Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena...

60
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijk artikel Katrijn Delaruelle MASTERPROEF SOCIOLOGIE PROMOTOR: PROF. DR. Bart Van de Putte COMMISSARIS: PROF. DR. Lore Van Praag ACADEMIEJAAR 2013 2014 Uni- , bi- of multi-dimensionele acculturatie: een kwantitatief onderzoek naar acculturatiedeterminanten bij Iraanse en Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen. aantal woorden: 9177

Transcript of Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena...

Page 1: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijk artikel

Katrijn Delaruelle

MASTERPROEF SOCIOLOGIE

PROMOTOR: PROF. DR. Bart Van de Putte

COMMISSARIS: PROF. DR. Lore Van Praag

ACADEMIEJAAR 2013 – 2014

Uni- , bi- of multi-dimensionele acculturatie: een kwantitatief onderzoek naar

acculturatiedeterminanten bij Iraanse en Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen.

aantal woorden: 9177

Page 2: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

Inzagerecht in de masterproef

Ondergetekende, Katrijn Delaruelle, geeft hierbij toelating aan derden, niet behorend tot de

examencommissie, om haar proefschrift in te zien.

Datum en handtekening

21/05/2014

Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de masterproef te reproduceren of

te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding.

Page 3: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

DANKWOORD

Eindelijk. De laatste woorden van mijn Masterproef… Maar begrijp me niet verkeerd. Het is geen

‘eindelijk’ zoals in ‘het mocht hier wel eens gedaan zijn’, maar een ‘eindelijk’ zoals in ‘ik heb er alles

aan gedaan om op dit moment met enige trotsheid naar het resultaat te kijken’. En dit resultaat was

niet mogelijk zonder de hulp van velen. Aan hen een woord van dank.

In eerste instantie wil ik mijn promotor, Prof. Dr. Bart Van de Putte, bedanken. Bedankt om mij te

blijven steunen in alles wat ik deed. Je bent altijd blijven geloven dat ik er wel zou geraken, ook al

bewandelde ik niet de meest evidente paden. En vooral bedankt om mij te steunen in mijn gedachte

van eigen dataverzameling. Ook al is mijn steekproef niet erg omvangrijk en ook al kom ik niet tot de

grootste conclusies, als ik opnieuw zou moeten kiezen, zou ik het zonder enige twijfel op dezelfde

manier overdoen. Want de ervaringen en herinneringen die ik er aan over houd, zijn me meer waard

dan alleszeggende onderzoeksresultaten. Ik heb mensen een traantje zien wegpinken bij het invullen

van mijn enquête, ik heb mensen met weemoed horen vertellen over de goede tijden… maar ik heb

vooral mensen ontmoet die ondanks hun ellende en verdriet overlopen van gastvrijheid en

dankbaarheid.

Voorts wil ik alle organisaties en instanties bedanken die samen met mij gezocht hebben naar

mogelijke respondenten. Ik noem er maar enkelen bij naam, maar weet dat ik jullie allen heel dankbaar

ben! Jozef Hertsens, ik heb enorm veel bewondering voor wat jij doet. De manier waarop jij je

belangeloos inzet voor de vluchtelingen uit jouw buurt… Mijn oma zou zeggen: ‘Jij hebt jouw hemel

wel verdiend’. Ik heb ook een speciaal woord van dank voor Shadyaneh Moradi, Stijn Van Asch,

Razwana Zubair, Ellen Frissaer, Daniel Ritzman en Faram Shaeri. Zonder jullie hulp had ik nooit dit

resultaat kunnen neerzetten. En speciaal voor Faram, de evangelische misviering was voor mij een

warme ervaring.

Ook een woord van dank aan Annelies om mij te helpen bij de testfase en aan Abdul, Freba en Martine

voor het vertalen van mijn enquête. Ook wil ik Maaike, Linde en collega’s even vermelden om mij bij

te staan in het Engels.

Tot slot wil ik nog mijn ouders bedanken voor de financiële kant van het verhaal en het naleeswerk,

alsook alle andere mensen uit mijn directe omgeving die met mij hebben meegezocht en meegeleefd.

Aan Thijs, mijn gedreven steenarend, bedankt voor jouw steun en kritische taalopmerkingen.

Het is wat het is. Het eindresultaat van mijn sociologische carrière. Het is mooi geweest. Ook al wist

ik in mijn eerste jaar niet zo goed waar ik aan begon, ik heb op geen enkel moment mijn keuze

betreurd. Daarom misschien ook een kleine dank aan mezelf.

Page 4: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING ..................................................................................... 1

2. LITERATUURSTUDIE EN HYPOTHESEN ................................................................................ 4

Achtergrond informatie ....................................................................................................................... 4

2.1. Erkende vluchtelingen vs. subsidiair beschermden ...................................................................... 4

2.2. Afghaanse en Iraanse vluchtelingen: verantwoording van de keuze ........................................... 6

Theoretisch luik ................................................................................................................................... 6

2.3. Acculturatie en acculturatiestrategieën ....................................................................................... 6

2.3.1. Het uni-dimensionele model ............................................................................................ 7

2.3.2. Het bi-dimensionele model .............................................................................................. 7

2.3.3. Het multi-dimensionele model ......................................................................................... 8

2.4. Moderating factors ....................................................................................................................... 9

3. DATA EN METHODEN .............................................................................................................. 12

3.1. Data ....................................................................................................................................... 12

3.2. Onderzoeksdesign en methode .............................................................................................. 13

3.3. Operationalisering ................................................................................................................ 13

- Beschrijvend luik ...................................................................................................................... 13

- Analyse ...................................................................................................................................... 14

3.3.1. Afhankelijke variabelen ................................................................................................. 14

3.3.2. Onafhankelijke variabelen............................................................................................. 14

3.3.3. Controlevariabelen ........................................................................................................ 17

4. RESULTATEN ............................................................................................................................. 18

4.1.Beschrijvend luik: acculturatieprofielen .................................................................................... 18

4.2. Analyse ....................................................................................................................................... 19

5. CONCLUSIE EN DISCUSSIE ..................................................................................................... 24

6. REFERENTIES ............................................................................................................................. 27

Page 5: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

1

Uni- , bi- of multi-dimensionele acculturatie:

Een kwantitatief onderzoek naar acculturatiedeterminanten bij Afghaanse en Iraanse

vrouwelijke vluchtelingen.

Abstract

Despite the unique asylum policy and the relatively high number of asylum seekers in Belgium, no

attention has been paid to the acculturation of refugees into this receiving society. The current focus

on the acculturation process of Iranian and Afghan women, who were all beneficiaries of a refugee

status or a subsidiary protection, therefore fills a gap in knowledge.

The goals of the present study were twofold. By using data conducted in Flanders (n=122), this article

examines (1) the acculturation outcomes, predicted on the basis of Berry's (1997) fourfold

acculturation model and (2) the impact of several acculturation factors (length of stay, age of arrival,

education, occupation, country of origin and intra-household power relations) on the adaptation

across cultural behaviors and gender attitudes, using multiple linear regression models. The last

objective is based on the assumption that an individual’s preference for cultural adaptation is domain-

specific.

Results indicate that integration is the most adopted acculturation strategy, as expected from previous

studies. Furthermore, the data suggest that acculturation appears to occur in a linear pattern over

time for cultural behaviors, but not for gender attitudes. Intra-household power relations and country

of origin are found to have an important impact on acculturation across gender attitudes. Patriarchal

domination is associated with less egalitarian gender-related attitudes. Also, Iranian women adopted

more egalitarian views than Afghan women. Finally, the results indicate that better-educated

participants are behaviorally more oriented to the guest culture and hold more egalitarian gender

attitudes. We conclude that it is essential for future acculturation research to utilize a multi-

dimensional framework.

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING

Sinds zijn prille bestaan oefent België een grote aantrekkingskracht uit op migranten. De liberale

grondwet, de sociale rust en het culturele leven veroorzaakten diverse migratiegolven. De grootste

migratiegolf vond plaats na de Tweede Wereldoorlog. Arbeidsmigranten uit Spanje, Italië, Turkije en

Marokko werden massaal tewerkgesteld in de Belgische mijnen. De migratiestop in 1974 maakte

hieraan een einde. Hoewel deze migratiestop nog steeds van kracht is, kunnen niet-EU onderdanen

toch via verschillende kanalen op een legale manier in België verblijven: als toerist, volgmigrant,

buitenlandse student, arbeidsmigrant of asielzoeker (Meireman, Billiet, Meuleman, De Witte, & Wets,

2004, p. 1).

Page 6: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

2

Enkel de laatste mogelijkheid opent vandaag de dag een deur voor grote groepen van mensen (Geets,

Pauwels, Wets, Lamberts, & Timmerman, 2006). Cijfergegevens tonen aan dat België relatief veel

asielzoekers telt in verhouding tot andere Europese landen (Commissariaat-generaal voor de

Vluchtelingen en de Staatslozen, 2011a). In 2013 werden er bij het Commissariaat-generaal voor de

Vluchtelingen en de Staatslozen 15.840 asielaanvragen ingediend, wat een daling inhoudt van 26,2 %

in vergelijking met 2012. Echter, in absolute cijfers heeft deze instantie nog nooit zoveel positieve

beslissingen genomen als in 2013 (Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen,

2014a). De hoge cijfers maken het Belgische asielbeleid tot een gecontesteerd maatschappelijk

onderwerp, met ruimte voor debat en sociale acties 1.

Deze maatschappelijke belangstelling heeft ervoor gezorgd dat thema’s zoals culturele diversiteit en

integratie opnieuw hoog op de beleidsagenda staan. Wetenschappelijk onderzoek naar interculturele

relaties, acculturatie en acculturatiestrategieën worden een noodzaak. Eerder onderzoek naar

acculturatiestrategieën vond vooral plaats in landen zoals Nederland, waar de idee aan een

multiculturele samenleving al in de jaren ’80 op de politieke agenda stond. Wetenschappelijk

onderzoek naar acculturatie en acculturatiestrategieën in België is schaarser. De enkele studies

(Gungor, 2007; Saroglou & Mathijsen, 2007; Beirens & Fontaine, 2011) die dit toch deden, hadden

alleen aandacht voor specifieke migrantengroepen, zoals voor de Turkse en Marokkaanse

gemeenschap in ons land. Echter, omdat België gekenmerkt wordt door een uniek asielbeleid is het

noodzakelijk om ook het acculturatieproces van vluchtelingen binnen de Belgische context te

bestuderen.

Traditioneel wordt er binnen migratiestudies verwezen naar de acculturatiedefinitie van Redfield,

Linton en Herskovits (1936, p. 149): “Acculturation comprehends those phenomena which result

when groups of individuals having different cultures come into continuous first-hand contact, with

subsequent changes in the original culture patterns of either or both groups”. Veranderingsprocessen

kunnen in principe plaatsvinden bij beide culturele groepen, maar zijn het grootst bij de niet-

dominante groep (Arends-Tóth & van de Vijver, 2001). Het acculturatieproces van deze groep wordt

verbonden met twee vragen. De eerste betreft de mate waarin zij hun eigen cultuur wensen te

behouden (cultuurbehoud). De tweede behandelt de mate waarin ze de cultuur van het gastland willen

overnemen (culturele aanpassing). Hoe cultuurbehoud en culturele aanpassing aan elkaar gerelateerd

zijn, is geëvolueerd doorheen de geschiedenis (Ryder, Alden, & Paulhus, 2000).

Aanvankelijk vertrok acculturatieonderzoek vanuit een uni-dimensionele aanname: cultuurbehoud en

culturele aanpassing zijn interdependent. Een toenemende oriëntatie naar de gastcultuur gaat gepaard

met een toenemende afstand van de eigen oorspronkelijke cultuur (Ryder et al., 2000). Tijd is hierbij

1 Denk o.m. aan de voettocht van Afghaanse vluchtelingen naar Bergen en Gent, die steun kregen van een groot

aantal sociale organisaties (Callewaert, 2014). Denk ook aan de commotie begin dit schooljaar rond de

uitwijzing van de Afghaanse loodgieter, Navid Sharifi (Delepeleire, 2013).

Page 7: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

3

een cruciale factor. De etnische minderheidsgroep assimileert geleidelijk aan in de culturele

hoofdstroom van de ontvangende samenleving (Gordon, 1964). Naarmate de maatschappij complexer

werd, kwam de uni-dimensionele assumptie alsmaar meer onder druk. Een tweede, bi-dimensionele

visie trad op de voorgrond. De voornaamste theoreticus binnen dit acculturatiemodel is Berry (1989;

1997; 2005). Hij bekritiseert de uni-dimensionele aanname: cultuurbehoud en culturele aanpassing zijn

niet interdependent, maar vormen twee onafhankelijke dimensies. Hij neemt het assimilatie-aspect op

als één van de mogelijke paden, maar erkent ook het integratie, het separatie en het marginalisatie

profiel (Ryder et al., 2000; Berry, Phinney, Sam, & Vedder, 2006). Veranderingsprocessen zijn in dit

opzicht niet enkel een kwestie van tijd, maar worden ook bepaald door individuele

beïnvloedingsfactoren. Leeftijd, gender, opleiding, economische status, herkomst… bepalen de mate

waarin de respondent zich oriënteert op de eigen en de gastcultuur (Berry, 1997).

Recent wordt er heel wat kritiek geuit op het acculturatiemodel van Berry. Critici (Verkuyten, 1999;

Arends-Tóth, 2003) menen dat de realiteit complexer is dan wordt weergegeven in zijn bi-

dimensioneel model. Om recht te doen aan het multi-dimensionele karakter van acculturatie moet niet

alleen een onderscheid worden gemaakt tussen dimensies, maar ook tussen verschillende domeinen

(Ryder et al., 2000; Arends-Tóth, 2003; van de Vijver & Phalet, 2004). Theoretisch worden er

verschillende abstractieniveaus onderscheiden in domein specifiek acculturatieonderzoek (Arends-

Tóth, 2003). Dit onderzoek is opgezet vanuit het onderscheid dat Van Oudenhoven en collega’s (2006)

maken tussen cultuur en culturele identiteit. Waar het eerste refereert naar oppervlakkige

cultuurdomeinen, zoals publieke gedragingen (taal, gebruiken, tradities…), refereert het laatste naar

dieperliggende structuren, zoals diepgewortelde waarden en normen (genderopvattingen, opvattingen

over de opvoeding van kinderen…).

Concreet heeft dit onderzoek twee doelstellingen. De eerste doelstelling vloeit voort uit de nood aan

acculturatieonderzoek bij vluchtelingengroepen in ons land. Door middel van beschrijvende statistiek

tracht dit onderzoek een antwoord te formuleren op volgende onderzoeksvraag: tot welke

acculturatieprofielen behoren Iraanse en Afghaanse vrouwen met een vluchtelingenstatuut of een

subsidiair beschermingsstatuut? Met andere woorden, in een eerste fase wordt er nog geen rekening

gehouden met de domeinspecificiteit van acculturatie. Met deze vraagstelling willen we enkel een

algemeen beeld scheppen, daar er nog geen concrete informatie voor handen is over deze doelgroep.

De acculturatietypologie van Berry leent zich hiervoor.

De tweede doelstelling kan worden beschouwd als een concretisering van de onderzoeksproblematiek.

Eens we een idee hebben van het algemene plaatje, scharen we ons achter de centrale assumptie van

multi-dimensionele acculturatiemodellen: acculturatie is domein specifiek. Hoewel er in theoretisch

opzicht reeds heel wat debat bestaat over het multi-dimensionele karakter van acculturatie, blijft het

aantal empirische studies naar deze theoretische inzichten beperkt (Weigers & Sherraden, 2001).

Page 8: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

4

Afzonderlijke analyses dringen zich op voor verschillende levensdomeinen. In dit onderzoek wordt er

een onderscheid gemaakt tussen culturele gedragingen en genderopvattingen. Het eerst genoemde

domein refereert naar datgene wat Van Oudenhove en collega’s (2006) bestempelen als oppervlakkige

cultuurdomeinen, het laatst genoemde naar wat zij benoemen als diepgewortelde waarden en normen.

Gendernormen zijn intrinsiek verbonden aan iedere cultuur en worden vaak beschouwd als de meest

fundamentele breuklijn tussen culturen (Inglehart & Norris, 2003; Röder, 2014). Voor beide

levensdomeinen wordt het acculturatieproces nader bestudeerd, met een specifieke aandacht voor

predictoren die gerelateerd zijn aan veranderingsprocessen.

Concreet luidt de tweede onderzoeksvraag: oefenen lengte van residentie, de leeftijd bij aankomst, het

opleidingsniveau, de economische status, herkomst en machtsverhoudingen tussen partners een

invloed uit op beide acculturatiedomeinen? Deze onderzoeksvraag laat een systematische vergelijking

toe tussen de twee acculturatiemodellen. Hoe is acculturatie gerelateerd aan het aanpassingsproces in

elk van beide domeinen? Welke predictoren spelen hierbij een rol? Het innovatieve karakter van deze

onderzoeksvraag blijft niet beperkt tot de erkenning van domeinspecificiteit, maar omvat ook de

uitvoerige bespreking van de genderdeterminant. Daarbij vat het gender op als een relationeel en

machtsgeladen begrip. We bekijken de invloed van structurele en culturele condities die vorm geven

aan patriarchale genderverhoudingen. Op die manier kan dit onderzoek ook gesitueerd worden binnen

gender- en diversiteitsstudies.

De literatuurstudie wordt als volgt opgebouwd. Allereerst wordt in het onderdeel

‘achtergrondinformatie’ het onderscheid tussen de verschillende vluchtelingenstatuten behandeld. Een

tweede paragraaf behandelt de keuze voor Afghaanse en Iraanse vluchtelingen. In het theoretische luik

wordt er nader ingegaan op de begrippen acculturatie en acculturatiestrategieën. Hierbij wordt er

aandacht besteed aan de evolutie in de theoretische acculturatiemodellen, alsook aan de ‘moderating

factors’ die Berry naar voor schuift. Zoals vermeld, wordt er een meer uitgebreide beschrijving

gegeven van gender als machtsgeladen predictor.

