DE WERELDHANDEL IN BEELD EDUCATIEF PAKKET SUIKER · - In de loop van de A-opdracht krijgt elke...

68
met de steun van Coöperatieve taak (van 2 à 3 lesuren) voor de derde graad lager onderwijs DE WERELDHANDEL IN BEELD EDUCATIEF PAKKET SUIKER ed-oww - 341-12-2016

Transcript of DE WERELDHANDEL IN BEELD EDUCATIEF PAKKET SUIKER · - In de loop van de A-opdracht krijgt elke...

met de steun van

Coöperatieve taak(van 2 à 3 lesuren)

voor de derde graad lager onderwijs

DE WERELDHANDEL IN BEELD

EDUCATIEF PAKKET SUIKER

ed-o

ww

- 3

41-1

2-20

16

1

NASCHOLING COÖPERATIEF LEREN

Beste leerkracht,

Omdat we erg geloven in de kracht van coöperatief leren willen we graag, op jouw vraag, een nascholing over de CLIM-methodiek (coöperatief leren In multiculturele groepen) organiseren. We gaan dan samen op zoek naar nog meer geïnteresseerde leerkrachten die via het principe ‘samen staan we sterk’ willen meewerken aan maatschappelijke betrokkenheid en kritisch, actief wereldburgerschap van de toekomstige generatie.

Interesse voor een nascholing over de CLIM-methode mag je melden op [email protected] of via 09/218.88.68.

Een nascholing duurt ongeveer 2 uur.

We wensen je alvast veel inspiratie! Met hartelijke groet!

Het scholenteam van Oxfam-Wereldwinkels.

2

Dit pakket kwam tot stand dankzij Tine Bos en Ingrid Heps (ELDucation) Arne Schollaert, Hans Canters en Floor Michielsen (Oxfam-Wereldwinkels) www.oxfamwereldwinkels.be www.ELDucation.be

Verantwoordelijke uitgever Tom Wouters Ververijstraat 17 9000 Gent December 2016

Deze uitgave valt onder de creative commons licentie BY-NC-SA. Je bent vrij dit werk te gebruiken, te remixen, aan te passen en er verder op te werken, zolang dat gebeurt voor niet-commerciële doeleinden, dit werk vernoemd wordt en het nieuwe werk onder identieke licentie wordt aangeboden.

3

INHOUDSTAFEL

INLEIDING ......................................................................................................................... 4

HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE ....................................................................................... 5

HOOFDSTUK 2: EERLIJKE suiker ............................................................................... 12

HOOFDSTUK 3: COOPERATIEVE TAAK suiker .......................................................20

BRONNENLIJST .............................................................................................................. 56

BIJLAGEN ........................................................................................................................ 57

4

Inleiding leerkracht

Enthousiaste leerkracht,

Wat (h)eerlijk dat jij samen met je klas wil strijden voor eerlijke handel. In dit gratis lessenpakket

staat het thema ‘suiker’ centraal. We willen de suikerrietboer uit het Zuiden weer goesting geven

om te boeren! Je kan kiezen op welke manier je met dit pakket aan de slag gaat:

Heb je maar even tijd?

We ontwierpen activiteiten die je op 10 minuten tot een uurtje kan doen.

Ga een namiddag aan de slag

We werkten daarnaast ook een activiteit uit in een coöperatieve taak van ongeveer

één namiddag. Die vind je hier!

Welke activiteit je ook kiest, je leerlingen zullen telkens een gevoel van verontwaardiging ervaren

bij de huidige oneerlijke wereldhandel en uitgenodigd worden samen tot actie over te gaan.

Oxfam-Wereldwinkels en de coöperatieve opdrachten

Oxfam-Wereldwinkels strijdt voor eerlijke handel. Handel is een krachtige hefboom voor

ontwikkeling, maar heel wat producenten in het Zuiden krijgen geen eerlijke kans op de

wereldmarkt. Door aan te tonen wat er vandaag misloopt in de wereldhandel maken we het brede

publiek bewust van het onrecht dat miljoenen boeren in het Zuiden treft. We zijn er van overtuigd

dat hierdoor steeds meer mensen eisen dat dit model verandert en beleidsmaker moéten

ingrijpen.

De keuze voor coöperatieve taken was dan ook evident. Kiezen voor coöperatief leren betekent

dat je kiest voor talenten, dat je uitgaat van gelijkwaardigheid en diversiteit tussen de leerlingen

positief benut. Dat doet Oxfam- Wereldwinkels ook! Ze strijden voor eerlijke handel en zetten

sterk in op coöperatieve mechanismen. Net als Oxfam-Wereldwinkels benadrukt coöperatief

leren dat iedereen iets kan, maar dat niemand alles kan. Samen sta je altijd sterker!

Samenwerken, eerlijk (onder)handelen, brainstormen, praten en creatief ontwerpen, dat is wat

Oxfam-Wereldwinkels doet én wat dit lessenpakket stimuleert.

Hoe ga je met dit pakket aan de slag?

Deze handleiding voorziet lessen met concrete materialen voor leerlingen, waarmee ze zo aan

de slag kunnen. We kozen voor soberheid: zodat je geen extra materiaal nodig hebt en je tijd

efficiënt naar de kern van de zaak kan gaan.

Elke lesopdracht geeft instructies voor de leerkracht en de leerlingen mee. Je vindt ook de

achterliggende visie terug. De lesdoelen koppelden we aan de eindtermen. We geven ook

differentiatiemogelijkheden mee.

Wat vind je terug in deze handleiding?

- Het eerste hoofdstuk introduceert de activiteiten kort en legt de coöperatieve principes uit.

Ook de didactische onderbouwing vind je hier.

- Het tweede hoofdstuk brengt de essentie van het thema suiker en eerlijke handel.

- Het derde hoofdstuk biedt een coöperatieve activiteit aan waar je zeker een namiddag

plezier mee hebt.

We geven je ook een kijkwijzer voor evaluatie mee. Je kan genieten van het ontworpen pakket of

er je eigen ding van maken. Veel plezier er mee!

5

Hoofdstuk 1

Introductie

6

Introductie Hier stellen we de activiteit kort voor. Je kan de les bijvoorbeeld inzetten tijdens taal, W.O., levensbeschouwelijke vakken of een vakoverschrijdend project.

Coöperatieve taak (voor één voor-of namiddag)

Ben je vertrouwd met coöperatief werken? Spring dan gerust door naar een volgend hoofdstuk! Zo niet, dan vind je hieronder een korte toelichting.

Hoe werkt deze taak?

- Voor deze taak maak je heterogene groepjes van 5 leerlingen.

- Elke leerling krijgt een rol toebedeeld: organisator, reporter, materiaalmeester,

tijdsbewaker en bemiddelaar. Voor een toelichting over de verschillende rollen: zie

bijlage 2, p 65.

o Ze doorlopen het opdrachtblad waar een A-taak (een cognitieve taak over de

inhoud van eerlijke suiker) opstaat, evenals een B-taak. De B-taak is een

creatieve doe-taak die leerlingen tot actie aanzet. De info uit de A-taak is

nodig om de B-taak goed te doen.

- In de loop van de A-opdracht krijgt elke leerling van de organisator een eigen

bronnenkaart met info over de (on)eerlijke suikerhandel.

o Eén leerling krijgt bijvoorbeeld info over de rietsuikerboer. Iemand anders

verdiept zich in het perspectief van de consument. Ze hebben elkaar nodig

om tot de gehele info te komen. Op basis van die bronnenkaarten kunnen ze

de A-taak oplossen. Daartoe is steeds een antwoordblad voorzien.

o In de B-taak gaan leerlingen in hun groepjes aan de slag om te tonen dat ze

geloven in eerlijke wereldhandel. Dat kan door bijvoorbeeld een rap te maken

over eerlijke handel, een levend reclamebord te maken of een cartoon te

tekenen en die wereldkundig te maken. Zo willen we tonen dat we de huidige

wereldhandelsregels beu zijn. Hoe luider we zijn, hoe meer kans dat politici

snel actie zullen ondernemen.

Wat is coöperatief leren?

Bij coöperatief leren werkt een heterogene groep leerlingen aan een complexe taak. Deze

taak moet uitdagend zijn en mag niet eenvoudiger op te lossen zijn door een individu. De

taak spreekt verschillende talenten van elk lid van de groep aan.

De uitgangspunten passen heerlijk bij de filosofie van Oxfam-Wereldwinkels. Men kiest voor

gelijkwaardige participatie en directe interactie. Er gaat aandacht naar het (eerlijk!) proces en

de kwaliteit van het product. Leerlingen zijn positief en wederzijds afhankelijk van elkaar,

werken goed samen en zijn ook individueel aanspreekbaar op hun aandeel en het geheel.

Klinkt dat als muziek in je oren? Verder lees je er meer over!

Wat levert dat op? Coöperatief leren (CL) ambieert leren in de diepte en in de breedte. Leerlingen beleven er meer plezier aan, er ontstaat verbondenheid en duurzame leerprocessen. Dat betekent dat ze dankzij de werkvorm ervaren wat de kracht van samenwerken is, dat werk eerlijk verdeeld

7

moet worden. Dankzij CL ervaren leerlingen ook dat het oneerlijk is wanneer één leerling al het zware werk doet en er toch niet voor beloond wordt. Ze leren samen zoeken naar oplossingen die het proces en het product ten goede komen. Inhoudelijk leren leerlingen over de huidige wereldhandel, gefocust op de suikerketen. Leerlingen ervaren een gevoel van verontwaardiging en krijgen goesting om in actie te schieten om te tonen dat ze de huidige wereldhandelsregels beu zijn. Inhoudelijke doelen en vakoverstijgende eindtermen (VOETEN) worden verinnerlijkt.

didactische wenken Hier verdiepen we de rollen die je nodig hebt bij een coöperatieve taak, evenals de taalcirkels en de meervoudige intelligenties die je aanspreekt. De rollen vind je terug op het kopieerblad in bijlage 2, pagina 65. Zo kan je ze makkelijk gebruiken voor jouw klas. Rollen in je groepswerk Bij coöperatief leren krijgt elke leerling beurtelings een rol. Vooraleer je met deze werkvorm start, moeten de leerlingen weten wat die rol inhoudt. De rollen liggen vast en hebben een inhoud en betekenis. De rollen zijn: organisator, reporter, materiaalmeester, tijdsbewaker, en bemiddelaar. Door gebruik te maken van de rollen wordt de verantwoordelijkheid meer bij de leerlingen gelegd (cfr. zelfgestuurd leren) en krijgt elk een onmisbare taak in de groep. Bovendien gaat zo ook aandacht naar het proces, niet alleen naar het eindproduct. Als leerkracht observeer en bevraag je in welke mate de leerling zijn rol opneemt en maak je dit bespreekbaar. De rollen

Organisator zorgt er voor dat iedereen meedoet iedereen alles begrijpt iedereen de kans krijgt om iets te zeggen iedereen bij de taak blijft je vragen durft stellen aan elkaar hijzelf vragen stelt aan de leerkracht als niemand in de groep de opdracht begrijpt

Materiaalmeester haalt materiaal verdeelt materiaal legt alle materiaal terug zorgt dat iedereen het nodige materiaal heeft

Reporter schrijft het antwoord van de groep op overlegt met de groep wat er zal verteld worden aan de klas spreekt met de groep af wie wat zal vertellen vertelt bij de presentatie wat je met je groep deed laat iemand anders van de groep het verslag herlezen of aanvullen

