Werkvertaling » Van koningen naar consuls
Transcript of Werkvertaling » Van koningen naar consuls
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 1/20
3 Werkvertaling van de Latijnse teksten
Passages tussen ( ) geven een alternatieve of meer letterlijke vertaling of toelichting, die tussen [ ] geven aanvullingen
ten opzichte van het Latijn, waardoor de leesbaarheid van de vertaling wordt vergroot. De paginanummering (pag. 11
etc.) correspondeert met die van de Latijnse tekst in het Tekstboek.
1 Praefatio
Een zware maar mooie taak praefatio 1-5(pag. 11)
Of ik iets ga (zal) doen dat de moeite waard is als ik vanaf het begin van de stad de geschiedenis van het
Romeinse volk uitvoerig opschrijf, [dat] weet ik niet zeker en, als (gesteld dat) ik het zou weten, zou ik
het niet durven zeggen, daar ik immers zie dat de zaak (het onderwerp) zowel oud als algemeen bekend
is, aangezien steeds nieuwe schrijvers geloven dat ze ofwel in de dingen (de feiten) wat meer zekerheid
(iets zekerders) zullen aandragen of door hun schrijfkunst de ongecultiveerde tijd van vroeger 5 zullen
overtreffen. Hoe dit ook zal zijn, toch zal het mij genoegen doen voor de nagedachtenis aan de grote
verrichtingen van het voornaamste volk op aarde (van de landen) ook zelf naar beste kunnen te hebben
gezorgd; en als in zo’n grote groep schrijvers mijn roem in het duister mocht blijven (zijn), dan zou ikmezelf troosten met de beroemdheid (hoge positie) en de grootheid van hen die mijn naam zullen
belemmeren (overschaduwen). Bovendien brengt het onderwerp een enorme arbeid met zich mee, daar
het teruggaat tot verder dan zevenhonderd jaar (het zevenhonderdste jaar) en 10 daar het, begonnen
vanaf zeer kleine beginpunten zover is gegroeid dat het reeds te lijden heeft onder zijn eigen grootheid;
en ik twijfel er zeker niet aan dat voor (aan) de meesten van de lezers de eerste oorsprongen en de
dingen die het dichtst bij die oorsprongen liggen minder plezier (genot) zullen verschaffen, daar zij zich
haasten naar deze nieuwe tijd(en), waarin de krachten van een volk dat al een tijd geleden oppermachtig
was, zichzelf vernietigen: ik daarentegen zal ook deze beloning voor mijn werk nastreven, dat ik mij
afwend van de aanblik van de rampen die 15 onze tijd gedurende zoveel jaren heeft gezien, in ieder
geval zolang als ik die vroege dingen (geschiedenis) in mijn geest terughaal, vrij van elke zorg die de
geest van de (een) schrijver, hoewel niet van de waarheid [kan] doen afbuigen (afbrengen), toch
ongerust zou kunnen maken.
Rome: grootheid en moreel verval praefatio 6-9
(pag. 11) De dingen die voor de stichting van de stad of liever voordat zij gesticht moest worden, worden
overgeleverd, meer opgesierd door poëtische verhalen dan gebaseerd op (lett.: door) betrouwbare
geschiedwerken (of: meer passend bij dichterlijke verhalen dan bij betrouwbare geschiedwerken), die ben
ik 20 noch van plan te bevestigen, noch te weerleggen.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 2/20
Het verleden als voorbeeld praefatio 10-12
(pag. 12)
Dat is hetgeen wat vooral in de studie van de geschiedenis heilzaam en nuttig is, dat je 40 kijkt naar
getuigenissen van ieder voorbeeld die zijn neergelegd in een schitterend gedenkteken; daaruit kun je
voor jezelf en voor je staat nemen wat je moet navolgen (iets om na te volgen) en daaruit (kun je
nemen) wat je, omdat het schandelijk is wat zijn begin betreft en schandelijk wat zijn afloop betreft,
moet vermijden. Overigens, of de liefde voor de taak die ik op mij heb genomen bedriegt mij, of er is
nooit enige staat geweest, noch groter noch eerbiedwaardiger noch rijker aan goede voorbeelden, noch
een staat waarin zo laat hebzucht en weeldezucht zijn binnengekomen, noch waarin zo’n grote – en zo
lange tijd – 45 eer(bied) is geweest voor armoede en zuinigheid. Zo was er in die mate dat er minder
materiële goederen waren, in die mate [ook] minder begeerte: kortgeleden heeft rijkdom hebzucht en
hebben overvloedige genietingen het verlangen binnengebracht om in weelde en wellust te gronde te
gaan en alles te gronde te richten.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 3/20
5 Van Aeneas tot Romulus
De stad groeit 1.84-7(pag. 65)
Intussen groeide de stad door met zijn versterkingen steeds andere plaatsen te annexeren, omdat zij
meer met het oog op de verwachting van de toekomstige bevolking bouwden dan in overeenstemming
met wat er toen aan mensen was. Daarna, opdat de grootte van de stad niet zinloos zou zijn, opende hijom bevolking toe te voegen, met een traditionele (oude) methode van stedenstichters, die, 235 terwijl ze
een onaanzienlijke en laaggeboren menigte naar zich toe riepen, voorwendden dat er nakomelingen voor
hen geboren waren uit de aarde, die (de) plaats als vrijplaats [voor vluchtelingen] die, nu omheind, zich
bevindt (is) tussen de twee (heilige) bossen [op het Capitool], aan de linkerhand voor degenen die
afdalen. Daarheen nam uit de naburige volken een heterogene menigte zijn toevlucht, zonder
onderscheid of [iemand] vrij of slaaf was, begerig naar een nieuw leven, en dit was een begin van kracht
op weg naar de grootheid die in gang was gezet. Toen hij over krachten niet meer te klagen had, 240
verschafte hij vervolgens aan die krachten een leiding. Hij koos honderd senatoren, hetzij omdat dat
aantal genoeg was, hetzij omdat er maar (als enigen) honderd waren die tot de ‘vaderen’ konden worden
gekozen. Ze zijn in elk geval op grond van hun eer[volle positie] patres [vaderen] genoemd en hun
nageslacht patriciërs.
Een ernstig tekort aan vrouwen 1.91-5(pag. 66)
Reeds was Rome (de Romeinse zaak) zo sterk dat het tegen welke ook maar van de naburige
gemeenschappen in de oorlog opgewassen was; maar door het gebrek aan vrouwen was die grootheid
gedoemd een mensenleeftijd te duren, 245 omdat zij immers noch thuis hoop op nageslacht, noch
huwelijksverdragen met de naburen hadden. Toen zond Romulus op advies van de senaat gezanten de
naburige stammen rond om een bondgenootschap en huwelijksverdrag voor het nieuwe volk te vragen:
dat ook steden, zoals andere dingen, ontstonden uit een klein begin; dat daarna [de steden] die door
hun eigen voortreffelijkheid en de goden werden geholpen zich grote macht en een grote naam
verwierven (maakten); dat ze best wisten dat en bij het ontstaan van Rome de goden hadden geholpen,
en 250 dat ook de voortreffelijkheid niet zou ontbreken; dat ze daarom niet moesten weigeren als
mensen met mensen hun bloed en geslacht te mengen. Nergens werd het gezantschap welwillend
aangehoord: zozeer verachtten zij [hen] enerzijds, vreesden zij anderzijds zo’n grote in hun middengroeiende macht voor zich en hun nakomelingen. En door de meesten werden zij [de gezanten]
weggezonden met steeds weer de vraag of ze soms ook een (of andere) vrijplaats voor vrouwen hadden
geopend; dat zou immers pas een huwelijk op voet van gelijkheid zijn!