2. LITERATUURSTUDIE EN HYPOTHESEN

Achtergrond informatie

2.1. Erkende vluchtelingen vs. subsidiair beschermden

Wie in aanmerking komt om erkend te worden als vluchteling, wordt gedefinieerd door het verdrag

van Genève, de hoeksteen ter bescherming van vluchtelingen (Sainz-Pardo, 2002). Artikel 1 A, No. 2

omschrijft een vluchteling aan wie asiel moet worden verleend als volgt:

Page 9: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

5

“ Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het

behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land

waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van

bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het

land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van

bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren (UNHCR, 2005) .”

België behoort tot één van de 150 landen die het Vluchtelingenverdrag heeft ondertekend. Dit

impliceert dat tijdens de asielprocedure de nodige instanties het verhaal van de asielzoeker toetsen aan

de voorwaarden van het verdrag (Kruispunt migratie-integratie, 2013b; Vluchtelingenwerk

Vlaanderen, 2013). Het Commissariaat-generaal neemt de eigenlijke beslissing. Het kan de asielzoeker

erkennen als vluchteling, het subsidiaire beschermingsstatuut toekennen of de asielaanvraag afwijzen

(Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen, 2011b; Fedasil, 2013; IBZ, 2013;

Kruispunt migratie-integratie, 2013a; Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2013). Wie niet onder de

voorwaarden van de Conventie van Genève valt, maar toch nood heeft aan bescherming, krijgt in

België een subsidiair beschermingsstatuut (Dienst Rechtsbescherming Foyer, 2013).

De Belgische wetgeving hanteert een ruimere definitie van het subsidiaire beschermingsstatuut dan de

EU-richtlijnen (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2008). Artikel 48/4 VW kent het subsidiaire

beschermingsstatuut toe als er sprake is van ‘een reëel risico voor ernstige schade in geval van

terugkeer naar het land van herkomst’. Ernstige schade kan bestaan uit: doodstraf of executie,

onmenselijke of vernederende behandeling, bestraffing in het land van herkomst of ernstige bedreiging

van het leven als gevolg van willekeurig geweld in geval van gewapend conflict (Dienst

Rechtsbescherming Foyer, 2013). Een vluchtelingenstatuut verleent toegang tot een verblijf van

onbeperkte duur, een subsidiair beschermingsstatuut tot een verblijf van beperkte duur. Echter, na een

periode van 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van de asielaanvraag, wordt het recht op een tijdelijk

verblijf omgezet in het recht op een definitief verblijf (Kruispunt migratie-integratie, 2013c). Personen

met een vluchtelingenstatuut of een subsidiair beschermingsstatuut vallen onder de Belgische

wetgeving, mogen in België werken en verblijven, kunnen vrij reizen in de Shengenlanden, zijn in de

mogelijkheid om gezinshereniging aan te vragen, alsook de naturalisatieprocedure (Commissariaat-

generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen, 2013).

In dit onderzoek wordt ervoor geopteerd enkel vrouwelijke vluchtelingen met een vluchtelingenstatuut

of een subsidiair beschermingsstatuut op te nemen in de steekproef. Asielzoekers die nog in procedure

zijn, worden uit de analyse geweerd. We verwachten immers dat er tijdens de asielprocedure bepaalde

dynamieken (bv. onzekerheid) aanwezig zijn, die verdwijnen eens de vluchteling een bepaald statuut

heeft. Bovendien geniet een erkend vluchteling of een vluchteling met een subsidiair

Page 10: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

6

beschermingsstatuut verschillende rechten (cf. supra) waarop vluchtelingen in asielprocedure geen

aanspraak kunnen maken.

2.2. Afghaanse en Iraanse vluchtelingen: verantwoording van de keuze

Iran en Afghanistan kennen beide een woelige geschiedenis waarin verschillende regimes elkaar

opvolgden. Sinds de revolutie van 1979 vormt Iran een Islamitische Republiek. Na de afzetting van de

sjah wisselden liberale en conservatieve periodes elkaar af. Vooral gedurende de conservatieve

periodes namen vele Iraniërs de beslissing hun land te ontvluchten uit vrees voor de repressieve

beleidsvoering. Bekeerlingen, homoseksuelen en opposanten lopen gevaar (Ministerie van

Buitenlandse Zaken, 2011; Vluchtelingenwerk Nederland, 2014b). In Afghanistan heerst al decennia

lang oorlog. Heel wat Afghanen zijn de oorlog ontvlucht: aanvankelijk uit angst voor het

communistisch regime, twintig jaar later uit angst voor de Taliban. Ongeveer 2,7 miljoen mensen,

ofwel een kwart van alle vluchtelingen, zijn afkomstig uit Afghanistan (Vluchtelingenwerk Nederland,

2014a; Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2014).

De Iraanse en Afghaanse geschiedenis is er met andere woorden één van geweld en repressie, wat

ertoe heeft geleid dat er wereldwijd een groot aantal Iraanse en Afghaanse vluchtelingen leven. Zo ook

in België. Het CGVS registreerde in 2013 1.327 asielaanvragen van Afghanen en 350 asielaanvragen

van Iraniërs (Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen, 2014b). Het grote

aandeel van Afghanen en Iraniërs onder de asielaanvragen is een eerste verantwoording om de

onderzoeksgroep te herleiden tot deze specifieke vluchtelingengroepen. Vele Afghanen maken

bovendien een tussenstop in Iran, vooraleer ze hun vlucht voortzetten naar een Europees

bestemmingsland (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2014).

Een tweede, praktische reden kan worden aangehaald: het merendeel van de Afghaanse en Iraanse

bevolking spreekt Perzisch. Verschillen tussen respectievelijk ‘het Dari’ en ‘het Farsi’ zijn min of

meer vergelijkbaar met de verschillen tussen het Nederlands in België en Nederland

(Vluchtelingenwerk Nederland, 2014b; Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2014). Dit heeft als voordeel

dat de enquête slechts eenmalig moet worden vertaald, maar tegelijkertijd toch begrepen kan worden

door de meeste respondenten. Een laatste rede is dat deze onderzoeksgroep zich uitstekend leent om de

invloed van genderverhoudingen na te gaan, daar deze behoren tot wat Caldwell (1982) omschrijft als

de ‘patriarchal belt’.

Theoretisch luik

2.3. Acculturatie en acculturatiestrategieën

Acculturatie behelst de vraag in welke mate maatschappelijke veranderingsprocessen optreden

wanneer verschillende etnische culturele groepen blijvend met elkaar samenleven (Vanbeselaere,

Page 11: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

7

Meeus, & Boen, 2007). Veranderingsprocessen treden dus zowel op bij de minderheidsgroep als bij de

meerderheidsgroep. In wat volgt, wordt echter enkel aandacht besteed aan de acculturatiehoudingen

van etnische minderheden.

2.3.1. Het uni-dimensionele model

Aanvankelijk werd acculturatie benaderd vanuit een uni-dimensioneel model, waarbij cultuurbehoud

en culturele aanpassing elkaars tegenpolen waren (Arends-Tóth & van de Vijver, 2001). Hierbij ging

men ervan uit dat een toenemende oriëntering naar de gastcultuur gepaard gaat met een toenemende

afstand van de eigen oorspronkelijke cultuur. Het klassieke voorbeeld van een uni-dimensioneel

benaderingsmodel is de assimilatietheorie van Gordon (1964). Hij voerde onderzoek naar het sociale,

culturele en psychische acculturatieproces van etnische groeperingen in Amerika. Daarbij kwam hij tot

de conclusie dat tijd een cruciale factor is: etnische minderheden zullen vanzelf hun eigen culturele

karakter verliezen naarmate een langer verblijf in het gastland.

2.3.2. Het bi-dimensionele model

De uni-dimensionele benadering van acculturatie wordt vandaag de dag sterk betwijfeld.

Wetenschappers (Celano & Tyler, 1991; Cortes et al., 2003; Jasinskaja-Lahti, Liebkind, Horenczyk, &

Schmitz, 2003; Berry, 2005) gaan er alsmaar meer van uit dat het acculturatieproces langs twee

verschillende dimensies verloopt: de gerichtheid op de eigen cultuur is onafhankelijk van de

gerichtheid op de cultuur van het gastland.

Het meest bekende bi-dimensionele acculturatiemodel is het model van Berry (1989; 1997). Volgens

Berry resulteren de posities die een migrant inneemt op de onafhankelijke dimensies in vier

acculturatieprofielen. Het eerste profiel, integratie genaamd, treedt op wanneer migranten zowel

cultuurbehoud als aanpassing nastreven. Het tweede profiel, assimilatie, duidt op een waardering voor

de gastcultuur en het vermijden van de eigen cultuur. Het derde profiel, separatie, kan diametraal

tegenover het assimilatieprofiel worden geplaatst. Er is een sterke drang tot het behoud van de eigen

cultuur, terwijl de gastcultuur zoveel mogelijk wordt gemeden. Het laatste profiel, marginalisatie,

wordt gehanteerd wanneer een individu noch belang hecht aan cultuurbehoud, noch aan culturele

aanpassing.

Wetenschappelijk onderzoek (Berry, 1997; Phinney, Madden, & Santos, 1998; Ward & Rana-Deuba,

1999; Berry, 2005; Berry & Sabatier, 2010) heeft aangetoond dat integratie de meest succesvolle

acculturatiestrategie is. Integratie leidt tot het grootste welzijn. Het biedt migranten de mogelijkheid

om hun eigen culturele gewoonten en gebruiken te behouden, maar tegelijkertijd een positieve relatie

op te bouwen met het gastland. Hierbij aansluitend, concludeerden verschillende onderzoekers dat

Page 12: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

8

migranten doorgaans de integratiestrategie prefereren en hanteren (Berry, 1997; Ward & Rana-Deuba,

1999; Nesdale & Mak, 2003; Liu, 2007; Boski, 2008).

Enige nuance is nodig. Een aantal studies (Mace, Atkins, Fletcher, & Carr, 2005; Renzaho, Swinburn,

& Burns, 2008; Lu, Samaratunge, & Hartel, 2012) wijzen op het potentieel van de andere

acculturatiestrategieën. Zo vonden enkelingen (Mace et al., 2005; Lu et al., 2012) dat assimilatie leidt

tot de hoogste werktevredenheid. Eveneens kan het nastreven van cultuurbehoud een aantal voordelen

inhouden. Renzaho en collega’s (2008) moedigen gezondheidsprogramma’s aan die inspelen op

traditionele waarden. Cultuurbehoud is een sterke buffer tegen gezondheidsproblemen, zoals obesitas.

Om een antwoord te bieden op de eerste onderzoeksvraag zal door middel van beschrijvende statistiek

worden nagegaan welke acculturatiestrategieën Iraanse en Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen

hanteren. Door beroep te doen op de midpoint-split en de median-split procedure (Arends-Toth, van de

Vijver, & Poortinga, 2006) zullen respondenten worden toegewezen aan één van de vier

acculturatieprofielen, zoals beschreven door Berry.

Steunend op eerder gevoerd onderzoek – de uitzonderingen niet in acht genomen - kan men

verwachten dat respondenten hoofdzakelijk gebruik maken van de integratiestrategie (H1).

Berry’s (1997) bijdrage tot acculturatieonderzoek blijft niet beperkt tot zijn erkenning van de bi-

dimensionaliteit. Een andere belangrijke bijdrage situeert zich in het onderscheid dat hij maakt tussen

het acculturatieproces op groeps- en individueel niveau. Groepsacculturatie verwijst naar de

veranderingen die optreden binnen de groep wanneer er direct contact is tussen twee groepen. Echter,

niet alle individuen uit eenzelfde groep reageren op een gelijkaardige wijze bij contact met een nieuwe

cultuur. De term ‘psychologische acculturatie’ refereert naar het acculturatieproces op het individuele

niveau. Berry wijst in zijn theorie op een aantal factoren die in sterke mate determinerend zijn voor de

uitkomst van het psychologische acculturatieproces: leeftijd, gender, opleidingsniveau, economische

status, herkomst, reden tot migratie en verwachtingen over het gastland. In het volgende onderdeel

wordt er nader ingegaan op de eerste vijf beïnvloedingsfactoren.

2.3.3. Het multi-dimensionele model

Hoewel vele wetenschappers groot ontzag tonen voor de theoretische bijdrage van Berry, bleef dit

model niet gespaard van enige fundamentele kritiek. Critici (Verkuyten, 1999; Arends-Tóth, 2003;

Van Oudenhoven, Ward, & Masgoret, 2006) menen dat het bi-dimensionele model nog steeds vertrekt

vanuit te simplistische aannames. Het acculturatieproces wordt niet alleen gekenmerkt door

verschillende dimensies, maar ook door diverse levensdomeinen (Ryder et al., 2000; Arends-Tóth,

2003; van de Vijver & Phalet, 2004). De mate waarin een migrant zich oriënteert op de gastcultuur en

de eigen cultuur verschilt naargelang het domein waarbinnen het acculturatieproces optreedt. Er

werden reeds verschillende theoretische benaderingen van de domeinspecificiteit opgesteld. Zo maakt

Page 13: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

9

Arends-Tóth (2003) een onderscheid tussen het publieke en het private domein. In het laatst genoemde

domein speelt cultuurbehoud een veel grotere rol, daar private levenssferen zich onttrekken aan de

verwachtingen en de eisen van de buitenwereld.

Dit onderzoek is echter gebaseerd op de multi-dimensionele aannames van Van Oudenhoven en

collega’s (2006). Zij maken een onderscheid tussen cultuur en culturele identiteit. Cultuur is een

complex construct, opgebouwd uit sociale instituties, taal, gewoonten, tradities en gedeelde

betekenissen. Culturele identiteit refereert daarentegen naar een gevoel van trots en thuishoren bij de

eigen etnische groep. Migranten kunnen zich gemakkelijk cultureel aanpassen, maar zullen daarbij in

mindere mate hun culturele identiteit opgeven. Daar het voordelen inhoudt, zal men zich gedragsmatig

richten op de gastcultuur, maar men behoudt in hoge mate waarden en normen die intrinsiek

verbonden zijn aan de eigen cultuur.

Binnen dit onderzoek wordt het onderscheid tussen cultuur en culturele identiteit geduid aan de hand

van culturele gedragingen (taal, tradities, festiviteiten…) en genderopvattingen. Analoog met Van

Oudenhove en collega’s (2006) veronderstellen we dat enkel het acculturatieproces in het eerste

domein tijdsafhankelijk is. We formuleren een tweede hypothese:

We verwachten dat lengte van residentie een positieve invloed uitoefent op culturele

gedragingen, maar geen effect heeft op genderopvattingen. Anders gesteld, een langere

residentie binnen de ontvangende samenleving resulteert in een grotere gedragsmatige

gerichtheid op de gastcultuur, maar heeft geen weerslag op de attitudes met betrekking tot het

gendergelijkheidsideaal (H2).

2.4. Moderating factors

Naast lengte van residentie onderzoeken we het belang van individuele beïnvloedingsfactoren voor

beide domeinen. We hebben aandacht voor vijf ‘moderating factors’ die aangehaald worden door

Berry (1997): leeftijd, opleidingsniveau, economische status, herkomst en gender. We vertrekken

daarbij vanuit gelijkluidende hypothesen voor beide levensdomeinen. De mate waarin deze bevestigd

worden, moet inzicht bieden in de manier waarop acculturatie gerelateerd is aan

veranderingsprocessen in elk van de domeinen. Welke predictoren spelen hier een cruciale rol? Zijn er

verschillen in hun beïnvloedingskracht tussen de twee domeinen?

In eerste instantie bespreekt Berry (1997) het belang van leeftijd bij aankomst. Migranten die op

jongere leeftijd aankomen in het gastland zullen gemakkelijk de culturele waarden en gedragingen

overnemen van het gastland. Oudere migranten hebben daarentegen hun gehele leven doorgebracht in

één culturele setting, wat leidt tot aanpassingsproblemen eens ze in een nieuwe culturele omgeving

terechtkomen. Dit werd empirisch bevestigd (Kuo & Roysircar, 2004; Bleakley & Chin, 2010; Beck,

Corak, & Tienda, 2012; Mori & Calder, 2013): kinderen beschikken over grotere

Page 14: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

10

aanpassingscapaciteiten dan volwassenen. Zij worden gesocialiseerd in de culturele hoofdstroom van

het gastland door toedoen van de school en vriendschapsnetwerken (Gong, Takeuchi, Agbayani-

Siewert, & Tacata, 2003). Op basis hiervan kan volgende hypothese worden gepostuleerd:

We verwachten dat leeftijd bij aankomst een negatieve invloed uitoefent op zowel culturele

gedragingen als genderopvattingen. Anders gesteld, een jongere leeftijd bij aankomst

resulteert in een grotere gedragsmatige gerichtheid op de gastcultuur en in meer gender

egalitaire opvattingen (H3).

Het opleidingsniveau en de economische status zijn aan elkaar gerelateerde beïnvloedingsfactoren,

toch dienen ze apart behandeld te worden. Migranten en vluchtelingen die een opleiding genoten

hebben, zien dit zelden weerspiegeld in hun economische status, getuige hiervan de hoge

werkloosheidscijfers onder deze populatie (VDAB, 2012). We formuleren dan ook twee afzonderlijke

hypothesen:

We verwachten dat het opleidingsniveau en de economische status een positieve invloed

uitoefenen op zowel culturele gedragingen als genderopvattingen. Anders gesteld, een hoger

opleidingsniveau (H4) en een hogere beroepsklasse (H5) resulteren in een grotere

gedragsmatige oriëntatie naar de gastcultuur en meer gender egalitaire opvattingen.

