Wie heeft er nog kolen in de schuur?

3
10 reportage digitale revolutie Alle apparaten krijgen touchscreens , niet alleen voor beeld en geluid, ook voor huishoudelijke toepassing, zoals koffiezet- apparaten, vaatwasmachines, enzovoort. Het opladen van batterijen gaat via powermats NRC WEEKB LAD 11 Kleitabletten 2.0 Beeldschermen zijn straks zo dun als papier. Pcs en opladers voor mobiele telefoons worden even ouderwets als de Solex. Terug naar futuroloog Paul Ostendorf, die in 1997 een draadloze toekomst schetste. Een volgende blik vooruit, naar het jaar 2017. tekst Gijsbert van Es beeld Pepijn Barnard F rits van Rijn (47) ligt als een geslagen hond in zijn bed. Zijn iPhone 16 brult hem toe: Fffrrrits, uitgezakte kwal, sta op! Het is acht-punt-vijftien uur, maan- dagochtend 24 januari in het Jaar onzes Heren 2017. Over een half uur heb je je eerste video confe- rence en daarna heb je drie kwartier om je afspraak in Meppel te halen!Zwijg! kreunt Frits, tevergeefs. En dan nog wat, sucker ! Hadden wij niet afge- sproken dat jij voortaan elke ochtend vijf minuten ging trainen om dat vieze zwembandje om je mid- del te laten leeglopen?Frits vervloekt Beatrijs, zijn vriendin. Een uur geleden heeft zij geföhnd en gefitnest hun loft ver- laten. Sinds Kerst, toen hij zijn nieuwste digi- speeltje kreeg, ontwaakt Frits met het gesample- de stemgeluid van ex-vamp Bridget Maasland. Maar niet vandaag. Beatrijs heeft de iPhone 16, een smart agent met de allernieuwe snufjes, gekoppeld aan de stem van Paul de Leeuw, vroeger succesvol bij een inmiddels verdampte publieke omroep, tegenwoordig uitbater van een softerotische aug- mented reality bar in Purmerend. Frits, als je nu niet opstaat, ga ik zingen. Eén, twee, drie, ja, zingen we even mee: U zij de glorie!Frits schiet overeind, grist de agent van zijn nachtkastje en tikt drie keer op het schermpje. Kill Paul de Leeuw. Enter Bridget: Zo Einstein, we gaan er weer een fijne dag van maken. Bovenstaande tekst is gekopieerd uit het archief van NRC Handelsblad. Plagiaat? Nee, hooguit auto- plagiaat. Ik heb deze passage zelf geschreven, in mei 1997. Herhaal ik mezelf? Niet echt, ik heb de scène een beetje geactualiseerd. Het is bovendien nogal modern digitale teksten, zoals audiovisuele bestanden, licht te bewerken en opnieuw te gebruiken. Samplen, heet dat. Het heeft digi- muzikant Armin van Buuren wereldberoemd en schatrijk gemaakt. Het verhaal in 1997 schetste een wereld waarin informatie als zuurstof over de hele wereld beschikbaar zou zijn. Het is meer dan beeldspraak. Zuurstof benut longen om door te dringen tot ons lichaam. Informatie heeft iets vergelijkbaars nodig. Een apparaatje ter grootte van een mobiele telefoon volstaat inmiddels om tekst, (bewegend) beeld en geluid uit de lucht te plukkenen zicht- baar, hoorbaar en zelfs tastbaar te maken op een beeldscherm naar keuze. Dag en nacht aan het internetinfuus Al bijna zijn we eraan gewend geraakt. Kijk rond in een gemiddelde spitstrein en zie hoe de wereld is veranderd. Tien jaar geleden lazen de meeste forenzen een betaalde krant. Vijf jaar geleden lazen zij een gratis krant. Nu staren de meesten naar de schermen van notebookcomputers, smartphones, iPads en andere e-readers. Nog even en werkelijk iedereen ligt dag en nacht aan het internetinfuus. Halverwege de jaren 90 mocht een verslaggever van een Amerikaanse krant, de Minneapolis Star Tri- bune, een jaar lang over de wereld reizen om de digitale toekomst te doorvorsen. Hij sprak met tientallen computernerds en uitvinders van elek- tronica voor consumenten. In tientallen kranten- paginas beschreef hij zijn wereldreis. Zijn conclu- sie: de sociale, economische en politieke structuren in de wereld zullen radicaal veranderen door ubi- quitous computing. Moeilijke term. Het betekent: informatie zal straks altijd en overal beschikbaar zijn (ubique is Latijn voor overal). Zou het echt? Zou ik straks in mijn tuinhuisje naar live-televisie kunnen kijken op een draadloos beeldscherm dat zo groot, zo dun en zo licht is als dit weekblad? Zou alles wat ooit aan het menselijk brein is ontsproten (de partituur en tachtig ver- schillende uitvoeringen van de Matthäus Passion, álle exemplaren van de oude NRC sinds 1844, het gehele oeuvre van André Hazes) mij als de wind komen aanwaaien? Zou er in de wereld van bits en bytes een totaal nieuwe economie ontstaan, en nieuwe sociale verbanden, en (dus) een andere politieke ordening? Ik wilde het in 1997 nog niet direct geloven, maar nieuwsgierig maakte het wel. Met de Ameri- kaanse kranten onder mn arm ging ik op bezoek bij een futuroloog ook dat is een vak. Zijn naam: Paul Ostendorf, toen in dienst van softwarebedrijf Capgemini. Hij schetste een nog hallucinerender toekomst. Zijn vergezichten verwerkte ik in een semifictief verhaal, dat zich tien jaar later afspeel- de, in mei 2007. Wel zo veilig: een ongewisse toe- komst alvast maar als persiflage verpakt, om niet al te diep in de glazen bol te kijken. De afgelopen maanden heb ik vaak aan het gesprek met Paul Ostendorf teruggedacht. Dat komt door de iPad, waarover ik sinds afgelopen herfst beschik. In de voorbije tien, vijftien jaar heb ik heus mn best gedaan een beetje mee te roeien op de stroom van pcs, websites, digitale cameras,

