Wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten · gemakkelijker. Zeker gezien De Kanteling en het...
Transcript of Wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten · gemakkelijker. Zeker gezien De Kanteling en het...
1
Wensen en behoeften
van (o)ggz-cliëntenin de regio Noordwest-Veluwe
Drie onderzoekenIn deze InZicht beschrijven we de uitkomsten van drie ver-
schillende onderzoeken* onder (o)ggz-cliënten in de regio
Noordwest-Veluwe. Alle drie zijn uitgevoerd in 2010 en 2011.
We kijken eerst naar de opvallende overeenkomsten in de uit-
komsten; daarna gaan wij dieper in op de afzonderlijke onder-
zoeken. Deze publicatie is bedoeld voor beleidsmakers in de
regio, Wmo-raden, belangenbehartigers voor de doelgroep
ggz en overige geïnteresseerden.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
Wat is (o)ggz?In deze publicatie gebruiken we
(o)ggz als verzamelnaam om de
doelgroep aan te duiden.
De geestelijke gezondheidzorg
(ggz) staat in het algemeen voor
zorg aan mensen met psychische,
psychiatrische of gedragsproble-
matiek. Vooral bij ernstige proble-
matiek kunnen zich ook beperking-
en voordoen op diverse levensge-
bieden zoals wonen, werk, sociale
contacten. De hulp richt zich dan
ook op die levensgebieden.
Bij de openbare geestelijke gezond-
heidszorg (o)ggz) gaat het om zorg
voor mensen die zelf moeilijk om
hulp vragen en bij wie de proble-
men vaak ook het openbare leven
raken, bijvoorbeeld omdat ze
dakloos zijn, verloederen of voor
overlast zorgen. In het kader van de
openbare orde heeft de gemeente
al lang te maken met de oggz. Met
de komst van de Wmo heeft de
gemeente ook uitdrukkelijk verant-
woordelijkheden gekregen voor de
gehele ggz. Overigens is de
scheidslijn tussen ggz en oggz niet
altijd scherp te trekken.
De drie* onderzoeken zijn:
?
?
?
het (O)ggz-spiegelonderzoek van het Landelijk
Platform GGz en Geestdrift, door Zorgbelang
Gelderland met hulp van ervaringsdeskundigen;
het onderzoek naar cliëntenparticipatie
Doelgroep maatschappelijke zorg (Zorgbelang
Gelderland, MEE Veluwe en de Participatie-
manager Maatschappelijke zorg van de Regio
Noord Veluwe);
het Elburgse narratief onderzoek, naar
behoeften, vragen en mogelijkheden van burgers
met psychische beperkingen in opdracht van de
gemeente Elburg het lectoraat Lokale Dienst-
verlening vanuit Klantenperspectief van de
Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
Algemene aanbevelingen uit de verschillende onderzoeken
Communicatiel
n
n
De drie onderzoeken geven vergelijkbare uitkomsten te zien.
Die uitkomsten geven aanleiding tot de volgende conclusies over
en aanbevelingen op de volgende onderwerpen:
Uit de verschillende onderzoeken komt naar voren dat er veel ver-
beterd kan worden aan de communicatie met en rondom cliënten.
Cliënten weten vaak niet tot nauwelijks wat er in gemeenten voor
hen voor mogelijkheden zijn. Informatie bereikt cliënten veelal niet
of is vanwege moeilijk taalgebruik niet te begrijpen.
Zorg voor leesbare informatie in begrijpelijk taalgebruik.
Deze informatie moet te vinden zijn op plekken waar cliënten
komen, denk aan Dag Activiteiten Centra (DAC's), bibliotheek en
l l
l l
l l
l
Communicatie Ervaringsdeskundigheid
Outreachende zorg Voorlichting
(Vrijwilligers)werk, Goede zorg
dagbesteding en opleiding Cliëntenparticipatie
2
Colofon
Deze InZicht is een uitgave van Zorgbelang Gelderland en gaat over drie verschillende onderzoeken over
wensen en behoeften van (o)ggz-cliënten. Een digitale versie van deze InZicht vindt u in de bibliotheek van
de website www.zorgbelanggelderland.nl. Voor meer informatie over deze publicatie kunt u contact opnemen
met Mieke Biemond bij Zorgbelang Gelderland, telefoon 026 384 28 22,
e-mail: [email protected].
© 2012 - Zorgbelang Gelderland
Tekstredactie: Mieke Biemond en Sacha van Geel
(Eind)redactie en vormgeving: Jos Rochette
Zorgbelang GelderlandInformatie Klachtenopvang Belangenbehartiging
Postbus 5310 6802 EH Arnhem
IJsselburcht 4 6825 BP Arnhem
Telefoon 026 384 28 22
Fax 026 384 28 23
www.zorgbelanggelderland.nl
.
.
. .
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
zorginstellingen. Niet alle cliënten hebben een vaste woon- en verblijfplaats, houd daar rekening mee.
Benader cliënten actief.
Neem cliënten serieus; veelal weten zij als geen ander wat het beste is voor hen.
Wat opvalt, is dat cliënten ervaren dat er tussen instellingen onderling of tussen afdelingen rondom cliënten
nog wel eens iets mis gaat. Cliënten moeten te vaak informatie opnieuw vertellen of stukken opnieuw aanle-
veren. Dit levert veel ergernis op en frustreert het herstel.
