Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede...

21
Veilighei d Werkbundel

Transcript of Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede...

Page 1: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Veiligheid

Werkbundel

W.O.

Sancta Maria

2016-2017

Page 2: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Het vuur

Het gebruik van vuur betekende een grote stap voorwaarts in de menselijke evolutie. Het is niet echt uitgevonden, maar men leerde het gebruiken en zelf maken. Voor de mensen in de steentijd en de eerste boeren bood vuur warmte, licht en bescherming tegen roofdieren. Ook kon men de omgeving naar de hand zetten door de begroeiing te verbranden, zodat er open plekken ontstonden voor vee of ongedierte werd bestreden.

Vuur temmenIn het begin was de mens vooral bang voor het vuur. Hij vreesde de bliksem die insloeg in bomen en ze verbrandde. Hij was bang voor de lava van de vulkaan en voor de savannebranden in het droge seizoen. Het was zeker een iets nieuwsgieriger en stoutmoediger mens die op zeker dag na een brand een brandende stok heeft opgepakt of heeft geproefd van een stuk gebraden vlees. Dit proces herhaalde zich en de mens leerde omgaan met het vuur en het te voeden met grassen en takjes zodat het niet meer uitging. Zo konden ze het vuur gebruiken voor volgende doeleinden:

· licht· warmte· bescherming· verbeteren van gereedschap: vuursteen wordt scherper en houten speren harder · koken

VuursteenOm in de steentijd vuur te maken, had je meer dan alleen vuursteen nodig. Een stuk pyriet of marcasiet (beide mineralen bevatten ijzer en zwavel) zorgde voor de nodige vonken.

VuurboogEen vuurboog' of vuurboor is een houten gereedschap om vuur te maken door middel van wrijving. Met behulp van een boog en een pees draai je een houten boor in een ander stuk hout waardoor dit tot poeder wordt vermalen. Na flink boren wordt dit poeder zo heet dat er een kooltje ontstaat. Met dit kooltje kun je weer droog gras of houtschaafsel aansteken om zo een vuur te maken.

Hout, aloude brandstofHout was de brandstof die het meeste werd gebruikt. Bij archeologische opgravingen worden er nog vaak houtskoolresten gevonden op de plaats waar vroeger het vuur brandde. We weten dat de mensen een deel van hun plantaardig en dierlijk voedsel kookten. (Plantaardige vezels werden beter verteerbaar.)

De jacht

Page 3: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

De voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens’) verscheen. Deze oermens had een smallere kaak ontwikkeld, die daardoor minder geschikt was om planten en bladeren mee te eten, wel vlees. We weten het zeker omdat er fossiele resten van bewerkte dierenbotten zijn gevonden. Uit de botten van dieren werd het merg gehaald. Maar om botten te breken waren hulpmiddelen nodig.

Iedereen kent de verhalen uit films waarin wilden gehuld in dierenvellen met knuppels en vuistbijlen jacht maken op dinosauriërs en mammoeten. Helaas is dit beeld mooier dan de werkelijkheid. De dinosauriërs waren al lang uitgestorven voordat de eerste mens op de wereld verscheen en met de vuistbijl werd niet gejaagd. Men gebruikte een lange houten speer, pijl en boog, valkuil, ... Toch is de vuistbijl één van de meest gekende gebruiksvoorwerpen uit de prehistorie. Het was het 'Zwitserse zakmes' van die tijd. Men kon er takken mee afsnijden, kleine bomen omhakken, dieren slachten en villen. Omdat het werktuig weer makkelijk aangescherpt kon worden, ging een vuistbijl lang mee.

Bij de verwerking van de jacht ging niets verloren. De jagers uit de prehistorie gebruikten bijna alles van een gedood dier. Het dier verschafte niet alleen voedsel, maar ook de nodige grondstoffen voor woningen, werktuigen, kleren, naaigerei ... Dat weten we door resultaten van archeologische opgravingen.

Alles werd gebruikt: vlees, bloed, vacht, beenderen, pezen, vet, tanden, hersenen, darmen en tanden. De huid werd eerst bewerkt door het overbodige vet er af te halen met een schraper. Met een keurig bewerkte huid konden onze voorouders een kledingstuk maken. Ze sneden het uit met een vuurstenen mes en naaiden het aan elkaar met benen naalden en een draad gemaakt van pezen, darmen of vezels van in het wild groeiend

vlas of van andere planten.