description

In de NRC weekendbijlage van 22 januari 2011 stond onder de titel ‘Kleitabletten 2.0′ een interview met futuroloog Paul Ostendorf. Over de nabije toekomst zegt hij: “Niemand heeft straks nog harde schijven in huis of op de zaak voor opslag van documenten, foto’s, film of muziek. Het wordt even ouderwets als kolen opslaan in de schuur. Over een jaar of vijf bergt iedereen z’n digitale informatie veilig op in datacentra. Stroom komt uit electriciteitscentrales, digitale bestanden komen uit datacentrales – zo eenvoudig zal het zijn. Eigenaren en gebruikers hebben dan altijd en overal ter wereld de beschikking over alles wat ze willen zien en horen. Iedereen abonneert zich op z’n eigen ‘wolk’ om digitale bestanden te bewaren, of toegang daartoe te krijgen.”

Transcript of Wie heeft er nog kolen in de schuur?

10

reportage digitale revolutie

Alle apparaten krijgen t o u ch s c r e e n s ,

niet alleen voor beeld en geluid, ook voor

huishoudelijke toepassing, zoals koffie ze t -

apparaten, vaatwasmachines, enzovoort.

Het opladen van batterijen gaat via powermats

NRC WEEKB LAD 11

Kleitabletten 2.0

Beeldschermen zijn straks zo dun als papier. Pc’s en opladers voor

mobiele telefoons worden even ouderwets als de Solex. Terug naar

futuroloog Paul Ostendorf, die in 1997 een draadloze toekomst

schetste. Een volgende blik vooruit, naar het jaar 2017.tekst Gijsbert van Es beeld Pepijn Barnard

Frits van Rijn (47) ligt als een geslagen

hond in zijn bed. Zijn iPhone 16 brult

hem toe: ‘Fffrrrits, uitgezakte kwal, sta

op! Het is acht-punt-vijftien uur, maan-

dagochtend 24 januari in het Jaar onzes Heren

2017. Over een half uur heb je je eerste video confe-

rence en daarna heb je drie kwartier om je afspraak

in Meppel te halen!’