Verbeter de communicatiestromen tussen instellingen en afdelingen onderling.
Maak mogelijk dat cliënten niet steeds opnieuw informatie aan moeten leveren.
Veel cliënten geven aan geen ervaring of kennis te hebben van outreachende zorg maar daar wel voor open
te staan.
Investeer in outreachende zorg.
Blijf in contact met de cliënt, ook als deze (tijdelijk) minder zorg nodig heeft.
Breng cliënten op de hoogte over deze werkwijze.
n
n
n
n
Outreachende zorgl
n
n
n
3InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
l
l
(Vrijwilligers)werk, dagbesteding en opleiding
n
n
n
n
n
n
n
Ervaringsdeskundigheid
Veel cliënten geven aan (vrijwillig) te willen werken en/of een oplei-
ding te willen volgen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergro-
ten. Echter, wat frustreert zijn een beperkt aanbod en onvoldoende
financiële armslag om opleidingen te bekostigen. Wat cliënten ook
aangeven, is dat zij vaak wel opleidingen gevolgd hebben maar
door ziekte niet tot afronding van de opleiding zijn gekomen of er
zijn competenties ontwikkeld buiten het reguliere opleidingsaanbod
om.
Zorg voor een passend opleidingsaanbod, ook op hbo-niveau.
Zorg voor goede financiële ondersteuning.
Zorg voor goede waardering van de ontwikkelde competenties
van cliënten.
Zorg voor passende werkplekken, ook op hbo-niveau. Vervul
daarin als gemeente of instelling een voorbeeldfunctie door
(ex)cliënten een (betaalde) werkplek te bieden.
Zorg voor een divers aanbod op het gebied van dagbesteding.
Maak reguliere dagbestedingsplekken toegankelijk voor cliënten.
Bied cliënten die uitstromen uit de zorg ook goede opleidings-
kansen en kansen op werk.
Uit alle onderzoeken komt naar voren dat cliënten vinden dat meer
ervaringsdeskundigen aan het werk zouden moeten kunnen bin-
nen zorg en welzijnsinstellingen. Ook binnen gemeenten zijn vol-
doende mogelijkheden om ervaringsdeskundigen werk aan te bie-
den.
n
n
n
n
Voorlichting over GGz-problematiek
n
n
Goede zorg rondom de cliëntl
n
n
n
n
n
n
Cliëntparticipatie
n
n
n
Creëer meer werkplekken voor ervaringsdeskundigen; denk aan
loketfuncties, gastvrouw/heer functies, voorlichting en
ondersteuning van cliënten.
Financier opleidingsplekken voor ervaringsdeskundigen.
Zorg voor goede voorlichting over het zinvolle werk dat
ervaringsdeskundigen kunnen doen bij gemeenten en bij
instellingen
Waardeer de inzet van ervaringsdeskundigen ook financieel.
Goede voorlichting over GGz-problematiek blijft belangrijk, dit om
stigmatisering en uitsluiting te voorkomen.
Zorg voor voldoende kennis over GGz-problematiek bij burgers,
gemeenten, woningbouwstichtingen, scholen, sportclubs etc.
Betrek cliënten zelf hierbij, zij kunnen als geen ander vertellen wat
het is.
Cliënten geven aan dat zij niet altijd gebruik (kunnen) maken van pas-
sende zorg en/of ondersteuning, bijvoorbeeld doordat zij onvoldoen-
de kennis hebben van de mogelijkheden of niet tot de zorg worden
toegelaten vanwege het ontbreken van een vaste verblijfplaats.
Geef cliënten zoveel als mogelijk de eigen regie in handen maar
spring bij daar waar nodig.
Zorg dat cliënten kennis kunnen nemen van de mogelijkheden
waar zij gebruik van kunnen maken.
Zorg dat ook de cliënten Maatschappelijke Zorg toegang krijgen
tot deze zorg.
Investeer in ketenzorg.
Benader cliënten individueel.
Werk zoveel mogelijk met een vaste contactpersoon.
Cliëntparticipatie is afgelopen jaren steeds beter georganiseerd. Toch
blijft cliëntparticipatie kwetsbaar. Onder andere vanwege terugkeren-
de of chronische gezondheidsproblematiek is deze cliëntengroep in
tegenstelling tot andere groepen burgers waar gemeenten en instel-
lingen mee te maken hebben kwetsbaar.
Blijf investeren in cliëntparticipatie.
Betrek hierbij ook de cliënten Maatschappelijke Zorg.
Blijf de ondersteuning van cliënten die actief zijn in Wmo- en
cliëntenraden regionaal ondersteunen. Het uitwisselen van
ervaringen is essentieel voor een goede inbreng in de raden.
l
l
44InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
5
Drie onderzoeken
Een spiegel voorhouden
Het onderzoeksdoel
Wat is specifiek voor het onderzoek.
Na de conclusies en aanbevelingen waarmee we deze InZicht
begonnen, gaan we nu dieper in op de drie afzonderlijke
onderzoeken. Achtereenvolgens staan we stil bij het (O)ggz-
spiegelonderzoek, de interviews over Cliëntenparticipatie
Doelgroep Maatschappelijke Zorg Noordwest-Veluwe en het
Elburgs narratief onderzoek.