Tijdsbewaker zorgt voor een verdeling van de tijd over de delen van de opdracht bewaakt de tijd doorheen het hele proces beslist wanneer het tijd is om te stoppen, of over te stappen naar het volgende onderdeel

8

Bemiddelaar moedigt aan om mee te doen moedigt aan om elkaar te helpen moedigt aan om samen te werken geeft complimentjes bij goed werk zorgt dat naar iedereen geluisterd wordt

Gebruik van de rollen Dat elke leerling een duidelijk omschreven rol heeft in de groep, heeft enkele voordelen. Zo zal het groepswerk in de eerste plaats efficiënter verlopen. Bovendien krijgen alle leerlingen een betere kans om deel te nemen aan het groepswerk door hun specifieke taken. Dominantere leerlingen zullen andere leerlingen een betere kans tot participatie geven, door hun specifieke rol. Het is daarom ook belangrijk dat je bewaakt dat leerlingen zich aan hun eigen rol houden en niet de rol van een andere leerling overnemen. Er is zo een grotere kans dat alle leerlingen actief betrokken worden in het groepswerk. Tenslotte leren leerlingen op deze manier ook verantwoordelijkheden verdelen en een gedeelde verantwoordelijkheid op te nemen. Denk als leerkracht op voorhand goed na over de samenstelling van de groepen en wie welke rol krijgt. Het kan helpen om bij een eerste groepering iedereen een rol te geven waar die zich comfortabel bij voelt. Bij een volgende les kunnen rollen doorschuiven, en komen leerlingen uit hun comfortzone en in contact met andere rollen. De rol van de leerkracht Bij coöperatief leren is het belangrijk dat ook de leerkracht een andere rol opneemt in de les om de taken en vaardigheden van de leerlingen niet te ondermijnen. Als leerkracht word je eerder een begeleider, dan een leider. Eens de leerlingen vertrouwd zijn met deze manier van werken, bevatten de taken alle nodige instructies om hun eigen ruimte, tijd en samenwerking te structureren. Als leerkracht delegeer je dus een stuk van je gezag aan de klas. Je zal merken dat ze zich daardoor net verantwoordelijker gaan gedragen. Als ze er toch niet zelf uit raken, zowel inhoudelijk als procesmatig, dan kan je natuurlijk tussenkomen en hen hierin ondersteunen. Maar let ook dan op dat je het proces niet te zeer overneemt, of teveel inhouden aanreikt. Voorzie hen net genoeg ondersteuning zodat zij weer zelfstandig verder kunnen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je als leerkracht niets doet. Integendeel. Lessen met coöperatieve taken geven je bij uitstek de kans om goed en breed te observeren en gepaste feedback te geven. Door de eigenheid van coöperatief leren, krijg je heel veel informatie over hoe leerlingen zich uiten, samenwerken, opkomen voor zichzelf, welke talenten ze hebben, waar ze warm voor lopen, … . Maak tijd, bij voorkeur in de fase van de eindpresentaties, om die te benoemen, ook wanneer het moeilijk loopt. Maar ook tussendoor kan hier of daar korte en krachtige feedback een goede tussenkomst bieden om een leerling terug aan het woord te krijgen, meer zelfvertrouwen te geven of een groepje uit een moeilijk moment te halen.

9

Figuur 1 Drie cirkels van een krachtige leeromgeving - CTO Leuven (Van den Branden, 2012)

Elke taak een taaltaak Om aan taalvaardigheid te werken, hoef je niet te wachten tot je nog een uurtje taal kan geven. Elke les kan zo krachtig opgebouwd zijn dat leerlingen automatisch aan hun taalvaardigheid werken. Alle activiteiten in deze bundel hebben de nodige ingrediënten om een sterke taalles te zijn. We baseren ons op de 3 cirkels voor een krachtige leeromgeving van het Centrum Taal en Onderwijs in Leuven. Door de coöperatieve structuur van de activiteiten, bekom je een goed klasklimaat waarin waarden en normen de bovenhand nemen die veiligheid en welbevinden bevorderen. Het wordt de norm om elkaar te helpen en hulp te vragen wanneer het nodig is, om te luisteren naar elkaar en samen te werken naar een goed resultaat. Leerlingen leren elkaar complimenten geven bij goede initiatieven en tussenkomsten. Ze dragen zorg voor elkaar, de

taak en voor de klassfeer. Hierdoor bekom je een veilig en rijk klasklimaat waar leerlingen zich niet geremd voelen om talig te werken en hun eigen grenzen te verleggen. Bovendien zijn de coöperatieve opdrachten voor de leerlingen uitdagend, complex en betekenisvol. Ze gaan aan de slag rond de inhoud met een doel voor ogen, namelijk het komen tot een goed resultaat van de B-taak. Dit stimuleert hen om samen te werken, te lezen en te praten over de inhouden van de bronnenkaarten, een verslagje op te bouwen en hun resultaat te presenteren aan de klasgroep. Kortom, de betekenisvolle taken zorgen voor een hoge talige activiteit bij de leerlingen. Bovendien blijft dat eindproduct ook verder leven: op Youtube, in de schoolkrant, op een poster in de gang. Zo genieten anderen mee van de boodschap van het product. Tenslotte zorgt ook de hoge graad van interactie die ingebouwd is in coöperatieve taken, dat leerlingen elkaar ondersteunen. Ze geven en vragen elkaar om extra uitleg en hulp, zoeken samen naar oplossingen en bouwen verder op elkaars ideeën. Er is ondersteuning door de interactie. Enerzijds omdat ze samen verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat en anderzijds omdat interactie noodzakelijk is voor elke voorgestructureerde stap naar dat product. Leerlingen staan dus niet alleen. Zowel taalzwakke als taalvaardige leerlingen zullen op hun niveau in interactie gaan en uitgedaagd worden om te groeien in hun taalbegrip en talige producties. De leerkracht is bovendien ook aanwezig om hulp te bieden wanneer de onderlinge hulp toch ontoereikend zou blijken. Elk talent in de schijnwerper Traditioneel wordt in ons onderwijs veel waarde gehecht aan de verbale en de logische intelligentie. Coöperatieve taken hebben in de B-opdracht steeds een creatieve verwerking zitten, die verschillende andere intelligentievormen en vaardigheden veronderstelt. Door systematisch alle intelligentievormen aan bod te laten komen en te waarderen, krijgen leerlingen die eerder muzisch, ruimtelijk, fysiek, sociaal… intelligent zijn, extra kansen om met de leerstof aan de slag te gaan op een manier die bij hun eigen talenten past. Bovendien krijgen zij daardoor meer erkenning in de (klas)groep. Hun inbreng is namelijk nodig om de B-taak tot een mooi einde te brengen.

10

Meer leerlingen dan in traditionelere onderwijsvormen zullen zo hun eigen sterktes kunnen inzetten om met inhouden bezig te zijn, en hun kwaliteiten krijgen meer aandacht. Dit bevordert hun welbevinden en hun leermotivatie. Door regelmatig zo te werken, zal dit uiteindelijk hun zelfbeeld én hun schoolse prestaties positief beïnvloeden. Deze uitkomsten worden bevorderd door steeds bewust verschillende intelligentievormen te verwerken in de coöperatieve taken. Als leerkracht kan je dit effect versterken door

je leerlingen te observeren

groepjes zo heterogeen mogelijk samen te stellen, naar de verschillende intelligentievormen

te zorgen dat elke leerling zijn moment van glorie krijgt bij een taak die goed matcht met zijn talenten.

Gardner onderscheidt volgende zeven intelligenties:

figuur meervoudige intelligentie uit CLIM-wijzer (Paelman, 2005) Hoe begin je er aan als leerkracht? Starten met coöperatief leren in je klaspraktijk lijkt misschien wat overweldigend. Een aantal handvatten kunnen je houvast geven Als leerkracht is het vooral even wennen dat je zo veel ‘uit handen’ geeft. Je leerlingen zijn nu zelf verantwoordelijk om hun tijd in te delen, meningsverschillen op te lossen en een weg naar het eindproduct te bepalen. Je zal vaak even op je tong moeten bijten om niet tussen te komen vooraleer de leerlingen zelf de kans kregen om hun eigen potentieel ten volle aan te spreken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je helemaal niets mag of kan doen tijdens coöperatief leren of CLIM. Het belangrijkste is je ogen goed open te houden en te observeren wat er gebeurt in de groepjes en bij de afzonderlijke leerlingen. Zo krijg je een schat aan informatie over de talenten van je leerlingen of in welke mate ze in staat zijn om samen oplossingen te bedenken. Op basis van wat je ziet gebeuren, kan je tussenkomsten doen om individuele leerlingen te prijzen en ze dus aan te moedigen voor hun inbreng of acties. Ook de manier waarop groepje samenwerkt kan je kort benoemen. Je kan ook een prikkelende vraag stellen of opmerking geven om hen op een andere manier te laten kijken naar het proces of de inhoud waar ze in verdiept zijn. Zorg echter steeds dat je niet de overhand gaat nemen in het groepsproces. De leerlingen dragen samen de verantwoordelijkheid voor wat ze doen en hoe ze dat doen. Je kan nadien wel met hen (via het bevragen van de bemiddelaar van de groep) bespreken wat er goed liep, wat moeilijker was en hoe ze dat hebben aangepakt.

11

Hoewel de meeste leerlingen erg snel weg zijn met deze manier van werken, zijn er soms klasgroepen waar coöperatief leren wat moeilijker start. Als je toch merkt dat je klasgroep niet klaar is om coöperatief aan de slag te gaan, kan je enkele voorbereidende activiteiten met hen doen. Dit zijn activiteiten waarin vaardigheden die nodig zijn om coöperatief te leren ingeoefend worden. Dat noemen we ‘skill builders’. Enkele voorbeelden van skill builders:

- Kettingspel: leerlingen krijgen elk een korte instructie die deel is van een groter geheel (Als iemand de deur opendoet, sta jij op en roep je “hoi!”). Zo leren ze goed naar elkaar te luisteren en voort te bouwen op elkaars gedrag. Alleen wanneer iedereen zijn taak zorgzaam uitvoert, lukt de taak. Hierin leer je hen gericht luisteren en het belang van de eigen verantwoordelijkheid in het geheel

- Gebroken vierkanten: elke leerling krijgt puzzelstukken. De opdracht is om zoveel mogelijk vierkanten te maken van de gekregen stukken. Niemand mag spreken. Er mogen wel stukken gewisseld en weggeven worden. Er mag niets van iemand anders genomen worden. Men mag alleen geven. Zo ervaren leerlingen dat het (even) opgeven van het eigen belang helpt om uiteindelijk zelfs sneller tot het eindresultaat te komen.

Deze en andere activiteiten staan beschreven in de uitgave CLIM-wijzer (2006, Paelman) van Steunpunt Diversiteit en Leren. Je kan ook enkele ‘skill builders’ downloaden op www.ELDucation.be . Eindtermen In bijlage 1 op pagina 58 vind je een overzicht van de eindtermen die aan bod komen in de coöperatieve taak.

12

Hoofdstuk 2

EERLIJKE SUIKER

13

Introductie In dit stuk vind je de missie van Oxfam-Wereldwinkels en de problematiek van oneerlijke suikerhandel in een notendop. Tenslotte schetsen we het verhaal van Montillo, een coöperatie van suikerboeren uit Paraguay. Op naar eerlijke suiker!