„Zw ij g ! ” kreunt Frits, tevergeefs.

„En dan nog wat, s u ck e r ! Hadden wij niet afge-

sproken dat jij voortaan elke ochtend vijf minuten

ging trainen om dat vieze zwembandje om je mid-

del te laten leeglopen?”

Frits vervloekt Beatrijs, zijn vriendin. Een uur

geleden heeft zij geföhnd en gefitnest hun loft ver-

laten. Sinds Kerst, toen hij zijn nieuwste digi-

speeltje kreeg, ontwaakt Frits met het gesample-

de stemgeluid van ex-vamp Bridget Maasland.

Maar niet vandaag. Beatrijs heeft de iPhone 16, een

smart agent met de allernieuwe snufjes, gekoppeld

aan de stem van Paul de Leeuw, vroeger succesvol

bij een inmiddels verdampte publieke omroep,

tegenwoordig uitbater van een softerotische aug-

mented reality bar in Purmerend.

„Frits, als je nu niet opstaat, ga ik zingen. Eén,

twee, drie, ja, zingen we even mee: U zij de glorie!”

Frits schiet overeind, grist de ‘agent ’ van zijn

nachtkastje en tikt drie keer op het schermpje. Kill

Paul de Leeuw. Enter Bridget: ‘Zo Einstein, we gaan

er weer een fijne dag van maken.’

Bovenstaande tekst is gekopieerd uit het archief

van NRC Handelsblad. Plagiaat? Nee, hooguit auto-

plagiaat. Ik heb deze passage zelf geschreven, in

mei 1997. Herhaal ik mezelf? Niet echt, ik heb de

scène een beetje geactualiseerd. Het is bovendien

nogal modern digitale teksten, zoals audiovisuele

bestanden, licht te bewerken en opnieuw te

gebruiken. Samplen, heet dat. Het heeft digi-

muzikant Armin van Buuren wereldberoemd en

schatrijk gemaakt.

Het verhaal in 1997 schetste een wereld waarin

informatie als zuurstof over de hele wereld

beschikbaar zou zijn. Het is meer dan beeldspraak.

Zuurstof benut longen om door te dringen tot ons

lichaam. Informatie heeft iets vergelijkbaars

nodig. Een apparaatje ter grootte van een mobiele

telefoon volstaat inmiddels om tekst, (bewegend)

beeld en geluid ‘uit de lucht te plukken’ en zicht-

baar, hoorbaar en zelfs tastbaar te maken op een

beeldscherm naar keuze.

Dag en nacht aan het internetinfuus

Al bijna zijn we eraan gewend geraakt. Kijk rond in

een gemiddelde spitstrein en zie hoe de wereld is

veranderd. Tien jaar geleden lazen de meeste

forenzen een betaalde krant. Vijf jaar geleden lazen

zij een gratis krant. Nu staren de meesten naar de

schermen van notebookcomputers, smartphones,

iPads en andere e-readers. Nog even en werkelijk

iedereen ligt dag en nacht aan het internetinfuus.

Halverwege de jaren 90 mocht een verslaggever

van een Amerikaanse krant, de Minneapolis Star Tri-

bune, een jaar lang over de wereld reizen om de

digitale toekomst te doorvorsen. Hij sprak met

tientallen computernerds en uitvinders van elek-

tronica voor consumenten. In tientallen kranten-

p a g i n a’s beschreef hij zijn wereldreis. Zijn conclu-

sie: de sociale, economische en politieke structuren

in de wereld zullen radicaal veranderen door ubi-

quitous computing. Moeilijke term. Het betekent:

informatie zal straks altijd en overal beschikbaar

zijn (ubique is Latijn voor overal).