De afslagen bij het bewerken van een vuursteen waren vaak geen afval, maar ze werden doelbewust in een bepaalde vorm geslagen om ze als werktuig (bijvoorbeeld mes) te gebruiken. Doordat vuurstenen afslagen hele scherpe breukranden hadden, hoeven ze niet nog eens apart geslepen te worden om als mes geschikt te zijn.

Page 4: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Het aquaduct

Tegenwoordig is het gemiddelde waterverbruik van een Belg 110 liter per persoon en per dag. Daarmee verschillen we niet zoveel van de doorsnee Romein, die in zijn tijd al ongeveer 100 liter water per man en per dag gebruikte. Wanneer je het waterverbruik van fonteinen en badhuizen erbij telt, stijgt de teller tot maar liefst 500 liter per dag.

Al dat water was niet zomaar rechtstreeks beschikbaar in de steden. Het water dat in de rivieren stroomde, was ruimschoots onvoldoende om hun hoge levensstandaard te behouden. De Romeinen voerden dan ook water aan van verafgelegen bronnen, via lange waterleidingen of aquaducten. Die kan je vergelijken met ons huidige waterleidingnetwerk. De aquaducten van de Romeinen zijn echte technologische hoogstandjes. Niet alleen zien ze er (nog steeds) indrukwekkend uit, ze zorgden er ongeveer 2000 jaar geleden al voor dat Romeinse steden continu vers water ter beschikking hadden voor badhuizen, fonteinen en privaat gebruik.

Dit was mogelijk doordat ze gebouwd werden met bogen. Bogen zijn erg sterke constructies die tegelijk eenvoudig te bouwen zijn. Een boog verwerkt haar belasting naar opzij, via drukkrachten. Zo’n boog is opgebouwd uit wiggen. De drukkrachten van de bovenste wig worden gelijkmatig naar rechts en links uitgeoefend. De aanliggende wiggen zetten deze drukkrachten gelijkmatig verder naar de volgende wiggen links en rechts. Uiteindelijk vangen de steunpunten de krachten op. De oudste bogen werden al zo’n 4 000 jaar geleden in Mesopotamië gebouwd. De Romeinen ontwikkelden het boogontwerp verder en bouwden spectaculaire aquaducten van meerdere bogen boven elkaar.

Het Romeinse legerHet Romeinse leger was tijdens de Romeinse republiek een van de sterkste legers van dat moment. Telkens als de Romeinen een gebied veroverden, moesten er soldaten geleverd worden door het

Page 5: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

veroverde gebied. Deze nieuwe soldaten werden opgeleid en in de verschillende Romeinse legioenen geplaatst. Hoe meer veroveringen er plaatsvonden, hoe groter het Romeinse leger werd. Verschillende volkeren werden door de Romeinen overwonnen en ingelijfd in het Romeinse Rijk. Het succes van de Romeinse legioenen was te danken aan:

Een goede organisatie: Gebruik van rangen:Het Romeinse leger was zeer goed georganiseerd. Zo gebruikten de Romeinen als eerste volk verschillende rangen in het leger. Soldaten die zich bewezen hadden in de strijd voor moed, opoffering en bedenken van strategieën verkregen vaak al snel een hogere rang.

Goede uitrusting:Daarnaast waren de soldaten van top tot teen goed uitgerust. Bij andere volkeren moesten de soldaten zelf voor hun uitrusting zorgen. Bij de Romeinen kregen de soldaten hun uitrusting van Rome. Een Romeinse soldaat herken je meteen aan zijn speer en groot schild.

Strategie: De Romeinen waren slim en leerden al snel uit hun fouten. Na elke veldslag werden de beslissingen van de officieren herbekeken om na te gaan waar het

fout liep of waar het eventueel beter kon. De Romeinen gebruikten hun omgeving goed en probeerden hun tegenstanders steeds naar een open grasveld te lokken. Daarnaast gebruikten ze verschillende formaties om hun tegenstanders aan te vallen of om zichzelf te verdedigen. De bekendste verdedigingsformatie is de testudo of schildpad-formatie.

Een andere tactiek was "Divide Et Impera" ofwel ‘Verdeel en Heers’. Hierbij zorgden de Romeinen ervoor dat er tussen hun vijanden onderling ruzie was, zodat ze zich niet zouden verenigen tegen de Romeinen. Vaak begonnen de vijanden elkaar onderling aan te vallen en moesten de Romeinen enkel afwachten. Binnen het Romeinse leger heerste er een strenge discipline. Vaak moesten de soldaten verschillende maanden of zelfs jaren in één kamp verblijven op een vreemd of vijandig gebied. Het was belangrijk dat de soldaten in bedwang werden gehouden.

