Wie heeft er nog kolen in de schuur?
-
Upload
nederland-werkt-online -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
description
Transcript of Wie heeft er nog kolen in de schuur?
10
reportage digitale revolutie
Alle apparaten krijgen t o u ch s c r e e n s ,
niet alleen voor beeld en geluid, ook voor
huishoudelijke toepassing, zoals koffie ze t -
apparaten, vaatwasmachines, enzovoort.
Het opladen van batterijen gaat via powermats
NRC WEEKB LAD 11
Kleitabletten 2.0
Beeldschermen zijn straks zo dun als papier. Pc’s en opladers voor
mobiele telefoons worden even ouderwets als de Solex. Terug naar
futuroloog Paul Ostendorf, die in 1997 een draadloze toekomst
schetste. Een volgende blik vooruit, naar het jaar 2017.tekst Gijsbert van Es beeld Pepijn Barnard
Frits van Rijn (47) ligt als een geslagen
hond in zijn bed. Zijn iPhone 16 brult
hem toe: ‘Fffrrrits, uitgezakte kwal, sta
op! Het is acht-punt-vijftien uur, maan-
dagochtend 24 januari in het Jaar onzes Heren
2017. Over een half uur heb je je eerste video confe-
rence en daarna heb je drie kwartier om je afspraak
in Meppel te halen!’
„Zw ij g ! ” kreunt Frits, tevergeefs.
„En dan nog wat, s u ck e r ! Hadden wij niet afge-
sproken dat jij voortaan elke ochtend vijf minuten
ging trainen om dat vieze zwembandje om je mid-
del te laten leeglopen?”
Frits vervloekt Beatrijs, zijn vriendin. Een uur
geleden heeft zij geföhnd en gefitnest hun loft ver-
laten. Sinds Kerst, toen hij zijn nieuwste digi-
speeltje kreeg, ontwaakt Frits met het gesample-
de stemgeluid van ex-vamp Bridget Maasland.
Maar niet vandaag. Beatrijs heeft de iPhone 16, een
smart agent met de allernieuwe snufjes, gekoppeld
aan de stem van Paul de Leeuw, vroeger succesvol
bij een inmiddels verdampte publieke omroep,
tegenwoordig uitbater van een softerotische aug-
mented reality bar in Purmerend.
„Frits, als je nu niet opstaat, ga ik zingen. Eén,
twee, drie, ja, zingen we even mee: U zij de glorie!”
Frits schiet overeind, grist de ‘agent ’ van zijn
nachtkastje en tikt drie keer op het schermpje. Kill
Paul de Leeuw. Enter Bridget: ‘Zo Einstein, we gaan
er weer een fijne dag van maken.’
Bovenstaande tekst is gekopieerd uit het archief
van NRC Handelsblad. Plagiaat? Nee, hooguit auto-
plagiaat. Ik heb deze passage zelf geschreven, in
mei 1997. Herhaal ik mezelf? Niet echt, ik heb de
scène een beetje geactualiseerd. Het is bovendien
nogal modern digitale teksten, zoals audiovisuele
bestanden, licht te bewerken en opnieuw te
gebruiken. Samplen, heet dat. Het heeft digi-
muzikant Armin van Buuren wereldberoemd en
schatrijk gemaakt.
Het verhaal in 1997 schetste een wereld waarin
informatie als zuurstof over de hele wereld
beschikbaar zou zijn. Het is meer dan beeldspraak.
Zuurstof benut longen om door te dringen tot ons
lichaam. Informatie heeft iets vergelijkbaars
nodig. Een apparaatje ter grootte van een mobiele
telefoon volstaat inmiddels om tekst, (bewegend)
beeld en geluid ‘uit de lucht te plukken’ en zicht-
baar, hoorbaar en zelfs tastbaar te maken op een
beeldscherm naar keuze.
Dag en nacht aan het internetinfuus
Al bijna zijn we eraan gewend geraakt. Kijk rond in
een gemiddelde spitstrein en zie hoe de wereld is
veranderd. Tien jaar geleden lazen de meeste
forenzen een betaalde krant. Vijf jaar geleden lazen
zij een gratis krant. Nu staren de meesten naar de
schermen van notebookcomputers, smartphones,
iPads en andere e-readers. Nog even en werkelijk
iedereen ligt dag en nacht aan het internetinfuus.