De list van Romulus 1.96-12(pag. 66)
255 De Romeinse (jonge)mannen (jeugd) nam[en] dit hoog op en ongetwijfeld dreigde de zaak uit te
lopen op geweld. Om daarvoor een geschikte tijd en plaats te
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 4/20
bieden organiseerde Romulus, zijn ergernis verbergend, met vooropgezette bedoeling spelen, gewijd aan
Neptunus de paardengod; hij noemde ze de Consualia. Daarna liet hij het schouwspel aankondigen aan
de naburen; en met zoveel pracht als ze in die tijd kenden of konden, bereidden zij het feest voor om
[er] een beroemde en [lang-]verwachte zaak [van] te maken. Veel 260 mensen (stervelingen) kwamen
samen, ook uit verlangen om de nieuwe stad te zien, vooral juist de dichtstbijwonenden, de bewoners
van Caenina, Crustumeria en Antemnae; nu kwam heel de menigte van de Sabijnen met kinderen en
vrouwen. Toen ze, nadat ze gastvrij in de huizen waren uitgenodigd, de ligging en de muren en de stad
vol huizen hadden gezien, verwonderden ze zich erover dat Rome (de Romeinse zaak) in zo korte tijd
gegroeid was. Toen het tijdstip van het schouwspel kwam en 265 de geesten en (met) de ogen daarop
(daarheen) gericht waren, toen ging men volgens afspraak over tot (ontstond er) geweld en
verspreidde[n] de Romeinse jongemannen (de Romeinse jeugd) zich op een gegeven teken om de
meisjes te roven. Een groot deel werd willekeurig geroofd [door degene] in wiens handen (bij wie) ieder
terechtgekomen was: enkelen, die door hun schoonheid uitmuntten en bestemd waren voor de
aanzienlijksten onder de senatoren, werden door mannen uit het volk aan wie die taak was gegeven,
naar hun huizen overgebracht (lett.: Mannen uit het volk brachten ...). Men zegt dat er één die ver boven
de anderen uitblonk in uiterlijk 270 en schoonheid door de groep van een zekere Thalassius geroofd is en
dat er, toen velen informeerden aan wie zij haar dan wel brachten, steeds weer, om te voorkomen dat
iemand [haar] geweld zou aandoen, geschreeuwd is dat zij aan Thalassius werd gebracht; dat vandaar
deze bruiloftskreet ontstaan is.
Romulus’ charmeoffensief 1.913-16(pag. 67)
Nu het schouwspel door angst verstoord was, vluchtten de bedroefde ouders van de meisjes weg, zich
beklagend over het schenden van de wet van de gastvrijheid en de god aanroepend naar wiens
plechtigheid en spelen zij waren gekomen, 275 misleid in strijd met goddelijk recht en goede trouw. Ook
voor de geroofde meisjes was de verwachting ten aanzien van henzelf niet beter of de verontwaardiging
minder. Maar Romulus zelf ging rond en legde uit dat dit gebeurd was door de trots van hun vaders die
een huwelijksverdrag aan hun naburen hadden geweigerd; zíj zouden echter (dat zij echter ...) wettig
getrouwd (in een wettig huwelijk) zijn en in gemeenschappelijk bezit zijn van alle goederen en het
burgerrecht en van het dierbaarste wat er voor het menselijk geslacht is, kinderen; ze moesten hun
woede maar tot bedaren brengen en [aan degenen] aan wie het toeval 280 hun lichamen had gegeven,
hun harten (geesten) schenken; dat vaak uit onrecht achteraf een goede verstandhouding was ontstaan;
en ze zouden er des te betere mannen aan hebben, omdat ieder voor zich zijn best zou doen om,
wanneer hij voor zijn deel zijn plicht had vervuld, ook het gemis van hun ouders en vaderland te
compenseren. Daarbij kwamen de vleierijen van de mannen, die het gebeurde verontschuldigden met
hun begeerte en liefde, wat de meest effectieve smeekbeden zijn bij het vrouwelijk gemoed.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 5/20
7 De opvolgers van Romulus
Lucumo 1.341-3(pag. 105)
410 Tijdens de regering van Ancus verhuisde Lucumo, een energiek man en machtig door zijn rijkdom,
naar Rome voornamelijk uit het verlangen naar en de hoop op grote eer, voor het verwerven waarvan in
Tarquinii geen gelegenheid was geweest – want ook daar was hij afstammend van een buitenlandsgeslacht. Hij was de zoon van de Corinthiër Demaratus, die, toen hij, van huis verbannen vanwege
opstanden, zich toevallig in Tarquinii had gevestigd, twee zonen heeft verwekt nadat hij daar was
getrouwd. Hun namen waren Lucumo en 415 Arruns. Lucumo overleefde zijn vader als erfgenaam van al
het bezit: Arruns stierf eerder dan zijn vader met achterlating van zijn zwangere vrouw. Maar de vader
overleefde zijn zoon niet lang (bleef niet overlevend); omdat hij niet wetend dat zijn schoondochter
zwanger was, was gestorven zonder rekening te houden met een kleinzoon bij het maken van zijn
testament, is aan de jongen die was geboren na de dood van zijn grootvader zonder enig aandeel in het
bezit, de naam Misdeelde gegeven ten gevolge van zijn armoede.
Tanaquil: de vrouw achter Tarquinius 1.344-7(pag. 105)
420 Voor Lucumo daarentegen, de erfgenaam van het hele bezit, heeft, hoewel zijn rijkdom hem al
zelfvertrouwen gaf, zijn huwelijk met Tanaquil dit (zelfvertrouwen) vergroot, (Tanaquil) geboren in de
hoogste stand en (iemand) die niet makkelijk toeliet dat die positie waarin zij was ingetrouwd lager was
dan die waarin zij was geboren. Omdat de Etrusken op Lucumo neerkeken omdat hij afstamde van een
verbannen vreemdeling, kon zij de vernedering niet verdragen en terwijl ze haar aangeboren liefde
jegens haar vaderland vergat als ze haar man maar geëerd zag, 425 vatte zij het plan op om uit Tarquinii
weg te trekken. Rome scheen voor dat doel het meest geschikt: bij een nieuw volk, waar de hele adel
jong en op basis van verdienste was, zou plaats zijn voor een dapper en energiek man; de Sabijn Tatius
had [daar] geheerst, Numa was naar het koningschap ontboden vanuit de stad Cures, en Ancus was
geboren uit een Sabijnse moeder en stond in aanzien door uitsluitend een portret van Numa. Zij
overreedde hem gemakkelijk begerig als hij was naar aanzien 430 en omdat voor hem Tarquinii slechts
van moederskant zijn vaderland was. Dus nadat ze hun spullen hadden opgepakt trokken ze weg naar
Rome.
Een voorteken 1.348-9(pag. 106)
Toevallig waren ze (was men) bij de Ianiculum gekomen. Daar nam een adelaar licht omlaag glijdend op
de vlucht van zijn vleugels (met zijn zwevende vleugels) zijn vilten muts van (aan) hem weg terwijl hij
met zijn vrouw in de reiswagen zat, en boven de reiswagen heen en weer vliegend met luid gekrijs
plaatste hij hem weer behendig terug op zijn hoofd alsof hij door goddelijke beschikking voor deze dienst
gestuurd was; 435 daarna ging hij weg hoog [de lucht in]. Men zegt dat Tanaquil dit voorteken blij heeft
ontvangen, een vrouw ervaren in hemelse wondertekens zoals over het
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 6/20
algemeen de Etrusken. Haar man omhelzend droeg zij hem op verheven en hoge dingen te verwachten:
[dat namelijk] een dergelijke vogel uit een zodanige streek van de hemel en als bode van zo’n god was
gekomen; dat hij rond het hoogste punt van de man een voorteken had gegeven; dat hij het sieraad dat
door menselijke hand bovenop zijn hoofd was geplaatst had opgetild om het door goddelijke beschikking
aan dezelfde terug te geven.
Een nieuw leven, een nieuwe naam 1.3410-12(pag. 107)
440 Met deze verwachtingen en overwegingen (deze verwachtingen en overwegingen met zich mee
dragend) zijn zij de stad binnengegaan, en nadat zij daar een woning aangeschaft hadden hebben zij de
naam L.Tarquinius Priscus openbaar gemaakt. Zijn onbekendheid (nieuwheid) en rijkdom maakten hem
in de ogen van de Romeinen opvallend; en zelf hielp hij zijn lot door wie hij kon [als vriend] voor zich te
winnen met aardige woorden, door vriendelijke uitnodigingen en door zijn weldaden, totdat de verhalen
(het verhaal) over hem ook naar het paleis waren overgebracht. In korte tijd had hij deze bekendheid
445 veranderd in (gebracht naar) het recht (de rechten) op een intieme vriendschap door bij de koning
genereus en vaardig taken op zich te nemen, zodat hij evenzeer betrokken was bij staatsoverleg als bij
particulier beraad in oorlog en vrede en in alles op de proef gesteld tenslotte bij testament zelfs werd
aangesteld tot voogd voor de kinderen van de koning.