Niet alleen de Romeinen gebruikten deze technieken. Eerder in de geschiedenis hielden de Spartanen bijvoorbeeld al het machtige Perzische rijk tegen met een kleine minderheid in een bergpas. En de Fenicische krijgsheer Hannibal is beroemd omdat hij het Romeinse rijk bijna versloeg door vanuit Spanje met een leger krijgsolifanten over de Alpen Italië binnen te trekken.

Page 6: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Het Kasteel

De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun woning en hun land tegen de indringers te beschermen. Sommigen bouwden een wal of muur om hun huis. Die beschermde de huizen. Dat waren eigenlijk de eerste kastelen.

Het was in een kasteel heel belangrijk om dieren te houden en veel eten op te slaan. Kasteelbewoners konden namelijk vaak lange tijd niet naar buiten. Dan lag de vijand weer eens op de loer en moesten de poorten dicht blijven. Omdat de muren te hoog en te dik waren om te bestormen, wachtte de vijand gewoon totdat de kasteelheren honger zouden krijgen en zelf naar buiten zouden komen. Hoe meer eten er dus was in het kasteel, hoe langer de kasteelbewoners het konden uithouden. Daarom werden er op de binnenplaats voedselvoorraden opgeslagen en dieren gehouden zoals schapen, geiten, kippen en duiven.

Om tijdens zo'n beleg wapens te kunnen maken, hadden veel kasteelheren hun eigen wapensmederij. Hier werden nieuwe wapens gemaakt en oude gerepareerd. Het was ook belangrijk om in een kasteel genoeg water te hebben. Een waterleiding zoals wij hebben bestond nog niet. Ze leefden vooral van regenwater dat - via gootjes - werd opgevangen in een waterreservoir. Ze vulden ook houten vaten met regenwater.

De belangrijkste plek in een kasteel was wel de keuken. Het eten dat hier iedere dag werd klaargemaakt was vrij simpel. De meeste ridders leefden niet zo luxe en aten hetzelfde als de boeren: linzensoep vaak, of gierstbouillon met brood en wijn. Vlees of vis aten ze alleen bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als de kasteelheer net terug was van een toernooi of een oorlog.

Om het eten lekker te kunnen maken, was er in ieder kasteel een kruidentuin. In die tuin stonden ook kruiden die gebruikt werden als medicijn. De tuin was een soort kasteelapotheek. In de keuken werd niet alleen gekookt. Omdat het er lekker warm was, gingen de mensen hier ook in bad.

De boeren die om het kasteel heen woonden, kwamen een paar keer per jaar naar de kasteelheer om gewassen van hun land te brengen. Hoeveel ze brachten, hing af van de grootte van hun akker en of ze in dienst waren van de kasteelheer of niet.

De pest

Page 7: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Bijna zevenhonderd jaar geleden breekt er een besmettelijke ziekte uit, die de mensen de Zwarte dood noemen. Als iemand ziek wordt krijgt hij hoge koorts en hoofdpijn. Hij rilt over zijn hele lijf. Dan krijgt hij dikke builen op zijn lijf en onderhuidse bloedingen die overgaan in zwarte vlekken: het teken dat de zwarte dood nu snel zal toeslaan. De zieke is er erg aan toe en sterft binnen een paar dagen. Er is niets tegen te doen.

Wat de mensen in die tijd nog niet weten is dat de zwarte dood, die we tegenwoordig de pest noemen, door een bacterie wordt overgebracht. Die bacterie is afkomstig van een vlo. Een vlo die het bloed van een besmette rat heeft opgezogen. Als je door zo’n vlo gebeten wordt kan je zelf ook besmet raken.

Ratten zie je overal in die tijd: op straat en in huis. Ze komen op het voedsel van de mensen af. De pestbacterie komt helemaal uit China. Daar komen ook de besmette ratten en vlooien vandaan. Ze reizen mee met handelaren en handelsschepen die naar Europa gaan. De zeelui zijn ook aan de ratten gewend, die zijn er altijd. Maar ze weten niet dat de ratten dit keer iets vreselijks meedragen. Als de schepen dichtbij huis zijn, zijn de meeste mannen gebeten door de rattenvlooien en al ziek. Ze gaan hoestend en proestend de wal op samen met de ratten. Nu kunnen de rattenvlooien ook andere mensen op de wal besmetten.