Zou het echt? Zou ik straks in mijn tuinhuisje

naar live-televisie kunnen kijken op een draadloos

beeldscherm dat zo groot, zo dun en zo licht is als

dit weekblad? Zou alles wat ooit aan het menselijk

brein is ontsproten (de partituur en tachtig ver-

schillende uitvoeringen van de Matthäus Passion,

álle exemplaren van de oude NRC sinds 1844, het

gehele oeuvre van André Hazes) mij als de wind

komen aanwaaien? Zou er in de wereld van bits en

bytes een totaal nieuwe economie ontstaan, en

nieuwe sociale verbanden, en (dus) een andere

politieke ordening?

Ik wilde het in 1997 nog niet direct geloven,

maar nieuwsgierig maakte het wel. Met de Ameri-

kaanse kranten onder m’n arm ging ik op bezoek

bij een futuroloog – ook dat is een vak. Zijn naam:

Paul Ostendorf, toen in dienst van softwarebedrijf

Capgemini. Hij schetste een nog hallucinerender

toekomst. Zijn vergezichten verwerkte ik in een

semifictief verhaal, dat zich tien jaar later afspeel-

de, in mei 2007. Wel zo veilig: een ongewisse toe-

komst alvast maar als persiflage verpakt, om niet al

te diep in de glazen bol te kijken.

De afgelopen maanden heb ik vaak aan het

gesprek met Paul Ostendorf teruggedacht. Dat

komt door de iPad, waarover ik sinds afgelopen

herfst beschik. In de voorbije tien, vijftien jaar heb

ik heus m’n best gedaan een beetje mee te roeien op

de stroom van pc’s, websites, digitale camera’s, ›

12

reportage digitale revolutie

mp3-spelers, social media (op Twitter heet ik opeens

ook @gijsvanes…) en lollige YouTube-filmpj e s.

Maar sinds ik de iPad in handen heb, denk ik voor

het eerst: wow, dit is ongelofelijk, nu betreden we

écht de wereld van Paul Ostendorf en ‘die ouwe

k r a n t e n’ uit Minneapolis.

De reis naar de draadloze informatiekosmos

heeft een fractie langer geduurd dan Ostendorf in

1997 voorspelde. Op één punt zal het nog wat meer

tijd kosten: stemherkenning, preciezer gezegd:

converseren met een smart agent, zal nog wel jaren

op zich laten wachten. Maar voor het overige is de

futurologie uit ’97 volledig omgezet in realiteit.

Met de komst van de iPad hebben de twee tv’s,

twee pc’s en die ene (kapotte) laptop in mijn huis

een blozend klein broertje erbij gekregen. Stin-

kend jaloers kunnen ze op hem zijn, want overal in

huis zit ik nu met dit apparaat op schoot, gevuld

met tientallen uren muziek, mappen vol familiefo-

t o’s en draad- en grenzeloos toegang tot m’n favo-

riete sites en apps, zoals Uitzending gemist, Spoti-

fy, Buienrader, Flipboard en Eyewitness van The

Guardian. Afgelopen weekeinde heb ik voor het

eerst piano gespeeld met bladmuziek die ik via de

iPad van het web plukte. Dag fotoalbums, dag cd’s,

dag pianoboeken, dag kranten, dag ‘H i l v e r s u m’, ik

zal jullie missen als grammofoonplaten en de

Solex.

De afgelopen twee weken stonden de nieuwe en

oude media bol van de verhalen over de jaarlijkse

‘w e r e l d k a m p i o e n s ch a p p e n’ voor digitale gadgets,

de Consumer Electronics Show in Las Vegas. Zo’n

20.000 nieuwe apparaten, van bijna drieduizend

producenten werden gedemonstreerd aan

140.000 elektronicahandelaren en journalisten uit

de hele wereld.

