Werkkatern 9 Aan de slag! Les 1 en 2 Arbeid, we maken er ......iedereen zich wat (2). Wie naar ons...

1Werkkatern 9 Aan de slag!

1 Degroteenquêteoverwerkenenberoepen!Een enquête is een vragenlijst. Die wordt gebruikt om te weten te komen wat mensen over iets denken, weten, voelen … Wij beginnen dit laatste thema ook met een bevraging. Vul die samen met je ouders in.

1 Vul aan met het beroep van …

papa: mama:

opa 1: oma 1:

opa 2: oma 2:

2 Schrijf de volgende beroepen in de passende kolom.

kasseilegger - hoefsmid - fotograaf - computerprogrammeur - molenaar - schoonheidsspecialiste - hondenkapster - landbouwer

oudere beroepen (bestaan al heel lang) moderne beroepen (bestaan nog niet zo lang)

Verklaar.

Het beroep van klompenmaker is helemaal verdwenen. Hoe komt dat?

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

Je opa kon niet kiezen voor het beroep van webmaster. Hoe komt dat?

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

focuStHEma 9 | aan DE Slag!

Les 1 en 2 Arbeid, we maken er werk van!

Naam: Klas:

5e leerjaar

focusthema 9

bv. mensen dragen geen klompen meer. Dus er moeten geen klompen meer

gemaakt worden.

Vroeger bestond internet nog niet. Dus er was niemand nodig om websites te

maken.

kasseilegger

hoefsmid

molenaar

landbouwer

fotograaf

computerprogrammeur

schoonheidsspecialiste

hondenkapster

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 92

3 geef telkens een voorbeeld.

Een beroep dat tot voor kort enkel werd beoefend door

- een man: ___________________________________________________________________________________________________________

- een vrouw: _________________________________________________________________________________________________________

4 naar school

Wie ging het langst naar school? Wie zou het meest verdienen? geef een cijfer van 1 tot 4. (4 = het langst) geef een cijfer van 1 tot 4. (4 = het meest)

een schoonmaakster een schoonmaakster

een bankbediende een bankbediende

een chirurg een chirurg

een slager een slager

Wat valt je op? Wat vind je daarvan?

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

5 Jouw top 5!

Welk beroep van deze lijst zou je het liefst invoeren? nummer zo van 1 tot 10. (1 = het liefst)

leerkracht vuilnisman

timmerman bakker

landbouwer vrachtwagenchauffeur

parkeerwachter piloot

tv-presentator huisarts

Staat je favoriete beroep er nog niet bij?

Dan mag je dat hier noteren:

___________________________________________________________________________ .


mensen die langer gestudeerd hebben, verdienen vaak ook meer dan mensen die

niet zo lang gestudeerd hebben.

bv. metselaar, kraanman

secretaresse, schoonheidsspecialiste

1

3

4

2

1

2 (3)

4

3 (2)

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 93

2 VroegerennuVele dingen verlopen nu anders dan vroeger, ook in de wereld van de beroepen. Vul aan met enkele sleutelwoorden op welke manier we dit nu oplossen. Hoe? Waarmee?

Zoals het vroeger was ... Zo gebeurt het nu …

meester Jos heeft de punten van alle kinderen uitgerekend met moeilijke cijferoefeningen. Hij neemt zijn pen, dopt die in de inkt en neem het puntenboekje van Klaas.

tuur is houthandelaar. Hij brengt met paard en kar het hout naar de bouwwerf. Daar steken de timmerlui een handje toe om de balken en planken te lossen.

Ella heeft een job op het kantoor van notaris Dejongh. Ze tikt brieven op een tikmachine. Een foutje betekent herbeginnen! Ze vouwt de brieven en stopt ze netjes in een envelop. Postzegel erop en dan naar het postkantoor.

Verbind met een pijl wat met elkaar te maken heeft. trek de pijl van hoe het vroeger was naar hoe het nu is. Dus zo 3 of zo 7 !

george is voetballer in de eerste ploeg van aa gent. overdag gaat hij werken. ’s avonds traint hij.

• •De arbeider draagt een rij bakstenen op de ladder naar boven. Zijn kameraad mengt een hoop zand en cement en giet er daarna water op. Zo meng je mortel!