De ziekte verspreidt zich onmerkbaar. Een handdruk is voldoende om de vlooien over te laten springen. Zo raast de ziekte vanuit Sicilië naar het vaste land, over Zuid Europa richting het noorden. Binnen een paar jaar heeft de ziekte heel Europa overspoeld. Maar dan, net zo snel als de zwarte dood is gekomen, zo is het ineens voorbij. Miljoenen mensen zijn gestorven.

Wel had men het vermoeden dat de ziekte besmettelijk was. Om de pestlijders te herkennen moesten zij dus ratels dragen om de andere dorpsbewoners te waarschuwen. Ook ging men de pestlijders afzonderen in gesloten ruimten; meedogenloze heersers in Milaan lieten zelfs bij de eerste tekenen van besmetting huizen met zieke en gezonde bewoners erin dichtmetselen.

Maskers voor de pestdokters moesten ervoor zorgen dat zij geen besmette lucht inademden; bovendien droegen zij een soort van rare vogelbek volgepropt met parfums die de stank moest camoufleren. Maar het beste preventiemiddel, namelijk hygiëne, kreeg weinig of geen aandacht: ratten werden niet verdelgd en er was ook geen goede riolering. De lijken van zieke mensen bleven vaak op straat liggen.

Pas in 1894 ziet een bioloog voor het eerst de gevreesde pestbacterie door zijn microscoop. Wetenschappers komen erachter dat de rattenvlo de ziekte overdraagt. Met de uitvinding van antibiotica kan de

pestinfectie makkelijk bestreden worden. In onze tijd heeft de pest dan ook geen kans meer.

Page 8: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Werkblaadjes

Oefening 1 – Vuur maken

Wat gebruikte de ikea man om vuur te maken en wat zouden de mensen in de prehistorie gebruiken?

IKEA Prehistorie

Oefening 2 – Redenen om vuur te gebruiken

Vuur kan voor heel veel dingen gebruikt worden, noteer de 6 functies van vuur hieronder:

1.

2.

3.

4.

5.

6.

Page 9: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Oefening 3 - Wist je dat? De prehistorische mensen zijn kampioenen in recyclage 1

Waarvoor gebruikten de mensen de verschillende delen van het dier?

Vul de tekst aan met volgende woorden:

touw, halssnoeren, Kleren, trekvast, eetbaars, spitsen, naaigaren, werktuigen, drinken, eten, vetlampen.

Uit één volwassen rendierwijfje van 75 kg (gedood in de herfst) kon de

prehistorische mens het volgende halen:

Vlees: aan een rendier zit ongeveer 24 kg spiervlees. Maar het dier levert

natuurlijk nog meer ………..…………. : de lever (1 kg), de nieren (180 g), de tong

(275 g), het hart (650 g) en zelfs de longen (3,7 kg).

Bloed: een rendier bevat ongeveer 4 kg (4 liter) bloed. De jagers konden dit

………..…………. of in hun voedsel verwerken.

Huid, vacht: een rendierhuid is 1 m² groot en 4 kg zwaar. ………..…………. van

zo'n prachtige dikke vacht zijn warm en zitten gemakkelijk. De onthaarde huid

kan dienen als tentzeil of als bedekking van andere schuilplaatsen.

Gewei: Elke stang weegt ongeveer 1 kg. Zowel mannelijke als vrouwelijke

rendieren dragen een gewei. Ze werpen dat elk jaar af. Daarna groeit het

gewei weer aan. De mensen hoefden de geweien maar op te rapen. Ze

gebruikten ze heel vaak voor ………..…………., heften, wapenspitsen.

1 Uit: Persdossier Prehistorie - Do it yourself!, Museum voor Natuurwetenschappen, blz 9-10. www.natuurwetenschappen.be

Page 10: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Beenderen: de beenderen van een levend of pas gedood rendier wegen bijna

10 kg. Onze voorouders maakten er allerlei gereedschap van, waaronder

………..…………. van werptuigen. Ze aten er ook het merg uit en hielden er hun

vuur mee warm als ze geen hout vonden (geweien zijn nogal vet en branden

dus goed).

Vet: uit een rendier kan je 2 kg vet halen. Hiermee kan je huiden behandelen,

………..…………. laten branden (voor licht) en je kunt het eten!