Volgens Berry beschikken mensen met een hoger opleidingsniveau en economische status over een

grotere aanpassingscapaciteit. Formele scholing verrijkt mensen met een probleemoplossend

vermogen, waardoor ze inzien dat culturele aanpassing de meeste voordelen oplevert (Berry, 1997;

Phinney & Flores, 2002). Economische tewerkstelling zorgt ervoor dat migranten een ondersteunend

netwerk kunnen uitbouwen. Contact met en steun van mensen uit de gastcultuur vergroot de

waarschijnlijkheid van culturele aanpassing (Berry, 1997; Fuglerud & Engebrigtsen, 2006; Choi &

Thomas, 2009) .

Daarnaast beschouwt Berry (1997) herkomst als een belangrijke beïnvloedingsfactor, meer concreet in

de vorm van culturele afstand. Hoe groter de culturele afstand tussen het land van herkomst en het

gastland, hoe moeilijker het aanpassingsproces zal verlopen. In dit onderzoek gaan we ervan uit dat

Iran cultureel dichter aanleunt bij België dan Afghanistan. Hiervoor beroepen we ons op verschillende

indicatoren2. De zesde hypothese luidt dan ook:

We verwachten dat Iraanse vrouwen zich meer oriënteren op de gastcultuur, zowel in hun

culturele gedragingen als in hun genderopvattingen dan Afghaanse vrouwen (H6).

2 Een eerste indicator is de zgn. ’Gender Empowerment Measure’, een maatstaaf voor genderverschillen binnen

een land. België neemt de 17de

plaats in op de ranglijst, Iran de 76ste

en Afghanistan de 175ste

. Bovendien is een

groot aandeel onder de Iraanse vluchtelingen christen en hoger opgeleid, dit in tegenstelling tot Afghaanse

vluchtelingen. Ze zijn gevlucht uit angst voor represailles omwille van hun godsdienstige afvalligheid, alsook

omwille van het gebrek aan respect voor het principe van de vrije meningsuiting (Vluchtelingenwerk Nederland,

2014b).

Page 15: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

11

Tot slot bespreken we meer uitgebreid de genderdeterminant. Berry (1997) stelt dat vrouwen grotere

problemen ervaren tijdens het acculturatieproces dan mannen. Ter verklaring verwijst hij naar de

verschillen in gendercontext tussen het land van herkomst en het gastland: migranten komen terecht in

een samenleving waar gendergelijkheid niet alleen formeel, maar ook in praktijk sterk aanwezig is. Dit

vergt een grote aanpassing van vrouwen die opgegroeid zijn in patriarchale culturen.

Hoewel bijna alle landen patriarchaal georganiseerd zijn, zijn patriarchale ideologische denkkaders in

sommige landen dieper ingebed dan in andere. Afghanistan en Iran behoren tot wat Caldwell (1982)

omschrijft als ‘the patriarchal belt’. Dit gebied strekt zich uit van Noord-Afrika, naar het islamgerichte

Midden-Oosten (niet-Arabische Turkije en Iran) tot Zuid- en Oost-Azië (Pakistan, Afghanistan,

Noord-Indië en ruraal China) (Federal research division, 2005). Een patriarchale samenleving wordt

gekenmerkt door de autoritaire positie van de man en de lage geletterdheid, scholingsgraad en

arbeidsparticipatie onder vrouwen. Bovendien zijn vrouwen onderworpen aan een sterke sociale

controle en onderdanigheid door middel van restrictieve gedragscodes, daar zij verantwoordelijk

worden geacht voor de instandhouding van de familie-eer.

Deze studie moet echter waken voor een te essentialistische visie. Etnografisch onderzoek (Rostami-

Povey, 2001; Rostami-Povey, 2007) heeft aangetoond dat vrouwen in patriarchale culturen eveneens

creatieve wezens zijn, alsook hun eigen machtsbronnen hebben. Toch kan worden aangenomen dat

huishoudens afkomstig uit ‘the patriarchal belt’ gekenmerkt worden door een grote man-vrouw

ongelijkheid. Het betreft hier een ongelijke machtsbalans die grotendeels blijft voortbestaan na het

migratieproces. Foner (1997), een vooraanstaand sociologe binnen gender- en migratiestudies, geeft

een nadere verklaring.

Foner (1997) erkent dat migrantenfamilies niet enkel een bron vormen van steun, maar ook een sociale

ruimte waarbinnen conflict plaatsvindt en ongelijkheden worden gereproduceerd. Haar interesse gaat

voornamelijk uit naar de vraag hoe, in welke mate en waarom familieverbanden en

genderverhoudingen wijzigen tijdens het migratieproces. Daarbij vat ze de familie op als een plaats

waarbinnen een dynamische interactie optreedt tussen structuur, cultuur en agency. Het

familiegebeuren van migranten wordt enerzijds bepaald door de regels en de condities van het

gastland, maar anderzijds kunnen migranten niet worden beschouwd als passieve wezens die

gedachteloos volgen wat hen opgedragen wordt. Ze zijn daarentegen creatief en definiëren zelf in

grote mate hun familiaal bestaan. Daarbij steunen ze op culturele referentiekaders en normen van hun

geboorteland. Migranten- en vluchtelingenfamilies leven naar hun eigen versie van het traditionele,

patriarchale bestaan (Hondagneu-Sotelo, 1994; Pessar, in: Foner, 1997).

Vrouwen ervaren bijgevolg binnen de ontvangende samenleving een tweestrijd tussen het nieuwe

culturele ideaal van gendergelijkheid en de belemmerende structurele en culturele machtscondities

Page 16: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

12

binnenshuis. Een dergelijke spanning veroorzaakt bij vrouwen acculturatieve stress, wat culturele

aanpassing verhindert (Berry, 1997; Valenta, 2009).

Hoewel Berry (1997) zijn verklaring baseert op het machtsgeladen genderbegrip, blijft zijn

operationalisering beperkt tot de dichomotome opdeling ‘man versus vrouw’. In dit onderzoek wordt

gender echter relationeel geoperationaliseerd. We hanteren een machtsindex die verschillende

structurele en culturele condities omvat. Een laatste hypothese vertrekt vanuit de idee dat patriarchale

machtsrelaties de culturele oriëntatie naar het gastland afremmen. Deze luidt:

We verwachten dat patriarchale machtsbalansen een negatieve invloed uitoefenen op zowel

culturele gedragingen als op genderopvattingen. Anders gesteld, een betere positie van de

vrouw binnenshuis resulteert in een grotere gedragsmatige oriëntatie naar de gastcultuur en

meer gender egalitaire opvattingen (H7).

3. DATA EN METHODEN

3.1. Data

Om bovenstaande hypothesen te testen, wordt gebruik gemaakt van een eigen opgestelde dataset. De

dataverzameling vond plaats gedurende de maanden januari tot en met april. Er werd een survey

opgesteld, die kan worden opgedeeld in vier grote luiken. In het eerste luik wordt algemene informatie

bevraagd over de respondent en haar partner. Het tweede luik peilt naar een aantal gegevens enkel van

de respondent zelf. Het derde luik bevraagt stereotype rolverdelingen en de betrokkenheid van de

vrouw in beslissingsprocessen. Het vierde en laatste luik peilt naar het eigenlijke acculturatieproces.

De survey werd vertaald naar het Frans en het Perzisch en werd getest door een Iraakse en Syrische3

vluchtelinge, die werden gecontacteerd via het opleidingscentrum PCVO Wetteren. Deze testfase

maakte duidelijk dat de opbouw van de enquête moest worden bijgesteld.

De selectie van de respondenten gebeurde op basis van verschillende criteria. Alle respondenten waren

(1) van het vrouwelijke geslacht, (2) ouder dan 21 jaar, (3) geboren in Afghanistan of Iran, (4)

woonachtig in Vlaanderen of Brussel en (5) erkend als vluchteling of in het bezit van een subsidiair

beschermingsstatuut. Potentiële respondenten werden op verschillende manieren benaderd. Eén

respondent behoorde tot het eigen sociaal netwerk. Andere respondenten werden gecontacteerd met

behulp van culturele organisaties, religieuze organisaties, mensen uit eigen sociaal netwerk en

overheidsinstanties (zoals OCMW’s, inburgeringsdiensten…)4. Aan reeds bevraagde respondenten

werd tevens de vraag gesteld of ze kennissen hadden die mogelijks in aanmerking kwamen om de

enquête in te vullen. De enquêtes werden verzonden per mail, per post (inclusief een gefrankeerde

3 Daar ik alle Iraanse en Afghaanse vrouwen wou opsparen voor de eigenlijke dataverzameling.

4 In de appendix vindt u een overzicht van organisaties en instanties die mogelijke respondenten hebben

gecontacteerd.

Page 17: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

13

enveloppe) of werden door mezelf overhandigd. In totaal hebben 124 vrouwelijke vluchtelingen de

enquête ingevuld, waarvan 2 respondenten uit de analyse werden geweerd omdat ze nog in

asielprocedure waren 5. De respondenten waren tussen de 22 en 66 jaar oud, met een gemiddelde

leeftijd van 38 jaar.

3.2. Onderzoeksdesign en methode

De analyse is opgedeeld in twee delen. In het beschrijvende gedeelte worden respondenten door

middel van de midpoint-split en median-split procedure toegekend aan één van de vier

acculturatieprofielen (H1). In een tweede onderdeel worden twee meervoudige regressieanalyses

uitgevoerd om mogelijke determinanten van aanpassingen in culturele gedragingen en

genderopvattingen op te sporen (H2 – H6). Beide analyses zijn opgebouwd uit twee modellen. In het

eerste model wordt de invloed nagegaan van de hoofdvariabelen. In het tweede model worden de

controlevariabelen toegevoegd. Er wordt getoetst op het 90%-significantieniveau, daar we te maken

hebben met een kleine steekproef. Een bespreking van de assumpties kan teruggevonden worden in de

appendix.

3.3. Operationalisering

Bij het operationaliseren van de variabelen wordt ervoor gekozen het aantal categorieën per variabele

te herleiden tot een aanvaardbaar minimumaantal. Een dergelijke operationalisering laat toe dat er zich

– ondanks de beperkte steekproefomvang – voldoende eenheden bevinden in iedere categorie.

- Beschrijvend luik:

We maken gebruik van de Gentse acculturatie schaal (Groenvynck, Beirens, Arends-Toth, &

Fontaine), weliswaar in een aangepaste vorm: waar in de oorspronkelijke versie de

Turkse/Marokkaanse cultuur vernoemd werd, wordt nu ruimte gelaten om de eigen oorspronkelijke

cultuur in te vullen. Dit instrument vertrekt vanuit het bi-dimensionele model van Berry en maakt

gebruik van een ‘two-statement’-methode. Het bevraagt twee dimensies: de mate van behoud en de

mate van aanpassing. De mate van behoud omvat 10 items omtrent kennis en gedragingen met

betrekking tot de eigen oorspronkelijke cultuur, zoals ‘ik ken de cultuur en de tradities van

Afghanistan goed’. De mate van aanpassing bevat 10 items omtrent kennis en gedragingen met

betrekking tot de Vlaamse cultuur, zoals ‘ik ken de cultuur en de tradities van Vlaanderen goed’. Alle

vragen kunnen beantwoord worden aan de hand van een 6-punten Likertschaal, gaande van ‘helemaal

niet eens’ tot ‘helemaal eens’. Beide dimensies van de schaal leverden een matige tot hoge interne

5 Het is moeilijk om een eenduidig antwoord te geven op de vraag hoeveel de totale responsgraad bedraagt. Vaak

had ik geen zicht op hoeveel vluchtelingen door de organisaties benaderd werden met de vraag om deel te

nemen.

Page 18: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

14

consistentie op (Chronbach’s αbehoud = 0.672, Chronbach’s αaanpassing =0.885). 3 respondenten worden

niet toegewezen aan een acculturatieprofiel, daar ze minder dan 10 vragen hebben beantwoord.

Factoranalyse doet vermoeden dat de twintig items van de Gentse acculturatieschaal niet kunnen

gereduceerd worden tot twee, maar wel tot zes dimensies (zie appendix: Tabel 3). Echter, in dit

beschrijvende gedeelte beroepen we ons op de validiteit van de schaal die eerder zowel exploratief als

confirmatorisch werd bevestigd (Groenvynck et al., 2014). In tegenstelling tot de reducerende regels

die we in de analyse hanteren, vertrekken we in het beschrijvende luik van de aanname dat het

acculturatieproces complexer is dan wat de factoranalyse doet vermoeden.

- Analyse:

3.3.1. Afhankelijke variabelen

Culturele gedragingen. Zoals hierboven gesteld, toont de factoranalyse aan dat er binnen dit

onderzoek sprake is van zes onderliggende dimensies in de acculturatieschaal. Items waarvan niet

duidelijk was tot welke factor ze effectief behoorden, werden stapsgewijs uit de analyse verwijderd.

De eerste factor wordt weerhouden als de ‘culturele gedragsschaal’ (Chronbach’s α = 0.897) (zie

appendix: Tabel 5) en meet het gemiddelde over negen items heen. Als er voor meer dan 5 items

informatie ontbrak, werd de respondent uit de analyse geweerd. In totaal werd een score toegekend

aan 120 respondenten. Waarden op deze eerste afhankelijke variabele variëren tussen 1,33 en 5,89,

waarbij een lage score overeenstemt met ‘ gedragsmatig weinig aangepast aan de gastcultuur’ en een

hoge score met ‘gedragsmatig sterk aangepast aan de gastcultuur’.

Genderopvattingen. Metrische variabele, nagegaan door middel van een zelf opgestelde 6-punten

Likertschaal, gaande van ‘helemaal niet eens’ tot ‘helemaal eens’. Aan de respondenten werd

gevraagd tien stellingen te beantwoorden die peilden naar genderopvattingen. Op basis van de

factoranalyse werden acht stellingen weerhouden om deze schaal aan te maken (zie appendix: Tabel

4). Deze meet het gemiddelde over de acht variabelen heen en heeft een hoge interne consistentie

(Chronbach’s α = 0,841). Als er voor meer dan 4 items informatie ontbrak, werd de respondent uit de

analyse geweerd. De scores op deze schaal variëren tussen 1 en 5,75, waarbij een lage score

overeenstemt met ‘sterk egalitaire genderopvattingen’ en een hoge score met ‘weinig egalitaire

genderopvattingen’.

3.3.2. Onafhankelijke variabelen

Lengte van residentie. Metrische variabele, berekend aan de hand van jaar van aankomst in België.

Deze variabele varieert tussen 0 en 27.

Leeftijd bij aankomst. Metrische variabele, berekend aan de hand van het jaar van aankomst in

België en het geboortejaar van de respondent. Deze variabele neemt een waarde aan tussen 10 en 62.

Page 19: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

15

Opleidingsniveau. Categorische variabele, met 3 categorieën (1) Geen/lager onderwijs, (2)

Secundair onderwijs en (3) Hoger/universitair onderwijs. De eerste categorie wordt opgenomen als

referentiegroep.

Sociaal economische status. Categorische variabele, met 3 categorieën (1) Niet tewerkgesteld, (2)

Arbeidersklasse (arbeider, hulp), (3) Hogere klasse (bediende, onderwijs, zelfstandige en vrij beroep).

De eerste categorie wordt opgenomen als referentiegroep.

Herkomst. Categorische variabele, met 2 categorieën (1) Afghanistan en (2) Iran.

Index machtsverschillen. Metrische variabele, berekend als de som van 6 verschillende indicatoren

die structurele en culturele condities meten van machtsverschillen tussen partners. Een dergelijke

meervoudige operationalisering maakt de variabele ‘genderverhoudingen’ tot een krachtigere

predictor. Iedere indicator werd gehercodeerd naar drie categorieën: (0) man bevindt zich in een betere

positie, (1) man en vrouw bevinden zich in een gelijke positie en (2) vrouw bevindt zich in een betere

positie. De uiteindelijke index neemt een waarde aan tussen 0 en 12, waarbij een waarde lager dan 6

duidt op een machtsbalans in het voordeel van de man en een waarde groter dan 6 duidt op een

machtsbalans in het voordeel van de vrouw. Deze index werd berekend voor 96 respondenten. De

overige respondenten gaven aan dat ze ofwel geen relatie hadden, ofwel hun partner overleden was,

ofwel nog in land van herkomst verbleef. Hieronder volgt een bespreking van de 6 gehanteerde

indicatoren.

- Vruchtbaarheid. Aanvankelijk gemeten als een metrische variabele die verwijst naar het

aantal kinderen dat een respondent heeft samen met haar partner. Deze variabele neemt een

waarde aan tussen 0 en 6, met een gemiddelde van 2,10 en een standaardafwijking van 4,43.

In een volgende stap werd deze variabele gehercodeerd naar drie categorieën. Daartoe werd

gebruikt gemaakt van 2 cut-off waarden: 1,80, verwijzend naar de gemiddelde

vruchtbaarheidsgraad in België en 2,10, verwijzend naar de gemiddelde vruchtbaarheidsgraad

binnen de steekproef. Respondenten met een score gelijk aan of hoger dan de tweede

drempelwaarde werden toegewezen aan de eerste categorie (24,6%), respondenten met een

score tussen beide drempelwaarden aan de tweede categorie (23,0%) en respondenten met een

score gelijk aan of lager dan de eerste drempelwaarde aan de derde categorie (27,0%).