Tarquinius’ verkiezingsrede 1.351-5(pag. 107)
Ancus heeft vierentwintig jaren geregeerd, gelijk aan iedere van de vroegere koningen op het gebied van
zijn talenten en roem in oorlog en vrede. 450 Zijn zonen waren al dichtbij de volwassen leeftijd. Des te
meer drong Tarquinius erop aan dat er zo snel mogelijk een volksvergadering werd gehouden voor het
kiezen van een koning. Toen deze was aangekondigd stuurde hij de jongens tegen die tijd (van de
volksvergadering) weg om te jagen. En er wordt gezegd dat hij en als eerste uit eerzucht naar het
koningschap heeft gedongen en een redevoering heeft gehouden die geschreven was om de harten van
het volk te winnen: (hij zei) dat hij niet iets nieuws nastreefde, omdat hij niet als 455 eerste vreemdeling
in Rome het koningschap probeerde te verkrijgen, waarover iemand verontwaardigd of verwonderd zou
kunnen zijn, maar als derde; en dat Tatius niet alleen van vreemdeling maar zelfs van vijand tot koning
was gemaakt, en dat Numa zonder bekend te zijn met de stad, zonder het [ook maar] te ambiëren
notabene ontboden was voor het koningschap: dat hij sinds hij zijn eigen meester was samen met zijnvrouw en al zijn bezit naar Rome was verhuisd; dat hij een groter deel van die periode van het leven
waarin mensen hun burgerlijke plichten vervullen 460 in Rome had doorgebracht (geleefd) dan in zijn
oude vaderland; dat hij in oorlog en vrede onder leiding van een prijzenswaardig leermeester, koning
Ancus zelf, het Romeins recht en de Romeinse godsdienstige gebruiken had geleerd; dat hij in
gehoorzaamheid en eerbied tegenover de koning met allen had gewedijverd, in goedheid jegens anderen
met de koning zelf.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 7/20
Tarquinius koning 1.356(pag. 107)
Terwijl hij deze niet onjuiste feiten noemde beval het volk hem met geweldige overeenstemming om
koning te zijn. Dus de eerzucht die hij had gehad bij het dingen naar [het koningschap] 465, volgde de
man, die [ook] in overige opzichten voortreffelijk [was], zelfs toen hij koning was; en niet minder
bedacht op het versterken van zijn koningschap dan op het uitbreiden van de staat koos hij honderd
[vaders] tot senatoren die vervolgens [vaders] van de mindere families zijn genoemd, een geenszins
onzekere aanhang van de koning door wiens weldaad zij in de senaat waren gekomen.
Het wonderteken 1.391-3(pag. 108)
470 In die tijd deed zich in het paleis een wonderteken voor verwonderlijk wat betreft aanblik en afloop.
Men zegt dat onder de ogen van velen van (voor) een jongen, die Servius Tullius heette, zijn hoofd in
brand stond terwijl hij lag te slapen; dat toen er dus daardoor een zeer luid geschreeuw was
losgebarsten bij zo’n groot wonder het koninklijk paar was gealarmeerd, en dat, toen iemand van de
dienaren water bracht om te blussen, die/hij tegengehouden is door de koningin, en dat zij nadat het
tumult tot bedaren was gebracht had verboden dat de jongen bewogen werd totdat 475 hij uit zichzelf
ontwaakt zou zijn; dat weldra met de slaap ook het vuur was verdwenen. Toen zei Tanaquil nadat zij
haar man apart had genomen: ‘Zie jij deze jongen die wij met zo’ n nederige levenswijze opvoeden? Je
kunt er zeker van zijn dat deze eens de redding (het licht) zal zijn voor onze onzekere situatie en eenbescherming voor het (geteisterde) koninklijk huis in tijd van tegenspoed; laten wij daarom deze (de)
bron voor geweldige eer voor de staat en voor [ons] persoonlijk met zorg van onze kant grootbrengen.’
De gevolgen voor Servius 1.394(pag. 108)
480 [Men zegt] dat van toen af aan men is begonnen de jongen te beschouwen als een eigen kind
(vrijgeborene) en op te leiden in studies waardoor talenten aangevuurd worden tot een beschaving die
past bij een hoge positie/status. Het gebeurde gemakkelijk omdat het de goden ter harte ging: hij
ontwikkelde zich tot een jongeman van waarlijk koninklijk karakter en niet, toen Tarquinius voor zichzelf
een schoonzoon zocht (toen er voor Tarquinius een schoonzoon gezocht werd), kon iemand van de
Romeinse jeugd wat betreft enige eigenschap vergeleken worden [met hem], en de koning heeft zijn
dochter met hem verloofd.
Servius’ afkomst 1.395-6(pag. 108)
485 Het feit dat deze zo grote eer aan hem om welke reden dan ook werd verleend verhindert te geloven
dat hij geboren is uit een slavin en dat hij als klein jongetje zelf slaaf is geweest. Ik ben meer de mening
toegedaan van hen die vertellen dat na de inname van Corniculum de echtgenote van Servius Tullius, die
de leider in die stad was geweest, [dat de echtgenote] hoogzwanger, nadat haar man gedood was, in
Rome gebaard heeft in het huis van Priscus Tarquinius nadat zij vanwege haar
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 8/20
buitengewone adel door de Romeinse koningin tegen slavernij was beschermd, toen zij tussen de overige
krijgsgevangen [vrouwen] was herkend; 490 [dat] daardoor door de zo grote weldaad én de
vertrouwelijke omgang tussen de vrouwen is toegenomen én de jongen, aangezien hij van kleins af aan
was opgevoed in het huis, geliefd en geëerd (in liefde en eer) is geweest; dat het lot van zijn moeder,
namelijk dat zij na de inname van haar vaderstad in de handen van de vijand kwam, heeft gemaakt dat
men geloofde dat hij (hij geloofd werd) uit een slavin geboren was (geboren te zijn).
Het complot van Ancus’ zonen 1.401-3(pag. 109)
In ongeveer het achtendertigste jaar sinds Tarquinius was begonnen koning te zijn, stond Servius Tullius
niet 495 alleen bij de koning maar bij de senatoren en bij het volk veruit in het hoogste aanzien. Toen,
hoewel de twee zoons van Ancus het vroeger altijd als zeer schandelijk beschouwd hadden dat zij van
het koningschap van hun vader verstoten waren door bedrog van hun voogd, dat in Rome een
vreemdeling [die] niet alleen niet van naburige maar zelfs niet van Italische oorsprong [was] heerste,
toen nam bij (voor) hen de verontwaardiging heftiger toe vanwege het feit dat het koningschap zelfs niet
meteen na Tarquinius bij hen terug zou komen, maar hals over kop na Tarquinius verder 500 zou vallen
in de handen van slaven zodat in dezelfde staat ongeveer in het honderdste jaar nadat Romulus
afstammend van een god zelf een god [daar] het koningschap had gehad zolang als hij op aarde was,
[dat daar] Servius, een slaaf geboren uit een slavin, dat [koningschap] bezat. Dat dit zowel een
algemene schande zou zijn voor de Romeinse naam als in het bijzonder voor hun eigen huis, als, terwijl
de mannelijke tak van koning Ancus in leven was, de heerschappij in Rome zou openstaan niet alleen
voor vreemdelingen maar zelfs voor slaven.
De aanslag op Tarquinius 1.404-7(pag. 109)
505 Dus besloten zij deze belediging met het zwaard af te weren; maar én de ergernis over het onrecht
hitste hen meer tegen Tarquinius zelf op dan tegen Servius én het feit dat de koning, als hij in leven zou
blijven, een strengere wreker van de moord zou zijn dan een burger; verder dachten ze dat nadat
Servius vermoord was [de koning] weer (dezelfde) tot erfgenaam van het koningschap zou maken welke
ander hij ook maar tot schoonzoon gekozen zou hebben; om deze (redenen) werd er een aanslag
voorbereid op de koning zelf. De twee strijdlustigste [mannen] die uit de herders uitgekozen waren voor
deze daad, 510 elk van beide gewapend met de ijzeren landbouwwerktuigen waaraan ze gewend waren,richtten in de voorhof van het paleis door zo rumoerig mogelijk ruzie voor te wenden (door de schijn van
ruzie) [de aandacht van] alle koninklijke dienaren op zich; daaropvolgend, toen beiden de koning te hulp
riepen en hun geschreeuw het paleis diep binnenin had bereikt, gingen zij, toen ze bij de koning werden
geroepen, verder naar hem. Eerst schreeuwden beiden en om het hardst onderbrak de een de ander;
bedwongen door de lictor
515 en bevolen beurtelings te spreken hielden ze eindelijk op [elkaar] te onder-
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 9/20
breken; een begon volgens afspraak met zijn zaak. Toen de koning oplettend zich geheel afwendde naar
hem, heeft de ander een opgeheven bijl op zijn hoofd laten vallen, en met achterlating van het wapen in
de wond stormden beiden naar buiten.
