Werkbladen bij thema het lichaam: dag 1 - LOWAN...LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina...
34
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 1 Werkbladen bij thema het lichaam: dag 1 Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . 1. Lezen en overschrijven: het hoofd ………………………………………………… het oor …………………………………………………… de mond ………………………………………………… het oog …………………………………………………. het haar ……………………………………………………
Transcript of Werkbladen bij thema het lichaam: dag 1 - LOWAN...LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina...
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 1
Werkbladen bij thema het lichaam: dag 1
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
het hoofd
…………………………………………………
het oor
……………………………………………………
de mond
…………………………………………………
het oog
………………………………………………….
het haar
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 2
2. Invullen:
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 3
3. Lezen en overschrijven:
het gezicht
………………………………………………….
de neus
……………………………………………………
de wenkbrauw
……………………………………………………
de wang
…………………………………………………..
de lip
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 4
4. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 5
5. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de lip
het oor
het oog
het hoofd
het haar
de wang
de neus
de mond
de kin
de wimper
de kin
de wenkbrauw
de lip
het voorhoofd
het oog
de mond
de lip
de kin
de neus
het oor
het oog
de mond
het voorhoofd
de kin
de wimper
de wenkbrauw
het haar
het gezicht
het voorhoofd
het haar
6. Invullen de of het:
. . . hoofd . . . wenkbrauw . . . oog . . . oor
. . . kin . . . lip . . . mond . . . wang
. . . haar . . . neus
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 6
7. Overschrijven en invullen:
Is dit de lip?
Is dit de lip. Ja, dit is de lip
Is dit het oog?
……………………………..
Ja, dit is …………………………………………………………….
Is dit het hoofd?
…………………………….
Ja, ……………………………………………………………………
Is dit het oor?
…………………………….
Ja, ……………………………………………………………………….
8. Overschrijven en invullen:
Is dit de wang?
Is dit de wang? Nee, dit is de lip
Is dit de mond?
………………………..
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit het gezicht?
………………………….
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit de wenkbrauw?
…………………………….
Nee, ……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 7
9. Invullen:
Is dit de mond?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit het haar?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit de wang?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit het voorhoofd?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit het gezicht?
Ja, ……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 8
10. Zoek 5 woorden:
gkjtlipkvksneusdhlpmsngwangmdoorndubabzodmfnzwimperzndbwljfmlpvjn
1.
2.
3.
4.
5.
11. Letters invullen:
de li . de wenkbr . . w de . imper
de ki . het h . . fd het . oorhoofd
het haa . de n . . s het . ezicht
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 9
12. Maak de rijtjes af:
pakken wijzen leren
ik pak ik ……………..… ik ………………….
jij …………… jij wijst jij …………………
hij ………….. hij ………………. hij ………………….
zij …………… zij …………….. … zij …………………..
zitten horen poetsen
ik zit ik ……………….. ik …………….….
jij …………… jij hoort jij ……………….
hij ………….. hij …………….…. hij poetst
zij ………….. zij ……………….…. zij …………….….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 10
Werkbladen bij thema het lichaam: dag 2
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
het gebit
…………………………………………………
de tand
……………………………………………………
de kies
…………………………………………………
de schouder
………………………………………………….
de arm
……………………………………………………
de elleboog
………………………………………………….
de hand
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 11
de vinger
……………………………………………………
de borst
…………………………………………………..
de buik
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 12
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 13
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de kies
het gebit
de tand
de arm
de hand
de schouder
de vinger
de buik
de borst
de tong
de nek
de arm
de kies
de heup
de buik
v
de elleboog
de schouder
de vinger
de nek
de arm
de kies
de borst
het gebit
de keel
de schouder
de nek
de keel
de schouder
de vinger
de elleboog
4. Invullen de of het:
. . . tand . . . arm . . . buik . . . keel
. . . vinger . . . hand . . . schouder . . . elleboog
. . . gebit . . . tong
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 14
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit de tand?
Ja, dit is de tand.
Is dit de buik?
……………………………………………………………………….
Is dit de heup?
……………………………………………………………………….
Is dit de schouder?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit de hand?
Nee, dit is de hand niet.
Is dit de tong?
……………………………………………………………………….
Is dit de vinger?
……………………………………………………………………….
Is dit de borst?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 15
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit de heup?
……………………………………………………………………….
Is dit het gebit?
……………………………………………………………………….
Is dit de keel?
……………………………………………………………………….
Is dit de elleboog?
……………………………………………………………………….
Is dit de kies?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 16
8. Zoek 5 woorden:
gkjtlnekvksbuikdhlpmsngtongmdondubabarmdmfnzvingerrzndbwljfmlpvse
1.
2.
3.
4.
5.
9. Letters invullen:
de ne . de sch . . der de . inger
de kee . de h . . p de . ong
het gebi . de b . . k de . orst
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 17
10. Maak de rijtjes af:
kijken poetsen praten
ik kijk ik ……………..… ik ………………….
jij …………… jij poetst jij ……………………
hij ………….. hij ……………… hij …………………..
zij …………… zij …………….. … zij …………………..
wij ………….. wij ……………… wij praten
jullie …………. jullie ……………. jullie ………………..
zij …………. zij …………………. zij ……………………
staan horen zijn
ik sta ik ……………….. ik ben
jij …………… jij hoort jij ……………
hij ………….. hij ……………… hij …………….
zij ………….. zij ………………. zij …………….
wij …………. wij ……………….. wij …………….
jullie ………………. jullie ………………. jullie ………….
