Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

download Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

of 6

Transcript of Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    1/6

    TEKST SOFIE BRUTSAERT

    FOTOWHO

    Alejandro Jarai

    Vicedirecteur-generaal WHOl

    Exact 10 jaar al palavert de Wereldhandelsorganisatie (WHO) over een akkoord

    dat de wereldhandel vrijer, maar ook eerlijker maakt. In december is er een

    nieuwe deadline om met de zogenoemde Doharonde te landen, maar het heeft

    er veel van weg dat ook deze keer de champagne in de kelder mag blijven. Vice-

    directeur-generaal Alejandro Jara schetst voor Forward de stand van zaken.

    Wereldhandel

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    2/6

    Uw baas, Pascal Lamy,

    gaf onlangs tijdens eeninformele meeting voor

    het eerst toe dat de

    leden de ernst van de

    situatie waarin de Doharonde verkeert,

    erkenden. Durft u openlijk spreken

    over een mislukking van de onderhan-

    delingen?

    Alle onderhandelingen van deze omvang

    en complexiteit maken crisissen door, al

    zie je meestal licht aan het eind van de

    tunnel. Deze keer heeft iemand het licht

    uitgedaan Het is een mislukking in die

    zin dat we de deadlines die de leden zelf

    hadden vooropgesteld niet halen. Metde juiste processen en politieke context

    hadden we ook eerder kunnen eindigen.

    Maar de ronde is niet dood en niemand

    wil die dood. Dat impliceert dat er din-

    gen moeten veranderen, want eindeloosdoorgaan op dezelfde weg is zinloos.

    Een deadline vooropstellen van

    10 jaar, dat zet niet bepaald aan tot

    hard werk

    Maar er is al veel rond! En bij dat pakket

    zitten enorm veel voordelen voor ontwik-

    kelingslanden bij. De eindconclusie uit-

    stellen betekent voor die armere landen

    ook het uitstellen van al die positieve ele-

    menten waarover men het nu al eens is.

    Ik geef echter toe dat sommige landen in

    een moeilijke politieke context verkeren

    om de doorbraak nu te forceren. In veelsleuteldomeinen is het niet tijd die ons

    ontbreekt, maar wel politieke wil. Het

    probleem is ook niet het aantal leden dat

    Plan Bvoor de wereldhandel

    Ik denk dat de WHOde beste manier blijftom internationalesamenwerking tebevorderen

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    3/6

    rond de tafel zit, want zelfs mochten we

    dat aantal tot de 10 belangrijkste handels-

    partners reduceren, dan zitten de usual

    suspects mee aan tafel. We zou-

    den met die 10 in exact dezelfde

    situatie vastzitten als vandaag.

    Hoe moeilijk het ook blijkt om

    tot een echte eindconclusie te

    komen, vanuit diverse hoeken

    horen we dat niemand het

    zogenoemde Doha-mandaat

    wil laten vallen. Wat betekent

    dat precies?

    Doha moest een accepteerbaar

    onderhandelingstraject worden

    en daarom werd een agenda

    opgesteld met vele themas dieheel verschillende belangenge-

    bieden vertegenwoordigen. Elk

    land ziet in die huidige agenda

    wel n of meerdere dingen die

    in zijn belang zijn en dat het erg

    belangrijk acht, en dus wil het

    die aspecten niet zien verdwij-

    nen van de agenda. Voor sommige is de

    afbraak van bepaalde visserijsubsidies

    een belangrijk punt, voor andere is dat

    de liberalisatie van handel en landbouw.

    En voor een derde land kunnen beide

    belangrijk zijn. In de vorige ronde, de

    Uruguay Ronde, werd landbouw voor

    het eerst in het multilaterale systeem

    gebracht van afgesproken regels. Maar

    nu is het echt de eerste keer dat er een

    serieuze poging wordt ondernomen om

    landbouw te liberaliseren: tarieven doen

    dalen en het afbouwen tot elimineren van

    bepaalde subsidies. Landen met een effi-

    cinte landbouwsector zien dat niet graag

    verloren gaan.

    Uit de recente toespraken van Lamy

    blijkt dat het zijn ambitie is om in de-

    cember te landen met een soort PlanB, een slotakkoord, maar niet over alle

    delen van de agenda die oorspronkelijk

    waren gepland.

    De zogenoemde groep van 5 (VS, EU,

    Brazili, China en India) kwam enkele

    maanden geleden tot de conclusie dat de

    kloof tussen wat ze accepteerbaar achten

    te groot is om een akkoord te sluiten.

    En ze wierpen de handdoek in de ring.

    Daarop hebben andere getracht om de

    brug te slaan, maar het blijkt onmogelijk.