Missie Oxfam-Wereldwinkels strijdt voor eerlijke wereldhandel. We willen rechtvaardige regels voor de internationale handel. Want eerlijke handel geeft producenten in het Zuiden sterke eigen benen en draagt op die manier bij tot duurzame ontwikkeling. In de scholenactie ‘Handel nu’ willen we boeren in het Zuiden terug goesting geven om te boeren. Dat doen we door kabaal te maken en te tonen dat we de huidige wereldhandel moe zijn. We geloven in eerlijke wereldhandel. Hoe meer lawaai wij maken, hoe groter de kans dat politici in actie zullen schieten. Want jij kan het verschil maken! Doe je mee?

VAN SUIKERRIET TOT SUIKER IN HET ZUIDEN: Van suikerrietboer tot transporteur

Dit is Miguel. Miguel woont in Paraguay en teelt op kleine schaal suikerriet. Na de oogst verkoopt Miguel zijn suikerriet aan de coöperatie waarvan hij lid is. Er zijn ook suikerboeren die geen lid zijn van een coöperatie.

De coöperatie verkoopt het suikerriet van haar leden aan deze opkoper. De opkoper is vaak de baas van een fabriek die het suikerriet tot suikerstroop of ruwe rietsuiker maakt. Er zijn maar weinig opkopers met fabrieken en er zijn zeer veel kleine boeren. Dus zijn de boeren erg afhankelijk van de opkopers, die hen de prijs van het riet makkelijk kunnen opleggen.

14

IN HET NOORDEN: De suikerbietenboer en de politicus

Dit is de transporteur. Hij zorgt dat de rietsuiker terecht komt bij de verwerker in het Noorden.

Dit is de Noordelijke suikerbietenboer. Hij teelt op een industriële manier, op grote schaal suikerbieten. De suikerbieten worden verkocht aan grote suikerbedrijven die er vervolgens suiker van maken.

Dit is de Noordelijke politicus. Hij zorgt ervoor dat Europese suikerbietenboeren subsidies krijgen om te kunnen concurreren met kleine rietsuikerboeren uit het Zuiden. De teelt van suikerriet op kleine schaal in het Zuiden is immers veel efficiënter en beter voor het milieu dan de grootschalige, industriële bietenteelt in het Noorden. Zo maken de kleine rietsuikerboeren uit het Zuiden geen eerlijke kans op de Europese markt.

15

IN HET NOORDEN: Van verwerker tot klant

Tenslotte is er de consument. Dat ben jij en ik. We winkelen in de supermarkt en lusten graag chocolade, cake, snoepgoed, koekjes, yoghurtdrankjes en alle andere gesuikerde lekkernij. Enorm veel producten die we eten bevatten suiker!

Als consument hebben we ook veel macht. Kiezen we voor de producten met bietsuiker uit het Noorden? Of geven we de kleine rietsuikerboeren uit het Zuiden ook een kans, door producten van eerlijke handel te kopen? Oxfam-Wereldwinkels weet wat kiezen!

Dit is een verwerker. Hij verwerkt de biet- of rietsuiker tot allerlei zoete lekkernij. Deze verwerker maakt chocolade. De verwerker verkoopt zijn zoete knabbeltjes aan de supermarkt.

Dit is supermarktverkoper. Je kan hem tegenkomen in de winkel wanneer je boodschappen doet.

16

SAMENVATTING VAN DE SUIKERKETEN

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor.

Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die

hier in het Noorden geteeld worden. Omwille van de Wereldoorlogen wilde men niet langer

afhankelijk zijn van andere landen voor belangrijke producten zoals suiker. Dus moest en

zou suiker ook in ons land geteeld worden. Ondertussen liggen die oorlogen al lang achter

ons en weten we dat de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden veel

efficiënter is en beter voor het milieu. Om bietsuiker toch een kans te geven, subsidieert

Europa de bietsuikerteelt. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker

die uit het Zuiden Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker

een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Europa subsidieert de Noordelijke bietsuikerteelt met het belastinggeld van de burgers. Europa vraagt hoge invoertaksen op rietsuiker, waardoor die geen kans maakt op de Europese markt. Europa verbruikt jaarlijks zo’n 16 miljoen ton suiker. Zo’n 13,3 miljoen ton daarvan is bietsuiker, die zich door de Europese handelspraktijken voorzien weet van gegarandeerde afzet op onze markt. De overige 3 miljoen ton suiker die we verbruiken, kan geïmporteerde rietsuiker zijn. Resultaat: bietsuikerteelt wordt enorm bevoordeeld, en rietsuikerproducenten hebben amper een kans op de Europese markt. Tijd voor eerlijke handelsregels dus!

17

HET VeRHAAL VAN MONTILLO Montillo is een coöperatie van kleinschalige suikerrietproducenten in Paraguay. De basis van deze organisatie werd gelegd in 1995. 14 boerenfamilies, die hun suikerriet verkochten aan de plaatselijke suikerfabriek, verenigden zich om hun levensomstandigheden te verbeteren. Vandaag bestaat de coöperatie uit een 600-tal families. De initiële doelstelling van de coöperatie Montillo was suikerriet (grondstof) verkopen aan een lokale suikerfabriek die suiker verkoopt. Gaandeweg ijverde de coöperatie voor een grotere grip op de verwerkingsfase en werd ze zelf exporteur van suiker. Bij gebrek aan een eigen raffinaderij, huurt Montillo een fabriek voor de verwerking van haar riet tot suiker. De coöperatie blijft hierdoor afhankelijk van externe verwerkers. Die verwerkers zijn grote giganten die erg veel macht hebben ten opzichte van de vele kleinschalige rietproducenten in Paraguay. Onderhandelingen met suikerfabrieken zijn elke oogst een strijd voor Montillo. Wegens haar zwakke onderhandelingspositie, slaagt de coöperatie er niet in om een stabiele afzet te garanderen voor het riet van haar leden. Enkele jaren geleden startte Montillo daarom met de productie van biorum op basis van suikerriet. Zo hoopte de coöperatie een extra inkomstenbron op basis van de rietteelt aan te boren voor haar leden. Maar de afzetmarkt blijkt kleiner dan gehoopt, waardoor ook de verkoop van biorum geen soelaas brengt voor de weinig rendabele rietteelt. De coöperatie heeft haar leden de laatste jaren dus erg weinig kunnen bieden. Omwille van de zieke internationale suikermarkt lukt zelfs het garanderen van een afzetkanaal voor hun suikerriet, de initiële doelstelling van de coöperatie, niet steeds. De link tussen de boeren en de coöperatie is vandaag dan ook zeer zwak. Ondanks deze uitdagingen, zien we de toekomst voor een versterkt Montillo hoopvol in. In het dorp ging in 2014 een nieuwe suikerfabriek open. Deze fabriek is in handen van een naburige coöperatie van kleinschalige rietproducenten. Montillo staat – dankzij deze nieuwe fabiek - voor een kans om haar positie te versterken maar heeft daarvoor een duw in de rug nodig .

Naar een sterke coöperatie Oxfam-Wereldwinkels hamert al langer op het belang van collectief samenwerken. Alleen hebben kleinschalige producenten geen kans op de wereldmarkt. Wanneer ze zich verenigen, kunnen ze hier en daar wat vruchten plukken en zich wapenen om hun afhankelijkheid ten aanzien van de wereldmarkt verlagen. Bij Montillo staat de coöperatie onder zware druk. Dus ziet het er niet goed uit voor haar leden. Het zuidwerk van Oxfam-Wereldwinkels spitst zich toe op het versterken van het coöperatief model én gevoel. We geven vormingen aan de boeren om hen te overtuigen van de zin van mee in de groep te investeren. We benadrukken hoe het individuele belang er voor een boer op vooruit gaat door in groep te handelen en wijzen op de verantwoordelijkheid van elke boer om bij te dragen aan de groep. Ook brengen we vormingen aan de leiders van de coöperatie. We begeleiden hen in het opmaken van investeringsplannen om de coöperatie te versterken. Daarin sturen we aan op een lagere afhankelijkheid van de internationale markt en reiken we instrumenten aan om het inkomen uit de suikerrietteelt te verbeteren. We kiezen er met andere woorden heel bewust voor om intensief samen met de leiders en de leden te werken aan de versterking van de coöperatie zelf, omdat we geloven in de kracht van het coöperatief model om de levensomstandigheden van de producenten te verbeteren. Een filmpje over Montillo kan je vinden op www.oxfamwereldwinkels.be/nl/montillo.

18

Wat is Oxfam? Wat is Oxfam-Wereldwinkels?

Het Oxford Committee for Famine Relief (OXFAM) ontstond in Oxford, Groot-Brittannië in 1942. De stichters wilden in de eerste plaats hulp bieden aan de door hongersnood getroffen bevolking in Griekenland. De Tweede Wereldoorlog woedde hevig en Griekenland was door de nazi’s bezet.

Oxfam International is een organisatie die actief is in 92 landen en 17 organisaties omvat. In België zijn er 4 organisaties actief: Oxfam-Solidariteit, Oxfam-Fair Trade, Oxfam-Wereldwinkels en Oxfam-Magasins du monde. Op de afbeelding staan de kernwoorden van elke organisatie.

Oxfam-Wereldwinkels stelt eerlijke handel centraal. We willen rechtvaardige regels voor de internationale handel. We maken mensen bewust van het onrecht via verschillende kanalen. We zijn ervan overtuigd dat hierdoor steeds meer mensen eisen dat dit model verandert en beleidsmakers niet anders kunnen dan ingrijpen.

De kracht van onze beweging zit lokaal: meer dan 8000 vrijwilligers zetten zich in één van de 235 wereldwinkels in om te strijden voor een eerlijke wereldhandel.

De prent hiernaast toont dat ze ook kabaalmakers zijn, dat ze actie voeren om oneerlijke regels te herschrijven. Je ziet ook dat praten met politici en mensen bewust willen maken van het onrecht. Welke acties herken je nog? Er zijn ook 200 wereldwinkels op school. Zijn jullie erbij?

19

Wat kan jij doen? Als we de markt gezond maken en de rietboeren een faire kans op de handelsmarkt krijgen, dan zijn we een hele stap vooruit! Iedereen kan hieraan meewerken, ook jij! Ben jij het ook beu dat de wereldhandel zo oneerlijk verloopt? Vind jij het ook niet kunnen dat de Zuiderse suikerrietboer geen eerlijke kans krijgt door oneerlijke concurrentie van Europese bietsuiker? Maak dan lawaai! Want hoe meer kabaal jij maakt, hoe groter de kans dat politici actie ondernemen. Zo vechten we voor regels die ervoor zorgen dat boeren in het Zuiden dezelfde kansen krijgen om hun producten op de Europese markt te verhandelen. Ze krijgen dan kansen om hun levensomstandigheden te verbeteren en meer welvaart in hun land mee vorm te geven. En rietsuiker die op kleine schaal in het Zuiden geproduceerd wordt, is bovendien beter voor het milieu dan industriële bietsuiker uit het Noorden! Doe mee! Of je nu jong of oud bent, kleine of grote acties doet, je kan altijd lawaai maken! Je kan allerlei acties verzinnen die jij kan doen! Enkele voorbeelden:

- Maak een prachtige afvalboom van de verpakkingen van producten van eerlijke handel in de inkomhal van jullie school. Zo kan iedereen zien dat jullie voor eerlijke handel kiezen!

- Overtuig je leerkrachten, ouders, directeur om eerlijke suikerklontjes in de koffie of thee te doen.