Regionale resultaten afgezet tegen landelijke
gemiddelden en cliëntervaring afgezet tegen de
gemeentelijke visie
Wat vinden cliënten van de (openbare) geestelijke gezondheids-
zorg van het gemeentelijk beleid dat over hun voorzieningen en
hulpverlening gaat? Hoe oordelen gemeenten daar zelf over? En
waar vinden cliënten en gemeenten verbeteringen mogelijk?
Dit betrof een landelijk onderzoek, bestaande uit een zeer uitge-
breide vragenlijst om de meningen en ervaringen van zowel
cliënten als gemeenten te peilen. Het onderzoek toetste de
gemeenten op de volgende zes criteria:
Het (O)ggz-spiegelonderzoek
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
Verder informeerde het (O)ggz-
spiegelonderzoek naar ervaringen in
de drie volgende leefgebieden:
zelfstandig functioneren;
dagbesteding, activering
en werk;
leefbaarheid.
Het onderzoek is gericht op de groep
GGz-cliënten die niet langdurig is
opgenomen in een instelling maar zelf-
standig woont, eventueel met begelei-
ding of in een beschermde woonvorm.
Sommigen hebben geen vaste woon-
plek.
Aan het onderzoek hebben 47
cliënten deel genomen uit de zes ver-
schillende gemeenten. De gemeenten
die hebben deelgenomen aan het
onderzoek zijn Elburg, Ermelo,
Harderwijk en Oldebroek.
l
l
l
Over de deelnemers
l l
l l
l l
beschikbaarheid aanbod; integraal werken;
toegankelijkheid aanbod; eigen regie;
outreachend werken; beleidsparticipatie.
6
De uitkomsten van het onderzoek in cijfers
Beschikbaarheid van het aanbod
In de interpretatie van de tabellen op deze pagina, hebben wij vooral geke-
ken naar grootste verschillen tussen het gemiddelde cijfer van de 47
cliënten afgezet tegen het gemiddelde cijfer landelijk. Zo zijn er opvallende
verschillende af te lezen uit tabel 2. Deels is dit te verklaren doordat er rela-
tief veel mensen uit beschermde woonvormen de vragenlijst hebben in-
gevuld, deels zijn dit dus de vlakken waarop het aanbod in de regio op ver-
beterd zou moeten worden.
algemeen
Een groot aantal cliënten wist niets van de Wmo. Dit kan verklaard
worden door het feit dat de ondervraagden voor het grootste deel
beschermd woont. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat de Wmo
niet breed bekend is onder de doelgroep. Het gaat niet alleen om
mensen die buiten de instellingen verblijven; ook cliënten die in
instellingen verblijven, zouden op de hoogte moeten zijn van de
Wmo. Kennis van ondersteuningsmogelijkheden buiten de instel-
lingen maakt de overstap naar de maatschappij misschien wel
gemakkelijker. Zeker gezien De Kanteling en het scheiden van
wonen en zorg. Als het aanbod van de instelling voldoet, blijven de
gemeentelijke voorzieningen buiten beeld. Het verklaart ook waar-
om er betrekkelijk vaak gebruik wordt gemaakt van woonbegelei-
ding en er weinig beroep wordt gedaan op financiële hulp, Wmo-
loket, nazorg, thuisbegeleiding, dagbesteding en begeleiding naar
werk. Gemeenten en instellingen zouden samen zorg moeten dra-
gen dat alle GGz-cliënten gemakkelijk toegang zouden moeten
hebben tot kennis over en faciliteiten vanuit de Wmo.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
% cliëntenlandelijk
cliënten Noordwest-
Veluwe
financiële hulp
31 10
vanuit Wmo-loket
15 5
nazorg 13 5
thuis-begeleiding
24 8
woon-begeleiding
14 22
dag-besteding
37 21
begeleiding scholing/
werk
18 6
sociale activiteiten
17 10
anders 31 12
Tabel 2: Beschikbaar aanbod en het
percentage dat hier gebruik van maakt
Tabel 1: Rapportcijfers op hoofdcriteria
criterium cliëntenNoordwest-Veluwe
n=47
gemeentenNoorwest-Veluwe
n=4
cliëntenlandelijk
gemeentenlandelijk
beschikbaarheid 6,8 7,0 6,3 6,8
toegankelijkheid 6,9 6,0 6,3 6,7
outreachend werken 5,0 6,0 5,3 6,4
integraal werken 5,5 6,5 5,6 6,8
eigen regie 6,9 5,0 6,2 6,3
beleidsparticipatie 5,6 6,5 5,6 6,4
gemiddeld 6,1 6,2 5,9 6,6
7
citaten over beschikbaarheid van het aanbod
“Ik vind dat ik goed begeleid word.“
“Bij begeleid wonen is het goed en op de plek zelf veel ruimte.“
“In de gemeente is er niet veel ruimte voor. Probleem is dat men-
sen niet gemakkelijk toegang hebben tot de sociale huurmarkt.“
“De hulp en het aanbod zijn afkomstig van GGz Centraal (zieken-
huis) en niet van de gemeente.“
“Er is genoeg, maar vaak niet passend genoeg voor veel mensen,
met ernstige problematiek op sociaal, emotioneel gebied.“
“Beschermd wonen bij de Ganzenhof van Meerkanten is prima!“
“Had tot vandaag nog nooit van de Wmo gehoord.“
conclusie
eel mensen in de beschermde woonvormen zijn redelijk
tevreden over het aanbod van zorg van de eigen instelling.