De bankbediende telt de briefjes een voor een. mama tekent een briefje en dan krijgt ze het stapeltje biljetten.

• •adri staat in het doel bij de eerste ploeg van Racing genk. Hij traint tweemaal per dag en moet vooral veel rusten!

De kraan hijst een plank met stenen tot op de stelling. De betonmixer brengt beton. In een grote silo zit kant-en-klare mortel.

• •Papa stopt zijn bankkaart in de gleuf van de automaat. Hij tikt cijfers en even later krijgt hij vijf nieuwe biljetten van vijftig euro.

3 MensenkomennaaronslandVul aan met de passende woorden.

(1) komen naar ons land. om te kunnen (4) moet iedereen zich wat (2). Wie naar ons land komt omdat hij zich niet meer veilig voelt in zijn land, is een (3) vluchteling. niet iedereen kan zomaar ons land binnen. als je de toegang wordt geweigerd, ben je (5) in ons land. Daarom is (6) het mooiste geschenk dat een vluchteling kan krijgen.


6

1

2

3

4

5

Juf an geeft alle punten in de computer in. De computer berekent alle resultaten. De rapporten worden afgedrukt met de printer.

Dave brengt het hout met de vrachtwagen naar de werf. met een kraan lost hij alle balken en planken.

mieke schrijft een brief of een e-mail met de computer. Ze kan de brief printen en versturen met de post. Ze kan een e-mail versturen via het internet.

m I g R a n t E na a n P a S S E nP o l I t I E K E

S a m E n l E V E nI l l E g a a l

bv.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 94

4 Tofberoep,saaiberoep,viesberoep…Elk beroep heeft zijn leuke kanten, maar ook minder leuke. noteer bij elk beroep een pluspunt (+) en een minpunt (-).

postbode+

–

verpleger+

–

journalist+

–

slager+

–

kassierster+

–

profvoetballer+

–

kapper+

–

tuinier+

–

5 Enwatvindjijervan?Je mening telt. noteer ze in enkele sleutelwoorden of woordgroepen.

Welk beroep vind jij heel leuk? ______________________________________________________________________________________

Waarom? _____________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

Welk beroep vind jij helemaal niet leuk? ___________________________________________________________________________

Waarom? _____________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

Wat vind je het belangrijkst: dat je je job leuk vindt, dat je veel geld verdient of dat je het niet zo lastig hebt?

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________


Je kent de buurt goed.

Je moet vroeg opstaan.

Je kunt mensen helpen. Zij zijn je dan ook vaak dankbaar.

Je hebt onregelmatige uren.

Je kunt interessante of beroemde mensen ontmoeten.

Je bent vaak weg van huis.

Je kunt een praatje maken met de klanten.

Je moet in het weekend werken.

Je kunt met de mensen praten.

Je moet in het weekend of 's avonds werken.

Je kunt geld verdienen door je favoriete sport te beoefenen.

Je moet letten op je eten.

Je kunt mooie kapsels maken.

Je moet in het weekend werken.

Je kunt buiten werken.

Het is soms hard zwoegen.

bv.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

Les 3 en 4 Money, money, money …

focusthema 95Werkkatern 9 Aan de slag!

1 Detijdstaatnietstil!Wat kwam er eerst? nummer telkens van 1 tot 4. markeer daarna wat klopt.

aan de riem van Willem bengelt een buidel met zilveren muntstukken. Hij is onderweg naar de markt in de stad waar hij lakens wil kopen.

mama stopt haar bankkaart in de betaalterminal. Ze tikt haar code in. Het toestel geeft een piepje. mijn nieuwe voetbalschoenen zijn betaald, joepie!

Sterke Beer ruilt een schaap voor een mooie big. Hij hoopt zo later varkens te kunnen kweken.

op het einde van de maand krijgt michel zijn loon van de baas uitbetaald. Hij krijgt dan een envelop met bankbiljetten erin.

Die zinnen gaan over betalen met geld / geld bewaren.

mijn ouders worden betaald op hun rekening. Hun werkgever stort een som geld. Zij krijgen dat niet in hun handen. Ze zien dat wel aan het bedrag op hun bankrekening. De bankcomputer houdt dat netjes bij.