Pezen: pezen zijn uiterst ………..…………. . Door met een steen op de peesvezels

te slaan, maak je ze van elkaar los. Met die vezels maak je dan bindtouw of

naaigaren. De pezen van de poten zijn goed voor 168 m naaigaren, die van de

ruggengraat voor 75 m.

Tanden: de tanden – vooral de snijtanden – werden soms op … ………..………….

geregen of als versiering op kleren genaaid.

Hersenen: je kunt de hersenen van dieren ………..…………., maar er ook huiden

mee looien, want ze bevatten veel vet. Het vet dringt tussen de vezels en

neemt de plaats in van het vocht in de huid. Zo wordt die opnieuw soepel en

elastisch.

Darmen: leeggemaakte, gewassen en gedroogde darmen zijn voor heel wat

bruikbaar. Je kunt er een draad of een ………..…………. van maken door ze ineen

te strengelen. Maar in zo'n langwerpig bergingsmiddel kan je ook allerlei losse

eetwaren bewaren.

Resultaat: GEEN vuilniszak!

Page 11: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Oefening 4: De Romeinen waren dé top in bruggen bouwen.

Maak per groepje een zo lang mogelijke brug met zo weinig mogelijk pijlers.

Page 12: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Oefening 5 – Romeinse oorlogsvoering

Noteer de belangrijkste kenmerken van het Romeinse leger

Romeinse leger Uit de tekst Uit de film

1. Organisatie

2. Uitrusting

3. Strategie

De filmmakers waren soms wat te veel bezig met de veldslag, kan je een foutje geven in de film Asterix en Obelix?

Page 13: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Oefening 5 – Bescherming in de middeleeuwen

Middeleeuwse kasteel Film & tekst

1. Organisatie

2. Uitrusting

3. Strategie

13

Page 14: Web viewDe voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten, dit weten we door de brede kaken. Dat begon te veranderen toen de Homo habilis (‘Handige mens

Oefening 6 – De Zwarte Dood

In de veertiende eeuw sloeg de pest uitzonderlijk hard toe in Europa. Een derde van de bevolking zou gestorven zijn in de jaren 1348-1351. Enkele getuigenissenGetuigenis van een Siciliaanse man in oktober 1347:‘Toen we beseften wat voor dodelijke ramp ons overkwam, jaagden we de Italianen uit onze stad. Maar de ziekte bleef, en niet lang daarna heerste de dood overal. Vaders lieten hun zieke zonen achter. Advocaten weigerden de stervenden te bezoeken en hun testament op te tekenen. Paters en nonnen trokken op pad om de zieken te helpen en de kloosters lagen er al snel desolaat bij toen ook zij ziek werden. Lijken werden achtergelaten in lege huizen, en er was niemand om hen een Christelijke begrafenis te geven.’2

Een getuigenis van een Iers huishouden:‘De plaag plunderde dorpen, steden en kastelen leeg van hun inwoners tot er nog amper iemand leefde. De pestilentie was zo besmettelijk dat als je een dode of een zieke aanraakte meteen zelf besmet werd en stierf. De boeteling en de biechtvader bracht men samen naar hun graven. Door hun angst en afschuwen kon men zich er nauwelijks toe brengen om een vroom en menslievend iets zoals een ziekenbezoek of een begrafenis bij te wonen. Velen stierven aan de etterbuilen, abcessen en puisten die barstten op de benen en onder de oksels. Anderen stierven van de razernij, veroorzaakt door een geestelijke instorting, of door het overgeven van bloed. Dit verbijsterende jaar was onbegrijpelijk, het was buitengewoon en dubieus: je beleefde je prille jeugdjaren doordrongen met ziekte en de dood…  Zelden stierf er slecht één persoon in een huishouden. Meestal verloren man, vrouw, kinderen en personeel op dezelfde manier het leven.’3

2 The Black Death: Bubonic Plague, http://www.themiddleages.net/plague.html. Vertaald door Pieter Serrien, zie website: https://pieterserrien.be/2010/10/23/getuigen-de-zwarte-dood/ 3 IBEJI, Mike, BBC British history in-depth. Black death, http://www.bbc.co.uk/history/british/middle_ages/black_01.shtml. Vertaald door Pieter Serrien, zie website: https://pieterserrien.be/2010/10/23/getuigen-de-zwarte-dood/

14