Een kleine greep uit de berichten. Na de iPad,

gelanceerd in het voorjaar van 2010, zullen vrijwel

alle elektronicareuzen in 2011 de markt overspoe-

len met hun draadloze neokleitabletten. De Ame-

rikaanse elektronicagigant Motorola verdient een

eervolle vermelding voor een supersmartphone,

die het geheugen en de rekenkracht heeft van een

gemiddelde ‘kantoor-pc ’. Verbind deze smart-

phone (draadloos) met toetsenbord en beeld-

scherm en kieper die zoemende, warme pc-doos

het raam uit. Google TV – de koppeling van (kabel-)

tv, (internet)video en interactie met kijkers – ligt

op kop in de race naar internettelevisie. Het bete-

kent: het avondjournaal van de Chinese staatstele-

visie, de WK-finale van 11 juli 2010, de films Rocky I

tot en met I V, alle ruim 13.000 afleveringen van de

tv-soap As the world turns die sinds 2 april 1956 zijn

uitgezonden – het zal technisch geen enkel pro-

bleem meer zijn werkelijk alle tv-programma’s,

films en video’s in hoogwaardige beeldkwaliteit en

on demand af te spelen.

Een nieuwe golf van versnelling

Westerse economieën verkeren in een koortsige

lamlendigheid – en topman Steve Jobs van Apple

heeft zich afgelopen week ook al ziek gemeld.

Maar let intussen op krachtige tekenen van herstel,

of in ieder geval op een nieuwe golf van technologi-

sche versnelling. De leidende hightechbedrijven in

de wereld – Apple, IBM, Intel, Samsung – melden

recordwinsten in hun jaarverslagen over 2010. De

Nederlandse chip-fabriek ASML had nog nooit

z o’n goed jaar als het vorige: 4,5 miljard omzet, 1

miljard winst.

Ik lees de berichten met fascinatie en opwin-

ding. Een vraag welt op: wat staat ons de komende

jaren te wachten, in de volgende fase van de digita-

le revolutie? Is Paul Ostendorf nog actief als toe-

k o m s t k ij k e r ?

Google brengt me binnen tien seconden bij

Ostendorfs mobiele nummer en weer vijf seconden

later heb ik hem aan de telefoon. Ja, hij kan zich ons

gesprek in de vorige eeuw nog herinneren. En

zeker, hij wil graag opnieuw afspreken om de lij-

nen die we toen trokken tussen 1997 en 2007 te

verlengen naar het jaar 2017.

Enkele dagen later zitten we aan tafel in zijn

strak ingerichte appartement in Vught. Hij werkt

niet meer bij Capgemini, hij is nu zelfstandig futu-

roloog, consultant en docent.

Paul Ostendorf (55 jaar) pakt zijn iPad en veegt

langs de sheets van een Keynotepresentatie (de

Apple-versie van Powerpoint). „K ij k ”, wijst hij,

„hier staat een vergelijking tussen de eerste iMac,

uit 1998, en de iPhone 4 die vorig jaar uitkwam. In

twaalf jaar tijd is de processor 2,5 keer sneller

geworden, de iPhone heeft 16 keer meer geheugen

en 8 keer meer opslagruimte dan de iMac. Hij is 115

keer lichter en kost de helft van wat een iMac uit

1998 kostte. Die trend van sneller, meer en goedko-

per zal zich doorzetten, veel sterker nog zelfs.”

Wat wordt de volgende grensverleggende stap?

Als eerste deze: de pc sterft uit.

De personal computer begon z’n opmars in

1981, toen elektronicareus IBM met z’n eerste

razendsnelle tekstverwerker/rekenmachine (met

De volgende generatie

beeldschermen zal flinterdun en

oprolbaar zijn, ‘als elektronisch papier’

NRC WEEKB LAD 13

Thuis digitale bestanden bewaren wordt even

ouderwets als kolen opslaan in de schuur

processor van Intel) op de markt kwam. Ergens hal-

verwege de jaren 90 raakten miljoenen pc’s met

elkaar verknoopt via internet. Precies twintig jaar

na hun doorbraak zijn de pc’s al weer bijna nostal-

gie. Ach ja, de pc: een grote doos was het, waaraan

een stofnest van draden zat, voor stroom en verbin-

ding met internet, voor de aansluiting met beeld-

scherm, toetsenbord en printer, met geluidsboxen,

webcam en microfoon, met usb-poorten voor de

digitale camera en andere randapparatuur.