Zij maken weinig gebruik van voorzieningen die het leven in
de maatschappij mogelijk maken, zoals de toeleiding naar vrijwilli-
gerswerk en werk. Dit is mogelijk een belemmering als mensen her-
stellen en zelfstandig wonen mogelijk wordt. Algemeen wordt
gedacht dat dagbesteding leidt tot betere geestelijke gezondheid.
Als mensen succesvol op zichzelf willen gaan wonen, is het van
belang dat er ook stappen gezet worden richting dagbesteding in
welke vorm dan ook.
algemeen
Outreachend werken past goed in recente ontwikkelingen zoals De
Kanteling in de Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl. Eigenlijk kan onder-
steuning aan mensen uit de (o)ggz-doelgroep niet zonder deze
wijze van werken. Omdat een aanzienlijk deel in een isolement ver-
keert en mensen het moeilijk vinden om zelf hulp te vragen of de
juiste wegen niet weten te vinden, moeten ze tot contact verleid
worden:
mensen geven aan dat ze veel dingen vaak zelf moeten
uitzoeken als het gaat om bijvoorbeeld aanvragen
van dagbesteding of financiële vergoedingen;
als mensen ergens niet komen opdagen, krijgen zij geen
bericht met de vraag: ”waar was u?”
het wordt ook niet altijd doorgegeven als een afspraak niet
doorgaat van de kant van de professional.
V
Outreachend werken
l
l
l
citaten over outreachend werken
“Ik ben nooit benaderd“
“Ik benader zelf mensen 'van buiten'
om deel te nemen aan activiteiten in
het ziekenhuis. Ik had er wel behoefte
aan, er was niets, heb alles zelf gere-
geld.“
“Te vaak weinig persoonlijk en actieve
benadering, meer alles uit eigen initia-
tief overlatend.“
“Het zou fijn zijn als er via een flyer of
poster te zien is wat en waar en voor
wie er iets gedaan wordt en zo.“
“Laat ze me maar eens benaderen.“
“Dat ze contact opnemen over welke
hulp en ondersteuning er wordt is.“
“Van goot naar stoeprand is een flinke
stap alleen er zit geen hulpverlening
tussen.“
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
conclusie
utreachend werken kan beter.
Cliënten moeten weten wat
het inhoudt en welke ver-
wachting ze er van mogen hebben.
O
8
Integraal werken
l
l
l
l
H
algemeen
De (O)ggz-doelgroep krijgt te maken met veel verschillende instan-
ties en hulpverleners; cliënten ondervinden immers vaak beper-
kingen op verschillende leefgebieden. Bovendien wisselen intra-
murale en extramurale zorg elkaar af en heeft zorg haar oorsprong
in verschillende domeinen (Wmo, Awbz, Zvw, jeugdzorg, forensi-
sche zorg). Vanuit het perspectief van de cliënt is de wereld van
zorg en welzijn niet altijd even overzichtelijk.
Samenhang in het (hulp)aanbod en goede samenwerking tussen
diverse instanties en hulpverleners is belangrijk. Hulp en onder-
steuning moeten goed aansluiten op de individuele wensen. Een
integrale aanpak moet voorkomen dat:
cliënten telkens opnieuw hetzelfde verhaal moeten
vertellen;
er overlappingen of juist hiaten in het zorgaanbod zitten;
er door te veel hulpverleners (die op verschillende
levensterreinen met de cliënt actief zijn) tot overbelasting
en gebrek aan overzicht ontstaat;
er tegenstrijdige adviezen en boodschappen afgegeven
worden.
citaten over integraal werken
“Ik heb alleen begeleiding nog bij poli Hoogstede, daarbuiten, heb
ik niet het idee of geef ik niet altijd aan dat ik ex psychiatrisch pati-
ënt ben. Daartussen bestaat nooit een koppeling.“
“De gemeente kan beter samenwerken met de sociale dienst.“
“Ze moeten beter communiceren en zo inzien hoe ze te werk moe-
ten gaan.“
“De fouten die gemeentes maken, mag ik niet maken. Dan raak ik
alles kwijt.“
conclusie
et is zeer waarschijnlijk dat de bundeling van (vrijwel) alle
vormen van zorg en ondersteuning binnen GGz Centraal
ertoe leidt dat 72% van de ondervraagden aangeeft één
aanspreekpunt te kennen. Dat slechts één gemeente aangeeft te
investeren in één aanspreekpunt, vormt zeker geen verklaring voor
dit hoge percentage. Verder is het opvallend dat drie van de vier
gemeenten niet weten of cliënten met behoud van een uitkering
deeltijdwerk of scholing kunnen volgen. Dertig procent van de
ondervraagde cliënten geeft met behoud van een uikering in deel-
tijd te werken of scholing te volgen.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
9
Eigen regie
algemeen
Het (opnieuw) vat krijgen op het eigen leven is een centraal thema
voor mensen met langdurende psychiatrische of psychosociale pro-
blemen. Zij zijn vaak vergroeid met hun rol als afhankelijke cliënt.