Wie geld over heeft, stopt het diep weg op een geheime plaats. Dat kan op de meest vreemde plaatsen: onder het bed, in een sok, op zolder …

mensen brengen hun geld naar de bank. De bank heeft een grote, veilige kluis. De bankier stopt daar je geld in.

geld bestaat niet. Je bent rijk als je veel bezit: dieren, voedsel, dure voorwerpen … Je probeert die zaken te verdedigen, zodat niemand die kan afnemen.

Die zinnen gaan over betalen met geld / geld bewaren.

2 Welkominhetcomputertijdperk!De computer heeft het leven van de mensen sterk veranderd in een korte tijd. Dat merk je goed als je kijkt hoe er nu met geld wordt omgegaan. geef daarvan een voorbeeld. leg het uit!

vroeger nu


2

4

1

3

4

2

3

1

om een rekening te betalen moest je een papieren overschrijving invullen. Die moest je naar de bank brengen. De bankbediende zorgde ervoor dat het geld van jouw rekening op de andere rekening kwam.

Een rekening kun je via het internet betalen. Je geeft de gegevens in op de computer. Het geld gaat van jouw rekening en komt op de andere rekening.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 96

3 DekostprijsvaneenproductDe kostprijs van een product hangt van veel zaken af. markeer waarover we het hebben. Je mag natuurlijk ook sleutelwoorden markeren!

Parfum heeft niemand echt nodig. Je moet dus de mensen er echt van overtuigen dat dat wel zo is. Je moet hen er ook van overtuigen dat jouw geurtje het beste is. Daarvoor moet je mooie foto’s tonen in dure tijdschriften, filmpjes in de bioscoop …

Rozen zijn dure bloemen geworden. Die worden nu vaak gekweekt in afrikaanse landen. Die worden daar geplukt en met het vliegtuig naar hier gebracht.

grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst


Een auto maken is een ingewikkelde job. Duizenden onderdelen moeten in elkaar gezet worden. Dat vraagt de inspanning van heel wat goed geschoolde arbeiders.

De topkok maakt deze maand gerechten met truffels. Dat zijn heel dure paddenstoelen. Zijn gerechten zijn dan ook niet goedkoop.



Een krant kost ongeveer een euro. Dat kan goedkoper, maar de uitgever wil graag nog iets over hebben als alle kosten betaald zijn.

De eerste asperges van het jaar zijn duur. Wanneer de oogst volop aan de gang is, kan iedereen asperges betalen.




VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 97

De prijs van een product kan veranderen of verschillen. Wat kan de reden zijn? noteer.

GENT - 11 dec. ‘08 GENT - 15 dec. ‘08 GENT - 22 dec. ‘08diesel € 0,93 diesel € 0,95 diesel € 0,99

Wat zie je? ____________________________________________________________________________________________________________

Wat kan de reden zijn? _______________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

LEuvEN - 4 juli ‘09 LEuvEN - 13 november ‘09 € 1,08 voor een bakje € 3,75 voor een bakje

Wat zie je? ____________________________________________________________________________________________________________


________________________________________________________________________________________________________________________

MADRID - 6 maart '09 vALENCIA - 6 maart '09 BRuSSEL - 6 maart '09 € 0,85/kg € 0,85/kg € 1,30/kg

Wat zie je? ____________________________________________________________________________________________________________


________________________________________________________________________________________________________________________

Spa Reine mundo water

€ 0,75/l € 0,50/l

Wat zie je? ____________________________________________________________________________________________________________


________________________________________________________________________________________________________________________


De diesel wordt duurder.

Er is tijdelijk meer vraag naar olie, maar het aanbod blijft hetzelfde.

De prijs in november is veel hoger dan in juli.

om in november aardbeien te hebben, moeten die op een speciale,

duurdere manier gekweekt worden of ingevoerd uit warmere streken.

De prijs in Brussel is hoger dan in de Spaanse steden.

Sinaasappelen worden vaak in Spanje gekweekt. Het transport van

Spanje naar Brussel wordt in de verkoopprijs verrekend.