Niemand heeft nog ‘harde schijven’

Nee, dan de toekomst. Niemand heeft straks nog

harde schijven in huis voor de opslag van docu-

menten, foto’s, muziek of films. Het wordt even

ouderwets als kolen opslaan in de schuur. Over een

jaar of vijf bergt iedereen z’n digitale informatie

veilig op in datacentra. Stroom komt uit elektrici-

teitscentrales, digitale bestanden komen uit data-

centrales – zo eenvoudig zal het zijn. Eigenaren en

gebruikers hebben dan altijd en overal ter wereld

de beschikking over alles wat ze willen zien en

horen.

In het jargon van toekomstbouwers heeft dit

fenomeen een naam: The Cloud – iedereen abon-

neert zich op z’n eigen wolk om digitale bestanden

te bewaren, of toegang daartoe te krijgen. Nie-

mand koopt nog muziek op cd, of films op dvd. Ze

staan ergens ‘in de wolken’ en een (betaalde) code

volstaat om de nieuwste Nederlandse speelfilm

Sonny Boy te zien, of de hit Pray van kindsterretje

Justin Bieber te horen.

„Kijk om je heen in dit appartement”, zegt Paul

Ostendorf. „Zie je ergens cd’s of dvd’s staan? Ik heb

Trends in een notendop

Zappen anno 2011: afstandsbediening van

de Sony Google TV

Op de Consumer Electronics Show, die

deze maand in Las Vegas gehouden werd,

waren de belangrijkste digitale technolo-

gieën te zien die dit jaar al in de winkel zul-

len liggen. De trends in een notedop:

Ve r b o n d e n Het web verbindt alles. Bijna

elke gadget die je nu koopt, maakt op de

een of andere manier gebruik van een

internetverbinding. Dat geldt voor tele-

foons en muziekspelers (apparaten als de

iPod Touch, of de tegenhanger van Sam-

sung, de Galaxy Player). Maar ook voor

tv’s, Blu-rayspelers en de hifi-installatie.

Op die manier krijgt elk apparaat toegang

tot muziek en video van het web. Zo veran-

dert de normale afstandsbediening in een

compleet toetsenbord, om de webadres-

sen in kunnen te tikken. Streamen ver-

dringt de reguliere tv, maar ook fysieke

schijven als Blu-ray en cd.

D ra a d l o o s In een huishouden waarin het

web alle apparatuur verbindt, is het draad-

loze netwerk onmisbaar. De meeste elek-

tronica is via het web te besturen. Daar-

door dient de tablet-pc als een luxe

afstandsbediening voor de tv, de stereo

maar ook de verlichting of de alarminstalla-

tie. Draadloze technologie (wireless hdmi)

maakt het mogelijk om de settopbox van

het tv-scherm te scheiden en de tv nog plat-

ter te maken. Met een draadloos muziek-

systeem is elke kamer in huis van dezelfde

–of juist andere muziek – te voorzien.

Kleiner en krachtiger De voortdurende

schaalverkleining in de chipindustrie leidt

ertoe dat mobiele telefoons nu over even-

veel rekenkracht beschikken als een

gemiddelde laptop. Nieuwe smartphones

en tablets beschikken over een dualcore

processor (twee kernen in één chip) en 1

gigabyte werkgeheugen. Heb je dat nodig

om te bellen? Natuurlijk niet. Vandaar dat

Motorola de Atrix ontwikkelde: een tele-

foon die je dankzij inventieve houders in

een handomdraai verandert in een laptop,

een desktop-pc, een navigatiesysteem of

een videospeler voor het grote tv-

scherm. Vier computers in één

mobieltje: tel uit je winst.