- Verschil in economische status. Categorische variabele, aangemaakt als het verschil in

tewerkstellingsniveau tussen de echtgenoot van de respondent en de respondent zelf. Daartoe

werd eerst het individuele tewerkstellingsniveau, zowel van de respondent zelf als van de

partner, herleid tot 4 categorieën: (1) Niet tewerkgesteld, (2) Arbeidersklasse (arbeider, hulp),

(3) Middenklasse (bediende, onderwijs) en (4) Hogere klasse (zelfstandige, vrij beroep). Het

eigenlijke verschil in tewerkstellingsniveau betreft 3 categorieën: (0) Man hoger

tewerkgesteld, wat refereert aan een betere positie van de man (27,0%), (1) Gelijk

Page 20: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

16

tewerkstellingsniveau (incl. beide niet tewerkgesteld zijn), wat refereert aan een gelijke positie

(47,0%) en (3) Vrouw hoger tewerkgesteld dan de man, wat refereert aan een betere positie

van de vrouw (14,0%).

- Verschil in opleidingsniveau. Categorische variabele, aangemaakt als het verschil in

opleidingsniveau tussen de echtgenoot van de respondent en de respondent zelf. Het

individuele opleidingsniveau betreft 5 categorieën: (1) Geen onderwijs, (2) Lager onderwijs,

(3) Secundair onderwijs, (4) Hoger onderwijs en (5) Universitair onderwijs. Het eigenlijke

verschil in opleidingsniveau betreft 3 categorieën: (0) Man hoger opgeleid, wat refereert aan

een betere positie van de man (20,0%), (2) Gelijk opleidingsniveau (incl. beide niet opgeleid),

wat refereert aan een gelijke positie (45,0%) en (3) Vrouw hoger opgeleid dan de man

(11,0%), wat refereert aan een betere positie van de vrouw.

- Leeftijdsverschil. Metrische variabele, aangemaakt als het verschil in voldragen jaren tussen

de echtgenoot van de respondent en de respondent zelf. Aanvankelijk varieerde deze variabele

tussen – 6 en 15. Op basis hiervan werd een nieuwe variabele aangemaakt met een range van 0

tot 21. Waarbij waarde 0 duidt op een 6-jaar oudere respondent, 6 impliceert dat de respondent

en haar partner even oud zijn en 12 verwijst naar een 6-jaar oudere partner. Deze variabele

heeft een gemiddelde van 10,43 en een standaardafwijking van 4,45. Respondenten met een

score hoger dan 6 werden toegewezen aan de eerste categorie (63,9%), respondenten met een

score gelijk aan 6 aan de tweede categorie (6,6%) en respondenten met een score lager dan 6

aan de derde categorie (7,4%).

- Beslissingsmacht. Metrische variabele, aanvankelijk nagegaan door middel van een zelf

opgestelde 5-punten Likertschaal, gaande van ‘altijd ikzelf’ tot ‘altijd mijn partner’. Een zesde

categorie ‘niet van toepassing’ werd toegevoegd. Aan de respondenten werd gevraagd aan te

geven wie van beiden beslissingen neemt inzake 8 verschillende situaties. Na het uitvoeren

van een factoranalyse (zie appendix: Tabel 6) worden 6 items weerhouden om een schaal

(Chronbach’s α = 0,773) te construeren die het gemiddelde meet over deze items heen.

Respondenten die op minder dan de helft van de items een antwoord gaven, worden uit de

analyse geweerd. De variabele neemt een waarde aan tussen 1 en 5, met een gemiddelde van

2,98 en een standaardafwijking van 0,64. Een lage score betekent dat de respondent veel

beslissingsmacht heeft, een hoge score betekent dat de respondent weinig beslissingsmacht

heeft. Op basis hiervan werd een categorische variabele aangemaakt, waarbij respondenten

met een waarde hoger dan 3 werden toegewezen aan de eerste categorie (28,0%),

respondenten met een waarde gelijk aan 3 aan de tweede categorie (34,0%) en respondenten

met waarde lager dan 3 aan de laatste categorie (34,0%).

Page 21: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

17

- Traditionele rolverdeling. Metrische variabele, aanvankelijk nagegaan door middel van een

zelf opgestelde 5-punten Likertschaal, gaande van ‘altijd ikzelf’ tot ‘altijd mijn partner’. Een

zesde categorie ‘niet van toepassing werd toegevoegd. Aan de respondenten werden 11

verschillende taken voorgelegd, waarbij ze moesten beantwoorden wie van beide deze taak

doorgaans uitvoert. Op basis van de factoranalyse (zie appendix: Tabel 7) worden 6 taken

weerhouden om een schaal (Chronbach’s α = 0,896) te construeren die het gemiddelde meet

over deze items heen. Respondenten die op minder dan de helft van de items een antwoord

gaven, worden uit de analyse geweerd. De waarden op deze variabele variëren tussen 1en 5,

met een gemiddelde van 1,96 en een standaardafwijking van 0,85. Een lage score betekent dat

de respondent in sterke mate de traditionele rollen opneemt, een hoge score slechts in beperkte

mate. Op basis hiervan werd een categorische variabele aangemaakt, waarbij respondenten

met een waarde lager dan 3 werden toegewezen aan de eerste categorie (77,0%), respondenten

met een waarde gelijk aan 3 aan de tweede categorie (5,0%) en respondenten met een waarde

hoger dan 3 aan de laatste categorie (6,0%).

3.3.3. Controlevariabelen

Om een zo nauwkeurig mogelijk antwoord te geven op de tweede onderzoeksvraag, worden

verschillende controlevariabelen opgenomen. Alle controlevariabelen worden binnen

acculturatiestudies (Diehl & Schnell, 2006; Diehl, Koenig, & Ruckdeschel, 2009; Fleischmann, 2010;

Röder, 2014) aangehaald als mogelijke determinanten. Onderzoek (Röder, 2014) heeft aangetoond dat

het acculturatieproces van moslims verschilt van niet-moslims. Het integratieproces kan bovendien

worden ontmoedigd door psychologische stress, waar gepercipieerde discriminatie en subjectieve

tevredenheid indicatoren van zijn (Diehl et al., 2009). Het ervaren van discriminatie en een

afwezigheid van sociale mobiliteit kan bijdragen tot een teruggrijpen naar de eigen, oorspronkelijke

cultuur.

Religieuze denominatie. Dichotome variabele met de categorieën (0) moslim (1) geen moslim.

Subjectieve tevredenheid. Categorische variabele, aangemaakt op basis van de oorspronkelijke

variabele die 4 verschillende antwoordcategorieën onderscheidt: (1) Heel tevreden, (2) Eerder

tevreden, (3) Eerder niet tevreden en (4) Helemaal niet tevreden. Deze wordt gehercodeerd naar een

dichotome variabele die nagaat of de respondent tevreden is met zijn huidig leven. De eerste twee

antwoordmogelijkheden worden herleid tot waarde 0 ‘ja’, de laatste twee tot waarde 1 ‘neen’.

Gepercipieerde discriminatie. Categorische variabele, aangemaakt op basis van de

oorspronkelijke variabele die 5 verschillende antwoordcategorieën onderscheidt: (1) Bijna dagelijks,

(2) Minimaal 1 x per week, (3) Een aantal keer per maand, (4) Een aantal keer per jaar en (5) Nooit.

Deze wordt gehercodeerd naar een dichotome variabele die nagaat of de respondent reeds

Page 22: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

18

geconfronteerd werd met discriminatie. Hierbij worden de eerste vier antwoordcategorieën herleid tot

waarde 0 ‘ja’ en de laatste tot waarde 1 ‘neen’.

Afkomst. Dichotome variabele met de categorieën (0) Afghanistan en (1) Iran.

Manier van contactopname. Categorische variabele met de categorieën (1) Behoort tot eigen

sociaal netwerk, (2) Via culturele organisaties/overheidsinstantie, (3) Via iemand uit eigen sociaal

netwerk (4) Via andere respondenten, (5) Via religieuze organisaties en (6) Via de sociale media. De

tweede categorie wordt opgenomen als referentiecategorie.

Tabel 1 geeft de beschrijvende statistieken weer.

TABEL 1: BESCHRIJVENDE STATISTIEK

N (%) N (%)

Gem (st. afw.) Gem (st. afw.)

AFHANKELIJKE VARIABELE CONTROLEVARIABELEN

Culturele gedragingen 4,07 (1,11) Religieuze denominatie

Genderopvattingen 3,38 (1,22) Moslim 91 (74,6%)

Niet-moslim 31 (25,4%)

ONAFHANKELIJKE VARIABELE Subjectieve tevredenheid

Lengte van residentie 6,31 (5,16) Ja 112 (91,8%)

Index machtsverschillen 3,96 (1,91) Neen 9 (7,4%)

Leeftijd bij aankomst 31,80 (9,48) Gepercipieerde discriminatie

Herkomst Ja 70 (57,4%)

Afghanistan 62 (50,8%) Neen 48 (39,3%)

Iran 60 (49,2%) Manier van contactopname

SES Eigen sociaal netwerk 1 (0,8%)

Niet tewerkgesteld 86 (70,5%) Culturele organisatie 91 (74,6%)

Arbeidersklasse 19 (15,6%) / overheidsinstantie

Hogere klasse 14 (11,5%) Via iemand uit eigen 3 (2,5%)

Opleidingsniveau sociaal netwerk

Geen/Lager onderwijs 50 (41,0%) Via andere respondent 6 (4,9%)

Secundair onderwijs 14 (11,5%) Religieuze organisatie 18 (4,9%)

Hoger onderwijs 41 (33,6%) Sociale media 3 (2,5%)

N=122

4. RESULTATEN

4.1.Beschrijvend luik: acculturatieprofielen

Om na te gaan tot welk acculturatieprofiel de respondenten behoren, wordt zowel gebruik gemaakt

van een midpoint-split procedure als van een median-split procedure. De eerste techniek categoriseert

de scores van de respondent op beide schalen als hoger of lager dan het schaalmidden (3,5). De laatste

techniek als hoger of lager dan een cutt-off waarde, de mediaan (mCultuurbehoud = 4,60 / mCulturele aanpassing =

Page 23: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

19

4,20) (Arends-Tóth & van de Vijver, 2007). Waar de midpoint-split procedure zich beter leent om

verschillen tussen steekproeven na te gaan, houdt de median-split procedure meer rekening met de

resultaten van de eigen steekproef (Ward & Rana-Deuba, 1999). Omdat de bekomen resultaten sterk

afhankelijk zijn van de gehanteerde techniek (Arends-Tóth & van de Vijver, 2007), wordt binnen dit

onderzoek gebruik gemaakt van beide procedures. Tabel 2 geeft de resultaten weer. Wanneer de

midpoint-split procedure wordt gehanteerd, behoort 0,03% van de respondenten tot het assimilatie

profiel, 66,39% tot het integratie profiel, 25,41% het separatie profiel en 0,02% tot het marginalisatie

profiel. De median-split procedure daarentegen levert de volgende resultaten op: 19,67% van de

respondenten behoort tot het assimilatie profiel, 30,33% tot het integratie profiel, 19,67% tot het

separatie profiel en 27,87% tot het marginalisatie profiel.

TABEL 2: ACCULTURATIEPROFIELEN

Midpoint-split procedure Median-split procedure

Assimilatie 4

Assimilatie 24

Integratie 81

Integratie

37

Separatie 31

Separatie

24

Marginalisatie 3 Marginalisatie 34

N = 122

Opmerkelijk is dat bij beide technieken het grootste aantal respondenten behoort tot het integratie

profiel, wat bewijs levert voor de eerste hypothese.

4.2. Analyse

Een beknopt overzicht van de univariate analyseresultaten is terug te vinden in het onderdeel ‘data en

methoden’(Tabel 1). Wat hier opvalt is dat men zich gemiddeld genomen in beide domeinen in sterke

mate op de gastcultuur oriënteert. Het resultaat en de bespreking van de bivariate analyseresultaten

werd toegevoegd aan de appendix. Voor de continue onafhankelijke variabelen werden t-testen

uitgevoerd, voor categorische onafhankelijke variabelen werden chi²-testen gebruikt.

4.2.1. Culturele gedragingen

Tabel 3 presenteert de regressiecoëfficiënten voor de analyse met culturele gedragingen als

afhankelijke variabele. Model 1 bevat het regressiemodel met enkel de hoofdvariabelen als

predictoren, in model 2 zijn ook de controlevariabelen toegevoegd. Beide modellen blijken statistisch

significant (p < 0,001). Het eerste model toont aan dat de hoofdvariabelen een belangrijk deel van de

variantie in de gedragsmatige oriëntatie naar de gastcultuur verklaren (Adj. R² = 0,415). Daar de

toevoeging van de controlevariabelen geen significante verbetering oplevert in de verklaarde variantie

(p= 0,421), gaan we ervan uit dat deze netto geen substantiële bijdrage leveren tot het model.

Page 24: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

20

In het eerste model blijken lengte van residentie en het opleidingsniveau een significante invloed uit te

oefenen op de mate waarin de respondent zich gedragsmatig aanpast aan de gastcultuur. De bivariate

correlatiecoëfficiënt wierp een eerste vermoeden op van een positief verband tussen lengte van

residentie en culturele gedragingen. Dit werd multivariaat (p<0,001) bevestigd. Een langer verblijf in

het gastland leidt tot een grotere gedragsmatige oriëntatie naar de gastcultuur. We vinden hier een

bekrachtiging van de tweede hypothese. Ook uit de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten blijkt het

relatieve belang van lengte van residentie. Deze variabele oefent de grootste invloed uit op de eerste

afhankelijke. Hoewel de chi²-testen geen verband deden vermoeden, werd er multivariaat wel een

effect teruggevonden van het opleidingsniveau op het veranderingsproces in culturele gedragingen.

Zowel respondenten met een diploma secundair onderwijs (p<0,05) als respondenten met een diploma

hoger of universitair onderwijs (p<0,01) geven blijk van een grotere gedragsmatige gerichtheid op de

gastcultuur dan respondenten zonder diploma of met enkel een diploma lager onderwijs. Dit is een

eerste bevestiging van de vierde hypothese.

Wat verder opvalt, is dat na toevoeging van de controlevariabelen de machtsindex een significante

invloed (p<0,10) uitoefent op het aanpassingsproces in oppervlakkige cultuurdomeinen. Hoe meer de

vrouw des huizes zich ontdoet van patriarchale machtsinvloeden, hoe meer ze haar culturele

gedragingen richt op de gastcultuur. Echter, daar dit effect enkel significant is op het 90%-niveau,

alsook daar de F-test voor de verklaringskracht aantoont dat het eerste model een betere benadering is

van de realiteit, nemen we de vooropgestelde hypothese niet voor waar aan. Tot slot besteden we

aandacht aan de controlevariabelen, meer concreet oefent er één specifieke manier van contactopname

een significante invloed uit. We staan echter niet stil bij dit effect, daar er maar 3 respondenten

behoren tot deze categorie.

4.2.2. Genderopvattingen

Tabel 4 geeft de regressieresultaten weer voor de analyse met genderopvattingen als afhankelijke

variabele. Model 1 bevat het regressiemodel met enkel de hoofdvariabelen als predictoren, in model 2

worden opnieuw de controlevariabelen toegevoegd. Beide modellen blijken statistisch significant (p <

0,001). Daar het tweede model geen significante verbetering oplevert in de verklaarde variantie ten

opzichte van het eerste model (Adj. R² = 0,427), gaan we ervan uit dat het eerste model een betere

benadering is van de werkelijkheid. Toch staan we even stil bij de verschillen in de teruggevonden

significante effecten tussen beide modellen. We merken dat het inbrengen van de controlevariabele

‘contact via religieuze organisaties’ de effecten van herkomst en het in bezit zijn van een diploma

hoger of universitair onderwijs (deels) weg verklaart. Dit kan worden geduid door een nadere kijk op

de respondentengroep die behoort tot deze categorie van contactopname. We merken dat alle

Page 25: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

21

respondenten die gecontacteerd werden via religieuze organisaties van Iraanse afkomst zijn6 en

doorgaans hoger opgeleid7. In de verdere bespreking beperken we ons tot het eerste model.

Bivariate correlatiecoëfficiënten en associatiematen deden een verband vermoeden tussen

genderopvattingen enerzijds en lengte van residentie, de index voor machtsverschillen, leeftijd bij

aankomst en herkomst anderzijds. Multivariaat werden slecht twee van deze verbanden bekrachtigd. In

het multivariate regressiemodel worden significante effecten teruggevonden voor de machtsindex (p <

0,05), herkomst (p < 0,01), opleiding (p < 0,05) en economische status (p<0,10).

Wat het eerstgenoemde effect betreft, stellen we een significant negatief effect vast. Een betere positie

van de vrouw resulteert in meer gender egalitaire opvattingen. In tegenstelling tot de analyse met

culturele gedragingen als afhankelijke, wordt in dit regressiemodel wel een bevestiging gevonden voor

de laatste hypothese. Het herkomsteffect houdt hiermee verband. We zien dat Iraanse vrouwen

beschikken over meer egalitaire genderopvattingen dan Afghaanse vrouwen. We werpen hier de

kleinere kloof tussen de ‘Gender Empowerment Measure’ als verklaring op. Tot slot bespreken we het

effect van het opleidingsniveau en de economische status. We stellen vast dat vrouwen met een

diploma secundair onderwijs of een diploma hoger/universitair onderwijs hoger scoren inzake gender

egalitaire genderopvattingen dan vrouwen zonder diploma of een diploma lager onderwijs, wat

opnieuw een bevestiging is voor de vierde hypothese. Wat het effect van de economische status

betreft, doet er zich iets merkwaardigs voor. We bemerken een verschil tussen vrouwen die behoren

tot de arbeidersklasse en vrouwen die niet economisch tewerkgesteld zijn, waarbij de eerst genoemde

groep beschikt over minder gender egalitaire opvattingen dan de laatste groep. Er werd geen

significant verschil teruggevonden tussen vrouwen die behoren tot de hogere beroepscategorieën

enerzijds en vrouwen die niet economisch tewerkgesteld zijn anderzijds.