Halverwege de jaren 90 mocht een verslaggever
van een Amerikaanse krant, de Minneapolis Star Tri-
bune, een jaar lang over de wereld reizen om de
digitale toekomst te doorvorsen. Hij sprak met
tientallen computernerds en uitvinders van elek-
tronica voor consumenten. In tientallen kranten-
p a g i n a’s beschreef hij zijn wereldreis. Zijn conclu-
sie: de sociale, economische en politieke structuren
in de wereld zullen radicaal veranderen door ubi-
quitous computing. Moeilijke term. Het betekent:
informatie zal straks altijd en overal beschikbaar
zijn (ubique is Latijn voor overal).
Zou het echt? Zou ik straks in mijn tuinhuisje
naar live-televisie kunnen kijken op een draadloos
beeldscherm dat zo groot, zo dun en zo licht is als
dit weekblad? Zou alles wat ooit aan het menselijk
brein is ontsproten (de partituur en tachtig ver-
schillende uitvoeringen van de Matthäus Passion,
álle exemplaren van de oude NRC sinds 1844, het
gehele oeuvre van André Hazes) mij als de wind
komen aanwaaien? Zou er in de wereld van bits en
bytes een totaal nieuwe economie ontstaan, en
nieuwe sociale verbanden, en (dus) een andere
politieke ordening?
Ik wilde het in 1997 nog niet direct geloven,
maar nieuwsgierig maakte het wel. Met de Ameri-
kaanse kranten onder m’n arm ging ik op bezoek
bij een futuroloog – ook dat is een vak. Zijn naam:
Paul Ostendorf, toen in dienst van softwarebedrijf
Capgemini. Hij schetste een nog hallucinerender
toekomst. Zijn vergezichten verwerkte ik in een
semifictief verhaal, dat zich tien jaar later afspeel-
de, in mei 2007. Wel zo veilig: een ongewisse toe-
komst alvast maar als persiflage verpakt, om niet al
te diep in de glazen bol te kijken.
De afgelopen maanden heb ik vaak aan het
gesprek met Paul Ostendorf teruggedacht. Dat
komt door de iPad, waarover ik sinds afgelopen
herfst beschik. In de voorbije tien, vijftien jaar heb
ik heus m’n best gedaan een beetje mee te roeien op
de stroom van pc’s, websites, digitale camera’s, ›
12
reportage digitale revolutie
mp3-spelers, social media (op Twitter heet ik opeens
ook @gijsvanes…) en lollige YouTube-filmpj e s.
Maar sinds ik de iPad in handen heb, denk ik voor
het eerst: wow, dit is ongelofelijk, nu betreden we
écht de wereld van Paul Ostendorf en ‘die ouwe
k r a n t e n’ uit Minneapolis.
De reis naar de draadloze informatiekosmos
heeft een fractie langer geduurd dan Ostendorf in
1997 voorspelde. Op één punt zal het nog wat meer
tijd kosten: stemherkenning, preciezer gezegd:
converseren met een smart agent, zal nog wel jaren
op zich laten wachten. Maar voor het overige is de
futurologie uit ’97 volledig omgezet in realiteit.
Met de komst van de iPad hebben de twee tv’s,
twee pc’s en die ene (kapotte) laptop in mijn huis
een blozend klein broertje erbij gekregen. Stin-
kend jaloers kunnen ze op hem zijn, want overal in
huis zit ik nu met dit apparaat op schoot, gevuld
met tientallen uren muziek, mappen vol familiefo-
t o’s en draad- en grenzeloos toegang tot m’n favo-
riete sites en apps, zoals Uitzending gemist, Spoti-
fy, Buienrader, Flipboard en Eyewitness van The
Guardian. Afgelopen weekeinde heb ik voor het
eerst piano gespeeld met bladmuziek die ik via de
iPad van het web plukte. Dag fotoalbums, dag cd’s,
dag pianoboeken, dag kranten, dag ‘H i l v e r s u m’, ik
zal jullie missen als grammofoonplaten en de
Solex.
