad moet een verklaring van geen bedenkingen voor het afwijken van het bestem-mingsplan afgeven. Adviseurs en bestuursorganen Door gemeente Rotterdam worden wettelijke adviseurs en overlegpartners vroeg-tijdig bij de voorbereiding van het MER en de plannen voor de beoogde ontwikke-ling betrokken, zowel tijdens formele adviesmomenten, zoals bij de totstandko-ming van de NRD, als door middel van aanvullend overleg. In de vergunning- en m.e.r.-procedure zijn diverse communicatiemomenten onder-scheiden aan de hand van mijlpalen in de procedure. De communicatieacties zijn door Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente uitgewerkt in een communicatie-aanpak. Stakeholders worden individueel of collectief benaderd voor informatiebij-eenkomsten of overleg. Zie paragraaf 1.5. Commissie voor de milieueffectrapportage.

Windpark Landtong Rozenburg Notitie reikwijdte en detailniveau

Inleiding

7

7

De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie-m.e.r.) zal het MER beoordelen op juistheid en volledigheid. Voor de besluitvorming zal de Cie-m.e.r. het bevoegd gezag daarover