- Volg de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels en verspreid hun acties, filmpjes en informatie onder je eigen vrienden en kennissen.

- Schrijf een brief aan de minister van Buitenlandse Handel om een verklaring te vragen om de huidige oneerlijke handelsregels.

- Bak eerlijke wafels voor de wafelverkoop of het schoolfeest op school en stop er een kaartje met extra uitleg over eerlijke (suiker)handel bij.

- Vraag je ouders welke politici voor eerlijke handel strijden. Bekijk samen de partijfolders die je in de brievenbus krijgt en ga op zoek naar hun standpunt!

- Overtuig je directeur om een banner voor eerlijke handel op de schoolwebsite te zetten. Jullie zijn toch zeker niet voor oneerlijke handel!?

- Zoek een pennenvriend in een school in Paraguay die je meer kan vertellen over de suikerteelt in hun land.

- Maak het resultaat van deze teasers meteen wereldkundig! Deel het met ouders, sociale media bijvoorbeeld ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels, die van de minister van Onderwijs,… , zodat iedereen zich aangesproken voelt!

- Rap of zing een lied voor eerlijke handel zodat iedereen zich bewust wordt van de zoete zonde en in actie schiet.

- Maak met je klas een levende slogan in de stationshal om alle voorbijkomende reizigers aan het belang van eerlijke handel te herinneren.

Bedenk jij zelf nog leukere mogelijkheden? Wanneer je een scholenactie doet, voeg ze dan zeker aan jullie resultaten toe via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que. Zo inspireer je ook anderen!

20

Hoofdstuk 3

COÖPERATIEVE

TAAK SUIKER

21

Coöperatieve taak

eerlijke SUIKER PRAKTISCHE ORGANISATIE

- Groepsgrootte: 5 tot 30 leerlingen, te verdelen in groepen van 5 leerlingen - Timing: totaal 100 minuten

o 40 minuten A-opdracht o 25 minuten B-opdracht o 5-tal minuten voor de presentatie van de B-opdracht van elk groepje. In deze

tijd kunnen bijkomende vragen gesteld worden door de leerkracht en de klasgroep. Hier bevraagt de leerkracht de bemiddelaar over het samenwerkingsproces.

- Materiaal: o Kopieer per groepje en stop in een envelop:

De opdrachtkaart 1x (p. 24 & 25 recto verso voor groep 1) Kies zelf enkele verschillende opdrachtkaarten, die het best passen bij je leerlingen en de mogelijkheden die ze hebben met het voorzien materiaal en klasregels. We voegen 7 verschillende opdrachtkaarten toe, zodat je kan kiezen. Op elke opdrachtkaart is de A-opdracht steeds dezelfde is en verschilt de B-opdracht. Kopieer op de voorzijde van deze opdrachtkaart steeds de pagina waarop de algemene instructies, rollen en spelregels staan.

Een lege placemat per groepje (indien mogelijk op A3) Het antwoordblad 1x Elke bronnenkaart 1x (dus een set van 5) De 5 rollen 1x (knip in strookjes) (bijlage 2, pagina 65) De verklarende woordenlijst (p. 51-52)

o Voor de B-opdrachten is het goed dat de leerlingen toegang hebben tot creatieve materialen: grote flappen papier, stiften/verf, oude tijdschriften en lijm, eventueel wat verkleedkleren of attributen, computers met internet, … .

o Voor de evaluatie kan je de leerling nog een zelfevaluatie laten invullen, zie pagina 53.

DOELSTELLINGEN

- De leerlingen kunnen de verschillende actoren in de handelsketen van suiker benoemen.

- De leerlingen kunnen verschillende aspecten (zowel oorzaken als gevolgen) van eerlijke en oneerlijke handel verwoorden.

- De leerlingen kunnen hun eigen aandeel in actie voor eerlijke handel verwoorden en zijn bereid deze op te nemen.

- De leerlingen kunnen anderen aanzetten tot engagement voor eerlijke handel. - De leerlingen kunnen een taak gestructureerd en onder gedeelde

verantwoordelijkheid in groep uitvoeren en nemen daarbij een specifieke rol in de groep op.

VERLOOP Instructies voor de leerkracht

- In hoofdstuk 1 (vanaf pagina 5) vind je meer achtergrondinformatie over coöperatief leren.

22

- De leerlingen hebben op hun opdrachtkaart alle nodige informatie om de taak tot een goed einde te brengen.

- Spreek met hen een einduur af voor de B-opdracht (en eventueel voor de A-opdracht als tussentijds ijkpunt).

- Het is belangrijk dat de groepen vooraf ingedeeld zijn. Laat leerlingen niet zelf kiezen in welke groep ze zitten, maar maak zelf groepjes van 5 of 4 leerlingen. Zorg dat de groepjes zo divers mogelijk zijn op allerlei vlakken (leerstijlen, persoonlijkheden van leerlingen, gender, leeftijden, achtergrond van de leerlingen, talenten, …).

- Wijs de 5 rollen toe aan de leerlingen in het groepje. Als je (een) groepje(s) hebt van 4 leerlingen, krijgt 1 leerling 2 rollen toegewezen. Best combineer je dan de rol van bemiddelaar met de rol van tijdsbewaker of materiaalmeester.

- Maak voor de leerlingen bij de start van de les de indeling van de groepen en de toewijzing van de rollen visueel op bord of via projectie. Die kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:

Organisator Reporter

Tijdsbewaker Materiaal- meester

Bemiddelaar

Groep1 Jamal Lore Anaïs Aeneas Sam

Groep2

Groep3

Groep4

Groep5

Zorg dat elke groep zijn materiaal heeft. Eén omslag met

- 1 opdrachtkaart (recto/verso), - 1 placemat - 1 antwoordblad - 1 set rollen + uitleg (als je badges hebt om de rollen op te spelden, graag!) - 1 set van 5 bronnenkaarten. In groepjes van 4 leerlingen neem je 1 bronnenkaart

weg (bronnenkaart D of E). Je kan vooraf enkele algemene instructies aan de leerlingen geven en/of projecteren. Bijvoorbeeld:

• Werk stap per stap: hou de tijd in het oog!

23

• Lees de instructies goed door. • De A-opdracht is voor iedereen dezelfde. • De B-opdracht is verschillend per groepje. • Bij vragen/onduidelijkheden: zoek de oplossing eerst samen in groep.

Je kan kiezen of je klassikaal de tafels herschikt zodat ze in groepen kunnen werken, of dat de groepjes daar verantwoordelijk voor zijn. De opdrachten zijn zo opgebouwd dat ze ongeveer even veel tijd vragen voor alle groepjes. Als toch blijkt dat een groepje (veel) sneller klaar zou zijn dan andere groepjes, is het goed hen in eerste instantie uit te dagen hun werk nog verder te verdiepen, te verfijnen, of zelfs uit te breiden. Bijvoorbeeld: - Bedenk er ook een slogan bij - Zorg voor wat versiering, prenten of een leuke lay-out - Oefen de tekst nog eens in Pas als de opdracht echt helemaal uitgeput is, kan je eventuele korte extraatjes geven aan de groep. Voor de evaluatie kan je de leerling nog een zelfevaluatie laten invullen, zie pagina 53. Differentiatiemogelijkheden Als de bronnenkaarten te moeilijk lijken voor je leerlingen of je vindt dat ze er te snel over heen gaan, is het goed een jigsaw-fase met expertengroepjes in te bouwen. Dan voorzie je een moment, nadat alle leerlingen individueel hun eigen bronnenkaart hebben gelezen, dat ze samenkomen met de leerlingen van de andere groepjes die dezelfde bronnenkaart als hen hebben. Iedereen met bronnenkaart A over rietsuiker komt dan even aan dezelfde tafel te zitten. Ze bespreken dan samen de inhoud van de kaart. Best voorzie je dan enkele richtvragen:

- Wat vond je belangrijk op jouw kaart? - Wat heb je niet begrepen? Zoek samen wat het betekent. Je mag een woordenboek

raadplegen of de leerkracht vragen. - Als je de bronnenkaart in 5 zinnen zou samenvatten, wat zeg je dan? - Bereid je erop voor om straks aan je groepje de korte inhoud van je bronnenkaart te

vertellen. Belangrijk is een goede timing af te spreken voor deze fase. Geef hen bijvoorbeeld bij de start van de A-opdracht een concreet uur waarop de groepjes in de expertengroepen gaan. En zeg hen dan hoeveel minuten ze precies hebben. Door het wisselen van de groepjes heeft niet elke groep een tijdsbewaker, het kan dus nodig zijn hier eventjes in te ondersteunen. Er zitten soms wat moeilijkere woorden in de bronnenkaarten. We stelden ook een verklarende woordenlijst op voor deze woorden (p.51). Je kan elk groepje hier een kopie van geven, of er enkele beschikbaar leggen waar de materiaalmeester die kan gaan ophalen.

24

Opdrachtkaart voor GROEP 1

eerlijke SUIKER OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

25

Opdrachtkaart voor GROEP 1

eerlijke SUIKERRAP

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt.

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o Wat er gebeurt met rietsuiker uit het Zuiden is geen voorbeeld van eerlijke

handel. Waarom niet? o Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker uit het Zuiden wel

eerlijk wordt verhandeld? (De verslaggever noteert op het antwoordblad.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Schrijf een rapnummer over biet- en rietsuiker. Je kan daarvoor eventueel gebruik maken van de melodie van een bestaand lied. Zoals het hoort bij rap, kaarten jullie de onrechtvaardigheid in de wereld aan en heb je het dus ook over het proces van eerlijke handel. Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie rap voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Vraag aan je leerkracht of je je rap mag opnemen met een smartphone of tablet, zodat je het filmpje online kan plaatsen. Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor scholenacties via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

26

Antwoordblad 1: Eerlijke suikerrap

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt.

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat er gebeurt met rietsuiker uit het Zuiden is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat moet er volgens jullie veranderen zodat rietsuiker uit het Zuiden wel eerlijk wordt verhandeld? Bedenk minstens 3 dingen, meer mag ook! .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat kunnen anderen (politici, verenigingen…) doen om hier iets aan te veranderen? Bedenk minstens 2 dingen, meer mag ook! .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

27

Opdrachtkaart voor GROEP 2

eerlijke SUIKER in een cartoon OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

28

Opdrachtkaart voor GROEP 2

eerlijke SUIKER in een cartoon

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt.

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o Wat er gebeurt met rietsuiker uit het Zuiden is geen voorbeeld van eerlijke

handel. Waarom niet? o Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker uit het Zuiden wel

eerlijk wordt verhandeld? (De verslaggever noteert op de antwoordkaart.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Maak een cartoon voor de Minister van Buitenlandse Handel over de oneerlijke suikerhandel. Klaag het onrecht aan en zet aan tot actie. Wijs de minister op de mogelijkheden om hier stappen in te zetten zodat suikerrietproducenten uit het Zuiden een eerlijke toegang tot de Europese markt krijgen. Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie cartoon voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Vraag aan je leerkracht of je je cartoon mag scannen, zodat je het op de facebookpagina van de minister kan delen. Vraag zoveel mogelijk mensen je cartoon te liken en te delen. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

29

Antwoordblad 2: eerlijke suiker in een Cartoon

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt.