Marc Hijink

Bellen anno

2011: Motorola Atrix

telefoon transformeert in een laptop

14

› de inhoud van 800 cd’s en 250 dvd’s op een server

gezet. En zo roep ik die op.” Het scherm van zijn

iPad verandert in een dashboard en fungeert als

afstandsbediening. De flatscreen-tv floept aan.

„Welke film wil je zien? Muziek? Stukje Vivaldi?”

Twee keer tippen op het touch screen en barokmu-

ziek huppelt binnen.

Maar hier zien we geen scène uit het jaar 2017,

dit speelt zich gewoon af in 2011. Waarover zullen

we ons over vijf à zes jaar niet meer verbazen?

Misschien dit. In haar eerste decennia heeft de

digitalisering vooral twee zintuigen geprikkeld,

zien en horen. De komst van iPod, iPhone en iPad

heeft hieraan een derde zintuig toegevoegd: tast –

met t o u ch s c r e e n s , die nog slechts in de kinderschoe-

nen staan van wat ons de komende jaren te wachten

staat. Losse muizen en toetsenborden verdwijnen.

Een tekst typen op de glasplaat van een smartpho-

ne of tablet (zoals iPad) is nu nog lastiger dan op een

toetsenbord. Maar, een tip van Ostendorf: „Zoek

op internet met het trefwoord tactile feedback en je

zult zien dat dit probleem al bijna is opgelost.” Ve r -

tel? „Via elektromagnetische trillingen wordt gesi-

muleerd dat een t o u ch s c r e e n als een ouderwets toet-

senbord aanvoelt. Je typt op een glad scherm maar

het lijkt alsof je toetsen indrukt.”

Wie doorredeneert, ziet onbegrensde tastmoge-

lijkheden. Het klavier van een concertvleugel kan

over een jaar of tien zo plat als een dubbeltje zijn en

toch aanvoelen als een klassieke Steinway. Op You-

Tube (zoekterm: haptic technology) is een filmpje te

zien waarop een glad beeldscherm aanvoelt als de

huid van een slang.

Terug naar de nabijere toekomst. Binnen vijf

jaar zullen opladers voor smartphones en andere

mobiele apparaten overbodig zijn. Wie z’n tele-

foon, beamer, e-reader, mixer en strijkijzer niet

gebruikt, legt ze op een powermat, waardoor ze hun

batterij weer opladen. Het gaat volgens dezelfde

techniek die nu energie verschaft aan de elektri-

sche tandenborstel of inductiekookplaten: via

elektromagnetische golven.

Flinterdunne beeldschermen

Makkelijker wordt het allemaal wel, revolutionair

is het met dit laatste nog niet. Echt een grote

sprong voorwaarts verwacht futuroloog Ostendorf

de komende jaren in de beeldschermtechnologie.

Net als harde schijven en geheugenchips zullen de

schermen zich ontworstelen aan de mobiele tele-

foons, pc’s en tv’s zoals we die nu kennen. De toe-

komst is aan OLED-schermen – zie Google voor de

technische duiding en onthoud intussen dit: de

volgende generatie beeldschermen zal flinterdun

zijn, en energiezuiniger dan de huidige, en nog

scherper in beeldweergave.

Een beeldscherm wordt een vederlicht draad-

loos paneel dat door het hele huis kan zwerven.

Afhankelijk van de grootte zullen ze te koop zijn

voor enkele tientallen tot hooguit een paar hon-

reportage digitale revolutie

NRC WEEKB LAD 15

Later in deze eeuw is technologie te verwachten voor

beeldschermen die zijn verwerkt in muurverf en textiel

N a v i ga t i e a p p a r a t u u r

in auto’s zal de route op

de voorruit aanwijzen

derd euro. „Als het over enkele jaren eenmaal zover

is”, zegt Ostendorf, „zullen we in ons huis, op onze

werkplek en overal in de publieke ruimte perma-

nent omgeven zijn door eindeloos veel beeldscher-

men, van piepklein tot megagroot.”