6 Het betreft hier wellicht een groep religieuze vluchtelingen, die gecontacteerd werden via evangelische kerken.

Volgens Vluchtelingenwerk Nederland (2014b) worden tot het christendom bekeerde moslims in Iran

beschouwd als afvalligen. Op die gronden worden ze alsmaar vaker vervolgd en bedreigd (zie ook voetnoot 2). 7 Van Iraanse vluchtelingen is geweten dat ze doorgaans hoger opgeleid zijn. Het waren vaak zij die als

opposanten optraden tegen het Iraanse regime (Vluchtelingenwerk Nederland, 2014b).

Page 26: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

22

TABEL 3: RESULTATEN MEERVOUDIGE REGRESSIE MET CULTURELE GEDRAGINGEN ALS AFHANKELIJKE

Variabele b() Variabele

b()

Model 1 Model 2

Model 1 Model 2

CONSTANTE

2,43**** 2,42****

CONTROLEVARIABELEN

HOOFDVARIABELEN

Religieuze denominatie

0,156 (0,054)

Lengte van residentie

0,099 (0,456)**** 0,083 (0,381)***

Subjectieve tevredenheid

-0,207 (-0,028)

Index machtsverschillen

0,096 (0,148) 0,131 (0,203)*

Gepercipieerde discriminatie

-0,234 (-0,097)

Leeftijd bij aankomst

0,007 (0,047) 0,012 (0,085)

Manier van contactopname (Ref: culturele organisatie)

Eigen sociaal netwerk 0,160 (0,015)

Herkomst

-0,369 (-0,154) -0,331 (-0,138)

Via iemand uit eigen sociaal -1,783 (-0232)**

Netwerk

SES (Ref: niet

tewerkgesteld)

Via andere respondent 0,085 (0,018)

Arbeidersklasse

0,027 (0,008) 0,317 (0,093)

Religieuze organisatie -0,461 (-0,140)

Hogere klasse

0,000 (0,000) -0,043 (-0,013)

Sociale media 0,867 (0,116)

Opleiding (Ref: geen/lager

onderwijs)

Secundair onderwijs 1,021 (0,262)** 1,080 (0,277)**

Hoger onderwijs 0,958 (0,398)*** 0,734 (0,305)**

N = 122

Significantie:

R²model1= 0,485 R²model2 = 0,548

*0,10**0,05 ***0,010 **** 0,001 Adj. R²model1= 0,425 Adj. R²model2 = 0,427

Page 27: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

23

TABEL 4: RESULTATEN MEERVOUDIGE REGRESSIE MET GENDEROPVATTINGEN ALS AFHANKELIJKE

Variabele b() Variabele

b()

Model 1 Model 2

Model 1 Model 2

CONSTANTE

4,74**** 4,82*****

CONTROLEVARIABELEN

HOOFDVARIABELEN

Religieuze denominatie

-0,397 (-0,136)

Lengte van residentie

-0,040 (-0,181) -0,021 (-0,093)

Subjectieve tevredenheid

0,658 (0,087)

Index machtsverschillen

-0,150 (-0,225)** -0,198 (-0,295)***

Gepercipieerde discriminatie

0,409 (0,167)

Leeftijd bij aankomst

0,006 (0,040) -0,004 (-0,300)

Manier van contactopname (Ref: culturele organisatie)

Eigen sociaal netwerk -0,893 (-0,084)

Herkomst

-0,751 (-0,308)*** -0,778 (-0,319)*

Via iemand uit eigen sociaal 0,592 (0,078)

netwerk

SES (Ref: niet

tewerkgesteld)

Via andere respondent -0,011 (-0,002)

Arbeidersklasse

0,669 (0,194)* 0,411 (0,119)

Religieuze organisatie 1,102 (0,331)**

Hogere klasse

0,166 (0,052) 0,155 (0,048)

Sociale media -0,921 (-0,122)

Opleiding (Ref: geen/lager

onderwijs)

Secundair onderwijs -0,985 (-0,249)** -1,069 (-0,270)**

Hoger onderwijs -0,640 (-0,260)** -0,407 (-0,166)

N= 122

Significantie:

R²model1= 0,478 R²model2 = 0,564

*0,10**0,05 ***0,010 **** 0,001 Adj. R²model1= 0,415 Adj. R²model2 = 0,446

Page 28: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

24

5. CONCLUSIE EN DISCUSSIE

Deze masterproef begon met de vaststelling van een wetenschappelijke lacune binnen

acculturatieonderzoek in België. De enkele studies (Gungor, 2007; Saroglou & Mathijsen, 2007;

Beirens & Fontaine, 2011) naar het acculturatieproces van etnische minderheden binnen deze

samenleving hadden alleen maar aandacht voor specifieke migrantengroepen. De Turkse en

Marokkaanse gemeenschap waren het doelpubliek bij uitstek. Echter, de relatief hoge asielcijfers en de

specificiteit van het Belgische asielbeleid creëren een wetenschappelijk nood aan

acculturatieonderzoek bij diverse vluchtelingengroepen. Dit onderzoek werd opgezet als een eerste

antwoord hierop: er werd gefocust op Afghaanse en Iraanse vrouwelijke vluchtelingen met een

vluchtelingenstatuut of een subsidiair beschermingsstatuut.

De aandacht voor specifieke vluchtelingengroepen sluit aan bij een recente traditie in migratiestudies.

Binnen dit onderzoeksdomein is er alsmaar meer aandacht voor het onderscheid tussen gedwongen en

vrijwillige migratie (Cernea & McDowell, 2000; Castles, 2003; Binder & Tošic, 2005). Gedwongen

migratie vindt plaats onder sterk verschillende condities van vrijwillige migratie, met een aantal

kenmerkende consequenties. Migranten verlaten hun land op vrijwillige basis. Ze kunnen in alle rust

de voor- en nadelen van mogelijke alternatieven afwegen en hun uittocht tot in de puntjes

voorbereiden. Vluchtelingen daarentegen worden gedwongen hun thuisland te verlaten. Hun uittocht

verloopt plots, chaotisch en in een klimaat van terreur (Rode Kruis Vlaanderen, 2013).

Concreet werden er twee onderzoeksvragen opgeworpen. De eerste onderzoeksvraag had als doel een

algemeen beeld te scheppen door inzicht te bieden in de acculturatieprofielen van de bestudeerde

steekproef. Door middel van de middelpoint-split en de median-split procedure werd de

onderzoeksgroep toegewezen aan één van de vier acculturatieprofielen, zoals beschreven door Berry

(1989; 1997). De tweede onderzoeksvraag concretiseerde de onderzoeksproblematiek. Het vertrok

vanuit de multi-dimensionele aanname dat het acculturatieproces niet simultaan verloopt tussen

verschillende levensdomeinen. Er werd een onderscheid gemaakt tussen culturele gedragingen en

genderopvattingen. Voor beide domeinen werd een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd die de

invloed nagaat van beïnvloedingsfactoren die prominent aanwezig zijn binnen uni- en bi-dimensioneel

acculturatieonderzoek.

Vooraleer we verder gaan met de bespreking van de resultaten worden kort een aantal pijnpunten

aangekaart. In eerste instantie houdt de kleinschaligheid van dit onderzoek een aantal beperkingen in.

Een kleine steekproef resulteert in grote foutenmarges en een lage statistische kracht. Opdat iedere

categorie zou bestaan uit voldoende eenheden, werden categorische variabelen gedichotomiseerd of

herleid tot een aanvaardbaar minimum aantal categorieën. Een dergelijke manier van operationaliseren

zorgt ervoor dat bepaalde informatie verloren gaat. Ten tweede is de bevraagde steekproef weinig

Page 29: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

25

representatief voor de gehele populatie. Er werd geen gebruik gemaakt van een toevalssteekproef,

maar respondenten werden geselecteerd op basis van hun bereikbaarheid, waardoor systematische

selectiefouten kunnen optreden (Billiet & Waege, 2010, p. 219). Zo werden met uitzondering van 2

vrouwen alleen gealfabetiseerde respondenten bevraagd, hoewel analfabetisme vaak voorkomt onder

Afghaanse vrouwen (Unicef: Afghanistan Country Office, 2014). Desalniettemin, werd er gestreefd

naar een zo’n groot mogelijke geografische differentiatie onder de respondenten. Ook de manier

waarop deze respondenten gecontacteerd werden, roept vragen op. Door de hulp van organisaties in te

roepen, zijn niet alle respondenten onafhankelijk van elkaar. Daarenboven stellen we ons de vraag of

het participeren in organisaties niet een eerste indicator is van een culturele oriëntatie naar de Vlaamse

cultuur. Tot slot moeten we ook rekening houden met het probleem van sociale wenselijkheid. Vooral

bij de vraag over de beslissingsmacht treedt in grote mate uniformiteit op.

Ondanks de beperkingen kunnen we een aantal pertinente vaststellingen doen. Uit het beschrijvende

luik blijkt dat de geselecteerde respondenten doorgaans het integratiepad bewandelen, wat in de lijn

lag van onze verwachtingen. Ongeacht de procedure die wordt gehanteerd, tekent de integratiestrategie

de hoogste frequenties op. Dit resultaat sluit aan bij eerder onderzoek (Berry, 1997; Ward & Rana-

Deuba, 1999; Nesdale & Mak, 2003; Liu, 2007; Boski, 2008). Migranten prefereren de

integratiestrategie daar het de grootste voordelen inhoudt. Deze betreffen onder meer een buffer tegen

acculturatieve stress, een hoge eigenwaarde en een algemene levenstevredenheid (Ryder et al., 2000;

Berry et al., 2006). Uit onze resultaten blijkt dat dit niet anders is voor specifieke

vluchtelingengroepen.

We mogen echter niet de verschillen uit het oog verliezen tussen de midpoint-split en de median-split

procedure. Bij de eerst genoemde procedure is de voorkeur voor integratie uitdrukkelijker aanwezig.

Daarenboven zien we een groot verschil wat de marginalisatie strategie betreft. Waar het volgens de

eerstgenoemde procedure de minst gehanteerde strategie is, wordt het volgens de laatste procedure het

op één na meest gebruikt. Dat er dergelijke verschillen worden teruggevonden tussen beide technieken

hoeft niet te verbazen. Ook in eerder onderzoek (o.m.Ward & Rana-Deuba, 1999) kwam dit naar voor.

Dit legt meteen de vinger op de wonde binnen acculturatieonderzoek. Binnen deze wetenschappelijke

traditie is er geen eenduidigheid over hoe acculturatie en acculturatiestrategieën moeten worden

geoperationaliseerd. Onderzoekers maken gebruik van uiteenlopende acculturatieschalen (Marino,

Stuart, & Minas, 2000; Unger et al., 2002; Cabassa, 2003). Het gebrek aan een eenduidige

onderzoekstechniek kan resulteren in uiteenlopende resultaten. Interpretatie van deze resultaten vergt

dan ook enige voorzichtigheid (Arends-Tóth & van de Vijver, 2007).

Het regressiegedeelte laat ons toe uitspraken te doen over een aantal van de vooropgestelde

hypothesen. We zien de tweede hypothese bevestigd. De lengte van residentie oefent een positief

effect uit op de gedragsmatige aanpassingen, maar heeft geen effect op genderopvattingen. Een langer

Page 30: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

26

verblijf in de ontvangende samenleving resulteert in een grotere oriëntatie op de culturele gedragingen

van het gastland. Hun genderopvattingen blijven daarentegen onaangetast. Dit sluit aan bij het

theoretische onderscheid van Van Oudenhove en collega’s (2006) tussen cultuur en culturele identiteit.

Respondenten zullen hun erfcultuur opgeven zonder daarbij hun culturele identiteit te verliezen.

Voorts werd ook de vierde hypothese bevestigd. Respondenten met een hoger opleidingsniveau geven

blijk van cultureel aangepast gedrag en gender egalitaire genderopvattingen, meer dan respondenten

zonder diploma of met een diploma lager onderwijs. Dit werd reeds door Berry (1997) voorspeld. Wat

de economische status betreft, werd enkel een significant verschil teruggevonden tussen de

arbeidersberoepscategorie en de niet-tewerkgestelden inzake genderopvattingen, waarbij de

eerstgenoemden blijk geven van minder egalitaire genderopvattingen. Dit gaat in tegen de

verwachtingen. Eerder onderzoek (Berry, 1997; Fuglerud & Engebrigtsen, 2006; Choi & Thomas,

2009) toonde aan dat economische tewerkstelling migranten toegang geeft tot een ondersteunend

netwerk, wat de waarschijnlijkheid van culturele aanpassing vergroot. We blijven hier echter wel

voorzichtig bij de interpretatie van het effect, daar er een grotere foutenmarge werd gehanteerd (90%-

significantieniveau).

Daarnaast besteden we aandacht aan de herkomsthypothese. Er werd geen significant verschil

vastgesteld inzake culturele gedragingen naar herkomstland. Daarentegen werd er aangetoond dat

Iraanse vrouwen zich attitudinaal meer richten op het gendergelijkheidsideaal dan Afghaanse

vrouwen. We bespreken in dit het verband het verschil in de ‘Gender Empowerment Measure’ (GEM).

Berry (1997) duidt het herkomsteffect met de idee van culturele afstand. Hoe groter de culturele

afstand, hoe moeilijker het aanpassingsproces zal verlopen. Wanneer we nu specifiek kijken naar het

verschil in gendercontext tussen België enerzijds en beide herkomstlanden anderzijds, is de afstand in

‘GEM’ kleiner tussen België en Iran dan tussen België en Afghanistan. Daar Iraanse vrouwen zijn

opgegroeid binnen een meer gender egalitaire context dan Afghaanse vrouwen, zullen ze minder

problemen ervaren bij het attitudinale aanpassingsproces.

Tot slot bespreken we de invloed van machtsverschillen tussen partners. Uit de beschrijvende statistiek

(tabel 1) blijkt dat patriarchale machtsstructuren gemiddeld genomen behouden blijven na het

migratieproces, wat aansluit bij eerdere studies (Hondagneu-Sotelo, 1994; Pessar, in: Foner, 1997).

Opnieuw werd er enkel een significant effect teruggevonden op genderopvattingen. Hoe meer

vrouwen zich ontdoen van patriarchale machtsstructuren, hoe hoger ze het gendergelijkheidsideaal in

het vaandel dragen. Dit werd hypothetisch verwacht. Vrouwen die binnenshuis een goede positie

bekleden, ervaren geen tweestrijd met de egalitaire gendercontext van de ontvangende samenleving.

Acculturatieve stress blijft achterwege, waardoor ze zich attitudinaal oriënteren op het

gendergelijkheidsideaal (Berry, 1997; Valenta, 2009).

Page 31: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

27

Wanneer we beide regressiemodellen met elkaar vergelijken, zien we dat er verschillen bestaan in de

manier waarop acculturatie gerelateerd is aan het aanpassingsproces in elk van beide domeinen. Waar

lengte van residentie de voornaamste predictor is van gedragsmatige veranderingen, is herkomst de

belangrijkste voorspeller van veranderingen in genderopvattingen. Enkel het opleidingseffect treedt op

in beide domeinen. We pleiten dan ook voor verder acculturatieonderzoek dat vertrekt vanuit multi-

dimensionele aannames.

Dit onderzoek kan op z’n minst op drie belangrijke punten worden aangevuld. Ten eerste verschillen

multi-dimensionele theoretici van elkaar in het aantal domeinen dat ze onderscheiden (Arends-Tóth,

2003). Het onderscheid dat wij maken tussen culturele gedragingen en genderopvattingen is slecht één

invulling van het multi-dimensionele karakter van acculturatie. Onderzoek dat vertrekt vanuit andere

theoretische opdelingen, moet inzicht leveren in de mate waarin de idee van domeinspecificiteit moet

worden doorgedreven. Ten tweede kan het ook interessant zijn om dit onderzoek opnieuw uit te

voeren, maar dan vanuit het mannelijke perspectief. De keuze om enkel vrouwelijke vluchtelingen te

bevragen, was hoofdzakelijk gebaseerd op pragmatische gronden. Daarentegen is het ook van

theoretisch belang een onderscheid te maken tussen de acculturatie-ervaringen van mannelijke en

vrouwelijke vluchtelingen. Recent pleiten een aantal wetenschappers (Bartolomei, Pittaway, &

Pittaway, 2003; Binder & Tošic, 2005; Mahieu et al., 2010) voor sociaalwetenschappelijk onderzoek

naar vrouwelijke vluchtelingen als onafhankelijke actoren. Tot slot kunnen we enkel hopen dat dit

onderzoek navolging krijgt. Verder acculturatieonderzoek naar vluchtelingengroepen binnen de

Belgische samenleving is noodzakelijk, gegeven de maatschappelijke en beleidsmatige aandacht voor

vluchtelingen en hun integratieproces. Zowel longitudinale data, grootschalige kwantitatieve

onderzoeken als diepgaande kwalitatieve studies kunnen leiden tot een verdere exploratie van dit ‘zo

pas ontgonnen’ onderzoeksdomein.

6. REFERENTIES

Arends-Tóth, J. (2003). Psychological acculturation of Turkish migrants in the Netherlands: issues in

theory and assessment. Dutch University Press, Amsterdam.

Arends-Tóth, J. & van de Vijver, F. J. R. (2001). Het belang van acculturatie voor organisaties.

Gedrag en organisatie, 14, 55-65.

Arends-Tóth, J. & van de Vijver, F. J. R. (2007). Acculturation attitudes: A comparison of

measurement methods. Journal of Applied Social Psychology, 37, 1462-1488.

Arends-Toth, J., van de Vijver, F. J. R., & Poortinga, Y. H. (2006). The influence of method factors on

the relation between attitudes and self-reported behaviors in the assessment of acculturation.

European Journal of Psychological Assessment, 22, 4-12.

Page 32: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

28

Beck, A., Corak, M., & Tienda, M. (2012). Age at immigration and the adult attainments of child

migrants to the United States. Annals of the American Academy of Political and Social

Science, 643, 134-159.