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat er gebeurt met rietsuiker uit het Zuiden is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat moet er volgens jullie veranderen zodat rietsuiker uit het Zuiden wel eerlijk wordt verhandeld? Bedenk minstens 3 dingen, meer mag ook! .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat kunnen anderen (politici, verenigingen…) doen om hier iets aan te veranderen? Bedenk minstens 2 dingen, meer mag ook! .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

30

Opdrachtkaart voor GROEP 3

eerlijke SUIKER van Montillo OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

31

Opdrachtkaart voor GROEP 3

eerlijke SUIKER van Montillo

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt….

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? o Montillo wil de levensomstandigheden voor haar rietsuikerboeren verbeteren.

Hoe doen zij dat? Wat is het doel van Montillo? Hoe ondersteunt Oxfam-Wereldwinkels hen?

(De verslaggever noteert op de antwoordkaart.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Bedenk en speel een toneeltje over de groei en kansen voor Montillo. Je toneel bestaat uit een tweeluik: in het eerste deel verbeeld je de situatie voor de suikerrietboer voordat hij zich bij de coöperatie aansloot. In het tweede deel, toon je de verandering in zijn levensomstandigheden dankzij Montillo en de samenwerking met OWW. Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie toneel voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Vraag aan je leerkracht of je je toneel mag filmen, zodat je het op de facebookpagina van de klas, je familie en vrienden kan delen. Vraag zoveel mogelijk mensen je filmpje te liken en te delen zodat iedereen Montillo leert kennen. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

32

Antwoordblad 3: Eerlijke suiker van Montillo

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt.

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Montillo wil de levensomstandigheden voor haar rietsuikerboeren verbeteren. Hoe doen zij dat? Wat is het doel van Montillo? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Hoe ondersteunt Oxfam-Wereldwinkels de coöperatie Montillo? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

33

Opdrachtkaart voor GROEP 4

eerlijke SUIKER in FORT EUROPA OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

34

Opdrachtkaart voor GROEP 4

eerlijke SUIKER in FORT Europa

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt, ….

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o Wat er gebeurt met rietsuiker is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom

niet? o Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker wel via eerlijke

handel loopt? Wat kunnen politici doen? Wat kan OWW doen? Wat kunnen coöperaties zoals Montillo doen? (De verslaggever noteert op het antwoordblad.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Jullie zijn ministers en een afgevaardigde van Oxfam-Wereldwinkels die op een congres voor eerlijke wereldhandel, stevig in debat gaan. Europese ministers willen hun markt beschermen, Oxfam-Wereldwinkels en de andere leden willen de suikerrietproducenten uit het Zuiden een eerlijke kans geven. Bedenk 3 goede argumenten voor elke belanghebbende in het debat. Ga ook echt in debat met elkaar met als doel ‘stappen zetten om tot eerlijkere wereldhandel te komen’. Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie debat voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Vraag aan je leerkracht of je je debat mag filmen, zodat je het op de facebookpagina van de klas, je familie en vrienden kan delen. Vraag zoveel mogelijk mensen je filmpje te liken en te delen zodat iedereen kan zien dat eerlijke handel mogelijk is. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

35

Antwoordblad 4: Eerlijke suiker In fort europa

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt. .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat moet er volgens jullie veranderen zodat rietsuiker wel via eerlijke handel loopt?

a) Wat kunnen politici doen? b) Wat kan OWW doen? c) Wat kunnen coöperaties zoals Montillo doen?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat kan jij als burger/consument doen om je steentje bij te dragen? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

36

Opdrachtkaart voor GROEP 5

eerlijke SUIKER voor de consument OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

37

Opdrachtkaart voor GROEP 5

eerlijke SUIKER voor de consument

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt, ….

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o De huidige handel is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom niet? o De consument weet niets af van dit proces. Hoe kan de consument verschil

maken? Hoe kan hij zich informeren? (De verslaggever noteert op het antwoordblad.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Jullie maken een stopmotion filmpje dat de consument informeert over de onzichtbare processen in de oneerlijke suikerhandel. Jouw stopmotion filmpje geeft de consument handvatten om in actie te schieten en goede keuze te maken in de winkel, in het stemhokje, … Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie debat voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Vraag aan je leerkracht om je stop motion film op de facebookpagina van de klas te zetten zodat, je familie, vrienden en andere consumenten kan warm maken voor eerlijke handel. Vraag zoveel mogelijk mensen je filmpje te liken en te delen zodat iedereen kan zien dat eerlijke suikerhandel mogelijk is. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

38

Antwoordblad 5: Eerlijke suiker Voor de

consument

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt. .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... De consument weet niets af van dit proces.

a) Hoe kan de consument verschil maken? b) Hoe kan hij zich informeren?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker wel via eerlijke handel loopt?

a) Wat kunnen politici doen? b) Wat kan OWW doen?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

39

Opdrachtkaart voor GROEP 6

Levende campagne voor eerlijke SUIKER OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

40

Opdrachtkaart voor GROEP 6

Levende campagne voor eerlijke SUIKER

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt, ….

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o De huidige handel is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom niet? o De consument weet niets af van dit proces. Hoe kan de consument verschil

maken? Hoe kan hij zich informeren? (De verslaggever noteert op het antwoordblad.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Jullie willen de consument bewuster maken van de huidige oneerlijke wereldhandel in suiker. Jullie doen dat door een levend reclamebord te maken voor jullie campagne. Jullie bedenken daarvoor bijvoorbeeld een krachtig beeld of slogan, die jullie vervolgens zelf uitbeelden. Straks brengen jullie je levende reclamebord voor de klas te brengen en leg je ook uit waarom jullie je reclamebord op die manier hebben vormgegeven (in maximum 5 minuten). De hele groep doet mee! Vraag iemand om een foto te trekken, en probeer die op de facebookpagina van de klas te krijgen, of de website van de school zodat, je familie, vrienden en andere consumenten kan warm maken voor eerlijke handel. Vraag zoveel mogelijk mensen je foto te liken en te delen zodat iedereen kan zien dat eerlijke suikerhandel mogelijk is. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

41

Antwoordblad 6: LEVENDE CAMPAGNE VOOR

EERLIJKE SUIKER

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt. .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... De consument weet niets af van dit proces.

a) Hoe kan de consument verschil maken? b) Hoe kan hij zich informeren?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker wel via eerlijke handel loopt?

a) Wat kunnen politici doen? b) Wat kan OWW doen?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

42

Opdrachtkaart voor GROEP 7

eerlijke SUIKER op mijn pannenkoek OPBOUW TAAK De opdracht heeft twee delen: A en B.

- De A-opdracht is grotendeels gelijk voor elke groep. Verslag maak je op het antwoordblad. - De B-opdracht is voor elke groep anders. Deze presenteer je voor de hele groep.

ROLLEN Elk groepslid heeft een eigen rol op te nemen in deze groep.

organisator

reporter

materiaalmeester

tijdbewaker

bemiddelaar De leerkracht toont bij de groepsindeling wie welke rol heeft. Lees de uitleg bij je rol en speld eventueel je badge op. SPELREGELS 1. Iedereen heeft een specifieke taak in de groep, maar iedereen is verantwoordelijk voor het hele proces en resultaat van de groep. 2. Als je hulp wil van de leerkracht, moet dit een beslissing van de hele groep zijn. 3. De héle groep komt straks naar voren om de B-taak de presenteren. Iedereen moet vragen van de rest van de klas of van de leerkracht kunnen beantwoorden.

43

Opdrachtkaart voor GROEP 7

EERLIJKE SUIKER OP MIJN PANNENKOEK

A-opdracht (40 minuten)

1. Rietsuiker? - In groep (5 minuten) Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? (Zie prentje) Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt, ….

2. Placemat eerlijke handel – Individueel (5 minuten) daarna in groep (5 minuten)

Wat weten jullie over “fair trade”? Noteer alles wat je erover weet in de placemat. Elk groepslid schrijft eerst in zijn eigen vakje wat hij weet. Daarna bespreken jullie samen elkaars antwoorden. Waarover zijn jullie het eens? De verslaggever schrijft die dingen in het midden van de placemat.

De organisator verdeelt de bronnenkaarten. Elke leerling krijgt 1 bronnenkaart.

3. Bronnenkaart – Individueel (10 minuten) Lees je eigen bronnenkaart in stilte. Duid aan wat je te weten komt over rietsuiker.

4. Rietsuiker en eerlijke handel – In groep (20 minuten)

Vertel in je eigen woorden aan de rest van de groep wat je te weten bent gekomen over rietsuiker of bietsuiker. (In 10 minuten moet iedereen aan de beurt geweest zijn en zijn stukje verteld hebben.)

Bespreek samen: o De huidige handel is geen voorbeeld van eerlijke handel. Waarom niet? o De consument weet niets af van dit proces. Hoe kan de consument verschil

maken? Hoe kan hij zich informeren? (De verslaggever noteert op het antwoordblad.)

Nu weten jullie genoeg om aan het volgende deel van de opdracht te starten.

B-opdracht (25 minuten) in groep

Binnenkort is het pannenkoekenfeest op school. Uiteraard wordt er eerlijke suiker geserveerd. Maar de meeste mensen weten helemaal niet wat het verhaal achter suiker is. Jullie beslissen om een poster te maken weergeeft wat mensen écht zouden moeten weten over oneerlijke en eerlijke suiker. Straks krijgen jullie 5 minuten om jullie poster voor de klas te brengen. De hele groep doet mee! Hang je poster op in de gang op school, en deel ook een foto via de facebookpagina van de klas of website van de school zodat je, familie, vrienden en andere consumenten kan warm maken voor eerlijke handel. Vraag zoveel mogelijk mensen je foto te liken en te delen zodat iedereen kan zien dat eerlijke suikerhandel mogelijk is. Schud de wereld wakker!

Deel het dan zeker ook op de facebookpagina van Oxfam-Wereldwinkels! En registreer je lied voor de scholenactie via www.fairtradeday.be/scholen of www.oxfamwereldwinkels.be/que.

44

Antwoordblad 7: EERLIJKE SUIKER OP MIJN

PANNENKOEK

Wie heeft al eens gehoord of geproefd van rietsuiker? Wat weten jullie ervan? Denk aan de smaak, de kleur, waar het gemaakt wordt. .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Rietsuikerproducenten hebben geen eerlijke kansen tot de markt. Waarom niet? .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... De consument weet niets af van dit proces.

a) Hoe kan de consument verschil maken? b) Hoe kan hij zich informeren?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... Wat zou er volgens jullie moeten veranderen zodat rietsuiker wel via eerlijke handel loopt?

a) Wat kunnen politici doen? b) Wat kan OWW doen?

.......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................

45

PLACEMAT

BRONNENKAART A: RIETSUIKER

Ik ben Emilio, rietsuikerboer in Paraguay. Ik werk

erg graag op mijn suikerrietveld. Het oogsten is

het zwaarste stuk. Elk jaar is het spannend:

zullen we wel opkopers voor onze rietsuiker

vinden? Door de hoge invoertaksen op onze

rietsuiker, maken we nauwelijks kans op de

Europese markt.

Sinds enkele jaren werk ik samen met andere

boeren in de regio, in de coöperatie Montillo.

Samen staan we sterker om opkopers voor onze

suiker te vinden.

EERLIJKE SUIKER

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor. Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die hier in het Noorden geteeld worden. Dat is onlogisch want de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden is veel efficiënter en beter voor het milieu dan de industriële bietsuikerproductie in het Noorden. Om bietsuiker toch een kans te geven, geeft Europa geld (dat heet subsidies) aan de bietsuikerindustrie. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker die Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Gevolgen?

Enkele grote industriële bietsuikerbedrijven verdelen onderling de Europese suikermarkt onder zich.