Versterking van eigen kracht en van het sociale netwerk om hen
heen helpt hen de eigen regie weer te nemen.
citaten over eigen regie
“Het hangt veel af van geld.“
“Ik kan wel veel zelf beslissen, maar er zitten gaten in zorg, hulp en
begeleiding mijn inziens.“
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
de cliënt geeft aan…
Iets meer dan de helft van de onder-
vraagden geeft aan dat zij iets te kie-
zen hebben in de hulp en activiteiten
die zij krijgen aangeboden. Driekwart
kan zelf bepalen wat zij belangrijk vin-
den in de begeleiding; landelijk ligt dat
percentage aanzienlijk lager (59%).
Ook beschikken de ondervraagden op
de Noordwest-Veluwe over een groter
sociaal netwerk dat kan helpen bij de
dagelijkse dingen, dan landelijk
gemiddeld (59% versus 41%).
Daarnaast sluit het traject voor dag-
besteding, werk of scholing op de
Noordwest-Veluwe beter aan bij de
wensen voor de toekomst dan dit lan-
delijk het geval is (46% versus 36%).
Wat opvalt in de cijfers is dat gemeen-
ten de eigen regie door cliënten als
onvoldoende beoordelen.
Beter eigen keuzen maken, kan volgens de ondervraagden als
volgt:
Stimuleer en motiveer de deelname aan sociale, culturele
activiteiten. Doe dit niet in lotgenotengroepen; die zijn te
vaak toch te deprimerend of qua niveau niet passend.
Neem ons serieus en denk niet dat we gek zijn.
Laat me mijn eigen keuzes maken; dat kan ik.
Ik wil meer weten wat is mogelijk en hoe het haalbaar is
voor mij en wat het kost
conclusie
org die vanuit instellingen wordt geleverd, vormt de basis
voor de positieve oordelen. Het valt op dat het oordeel van
de cliënten en de gemeenten ver uit elkaar liggen.
l
l
l
l
Z
10InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
Cliëntparticipatie Doelgroep Maatschappelijke Zorg Noordwest-Veluwe
Het onderzoeksdoel
Specifiek voor het onderzoek
De behoeften van de meest kwetsba-
ren (hiermee wordt bedoeld de (ex)-
dak- en thuislozen) uit onze samenle-
ving zichtbaarder te maken bij de
beleidsmakers in de regio.
Er is een brug gebouwd tussen de
WMO-raden van de RNV en de doel-
groep Maatschappelijke Zorg van de
prestatievelden 7, 8 en 9, die zich met
name in verschillende opvanginstel-
lingen bevinden en een oplossing pro-
beren te vinden voor de participatie-
problematiek.
Door de samenwerking van de drie
betrokken organisaties MEE Veluwe,
Zorgbelang Gelderland en de partici-
patiemanager, is de kennis op het
gebied van regionale ontwikkelingen,
de ondersteuning van cliënten
Maatschappelijke Zorg en de kennis
van cliëntparticipatie bij elkaar
gebracht.
Insteek was om op laagdrempelige
wijze de doelgroep Maatschappelijk
Zorg te benaderen. Binnen dit project
is er voor gekozen om de interviews
af te laten nemen door cliënten uit de
doelgroep. Cliënten van de verschil-
lende instellingen in regio Noord West
Veluwe zijn door de Procesmanager
Participatie Maatschappelijke Zorg
benaderd met de vraag of zij een bij-
drage aan deze participatie wens zou-
den willen leveren door het afnemen
van interviews binnen de doelgroep,
Zorgbelang heeft hiervoor de vragen-
lijst aangeleverd, MEE Veluwe heeft
voor de coaching en begeleiding van
de vrijwilligers gezorgd.
Uitkomsten
De uitkomsten van de interviews zijn onder te verdelen in ver-
schillende aandachtsgebieden: wonen, daginvulling, welzijn
en zorg. Per aandachtsgebied zijn in de volledige publicatie
ook verbetersuggesties beschreven. In deze samenvatting
beperken wij ons tot de uitkomsten en komen de verbetersug-
gesties terug in de algemene aanbevelingen waar deze publi-
catie mee begonnen is.
Wonen
Over het algemeen zijn respondenten tevreden met hun woonom-
geving. Cliënten geven aan dat men overlast ervaart van de
allochtone inwoners in de regio. Deze overlast lijkt met name voort
te komen uit wederzijds onbegrip. Het wooncomfort wordt
beïnvloed door een aantal factoren zoals privacy, onderhoud van
de woning, groen in de omgeving en de mate van financiële arm-
slag. Cliënten geven aan dat zij hun privacy voldoende gewaar-
borgd vinden maar dat op onderhoud van de woningen en de
groenvoorziening in de buurt winst te halen valt. Een cliënt gaf aan
binnenkort te verhuizen in verband met de staat van onderhoud
van de huidige woning!
Over de deelnemers
Vrijwilligers uit de doelgroep en de respondenten zijn cliënten uit de
doelgroep Maatschappelijke Zorg en bezoeken allen een of meer-
dere instellingen in de regio zoals De Ontmoeting, De oude
Synagoge, IrisZorg, Tactus en Meerkanten. Over het algemeen
staan zij al voor langere tijd buiten het arbeidsproces en hebben al
voor langere tijd te maken met de hulpverlening. Tijdens dit onder-
zoek zijn 23 interviews afgenomen. Het betreft hierbij grotendeels
een andere cliëntenpopulatie dan die bevraagd is in het (O)GGz-
spiegelonderzoek.
11InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
Daginvulling
Welzijn
Cliënten zijn over het algemeen niet werkzaam of nemen in
beperkte mate deel aan het arbeidsproces. Cliënten ervaren dit als
beperking en zouden meer willen doen met hun capaciteiten en vol-
waardig mee willen doen aan het arbeidsproces. Een groot deel
van de cliënten geeft aan dat zij zich onvoldoende (financieel)
gewaardeerd voelen voor de werkzaamheden die zij verrichten.
Dagbesteding wordt niet altijd als passend ervaren. Daarnaast heb-
ben cliënten vaak een onderbroken arbeidsverleden of zijn door
hun beperking gedwongen om van werkzaamheden te switchen.
Om hier daadwerkelijk handen en voeten aan geven is niet voor
iedereen mogelijk, mede door het ontbreken van voldoende finan-
ciële armslag. De huidige bezuinigingen in de dagopvang zorgen
voor veel onrust. Cliënten geven aan bang te zijn dat het teruglo-
pen van de mogelijkheden om van dagopvang gebruik te kunnen
maken een nadelige invloed heeft op hun welbevinden.
Cliënten Maatschappelijke Zorg zijn veelal afhankelijk van een uit-
kering. Uit de respons op de interviews blijkt, dat met name in het
contact tussen gemeente en cliënt winst te behalen valt. Het ver-
trouwen van cliënten in de gemeenten is laag. Cliënten ervaren
een gebrek aan kennis over de specifieke problemen waar zij
tegenaan lopen. Het ontbreken van een vast aanspreekpunt lijkt
hier een rol in te spelen. Ook gaat er vaak veel mis tussen de ver-
schillende instanties onderling, wat het vertrouwen van cliënten
negatief beïnvloed. Cliënten zijn veelal niet op de hoogte van de
verschillende regelingen die gemeenten bieden om minder draag-
krachtigen financieel te ondersteunen. Focus van de gemeenten
lijkt op schuldsanering en ouderenzorg te liggen. Weinig respon-
denten geven aan tot een van deze doelgroepen te behoren. Bij
het ontbreken van een vaste verblijfplaats, is het gebruik maken
van financiële regelingen niet mogelijk. Ook het woud aan formulie-
ren is een struikelblok.
Zorg
Het algemeen beeld dat hierin naar
boven komt, is dat cliënten over het
algemeen ontevreden zijn over de
zorg die door instellingen in de regio
geboden wordt. Problemen die
cliënten ervaren, liggen op het terrein
van de communicatie tussen de ver-
schillende instanties. Ook vinden veel
cliënten dat ze te weinig zorg krijgen
en dat de zorg die geboden wordt
vaak pas na het vragen om zorg in-
gezet wordt. Veel cliënten geven aan
dit anders te willen. Outreachende
bemoeizorg lijkt hierin een oplossing
te kunnen zijn, maar alleen dan als er
open en eerlijk naar cliënten gecom-
municeerd wordt. Bemoeizorg lijkt
gewenst maar bemoeienis met cli-
ënten niet! Problemen op het gebied
van onderlinge communicatie tussen
instellingen wordt ervaren bij Tactus,
Meerkanten, Multitoon, en Iriszorg
(nachtopvang). Met betrekking tot de
interne communicatie wordt er vooral
een probleem geconstateerd bij
Meerkanten; respondenten geven aan
dat afdelingen onderling onvoldoende
communiceren waardoor zij te vaak
informatie opnieuw aan moeten leve-
ren. In Harderwijk functioneert de
thuislozen opvang onder de maat;
cliënten geven aan dat de instellingen
werkzaam in deze gemeente weinig
tot niets voor elkaar krijgen in het
belang van de (geïnterviewde) cliënt.
Algemeen
l
l
l
l
l
Zowel de vrijwilligers als respondenten hebben door het op
doen van veel negatieve ervaringen in het verleden hun ver-
trouwen in de gemeenten en zorginstellingen vaak verloren.
Dit initiatief om cliënten te benaderen om hun mening te
geven over het maatschappelijke beleid in de regio, wordt dan
ook met enig scepsis bekeken.
Voor instellingen ligt de uitdaging vooral in het betrekken van de cli-
ënt bij zijn of haar eigen hulpverleningstraject en het optimaliseren
van de interne communicatie rondom de cliënt.
Communiceer open over het behandelaanbod dat de
instelling biedt. Doe dat op een toegankelijke manier.
Luister naar de cliënt, hij of zij weet vaak heel goed wat hij
of zij nodig heeft met betrekking tot de zorg, zoek hierin de
samenwerking met de cliënt.
Zorg dat de interne communicatie op orde is. Te vaak
worden cliënten geconfronteerd met het ontbreken van
goede onderlinge communicatie, dit komt het behande-
lingstraject niet ten goede en frustreert de cliënt.
Investeer in outreachende zorg.
Investeer in de communicatie met andere ketenpartners
rondom de zorg voor de cliënt.
Waar liggen specifieke taken voor
gemeenten of instellingen
l
l
l
l
l
Uit de interviews komt naar voren
dat zowel door gemeenten als
instellingen winst te behalen valt
als het gaat om de zorg voor
cliënten Maatschappelijke Zorg.