De afgelopen twee weken stonden de nieuwe en
oude media bol van de verhalen over de jaarlijkse
‘w e r e l d k a m p i o e n s ch a p p e n’ voor digitale gadgets,
de Consumer Electronics Show in Las Vegas. Zo’n
20.000 nieuwe apparaten, van bijna drieduizend
producenten werden gedemonstreerd aan
140.000 elektronicahandelaren en journalisten uit
de hele wereld.
Een kleine greep uit de berichten. Na de iPad,
gelanceerd in het voorjaar van 2010, zullen vrijwel
alle elektronicareuzen in 2011 de markt overspoe-
len met hun draadloze neokleitabletten. De Ame-
rikaanse elektronicagigant Motorola verdient een
eervolle vermelding voor een supersmartphone,
die het geheugen en de rekenkracht heeft van een
gemiddelde ‘kantoor-pc ’. Verbind deze smart-
phone (draadloos) met toetsenbord en beeld-
scherm en kieper die zoemende, warme pc-doos
het raam uit. Google TV – de koppeling van (kabel-)
tv, (internet)video en interactie met kijkers – ligt
op kop in de race naar internettelevisie. Het bete-
kent: het avondjournaal van de Chinese staatstele-
visie, de WK-finale van 11 juli 2010, de films Rocky I
tot en met I V, alle ruim 13.000 afleveringen van de
tv-soap As the world turns die sinds 2 april 1956 zijn
uitgezonden – het zal technisch geen enkel pro-
bleem meer zijn werkelijk alle tv-programma’s,
films en video’s in hoogwaardige beeldkwaliteit en
on demand af te spelen.
Een nieuwe golf van versnelling
Westerse economieën verkeren in een koortsige
lamlendigheid – en topman Steve Jobs van Apple
heeft zich afgelopen week ook al ziek gemeld.
Maar let intussen op krachtige tekenen van herstel,
of in ieder geval op een nieuwe golf van technologi-
sche versnelling. De leidende hightechbedrijven in
de wereld – Apple, IBM, Intel, Samsung – melden
recordwinsten in hun jaarverslagen over 2010. De
Nederlandse chip-fabriek ASML had nog nooit
z o’n goed jaar als het vorige: 4,5 miljard omzet, 1
miljard winst.
Ik lees de berichten met fascinatie en opwin-
ding. Een vraag welt op: wat staat ons de komende
jaren te wachten, in de volgende fase van de digita-
le revolutie? Is Paul Ostendorf nog actief als toe-
k o m s t k ij k e r ?
Google brengt me binnen tien seconden bij
Ostendorfs mobiele nummer en weer vijf seconden
later heb ik hem aan de telefoon. Ja, hij kan zich ons
gesprek in de vorige eeuw nog herinneren. En
zeker, hij wil graag opnieuw afspreken om de lij-
nen die we toen trokken tussen 1997 en 2007 te
verlengen naar het jaar 2017.
Enkele dagen later zitten we aan tafel in zijn
strak ingerichte appartement in Vught. Hij werkt
niet meer bij Capgemini, hij is nu zelfstandig futu-
roloog, consultant en docent.
Paul Ostendorf (55 jaar) pakt zijn iPad en veegt
langs de sheets van een Keynotepresentatie (de
Apple-versie van Powerpoint). „K ij k ”, wijst hij,
„hier staat een vergelijking tussen de eerste iMac,
uit 1998, en de iPhone 4 die vorig jaar uitkwam. In
twaalf jaar tijd is de processor 2,5 keer sneller
geworden, de iPhone heeft 16 keer meer geheugen
en 8 keer meer opslagruimte dan de iMac. Hij is 115
keer lichter en kost de helft van wat een iMac uit
1998 kostte. Die trend van sneller, meer en goedko-
per zal zich doorzetten, veel sterker nog zelfs.”
Wat wordt de volgende grensverleggende stap?
Als eerste deze: de pc sterft uit.