Zuiderse rietsuikerproducenten, bijvoorbeeld in Paraguay, zijn erg benadeeld en kunnen nauwelijks verkopen in Europa.

Wie hier bij ons suiker in de winkel koopt, betaalt twee keer onzinnig: via belastingen én via een hoog gehouden prijs voor suiker.

RIETSUIKER Paraguay, een land in Zuid-Amerika, heeft het ideale klimaat om suikerriet te telen. Er zijn dan ook

vele boeren die een klein veld suikerriet bewerken. Van suikerriet wordt na het oogsten zo snel als

mogelijk rietsuiker gemaakt.

Wanneer een boer uit Paraguay zijn rietsuiker aan een Europees bedrijf wil verkopen, moet men

€419 belastingen per ton suiker betalen. Dat is bijzonder veel en maakt de suiker bijna anderhalve

keer zo duur. Zo wordt de boer natuurlijk benadeeld!

Wat kan jij doen? Laat politici weten dat je eerlijke handelsregels wil, waarmee ook boeren uit het Zuiden een eerlijke

kans krijgen. Dat kan je bijvoorbeeld doen door producten van eerlijke handel te kopen. Zo laat je

horen dat je het anders wil!

BRONNENKAART B: BIETSUIKER

Wat kan jij doen? Vertel aan iedereen dit suikerverhaal! Politici moeten

het Europese suikerbeleid eerlijker maken. Onze

Europese boeren kunnen hun grond gebruiken om

andere gewassen dan suikerbieten te telen. De

overheid kan hen daarin begeleiden. Dat zou

uiteraard beter zijn voor de kleinschalige

rietsuikerboeren in het Zuiden, maar ook wij worden

daar beter van. Het is milieuvriendelijker, er is minder

overheidsgeld nodig om bietsuiker te produceren, en

iedereen betaalt minder voor suiker!

EERLIJKE SUIKER

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor. Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die hier in het Noorden geteeld worden. Dat is onlogisch want de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden is veel efficiënter en beter voor het milieu dan de industriële bietsuikerproductie in het Noorden. Om bietsuiker toch een kans te geven, geeft Europa geld (dat heet subsidies) aan de bietsuikerindustrie. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker die Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Gevolgen?

Enkele grote industriële bietsuikerbedrijven verdelen onderling de Europese suikermarkt onder zich.

Zuiderse rietsuikerproducenten, bijvoorbeeld in Paraguay, zijn erg benadeeld en kunnen nauwelijks verkopen in Europa.

Wie hier bij ons suiker in de winkel koopt, betaalt twee keer onzinnig: via belastingen én via een hoog gehouden prijs voor suiker.

BIETSUIKER Als we suiker willen eten, biedt de productie van suiker uit de teelt van suikerriet op kleine schaal in

het Zuiden de logische oplossing. Ons klimaat in België is niet geschikt voor het telen van suikerriet.

Na de Wereldoorlogen wilde men niet afhankelijk zijn van andere landen voor belangrijke producten

zoals suiker. Dus moest er ook suiker in ons land geteeld worden. Deze suiker komt van de industriële

suikerbietenteelt, die een pak minder efficiënt en milieuvriendelijk is dan de kleinschalige rietteelt.

Ondertussen liggen de Wereldoorlogen al lang achter ons...

Wist je dat in Europa jaarlijks zo’n 16 miljoen ton suiker verbruikt wordt? Zo’n 13,3 miljoen ton

daarvan is bietsuiker. De overige 3 miljoen ton suiker die we verbruiken, kan geïmporteerde rietsuiker

zijn.

BRONNENKAART C: Oneerlijke Handel

WIST JE DAT

industriële bietsuikerproducenten geld van de overheid

krijgen om de bietsuikerteelt draaiende te houden?

één Belgische bedrijvengroep 72% van de Belgische

bietsuiker levert? Dat noemt men machtsconcentratie.

er dus erg veel voordeel is voor een klein groepje mensen?

EERLIJKE SUIKER

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor. Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die hier in het Noorden geteeld worden. Dat is onlogisch want de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden is veel efficiënter en beter voor het milieu dan de industriële bietsuikerproductie in het Noorden. Om bietsuiker toch een kans te geven, geeft Europa geld (dat heet subsidies) aan de bietsuikerindustrie. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker die Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Gevolgen?

Enkele grote industriële bietsuikerbedrijven verdelen onderling de Europese suikermarkt onder zich.

Zuiderse rietsuikerproducenten, bijvoorbeeld in Paraguay, zijn erg benadeeld en kunnen nauwelijks verkopen in Europa.

Wie hier bij ons suiker in de winkel koopt, betaalt twee keer onzinnig: via belastingen én via een hoog gehouden prijs voor suiker.

(On)eerlijke handel De huidige handel in suiker verloopt alles behalve eerlijk! Vele kleine suikerrietboeren in het Zuiden

krijgen amper een kans om hun producten te verkopen. Waarom? Europese regels zorgen ervoor dat

grote bietsuikerbedrijven flink bevoordeeld worden op onze markt. Europa heft erg hoge invoertaksen

(dat is een soort belasting) op rietsuiker uit Zuiderse landen. Zo wordt de rietsuiker uiteraard veel

duurder. Bietsuikerproducenten moeten die belasting niet betalen. Zij worden dus duidelijk

bevoordeeld.

Wat kan jij doen? Er moeten duurzame en eerlijke handelsregels komen zodat producenten uit het Zuiden ook een kans

krijgen om hun rietsuiker op de Europese markt te verhandelen. Laat dit luid horen aan iedereen,

zeker aan mensen die naar het stemhokje gaan, zodat politici binnenkort écht verandering brengen in

dit oneerlijk verhaal!

BRONNENKAART D: Burger/ CONSUMENt

De school van Lander, Lore en Jamal kiest er voor om

alleen eerlijke suiker te serveren. Bij het oudercontact en

projecten hangt er een poster in de gang die leerlingen

zelf gemaakt hebben: «Wij kiezen voor eerlijke kansen, in

onderwijs én in de wereldhandel». Wanneer ouders

aanschuiven voor een tas eerlijke thee en eerlijke koffie,

knikken ze instemmend. Leerlingen zijn de burgers van de

toekomst en ze leren om écht een verschil te maken. Met

die gedachte wordt ondertussen menig koffie gezoet.

EERLIJKE SUIKER

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor. Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die hier in het Noorden geteeld worden. Dat is onlogisch want de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden is veel efficiënter en beter voor het milieu dan de industriële bietsuikerproductie in het Noorden. Om bietsuiker toch een kans te geven, geeft Europa geld (dat heet subsidies) aan de bietsuikerindustrie. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker die Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Gevolgen?

Enkele grote industriële bietsuikerbedrijven verdelen onderling de Europese suikermarkt onder zich.

Zuiderse rietsuikerproducenten, bijvoorbeeld in Paraguay, zijn erg benadeeld en kunnen nauwelijks verkopen in Europa. Wie hier bij ons suiker in de winkel koopt, betaalt twee keer onzinnig: via belastingen én via een hoog gehouden prijs voor suiker.

DE CONSUMENT De consument, dat ben jij en ik! Iedereen die al eens iets koopt, bijvoorbeeld suiker of producten

waarin suiker zit mag zich consument noemen. De meeste consumenten beseffen niet dat hun

suiker duurder wordt gemaakt door oneerlijke handelspraktijken.

Het belastinggeld van de belastingbetaler wordt bovendien gebruikt om de teelt van bietsuiker te

steunen, zodat die toch een kans maakt op onze markt.

De burgers zijn dus twee keer de pineut. Doordat het belastinggeld wordt gebruikt om de

bietsuikerteelt te steunen (subsidiëren heet dat) en omdat men voor de suiker te veel betaalt.

Wat kan jij doen? Horen, zien en zwijgen? Doe niet zoals de aapjes op de foto! Praat er over. Kies voor eerlijke

producten wanneer je winkelt voor jezelf, jouw jeugdbeweging, op kamp. Je helpt er de

producenten in het Zuiden mee en toont zo dat eerlijke wereldhandel mogelijk is!

Oxfam-Wereldwinkels ondersteunt Montillo (zie foto)

zodat ze meer voordeel halen uit hun landbouwactiviteit. Ze doen dat op verschillende manieren.

- OWW geeft vormingen aan de leden van Montillo zodat de coöperatie zich kan versterken. Maar ook de leiders krijgen vorming over goed beheer van de coöperatie, bijvoorbeeld over boekhouding.

- OWW helpt Montillo ook om afzetmarkt voor suiker en rum te zoeken.

- OWW investeert in basisinfrastructuur door het aankopen van materialen.

MONTILLO Paraguay heeft geen eigen haven en de wegen zijn erg slecht. De Paraguayaanse suikerindustrie is erg

geconcentreerd: er zijn maar enkele suikerfabrieken en héél veel kleine producenten die suikerriet

aanbieden. Daardoor hebben de suikerfabrieken onredelijk veel macht. Zij kunnen zomaar beslissingen

opleggen aan de boeren. Om dàt onrecht te bestrijden, verenigden vele kleine boeren zich in de

coöperatie Montillo. Ze hopen zo hun levensomstandigheden te verbeteren. In 2014 opende er een

nieuwe suikerfabriek in het dorp van Montillo. Samenwerken geeft de boeren van Montillo perspectief om

hun eigen suiker te verwerken én sterker te staan in de onderhandelingen met andere suikerfabrieken.

Wat kan jij doen? Jij kan een verschil maken! Vertel aan mensen over Montillo, maak een informatieve fotoreeks die je op Facebook deelt, maak kabaal, koop eerlijke suiker, schrijf een open brief aan de minister van Buitenlandse

handel en vraag steun voor Montillo. Of wees creatief: verzin zelf een actie om Montillo te steunen!

BRONNENKAART E: Montillo

EERLIJKE SUIKER

Rietsuiker wordt geproduceerd in het Zuiden. Daar hebben ze er het ideale klimaat voor. Toch is de suiker die wij in Europa verbruiken grotendeels afkomstig van suikerbieten die hier in het Noorden geteeld worden. Dat is onlogisch want de productie van rietsuiker op kleine schaal in het Zuiden is veel efficiënter en beter voor het milieu dan de industriële bietsuikerproductie in het Noorden. Om bietsuiker toch een kans te geven, geeft Europa geld (dat heet subsidies) aan de bietsuikerindustrie. Bovendien legt Europa erg hoge invoertaksen op voor rietsuiker die Europa binnen komt. Door die oneerlijke handelspraktijken wordt rietsuiker een stuk duurder en krijgt de rietsuikerboer geen eerlijke kans.

Gevolgen?

Enkele grote industriële bietsuikerbedrijven verdelen onderling de Europese suikermarkt onder zich.

Zuiderse rietsuikerproducenten, bijvoorbeeld in Paraguay, zijn erg benadeeld en kunnen nauwelijks verkopen in Europa.

Wie hier bij ons suiker in de winkel koopt, betaalt twee keer onzinnig: via belastingen én via een hoog gehouden prijs voor suiker.

51

Verklarende woordenlijst

Er staan heel wat moeilijke woorden op je bronnenkaart. Hier kan je uitleg terug vinden. Als je toch nog vragen hebt over bepaalde woorden, stel je deze eerst in de groep. Pas als niemand het weet, kan je de leerkracht om hulp vragen.