Voor gemeenten ligt de uitdaging met
name op het gebied van communica-
tie met deze doelgroep en het bereik-
baar maken van voorliggende voor-
zieningen.
Zorg voor voldoende kennis
over de doelgroep.
Zorg dat cliënten kennis
kunnen nemen van de
voorliggende voorzieningen.
Investeer in de directe
woonomgeving van de
cliënten Maatschappelijk
Zorg.
Werk intensief samen met
andere organisaties om op
die manier een 'zorg'kring
rondom de cliënt te vormen,
betrek de cliënt hierin.
Maak mogelijk dat cliënten
een stapje verder kunnen
komen op de maatschap-
pelijke ladder.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
12
“Het leven is niet altijd mooi,
maar dat hoort ook wel een beetje”.
Het onderzoeksdoel
Wie zijn de deelnemers
DDe uitkomsten
Een onderzoeksverslag over vraagpatronen van
burgers met psychiatrische en/of psycho-sociale
problemen die wonen in de gemeente Elburg
In Elburg is er op initiatief van de Gemeente Elburg en de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een onderzoek gedaan waar-
bij cliënten uit Elburg uitgenodigd zijn om hun verhaal te vertellen.
De onderzoeksvraag was: "Welke wensen, behoeften en mogelijk-
heden hebben burgers met psycho-sociale en/of psychiatrische pro-
blemen met betrekking tot wonen, welzijn en zorg in de gemeente
Elburg?"
De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op open interviews
met 23 bewoners van de gemeente Elburg. Zij hadden allemaal
psychiatrische en/of psychische problemen.
Wat is specifiek voor het onderzoek
e verhalen van cliënten uit Elburg zijn geanalyseerd, wat
vijf vraagpatronen heeft opgeleverd. De patronen die de
onderzoekers vonden, zijn met andere belanghebbenden
besproken in twee zogeheten transdisciplinaire bijeenkomsten. In
deze bijeenkomsten is betekenis gegeven aan de gevonden data.
Tachtig procent van de respondenten uit het onderzoek weet actief
vorm te geven aan zijn of haar leven. Daarbij vervullen zij diverse
rollen: de rol van partner, ouder, werknemer, vrijwilliger, maatje,
deelnemer aan activiteiten, leerling. De vraag die regelmatig bij pro-
fessionals en gemeentes te horen is: 'Hoe kunnen burgers met
psychiatrische en/of psychosociale problemen geactiveerd wor-
den?' lijkt daarmee onterecht. Natuurlijk is er wel een deel van de
doelgroep die het niet lukt om binnen- en buitenshuis actief te zijn.
Deze doelgroep heeft meer pro-actieve inzet van professionals
nodig. Deze inzet moeten professionals niet bij zichzelf houden
maar juist verbreden naar inzet door burgers (de informele netwer-
ken). Een tweede kern is de behoefte aan contacten bij veel res-
pondenten. Het gaat hierbij niet altijd om een andere hoeveelheid
contacten maar meestal om de kwaliteit van de contacten of de
diversiteit in contacten.
Aanbevelingen
l
l
l
l
Aanbevelingen zijn samen geformu-
leerd. De onderzoeker heeft met de
respondenten en professionals in een
bijeenkomst nagedacht over welke bij-
drage iedere betrokken partij kan
geven. Hieronder een voorbeeld van
de uitkomst bij elke partij als het gaat
om vraagpatroon 'Neem mij serieus'.
Burgers met psychosociale en/of
psychiatrische problemen, blijf
doorpraten en vertellen over
jezelf. Er zijn angsten, negatieve
ervaringen in het verleden en nog
veel meer redenen waarom
cliënten niet voldoende over
zichzelf vertellen, zoals het ge-
voel dat anderen niet geïnteres-
seerd zullen zijn. Dit leidt ertoe dat
anderen je door gebrek aan ken-
nis niet serieus kunnen nemen.
Voor alle burgers van Elburg ligt
er de mogelijkheid om bij te
dragen aan de opvoeding en
ontwikkeling van kinderen. Juist
deze jonge mensen moeten
meekrijgen dat diversiteit van
mensen normaal en leuk is. Leer
jonge mensen om de waarde van
ieder mens te zien.
Aan professionals is de vraag om
meer professionele verbindingen
te leggen, bijvoorbeeld tussen
welzijn en zorg. Dit bevordert een
breder perspectief in het werken
met de doelgroep en voorkomt dat
opnames een letterlijke breuk met
de maatschappij zijn.
Tot slot is het verzoek aan de
gemeente om nog meer initiatie
ven te ondersteunen waarbij erva
ringsdeskundigen worden ingezet
bij de begeleiding die professio
nals bieden of ze zelfs het werk
van professionals deels over te
laten nemen. Deze inzet is bij
zowel welzijn als zorg mogelijk.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 201213
Vraagpratronen
l
l
Bij de vijf gevonden vraagpatronen gaat het om:
“Ik ben een burger met mogelijkheden”
Mensen met psychiatrische en/of psychosociale problemen
worden graag benaderd als burger en niet als cliënt. Uit de
interviews wordt duidelijk dat zij vele burgerrollen wensen
en ook daadwerkelijk vervullen: die van partner, werkne-
mer, ouder etcetera. Het vraagt wel bijzondere inspanning
van hen om hun behoefte aan volwaardig burgerschap te
vervullen en deze rollen in te nemen. Hoe doen ze dat?