Het is, met grote stappen gauw thuis, al vaak

beweerd: de menselijke beschaving heeft zich ont-

wikkeld van orale cultuur, via schriftcultuur, naar

beeldcultuur. Maar we ain’t seen nothing yet.

Omstreeks het einde van dit nog prille decennium

zal een nieuwe generatie beeldschermen de consu-

mentenmarkt bestormen – oprolbaar en mogelijk

zelfs opvouwbaar. Klinkt als: elektronisch papier.

Wat de vraag oproept: hoe lang zullen dagbladen

nog op papier verschijnen? Ostendorf: „Hooguit

een jaar of tien, dan is dat definitief voorbij.”

Verderop in deze eeuw is zelfs beeldschermtech-

nologie te verwachten die is vervlochten en verwe-

ven in muurverf of kleding. „Echt, dit is geen scien-

c e f i c t i o n”, bezweert de futuroloog. „In de hightech

subcultuur is de eerste haute couture al geshowd

die digitaal van kleur en dessin kan veranderen. Op

dit moment is het nog onbetaalbaar voor de massa-

productie, maar dat probleem is slechts een kwes-

tie van tijd.”

Projectie via contactlenzen

De voorhoede van technici in de ‘digitale’ laborato-

ria is de beeldschermen intussen al bijna voorbij.

Geëxperimenteerd wordt met beeldsignalen die

via contactlenzen rechtstreeks op het netvlies wor-

den geprojecteerd. Wie dan om zich heen kijkt, ziet

de projectie van een ‘virtual reality’ die zonder

deze lenzen niet valt waar te nemen.

Om het effect van deze ‘augmented reality’ te

kunnen doorvoelen, hebben de trouwe fans van

Harry Potter een voorsprong. Dat de iPad in feite

een soort Daily Prophet is (een dagblad met ‘t v- b e e l -

d e n’ op de plekken van foto’s) wisten zij al. Dat zij

straks met hun geprojecteerde tante uit Australië

kunnen praten, ongeveer zoals Harry sprak met

zijn ouders en Perkamentus is voorlopig nog fictie,

maar eens zal het een feit zijn.

Het menselijk brein is inmiddels dusdanig slim

dat het apparaten en (andere) micro-elektronica

ook onderling steeds slimmer met elkaar laat com-

municeren. Een voorbeeld. Op een dag zit in alle

verpakking van levensmiddelen een chip (voor

Googlelaars: trefwoord RFID-tag), waarop de her-

komst van de ingrediënten vermeld staat. Wie zijn

smartphone boven een kilo rundvlees houdt,

krijgt in beeld waar de koe vandaan komt, hoe oud

het beest is geworden en wanneer het is geslacht,

wat het vetpercentage van het vlees is en alles wat

de consument verder zou willen weten.

Heeft deze chip al in 2017 de supermarkt bereikt?

Ostendorf: „Technisch gezien is dat geen enkel

probleem. Maar producenten staan niet te dringen

om al te veel informatie aan consumenten te geven.

De politiek zal dit moeten afdwingen.”

Ostendorf geeft een nog spannender voorbeeld.

„Op een dag kun je in een kledingwinkel voor een

OLED-scherm gaan staan, waarin verschillende

c a m e r a’s zitten. De camera’s nemen je exact de

maat, zonder dat je jas hoeft uit te trekken: lengte,

heupomvang, taille, borstkas, alles wordt geme-

ten. De computer matcht deze informatie met de

kleding die in de rekken van de winkel hangt. Via je

smartphone kun je aangeven welke passende kle-

ding je wilt zien, waarbij je in het scherm kijkt alsof

je voor de spiegel staat en het lijkt alsof je die kle-

ding werkelijk draagt.”

Iets voor over een jaar of vijf, zes jaar? „Nee, dat

zal langer duren.” Hoe lang? „Dat bespreken we in

2 0 1 7 .” ‹

Beeldschermen zullen in alle maten, van piep-

klein tot megagroot, te koop zijn voor een prijs

die begint bij hooguit enkele tientallen euro’s