Beirens, K. & Fontaine, J. R. J. (2011). Somatic and emotional well-being among Turkish immigrants

in Belgium: Acculturation or culture? Journal of Cross-Cultural Psychology, 42, 56-74.

Berry, J. W. (1997). Immigration, acculturation, and adaptation. Applied Psychology: An International

Review, 46, 5-34.

Berry, J. W. (2005). Acculturation: Living successfully in two cultures. International Journal of

Intercultural Relations, 29, 697-712.

Berry, J. W., Kim, U., Power, S., Young, M., & Bujaki, M. (1989). Acculturation attitudes in plural

societies. Applied psychology, 38, 185-206.

Berry, J. W., Phinney, J. S., Sam, D. L., & Vedder, P. (2006). Immigrant youth: Acculturation,

identity, and adaptation. Applied psychology, 55, 303-332.

Berry, J. W. & Sabatier, C. (2010). Acculturation, discrimination, and adaptation among second

generation immigrant youth in Montreal and Paris. International Journal of Intercultural

Relations, 34, 191-207.

Billiet, J. & Waege, H. (2010). Een samenleving onderzocht: methoden van sociaal-wetenschappelijk

onderzoek. Antwerpen: De Boeck.

Binder, S. & Tošic, J. (2005). Refugees as a particular form of transnational migrations and social

transformations: socioanthropological and gender aspects. Current Sociology, 53, 607-624.

Bleakley, H. & Chin, A. (2010). Age at arrival, english proficiency, and social assimilation among US

immigrants. American Economic Journal: Applied Economics, 2, 165-192.

Boski, P. (2008). Five meanings of integration in acculturation research. International Journal of

Intercultural Relations, 32, 142-153.

Caldwell, J. C. (1982). Theory of fertility decline. London and New York: Academic Press.

Callewaert, C (19-1-2014). Vlaanderen opent armen voor Afghaanse vluchtelingen tijdens driedaagse

mars. http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2014/01/09/vlaanderen-opent-armen-voor-

afghaanse-vluchtelingen-tijdens-driedaagse-mars

Castles, S. (2003). Towards a sociology of forced migration and social transformation. Sociology, 37,

13-34.

Celano, M. P. & Tyler, F. B. (1991). Behavioral acculturation among Vietnamese refugees in the

United-States. Journal of Social Psychology, 131, 373-385.

Cernea, M. M. & McDowell, C. (2000). Risks and reconstruction: Experiences of resettlers and

refugees. World Bank Publications.

Page 33: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

29

Choi, J. & Thomas, M. (2009). Predictive factors of acculturation attitudes and social support among

Asian immigrants in the USA. International Journal of Social Welfare, 18, 76-84.

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (2011a). 2011 - Jaarverslag.

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (2011b). De asielprocedure in België

- Informatie voor asielzoekers. http://www.cgvs.be/fr/binaries/PDF%20-

%20De%20asielprocedure%20in%20Belgi%C3%AB_tcm126-42125.pdf

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (28-10-2013). Na de procedure.

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (19-1-2014a). Asielstatistieken

2013.

http://www.cgvs.be/nl/Actualiteit/bilan_des_statistiques_d_asile_2013.jsp?referer=tcm:127-

240098-64

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (6-1-2014b). Asielstatistieken:

overzicht 2013.

http://www.cgvs.be/nl/binaries/Asielstatistieken_december_2013_Extern_tcm127-240111.pdf

Cortes, D. E., Deren, S., Andia, J., Colon, H., Robles, R., & Kang, S. Y. (2003). The use of the Puerto

Rican biculturality scale with Puerto Rican drug users in New York and Puerto Rico. Journal

of Psychoactive Drugs, 35, 197-207.

Delepeleire, Y. (2013, October 1). Het fatale weekend voor Navid Sharifi. De Standaard.

Diehl, C., Koenig, M., & Ruckdeschel, K. (2009). Religiosity and gender equality: comparing natives

and Muslim migrants in Germany. Ethnic and racial studies, 32, 278-301.

Diehl, C. & Schnell, R. (2006). "Reactive ethnicity" or "assimilation"? Statements, arguments, and

first empirical evidence for labor migrants in Germany. International Migration Review, 40,

786-816.

Dienst Rechtsbescherming Foyer (2013). De vreemdelingenwet - Een praktische handleiding.

Fedasil (26-3-2013). Asielprocedure. http://www.fedasil.be/home/procedure

Federal research division (2005). Women in islamic societies: a selected review of social scientific

literature.

Fleischmann, F. (2010). Integratie en religiositeit onder de Turkse tweede generatie in Berlijn en

Amsterdam. Migrantenstudies, 26, 197-217.

Foner, N. (1997). The immigrant family: Cultural legacies and cultural changes. International

Migration Review, 31, 961-974.

Fuglerud, O. & Engebrigtsen, A. (2006). Culture, networks and social capital: Tamil and Somali

immigrants in Norway. Ethnic and racial studies, 29, 1118-1134.

Geets, J., Pauwels, F., Wets, J., Lamberts, M., & Timmerman, C. (2006). Nieuwe migranten en de

arbeidsmarkt.

Page 34: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

30

Gong, F., Takeuchi, D. T., Agbayani-Siewert, P., & Tacata, L. (2003). Acculturation, psychological

distress, and alcohol use: Investigating the effects of ethnic identity and religiosity. In

Acculturation: advances in theory, measurment and applied research (pp. 189-206).

Washington: American Psychological Association.

Gordon, M. M. (1964). Assimilation in America life. New York: Oxford University Press.

Groenvynck, H., Beirens, K., Arends-Toth, J., & Fontaine, J. (2014). Factorial validity of the Ghent

acculturation scale: Evidence for a bidimensional model.

Ref Type: Unpublished Work

Gungor, D. (2007). The interplay between values, acculturation and adaptation: A study on Turkish'

Belgian adolescents. International Journal of Psychology, 42, 380-392.

Hondagneu-Sotelo, P. (1994). Gendered transitions: The Mexican experience of immigration.

Berkeley: University of California Press.

IBZ (26-3-2013). Asielprocedure.

https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/NL/Gidsvandeprocedures/Pages/Asielprocedure.aspx

Inglehart, R. & Norris, P. (2003). The true clash of civilizations. Foreign Policy, 135, 62-70.

Jasinskaja-Lahti, I., Liebkind, K., Horenczyk, G., & Schmitz, P. (2003). The interactive nature of

acculturation: perceived discrimination, acculturation attitudes and stress among young ethnic

repatriates in Finland, Israel and Germany. International Journal of Intercultural Relations,

27, 79-97.

Kruispunt migratie-integratie (26-3-2013a). Asiel en subsidiaire bescherming.

http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=411

Kruispunt migratie-integratie (26-3-2013b). De asielprocedure.

http://www.kruispuntmi.be/thema.aspx?id=412

Kruispunt migratie-integratie (28-10-2013c). Verblijfsrecht en asiel.

Kuo, B. C. H. & Roysircar, G. (2004). Predictors of acculturation for Chinese adolescents in Canada:

Age of arrival, length of stay, social class, and English reading ability. Journal of

Multicultural Counseling and Development, 32, 143-154.

Liu, S. (2007). Living with others: Mapping the routes to acculturation in a multicultural society.

International Journal of Intercultural Relations, 31, 761-778.

Lu, Y., Samaratunge, R., & Hartel, C. E. J. (2012). The relationship between acculturation strategy

and job satisfaction for professional Chinese immigrants in the Australian workplace.

International Journal of Intercultural Relations, 36, 669-681.

Mace, K. A., Atkins, S., Fletcher, R., & Carr, S. C. (2005). Immigrant job hunting, labour market

experiences, and feelings about occupational satisfaction in New Zealand: An exploratory

study. New Zealand Journal of Psychology, 34, 97-109.

Page 35: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

31

Meireman, K., Billiet, J., Meuleman, B., De Witte, H., & Wets, J. (2004). Tussen aanvaarding en

weerstand. Een sociologisch onderzoek naar houdingen tegenover asiel, opvang en migratie.

Academia Press.

Ministerie van Buitenlandse Zaken (2011). Algemeen ambtsbericht Iran.

Mori, Y. & Calder, T. M. (2013). Bilingual vocabulary knowledge and arrival age among Japanese

heritage language students at Hoshuukoo. Foreign Language Annals, 46, 290-310.

Nesdale, D. & Mak, A. S. (2003). Ethnic identification, self-esteem and immigrant psychological

health. International Journal of Intercultural Relations, 27, 23-40.

Phinney, J. S. & Flores, J. (2002). "Unpackaging" acculturation: Aspects of acculturation as predictors

of traditional sex role attitudes. Journal of Cross-Cultural Psychology, 33, 320-331.

Phinney, J. S., Madden, T., & Santos, L. J. (1998). Psychological variables as predictors of perceived

ethnic discrimination among minority and immigrant adolescents. Journal of Applied Social

Psychology, 28, 937-953.

Redfield, R., Linton, R., & Herskovits, M. J. (1936). Memorandum for the study of acculturation.

American anthropologist, 38, 149-152.

Renzaho, A. M. N., Swinburn, B., & Burns, C. (2008). Maintenance of traditional cultural orientation

is associated with lower rates of obesity and sedentary behaviours among African migrant

children to Australia. International Journal of Obesity, 32, 594-600.

Rode Kruis Vlaanderen (28-3-2013). Opvang van asielzoekers.

http://www.rodekruis.be/NL/Activiteiten/Asiel/WettelijkKader/

Röder, A. (2014). Explaining religious differences in immigrants' gender role attitudes: the changing

impact of origin country and individual religiosity. Ethnic and racial studies, 37, 1-19.

Rostami-Povey, E. (2001). Feminist contestations of institutional domains in Iran. Feminist Review,

69, 44-72.

Rostami-Povey, E. (2007). Gender, agency and identity, the case of Afghan women in Afghanistan,

Pakistan and Iran. Journal of Development Studies, 43, 294-311.

Ryder, A. G., Alden, L. E., & Paulhus, D. L. (2000). Is acculturation unidimensional or

bidimensional? A head-to-head comparison in the prediction of personality, self-identity, and

adjustment. Journal of Personality and Social Psychology, 79, 49-65.

Sainz-Pardo, P. V. (2002). The Contemporary relevance of the 1951 convention relating to the status

of refugees. The International Journal of Human Rights, 6, 23-34.

Saroglou, V. & Mathijsen, F. (2007). Religion, multiple identities and acculturation: A study of

Muslim immigrants in Belgium. Archiv für Religionspsychologie, 29, 177-198.

Page 36: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

32

UNHCR (18-8-2005). Internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen.

http://www.unhcr.nl/fileadmin/user_upload/pdf/unhcrnederland_juridischedocumenten_verdra

gen_vluchtelingenverdragenprotocol.pdf

Unicef: Afghanistan Country Office (16-5-2014). Education: factsheets.

http://www.unicef.org/infobycountry/files/ACO_Education_Factsheet_-

_November_2011_.pdf

Valenta, M. (2009). Family ties, female dependence and networking in exile. Two Homelands, 30, 7-

28.

van de Vijver, F. J. R. & Phalet, K. (2004). Assessment in multicultural groups: The role of

acculturation. Applied Psychology:An International Review, 53, 215-236.

Van Oudenhoven, J. P., Ward, C., & Masgoret, A. M. (2006). Patterns of relations between

immigrants and host societies. International Journal of Intercultural Relations, 30, 637-651.

Van Rossem, R. (2012). Meervoudige lineaire regressie: een eerste inleiding. Gent: Academia Press.

Vanbeselaere, N., Meeus, J., & Boen, F. (2007). Integratie van minderheden: een pleidooi voor

conceptuele zuiverheid. In Ruimte voor kennis: Lessen voor de XXIste Eeuw (pp. 195-224).

Leuven: Universitaire Pers

VDAB (2012). Allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt.

Verkuyten, M. (1999). Etnische identiteit: Theoretische en empirische benaderingen. Het Spinhuis.

Vluchtelingenwerk Nederland (24-1-2014a). Afghanistan: oorlog op oorlog.

https://www.vluchtelingenwerk.nl/landen-van-herkomst/afghanistan-oorlog-op-oorlog

Vluchtelingenwerk Nederland (23-1-2014b). Iran: repressie na hervormingen.

https://www.vluchtelingenwerk.nl/landen-van-herkomst/iran-repressie-na-hervormingen

Vluchtelingenwerk Vlaanderen (2008). Een jaar subsidiaire bescherming in België.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen (26-3-2013). Asielbeleid in België.

http://www.vluchtelingenwerk.be/thema/

Vluchtelingenwerk Vlaanderen (24-1-2014). Afghanistan: landenfiche 2012.

http://www.vluchtelingenwerk.be/bestanden/publicaties/landenfiche_afghanistan_1.pdf

Ward, C. & Rana-Deuba, A. (1999). Acculturation and adaptation revisited. Journal of Cross-Cultural

Psychology, 30, 422-442.

Weigers, M. E. & Sherraden, M. S. (2001). A critical examination of acculturation: The impact of

health behaviors, social support and economic resources on birth weight among women of

Mexican descent. International Migration Review, 35, 804-839.

Page 37: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Appendix

Katrijn Delaruelle

MASTERPROEF SOCIOLOGIE

PROMOTOR: PROF. DR. Bart Van de Putte

COMMISSARIS: PROF. DR. Lore Van Praag

ACADEMIEJAAR 2013 – 2014

Uni- , bi- of multi-dimensionele acculturatie: een kwantitatief onderzoek naar

acculturatiedeterminanten bij Afghaanse en Iraanse vrouwelijke vluchtelingen.

DEEL II: Appendix

Page 38: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

INHOUDSTAFEL

1. Introductiebrief ................................................................................................................................ 2

2. Survey .............................................................................................................................................. 2

3. Codeboek ......................................................................................................................................... 4

4. Organisaties ..................................................................................................................................... 4

5. Factoranalyses ............................................................................................................................... 15

6. Associaties en correlaties .............................................................................................................. 17

7. Assumpties .................................................................................................................................... 18

7.1. Residuen zijn normaal verdeeld ............................................................................................ 18

7.2. Onafhankelijkheid ................................................................................................................. 21

7.3. Homoscedasticiteit en lineariteit ........................................................................................... 21

7.4. Multicollineariteit .................................................................................................................. 22

8. Data en syntax ............................................................................................................................... 23

Page 39: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

2

1. Introductiebrief

Beste,

Ik ben Katrijn Delaruelle, studente Sociologie aan de Universiteit van Gent.

Per telefoon of mail gaf je aan dat je bereid bent een enquête in te vullen.

Wanneer deze ingevuld is, kan je het terugsturen met de bijgevoegde enveloppe.

Dank bij voorbaat!

Ik ben ook nog steeds op zoek naar andere Afghaanse of Iraanse vrouwen die erkend zijn als

vluchteling of die een subsidiair beschermingsstatuut hebben en die bereid zouden zijn een enquête in

te vullen. Als je iemand zou kennen, mag je hieronder altijd noteren hoe ik haar kan bereiken.

1. ..........................................................................................................................................

2. ..........................................................................................................................................

3. ..........................................................................................................................................

Nogmaals bedankt!

Bij vragen, aarzel niet om mij te contacteren op volgend e-mailadres: [email protected]

Met vriendelijke groeten,

Katrijn

2. Survey

De Franstalige versie is terug te vinden op de bijgevoegde Cd-rom.

Page 40: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

3

Geachte mevrouw

In het kader van mijn masterproef voer ik een onderzoek naar hoe jullie zich voelen hier, in

Vlaanderen.

In deze enquête zullen er algemene vragen worden gesteld over uzelf, uw echtgenoot en uw

houding tegenover uw eigen oorspronkelijke cultuur / de Vlaamse cultuur.

Het is voor mij zeer belangrijk dat u probeert de vragen zo volledig en zo juist mogelijk te

beantwoorden. Het invullen van deze enquête neemt hooguit een kwartier van uw tijd in

beslag.

Uw antwoorden zijn strikt vertrouwelijk. Bij het rapporteren van de onderzoeksresultaten zal

uw identiteit niet kenbaar worden gemaakt. Indien u nog vragen heeft, kan u mij altijd

contacteren op volgend e-mailadres: [email protected]

Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking !

Katrijn Delaruelle

خانم های محترم

خود من میخواهم خانم های را که از کشور های دیګر به فالندرس آمده اند و زندګی ( دفاعیه)به اساس تیز ماستری

.دنمیکنند مصاحبه نمایم تا بدانم ایشان خود را در فالندرس چطور احساس میکن

سواالت عمومی راجع به شما و شوهرتان خواهد شد و همچنان تفاوت بین فرهنګ شما و فرهنګ در این بررسی

.فالندرس خواهد بود

به من بسیار مهم و قابل قدر خواهد بود که شما تمام سواالت را کامل و به شکل درست آن جواب بدهید، و این سواالت

.دقیقه از وقت شما شاید کافی باشد ۵۱تنها وقت زیاد شما را نخواهد ګرفت برای خانه پری این فارم

، اګر کدام جوابات شما کاماْل محرم خواهد بود و در وقت استفاده از آن هیچګاه نام و مشخصات شما افشا نخواهد ګردید

[email protected]: سوال داشته باشد شما میتوانید به ایمل آدرس ذیل ایمل ارسال نماید

!بسیار زیاد تشکر از همکاری شما

کترین دیالروله

Page 41: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

4

1. ALGEMENE INFORMATIE OVER U EN UW PARTNER

معلومات عمومی راجع به شما و شوهرتان .2

1. Heeft u op dit moment een vaste relatie? رابطه ثابت دارید با شوهرتان؟ فعاْل آیا

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

2. Bent u gehuwd met uw partner? آیا عروسی کرده اید همرای شوهرتان؟

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

3: Niet van toepassing هیچ کدام

3. Woont u samen met uw partner? آیا همرای شوهرتان یکجا زندګی میکنید بدون عروسی؟

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

3: Niet van toepassing هیچ کدام

4. Hoeveel kinderen hebben u en uw partner samen ?چند طفل دارید با شوهرتان ؟

...........