Het minder bekende merk kost minder dan het bekende merk.

om bekend te worden, moet je geld investeren om reclame te

maken. Dat wordt verrekend in de verkoopprijs.

bv.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

Les 5 en 6 Arm of rijk: een groot verschil


1 Armofrijk:eengrootverschillees de onderstaande omschrijvingen. Kleur geel wanneer het bij een rijk land hoort. Kleur rood wanneer het bij een arm land hoort.

natuurlijk werken de mensen niet hun hele leven lang. Rond de leeftijd van zestig jaar gaan de meesten op rust. Dan krijgen ze een pensioen uitbetaald om verder te kunnen leven.

Het is alweer zes maanden geleden dat er nog een druppel regen is gevallen. De oogst dreigt te mislukken. Dat kan hongersnood betekenen. Duizenden kinderen zullen sterven.

mama heeft een zak gevuld met kleren die voor ons te klein geworden zijn. Die brengt zij straks naar het gezin dat onlangs in de buurt is komen wonen. Die hebben het niet breed en zullen daarmee heel tevreden zijn.

De koffieoogst was buitengewoon. nog nooit zo’n goed jaar gehad, zeiden sommigen zelfs. Dat verandert echter niets aan het magere loon dat de plukkers daarvoor krijgen.

In de grote steden zijn heel wat mensen heel welvarend. Je ziet er peperdure villa’s op grote domeinen. Enkele kilometers verder zie je de sloppenwijken op de berghellingen.

Van de tien miljoen inwoners zijn er enkele duizenden mensen dakloos.

De oudere man moet een operatie ondergaan. Dagelijks moet hij ook tal van geneesmiddelen slikken. gelukkig wordt een groot deel van zijn onkosten terugbetaald door de ziekteverzekering.

2 ArmenrijkindewereldDuid de volgende landen aan met een cijfer. Kleur het land geel als het een rijk land is. Kleur het rood als het een arm land is. Vul zelf nog vier landen aan en geef die ook de juiste kleur.

1 Bolivia 17 19

2 argentinië 18 20

3 Kameroen

4 tanzania

5 frankrijk

6 Brazilië

7 Ethiopië

8 VS

9 Denemarken

10 India

11 Somalië

12 België

13 Ierland

14 Peru

15 Japan

16 Portugal


8

4

7

10

5

63

1

2

14

9

131216

15

11

VERSIE LE

RAARSKAMER

3 HulporganisatiesVerknip de stroken van het kopieerblad. Kleef ze naast het passende logo. markeer de sleutelwoorden.

5e leerjaar

focusthema 99


Jaarlijks zijn heel wat mensen het slachtoffer van een verkeersongeval. Slachtoffers verliezen soms heel wat bloed. Zij krijgen daarom nieuw bloed toegediend. Dat bloed is afkomstig van bloedgevers die het vrijwillig afstaan aan een organisatie die bloedinzamelingen organiseert.

In onze gemeente wonen mensen die geen job hebben. Zij kunnen ook geen uitkering krijgen, omdat hun papieren niet in orde zijn. Zij ontvangen wel een leefloon waarmee zij juist de broodnodige dingen kunnen betalen. Zij laten zich daarbij begeleiden door medewerkers van de gemeente. Zo lukt het al iets beter.

In veel gebieden op onze aarde is de kans op een natuurramp groot. In ons journaal op de televisie zien we dan spectaculaire beelden van die aardbevingen of orkanen. In een klap verliezen mensen daarbij alles wat ze hebben. Dan worden zij geholpen door een organisatie die kampen opslaat met tenten waarin zij kunnen wonen. Zij krijgen daar dan ook voedsel, water en medische verzorging.

Bij natuurrampen en oorlog hebben veel mensen ook snel medische hulp nodig. als alles verwoest is, kun je die maar moeilijk vinden. gelukkig is er een organisatie waarin bereidwillige dokters, chirurgen, apothekers, verplegers … wereldwijd hulp bieden in de noodgebieden.

In de winter vriest het vaak ’s nachts. Dat is een groot probleem voor de daklozen. Zij kunnen in een opvangtehuis zich wat warmen en een kommetje warme soep drinken. Daar kunnen zij even hun verhaal vertellen of maken ze er een praatje met andere daklozen.