Afzetmarkt Je verkoopt je product (suiker) op een afzetmarkt, een markt dus waar je je product

afzet. Hoe groter je afzetmarkt, hoe meer je kan verkopen.

Vb: Een goede afzetmarkt is belangrijk voor de rietsuikerproducenten om hun suiker te

kunnen verkopen.

Benadelen Iemand onrecht aandoen, iemand nadeel bezorgen

Vb. De Zuiderse rietsuikerboer wordt benadeeld door de invoertaksen!

Vb. Thuis wordt Ilka benadeeld. Zij mag altijd minder dan haar zus.

Bevoordelen Iemand voordeel geven, voortrekken

Vb. De bietsuikerboeren worden bevoordeeld want de overheid geeft hen extra geld.

Vb. Thuis wordt Thomas bevoordeeld. Hij mag altijd net iets meer dan zijn broer.

Coöperatie Een groep mensen die samenwerken om hun gezamenlijke belang, positie of

levensomstandigheden te versterken

Vb: Dankzij de coöperatie Montillo, staan suikerrietboeren sterker. Ze kunnen samen

materialen aankopen, transport regelen, en opkopers van hun rietsuiker zoeken.

Duurzaam iets dat lang mee gaat en lange tijd duurt.

Vb. men werkt met duurzame materialen: ze gaan niet kapot en zijn goed voor het

milieu.

Efficiënt Met weinig moeite toch een mooi resultaat behalen.

Vb. Doordat Emilio eerst een goed plan van aanpak bedacht, kon hij alle dozen

efficiënt en in een mum van tijd opruimen.

Feedback Terugkoppeling. Iemand feedback geven betekent dat je zegt wat je goed én niet goed

vindt aan zijn werk.

Vb. Juf, krijg ik feedback zodat ik weet wat ik beter kan doen?

Gegarandeerd Met garantie, met zekerheid.

Vb. De Europese bietsuikerbedrijven krijgen gegarandeerd een afzetmarkt voor hun

suiker. Daar zijn ze zeker van.

Vb. Voor Zuiderse boeren is de afzetmarkt niet gegarandeerd. Zij zijn niet zeker of ze

hun suiker in Europa kunnen en mogen verkopen.

Industrieel Geproduceerd op grote schaal, met machines.

Vb. De Europese bietsuikerteelt gebeurt industrieel, met veel machines. In het Zuiden

zijn rietsuikerproducenten niet industrieel. Het zijn er kleine boeren die een eigen

suikerrietveld hebben en het zonder machines bewerken.

52

Invoertaks Wordt ook wel `douaneheffing` genoemd. Invoertaksen worden geheven op goederen

die ingevoerd worden uit een aantal landen. Dit wordt vaak gedaan om producten van

buiten Europa duurder te maken, zodat men sneller geneigd is om Europese producten

in de plaats te kopen. Er is geen importtarief voor goederen uit het vrije verkeer van de

EU.

Vb. Op rietsuiker uit Paraguay moet €419 per ton invoertaks betaald worden om hem

in te voeren naar Europa.

Machts-

concentratie

Samenkomen van steeds meer macht bij steeds minder mensen of instanties.

Vb. één Belgische bedrijvengroep levert 72% van de Belgische bietsuiker die verkocht

kan worden op onze markt.

Opkoper Iemand die grondstoffen (hier rietsuiker) koopt om te verwerken in een fabriek

Vb. Er zijn veel meer boeren dan er opkopers zijn. Dat maakt de opkoper machtig. Hij

kan zomaar prijzen opleggen aan de boeren. Zo betaalt de opkoper weinig geld voor

het riet dat hij koopt en verwerkt tot suiker in een fabriek.

OWW Afkorting voor Oxfam-Wereldwinkels.

Vb. OWW strijdt voor eerlijke wereldhandel waar ook het Zuiden een kans krijgt.

Pineut Het slachtoffer of de pechvogel zijn.

Vb. door de hoge invoertaksen is de Zuiderse boer opnieuw de pineut.

Subsidie Financiële steun van de overheid. Extra geld geven aan iets of iemand om te steunen

(zoals sponsors doen).

Vb. De overheid subsidieert de Europese bietsuikerteelt. De bietboeren krijgen extra

geld, waardoor hun suikerbietteelt kan overleven.

53

EVALUATIE DOOR LEERLINGEN

THEMA Eerlijke Handel

Geef je mening Hierin ben ik sterker geworden

Dit vond ik het leukst aan dit thema

Dit vond ik het moeilijkste aan dit thema

Het samenwerken in onze groep ging…

Wat ik goed deed in mijn rol in de groep was

Waar ik volgende keer beter op moet letten

is

Scoor jezelf Zet een kruisje bij de smiley die het meest van toepassing is voor jou. - betekent dat je hier erg in gegroeid bent. - betekent dat je het niet in vooruit ging maar er ook geen moeilijkheden mee hebt. - betekent dat nog niet goed onder de knie hebt. Het is heel normaal dat je elke smiley meer dan 1 keer gebruikt!

Stelling Ik kan in eigen woorden vertellen wat Oxfam-Wereldwinkels doet voor

eerlijke handel

Ik kan de verschillen tussen het handelsproces van bietsuiker en dat

van rietsuiker verwoorden en aangeven wat er eerlijk/oneerlijk aan is.

Ik kan uitleggen waarom eerlijke handel belangrijk is voor de

suikerrietboer in het Zuiden, voor mij als consument en voor ons

klimaat.

Ik wil zelf iets doen tegen oneerlijke handel.

Ik kon de bronnenkaarten lezen en het belangrijkste daaruit aan de

groep vertellen

Ik kon onze groepsopdracht mee helpen stap voor stap aanpakken.

54

EVALUATIE DOOR Leerlingen

Achtergrond voor leerkracht

THEMA eerlijke handel

Geef je mening Hierin ben ik sterker geworden

Dit geeft jou als leerkracht info over de

ervaring van leerlingen, hun inhoudelijke

kennis en het proces van samenwerken.

Dit vond ik het leukst aan dit thema

Dit vond ik het moeilijkste aan dit thema

Het samenwerken in onze groep ging…

Wat ik goed deed in mijn rol in de groep was

Waar ik volgende keer beter op moet letten

is

Scoor jezelf Zet een kruisje bij de smiley die het meest van toepassing is voor jou. - betekent dat je hier erg in gegroeid bent. - betekent dat je het niet in vooruit ging maar er ook geen moeilijkheden mee hebt. - betekent dat nog niet goed onder de knie hebt. Het is heel normaal dat je elke smiley meermaals gebruikt!

Stelling

Ik kan in eigen woorden vertellen wat Oxfam-Wereldwinkels doet

voor eerlijke handel

WO M&M 2.15

Ik kan de verschillen tussen het handelsproces van bietsuiker en

dat van rietsuiker verwoorden en aangeven wat er eerlijk/oneerlijk

aan is.

WO M&M 2.2., 2.4

Ik kan uitleggen waarom eerlijke handel belangrijk is voor de

suikerrietboer in het Zuiden, voor mij als consument en voor ons

klimaat.

WO M&M 2.13, 1.1

LOET SoVa 1.3, 1.6

Ik wil zelf iets doen tegen oneerlijke handel. LOET 1.3

Ik kon de bronnenkaarten lezen en het belangrijkste daaruit aan de

groep vertellen

Ndl 2.2, 2.3, 3.4, 5.3

Ik kon onze groepsopdracht mee helpen stap voor stap aanpakken. WO M&M 3.3

Ndl 3.1, 5.3

LOET SoVa 1.5, 3

Hier vind je de eindtermen terug die je toetst. Handig om in je eigen evaluatie of agenda op te nemen

55

EVALUATIE DOOR LEERKRACHT

THEMA eerlijke handel

De activiteit die het meest geslaagd

was:

Activiteit

Reden

Het minst geslaagd was: Activiteit

Reden

Dit vind ik het belangrijkste in de

inhoud

Dit viel mij op in de groepjes

Deze leerlingen verrasten mij

Deze tips geef ik graag mee aan de

makers van het pakket

Wij zouden er erg blij mee zijn als je ons deze tips ook bezorgt via [email protected] en [email protected]!

56

BRONNENLIJST Handel in suiker: een ongelijk speelveld voor het Zuiden. Oxfam-Wereldwinkels. (2014) Waarom kiest Oxfam-Wereldwinkels voor suiker uit Paraguay? Oxfam-Wereldwinkels. Suiker uit Paraguay: een ongelijk speelveld voor producenten. Oxfam-Wereldwinkels. www.oxfamwereldwinkels.be/nl/montillo Bos, T. & Heps, I. (2014). Coöperatief leren. Hasselt: ELDucation. Brochure : “Handel! Maar dan eerlijk” www.oxfamwereldwinkels.be/allekaartenoptafel Oxfam Lessenpakket 3de graad basisonderwijs “Eerlijk duurt het langst”.

http://www.oxfamwereldwinkels.be/nl/eerlijk-duurt-het-langst Paelman, F. (2006). CLIM-wijzer. Antwerpen: De Boeck. Michielsen, F., Canters, H, Schollaert, A., OWW – mondelinge bronnen. Van den Branden, K. (2012). Handboek taalbeleid basisonderwijs. Leuven: Acco. www.ond.vlaanderen.be Eindtermen en ontwikkelingsdoelen www.tiensesuikerraffinaderij.com

57

BIJLAGEN

BIJLAGE 1 EINDTERMEN EN ONTWIKKELINGSDOELEN ................................... 59

BIJLAGE 2 DE ROLLEN ............................................................................................... 66

58

Bijlage 1: EINDTERMEN EN

ONTWIKKELINGSDOELEN Wanneer je met een coöperatieve taak en eerlijke handel aan de slag gaat, werk je altijd aan doelen van taal, W.O. en vakoverschrijdende eindtermen. We lijsten hier de belangrijkste eindtermen op. In de leerplannen van de levensbeschouwelijke vakken vind je ongetwijfeld ook nog heel wat bijpassende doelen.

WERELDORIENTATIE

Mens en Maatschappij 1.1 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen

indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.

Mens

2.1 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen en verschillend gewaardeerd worden.

Maatschappij

2.2 De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt.

Maatschappij

2.4 De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is.

Maatschappij

2.13 De leerlingen kunnen het belang illustreren van de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind. Ze zien daarbij in dat de rechten en plichten complementair zijn.

Maatschappij

2.15 kunnen illustreren op welke wijze internationale organisaties ernaar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen.

Maatschappij

3.3 kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken.

Tijd

4.11 kunnen aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven.

Ruimte

NEDERLANDS

Luisteren 1.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in een

voor hen bestemde mededeling met betrekking tot het school- en klasgebeuren.

1.8 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van , hetzij een mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in een discussie met bekende leeftijdsgenoten.

Spreken

2.2 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze aan iemand ontbrekende informatie vragen.

2.3 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen.

59

2.7 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze bij een behandeld onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdsgenoten.

Lezen

3.1 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard.

3.4 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie ordenen die voorkomt in voor hen bestemde school- en studieteksten en instructies bij schoolopdrachten.

Schrijven

4.8 De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de attitudes: luister-, spreek-, lees- en schrijfbereidheid; weerbaarheid.

Strategieën

5.3 De leerlingen tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel;

5.4 De leerlingen het resultaat beoordelen in het licht van het luister-, lees-, spreek- of schrijfdoel.

LOETEN Sociale vaardigheden 1.2

De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.

1.3

De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders.

1.4

De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.

1.5

De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.

1.6

De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.