De personal computer begon z’n opmars in
1981, toen elektronicareus IBM met z’n eerste
razendsnelle tekstverwerker/rekenmachine (met
De volgende generatie
beeldschermen zal flinterdun en
oprolbaar zijn, ‘als elektronisch papier’
›
NRC WEEKB LAD 13
Thuis digitale bestanden bewaren wordt even
ouderwets als kolen opslaan in de schuur
›
processor van Intel) op de markt kwam. Ergens hal-
verwege de jaren 90 raakten miljoenen pc’s met
elkaar verknoopt via internet. Precies twintig jaar
na hun doorbraak zijn de pc’s al weer bijna nostal-
gie. Ach ja, de pc: een grote doos was het, waaraan
een stofnest van draden zat, voor stroom en verbin-
ding met internet, voor de aansluiting met beeld-
scherm, toetsenbord en printer, met geluidsboxen,
webcam en microfoon, met usb-poorten voor de
digitale camera en andere randapparatuur.
Niemand heeft nog ‘harde schijven’
Nee, dan de toekomst. Niemand heeft straks nog
harde schijven in huis voor de opslag van docu-
menten, foto’s, muziek of films. Het wordt even
ouderwets als kolen opslaan in de schuur. Over een
jaar of vijf bergt iedereen z’n digitale informatie
veilig op in datacentra. Stroom komt uit elektrici-
teitscentrales, digitale bestanden komen uit data-
centrales – zo eenvoudig zal het zijn. Eigenaren en
gebruikers hebben dan altijd en overal ter wereld
de beschikking over alles wat ze willen zien en
horen.
In het jargon van toekomstbouwers heeft dit
fenomeen een naam: The Cloud – iedereen abon-
neert zich op z’n eigen wolk om digitale bestanden
te bewaren, of toegang daartoe te krijgen. Nie-
mand koopt nog muziek op cd, of films op dvd. Ze
staan ergens ‘in de wolken’ en een (betaalde) code
volstaat om de nieuwste Nederlandse speelfilm
Sonny Boy te zien, of de hit Pray van kindsterretje
Justin Bieber te horen.
„Kijk om je heen in dit appartement”, zegt Paul
Ostendorf. „Zie je ergens cd’s of dvd’s staan? Ik heb
Trends in een notendop
Zappen anno 2011: afstandsbediening van
de Sony Google TV
Op de Consumer Electronics Show, die
deze maand in Las Vegas gehouden werd,
waren de belangrijkste digitale technolo-
gieën te zien die dit jaar al in de winkel zul-
len liggen. De trends in een notedop:
Ve r b o n d e n Het web verbindt alles. Bijna
elke gadget die je nu koopt, maakt op de
een of andere manier gebruik van een
internetverbinding. Dat geldt voor tele-
foons en muziekspelers (apparaten als de
iPod Touch, of de tegenhanger van Sam-
sung, de Galaxy Player). Maar ook voor
tv’s, Blu-rayspelers en de hifi-installatie.
Op die manier krijgt elk apparaat toegang
tot muziek en video van het web. Zo veran-
dert de normale afstandsbediening in een
compleet toetsenbord, om de webadres-
sen in kunnen te tikken. Streamen ver-
dringt de reguliere tv, maar ook fysieke
schijven als Blu-ray en cd.
D ra a d l o o s In een huishouden waarin het
web alle apparatuur verbindt, is het draad-
loze netwerk onmisbaar. De meeste elek-
tronica is via het web te besturen. Daar-
door dient de tablet-pc als een luxe
afstandsbediening voor de tv, de stereo
maar ook de verlichting of de alarminstalla-
tie. Draadloze technologie (wireless hdmi)
maakt het mogelijk om de settopbox van
het tv-scherm te scheiden en de tv nog plat-
ter te maken. Met een draadloos muziek-
systeem is elke kamer in huis van dezelfde
–of juist andere muziek – te voorzien.
Kleiner en krachtiger De voortdurende
schaalverkleining in de chipindustrie leidt
ertoe dat mobiele telefoons nu over even-
veel rekenkracht beschikken als een
gemiddelde laptop. Nieuwe smartphones
en tablets beschikken over een dualcore
processor (twee kernen in één chip) en 1
gigabyte werkgeheugen. Heb je dat nodig
om te bellen? Natuurlijk niet. Vandaar dat
Motorola de Atrix ontwikkelde: een tele-
foon die je dankzij inventieve houders in
een handomdraai verandert in een laptop,
een desktop-pc, een navigatiesysteem of
een videospeler voor het grote tv-
scherm. Vier computers in één
mobieltje: tel uit je winst.