Tarquinius’ dood, Tanaquils optreden 1.411-3(pag. 109)
Nadat de omstanders de stervende Tarquinius hadden opgevangen grepen de lictoren hen toen ze
vluchtten. 520 Daarna was er geschreeuw en een oploop van het volk dat zich verwonderd afvroeg wat er
aan de hand was. Te midden van het tumult gaf Tanaquil het bevel het paleis te sluiten, de ooggetuigen
verwijderde zij. Tegelijk bereidde zij druk die dingen voor die noodzakelijk zijn voor het verzorgen van
een wond, alsof er nog hoop (onder) was, en beraamde zij andere middelen ter bescherming, mocht de
hoop (haar) in de steek laten. Nadat Servius er haastig bijgeroepen was smeekte zij (hem), toen zij haar
bijna dode man had laten zien, terwijl zij zijn rechterhand vasthield, dat hij niet toeliet dat de dood van
zijn schoonvader ongewroken zou zijn, 525 dat hij niet toeliet dat zijn schoonmoeder tot mikpunt van
spot zou dienen voor haar vijanden. ‘Van jou Servius’, zei ze, ‘is het koninkrijk, als je een man bent, niet
van hen die met de handen van anderen een zeer slechte daad hebben begaan. Richt je op en volg de
goden als leiders (de goden) die voorspeld hebben dat dit hoofd beroemd zou zijn nadat ze er ooit een
goddelijk vuur omheen gegoten hadden. Laat nu die hemelse vlam jou aanvuren; nu moet je werkelijk
ontwaken. Ook wij hebben als vreemdelingen geregeerd; bedenk wie je bent, niet waarvandaan je
geboren bent. 530 Als jouw plannen door de plotselinge situatie verlamd zijn, volg dan tenminste mijn
plannen.’
Het volk misleid 1.414-5(pag. 110)
Toen het geschreeuw en de aandrang van de menigte nauwelijks verdragen konden worden, sprak
Tanaquil het volk toe vanuit een hoger gedeelte van het huis door de ramen die uitkeken op de Nova via
– want de koning woonde bij de tempel van Jupiter Stator. Zij vroeg met klem om goede moed te
hebben; [zeggend] 535 dat de koning verdoofd was geweest door een plotselinge klap; dat het zwaard
niet diep in zijn lichaam was binnengedrongen; dat hij al bij kennis was gekomen; dat de wond was
onderzocht nadat het bloed was afgeveegd; dat alles er gezond uitzag; dat zij erop vertrouwde dat zij
hem binnenkort zelf zouden zien; dat [de koning] het volk beval intussen de bevelen op te volgen van
Servius Tullius; dat die recht zou spreken en andere taken van de koning op zich zou nemen.
Servius speelt zijn rol 1.416-7(pag. 111)
540 Servius kwam gehuld in een statiekleed en met lictoren te voorschijn en zittend in de koninklijke
zetel besloot hij sommige zaken, over andere zaken deed hij alsof hij de koning zou raadplegen. En zo
heeft hij gedurende enige dagen nadat Tarquinius al gestorven was, omdat zijn dood verborgen was
gehouden, zijn eigen macht versterkt onder het mom (door de schijn) van het vervullen van andermans
taak; toen pas is het bekend geworden omdat er in het paleis een weeklacht was opgeklonken. Servius
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 10/20
beschermd door een sterke gewapende escorte regeerde als eerste zonder bevel van het volk, 545
[maar] met de wil van de senatoren. De kinderen van Ancus waren op dat moment al, nadat hun helpers
bij de misdaad gegrepen waren, zodra bericht werd dat de koning leefde en dat de macht van Servius zo
groot was, naar Suessa Pometia gegaan om in ballingschap te leven.
Verzet van Lucius Tarquinius 1.461-2(pag. 111)
Hoewel Servius door gewoonte het koningschap al zonder twijfel bezat heeft hij toch, omdat hij hoorde
dat er soms door de jonge Tarquinius praatjes werden rondgestrooid dat hij zonder bevel van het volk
regeerde, 550 eerst de gunstige gezindheid van het volk voor zich gewonnen door het land dat was
buitgemaakt op de vijanden per persoon te verdelen en het [vervolgens] aangedurfd om aan het volk
voor te leggen of zij overeenkomstig hun wil bevalen dat hij regeerde; en hij is met zo’n grote
eenstemmigheid als waarmee geen enkel ander tevoren tot koning uitgeroepen. Maar niet heeft deze
zaak voor Tarquinius de hoop [op succes] bij het streven naar het koningschap verminderd; nee
integendeel, omdat hij had gemerkt dat er over het land voor (van) het volk werd onderhandeld tegen de
wil van de senatoren, meende hij dat hem de gelegenheid was gegeven om Servius des te heftiger te
belasteren 555 bij de senatoren en [zelf] meer macht te krijgen in de senaat, [omdat hij] en zelf een
heetgebakerde jongeman [was] en omdat thuis zijn echtgenote Tullia zijn rusteloze geest ophitste.
Een familiedrama 1.463-9(pag. 112)
Want ook het Romeinse koninklijk huis heeft een voorbeeld van een tragische mis-daad geleverd, met
het gevolg dat door de afkeer van koningen de vrijheid vroeger kwam en dat [dat] koningschap dat door
misdaad was verworven het laatste zou zijn. Deze L. Tarquinius – of hij van koning Priscus Tarquinius
een zoon of kleinzoon was is te weinig duidelijk; 560 omdat er echter meer zegslieden zijn zou ik zeggen
een zoon – had een broer gehad Arruns Tarquinius, een jongen met een zacht karakter. Met deze twee,
zoals eerder is gezegd, waren de twee Tullia’s, de dochters van de koning, getrouwd, ook zelf zeer
verschillend in karakter. Toevallig was het zo gebeurd, opdat niet de twee gewelddadige karakters door
een huwelijk verbonden werden, naar ik denk door het gunstige lot van het Romeinse volk, opdat het
koningschap van Servius des te langer zou voortbestaan (zijn) en opdat 565 de regels van de staat
vastgelegd konden worden. De onstuimige Tullia maakte zich zorgen dat haar man geen enkele aanleg
vertoonde (er niets van aanleg in haar man was) noch voor ambitie noch voor het ondernemen van eenwaagstuk; volledig afgewend naar de andere Tarquinius bewonderde zij die, noemde hem een man en
van koninklijke bloede (ontsproten aan koninklijk bloed): zij minachtte haar zuster omdat zij terwijl ze
een (echte) man had gekregen tekortschoot in vrouwelijke daadkracht. Hun gelijksoortig karakter bracht
hen snel samen, zoals gewoonlijk gebeurt: kwaad past zeer goed bij kwaad; maar het initiatief om
(begin van) alles in verwarring te brengen is van de vrouw uitgegaan. 570 Zij, gewend aan de geheime
gesprekken met de man van een ander, was niet
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 11/20
zuinig met beledigende woorden (beledigingen van woorden) over haar man tegen zijn broer, over haar
zuster tegen die haar man; en ze zei met klem dat het beter zou zijn geweest dat zij ongetrouwd [was]
en hij vrijgezel dan verbonden worden met een mindere partner zodat zij moest wegkwijnen (er moest
worden …) door het gebrek aan energie van de ander; dat als de goden haar die man zouden hebben
gegeven die zij waard was, dat zij dan binnenkort [bij haar] thuis het koningschap zou hebben gezien dat
zij nu 575 bij haar vader zag. Snel vervulde zij de jongeman van haar vermetelheid; nadat Lucius
Tarquinius en Tullia de jongere door bijna aaneengesloten begrafenissen hun huizen hadden
leeggemaakt voor een nieuw huwelijk, werden zij in de echt verbonden, eerder omdat Servius het niet
verhinderde dan omdat hij het goedkeurde.