‘Schools for africa’ is één van de projecten van deze organisatie. tegen 2010 wil men vier miljoen kinderen naar school sturen in zes afrikaanse landen. Het gaat om angola, malawi, mozambique, Rwanda, Zimbabwe en Zuid-afrika.tegen 2013 willen ze nog eens acht miljoen kinderen in elf afrikaanse landen helpen.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 910

4 Extra:belangrijkewoorden:welvaartenwelzijnWat zeggen deze twee woorden je? Vul de velden aan met woorden, tekeningen, knipsels … die voor jou belangrijk zijn.


welvaart

welzijnVERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

Les 7 en 8 Prijs je rijk!


1 KopenalshetniethoeftSoms kopen mensen iets wat ze niet echt nodig hebben. Waarom zouden je ouders of jijzelf dit wel eens durven te kopen? geef uitleg in enkele sleutelwoorden.

__________________________________________________________ __________________________________________________________

__________________________________________________________ __________________________________________________________

maar soms laten we ons niet vangen en kopen we niet. Waarom zou je deze producten niet kopen? geef opnieuw uitleg met enkele sleutelwoorden.

__________________________________________________________ __________________________________________________________

__________________________________________________________ __________________________________________________________

2 ReclamekostgeldVul aan.

Wie sponsort deze reclameadvertentie?

__________________________________________________________

Wie wordt daar beter van?

__________________________________________________________

Wat kan die doen met het geld dat over is bij de kaarting?

__________________________________________________________

__________________________________________________________


korting, oude gsm inruilen gratis zetel, stuntprijs

3 nieuwe zetels gratis, op = op rare, getrukeerde foto

kwaliteit? geloofwaardig?

de drukkerij

de volleybalclub

een nieuwe uitrusting kopen

bv.

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 912

3 Detrukendoosvandereclamemaker


21 3

5

9

8

7

6

4Hendrik is niet geïnteresseerd in solden bij Top Interieur

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 913

De reclamemaker gebruikt allerlei middelen om ons te beïnvloeden. Zo slaagt hij er heel vaak in om ons iets te doen kopen of om ons aan iets te doen deelnemen. En dat is natuurlijk zijn bedoeling. maar heb jij hem een beetje door? noteer het nummer van een reclameadvertentie bij de onderstaande tekstjes als je de truc doorhebt. Soms past er meer dan een nummer.

HumorIn een reclamefolder bemerk je een grappige prent of een leuke tekst. Je zult die advertentie natuurlijk eens lezen. misschien interesseert het product jou ook wel.

CadeautjesWanneer je iets gaat kopen, dan krijg je spaarpunten. Zo kun je die na een tijdje inruilen voor een mooi geschenkje.

KleurtjesEen reclameboodschap op grijs of mat papier spreekt niet echt aan. als die fris en kleurig is, ben je wel geneigd die van naderbij te bekijken.

Topfitom producten aan te prijzen worden in vele gevallen ‘mooie mensen’ afgebeeld met sneeuwwitte tanden en een stralende glimlach. Soms heeft dat helemaal niets met het product te maken.

Gratisals er bij het product iets gratis wordt aangeboden, komen mensen daarop af. En soms doet men daarbij zelfs de moeite niet om te controleren of men wel een ‘koopje’ doet.

BekendeofberoemdepersonenReclamemakers gebruiken soms personen die voor iedereen bekend zijn om hun product voor te stellen. Dat kunnen sportfiguren zijn, filmsterren, zangers … Zo wordt het product populair.

KleinelettersEen reclameboodschap kan op het eerste gezicht heel aantrekkelijk lijken. Wanneer je ook de kleinere tekst leest, kan dat de zaak al een beetje veranderen …

LokvogelsDe reclamemaker nodigt bekende of beroemde personen uit naar zijn winkel om er even op te treden. Zo krijgt hij heel wat mensen in zijn winkel die op die manier misschien ook iets zullen kopen.