3.

De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.

60

GO! Leerplannen basisonderwijs

WERELDORIENTATIE (2013/3)

Mens en Maatschappij 3.1.1. 14 Tonen in de dagelijkse omgang dat ze solidariteit en zorg opbrengen voor

iemand anders. Ik en de anderen

3.1.1. 28 Kritisch zijn en een eigen mening formuleren. Ik en de anderen

3.1.2. 4 De eigen bijdrage en de rol of verantwoordelijkheid in een groep/klasgroep/schoolgroep/gezin/buurt … omschrijven.

Ik en de groep

3.1.3. 28 Zich weerbaar opstellen t.o.v. leeftijdgenoten en onaanvaardbare groepsdruk.

Ik en de samenleving

3.1.3. 42 Illustreren met voorbeelden uit eigen ervaring hoe diversiteit in de klas een rijkdom kan betekenen.

Ik en de samenleving

3.1.3. 73 Illustreren met voorbeelden dat de welvaart op wereldvlak ongelijk verdeeld is.

Ik en de samenleving

3.1.3. 74 Enkele oorzaken geven van ongelijke welvaartverdeling op wereldvlak. Ik en de samenleving

3.1.3. 76 Vooroordelen rond armoede in eigen land en ontwikkelingslanden nuanceren.

Ik en de samenleving

3.1.3. 77 Uitleggen hoe eerlijke handel de levensomstandigheden van producenten in ontwikkelingslanden kan verbeteren.

Ik en de samenleving.

3.1.3. 79 Met voorbeelden illustreren op welke wijze internationale organisaties ernaar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen.

Ik en de samenleving

3.1.3. 81 Binnen hun mogelijkheden actiegerichte oplossingen voor problemen in de samenleving en de wereld verwoorden.

Ik en de samenleving

3.1.3. 82 Met voorbeelden uit de eigen ervaring illustreren hoe men als individu of als groep kan participeren aan solidariteitsacties en wat het nut en het effect hiervan is.

Ik en de samenleving

NEDERLANDS (2013/1) Luisteren

1.1.2. 49 Luisterstrategieën zelfstandig of met behulp van een stappenplan hanteren. Luister-strategieën

Spreken

1.1.3. 23 Bij een behandeld onderwerp binnen de verschillende leergebieden kritische en controlevragen stellen om de gewenste informatie te bekomen.

Beraden

1.1.3. 24 Bij een behandeld onderwerp binnen de verschillende leergebieden doorvragen om de gewenste informatie te bekomen.

Beraden

1.1.3. 28 Complexe instructies, bestaande uit verschillende stappen geven, zodat iemand die vertrouwd is met de situatie ze kan uitvoeren.

Instrueren

Gesprekken voeren

1.1.4. 10 Bij het kritisch luisteren zich vragen stellen bij mondelinge teksten. Uitwisselen

1.1.4. 26 In een gesprek actief luisteren en zelf spreken evenwichtig afwisselen. Gespreks-conventies

1.1.4. 29 In een gesprek nagaan of ze de ander wel goed begrepen hebben. Gespreks-conventies

Overkoepelende attitudes schriftelijke taalvaardigheid

1.2.1. 12 Bereid zijn zich kritisch op te stellen om bij het lezen de verkregen informatie aan de eigen mening en kennis te toetsen.

1.2.1. 15 Bereid zijn om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier schriftelijk te communiceren via media, multimedia en sociale media.

Lezen

1.2.2. 99 Op een doelbewuste en efficiënte manier informatie in verschillende bronnen zoeken, selecteren en verwerken.

Begrijpend lezen algemeen

1.2.2. 102 Voor hen bestemde complexere schriftelijke instructies begrijpen en uitvoeren.

Begrijpend lezen van prescriptieve teksten

Schrijven

1.2.3. 113 Korte, eenvoudige verhalen en gedichten schrijven. Schrijven van narratieve en artistiek-literaire

61

teksten.

1.2.3. 126 Een verslag schrijven van een gebeurtenis, een behandeld project, een gelezen boek, eigen belevenissen en ervaringen.

Schrijven van informatieve teksten

1.2.3. 131 Een oproep aan leeftijdgenoten en bekende volwassenen schrijven. Schrijven van argumentatieve teksten.

Schrijfstrategieën

1.2.3. 137 Schrijfstrategieën zelfstandig of met behulp van een stappenplan hanteren.

62

Leerplannen Katholiek Basisonderwijs

WERELDORIENTATIE (2010)

Mens en Levensonderhoud 1.2 Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun

levensonderhoud te voorzien. Dingen maken/diensten aanbieden

1.4 Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen.

Dingen maken/diensten aanbieden

1.8 Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. Welvaart en welzijn

1.9 Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren welvaart of bezit verwerven en tonen alleen respect voor de ‘eerlijke’ manieren.

Welvaart en welzijn

1.11 Kinderen zien in dat de productie van goederen en diensten leidt tot ruilverkeer.

Verhandelen en consumeren

1.15 Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar voor hun levensonderhoud.

Onderlinge afhankelijkheid

1.16 Kinderen ontdekken dat de welvaart van de westerse landen samenhangt met de manier waarop bedrijven van die landen handelsrelaties aangaan of aangingen met mensen uit andere landen.

Onderlinge afhankelijkheid

Mens en samenleving

5.10 Kinderen zien in dat er binnen onze samenleving instellingen zijn die de kwaliteit van het samenleven trachten te bevorderen.

Instellingen

5.11 Kinderen zien in dat (groepen van) mensen en instellingen vaak macht en/of gezag uitoefenen.

Macht en gezag

5.16 Kinderen zetten zich mee in om in hun leefwereld vormen van machtsmisbruik te voorkomen.

Macht en gezag

NEDERLANDS (2000) Luisteren & spreken (deelleerplan 2000)

L.2.2.2. Boodschappen begrijpen

L.2.2.3. Boodschappen interpreteren

L.3.1.2. Talige boodschappen beoordelen

L.3.2.1. Talige boodschappen integreren.

S.1.31. In een gesprek, een discussie met leeftijdgenoten uitkomen voor zijn mening, zijn mening geven.

S.1.43. In gespreksgroepen de gespreksregels toepassen en bewaken.

Schrijven (deelleerplan 2000)

Schr. 2.2. Een schrijfstrategie bepalen en volgen om visuele en schriftelijke boodschappen vorm te geven.

Lezen (deelleerplan 2000)

Le. 2.2.2. Talige boodschappen begrijpen.

Le.2.2.3. Talige boodschappen interpreteren.

Le.3.1.2. Talige boodschappen beoordelen.

Le.3.2.2. Talige boodschappen integreren.

63

Leerplannen OVSG (bijgewerkt tot februari 2013)

WERELDORIENTATIE Mens

MEN 01 sociale cognitie: bewust zijn van jezelf

06 De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.

MEN 01 sociale cognitie: perspectief nemen

15 De leerlingen kunnen een situatie, een handeling vanuit verschillende gezichtspunten bekijken en beoordelen.

Maatschappij

MAA 01 arbeid en beroepen

08 De leerlingen kunnen illustreren dat gelijkaardig werk niet overal, noch voor iedereen, op dezelfde wijze verloond wordt.

MAA 01 arbeid en beroepen

09 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend gewaardeerd worden.

MAA 01 arbeid en beroepen

10 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen.

MAA 01 rijk en arm 23 De leerlingen kunnen vaststellen dat de rijkdom ongelijk verdeeld is.

MAA 01 rijk en arm 25 De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is.

MAA 03 conflicthantering

08 De leerlingen kunnen in concrete situaties een standpunt innemen tegenover de oplossing van een conflict.

MAA 03 internationale samenwerking

26 De leerlingen kunnen illustreren op welke wijze de internationale organisaties er naar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen.

NEDERLANDS Luisteren

T1 Instructies 05 De leerlingen kunnen zich bij langere instructies een voorstelling maken, deze opdelen in kleinere stappen en uitvoeren.

T4 school- en studieteksten

12 De leerlingen kunnen de informatie in vragen en antwoorden naar aanleiding van een gesprek of een discussie met medeleerlingen over behandelde leerinhouden op een kritische manier beoordelen.

D8 thema en hoofdgedachte bepalen

04 De leerlingen kunnen de hoofdgedachte identificeren of afleiden.

Spreken

T1 instructies 04 De leerlingen kunnen aan medeleerlingen instructies geven die bestaan uit verschillende stappen. Zij ordenen de tussenstappen en formuleren de instructie op een gestructureerde wijze.

T2 wervende teksten 06 De leerlingen kunnen een eenvoudige reclametekst formuleren.

T5 informatiedragers 06 De leerlingen kunnen complexer weergegeven informatie gestructureerd verwoorden.

Gespreksvaardigheden

G5 discussies met leeftijdgenoten en bekende volwassenen

05 De leerlingen kunnen door discussies met leeftijdgenoten en bekende volwassenen een oplossing zoeken voor problemen van sociale of organisatorische aard.

Schrijven

T2 wervende teksten 03 De leerlingen kunnen een oproep, een uitnodiging richten aan leeftijdgenoten. Ze zijn daarbij in staat om te onderscheiden welke informatie essentieel, facultatief of overbodig is.

T4 school- en studieteksten

06 De leerlingen kunnen schriftelijk antwoorden op vragen over verwerkte inhouden in relevante en goed gestructureerde zinnen.

Taalbeschouwing, strategieën en interculturele gerichtheid

TBS 08 02 De leerlingen beleven plezier aan het creatief omgaan met taal.

64

(inter)culturele gerichtheid en taalgebruik

TBS 08 (inter)culturele gerichtheid en taalgebruik

04 De leerlingen tonen openheid en interesse voor talen en culturen.

65

Bijlage 2: de rollen Hoe werk je er mee?

- Kopieer evenveel bladzijden als je groepen hebt. - Knip de rollen uit per groep. Knip ook de uitleg uit. Als je dat wenst kan je ze

met beiden achterkanten tegen elkaar plakken zodat leerlingen maar met één strookje moeten werken

- Stop de rollen met de opdrachtkaart, bronnenkaart en verklarende woordenlijst in de envelop die bij de coöperatieve taak hoort.

De rollen:

ORGANISATOR REPORTER MATERIAALMEESTER

TIJDBEWAKER BEMIDDELAAR

De uitleg bij de rollen: ORGANISATOR zorgt ervoor dat iedereen

- Meedoet - alles begrijpt - de kans krijgt om iets te

zeggen - bij de taak blijft - vragen durft stellen aan

elkaar jij stelt vragen aan de leerkracht als niemand in de groep de opdracht begrijpt

REPORTER: - noteert het antwoord van de groep - overlegt wat er zal verteld worden aan de klas - spreekt af wie wat zal vertellen - vertelt bij de presentatie wat de B-opdracht juist inhoudt - laat iemand anders het verslag nalezen en aanvullen

MATERIAALMEESTER

- haalt materiaal - verdeelt materiaal - legt alle materiaal terug - zorgt dat iedereen het

nodige materiaal heeft

TIJDBEWAKER - zorgt voor een verdeling van de tijd over de delen van de opdracht - bewaakt de tijd doorheen het hele proces - beslist wanneer het tijd is om te stoppen, of over te stappen naar het volgende onderdeel

BEMIDDELAAR -moedigt aan om mee te doen

- moedigt aan om elkaar te helpen

- moedigt aan om samen te werken

- geeft complimentjes bij goed werk

- zorgt dat er naar iedereen

geluisterd wordt