Gevaarlijke taal 1.471-6(pag. 112)
Toen begon werkelijk met de dag de oude Tullius onveiliger te zijn, begon zijn koninklijke macht meer
bedreigd te zijn; 580 want de vrouw keek al van de ene naar de andere misdaad. Noch ’s nachts noch
overdag duldde zij dat haar man rust kreeg opdat niet de in het verleden gepleegde verwantenmoorden
zonder beloning zouden zijn: niet had aan haar iemand ontbroken met wie zij gezegd werd getrouwd te
zijn noch iemand met wie zij zwijgend onderdanig was; haar had ontbroken iemand die meende dat hij
het koningschap waard was, die zich herinnerde dat hij de zoon van Priscus Tarquinius was, die de
koninklijke macht liever wilde hebben dan erop hopen. ‘Als jij die man bent met wie ik meen dat ik
getrouwd ben, 585 dan noem ik jou en man en koning; zo niet (dan) is nu mijn situatie daarom slechter
geworden (overgegaan naar het slechtere) omdat in jou misdaad gepaard gaat met lafheid. Waarom
maak jij je niet gereed? Niet is het voor jou noodzakelijk vanuit Corinthe noch vanuit Tarquinia, zoals
voor jouw vader, een koninkrijk in den vreemde te grondvesten: jouw huisgoden en de goden van jouw
voorouders en het beeld van je vader en het koninklijke huis en in het huis de koninklijke troon en de
naam Tarquinius kiezen jou tot en noemen jou koning. Of als jij hiervoor te weinig moed bezit, 590
waarom stel je dan de burgers teleur? Waarom laat jij toe dat je gezien wordt als een prins? Val terug
naar waar je vandaan komt (oorsprong), meer lijkend op je broer dan op je vader.’ Door (hem) met deze
en andere woorden toe te snauwen hitste zij de jongeman op, en zij kon zelf geen rust krijgen bij de
gedachte dat, terwijl Tanaquil, een buitenlandse vrouw, zoveel tot stand had kunnen brengen met haar
energie dat zij twee opeenvolgende koningschappen aan haar man en meteen daarna aan haar
schoonzoon had gegeven, 595 zij zelf, van koninklijke bloede (ontstaan uit koninklijk zaad), geen enkelebeslissende invloed had op het geven en ontnemen van de koninklijke macht.
Tarquinius komt in actie 1.477-12(pag. 113)
Door deze waanzin van de vrouw aangevuurd ging Tarquinius van de een naar de ander en maakte
vooral zijn opwachting bij de hoofden (vaders) van de minder aanzienlijke families; hij herinnerde (hen)
aan de weldaad van zijn vader en vroeg in
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 12/20
ruil daarvoor een gunst terug; de jongeren verlokte hij met geschenken; niet alleen door geweldige
dingen over zichzelf te beloven maar ook door 600 beschuldigingen tegen de koning kreeg hij overal
macht. Tenslotte, toen het nu de tijd scheen voor actie, stormde hij het forum op omringd door een stoet
van gewapende mannen. Vervolgens, toen allen verschrikt waren van angst, beval hij zittend op de
koninklijke zetel voor het senaatsgebouw dat de senatoren door een heraut naar de senaat opgeroepen
werden naar hun koning Tarquinius. Zij kwamen onmiddellijk bijeen, sommigen al tevoren hierop
voorbereid, anderen uit angst dat het niet gekomen zijn (hun) tot schade zou zijn, geschokt door het
ongekende van deze wonderbaarlijke vertoning 605 en in de mening dat het al gedaan was met Servius.
Toen sprak hij laster(lijke taal) om te beginnen (beginnend bij) over zijn verste familie: als slaaf en
geboren uit een slavin had hij na de onwaardige dood van zijn vader zonder dat (niet nadat) er, zoals
vroeger, een tussenregering was aanvaard, zonder dat (niet nadat) er een volksvergadering was
gehouden, niet door toestemming van het volk, niet op gezag van de senatoren, maar door het geschenk
van een vrouw zich meester gemaakt van de koninklijke macht. Zo geboren, zo tot koning gemaakt,
weldoener van de laagste soort van de mensen waaruit hij zelf voortkwam, 610 had hij uit haat tegen de
aanzienlijkheid van anderen land dat hij had ontroofd aan de voornaamste burgers verdeeld onder de
allerlaagsten; alle lasten, die ooit gemeenschappelijk waren, had hij afgeschoven op de voornaamsten
van de staat; hij had de census ingesteld opdat het vermogen van de rijkeren op zou vallen voor afgunst
en klaar lag voor hem opdat hij daarvan, zodra hij wilde, rijkelijk uitdeelde aan de zeer armen.
Een persoonlijk drama 1.581-5(pag. 129)
Nadat er enkele dagen tussen waren verlopen, kwam Sextus Tarquinius buiten medeweten van Collatinus
met één metgezel naar Collatia. 1040 Toen hij daar, na door hen, die niets vermoedden van zijn plan,
vriendelijk te zijn ontvangen, na de maaltijd naar het gastenverblijf was (over)gebracht, kwam hij,
brandend van verlangen, toen eenmaal alles om hem heen veilig genoeg en iedereen in slaap scheen [te
zijn], met getrokken zwaard naar de slapende Lucretia en, met zijn linkerhand de borst van de vrouw
neerdrukkend, zei hij: ‘Zwijg Lucretia, ik ben Sextus Tarquinius; een wapen is in mijn hand; je zult
sterven, als je een kik geeft (een geluid zult hebben laten horen)’. 1045 Toen de vrouw uit haar slaap
opgeschrikt geen hulp en de dood dreigend nabij zag, toen bekende Tarquinius zijn liefde, smeekte,
mengde dreigementen onder (met) zijn smeekbeden, zette de vrouw op alle mogelijke manieren onder
druk (wendde de geest van de vrouw naar alle kanten). Toen hij zag dat ze standvastig was en zelfs nietvan haar stuk gebracht werd door angst voor de dood, voegde hij schande toe aan de angst: hij zou
naast haar dode [lichaam] een gedode naakte slaaf neerleggen, zei hij, zodat gezegd zou worden dat zij
bij minderwaardig overspel was gedood. 1050 Toen door dat schrikbeeld de als het ware zegevierende
wellust de standvastige kuisheid had overwonnen en Tarquinius vandaar was vertrokken, opgetogen
omdat hij de eer van de vrouw had overmeesterd, stuurde Lucretia, bedroefd over zo’n grote ramp,
hetzelfde bericht naar Rome naar haar vader en naar Ardea naar haar man, dat ze elk met één trouwe
vriend moesten komen; dat het zo moest gebeuren en snel; er was iets afschuwelijks gebeurd.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 13/20
Haar wrekers Collatinus en Brutus 1.586-11(pag. 130)
1055 Spurius Lucretius kwam met Publius Valerius, zoon van Volesus, Collatinus met Lucius Iunius
Brutus, met wie [hij] toevallig naar Rome terugkeerde (terugkerend), [toen] hij door de boodschapper
van zijn vrouw was aangetroffen. Zij vonden Lucretia terwijl zij bedroefd in haar slaapkamer zat. Bij de
komst van haar verwanten welden haar tranen op en tegen haar man die vroeg: ‘Alles goed?’, zei ze:
‘Allerminst; want hoe kan het goed zijn met (wat is er [aan] goeds voor) een vrouw na verlies van haar
kuisheid? De sporen van een vreemde man, Collatinus, zijn in jouw bed; 1060 maar slechts mijn lichaam
is geschonden, mijn geest onschuldig; de dood zal [mijn] getuige zijn. Maar geef jullie (rechter)handen
[erop] en je woord van trouw dat het niet ongestraft zal zijn voor de echtbreker. Het is Sextus Tarquinius
die als vijand in plaats van gast de afgelopen (vorige) nacht met geweld een genoegen, dodelijk voor mij
en voor hemzelf – als jullie [tenminste] mannen zijn – vanhier heeft meegenomen.’ Allen gaven een voor
een hun woord; zij probeerden [haar] die bedroefd was in haar hart te troosten door de schuld af te
wentelen van haar die gedwongen was op de dader van het misdrijf: de geest 1065 zondigt [zeiden ze],
niet het lichaam en waar geen opzet is geweest (vanwaar de opzet afwezig is geweest), is geen schuld.