Marc Hijink
Bellen anno
2011: Motorola Atrix
telefoon transformeert in een laptop
14
› de inhoud van 800 cd’s en 250 dvd’s op een server
gezet. En zo roep ik die op.” Het scherm van zijn
iPad verandert in een dashboard en fungeert als
afstandsbediening. De flatscreen-tv floept aan.
„Welke film wil je zien? Muziek? Stukje Vivaldi?”
Twee keer tippen op het touch screen en barokmu-
ziek huppelt binnen.
Maar hier zien we geen scène uit het jaar 2017,
dit speelt zich gewoon af in 2011. Waarover zullen
we ons over vijf à zes jaar niet meer verbazen?
Misschien dit. In haar eerste decennia heeft de
digitalisering vooral twee zintuigen geprikkeld,
zien en horen. De komst van iPod, iPhone en iPad
heeft hieraan een derde zintuig toegevoegd: tast –
met t o u ch s c r e e n s , die nog slechts in de kinderschoe-
nen staan van wat ons de komende jaren te wachten
staat. Losse muizen en toetsenborden verdwijnen.
Een tekst typen op de glasplaat van een smartpho-
ne of tablet (zoals iPad) is nu nog lastiger dan op een
toetsenbord. Maar, een tip van Ostendorf: „Zoek
op internet met het trefwoord tactile feedback en je
zult zien dat dit probleem al bijna is opgelost.” Ve r -
tel? „Via elektromagnetische trillingen wordt gesi-
muleerd dat een t o u ch s c r e e n als een ouderwets toet-
senbord aanvoelt. Je typt op een glad scherm maar
het lijkt alsof je toetsen indrukt.”
Wie doorredeneert, ziet onbegrensde tastmoge-
lijkheden. Het klavier van een concertvleugel kan
over een jaar of tien zo plat als een dubbeltje zijn en
toch aanvoelen als een klassieke Steinway. Op You-
Tube (zoekterm: haptic technology) is een filmpje te
zien waarop een glad beeldscherm aanvoelt als de
huid van een slang.
Terug naar de nabijere toekomst. Binnen vijf
jaar zullen opladers voor smartphones en andere
mobiele apparaten overbodig zijn. Wie z’n tele-
foon, beamer, e-reader, mixer en strijkijzer niet
gebruikt, legt ze op een powermat, waardoor ze hun
batterij weer opladen. Het gaat volgens dezelfde
techniek die nu energie verschaft aan de elektri-
sche tandenborstel of inductiekookplaten: via
elektromagnetische golven.
Flinterdunne beeldschermen
Makkelijker wordt het allemaal wel, revolutionair
is het met dit laatste nog niet. Echt een grote
sprong voorwaarts verwacht futuroloog Ostendorf
de komende jaren in de beeldschermtechnologie.
Net als harde schijven en geheugenchips zullen de
schermen zich ontworstelen aan de mobiele tele-
foons, pc’s en tv’s zoals we die nu kennen. De toe-
komst is aan OLED-schermen – zie Google voor de
technische duiding en onthoud intussen dit: de
volgende generatie beeldschermen zal flinterdun
zijn, en energiezuiniger dan de huidige, en nog
scherper in beeldweergave.
Een beeldscherm wordt een vederlicht draad-
loos paneel dat door het hele huis kan zwerven.
Afhankelijk van de grootte zullen ze te koop zijn
voor enkele tientallen tot hooguit een paar hon-
reportage digitale revolutie
NRC WEEKB LAD 15
Later in deze eeuw is technologie te verwachten voor
beeldschermen die zijn verwerkt in muurverf en textiel
N a v i ga t i e a p p a r a t u u r
in auto’s zal de route op
de voorruit aanwijzen
derd euro. „Als het over enkele jaren eenmaal zover
is”, zegt Ostendorf, „zullen we in ons huis, op onze
werkplek en overal in de publieke ruimte perma-
nent omgeven zijn door eindeloos veel beeldscher-
men, van piepklein tot megagroot.”