9: Niet van toepassing جواب ندارم

Onderstaande tabel bevraagt een aantal algemene kenmerken over uzelf en uw partner.

Omcirkel wat van toepassing is. Indien u geen partner heeft, hoeft u de tweede kolom niet in

te vullen.

بلی است لطفاْ ایشان را برای شما سوال هایکه جوابش. در فارم زیراْ چند سوال عمومی راجع به شما و شوهرتان میباشد

.حلقه نمایید و اګر شما شوهر ندارید لطفاْ بخش دوم آنرا خانه پری نکنید

Uzelf

خود شما

Uw partner

شوهر شما

1. Wat is het geslacht van... ?

جنسیت شما و شوهرتان چه است؟ .2

1: man مرد

2: vrouw زن

1: man مرد

2: vrouw زن

3. Wat is het geboortejaar

van... ?

شما و شوهرتان تولد شده در کدام سال .4

است؟

19........ 19........

5. Welke nationaliteit heeft ... ?

از کجا هستید؟ .6

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander:

یا کدام جای ............................

دیګر

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander:

یا کدام جای ............................

دیګر

Page 42: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

5

Uzelf

خود شما

Uw partner

شوهر شما

7. Wat is het geboorteland van... ?

در کجا شما و شوهرتان تولد شده اید؟ .8

1: Afghanistan افغانستان

2: Pakistan پاکستان

3: Iran ایران

4: België بلجیم

5: Ander: ............................ یا

کدام جای دیګر

1: Afghanistan افغانستان

2: Pakistan پاکستان

3: Iran ایران

4: België بلجیم

5: Ander: ............................ یا

کدام جای دیګر

9. Welke nationaliteit heeft de

moeder van ... ?

مادر شما کجایی است؟ .01

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander: ............................ یا

کدام جایی دیګر

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander: ............................ یا

کدام جایي دیګر

11. Welke nationaliteit heeft de

vader van ... ?

پدر شما کجایي است؟ .02

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander: ............................ یا

کدام جایی دیګر

1: Afghaan افغانی

2: Pakistaan پاکستانی

3: Iraniër ایرانی

4: Belg بلجیمی

5: Ander: ............................ یا

کدام جایی دیګر

13. In welk jaar bent/ is ...

toegekomen in België?

درکدام سال به بلجیم آمدید؟ .04

........... ...........

15. Met welke reden bent/ is ...

naar België gekomen?

به چه دلیل به بلجیم آمدید؟ .06

1: Als vluchteling مثل مهاجر

2: Om terug bij mijn gezin te

zijn دوباره همرای فامیل تان یکجا

شدید

3: Om te werken بخاطر کار

4: Ander :

یا ..............................................

کدام دلیل دیګر بود

1: Als vluchteling مهاجر

2: Om terug bij mijn gezin te

zijn دوباره همرای فامیل تان یکجا

شدید

3: Om te werken بخاطر کار

4: Ander :

یا ..............................................

کدام دلیل دیګر بود

17. Wat is het hoogst behaalde

diploma van ... , in uw

geboorteland of in Vlaanderen?

کدام سوابق تحصیلی در کشورتان یا در .08

بلجیم ګرفته اید؟

1: Ik heb geen diploma من کدام

سوابق تحصیلی ندارم

2: Mijn hoogst behaald

diploma is: سوابق تحصیلی من

عبارت است از

............................................

1: Mijn partner heeft geen

diploma شوهرام کدام سوابق

تحصیلی ندارد

2: Zijn hoogst behaald

diploma is: سوابق تحصیلی شوهرام

عبارت است از

............................................

Page 43: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

6

3. ALGEMENE INFORMATIE OVER UZELF EN UW PARTNER

معلومات عمومی راجع به شما و شوهرتان .4

5. In welke provincie/gewest woont u ? در کدام والیت بلجیم زندګی میکنید؟

1: Oost-Vlaanderen اوست فالندره

2: West-Vlaanderen ویست فالندره

3: Antwerpen انتورپن

4: Limburg لیمبرخ

5: Vlaams-Brabant فالمس برباند

6: Brussel بروکسل

Uzelf

خود شما

Uw partner

شوهر شما

19. Voert ... betaalde arbeid uit?

کار میکنید؟ .21

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

21. Indien ... betaalde arbeid

uitvoert, wat voor beroep

oefent ... uit?

چه )اګر کار میکنید، چه کاره هستید .22

(کار را انجام میدهید

1: Niet van toepassing جواب

ندارم

2: Ik werk als:

............................................

---------------------من به صفت

کار میکنم ---

1: Niet van toepassing جواب

ندارم

2: Mijn partner werkt als:

............................................

--------------شوهر من به صفت

کار میکند --

23. Bent u moslim ?

آیا مسلمان هستید؟ .24

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

1: Ja بلی

2: Neen نخیر

25. Hoe verblijft ... in België?

چطور در بلجیم زندګی میکنید؟ .26

1: Ik ben een erkend

vluchteling من یک مهاجر

شناخته شده هستم

2: Ik heb een subsidiair

beschermingsstatuut من

حمایت مالی میشوام

3: Ik ben nog in

asielprocedure من هنوز

پناهجو هستم

1: Hij is een erkend

vluchteling او یک مهاجر

شناخته شده است

2: Hij heeft een subsidiair

beschermingsstatuut او

حمایت مالی میشود

3: Hij is nog in

asielprocedure او هنوز پناهجو

است

Page 44: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

7

6. Hoe zou u uw woonplaats in Vlaanderen beschrijven ? جای بود و باش تانه در فالندره چطور

تعریف میکنید؟

1: In een grootstad (Bv. Brussel, Antwerpen, Gent, ...) مثل بروکس، )شهر بزرګ است

.....( انتورپن،کینت

2: Een kleine of middelgrote stad (Bv. Aalst, Sint-Niklaas, Kortrijk, Beringen,

Mechelen, ...) ........(مثل الست، سنتیکالس، کورتریک، برینغن، میخلن)شهر کوچک است

3: Een plattelandsgemeente یک جایی دور افتاده یا بیرون از شهر

7. Hoe zou u uw voormalige woonplaats beschrijven, in uw land van herkomst? جای بود و باش

ف میکنید؟تانه در کشورتان چطور تعری

1: In een grootstad شهر بزرګ

2: Een kleine of middelgrote stad شهر کوچک یا شهر متوسط

3: Een plattelandsgemeente یک جای دور افتاده یا بیرون از شهر

8. Hoe tevreden bent u in het algemeen over het leven dat u leidt in Vlaanderen? چقدر از

راضی هستید در فالندره؟زندګی تان

1: Heel tevreden بسیار زیاد راضی

2: Eerder tevreden راضی

3: Eerder niet tevreden ناراضی

4: Helemaal niet tevreden قطعاْ راضی نیستم

9. Algemeen genomen, hoe vaak ervaart u een bepaalde vorm van discriminatie ? در عمومیات

یض را تجربه کرده اید؟ چند بار تبع

1: Bijna dagelijks هر روزه

2: Minimaal 1 x per week حداقل هفته یک بار

3: Een aantal keer per maand یک چند بار در ماه

4: Een aantal keer per jaar یک چند بار در سال

5: Nooit هیچ ګاه

Page 45: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

8

5. HET NEMEN VAN BESLISSINGEN

میګرد در زندګی تانکی تصمیم .6

Kruis aan wat past. Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake ... ? Indien u geen partner heeft,

hoeft u deze tabel niet in te vullen

.د؟ چلیپا کنید خانه را که جوابش به شما مطابقت میکندیکدام یک از شما در مسایل زندګی تان تصمیم میګر

.اګر شوهر ندارید، ضرور نیست جدول ذیل را خانه پری نماید

Altijd ikzelf همیشه

خودام

Eerder ikzelf بعضی

وقت

خودام

Beiden even veel

زیاتر

وقت هر

دو ما

Eerder mijn

partnerبعضی وقت

شوهرام

Altijd mijn

partnerهمیشه

شوهرام

Niet van toepassing

هیچ کدام ما

1. De school en studierichting van jullie kinderen

راجع به مکتب و رشته .2

تحصیلی اطفالتان

3. Dagelijkse uitgaven راجع به مصرف روزانه .4

5. Doktersbezoeken مالقات با داکتر .6

7. Buitenschoolse activiteiten van jullie kinderen (bv. het volgen van muziekschool, aansluiting bij een sportclub, lid worden van een jeugdbeweging, ...)

خارج از مسایل مکتب اطفال .8

مثاْل راجع به خواست )تان

مکتب موسیقی، رفتن اطفالتان

به کدام کلپ سپورتی و یا

(عضو ګروپ جوانان و غیره

9. Het kopen van luxueuze goederen

خریداری چیز ها مجلل یا .01

قیمتی

11. Het kopen/ huren van een huis

خریدن یا کرایه ګرفتن خانه .02

13. Het krijgen van kinderen طفل آوردن .04

15. Aangaan van een lening قرض ګرفتن .06

Page 46: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

9

7. TAAKVERDELING

تقسیم کار خانه .8

Kruis aan wat past. Wie van jullie staat in voor ...? Indien u geen partner heeft, hoeft u deze tabel niet

in te vullen.

.کدام یک از شما این کار ها را انجام میدهید؟ چلیپا کنید خانه را که جوابش به شما مطابقت میکند

.ه پری نمایداګر شوهر ندارید، ضرور نیست جدول ذیل را خان

Altijd ikzelf

همیشه

خودام

Eerder ikzelf

بعضی

وقت

خودام

Beiden even

veel زیاتر

وقت هر دو ما

Eerder mijn

partner بعضی

وقت شوهرام

Altijd mijn

partner همیشه

شوهرام

Niet van toepassing

هیچ کدام ما

1. Het aankleden van de kinderen

لباس پوشاندن اطفال .2

3. Het doen van de vaat

ظرفشوئی در خانه .4

5. Het spelen met de kinderen

بازی با اطفال .6

7. Het buitenzetten van vuilnis

بیرون کردن .8

پالستیک کثافات

9. Het doen van boodschappen

خریداری ضرورت .01

خانه

11. Het in bed stoppen van de kinderen

اطفالخواب دادن .02

13. Het bereiden van maaltijden

غذا پختن .04

15. Onderhoud en herstellingen aan het huis

ترمیم و نګهداری .06

بعضی لوازم خانه

17. Het poetsen van het huis

پاک کاری خانه .08

19. Contact met familieleden

عقاربتماس با .21

21. Strijken اتو کردن لباس ها .22

Page 47: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

10

4. Houding tegenover uw eigen oorspronkelijke cultuur / de Vlaamse cultuur

یک نګاه به فرهنګ خود شما و فرهنګ فالندرس .5

Kies zorgvuldig het antwoord dat voor u van toepassing is. Kruis het vakje aan dat het best

de mate weergeeft waarin u akkoord gaat met volgende stellingen.

جواب را انتخاب نماید و خانه را چلیپا نمایید که از نظر شما درست و بهترین است و شما به آن کاماْل موافق دقت با

.هستید

(a) en (b) worden gebruikt om naar volgende antwoorden te verwijzen:

(a) a وb برای مشخص کردن جواب بعدی استفاده شده است

(a) Uit welk land (verschillend van België) komen je ouders, grootouders of jijzelf?

Indien je ouders of grootouders uit verschillende landen komen, kies dan het land

waar jijzelf het meest mee verbonden bent.

(a) اګر خود شما، (. بدون از بلجیم)آمده اند و یا پدر و مادر بزرګ شما از کدام کشور خود شما، والدین شما

والدین شما و یا پدر و مادر بزرګ شما از کشور های مختلف آمده اند، خودت همان کشور را انتخاب کن

.که با آن بشتر به تماس هستی

.........................................................................................................................................

(b) Welke moedertaal (anders dan het Nederlands) spraken je grootouders, je ouders

(of jijzelf) het meest in het land van herkomst dat je hierboven hebt genoteerd?

Als er meerdere talen zijn, kies dan de taal waar jij je het meest mee verbonden

bent.

(b) و یا کدام (. بدون از هالندی)زبان مادری خودت، از والدین تان، از پدر و یا مادر پزرګ تان چه است

زبان در کشور که به آن در فوق اشاره کردید صحبت میکنید، اګر از یک زبان زیادتر است همان زبان را

که شما به آن بیشتر حرف میزنید انتخاب نماید

........................................................................................................................................

Helemaal niet eens

قطعاْ موافق

نیستم

Niet mee Eens

موافق

نیستم

Eerder niet mee eens

کمی

موافق

نیستم

Eerder mee eens

کمی

موافق

هستم

Mee eens

موافق

هستم

Helemaal mee eens

کاماْل موافق

هستم

1. Ik heb veel sociale contacten met personen die afkomstig zijn van (a) ________________.

---------------من زیاد همرای کسانیکه از کشور .2

به تماس هستم و رفت و آمد دارمآمده اند --------

3. Ik versta anderen goed wanneer ze in het Vlaams spreken.

کسانیکه به زبان محلی و یا فالمس صحبت کنند .4

بهتر میفهم

Page 48: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

11

Helemaal niet eens

قطعاْ موافق

نیستم

Niet mee Eens

موافق

نیستم

Eerder niet mee eens

کمی

موافق

نیستم

Eerder mee eens

کمی

موافق

هستم

Mee eens

موافق

هستم

Helemaal mee eens

کاماْل موافق

هستم

5. Ik ken de cultuur en tradities van (a) ________________ goed.

---------------------من رسم و رواج های کشور .6

را خوب میدانم

7. Ik kan goed mijn weg vinden bij de Vlaamse samenleving.

جامعه فالمس من طریقه زندګی خود را خوب در .8

میدانم

9. Ik volg het nieuws van (a) ________________.

تعقیب -----------------------من به اخبار کشور .01

میکونم

11. Ik doe mee aan Vlaamse activiteiten en feesten.

فالمس را تجلیل و انجام جشن و سرګرمی ها من .02

میدهم

13. Ik leef volgens de waarden van (a) ________________.

----------------------من به اساس ارزش های .04

زندګی میکنم

15. Ik leef volgens regels die gelden in de Vlaamse cultuur.

من اساس قاعده های که در فرهنګ فالمس است .06

میکنمزندګی

17. Ik kan iets wat ik heb meegemaakt gemakkelijk vertellen in het (b) ________________.

من چیزی های را که در زندګی تجربه کرده ام به .08ساده ----------------------------------زبان

ګفته میتوانم

19. Ik doe vaak dingen samen met Vlamingen.

اکثریت وقت بعضی کار ها را همرای مردم من .21

فالمس انجام میدهم

21. Ik kan iets wat ik meegemaakt heb makkelijk in het Vlaams vertellen.

من چیزی های را که در زندګی تجربه کرده ام به .22 زبان فالمس ساده ګفته میتوانم

Page 49: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

12

Helemaal niet eens

قطعاْ موافق

نیستم

Niet mee Eens

موافق

نیستم

Eerder niet mee eens

کمی

موافق

نیستم

Eerder mee eens

کمی

موافق

هستم

Mee eens

موافق

هستم

Helemaal mee eens

کاماْل موافق

هستم

23. Ik versta anderen goed wanneer ze iets vertellen in het (b) ________________.

صحبت -----------------------کسانیکه به زبان .24

میکنند خوبتر میدانم

25. Ik ken de Vlaamse cultuur en tradities goed.

من رسم و رواج های فالمس را خوب میدانم .26

27. Ik kan goed mijn weg vinden binnen de samenleving van (a) ________________.

------------------من طریقه زندګی خود را در جامعه .28

خوب میدانم -----------

29. Ik volg het Vlaamse nieuws. من اخبار فالمس را تعقیب میکنم .01

31. Ik doe mee aan activiteiten en feesten van (a) ________________.

را -------------------جشن و سرګرمی ها من .02

تجلیل و انجام میدهم

33. Ik leef volgens de Vlaamse waarden. من به اساس ارزش ها فالمس زندګی میکنم .04

35. Ik leef volgens regels die gelden in de cultuur van (a) ________________.

--------------من اساس قاعده های که در فرهنګ .06

است زندګی میکنم ------

37. Ik heb veel sociale contacten met Vlamingen.

من زیاد همرای مردم فالمس به تماس هستم و .08

همرای شان رفت و آمد دارم

39. Ik doe vaak dingen samen met andere afkomstig uit (a) ________________.

----------من اکثر وقت همرای کسانیکه از کشور .41

انجام آمده اند کار های خود را ------------------

میدهم

Page 50: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

13

6. Een aantal stellingen...

نظر شما چه است راجع به این موضوعات .7

Geef aan in welke mate u akkoord gaat met volgende stellingen.

.تا چه اندازه به سوالت ذیل موافق هستید، نظر خویش را بدهید

Helemaal niet eens

قطعاْ

موافق

نیستم

Niet mee Eens

موافق

نیستم

Eerder niet mee eens

کمی

موافق

نیستم

Eerder mee eens

کمی

موافق

هستم

Mee eens

موافق

هستم

Helemaal mee eens

کاماْل

موافق

هستم

1. Huisvrouw zijn geeft net zoveel voldoening als het hebben van een volwaardige job.

میکند که یک خانم در خانم خانه همان اندازه کار .2

بیرون وظیفه دارد

3. Vrouwen dienen maagd te zijn tot aan het huwelijk.

بمانند تا وقتیکه عروسی ( دختر)خانم ها باید باکره .4

میکند

5. Mannen zouden evenveel verantwoordelijkheid moeten opnemen voor het huishouden en de kinderen als vrouwen.

مرد ها باید به اندازه زن ها در کار های خانه و .6

نګهداری از اطفال سهم داشته باشند

7. Dochters moeten hun vader gehoorzamen tot aan het huwelijk.

دختر ها باید پیش از ازدواج از پدر خود اطاعت نمایند .8

9. In een huwelijk dient de man hoger opgeleid te zijn dan de vrouw.

در وقت عروسی مرد باید فهمیده تر باشند نسبت به زن .01

ها

11. Vrouwen mogen enkel geholpen worden door vrouwelijke dokters.

زن ها باید همیشه توسط داکتر زن کمک شوند .02

13. De voornaamste taak van de vrouw is het moederschap.

همیشه از اوالد های خود محافظت نمایندزن ها باید .04

15. Vrouwen moeten hun mening voor zich houden bij een discussie met hun echtgenoot.

ګفتګو با شوهر شان نظر خوش را زن ها باید در وقت .06

نګویند

17. Aan het hoofd van het gezin staat een man. ریس خانه یک مرد است .08

19. In een huwelijk dient de man ouder te zijn dan de vrouw.

در وقت ازدواج مرد باید بزرګتر باشد نسبت به زن .21

Page 51: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

14

3. Codeboek

Het codeboek is terug te vinden op de bijgevoegde Cd-rom.