‘Jullie’, zei ze, ‘moeten maar zien wat hij verdient (hem verschuldigd is): ik, ook al spreek ik mij vrij van
zonde, onttrek (bevrijd) mij niet aan (van) de straf; en niet één onkuise vrouw zal hierna door het
voorbeeld van Lucretia leven.’ Een mes dat zij onder haar kleding verborgen hield, dat stak zij in haar
hart en voorover zakkend in haar wond viel zij stervend neer. Haar man schreeuwde het uit en haar
vader.
De eed van Brutus 1.591-2(pag. 130)
Terwijl zij in beslag genomen waren door hun verdriet, 1070 zei Brutus het mes dat hij had getrokken uit
de wond van Lucretia (was getrokken) druipend van het bloed voor zich uit houdend: ‘Bij dit vóór het
door een koningszoon begane onrecht zeer kuise bloed zweer ik en U, goden, maak ik tot mijn getuigen
dat ik Lucius Tarquinius Superbus 35 met zijn misdadige echtgenote en zijn hele nageslacht van kinderen
te vuur en te zwaard, met welk geweld ik verder ook maar kan, zal vervolgen en niet zal dulden dat zij
noch iemand anders koning zijn in Rome.’ 1075 Daarna overhandigde hij het mes aan Collatinus,
vervolgens aan Lucretius en Valerius, die zich verbaasden over het wonder van de zaak, vanwaar deze
nieuwe geest in Brutus’ borst [was gekomen]. Zoals bevolen was, zwoeren zij; en, geheel omgeslagen
van rouw naar woede, volgden zij Brutus die nu meteen [op]riep tot het vernietigen van het
koningschap, als leider.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 14/20
Afschuw in Collatia en Rome 1.593-7(pag. 131)
Ze brachten het lichaam van Lucretia dat ze het huis hadden uitgedragen over naar het forum, en ruiden
[daardoor] – zoals dat nu eenmaal gaat 1080 – de mensen op door verwondering en verontwaardiging
over de ongehoorde zaak. Ieder voor zich klaagden zij over de gewelddadige misdaad (misdaad en
geweld) door de koningszoon begaan. Niet alleen het verdriet van de vader raakte [hen], maar ook de
kritiek van Brutus op hun tranen en zinloze klachten en het feit dat hij het initiatief nam tot dat wat
paste bij (echte) mannen, bij Romeinen: de wapens opnemen tegen hen die de euvele moed hadden
gehad zich als vijanden te gedragen (vijandige dingen hadden gewaagd). Juist de meest strijdlustige van
de jonge mannen verschenen vrijwillig met hun wapens; ook de overige jeugd volgde. Vervolgens, 1085
nadat er een bezetting was achtergelaten bij de poorten van Collatia en er bewakers waren opgesteld,
opdat niet iemand deze opstand aan de koninklijke familie zou melden, vertrokken de overigen onder
leiding van Brutus gewapend richting Rome. Zodra men daar was aangekomen veroorzaakte de
gewapende menigte, overal waar deze langs trok, angst en verwarring; aan de andere kant, toen zij de
eersten van de staat voorop zagen lopen, meenden zij dat, wat het ook was, dat het niet zomaar was. En
de afschuwelijke gebeurtenis veroorzaakte in Rome niet minder beroering van de geesten 1090 dan het in
Collatia had veroorzaakt; dus rende men vanuit alle delen (plaatsen) van de stad naar het forum. Zodra
men daar gekomen was, riep een heraut het volk bijeen naar de commandant van de cavalerie, (in) welk
ambt Brutus toen toevallig bekleedde (was).
Brutus’ redevoering op het Forum, revolutie 1.598-10(pag. 131)
Daar hield hij (is gehouden) een redevoering volstrekt niet in overeenstemming met die geest en dat
karakter dat hij tot die dag had voorgewend (was voorgewend), over de gewelddadige wellust (het
geweld en de wellust) van Sextus Tarquinius, over de afschuwelijke verkrachting van Lucretia 1095 en
haar jammerlijke gewelddadige dood, over het verlies van Tricipitinus, voor wie de oorzaak van de dood
van zijn dochter smadelijker en beklagenswaardiger was dan [die] dood [zelf]. Hij voegde eraan toe (er
is aan toegevoegd) de arrogantie van de koning zelf en de ellende en het geploeter van het volk dat
onder de grond gestuurd was voor het uitgraven van grachten en riolen; dat Romeinse mannen,
overwinnaars van alle volkeren rondom [hen], tot bouwvakkers en steenhouwers gemaakt waren in
plaats van strijders. Hij bracht de schandelijke moord op koning Servius Tullius in herinnering (is in
herinnering gebracht) 1100 en het feit dat zijn dochter met haar goddeloze wagen over het lichaam vanhaar vader was gereden, en hij riep de wrekende goden van ouders aan (zijn aangeroepen).
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 15/20
De Tarquinii verdreven 1.5911-13–601-2(pag. 132)
Nadat hij deze dingen in herinnering had gebracht en, naar ik denk, afschuwelijker feiten, die de
verontwaardiging van dat moment over de gebeurtenissen [hem] ingaf [maar] die voor
geschiedschrijvers absoluut niet makkelijk om te vertellen zijn, heeft hij de menigte, [hierdoor] in vuur
en vlam gezet, ertoe gebracht om de koning zijn macht te ontnemen en het bevel uit te vaardigen dat L.
Tarquinius samen met zijn vrouw en kinderen ballingen waren. Zelf is hij, nadat hij jongemannen, die
zich uit eigen beweging meldden, 1105 had uitgekozen en bewapend, naar Ardea naar het legerkamp
vertrokken om daarvandaan het leger op te ruien tegen de koning: het opperbevel in de stad liet hij over
aan Lucretius die al eerder door de koning tot prefect van de stad was aangesteld. Temidden van dit
tumult ontvluchtte Tullia haar huis, terwijl mannen en vrouwen waar ze ook maar langs kwam [haar]
vervloekten en de wraakgodinnen van haar ouders aanriepen.
1110 Toen de koning, nadat er berichten over deze gebeurtenissen naar het legerkamp waren
overgebracht, angstig door de onverwachte ontwikkelingen zich naar Rome begaf om het oproer te
onderdrukken, veranderde Brutus zijn weg – want hij had van zijn komst vernomen – om hem niet tegen
te komen; en bijna op hetzelfde moment kwamen langs verschillende routes Brutus in Ardea, Tarquinius
in Rome. Voor Tarquinius werden de poorten gesloten en [hem] werd ballingschap aangezegd: [maar] de
bevrijder van de stad is door het legerkamp vol vreugde ontvangen (heeft ontvangen), en de zonen
(kinderen) van de koning zijn vandaar verdreven. Twee zijn hun vader gevolgd, 1115 die om in
ballingschap te gaan naar Caere naar de Etrusken gingen. Sextus Tarquinius die naar Gabii vertrok als
was het (naar) zijn eigen koninkrijk is gedood door wrekers van oude vetes, die hij voor zichzelf had
veroorzaakt door moorden en roverij.
Terugblik 1.603(pag. 132)
L.Tarquinius Superbus heeft vijfentwintig jaar geregeerd. In Rome is er door koningen geregeerd 1120
vanaf de stichting van de stad tot aan haar bevrijding gedurende tweehonderd vierenveertig jaar.
Vervolgens zijn er twee consuls gekozen in de comitia centuriata door de stadsprefect volgens de
voorschriften van Ser. Tullius, L. Iunius Brutus en L. Tarquinius Collatinus.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 16/20
8 Het begin van de republiek
Lars Porsenna: een geduchte vijand 2.91-5(pag. 143)
235 Daarna werden P. Valerius voor de tweede keer en T. Lucretius consul(s). De Tarquiniërs hadden
toen (lett. al) hun toevlucht gezocht bij Lars Porsenna, de koning van Clusium. Daar, terwijl (doordat) ze
advies en smeekbeden mengden, smeekten ze nu eens dat hij niet zou dulden dat zij, afkomstig uit de
Etrusken, van hetzelfde bloed en [dezelfde] naam, behoeftig (in armoede) in ballingschap zouden leven,
[en] spoorden [hem] dan weer ook aan dat hij niet de opkomende gewoonte om koningen te verdrijven
ongewroken zou laten. Dat de vrijheid zelf [al] voldoende bekoorlijkheid (aantrekkingskracht) had. 240
Als koningen de monarchieën niet met net zo grote kracht zouden verdedigen als waarmee [met hoe
grote kracht] de burgergemeenschappen de vrijheid (lett . die) nastreefden, dat [dan] het hoogste (de
hoogste dingen) gelijkgesteld werden (zouden worden) aan het laagste; dat er niets verhevens, niets wat
boven de andere dingen uitstak, in de burgergemeenschappen zou zijn; dat het einde daar was voor de
monarchieën, het mooiste dat er bestond (ding) onder goden en mensen. Porsenna, in de mening dat het
belangrijk was voor de Etrusken dat er niet alleen een koning was in Rome, maar ook dat het een koning
was van het Etruskische volk, kwam met een vijandig leger naar Rome. Nooit een 245 andere keer eerder
overviel zo’n grote angst (schrik) de senaat; zo sterk was toen de macht van Clusium en [zo] groot de
naam van Porsenna.