    Het is dus een feit dat we de Doharonde

    niet kunnen besluiten eind dit jaar. Maar

    we zullen het later doen. Er moeten so- wieso dingen veranderen. Wat precies

    wordt momenteel geanalyseerd door de

    overheden. De bedoeling is om op de mi-

    nistermeeting in december een plan voor

    te leggen van hoe we de agenda zullen

    aanpakken in de toekomst. En hopelijk

    kunnen we ook een vroege oogst binnen-

    halen, wat betekent dat we al een aantal

    zaken waarover eensgezindheid bestaat,

    kunnen vastleggen. Vele daarvan zijn

    trouwens in het voordeel van de armste

    landen, zoals het duty free en quota free

    toegang verlenen tot de markt van de

    minst ontwikkelde landen, of het trans-

    parantiemechanisme voor preferentile

    handel dat nu trouwens al in werking

    is, maar waarvan we de kans hebben het

    definitief te maken. Voorts ligt een ak-

    koord op tafel over de procedures voor

    het beslechten van handelsakkoorden en

    is er overeenstemming om iets te doenin het voordeel van de katoenproduce-

    rende Afrikaanse landen Er zijn veel

    dingen waarover een akkoord nu al zou

    kunnen of zelfs zaken die nu al gem-

    plementeerd worden, maar die pas echt

    definitief worden als we een heel pakket

    afronden.

    Moet dergelijk voorakkoord de geloof-

    waardigheid van de WHO redden?

    De vraag suggereert dat die geloof-

    waardigheid is aangetast. Ik denk dat de

    WHO de beste manier blijft om inter-

    nationale samenwerking te bevorderen,

    met voorsprong het beste systeem is om

    internationale handelsconflicten te rege-

    len, en het meest gesofisticeerde mecha-

    nisme is dat we hebben in internationale

    economische relaties. Dat ontkent nie-

    mand. Als we nu echter geen resultaten

    boeken, zullen er arme landen zijn die

    zich afvragen wat er voor hen inzit als

    we geen antwoord kunnen bieden op hun

    specifieke, en heel dringende, noden. Ze

    zeggen dat als we zelfs niet in staat zijn

    om overeenstemming te bereiken over

    dit deel van het pakket, elke andere am-bitie sowieso te hoog gegrepen is. Men-

    sen verliezen hun interesse en dat tast

    inderdaad de geloofwaardigheid van de

    WHO aan als platform voor liberalise-

    ring van de handel.

    De uitblijvende WHO-resultaten waren

    alvast een factor die de EU aanzette

    om bilaterale akkoorden met landen

    als Korea, India te sluiten. Is dat

    geen blaam voor het multilateralisme?

    Sommige landen wensen sneller te gaan

    en hun economien vrij te maken op een

    wederkerige basis: preferentile handels-partners en bilaterale vrijhandelsakkoor-

    den zijn manieren om dat te doen. Daar-

    naast is er de strijd tegen discriminatie:

    Ik geef toe dat sommigelanden in een moeilijke

    politieke context verkerenom de doorbraak nu te

    forceren

    WIE IS ALEJANDRO JARA?

    Alejandro Jara (1949) is geboren in het Chileense

    Santiago. Hij liep humaniora in Rio de Janeiro (Brazil-

    li) en in Santiago. In 1973 behaalde hij een diploma

    in de rechten aan de Universidad de Chile, waarna

    hij zich dankzij een Fulbright scholarship verder kon

    bekwamen aan de Law School van de University

    of California at Berkeley (1975-1976). Zijn carrire

    startte in de diplomatieke dienst van Chili waar hij

    zich specialiseerde in internationale handelsrelaties.

    Hij maakte deel uit van de Chileense delegatie in de

    GATT-onderhandelingen en was hoofdonderhande-

    laar voor het vrijhandelsakkoord tussen Chili en Mexi-co. In juni 2000 werd hij permanent vertegenwoor-

    diger van Chili bij de WHO in Genve. Vandaag is hij

    voorzitter van de Special Session of the Council for

    Trade in Services, waar de Doharonde wordt onder-

    handeld. Jara is vicedirecteur-generaal van de WHO.

    forwardseptember 2011

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    4/6

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    5/6

  • 8/4/2019 Wereldhandel: WHO-topman Alejandro Jarai pleit voor plan B

    6/6

    als de EU ziet dat Korea een vrijhandels-

    verdrag negotieert met de VS, kan de

    Unie wellicht niet niets doen, anders zal

    Europa zonder twijfel markt verliezen.

    Dus gaat de EU op haar beurt onderhan-

    delen met Korea. Dat is een spiraal die

    blijft draaien. Het is misschien niet de

    meest optimale oplossing, maar landen

    evolueren tenminste in de juiste richting:

    ze liberaliseren hun handel, hun diensten

    en investeringen. En dat is goed. Noch-

    tans, dit gezegd zijnde, veel arme landen

    nemen niet deel aan dit proces, en er zijn

    ook zaken die niet op bilaterale manier

    kunnen worden opgelost: de gemeen-

    schappelijke landbouwpolitiek van de EU

    of de VS zal je niet ontmantelen op deze

    manier.