Tachtig procent van hen probeert een burgerrol te vervul-
len door actief te zijn via opleiding, hobby's, vrijwilligers-
werk, werk en dagactiviteiten. Ze dragen bijvoorbeeld bij
aan beleidsvormende overleggen of helpen met het orga-
niseren van activiteiten. Deze activiteiten zijn veel op
henzelf als doelgroep gericht, waardoor hun wens – en die
van gemeente – tot integratie niet gerealiseerd wordt.
De mogelijkheden die deze burgers blijken te hebben,
kunnen ook voor het algemeen nut ingezet worden en
daarmee alle burgers ten dienste staan.
“Neem mij serieus! Mijn woorden en mijn doen en
laten”
Iemand serieus nemen, heeft betrekking op de inhoud die
iemand vertelt, de bereidheid van de geschikte toehoorder
om te luisteren en de manier waarop iemand iets zegt.
Mensen gebruiken taal om te vertellen over hun leven en
ervaringen. Met hun taal laten ze iets van zichzelf zien aan
een ander. Dit doen ze niet alleen door te vertellen over
iets (een inhoud), maar ook door het op een bepaalde
manier te vertellen (een vorm). Als mensen bijvoorbeeld
iets zeker weten, dan spreken ze stellend (“zo is het”); als
ze aarzelen, dan werpen ze hypotheses op en gebruiken
ze modaliteiten (“zo zou het kunnen zijn”). Ook burgers
met psychiatrische en/of psychosociale problemen laten in
hun woordkeuze en manier van spreken zien hoe het leven
voor hen is. Ze laten in hun keuzes voor inhouden en
vormen zien wat wel of niet past bij hun leven. Daarvoor
moet men niet alleen luisteren naar wat zij vertellen, maar
ook naar hoe ze het vertellen. De geïnterviewden uit dit
onderzoek lieten in inhoud en vorm blijken dat ze serieus
genomen willen worden. Achter hun soms twijfelende
antwoorden zat bijvoorbeeld kennis over hun mogelijk-
heden en beperkingen.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 2012
14
l
l
“Help mij als ik vastzit”
Er zijn verschillende fases te
onderscheiden in het leven
van burgers met psycho-
sociale en/of psychiatrische
problemen. In fases waarin
problematiek overheerst, zijn
er problemen op meerdere
levensgebieden. Het gaat in
de verhalen van de
geïnterviewden bijvoorbeeld
steeds over hun problemen
(hun ziekte), maar regelmatig
ook over andere, terugkeren-
de onderwerpen als financiën
of behoefte aan contact.
Soms zitten ze in deze fase
daarbij ook letterlijk vast, ze
komen bijvoorbeeld het huis
en/of bed nauwelijks uit. In
deze fase is het voor hen
moeilijk om regie te voeren en
hebben ze anderen nodig om
hen op weg te helpen. Op
weg helpen betekent hier niet
alleen helpen om in actie te
komen, maar ook helpen om
meer waar te nemen of aan
andere dingen te denken.
“Ik wil regie blijven houden,
heb daarom geduld met mij”
De geïnterviewden hebben
veel meegemaakt; deson-
danks lukt het tachtig procent
van hen om actief in het leven
te staan. Ze hebben werk in
allerlei vormen en zijn
geïnteresseerd in hobby's.
De geïnterviewden laten zien
dat ze regelmatig de regie
nemen in hun leven en dat dit
voor hen belangrijke succes
momenten zijn. Toch lukt het
regelmatig ook niet.
De geïnterviewden willen
desondanks graag uitgeno-
digd blijven.
InZicht - (O)ggz-spiegel Oost-Veluwe - februari 201215
Ze willen best actiever zijn, maar het moet geen verplich
ting worden. Daarnaast gaat regie over eigen beslissingen
kunnen nemen over de zorg voor zichzelf. Dit betreft het
aantal ervaren vrijheidsgraden om te beslissen over
medicatie, huishouden, woonsituatie, financiën en voor-
zieningen. Respondenten blijken qua woonsituatie bereid
te zijn iets van hun vrijheid op te geven. Qua financiën en
voorzieningen ontbreken vaak informatie over mogelijk-
heden en bij financiën ontbreekt het vaak aan inzicht
in de logica van het systeem.
“Ik ben geïnteresseerd in verschillende contacten!
Jij ook?”
Geïnterviewden geven aan dat lotgenoten goed kunnen
luisteren, meevoelen en zacht zijn voor elkaar. Deze
kwaliteiten zien zij minder terug bij de “gewone burgers”.
Wat geïnterviewden bij “gewone burgers” zoeken, zijn
andere, soms meer positieve verhalen. Ze vinden het
hebben van contacten belangrijk, maar wensen ook
contacten buiten de kringen van de geestelijke gezond-
heidszorg. Tegelijkertijd laten ze in hun verhalen zien wat
zij zelf te bieden hebben: kunnen luisteren en meevoelen,
nuttige ervaringskennis over het overeind blijven in
moeilijke periodes van het leven. Het is niet altijd de
ervaring van respondenten dat andere burgers openstaan
voor contacten met hen en dat vinden ze jammer.
l