4. Organisaties

TABEL 1: MET HULP VAN VOLGENDE ORGANISATIES

OCMW Vorselaar

Masala Sint-Truiden

OCMW Diest

Onthaalbureau Antwerpen

OCMW Temse

Integratiedienst Dilbeek

Integratiedienst Kortrijk

Centrum voor Basiseducatie Mechelen

VLOS

Integratiedienst Heist-op-den-Berg

Huis van Nederlands Wetteren

De toevlucht Geraardsbergen

De toevlucht Lokeren

De Som

Prisma VZW

De Iraanse evangelische Kerk

Vrouwengroep Dar al Amar

OCMW Duffel

OCMW Borsbeek

OCMW Tienen

OCMW Izegem

OCMW Eeklo

Mind Spring

Buurtwerk Leuven

Samenlevingsopbouw RIMO

FMDO

Vluchtelingenwerk Vlaanderen

Vrouwenraad Brussel

Stadsklap Antwerpen

Onthaalbureau Limburg

VormingPlus Limburg

Antwerp Iranian

Gastvrij Hasselt

CAW Oost-Vlaanderen

Opmerking: Dit zijn enkel de organisaties van wie ik een positieve respons kreeg.

U kan een lijst opvragen van alle organisaties die ik gecontacteerd heb.

Page 52: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

15

5. Factoranalyses

TABEL 4: FACTORANALYSE GENDEROPVATTINGEN

(op 10 items uitgevoerd)

Factoren

1

Huisvrouw zijn geeft net zoveel voldoening als het hebben van een volwaardige job 0,578

Dochters moeten hun vader gehoorzamen tot aan het huwelijk 0,612

In een huwelijk dient de man hoger opgeleid te zijn dan de vrouw 0,764

Vrouwen mogen enkel geholpen worden door vrouwelijke dokters 0,67

De voornaamste taak van de vrouw is het moederschap 0,542

Vrouwen moeten hun mening voor zich houden bij een discussie met hun echtgenoot 0,439

Aan het hoofd van het gezin staat een man 0,761

In een huwelijk dient de man ouder te zijn dan de vrouw 0,671

Eigenwaarde 3,815

Verklaarde variantie 47,682

KMO = 0,822

Bartlett = 289,561***

TABEL 3: EXPLORATIEVE FACTORANALYSE ACCULTURATIE ITEMS

Factoren

1 2 3 4 5 6

Ik heb veel sociale contacten met personen die afkomstig zijn uit mijn

herkomstland -0,135 0,329 -0,380 0,843 0,101 0,073

Ik versta anderen goed wanneer ze in het Vlaams spreken 0,695 -0,020 0,029 0,089 -0,165 -0,386

Ik ken de cultuur en tradities van mijn herkomstland goed 0,175 0,457 -0,023 -0,059 -0,102 0,179

Ik kan goed mijn weg vinden bij de Vlaamse samenleving 0,638 -0,093 0,230 0,205 0,247 -0,138

Ik volg het nieuws van mijn herkomstland -0,035 0,278 0,184 0,238 -0,202 -0,06

Ik doe mee aan Vlaamse activiteiten en feesten 0,637 0,083 0,031 0,055 0,137 0,08

Ik leef volgens de waarden van mijn herkomstland -0,151 0,702 0,311 -0,025 -0,001 0,038

Ik leef volgens regels die gelden in de Vlaamse cultuur 0,302 -0,057 0,072 0,259 0,145 0,328

Ik kan iets wat ik heb meegemaakt gemakkelijk vertellen in mijn moedertaal 0,459 0,408 -0,495 -0,417 0,036 -0,105

Ik doe vaak dingen samen met Vlamingen 0,726 -0,231 0,052 0,008 0,218 0,088

Ik kan iets wat ik meegemaakt heb makkelijk in het Vlaams vertellen 0,806 -0,114 0,076 0,193 -0,087 -0,309

Ik versta anderen goed wanneer ze iets vertellen in mijn moedertaal 0,180 0,641 -0,215 -0,067 -0,018 -0,035

Ik ken de Vlaamse cultuur en tradities goed 0,872 -0,034 0,125 0,001 0,106 -0,025

Ik kan goed mijn weg vinden binnen de samenleving van mijn herkomstland 0,377 0,434 -0,300 -0,124 0,056 -0,012

Ik volg het Vlaamse nieuws 0,652 0,008 0,127 0,050 -0,673 0,268

Ik doe mee aan activiteiten en feesten van mijn herkomstland -0,088 0,308 0,413 0,000 0,068 -0,019

Ik leef volgens de Vlaamse waarden 0,651 0,001 0,066 -0,209 0,278 0,284

Ik leef volgens regels die gelden in de cultuur van mijn herkomstland -0,064 0,627 0,507 -0,040 0,109 -0,073

Ik heb veel sociale contacten met Vlamingen 0,731 -0,060 -0,076 -0,015 -0,134 0,128

Ik doe vaak dingen samen met anderen afkomstig uit mijn herkomstland 0,150 0,306 -0,218 0,154 0,035 -0,039

Eigenwaarde 5,530 2,793 1,681 1,416 1,179 1,060

Verklaarde variantie 27,65 13,963 8,406 7,079 5,893 5,300

KMO = 0,738

Bartlett = 773,387***

Page 53: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

16

TABEL 6: FACTORANALYSE BESLISSINGSMACHT

(Op 8 items uitgevoerd)

Factoren

1

Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake de school en de studierichting van jullie kinderen? 0,834

Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake dagelijkse uitgaven? 0,605

Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake het kopen/huren van een huis? 0,615

Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake buitenschoolse activiteiten van jullie kinderen? 0,677

Wie van jullie beiden neemt beslissingen inzake doktersbezoeken? 0,591

Eigenwaarde 2,682

Verklaarde variantie 53,633

KMO = 0,777

Bartlett = 85,493***

TABEL 7: FACTORANALYSE TRADITIONELE ROLVERDELING

(Op 11 items uitgevoerd)

Factoren

1

Wie van jullie beiden staat in voor het aankleden van de kinderen? 0,774

Wie van jullie beiden staat in voor het doen van de vaat? 0,818

Wie van jullie beiden staat in voor het in bed stoppen van de kinderen? 0,778

Wie van jullie beiden staat in voor het bereiden van maaltijden? 0,715

Wie van jullie beiden staat in voor het poetsen van het huis? 0,923

Wie van jullie beiden staat in voor het strijkwerk? 0,65

Eigenwaarde 3,965

Verklaarde variantie 66,075

KMO = 0,878

Bartlett = 173,334***

TABEL 5: FACTORANALYSE CULTURELE GEDRAGINGEN

(op 10 items uitgevoerd)

Factoren

1

Ik versta anderen goed wanneer ze in het Vlaams spreken 0,699

Ik kan goed mijn weg vinden bij de Vlaamse samenleving 0,671

Ik doe mee aan Vlaamse activiteiten en feesten 0,707

Ik doe vaak dingen samen met Vlamingen 0,798

Ik kan iets wat ik meegemaakt heb makkelijk in het Vlaams vertellen 0,841

Ik ken de Vlaamse cultuur en tradities goed 0,867

Ik volg het Vlaamse nieuws 0,635

Ik leef volgens de Vlaamse waarden 0,684

Ik heb veel sociale contacten met Vlamingen 0,764

Eigenwaarde 5,53

Verklaarde variantie 27,65

KMO = 0,866

Bartlett = 472,705***

Page 54: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

17

6. Associaties en correlaties

Tabel 8 en 9 geven de resultaten weer van de bivariate analyse. Voor categorische variabelen wordt

telkens de associatiemaat, chi², weergegeven. Voor metrische variabelen wordt de bivariate

correlatiecoëfficiënt weergegeven.

Uit tabel 8 blijkt een significant verband tussen gedragsmatige culturele acculturatie enerzijds en

lengte van residentie en de index voor machtsverschillen anderzijds. Deze bivariate verbanden geven

een eerste indicatie. Ten eerste wordt bevestiging gevonden voor de eerste hypothese: een langer

verblijf in het gastland resulteert in een grotere gedragsmatige oriëntatie naar de gastcultuur. Ten

tweede oefent ook het machtsverschil tussen partners een invloed uit: vrouwen die zich onttrokken

hebben aan de machtspositie van de man, vertonen een hogere mate van cultureel aangepast gedrag.

Dit ligt in de lijn van onze verwachtingen. We negeren de mogelijke verbanden tussen bepaalde

manieren van contactopname en de afhankelijke variabele, daar dit waarschijnlijk toe te schrijven is

aan het beperkte aantal respondenten in de categorieën.

Uit tabel 9 blijkt een significant verband tussen genderopvattingen enerzijds en lengte van residentie,

de index voor machtsverschillen , leeftijd bij aankomst, herkomst en religieuze denominatie

anderzijds. Deze resultaten doen een aantal zaken vermoeden. Ten eerste verwachten we dat vrouwen

met een langer verblijf in het gastland blijk geven van meer gender egalitaire opvattingen. Ten tweede

vermoeden we dat de afwezigheid van patriarchale machtsstructuren leidt tot een grotere oriëntatie

naar het gendergelijkheidsideaal. Ten derde geeft ook een jongere leeftijd bij aankomst blijk van een

meer egalitaire visie. Tot slot beïnvloedt de herkomst en de religieuze denominatie de mate waarin

men attitudinaal gericht is op de idee van gendergelijkheid. Dit alles ligt in de lijn van de

verwachtingen.

Page 55: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

18

7. Assumpties

Om met meervoudige regressie goede resultaten te bekomen (d.w.z. niet vertekende en efficiënte

schattingsparameters), moeten een aantal assumpties vervuld zijn. Echter, zelden zijn alle assumpties

100% vervuld, zoals ook hier het geval is. Toch kan gebruik worden gemaakt van een lineaire

regressie, omdat deze regressietechniek vrij robuust is. Zolang de assumpties niet flagrant geschonden

zijn, zijn de schattingen toch nog tamelijk onvertekend en efficiënt.(Van Rossem, 2012, p.43).

7.1. Residuen zijn normaal verdeeld

Deze assumptie veronderstelt dat op elk punt van X de waarden van de errortermen normaal verdeeld

moeten zijn (Van Rossem, 2012, p.44). Figuur 1 geeft het histogram weer van de residuen voor de

afhankelijke variabele gedragsmatige acculturatie. We zien dat deze min of meer normaal verdeeld

zijn, wat ook bevestigd wordt door de normaliteitsplot: de punten liggen op één rechte lijn (Figuur 2).

Figuur 3 geeft het histogram weer van de residuen voor de afhankelijke variabele attitudinale

TABEL 8: ASSOCIATIES EN CORRELATIES MET

CULTURELE GEDRAGINGEN

Kenmerk χ² r

HOOFDVARIABELEN

Lengte van residentie 0,495***

Index machtsverschillen 0,309***

Leeftijd bij aankomst -0,165

Herkomst 43,43

SES

Arbeidersklasse 47,30

Hogere klasse 67,03

Opleidingsniveau

Secundair onderwijs 58,22

Hoger onderwijs 56,34

CONTROLEVARIABELEN

Religieuze denominatie 43,55

Subjectieve tevredenheid 56,06

Gepercipieerde discriminatie 47,61

Manier van contactopname

Uit eigen sociaal netwerk 29,24

Via iemand uit eigen 65,30**

sociaal netwerk

Via andere respondenten 64,56*

Via religieuze organisatie 51,65

Via sociale media 72,14**

Significatie: *0,10 **0,05

***0,010

TABEL 9: ASSOCIATIES EN CORRELATIES MET

GENDEROPVATTINGEN

Kenmerk χ² r

HOOFDVARIABELEN

Lengte van residentie -0,221**

Index machtsverschillen -0,421***

Leeftijd bij aankomst 0,205**

Herkomst 69,98***

SES

Arbeidersklasse 46,18

Hogere klasse 42,16

Opleidingsniveau

Secundair onderwijs 44,07

Hoger onderwijs 38,29

CONTROLEVARIABELEN

Religieuze denominatie 59,38*

Subjectieve tevredenheid 40,09

Gepercipieerde discriminatie 52,35

Manier van contactopname

Uit eigen sociaal netwerk 23,19

Via iemand uit eigen 23,59

sociaal netwerk

Via andere respondenten 27,72

Via religieuze organisatie 43,66

Via sociale media 95,91***

Significatie: *0,10 **0,05

***0,010

Page 56: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

19

acculturatie. Ook hier zien we een min of meer normaal verdeling, wat eveneens blijkt uit de

normaliteitsplot (Figuur 4).

Figuur 1: Histogram van de residuen voor de afhankelijke variabele culturele gedragingen

Figuur 2: Normaliteitsplot van de residuen voor de afhankelijke variabele culturele gedragingen

Page 57: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

20

Figuur 3: Histogram van de residuen voor de afhankelijke variabele genderopvattingen

Figuur 4: Normaliteitsplot van de residuen voor de afhankelijke variabele genderopvattingen

Page 58: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

21

7.2. Onafhankelijkheid

Om de onafhankelijkheidsassumptie te testen, wordt de Durbin-Watson test uitgevoerd. Bij de analyse

m.b.t. culturele gedragingen wordt een waarde bekomen van 1,567 en bij de analyse m.b.t.

genderopvattingen een waarde van 1,709, wat wijst op autocorrelatie. Dit kan hoogst waarschijnlijk

worden toegeschreven aan het gebruikte steekproefdesign: er werd geen gebruik gemaakt van een

aselecte steekproef, maar respondenten werden geselecteerd op basis van het bereikbaarheidscriterium.

Dit kan leiden tot valse autocorrelatie (Van Rossem, 2012, p.48-49). Wanneer autocorrelatie optreedt,

leidt dit meestal niet tot vertekende regressiecoëfficiënten. Het vergt echter wel opnieuw enige

voorzichtigheid bij de interpretatie van het significantieniveau.

7.3. Homoscedasticiteit en lineariteit

De homoscedasticiteit assumptie gaat na of de residuen een constante variantie hebben, die niet

afhankelijk is van de observatie (Van Rossem, 2012, p.45). Tegelijkertijd wordt er nagegaan of de

effecten van de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabelen allemaal kunnen worden

geschreven als lineaire, additieve effecten.

Figuur 5: Scatterplots voor de afhankelijke variabele culturele gedragingen

Page 59: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

22

Figuur 6: Scatterplots voor de afhankelijke variabele genderopvattingen

Figuur 5 en 6 vertonen een licht heteroscedastisch patroon. Opnieuw is dit niet problematisch voor de

analyse: enkel de standaardfouten van de regressiecoëfficiënten zijn niet langer betrouwbaar (Van

Rossem, 2012, p.46). Aan de lineariteit assumptie is wel min of meer voldaan.

7.4. Multicollineariteit

Tabel 8 geeft de variance inflation factor weer per onafhankelijke variabele. Aangezien deze enkel

berekend wordt voor de onafhankelijke variabelen, heeft de keuze van de afhankelijke variabele geen

impact op de resultaten. Wanneer deze hoger is dan 10 wijst dit op multicollineariteit (d.w.z. dat er

sprake is van sterk correlerende onafhankelijke variabelen). Aangezien alle VIF-scores onder deze

afgesproken waarde blijven, is er geen sprake van multicollineariteit. De afwezigheid van hoge

bivariate correlatiecoëfficiënten (zie tabel 9) was hier een eerste indicatie voor.

Page 60: Wetenschappelijk artikel - Ghent University...149): “Acculturation comprehends those phenomena which result when groups of individuals having different cultures come into continuous

23

TABEL 10: VARIANCE INFLATION FACTOR

Kenmerk VIF

HOOFDVARIABELEN

Lengte van residentie 1,876

Index machtsverhoudingen 1,671

Leeftijd bij aankomst 1,299

Herkomst 3,446

Sociaal economische status

Arbeidersklasse 1,798

Hogere klasse 1,784

Opleidingsniveau

Secundair onderwijs 1,819

Hoger onderwijs 2,265

CONTROLEVARIABELEN

Religieuze denominatie 4,150

Subjectieve tevredenheid 1,744

Gepercipieerde discriminatie 1,711

Manier van contactopname

Uit eigen sociaal netwerk 1,108

Via iemand uit eigen sociaal netwerk 1,367

Via andere respondenten 2,068

Via religieuze organisaties 3,613

Via sociale media 1,353

Tabel 11: Correlatiematrix

2 3 4 5

(1) Culturele gedragingen -0,398** 0,495** 0,309** -0,165

(2) Genderopvattingen -0,221* -0,421* 0,205*

(3) Lengte van residentie 0,151 -0,244**

(4) Index machtsverschillen -0,004

(5) Leeftijd bij aankomst

Significantie: * : 0,050; ** : 0,010

8. Data en syntax

De data en syntax zijn terug te vinden op de bijgevoegde Cd-rom.