    Maar een bilateraal akkoord sluiten is

    al zo moeilijk. Is het wel realistisch te

    hopen dat handelspartners wereldwijd

    het ooit eens zullen worden?

    Een vrijhandelsakkoord lijkt makke-

    lijker omdat je slechts met n partner

    praat, maar het is tegelijk moeilijker

    omdat je de tarieven tot nul herleidt. In

    multilaterale gesprekken is het de bedoe-

    ling de tarieven te laten zakken, maar

    niet noodzakelijk ze tot nul te herleiden.

    Dus de aanpassing die wordt gevraagd

    kan voor landen beter verteerbaar zijn.

    Bovendien zijn de tarieven al erg laag.

    Vandaag zijn het reglementair kader, de

    standaarden, privstandaarden, SPS-pro-

    cedures (*) veel belangrijker. Er is een

    hele wereld van regeltjes en eisen achter

    de grenzen van landen op diensten en in-

    vesteringen.

    EU-commissaris Karel De Gucht be-

    weerde al herhaaldelijk dat n van de

    grote problemen in de Doha-ronde de

    minimale steun is van de VS. Klopt die

    analyse volgens u?Ik geef daar geen commentaar op, het is

    niet mijn rol om te zeggen wiens schuld

    het is. Ik denk dat het een collectief pro-

    bleem is. Maar de VS hebben wel een

    probleem omdat er geen politiek verant-

    woordelijke is voor handelspromotie. De

    debatten in de VS in een context van

    ernstige werkloosheid verlopen zeer

    moeilijk. Ik kan niet zeggen dat de VS

    de belangrijkste verantwoordelijkheid

    dragen voor de situatie in de Doha-ronde,

    maar de EU is zeker constructiever dan

    in het verleden.

    Op de European Business Summit die

    het VBO onlangs organiseerde, liet

    Paolo Fellin, vice-president van Cater-

    pillar, zich ontvallen dat de effecten

    van de Uruguay Ronde alle verwach-

    tingen bij Caterpillar overtroffen. Nu

    de wereld zoveel veranderd is, zal de

    impact van een nieuw akkoord noggroter zijn. In dit geval is geen deal een

    slechte deal. En toch zien we nauwe-

    lijks actie vanuit de bedrijfswereld om

    politieke leiders aan te zetten tot een

    akkoord. Hoe komt dat?

    Uit statistieken van de Wereldbank

    blijkt dat tussen 1990 en 2005 er in de

    ontwikkelingslanden een grote golf van

    vrijmaking van de handel was, ook in-

    zake diensten en investeringen. Wat

    betreft de vrijmaking van de handel in

    goederen, was 65% unilateraal, 25% was

    multilateraal (m.a.w. de Uruguay Rondeof afgeleiden), en 10% was via bilaterale

    vrijhandelsakkoorden. Dat betekent dat

    de opkomende economien en de ont-

    wikkelingslanden hun economien een-

    zijdig hebben geopend. En dat geeft een

    probleem, want wij praten over het tarief

    waar men zich officieel heeft toe verbon-

    den (bound level), maar het toegepaste

    tarief ligt vaak veel lager! Als wij dus een

    formule negotiren die het tarief van 25

    naar 12 brengt, is dat enorm, maar als men

    in de praktijk maar 6 vraagt, ben je geen

    stap vooruit! Het is n van de problemen

    dat businessmensen blijven zeggen dat er

    meer moet komen uit de Ronde, omdat ze

    nu geen extra markttoegang krijgen met

    wat er wordt genegotieerd. Maar dat be-

    tekent ook dat ze niet bereid zijn de in-

    spanningen die de ontwikkelingslanden

    hebben geleverd, te honoreren.

    (*) SPS staat voor Sanitary/Phytosanitary/

    Food Safety

    FACT FILE WERELDHANDELSORGANISATIE

    Gevestigd in: Genve, Zwitserland

    Opgericht op: 1 januari 1995

    Opgericht door: de Uruguay Round onderhandelingen (1986-1994)

    Leden: 153 landen

    Budget: 196 miljoen Zwitserse frank in 2010

    Staff secretariaat: 640

    Functies: vastleggen van WHO-handelsakkoorden; forum voor handelsonderhandelingen;

    afwikkeling van handelsdisputen; monitoring van nationaal handelsbeleid; technische bijstand en

    training aan ontwikkelingslanden; samenwerking met andere internationale organisaties

    Algemeen directeur: Pascal LamyWebsite: www.wto.org

    65Wereldhandel