Het is, met grote stappen gauw thuis, al vaak
beweerd: de menselijke beschaving heeft zich ont-
wikkeld van orale cultuur, via schriftcultuur, naar
beeldcultuur. Maar we ain’t seen nothing yet.
Omstreeks het einde van dit nog prille decennium
zal een nieuwe generatie beeldschermen de consu-
mentenmarkt bestormen – oprolbaar en mogelijk
zelfs opvouwbaar. Klinkt als: elektronisch papier.
Wat de vraag oproept: hoe lang zullen dagbladen
nog op papier verschijnen? Ostendorf: „Hooguit
een jaar of tien, dan is dat definitief voorbij.”
Verderop in deze eeuw is zelfs beeldschermtech-
nologie te verwachten die is vervlochten en verwe-
ven in muurverf of kleding. „Echt, dit is geen scien-
c e f i c t i o n”, bezweert de futuroloog. „In de hightech
subcultuur is de eerste haute couture al geshowd
die digitaal van kleur en dessin kan veranderen. Op
dit moment is het nog onbetaalbaar voor de massa-
productie, maar dat probleem is slechts een kwes-
tie van tijd.”
Projectie via contactlenzen
De voorhoede van technici in de ‘digitale’ laborato-
ria is de beeldschermen intussen al bijna voorbij.
Geëxperimenteerd wordt met beeldsignalen die
via contactlenzen rechtstreeks op het netvlies wor-
den geprojecteerd. Wie dan om zich heen kijkt, ziet
de projectie van een ‘virtual reality’ die zonder
deze lenzen niet valt waar te nemen.
Om het effect van deze ‘augmented reality’ te
kunnen doorvoelen, hebben de trouwe fans van
Harry Potter een voorsprong. Dat de iPad in feite
een soort Daily Prophet is (een dagblad met ‘t v- b e e l -
d e n’ op de plekken van foto’s) wisten zij al. Dat zij
straks met hun geprojecteerde tante uit Australië
kunnen praten, ongeveer zoals Harry sprak met
zijn ouders en Perkamentus is voorlopig nog fictie,
maar eens zal het een feit zijn.
Het menselijk brein is inmiddels dusdanig slim
dat het apparaten en (andere) micro-elektronica
ook onderling steeds slimmer met elkaar laat com-
municeren. Een voorbeeld. Op een dag zit in alle
verpakking van levensmiddelen een chip (voor
Googlelaars: trefwoord RFID-tag), waarop de her-
komst van de ingrediënten vermeld staat. Wie zijn
smartphone boven een kilo rundvlees houdt,
krijgt in beeld waar de koe vandaan komt, hoe oud
het beest is geworden en wanneer het is geslacht,
wat het vetpercentage van het vlees is en alles wat
de consument verder zou willen weten.
Heeft deze chip al in 2017 de supermarkt bereikt?
Ostendorf: „Technisch gezien is dat geen enkel
probleem. Maar producenten staan niet te dringen
om al te veel informatie aan consumenten te geven.
De politiek zal dit moeten afdwingen.”
Ostendorf geeft een nog spannender voorbeeld.
„Op een dag kun je in een kledingwinkel voor een
OLED-scherm gaan staan, waarin verschillende
c a m e r a’s zitten. De camera’s nemen je exact de
maat, zonder dat je jas hoeft uit te trekken: lengte,
heupomvang, taille, borstkas, alles wordt geme-
ten. De computer matcht deze informatie met de
kleding die in de rekken van de winkel hangt. Via je
smartphone kun je aangeven welke passende kle-
ding je wilt zien, waarbij je in het scherm kijkt alsof
je voor de spiegel staat en het lijkt alsof je die kle-
ding werkelijk draagt.”
Iets voor over een jaar of vijf, zes jaar? „Nee, dat
zal langer duren.” Hoe lang? „Dat bespreken we in
2 0 1 7 .” ‹
Beeldschermen zullen in alle maten, van piep-
klein tot megagroot, te koop zijn voor een prijs
die begint bij hooguit enkele tientallen euro’s