Droomwereldom iets te verkopen worden de dingen soms anders voorgesteld dan in de werkelijkheid. foto’s van de mooiste hoekjes, in mooi weer, buiten het drukke seizoen … In sterke verhalen wordt beweerd dat men soms foto’s aangeboden krijgt van zaken die in werkelijkheid niet meer bestaan.


3

7

2, 5

4, 8

1, 9, 6

8

9

5

6

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

focusthema 914

4 Reclamekanonsookhelpen

Wat kun je leren uit die knipsels uit reclamefolders? noteer een voorbeeld.

__________________________________________________________

__________________________________________________________

__________________________________________________________

__________________________________________________________

__________________________________________________________

__________________________________________________________

__________________________________________________________


AUCHAN INTERMARCHE

VLEESHALLEMARKEY

RENMANS

METRO

bv. Je kunt prijzen vergelijken.

De varkensgyros bij Renmans is duurder

dan bij Vleeshalle markey.VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar

Herhaling


1 Vul aan met het juiste woord. Vul de letter in het vette hokje onderaan aan. leg dan dat woord uit.

1 wat je krijgt als je met succes een studie

afmaakt

2 niet uitheems, maar wel …

3 waaruit iets gemaakt is

4 zonder dak boven je hoofd

5 Voor er geld was, ‘betaalden’ de mensen

door te …

6 wie mensen werk geeft

7 mensen met een handicap kunnen gaan

werken in een … werkplaats

8 De bieb, het ziekenhuis, het station,

de school zijn …

9 Wie zijn land ontvlucht voor oorlog,

is een … vluchteling.

10 als een vluchteling mag blijven, krijgt hij …

11 Wie in een fabriek werkt, is een …

12 geluk, succes, plezier en vreugde hebben

te maken met …

13 Een product aanprijzen doe je met …

14 Wie net hetzelfde maakt of aanbiedt, is je …

15 mama moet de … van haar bankkaart ingeven.

________________________________________________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________________

2 Verbind de oorzaak met het passende gevolg. trek een lijn van stip naar stip.

Oorzaak Gevolg

Vanaf de jaren negentig doet de computer zijn intrede in het leven van alleman. • •

Waarvoor je vroeger tien arbeiders nodig had, volstaat nu eentje. Jobs gaan verloren.

machines doen veel taken vlugger dan mensen dat kunnen. • •

Heel veel groenten, zoals aardappelen, worden fors duurder.

Het was een slechte zomer met heel veel regen. • •

Het beroep van hoefsmid is heel uitzonderlijk geworden.

mensen rijden nu enkel nog met paarden voor hun hobby of voor de sport. • •

Wij kunnen nu betalen van thuis via het internet.

op televisie wordt dagelijks reclame gemaakt voor een nieuw product. • •

oude beroepen verdwijnen of veranderen, andere komen er bij.

De wereld verandert door nieuwe uitvindingen en vondsten. • •

mensen uit straatarme landen komen van overal om in ons land asiel te vragen.

In veel arme landen kunnen mensen amper genoeg voedsel vinden om hun kinderen iets te geven. • •

De verkoop van het product stijgt opmerkelijk.


1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

een land in azië, afrika of Zuid-amerika waar er armoede of voedselschaarste is

D I P l o m a

I n H E E m S

g R o n D S t o f

D a K l o o S

R u I l E n

W E R K g E V E R

B E S c H u t t E

V o o R Z I E n I n g E n

P o l I t I E K E

a S I E l

a R B E I D E R

W E l Z I J n

R E c l a m E

c o n c u R R E n t

c o D E

D E R D E W E R E l D l a n D

VERSIE LE

RAARSKAMER

5e leerjaar


Lees,markeerenkruisaan. OKDit ken ik.

Dit begrijp ik.