zij …………………… zij …………………… zij ………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 18
Werkbladen bij thema het lichaam: dag 3
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
het been
…………………………………………………
de knie
……………………………………………………
de voet
…………………………………………………
de teen
………………………………………………….
de nagel
……………………………………………………
de billen
………………………………………………….
de hersenen
……………………………………………………
het hart
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 19
de rug
…………………………………………………..
de longen
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 20
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 21
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de knie
het been
de rug
de longen
de hersenen
de darmen
het been
de voet
de teen
de billen
de enkel
de knie
de voet
de darmen
de billen
de knie
de voet
het been
de nagel
de voet
de knie
de nagel
het been
de enkel
de darmen
de longen
het hart
de knie
de voet
de enkel
4. Invullen de of het:
. . . rug . . . billen . . . been . . . darmen
. . . knie . . . enkel . . . nagel . . . hart
. . . voet . . . hersenen
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 22
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een bil?
Ja, dit is een bil.
Is dit een voet?
……………………………………………………………………….
Is dit een nagel?
……………………………………………………………………….
Is dit een teen?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit een enkel?
Nee, dit is geen enkel.
Is dit een rug?
……………………………………………………………………….
Is dit een been?
……………………………………………………………………….
Is dit een knie?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 23
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit een been?
……………………………………………………………………….
Is dit een hart?
……………………………………………………………………….
Is dit een voet?
……………………………………………………………………….
Is dit een nagel?
…………………………………………………………………………….
Is dit een enkel?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 24
8. Zoek 5 woorden:
gkjtlvksbillendhlpmsnmdnagelndubabdmrugfnzrznkniedbwljfhersenenmlpv
1.
2.
3.
4.
5.
9. Letters invullen:
de ru . de kn . . de . ongen
de enke . de v . . t de . armen
de nage . de t . . n de . ersenen
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 25
10. Invullen: jij kleurt - jullie kleuren
Jij pakt - jullie …………………….
Jij wijst - jullie …………………….
Jij hoort - jullie …………………….
Jij poetst - jullie …………………….
Jij hebt - jullie …………………….
Jij leert - jullie …………………….
Jij staat - jullie …………………….
Jij zit - jullie …………………….
Jij kijkt - jullie …………………….
Jij ligt - jullie …………………….
Jij praat - jullie …………………….
Jij bent - jullie …………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 26
11. Invullen: wij kleuren - ik kleur
Wij pakken - ik …………………….
Wij horen - ik …………………….
Wij hebben - ik …………………….
Wij staan - ik …………………….
Wij zijn - ik …………………….
Wij poetsen - ik …………………….
Wij praten - ik …………………….
Wij komen - ik …………………….
Wij kijken - ik …………………….
Wij wijzen - ik …………………….
Wij leren - ik …………………….
Wij doen - ik …………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 27
Werkbladen bij thema het lichaam: dag 4
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de griep
…………………………………………………
de handdoek
……………………………………………………
de zeep
…………………………………………………
de verkoudheid
………………………………………………….
de deodorant
……………………………………………………
de tandpasta
………………………………………………….
de tandenborstel
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 28
de hoofdpijn
……………………………………………………
de pillen
…………………………………………………..
de rugpijn
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 29
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 30
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de zeep
de pillen
de griep
de hoofdpijn
de zakdoek
de make-up
de verkoudheid
de hoofdpijn
de rugpijn
de zeep
de pillen
de deodorant
de handdoek
de zakdoek
de tandpasta
de deodorant
de tandenborstel
de tandpasta
de pillen
de zeep
de zakdoek
de rugpijn
de hoofdpijn
de verkoudheid
de tandpasta
de tandenborstel
de griep
de griep
de pillen
de zeep
4. Invullen de of het:
. . . griep . . . deodorant . . . handdoek . . . verkoudheid
. . . hoofdpijn . . . tandpasta . . . zeep . . . make-up
. . . zakdoek . . . tandenborstel
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 31
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een zakdoek?
……………………………………………………………………….
Is dit de tandenborstel?
……………………………………………………………………….
Is dit de tandpasta?
……………………………………………………………………….
Is dit een handdoek?
……………………………………………………………………….
Heb jij rugpijn?
……………………………………………………………………….
Is dit griep?
……………………………………………………………………….
Is dit de zeep?
……………………………………………………………………….
Is dit de zakdoek?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 32
Zijn dit de pillen?
……………………………………………………………………….
Is dit de verkoudheid?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 33
6. Zoek 5 woorden:
griepkjtlvkzeepsdhlptandpastamsnmlndpillenubbdfnzrznzakdoekedbwljfnmlpv
1.
2.
3.
4.
5.
7. Letters invullen:
de zee . de d . . dorant de . andenborstel
de zakdoe . de gr . . p de . illen
de buikpij . de verk . . dheid de . ake-up
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 2 Pagina 34
8. Invullen:
horen Hij …………………… met zijn oor.
zijn Ik ………………….. ziek.
praten met Zij …………………. …………………… haar mond.
pakken Ik ………………….. de zeep.
poetsen Jij …………………….. het gebit.
kijken naar Hij ………………………. ………………………….. de vinger.
zijn De tandpasta …………………… op de tandenborstel.
pakken Jullie ………………………… de zakdoek.
zitten Ik ………………………… op mijn billen.
staan Hij ………………………. op zijn handen.
zijn De darmen ……………………… in de buik.
hebben Jij ………………………… oorpijn.
wijzen naar Jij …………………….. …………………………… de handdoek.
leren Zij ……………………………. niet, zij heeft hoofdpijn.
zitten De tanden ………………………….. in de mond.