De senaat neemt maatregelen 2.95-8(pag. 144)
En niet alleen vreesden ze de vijanden, maar ook (zelfs) hun eigen burgers, [namelijk] dat de Romeinse
plebs, door angst getroffen, na de vorsten in de stad ontvangen te hebben (door de vorsten in de stad te
ontvangen), zelfs vrede met slavernij (de vrede zelfs met slavernij) zou accepteren. Er zijn dus in die tijd
door de senaat veel maatregelen getroffen (gegeven) om het volk gunstig te stemmen. Aan de
graantoevoer werd in de eerste plaats zorg besteed, 250 en om koren in te slaan zijn sommigen naar de
Volsci gestuurd, anderen naar Cumae. Ook de vaststelling met betrekking tot de verkoop van zout werd,
aangezien dat voor een (te) hoge prijs verkocht werd, geheel aan de staat toevertrouwd en afgenomen
van privépersonen; de plebs werd vrijgesteld (bevrijd) van tolgelden en belasting, zodat de rijken, die in
staat waren de last te dragen, [die gelden] bijeenbrachten; dat de armen voldoende belasting betaalden,
als ze zonen grootbengen. En zo hield deze mildheid van de senatoren 255 in de moeilijke tijden die
volgden tijdens de belegering en de honger de staat zozeer eendrachtig, dat de hoogsten niet meer
gruwden van de naam ‘koning’ (de koninklijke naam) dan de laagsten, en dat niet ook maar één individu
later door slechte praktijken net zo populair was als de senaat in zijn geheel door goed te besturen.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 17/20
Horatius Cocles 2.101-4(pag. 144)
Toen de vijanden aanwezig waren, trok ieder voor zich van het land (de akkers) naar de stad; de stad
260 zelf omringden ze met garnizoenen (versterkte plekken). Sommige plaatsen schenen veilig door
muren, andere doordat de Tiber een barrière vormde: de paalbrug gaf bijna een doortocht aan de
vijanden, [en zou die ook werkelijk gegeven hebben] als één man er niet was geweest, Horatius Cocles;
hem had het lot (de fortuin) van de stad Rome die dag als bescherming. Toen hij, toevallig op wacht
geplaatst op de brug (in een wachtpost van de brug), had gezien dat de Janiculus door een plotselinge
(onverhoedse) aanval was ingenomen en dat de vijanden vandaar in snelle vaart naar beneden renden
en dat de groep van de zijnen in paniek hun wapenen en 265 hun gelederen verliet, verzekerde hij met
klem, terwijl hij hen een voor een tegenhield (trachtte tegen te houden) [en] in de weg ging staan en de
trouw van goden en mensen als getuige aanriep, dat zij, als ze hun garnizoen verlaten hadden,
tevergeefs vluchtten; als ze de brug, na die te zijn overgetrokken, achter zich gelaten hadden (zouden
hebben), dan zouden er spoedig meer vijanden op de Palatijn en het Capitool zijn dan op de Janiculus.
Dus spoorde hij hen aan [en] beval hun om de brug met ijzeren gereedschap, met vuur, met wat voor
geweld ze maar konden, af te breken: dat hij de aanval van de vijanden, 270 voor zover er met één
lichaam weerstand kon worden geboden, op zou vangen.
… houdt stand 2.10
5-9(pag. 144)
Daarop ging hij naar het begin van de toegang tot de brug, en opvallend tussen de ruggen die men zag
(de waargenomen ruggen) van degenen die weken voor de strijd, doordat hij zijn wapens naar voren had
gericht om een gevecht van man tegen man aan te gaan, deed hij de vijanden verstomd staan juist door
het wonder van zijn stoutmoedigheid. Toch hield eergevoel twee mensen bij (met) hem vast, Sp. Larcius
en T. Herminius, beiden beroemd door hun afkomst en hun daden. Met hen 275 doorstond hij de eerste
storm van gevaar en het meest heftige moment van de strijd korte tijd; vervolgens dwong hij ook
henzelf, toen er [nog maar] een klein stukje van de brug overgebleven was terwijl degenen die [hem]
aan het afbreken waren [hen] terugriepen, terug te keren naar de veiligheid (een veilige plek).
Vervolgens, terwijl hij zijn grimmige ogen dreigend in het rond liet gaan naar de leiders van de Etrusken,
daagde hij nu eens hen een voor een uit, dan weer schold hij hen allemaal [tegelijk] uit: dat zij als
slaven van trotse koningen, 280 zonder te denken aan hun eigen vrijheid, die van anderen kwamen
aanvallen. Ze aarzelden een tijdje, terwijl ze in het rond keken, de een naar de ander, om de strijd tebeginnen; vervolgens bracht eergevoel de linie in beweging, en nadat ze geschreeuw hadden
aangeheven wierpen ze van alle kanten hun speren naar één (die ene) vijand.
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 18/20
Op het nippertje 2.1010-13(pag. 145)
Toen die allemaal in het ertegenover gehouden schild waren blijven steken, en hij niet minder
vastberaden wijdbeens staande de brug bezet hield, probeerden ze al met een aanval de man eraf te
duwen, 285 toen tegelijk het gekraak van het breken van de brug, tegelijk het geschreeuw van de
Romeinen, aangeheven uit enthousiasme over het voltooien van het werk, door plotselinge paniek de
aanval onderbrak (tegenhield). Toen zei Cocles: ‘Vader Tiber, u heilige smeek ik, wil deze wapenen en
deze soldaat in uw goedgunstige stroom ontvangen.’ Met deze woorden sprong hij zo gewapend [zoals
hij was] in de Tiber en terwijl (hoewel) veel projectielen bovenop hem vielen zwom hij ongedeerd naar
de overkant naar de zijnen, nadat hij iets (een zaak) had gedurfd dat bij het nageslacht meer roem dan
geloof zou vinden (hebben). 290 De staat was dankbaar jegens zo’n grote moed; er werd een beeld op
het comitium geplaatst; zoveel land als hij in één dag met een vore omgaf (kon omgeven), is hem
gegeven. Ook vielen te midden van de openbare eerbewijzen de uitingen van dankbaarheid van
privépersonen op; want ondanks het grote gebrek droeg ieder al naar gelang zijn particuliere middelen,
zichzelf van eigen bestaansmiddelen berovend, voor hem iets bij.
De belegering duurt voort, maar Mucius Scaevola heeft een plan 2.121-5(pag. 146)
295 De belegering was er niets minder (duurde niettemin voort) en er was gebrek aan graan tegelijk met
de hoogste prijs, en Porsenna had hoop dat hij door te [blijven] zitten de stad zou veroveren, toen C.Mucius, een aanzienlijke jongeman, aan wie het onwaardig scheen dat het Romeinse volk tijdens zijn
slavernij, toen het onder koningen was, door geen enkele oorlog en door geen enkele vijand(en)
belegerd was (geweest), [maar] dat datzelfde volk, [nu het] vrij [was], door dezelfde Etrusken werd
belegerd van wie het dikwijls 300 de legers had verdreven – dus in de mening dat die schande met een of
andere grote en stoutmoedige daad gewroken moest worden, eerst besloot op eigen houtje binnen te
dringen in het kamp van de vijanden; [maar] toen hij daarna vreesde dat, als hij zonder het bevel van
de consuls en zonder dat iemand ervan wist zou gaan, [dat hij dan] als hij misschien door de Romeinse
wachters betrapt was, zou worden teruggesleurd als een overloper – de toestand waarin de stad toen
verkeerde zou zo’n aanklacht aannemelijk maken –, ging hij naar de senaat. ‘Ik wil de Tiber oversteken’,
zei hij, 305 ‘vaderen (senatoren) en, als ik dat zou kunnen, binnengaan in het kamp van de vijanden, niet
als een rover noch als een wreker van onze kant van de plunderingen; een grotere daad, als de goden
helpen, ben ik van plan (is in mijn gedachte).’