1 Ik ken deze begrippen en kan ze verklaren. job, beroep, arbeider, arbeidsmarkt, arbeidsplaats, migrant, politieke vluchteling, asielzoeker,

diploma, werkgever, werknemer, derdewereldland, lageloonland, loon, hongerloon, leefloon, handicap, ruilhandel, bankkaart, rekeningnummer, betaalterminal, sparen, lenen, grondstof, inheems, wet van vraag en aanbod, winst, concurrent, dakloos, voorzieningen, pensioen, hulporganisatie, overheid, vrijwilliger, welvaart, welzijn, reclame, sponsor

tip: Zoek waar die woorden staan in het bronnenboek of werkkatern en ga na of je ze begrijpt. leg ze uit aan ma, pa …

❏

2 Ik ken de evolutie van de manier waarop mensen betalen: ruilhandel - munten - biljetten - elektronisch bankieren. Ik kan die stappen ordenen en aanvullen.

tip: lees dat opnieuw in het bronnenboek op pagina 94 en 95. Zorg dat je de stappen begrijpt en kunt ordenen in de juiste volgorde.

❏

3 Ik ken mijn favoriete beroep en kan zeggen wat ik er zo leuk aan vind. tip: Denk erover na en bedenk ook een uitleg.

❏

4 Ik weet wat de hulporganisaties ocmW, Poverello, Rode Kruis, artsen Zonder grenzen en unicef zijn en wat ze doen. Ik kan kenmerken ervan koppelen aan de juiste organisatie.

tip: Zorg dat je weet wat die organisaties zijn en wat ze doen. Zoek het op in het bronnenboek en bekijk pagina 9 in het werkkatern.

❏

5 Ik kan bij de volgende zaken uitleggen waarom het gebeurde (oorzaak → gevolg). - de wereld verandert → de komst van nieuwe machines of technieken → oude beroepen

verdwijnen en nieuwe ontstaan - ons land had midden 20e eeuw arbeiders nodig → eerste migranten komen naar ons land → in

ons land krijg je meer en meer verschillende culturen tip: Zoek dat op in het bronnenboek en werkkatern. Je moet dat niet uit het hoofd kennen, maar

wel begrijpen wat er gebeurde.

❏

6 Ik kan in mijn eigen woorden aangeven hoe een beroep is geëvolueerd. tip: Zoek voorbeelden in het bronnenboek en werkkatern en bedenk een uitleg.

7 Ik kan van een beroep zeggen wat ik er goed en minder goed aan vind. tip: Zoek voorbeelden in het bronnenboek en bedenk zelf enkele plus- en minpunten.

❏

8 Ik kan mijn eigen mening geven over zaken die we in dit thema hebben gezien. tip: Je kunt dat vooraf niet oefenen. Zorg dat je goed weet wat in dit thema aan bod kwam.

❏

9 Ik kan de kostprijs van een product verklaren. tip: Herneem dat in het bronnenboek. Herneem vooral opdracht 3 op pagina 6 en 7 in het

werkkatern. Zorg dat je vooral begrijpt wat er daar wordt uitgelegd.

❏

10 Ik kan kenmerken koppelen aan een rijk of arm land. Ik kan die landen met behulp van mijn atlas situeren.

tip: Bekijk dat nog eens in het bronnenboek. Herneem vooral opdracht 1 en 2 op pagina 8 in het werkkatern.

❏

11 Ik kan de trucs van de reclamemaker koppelen aan het passende voorbeeld. tip: Bekijk nog eens opdracht 3 op pagina 12 en 13 in het werkkatern.

❏

Wat ik moet kennen, moet ik eerst begrijpen en dan enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen … tot ik het uit mijn hoofd ken. Dat wil zeggen: ik kan het opschrijven, zeggen of uitleggen zonder hulp. Dat is zo voor 1 tot en met 4.Wat ik moet kunnen, moet ik vooral begrijpen. Dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kan ik dat oplossen. Dat is zo voor 5 tot 11.Ik noteer wat ik nog niet begrijp en vraag het straks in de klas.

Studiewijzer

Herdruk 2012/292ISBN 978 90 4860 692 4 - K.B. D/2010/0147/211 - Bestelnummer 60 1010 409 - NUR 193Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - H.R. Brugge 12.225© Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 0 6 9 2 4

VERSIE LE

RAARSKAMER

Werkkatern 9 Aan de slag! Les 1 en 2 Arbeid, we maken er ......iedereen zich wat (2). Wie naar ons...

Documents

Transcript of Werkkatern 9 Aan de slag! Les 1 en 2 Arbeid, we maken er ......iedereen zich wat (2). Wie naar ons...