Heldenmoed 2.125-13(pag. 146)
De vaderen keurden dit goed; nadat hij een wapen onder zijn kleding verborgen had, vertrok hij. Toen
hij daar gekomen was, ging hij staan in de zeer dicht opeen-gedrongen menigte dichtbij de zetel van de
koning. Toen daar toevallig soldij aan de soldaten werd gegeven en de secretaris, bij de koning zittend in
ongeveer dezelfde
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 19/20
outfit, vele dingen 310 aan het doen was (druk bezig was) en de soldaten met z’n allen naar hem
toegingen, vermoordde hij, vrezend te informeren wie van beiden Porsenna was, om niet door de koning
niet te kennen zichzelf te verraden wie hij was, de secretaris – daarheen trok bij toeval het lot de daad –
in plaats van de koning. Toen lijfwachten van de koning hem, terwijl hij daarvandaan ging, zoals
(waarlangs) hij zelf zich door de geschokte menigte met zijn bebloede dolk een weg gebaand had, toen
er een oploop naar het geschreeuw had plaatsgevonden, nadat ze hem gepakt hadden, haddenteruggesleurd, zei hij, nadat hij voor de zetel 315 van de koning was neergezet, ook toen nog te midden
van zulke grote dreigingen van de situatie meer angstwekkend dan angstig, ‘ik ben een Romeins burger;
C . Mucius noemen ze mij. Als vijand wilde ik de vijand doden, en voor de dood heb ik (is er) niet minder
moed dan voor de moord; zowel dappere daden verrichten als ondergaan is (iets) Romeins; en niet ik
alleen had deze moed tegenover u; lang is de rij na mij van degenen die dezelfde eer nastreven. Dus 320
bereid u voor, als u wilt, voor deze beslissende strijd, opdat u van uur tot uur strijdt om uw hoofd (leven)
en een gewapende vijand hebt in de voorhof van uw koninklijke tent. Deze oorlog kondigen wij, de
Romeinse jeugd, u aan. Geen slaglinie, geen gevecht hoeft u te vrezen (moet u vrezen); voor u alleen en
met afzonderlijke individuen zal de strijd zijn.’ Toen de koning, tegelijk in toorn ontstoken en door het
gevaar bang gemaakt, dreigend beval dat er vuren om [hem] heen werden geplaatst, als hij niet snel
zou vertellen welke 325 dreigementen van een hinderlaag hij hem in raadselachtige bewoordingen
(raadseltaal) toewierp, zei hij, ‘Let op, opdat u ziet (waarneemt) hoe onbelangrijk het lichaam is voor
hen die grote roem zien’; en hij stak zijn rechterhand in de kleine haard die voor het offer was
aangestoken.
De koning verbijsterd 2.1213-16(pag. 147)
Toen hij die, alsof zijn bewustzijn (geest) was afgescheiden van zijn gevoel liet verbranden, zei de
koning, bijna verbijsterd door het wonder, nadat hij van zijn zetel naar voren was gesprongen en had
bevolen dat de jongenman van het brandaltaar werd weggehaald, 330 ‘Ga jij weg, jij die tegenover jezelf
meer dan tegenover mij vijandelijke handelingen hebt gedurfd. Ik zou je geluk wensen met je moed, als
die moed voor mijn vaderland betoond zou worden; nu laat ik jou, vrij van oorlogsrecht, ongedeerd en
ongeschonden vanhier weggaan.’ Toen zei Mucius, als om de gunst te vergelden, ‘aangezien er bij u eer
is voor moed (moed geëerd wordt), [en] opdat u van mij door een weldaad verkrijgt (lett. verkregenhebt) wat u met dreigementen niet kon [verkrijgen], wij, driehonderd vooraanstaanden 335 van de
Romeinse jeugd, hebben samengezworen dat wij tegenover u op deze manier tewerk zouden gaan. Mijn
lot was het eerste; de overigen zullen, naar gelang ieder aan de beurt zal zijn, ieder op zijn moment
aanwezig zijn, totdat het lot u zal hebben prijsgegeven.’
5/12/2018 Werkvertaling » Van koningen naar consuls - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/werkvertaling-van-koningen-naar-consuls 20/20
Vrede 2.131-5(pag. 148)
Toen Mucius, aan wie later vanwege het verlies van zijn rechterhand de bijnaam Scaevola (de
linkshandige) gegeven is, was vrijgelaten, hebben gezanten van Porsenna hem gevolgd naar Rome;
zozeer had hem én het voorval van het eerste gevaar, 340 waartegen niets hem beschermd had behalve
de vergissing van de belager, bewogen (geraakt) én het feit dat hij zo vaak een beslissend gevecht zou
moeten ondergaan als er samenzweerders over waren, dat hij uit eigen beweging vredesvoorwaardenaanbood aan de Romeinen. In de voorwaarden werd tevergeefs gesproken over het herstellen van de
Tarquiniërs in het koningschap, meer omdat hij dat zelf niet had kunnen weigeren aan de Tarquiniërs
dan omdat hij niet wist dat dit door de Romeinen aan hem geweigerd zou worden. Met betrekking tot het
teruggeven van akkerland aan de Veientiërs 345 heeft hij zijn zin gekregen en bij de Romeinen is de
verplichting opgelegd (afgedwongen) om gijzelaars te geven, als ze wilden dat de bezetting van de
Janiculus werd teruggetrokken. Nadat op deze voorwaarden vrede was gesloten, trok Porsenna zijn leger
terug van de Janiculus en ging weg van het Romeinse land. De senatoren gaven C. Mucius vanwege zijn
moed een stuk land aan de overkant van de Tiber ten geschenke, dat later ‘de Mucische weiden’ (‘de
weiden van Mucius’) werd genoemd.
Een dappere vrouw: Cloelia 2.136-11(pag. 148)
350 Nadat de moed dus op die manier geëerd was, werden ook vrouwen opgewekt om roemrijke daden
voor het vaderland te verrichten, en het meisje Cloelia, een van de gijzelaars, zwom, daar het kamp van
de Etrusken toevallig zeker niet ver van de oever van de Tiber geplaatst was, nadat ze de bewakers had
misleid, als leidster van een (de) groep meisjes te midden van de projectielen van de vijanden de Tiber
over, en ze bracht ze allemaal ongedeerd naar Rome naar hun familie terug. Toen dat aan de koning
bericht was, stuurde hij eerst, in toorn ontstoken, afgezanten naar Rome 355 om Cloelia als gijzelaar op
te eisen: dat hij de anderen niet van groot belang achtte. Vervolgens, omgeslagen naar bewondering, zei
hij dat deze daad boven Coclessen en Muciussen (mensen als Cocles en Mucius) stond (was) en hij
verkondigde dat hij haar, hoewel hij, als de gijzelaar niet werd uitgeleverd, het verdrag als verbroken
zou beschouwen, toch, als ze uitgeleverd was, ongedeerd en ongeschonden naar haar familie zou
terugsturen. Aan beide zijden werd woord gehouden; én de Romeinen stuurden het onderpand voor de
vrede conform het verdrag terug, 360 én bij de Etruskische koning was zij niet alleen veilig, maar werdhaar moed zelfs geëerd, en hij zei dat hij het geprezen meisje een deel van de gijzelaars gaf; ze mocht
zelf kiezen wie ze wilde. Men zegt dat zij, nadat allen naar voren waren geleid, de kinderen heeft
gekozen; dat was én passend bij haar maagdelijkheid en volgens de algemene instemming van de
gijzelaars zelf was het prijzenswaardig dat juist [kinderen van] die leeftijd van de vijand werd(en) bevrijd
die het meest blootgesteld was (waren) aan onrecht. Nadat de vrede 365 was hernieuwd, hebben de
Romeinen de nieuwe moed bij een vrouw beloond met een nieuw soort eer, een ruiterstandbeeld; op het
hoogste punt van de Via Sacra werd een meisje zittend op een paard geplaatst.